Mannen NSEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 MÉI1Q25 Aan het einde der Week. Het groote feit van de afgeloopen .veek is de verkiezing van Hindenburg tot president der Duitsche republiek. Wie had dat in het eerste jaar der republiek toen Spartacisten en „Sociaal patriotten" in Berlijn en andere steden van het voormalige Keizerrijk om de oppermacht streden, en de schaal meer malen oversloeg naar de zijde van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg ge dacht Hoe zijn de tijden sindsdien veran derd! Een opschuiving naar rechts had plaats, soms op gewelddadige wijze,' zoo dat Duitschland's beste zonen als "Erz- berger en Rathenau uit den weg ge ruimd werden, doch over het algemeen onmerkbaar en slechts de elkaar opvol gende verkiezingsuitslagen wezen aan, hoe de partijverhoudingen stonden. Toch had wel niemand verwacht, dat reeds de opvolger van Ebert een man van rechts zou zijn: een onverdacht monarchist, doch gelukkig een man, die zoo verstandig is zich te plaatsen op den bodem der werkelijkheid en geen onbezonnen dingen ie doen. Wel zelden zal een verkiezingsuitslag een zoo algemeene afkeuring en ont stemming in bijkans de geheele wereld gewekt hebben als deze. Nu had het Dnitsche volk zich weer in waren aard vertoont en blijk gegeven, dat het nog even imperialistisch is als in 1914, zoo meende men. En de zegevierende terug keer van den „Kaiser" is slechts een kwestie van tijd. Weg alle pogingen tot verzoening tusschen de volken. Het her stel van Europa onmetelijk. Gelukkig heeft men zich, nadat de eerste schrik voorbij was, weer wat hersteld en is men gaan begrijpen, dat er nog niet zoo heel veel veranderd is. Want het is in Duitschland niet zoo als b.v. in Amerika, dat de gekozen pre sident de politiek aangeeft, die in de eerstvolgende periode gevolgd zal wor den. De Duitsche president staat even als onze Koningin buiten en boven dë partijen. En gelukkig heeft President Hinden burg reeds blijk gegeven dit te begrij pen en volgens deze gedragslijn te han delen. Moge het hem gegeven zijn, dat in zijn regeeringsperiode de goede ver standhouding tusschen de volken weer geheel terugkeert en ook weer meerdere welvaart kome te heerschen in Duitsch land en in de overige landen van ons .werelddeel. 't Is overigens geen gemakkelijke taak, in dezen tijd te regeeren. Want de moeilijkheden zijn vele, zoowel de economische als de politieke. Wat dit laatste betreft, denke men aan de communisten die den laatsten tijd een steeds groótere activiteit aan i den dag leggen, niet slechts op den Balkan, doch ook in landen als Italië en Frankrijk. De regeeringen dezer beide laatste staten hebben krachtige maatregelen genomen ter voorkoming van ongere geldheden ter gelegenheid van de 1 Mei viering; in Italië is zelfs de 1 Meiviering verboden. Dit bewijst wel dat men ern stig rekening houdt met de -mogelijk heid van revolutionaire uitspattingen. Hoe moeten de socialisten, die reeds in ons land, waar een vrijheid bestaat als nergens anders ter wereld, soms 'j meenen „buiten de geestelijke gemeen- I schap" gesteld te worden, zich in der- lijke landen wel niet verongelijkt achten! Uit het grijs verleden. OUDE BRIEVEN. De vondst en de ontcijfering der papyri zijn van groote beteekenis ge- Leidsche Penkrassen. Amice, Deze week is voor Leiden goed in gezet. In de Maandag gehouden Raads vergadering werd n.l. op voorstel van i B. en W. besloten de plaatselijke in komstenbelasting met 10 pet. te ver- Kagen. Als men hieilbij nu rekening houdt met het feit dat de Zakelijke Belasting op het bedrijf kon worden afgeschaft en dat nog kort geleden ook de tarieven van gas en eleciriciteit kon den worden verlaagd, dan mag dat ze ker als een verblijdend verschijnsel worden aangemerkt en als een bewijs dat we hier op den goeden weg zijn. 