Mannen
NSEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 MÉI1Q25
Aan het einde der Week.
Het groote feit van de afgeloopen
.veek is de verkiezing van Hindenburg
tot president der Duitsche republiek.
Wie had dat in het eerste jaar der
republiek toen Spartacisten en „Sociaal
patriotten" in Berlijn en andere steden
van het voormalige Keizerrijk om de
oppermacht streden, en de schaal meer
malen oversloeg naar de zijde van Karl
Liebknecht en Rosa Luxemburg ge
dacht
Hoe zijn de tijden sindsdien veran
derd! Een opschuiving naar rechts had
plaats, soms op gewelddadige wijze,' zoo
dat Duitschland's beste zonen als "Erz-
berger en Rathenau uit den weg ge
ruimd werden, doch over het algemeen
onmerkbaar en slechts de elkaar opvol
gende verkiezingsuitslagen wezen aan,
hoe de partijverhoudingen stonden.
Toch had wel niemand verwacht, dat
reeds de opvolger van Ebert een man
van rechts zou zijn: een onverdacht
monarchist, doch gelukkig een man,
die zoo verstandig is zich te plaatsen
op den bodem der werkelijkheid en
geen onbezonnen dingen ie doen.
Wel zelden zal een verkiezingsuitslag
een zoo algemeene afkeuring en ont
stemming in bijkans de geheele wereld
gewekt hebben als deze. Nu had het
Dnitsche volk zich weer in waren aard
vertoont en blijk gegeven, dat het nog
even imperialistisch is als in 1914, zoo
meende men. En de zegevierende terug
keer van den „Kaiser" is slechts een
kwestie van tijd. Weg alle pogingen tot
verzoening tusschen de volken. Het her
stel van Europa onmetelijk.
Gelukkig heeft men zich, nadat de
eerste schrik voorbij was, weer wat
hersteld en is men gaan begrijpen, dat
er nog niet zoo heel veel veranderd is.
Want het is in Duitschland niet zoo
als b.v. in Amerika, dat de gekozen pre
sident de politiek aangeeft, die in de
eerstvolgende periode gevolgd zal wor
den.
De Duitsche president staat even
als onze Koningin buiten en boven
dë partijen.
En gelukkig heeft President Hinden
burg reeds blijk gegeven dit te begrij
pen en volgens deze gedragslijn te han
delen.
Moge het hem gegeven zijn, dat in
zijn regeeringsperiode de goede ver
standhouding tusschen de volken weer
geheel terugkeert en ook weer meerdere
welvaart kome te heerschen in Duitsch
land en in de overige landen van ons
.werelddeel.
't Is overigens geen gemakkelijke
taak, in dezen tijd te regeeren. Want
de moeilijkheden zijn vele, zoowel de
economische als de politieke.
Wat dit laatste betreft, denke men
aan de communisten die den laatsten
tijd een steeds groótere activiteit aan
i den dag leggen, niet slechts op den
Balkan, doch ook in landen als Italië
en Frankrijk.
De regeeringen dezer beide laatste
staten hebben krachtige maatregelen
genomen ter voorkoming van ongere
geldheden ter gelegenheid van de 1 Mei
viering; in Italië is zelfs de 1 Meiviering
verboden. Dit bewijst wel dat men ern
stig rekening houdt met de -mogelijk
heid van revolutionaire uitspattingen.
Hoe moeten de socialisten, die reeds
in ons land, waar een vrijheid bestaat
als nergens anders ter wereld, soms
'j meenen „buiten de geestelijke gemeen-
I schap" gesteld te worden, zich in der-
lijke landen wel niet verongelijkt
achten!
Uit het grijs verleden.
OUDE BRIEVEN.
De vondst en de ontcijfering der
papyri zijn van groote beteekenis ge-
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Deze week is voor Leiden goed in
gezet. In de Maandag gehouden Raads
vergadering werd n.l. op voorstel van
i B. en W. besloten de plaatselijke in
komstenbelasting met 10 pet. te ver-
Kagen. Als men hieilbij nu rekening
houdt met het feit dat de Zakelijke
Belasting op het bedrijf kon worden
afgeschaft en dat nog kort geleden ook
de tarieven van gas en eleciriciteit kon
den worden verlaagd, dan mag dat ze
ker als een verblijdend verschijnsel
worden aangemerkt en als een bewijs
dat we hier op den goeden weg zijn.
'tls volkomen juist amice, dat ook
na deze verlaging de belasting nog
veel te hoog is en dat nog een veel
te groot deel van de inkomens naar
de Langebrug moet worden gehracht,
maar dit neemt toch niet weg dat we
i ons over het aanvankelijk verkregen
^resultaat tan harte mogen verblijden.
J't Is nog niet zoo heel lang geleden dat
(het vermenigvuldigingscijfer op 1.2
moest worden gesteld, terwijl we nu
op 0.9 zijn teruggeloop en,, wat een ver
mindering van 25 pet. beteekent.
Met genoegen heb ik gezien dat v. B.
n W. er den nadruk op legden, dat
oor de toekomst groote voorzichtig-
eid geboden blijft, een uitspraak die
an uit den Gemeenteraad nog nader
tverd onderstreept. Dat geeft eenigen
waarborg, dat we voor dwaze, maar
kostbare maatregelen als onlangs door
den heer Witmans en nu weer door
i.n heer van Eek werden voorgesteld.
worden voor onze kennis der. Oudheid.
In veel opzichten is ons eennieuw
licht daarover opgegaan.
Men heeft zelfs wel van een „tweede
Renaissance" gesproken. Toch is dit
ietwat overdreven uitgedrukt.
Zeker, daar zijn trekken van o\er-
eehkomst. Evenals in de vijftiende
eeuw door het bekend worden van de
oorspronkelijke werken der Grieksche
denkers en dichters de Grieksche
Oudheid zich voor de wetenschappe
lijke wereld in het Westen ontsloot,,
evenzoo is door de vondst der papyri
en ostraca het alledaagsere leven der
volkén in de landen rondom de Oude
Wereldzee, waarvan wij té voren zoo
goed als niets wisten, als een geopend
boek voor ons komen te liggen. En
zooals de Renaissance en het Huma
nisme van groote beteekenis zijn ge
weest voor de studie van de Heilige
Schrift (men herinnere zich de uit
gave van het Grieksche Nieuwe Tes
tament van Erasmus, welke tekst ten
grondslag ligt aan Luthers vertaling
van het N. T.), van niet minder be
lang is de bestudeering der papyri ge
worden voor het' verstaan van den
grondtekst der Schriften des Nieutveii
Verbonds.
Van een „tweede Renaissance" zou
evenwel slechts gesproken mogen wor
den, indien de papyri aan een nieuwe
cultuurbeweging het aanzijn zouden
gegeven hebben, dié een universeel ka
rakter draagt en op ieder gebied van
menschelijk kennen en kunnen zijn in
vloed voelbaar maakt. Dat daarvan
evenwel geen sprake is, begrijpt ieder
en wel niemand zal een dergelijke uit
werking verwachten.
Mogen we alzoo deze nieuwe weten
schap niet overschatten, zij is desniet
temin van onschatbare beteekenis voor
onze kennis der Oudheid in het alge
meen en van het Nieuwe Testament in
het bijzonder.
De papyri zijn voor een groot ge
deelte brieven,, en de schrijvers
daarvan hebben natuurlijk geen flauw
vermoeden gehad, dat wat zij neer
schreven, nog eens gepubliceerd wor
den zou. Daarom vinden we hier de
ongekunstelde omgangstaal, die in vele
opzichten afwijkt van de meer gepo
lijste taal van de schrijvers van litte
raire kunstwerken, En de onderwer
pen, waarover deze brieven loopen,
hebben betrekking op het gewone le
ven, het leven van allen dag.