'tls volkomen juist amice, dat ook na deze verlaging de belasting nog veel te hoog is en dat nog een veel te groot deel van de inkomens naar de Langebrug moet worden gehracht, maar dit neemt toch niet weg dat we i ons over het aanvankelijk verkregen ^resultaat tan harte mogen verblijden. J't Is nog niet zoo heel lang geleden dat (het vermenigvuldigingscijfer op 1.2 moest worden gesteld, terwijl we nu op 0.9 zijn teruggeloop en,, wat een ver mindering van 25 pet. beteekent. Met genoegen heb ik gezien dat v. B. n W. er den nadruk op legden, dat oor de toekomst groote voorzichtig- eid geboden blijft, een uitspraak die an uit den Gemeenteraad nog nader tverd onderstreept. Dat geeft eenigen waarborg, dat we voor dwaze, maar kostbare maatregelen als onlangs door den heer Witmans en nu weer door i.n heer van Eek werden voorgesteld. worden voor onze kennis der. Oudheid. In veel opzichten is ons eennieuw licht daarover opgegaan. Men heeft zelfs wel van een „tweede Renaissance" gesproken. Toch is dit ietwat overdreven uitgedrukt. Zeker, daar zijn trekken van o\er- eehkomst. Evenals in de vijftiende eeuw door het bekend worden van de oorspronkelijke werken der Grieksche denkers en dichters de Grieksche Oudheid zich voor de wetenschappe lijke wereld in het Westen ontsloot,, evenzoo is door de vondst der papyri en ostraca het alledaagsere leven der volkén in de landen rondom de Oude Wereldzee, waarvan wij té voren zoo goed als niets wisten, als een geopend boek voor ons komen te liggen. En zooals de Renaissance en het Huma nisme van groote beteekenis zijn ge weest voor de studie van de Heilige Schrift (men herinnere zich de uit gave van het Grieksche Nieuwe Tes tament van Erasmus, welke tekst ten grondslag ligt aan Luthers vertaling van het N. T.), van niet minder be lang is de bestudeering der papyri ge worden voor het' verstaan van den grondtekst der Schriften des Nieutveii Verbonds. Van een „tweede Renaissance" zou evenwel slechts gesproken mogen wor den, indien de papyri aan een nieuwe cultuurbeweging het aanzijn zouden gegeven hebben, dié een universeel ka rakter draagt en op ieder gebied van menschelijk kennen en kunnen zijn in vloed voelbaar maakt. Dat daarvan evenwel geen sprake is, begrijpt ieder en wel niemand zal een dergelijke uit werking verwachten. Mogen we alzoo deze nieuwe weten schap niet overschatten, zij is desniet temin van onschatbare beteekenis voor onze kennis der Oudheid in het alge meen en van het Nieuwe Testament in het bijzonder. De papyri zijn voor een groot ge deelte brieven,, en de schrijvers daarvan hebben natuurlijk geen flauw vermoeden gehad, dat wat zij neer schreven, nog eens gepubliceerd wor den zou. Daarom vinden we hier de ongekunstelde omgangstaal, die in vele opzichten afwijkt van de meer gepo lijste taal van de schrijvers van litte raire kunstwerken, En de onderwer pen, waarover deze brieven loopen, hebben betrekking op het gewone le ven, het leven van allen dag. Niet alle papyri zijn in het Grieksch geschreven. Er zijn b.v. te Elephantine Arameesche papyri gevonden, die ons hebben bekend gemaakt mei het le ven der Joodsche kolonie aldaar. En weer andere papyri zijn gesteld in het Egyptisch, Hebreeuwsch, Syrisch, Perzisch, Arabisch of Latijn. Ook' zijn de papyri uit zeer verschil lende tijden afkomstig. De oudste, waarvan we met zekerheid den datum kunnen vaststellen, is uit het jaar 311 vóór Christus, de jongste van 996 na Christus, alzoo een verschil van der tien eeuwen. Natuurlijk brengt dit een groot ver schil van schrift mede, zooals ieder, die wel eens oude handschriften ge zien heeft, begrijpen zal. Naar dit verschil van schrift onder scheidt men de papyri in een viertal groepen: 1) die uit den Ptolemeïschen tijd (323—30 v. Chr.) 2) die uit den Romeinsohen tijd (30 v. Chr.