Niet alle papyri zijn in het Grieksch
geschreven. Er zijn b.v. te Elephantine
Arameesche papyri gevonden, die ons
hebben bekend gemaakt mei het le
ven der Joodsche kolonie aldaar.
En weer andere papyri zijn gesteld in
het Egyptisch, Hebreeuwsch, Syrisch,
Perzisch, Arabisch of Latijn.
Ook' zijn de papyri uit zeer verschil
lende tijden afkomstig. De oudste,
waarvan we met zekerheid den datum
kunnen vaststellen, is uit het jaar 311
vóór Christus, de jongste van 996 na
Christus, alzoo een verschil van der
tien eeuwen.
Natuurlijk brengt dit een groot ver
schil van schrift mede, zooals ieder,
die wel eens oude handschriften ge
zien heeft, begrijpen zal.
Naar dit verschil van schrift onder
scheidt men de papyri in een viertal
groepen:
1) die uit den Ptolemeïschen tijd
(323—30 v. Chr.)
2) die uit den Romeinsohen tijd (30
v. Chr.—284 na Chr.)
3) die uit den Byzantijnschen tijd
(286—641).
4) die uit den Arabischen tijd (na
641).
Voor onze kennis van het Nieuwe
Testament zijn in hoofdzaak de papyri
uit den Ptolemeïschen endenRomein-
schen tijd, vooral die in 't Grieksch
zijn geschreven, van belang. Immers
daardoor krijgen wij een, dikwijls ver
rassenden,, blik in wat wij zouden kun
nen noemen den achtergrond der
Nieuwtestamentische geschriften,
-i"
De inhoud der papyri is velerlei. Er
zijn de z.g.litteraire papyri, die stuk
ken litteratuur bevatten, soms tot nog
toe geheel onbekend, poch de meeste
papyri zijn brieven en deze behande
len uit den aard der zaak de meest
verschillende onderwerpen.
Zoo is er een papyrus, die een invi
tatie bevat en die aldus luidt:
„Eros noodigt u tot een bruilofts
maal op morgen, den 29sten, om 3
uur."
Een landepe. bevat een brief, door
een, arbeider geschreven aan zijn
vrouw, die in gezegende omstandighe
den verkeert en zich over hem onge
rust maakt:
„Hilarion aan Ali's zijn, zuster (d.I.
zijn vrouw),, vele groeten! ook aan Be-
rus, mijn gebiedster en Apollonaris.
Weet, dat wij ook nu nog te Alexan
dria zijn, Maak, je, niet bang, indien
ik te Alexandria 'blijf, wanneer alles
naar huis komt. ik bid je en smeek
je, zorg voor het kindje. En zoodra
wij loon ontvangen, zal ik je wat stu
ren. Indien je bevalt van een jongetje,
behoud dit; doch is het een meisje,
leg het te vondeling. Je hebt aan Aphro
disias gezegd: Vergeet mij niet. Hoe
kan ik jou" vergeten? Ik verzoek je
dus, je niet bang te maken.
29ste jaar dés keizers, Janni '23."
Deze brief laat ons zien, dat ook
in vroeger dagen het leven der arbei
ders zijn zorgen en zijn leed kende.
Weer een andere geeft ons een blik
in de ziel van treurende menschen:
„Irene aan Taórinophris en Philo,
een troostgroet!
Evenzoo draag ik smart en ween
over den gelukzalige, gelijk ik over
Didymus geweend heb. En alles wat
passend is (offer, gebeden) doe ik, en
al de mijnen: Epaphmditus, en Ther-
mution en Philion en Appollonius en
Plantas. Maar waarlijk, niets kan men
tegen zoo iets dóen! Troost dan el
kander I
Maakt het wèl!"