—284 na Chr.) 3) die uit den Byzantijnschen tijd (286—641). 4) die uit den Arabischen tijd (na 641). Voor onze kennis van het Nieuwe Testament zijn in hoofdzaak de papyri uit den Ptolemeïschen endenRomein- schen tijd, vooral die in 't Grieksch zijn geschreven, van belang. Immers daardoor krijgen wij een, dikwijls ver rassenden,, blik in wat wij zouden kun nen noemen den achtergrond der Nieuwtestamentische geschriften, -i" De inhoud der papyri is velerlei. Er zijn de z.g.litteraire papyri, die stuk ken litteratuur bevatten, soms tot nog toe geheel onbekend, poch de meeste papyri zijn brieven en deze behande len uit den aard der zaak de meest verschillende onderwerpen. Zoo is er een papyrus, die een invi tatie bevat en die aldus luidt: „Eros noodigt u tot een bruilofts maal op morgen, den 29sten, om 3 uur." Een landepe. bevat een brief, door een, arbeider geschreven aan zijn vrouw, die in gezegende omstandighe den verkeert en zich over hem onge rust maakt: „Hilarion aan Ali's zijn, zuster (d.I. zijn vrouw),, vele groeten! ook aan Be- rus, mijn gebiedster en Apollonaris. Weet, dat wij ook nu nog te Alexan dria zijn, Maak, je, niet bang, indien ik te Alexandria 'blijf, wanneer alles naar huis komt. ik bid je en smeek je, zorg voor het kindje. En zoodra wij loon ontvangen, zal ik je wat stu ren. Indien je bevalt van een jongetje, behoud dit; doch is het een meisje, leg het te vondeling. Je hebt aan Aphro disias gezegd: Vergeet mij niet. Hoe kan ik jou" vergeten? Ik verzoek je dus, je niet bang te maken. 29ste jaar dés keizers, Janni '23." Deze brief laat ons zien, dat ook in vroeger dagen het leven der arbei ders zijn zorgen en zijn leed kende. Weer een andere geeft ons een blik in de ziel van treurende menschen: „Irene aan Taórinophris en Philo, een troostgroet! Evenzoo draag ik smart en ween over den gelukzalige, gelijk ik over Didymus geweend heb. En alles wat passend is (offer, gebeden) doe ik, en al de mijnen: Epaphmditus, en Ther- mution en Philion en Appollonius en Plantas. Maar waarlijk, niets kan men tegen zoo iets dóen! Troost dan el kander I Maakt het wèl!" Uit deze enkele voorbeelden zal wel duidelijk zijn, dat de papyri geschre ven zijn in de gewone omgangstaal, zOoals zij niet slechts door de eenvou- digen, doch ook door de meer ontwik- keidén in woord en geschrift gebruikt werd. Daarom vertoont deze taal zooveel overeenkomst met die van het Nieu we Testament, dat ook in de gewone volkstaal geschreven. Is omdat het tot doel heeft de blijde boodschap van het heil Gods in Christus bekend te ma ken aan menschen van allerlei stand en ontwikkeling: nederiger, en hoogge- plaatsten, geleerden en eenvoudigen. GEVEN EN NIET-GEVEN. THEORIE EN PRACTIJK. Aan een interessant opstel van Mevr. van Hoogst'raten-Schoch in de Nederl. is het volgende ontleend; Ach schooiers zijn geen lastige (menschen, maar het is het nieuwe soort menschen dat je zooveel hoofd brekens kost. Werkloosheid is voor sommigen een emplooi geworden, werkloos zijn is voor eenigen' een levenshouding 1 Ach! denk niet, dat ik kwaad van ze spreek, fk zou het Wel laten, fik weet echter fröts alle systemen geen weg met ze en 'tis de nieuwe (men taliteit die ik' niet precies vat. „Er ïs een dame 'om u te spreken"1. Ik schrik op uit mijn werk. Iemand die ik ken vraag ik wat voorzichtig geworden. „Ik geloof het niet", zegt mijn aar dig meiske met een glimlach. .Veel jaren van dienen op een pastorie gaf haar kijk op menschen, doch tegen woordig bekent ze volmondig dat ze niet meer weet wie ze voor zich (heeft. Ik vind ijl mijn Shakespeare-stel een meisje, een keurig aangekleed meisje. „Ze komt voor een vacantiekolomie of voor een betrekking, als kinderjuf frouw", peins ik. „Mevrouw", zegt ze doodbedaard, „ik kwam u eens vragen of u |me hel pen wilt. Mijn man heeft geen werk en ik heb drie kinderen, waarvan het oudste vier jaar is". „Uw man zeg ik, uw man?" Zacht herhaal ik het woord, verbaasdheid toonen is onbeleefd. „Ja, mijn man! hij had een pracht betrekking (zooveel in de week/ ze noemt een som „en we konden best leven". „Hoe oud bent u?