Uit deze enkele voorbeelden zal wel
duidelijk zijn, dat de papyri geschre
ven zijn in de gewone omgangstaal,
zOoals zij niet slechts door de eenvou-
digen, doch ook door de meer ontwik-
keidén in woord en geschrift gebruikt
werd.
Daarom vertoont deze taal zooveel
overeenkomst met die van het Nieu
we Testament, dat ook in de gewone
volkstaal geschreven. Is omdat het tot
doel heeft de blijde boodschap van het
heil Gods in Christus bekend te ma
ken aan menschen van allerlei stand
en ontwikkeling: nederiger, en hoogge-
plaatsten, geleerden en eenvoudigen.
GEVEN EN NIET-GEVEN.
THEORIE EN PRACTIJK.
Aan een interessant opstel van
Mevr. van Hoogst'raten-Schoch in de
Nederl. is het volgende ontleend;
Ach schooiers zijn geen lastige
(menschen, maar het is het nieuwe
soort menschen dat je zooveel hoofd
brekens kost.
Werkloosheid is voor sommigen een
emplooi geworden, werkloos zijn is
voor eenigen' een levenshouding 1
Ach! denk niet, dat ik kwaad van
ze spreek, fk zou het Wel laten, fik
weet echter fröts alle systemen geen
weg met ze en 'tis de nieuwe (men
taliteit die ik' niet precies vat.
„Er ïs een dame 'om u te spreken"1.
Ik schrik op uit mijn werk. Iemand
die ik ken vraag ik wat voorzichtig
geworden.
„Ik geloof het niet", zegt mijn aar
dig meiske met een glimlach. .Veel
jaren van dienen op een pastorie gaf
haar kijk op menschen, doch tegen
woordig bekent ze volmondig dat ze
niet meer weet wie ze voor zich (heeft.
Ik vind ijl mijn Shakespeare-stel
een meisje, een keurig aangekleed
meisje.
„Ze komt voor een vacantiekolomie
of voor een betrekking, als kinderjuf
frouw", peins ik.
„Mevrouw", zegt ze doodbedaard,
„ik kwam u eens vragen of u |me hel
pen wilt. Mijn man heeft geen werk
en ik heb drie kinderen, waarvan het
oudste vier jaar is".
„Uw man zeg ik, uw man?" Zacht
herhaal ik het woord, verbaasdheid
toonen is onbeleefd.
„Ja, mijn man! hij had een pracht
betrekking (zooveel in de week/ ze
noemt een som „en we konden best
leven".
„Hoe oud bent u?„ vraag ik heel
bedaard.
„Een en twintig", zégt ze.
Ik kijk naar haar C. en A.-jurk,
naar haar modieus hoedje, naar haar
kleine, keurig verzorgde handjes en
alles filmt me voorbij.
O, ik zeg heelemaal niets. Denk niet
dat ik haar een verwijt maak, ik (staar
haar maar aan en ik herhaal het uacht
voor me heen: één en twintig, een
man, drie kinderen, werkloos.
Helpt het [haar of ik haar een gul
den geef, een druppel op een gloei
ende plaat, niet waar?
Ze ziet er zoo aardig uit; ze 5s
zoo kalm verzekerd, dat wie zonder
emplooi is, zich aan de gemeenschap
toevertrouwt... Arm, klein vrouwke!
Een heer zit op me te wachtani.
Ja zeker een echte heer, jong nog,
met een onberispelijk grijs colbertpak
aan. Hij is direct overgegaan tot den
aanval. Hij heeft van tevoren bedacht,
dat ik hem een abonnement op de
tram zal geven.
Een abonnement op de tram! Het
schemert me voor de oogen. Ik vraag
niet eens hoeveel het is. Ik zit al
den tijd, dat hij met keurig uitge
zochte stadhuiswoorden me bewerkt,
te denken hoe ik hem de deur Suit
krijg.