„ vraag ik heel bedaard. „Een en twintig", zégt ze. Ik kijk naar haar C. en A.-jurk, naar haar modieus hoedje, naar haar kleine, keurig verzorgde handjes en alles filmt me voorbij. O, ik zeg heelemaal niets. Denk niet dat ik haar een verwijt maak, ik (staar haar maar aan en ik herhaal het uacht voor me heen: één en twintig, een man, drie kinderen, werkloos. Helpt het [haar of ik haar een gul den geef, een druppel op een gloei ende plaat, niet waar? Ze ziet er zoo aardig uit; ze 5s zoo kalm verzekerd, dat wie zonder emplooi is, zich aan de gemeenschap toevertrouwt... Arm, klein vrouwke! Een heer zit op me te wachtani. Ja zeker een echte heer, jong nog, met een onberispelijk grijs colbertpak aan. Hij is direct overgegaan tot den aanval. Hij heeft van tevoren bedacht, dat ik hem een abonnement op de tram zal geven. Een abonnement op de tram! Het schemert me voor de oogen. Ik vraag niet eens hoeveel het is. Ik zit al den tijd, dat hij met keurig uitge zochte stadhuiswoorden me bewerkt, te denken hoe ik hem de deur Suit krijg. Eerst uit den stoel, dan langs de tafel, door de deur, de gang in... haast niet om te doen. Ik sta op. Hij staat ook op. (Hij weet hoe hqt hoort. Maar niets stuit den stroom van zijn woordenvloed. Hij is werkloos niet waar! de gemeen schap moet steunen! Ik ben zijn eerste uitverkorene tot dezen arbeid, ik vind in theorie altijd, dat je den menschen gelegenheid moet geven zich eens uit. te spreken,ik vind ook dat je (noet helpen zooveel als je kunt.... Maar lieve tijd, een tramabonne ment! Straks komt een emeritus t.b.a-lij- der met -zeep. Hij wil je niet leen stukje verkoopen, mind you. Hij verkoopt slechts een heele doos, 40 ct. het stuk, dan volgen freule toet thee, een ex-H.B.S.er met koekje#, een verpleegster met linnengoed, een mijnheer met' boter, een mevrouw met garen en band. De praktijk is zoo anders dan de theorie, en de systemen van de stad passen niet op die van het buitenle ven. Zijn er wel systemen voor het buitenleven? Telkens sta' je weer tegenover el kaar als mensch tegenover mensch. Je schaamt je bijna dat je niet met zeep behoeft te loopen of 'boter hoeft aan te smeren, of thee behoeft te noteeren. „Dacht - u dat ik voor m'n plezier RECLAME. Indien bij het scheren uw huid pijn doet o! stuk gaat, kunt gij dit voorkomen door uw huid vóór bet inzeepen eerst in te wrijven met een weinig Puxol. 2545 !k\vam?" bitste me een mijnheer met postpapier verleden week toe. Heel schuchter en beschroomd reik je hun wat toe en je vraagt (vergeving dat het niet meer is, ja, dat doe je terwijl je al den tijd wedt dat je niet zonder informatie wat geven mag, en dat het geen systeem is. Maar al deze mijnheeren en, me vrouwen biologeeren je. Buiten praat je dadelijk van hart tot hart, buiten ben je allemaal menschen, buiten sta je vlak naast elkaar, je hebt den mooien blauwen hemel boven je hoofd en (h'jet mostapijt aan je voet en je kijkt mekaar tot in de ziel. O zeker, trots alle systemen en boe ken raken wij buiten steeds meer in de war over geven en niet-geven/over het werklooz en Vraagstuk en over ar menzorg. GEMENGD NIEUWS. Geen zuivere koffie. De Duitsche dou ane heeft in de nabijheid van Well (L.) bij invoer per vrachtauto geconstateerd dat onder de lading die oogenschijnlijk uit meel bestond, 60 balen koffie verbor gen waren. De koffie werd tegen borg- storting van 30.000 goudmarken aan den Nederlandschen eigenaar terug ge geven. Een matroos gewond. Bij het starten van een marinevlieger te Semarang naar Soerabaja is de matroos Kruis van de Menado zeer ernstig door den schroef laan het achterhoofd gewond. De Menado is niet het schip van dien naam van de Rotterdamsche Lloyd. Dit doei op het oogenblik de Oostkust van Afrika aan. Wet bestaat er 'n Japansch vaartuig Menado Maroe. Een nieuw arbeidersdagblad in Pa lestina. Den len Juni a.s. zal te TelAviv het nieuwe dagblad van de algemeene Federatie van Hebreeuwsche Arbeiders in Palestina verschijnen. Het Dagblad „Dawar" (het Woord) genaamd is opgericht ingevolge oen besluit van de laatst gehouden alge meene vergadering der Federatie en staat onder de .hoofdredactie van Berl. Katzenelson, den bekenden (leider der Joodsche Arbeiderspartij in Palestina. Een ontploffing. Op de stortplaats aan den Tademasingel te Zutphen, was met anderen rommel ook een bus neer gegooid, waarin zooals. later kwqpj ado gegooid waarin, zooals Lij - onderzoek bleek natrium aanwezig is geweest. Vermoedelijk is door daar spelende kin deren de bus in de gracht geraakt en het natrium met het water in aanra king gekomen, waardoor een geweldige ontploffing plaats had, en het nog in de bus zijnde natrium zich met een hevigen slag naar alle kanten ver spreidde. De 8-jarige knaapjes J. Krimp en A Castermans kregen brandwonden in zoo ernstig, dat hij naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. Toen de politie de bus uit hét water wilde ophalen ontstond een tweede, minder hevige exploisie, waarbij de rechercheur Dieckmann brandwonden in het gezicht kreeg, en zijn kleeren vlam vatten. Mooie vangst. Te Cardiff werd Woensdag een haai aan wa Igebracht, welike bijan zes meter lang was en een gewicht van niet minder dan een half uur werk gehad om dat beestje te van gen. bewaard zullen blijven. Ook hier blijkt alweer amice, van hoe groote beteekenis een rechtsche meerderheid kan zijn. 'tls waai-, die meerderheid denkt niet altijd eenstemmig en zelfs bij prin- cipieele vraagstukken komt ook meer verschil van meening openbaar dan men gaarne zou wenschen, maar deze meerderheid geeft toch dit voordeel, dat er met vrij vaste hand kan wot- den geregeerd. Ik zeg daarmee niets ten nadeele van andere partijen, die zeker op hun ne wijze het gemeentelijk belang die nen, maar ik constateer alleen feiten, die iedereen kan controleeren. Stel dat we hier een linksc'h en z.g. democratisch bewind hadden. Dan zou een voorstel om een gemeentelijk zie kenhuis te bouwen natuurlijk met twee handen zijn aangegrepen en dan zou er nu geen sprake van zijn ge- weest dat de belasting verlaagd zou kunnen worden. En dat zou nog veel minder het geval zijn geweest indien het voorstel van den* heer van Eek inzake de overname van de Duin waterleiding was aangenomen. Zelden heb Ik een zoo roekeloos plan, waarbij met de belangen van de gemeentena ren zoo weinig j-ekening wordt gehou den, hooren verdedigen. Men moet amice, over deze zaak ntet licht denken. Zooals bekend, hebben we hier in Leiden niet alleen goed, maar ook g o e d k o o p water. Dat is al van veel beteekenis. Bovendien ont vangt de gemeente elk jaar e.