Eerst uit den stoel, dan langs de
tafel, door de deur, de gang in...
haast niet om te doen.
Ik sta op. Hij staat ook op. (Hij
weet hoe hqt hoort. Maar niets stuit
den stroom van zijn woordenvloed. Hij
is werkloos niet waar! de gemeen
schap moet steunen! Ik ben zijn eerste
uitverkorene tot dezen arbeid, ik vind
in theorie altijd, dat je den menschen
gelegenheid moet geven zich eens uit.
te spreken,ik vind ook dat je (noet
helpen zooveel als je kunt....
Maar lieve tijd, een tramabonne
ment!
Straks komt een emeritus t.b.a-lij-
der met -zeep. Hij wil je niet leen
stukje verkoopen, mind you. Hij
verkoopt slechts een heele doos,
40 ct. het stuk, dan volgen freule toet
thee, een ex-H.B.S.er met koekje#,
een verpleegster met linnengoed, een
mijnheer met' boter, een mevrouw met
garen en band.
De praktijk is zoo anders dan de
theorie, en de systemen van de stad
passen niet op die van het buitenle
ven. Zijn er wel systemen voor het
buitenleven?
Telkens sta' je weer tegenover el
kaar als mensch tegenover mensch.
Je schaamt je bijna dat je niet met
zeep behoeft te loopen of 'boter hoeft
aan te smeren, of thee behoeft te
noteeren.
„Dacht - u dat ik voor m'n plezier
RECLAME.
Indien bij het scheren uw huid pijn doet o!
stuk gaat, kunt gij dit voorkomen door uw
huid vóór bet inzeepen eerst in te wrijven
met een weinig Puxol. 2545
!k\vam?" bitste me een mijnheer met
postpapier verleden week toe.
Heel schuchter en beschroomd reik
je hun wat toe en je vraagt (vergeving
dat het niet meer is, ja, dat doe je
terwijl je al den tijd wedt dat je niet
zonder informatie wat geven mag, en
dat het geen systeem is.
Maar al deze mijnheeren en, me
vrouwen biologeeren je. Buiten praat
je dadelijk van hart tot hart, buiten
ben je allemaal menschen, buiten sta
je vlak naast elkaar, je hebt den
mooien blauwen hemel boven je hoofd
en (h'jet mostapijt aan je voet en je
kijkt mekaar tot in de ziel.
O zeker, trots alle systemen en boe
ken raken wij buiten steeds meer in
de war over geven en niet-geven/over
het werklooz en Vraagstuk en over ar
menzorg.
GEMENGD NIEUWS.
Geen zuivere koffie. De Duitsche dou
ane heeft in de nabijheid van Well (L.)
bij invoer per vrachtauto geconstateerd
dat onder de lading die oogenschijnlijk
uit meel bestond, 60 balen koffie verbor
gen waren. De koffie werd tegen borg-
storting van 30.000 goudmarken aan
den Nederlandschen eigenaar terug ge
geven.
Een matroos gewond. Bij het starten
van een marinevlieger te Semarang
naar Soerabaja is de matroos Kruis van
de Menado zeer ernstig door den schroef
laan het achterhoofd gewond.
De Menado is niet het schip van dien
naam van de Rotterdamsche Lloyd. Dit
doei op het oogenblik de Oostkust van
Afrika aan. Wet bestaat er 'n Japansch
vaartuig Menado Maroe.
Een nieuw arbeidersdagblad in Pa
lestina. Den len Juni a.s. zal te TelAviv
het nieuwe dagblad van de algemeene
Federatie van Hebreeuwsche Arbeiders
in Palestina verschijnen.
Het Dagblad „Dawar" (het Woord)
genaamd is opgericht ingevolge oen
besluit van de laatst gehouden alge
meene vergadering der Federatie en
staat onder de .hoofdredactie van Berl.
Katzenelson, den bekenden (leider der
Joodsche Arbeiderspartij in Palestina.