-n niet gering bedrag ar.n winst van 'it be drijf, Maar stel hu, dat 't zou worden over genomen. Dgn zou om te beginnen, in verband met de gestelde bepalingen, een zoo groot bedrag voor de overna me betaald móeten worden, dat bet maken van eenige winst practisch uit gesloten zou zijn. Het bedrijf zou zoo zwaar wordep belast, dat het zelfs wel onmogelijk zou blijken tegen den thans geldenden prijs te leveren. Maardat is nog niet alles. Het te genwoordige waterleidingbedrijf wordt naar het oordeel van de deskundigen uitstekend, maai op zeereenvoudige wijze beheerd. Op het primitieve af. De gemeente zou dat natuurlijk an ders doen en an-lers moeten doen. We zouden krijgen mooie kantoorgebou wen en daarin een geheelen staf van ambtenaren, alles ten koste natuur lijk van de. watergebruikers. Het schijnt ne dan ook zeer ver standig dat de Gemeenteraad op het voorstelvan dsn heer van Eek niet is ingegaan en inzonderheid de „klei ne luyden" mogen wel dankbaar zijn dat ook in dit geval de leiding van de roode heeren niet is gevolgd. Ze zouden het duur hebben moeten be talen. Met niet minder genoegen heb ik gezien dat het Gemeentebestuur voet bij stuk heeft gehouden toen het ging over hét plaatsen van de roode vlag op een van de Gemeentelijke gebou wen. De -lieer van Eek trachtte wel, in slrijd net zijn gewoonte de betee- keni- van.deze vlag te verkleinen, i«ir aIj moest toch toegeven dat zij het symbool is van opstand en revolu tie. En 'tzou zeker al te dwaas zijn geweest indien een dergelijke vlag vanaf een der openbare gebouwen zou hebben gewapperd. Zoover zijn we nog niet. Gelukkig niet. Maar wat niet is kan komen en erkend moet worden dat de Sociaal democraten hun uiterste best doen om 't zoover te brengen. Daarom worden aan de menschen allerlei mooie be loften gedaan, worden ze ontevreden gemaakt en wordt ook en dit strekt hun tot eer een ijverige propaganda gevoerd. Dezer dagen las ik in „Het Volk", dat in verband met de komende ver kiezingen door een dame, ik meen uit Den Haag, speciaal onder de vrouwen gewerkt wordt en dat men er nu reeds, dag aan dag op uit trekt om de vrou wen te bewegen straks op do socialis tische candidaten haar stem uit te brengen. Deze beweging, amice, heeft ons wel een en ander te zeggen en moge ons prikkelen om straks met niet minder ijver aan het werk te gaan. Er is zop heel veel te doen. En de zuigkracht van het ongeloof en van de revolutionaire beginselen is zoo angstig groot, ook in Leiden. De bevolking heeft zich hier de laat ste jaren vrij sterk uitgebreid. Geheele nieuwe wijken met honderden wonin gen zijn bijgebouwd. Maar ik heb niet gehoord dat daardoor de kerken in moeilijkheden zijn gekomen omdat ze de scharen niet kunnen bergen. Daar heb Atot? van bemerkt, .Wél heb ik daarentegen hooren klagen over slecht bezochte godsdienstoefeningen, over gebrek aan belangstelling, over afval en onverschilligheid. In dit verband amice, trok .mijn aan dacht het besluit van den kerkeraad der Ned. kerv. Gemeente om voortaan in een der Openbare scholen in een der nieuwe buurten godsdienstoefening te gaan houden. Dit lijkt me een zeer verstandig besluit Naar het mij voor komt zal er in die richting meer ge daan moeten worden. De zaak is toch, dat de kerken en de belangrijke vergaderlokalen alle in het hartje van de stad liggen. Maar vele menschen komen daar eenvoudig niet of niet meer. En daarom zullen we de zaak moe ten omkeeren en tot de menschen moe ten gaan. Met onze godsdienstoefenin gen, maar ook met onze vergaderingen' Dat is niet zoo gemakkelijk als 'twel schijnt. Want voorzoovèr mij bekend, zijn in de nieuwe wijken geen verga derlokalen beschikbaar. En zoo komt vanzelf de vraag aan de orde: hoe kan in die behoefte aan lokaliteit voor al lerlei Christelijke doeleinden wordtn voorzien? Ik ben niet in staat amice, die vraag te beantwoorden. Maar ais er anderen zijn die deze vraag ook eens onder de oogen zien en die misschien willen trachten een denkbeeld aan de hand te doen, wel dan is de moeite aan liet schrijven van dit briefje besteed, nie+ tevergeefs geweest. VERITAS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6