Een ontploffing. Op de stortplaats
aan den Tademasingel te Zutphen, was
met anderen rommel ook een bus neer
gegooid, waarin zooals. later kwqpj ado
gegooid waarin, zooals Lij - onderzoek
bleek natrium aanwezig is geweest.
Vermoedelijk is door daar spelende kin
deren de bus in de gracht geraakt en
het natrium met het water in aanra
king gekomen, waardoor een geweldige
ontploffing plaats had, en het nog in
de bus zijnde natrium zich met een
hevigen slag naar alle kanten ver
spreidde.
De 8-jarige knaapjes J. Krimp en A
Castermans kregen brandwonden in
zoo ernstig, dat hij naar het ziekenhuis
moest worden vervoerd.
Toen de politie de bus uit hét water
wilde ophalen ontstond een tweede,
minder hevige exploisie, waarbij de
rechercheur Dieckmann brandwonden
in het gezicht kreeg, en zijn kleeren
vlam vatten.
Mooie vangst. Te Cardiff werd
Woensdag een haai aan wa Igebracht,
welike bijan zes meter lang was en een
gewicht van niet minder dan een half
uur werk gehad om dat beestje te van
gen.
bewaard zullen blijven.
Ook hier blijkt alweer amice, van
hoe groote beteekenis een rechtsche
meerderheid kan zijn.
'tls waai-, die meerderheid denkt
niet altijd eenstemmig en zelfs bij prin-
cipieele vraagstukken komt ook meer
verschil van meening openbaar dan
men gaarne zou wenschen, maar deze
meerderheid geeft toch dit voordeel,
dat er met vrij vaste hand kan wot-
den geregeerd.
Ik zeg daarmee niets ten nadeele
van andere partijen, die zeker op hun
ne wijze het gemeentelijk belang die
nen, maar ik constateer alleen feiten,
die iedereen kan controleeren.
Stel dat we hier een linksc'h en z.g.
democratisch bewind hadden. Dan zou
een voorstel om een gemeentelijk zie
kenhuis te bouwen natuurlijk met
twee handen zijn aangegrepen en dan
zou er nu geen sprake van zijn ge-
weest dat de belasting verlaagd
zou kunnen worden. En dat zou nog
veel minder het geval zijn geweest
indien het voorstel van den* heer van
Eek inzake de overname van de Duin
waterleiding was aangenomen. Zelden
heb Ik een zoo roekeloos plan, waarbij
met de belangen van de gemeentena
ren zoo weinig j-ekening wordt gehou
den, hooren verdedigen.
Men moet amice, over deze zaak ntet
licht denken. Zooals bekend, hebben
we hier in Leiden niet alleen goed,
maar ook g o e d k o o p water. Dat is
al van veel beteekenis. Bovendien ont
vangt de gemeente elk jaar e.-n niet
gering bedrag ar.n winst van 'it be
drijf,
Maar stel hu, dat 't zou worden over
genomen. Dgn zou om te beginnen, in
verband met de gestelde bepalingen,
een zoo groot bedrag voor de overna
me betaald móeten worden, dat bet
maken van eenige winst practisch uit
gesloten zou zijn. Het bedrijf zou zoo
zwaar wordep belast, dat het zelfs wel
onmogelijk zou blijken tegen den
thans geldenden prijs te leveren.
Maardat is nog niet alles. Het te
genwoordige waterleidingbedrijf wordt
naar het oordeel van de deskundigen
uitstekend, maai op zeereenvoudige
wijze beheerd. Op het primitieve af.
De gemeente zou dat natuurlijk an
ders doen en an-lers moeten doen. We
zouden krijgen mooie kantoorgebou
wen en daarin een geheelen staf van
ambtenaren, alles ten koste natuur
lijk van de. watergebruikers.
Het schijnt ne dan ook zeer ver
standig dat de Gemeenteraad op het
voorstelvan dsn heer van Eek niet
is ingegaan en inzonderheid de „klei
ne luyden" mogen wel dankbaar zijn
dat ook in dit geval de leiding van
de roode heeren niet is gevolgd. Ze
zouden het duur hebben moeten be
talen.
Met niet minder genoegen heb ik
gezien dat het Gemeentebestuur voet
bij stuk heeft gehouden toen het ging
over hét plaatsen van de roode vlag
op een van de Gemeentelijke gebou
wen. De -lieer van Eek trachtte wel,
in slrijd net zijn gewoonte de betee-
keni- van.deze vlag te verkleinen,
i«ir aIj moest toch toegeven dat zij
het symbool is van opstand en revolu
tie. En 'tzou zeker al te dwaas zijn
geweest indien een dergelijke vlag
vanaf een der openbare gebouwen zou
hebben gewapperd.
Zoover zijn we nog niet. Gelukkig
niet. Maar wat niet is kan komen en
erkend moet worden dat de Sociaal
democraten hun uiterste best doen om
't zoover te brengen. Daarom worden
aan de menschen allerlei mooie be
loften gedaan, worden ze ontevreden
gemaakt en wordt ook en dit strekt
hun tot eer een ijverige propaganda
gevoerd.
Dezer dagen las ik in „Het Volk",
dat in verband met de komende ver
kiezingen door een dame, ik meen uit
Den Haag, speciaal onder de vrouwen
gewerkt wordt en dat men er nu reeds,
dag aan dag op uit trekt om de vrou
wen te bewegen straks op do socialis
tische candidaten haar stem uit te
brengen.
Deze beweging, amice, heeft ons wel
een en ander te zeggen en moge ons
prikkelen om straks met niet minder
ijver aan het werk te gaan.
Er is zop heel veel te doen.
En de zuigkracht van het ongeloof
en van de revolutionaire beginselen is
zoo angstig groot, ook in Leiden.
De bevolking heeft zich hier de laat
ste jaren vrij sterk uitgebreid. Geheele
nieuwe wijken met honderden wonin
gen zijn bijgebouwd. Maar ik heb niet
gehoord dat daardoor de kerken in
moeilijkheden zijn gekomen omdat ze
de scharen niet kunnen bergen. Daar
heb Atot? van bemerkt, .Wél heb ik
daarentegen hooren klagen over slecht
bezochte godsdienstoefeningen, over
gebrek aan belangstelling, over afval
en onverschilligheid.
In dit verband amice, trok .mijn aan
dacht het besluit van den kerkeraad
der Ned. kerv. Gemeente om voortaan
in een der Openbare scholen in een
der nieuwe buurten godsdienstoefening
te gaan houden. Dit lijkt me een zeer
verstandig besluit Naar het mij voor
komt zal er in die richting meer ge
daan moeten worden.
De zaak is toch, dat de kerken en
de belangrijke vergaderlokalen alle in
het hartje van de stad liggen. Maar
vele menschen komen daar eenvoudig
niet of niet meer.
En daarom zullen we de zaak moe
ten omkeeren en tot de menschen moe
ten gaan. Met onze godsdienstoefenin
gen, maar ook met onze vergaderingen'
Dat is niet zoo gemakkelijk als 'twel
schijnt. Want voorzoovèr mij bekend,
zijn in de nieuwe wijken geen verga
derlokalen beschikbaar. En zoo komt
vanzelf de vraag aan de orde: hoe kan
in die behoefte aan lokaliteit voor al
lerlei Christelijke doeleinden wordtn
voorzien?
Ik ben niet in staat amice, die vraag
te beantwoorden. Maar ais er anderen
zijn die deze vraag ook eens onder de
oogen zien en die misschien willen
trachten een denkbeeld aan de hand
te doen, wel dan is de moeite aan liet
schrijven van dit briefje besteed, nie+
tevergeefs geweest.
VERITAS