NÏÊOWr LEIDSÜHE COURANT VAN VRTJÖAG 1 ME! ÏS2S
TWEEDE BLAD.
at de bladen zeggen.
President Hindenburg.
Verreweg de meeste bladen beschou
wen de verkiezing van Hindenburg tot
President van de Duitsche republiek
mei als een gelukkige.
De Rotterdammer ontkent ook niet,
dat er in deze benoeming gevaarlijke
mententen schuilen.
Maar, aldus ons Rotterdamsche or
gaan, trots ai die bedenkingen aarze
len wij niet in de keuze van Hinden
burg veel te roemen dat tot vreugde en
liet Duitsche volk tot eer sirekt.
Duitsche trouw heeft gezegevierd.
Hindenburg is voor ons de verper
soonlijking van die waarachtige, be
proefde trouw, welke met wegcijfering
.an persoonlijke belangen in stille on
derworpenheid zich geeft voor hoogere
roeping. Toen de oorlog kwam, zijn
.veizer hem riep, bevrijdde Hinden
burg met z'n machtig veldheerstalent
iieele streken van de vijandelijke hor
den. Toen ten lange leste de s#ijd ver
loren was, hielp Hindenburg door zijn
bezonken wijsheid zijn vaderland voor
a.geheele inzink ng bewaren. En toen
eindelijk de rust voor hem gekomen
scheen, en van allen kant bi. hem werd
aangedrongen om de verstrooide vader
landers tot leidsman te wezen, verzaak
te hij wederom eigen gemak en neiging
In den nacht van lauwheid en slap
heid en tuchteloosheid blinkt Hinden
burg als een lichtende sier van beproef
de trouw en stalen energ e.
Het "eert de Duitschers dat het licht
dier ster hen heeft aangetrokken.
Den triomf van Hindenburg zien wij
als een triomf dergenen die hun helden
w.llen eeren.
Den triomf van Hindenburg zien wij
als een triomf dergenen die nationale
tradities en nationale gevoelens door
geen bloedeloos kosmopolitisme willen
vervagen.
Den triomf van Hindenburg zien wij
als een triomf van echte Duitsche
trouw".
Verder wordt opgemerkt, dat van
Hindenburg's triomf ook een goede
invloed op de toekomstige politieke
partijverhoudingen in Duitschland kan
uitgaan.
Sociaal-democratie en Centrum werk
ten saam voor de verkiezing van Dr.
Marx.
Had hij de zege weggedragen, zeker
:ou daardoor de saambinding van deze
•.wee principieele vijandige machten
erker zijn geworden.
Beiden hadden dan herhaaldelijk
contact moeten oefenen toi verzekering
en bewar.ng van hetgeen door gemeen-
schappelijken arbeid was veroverd.
Noodzakelijkerwijs zouden daardoor
de banden nauwer zijn aangehaald.
Wat Duitschland betreft is juist los
making dier banden wenschelijk.
Voor de presidentskeuze aandacht
vroeg openbaarde zich het verzet uit
de kringen van protestantsche en
roomsch-katholieke kringen die met de
hu'dige partijverhoudingen geen vrede
hadden.
Groeiende was de beweging van hen
die voelden dat partijorganisatie op con
fessioneelen bodem, ook voor de protes
tantsche Christenen nood g was en daar
bij toenadering tot de roomsch-katho-
lieken niet kon worden gemist.
Wij denken aan den oproep van den
oud-kanselier dr. Michaelis, aan de
rijksdagdebatten over de regeeringver-
klaring van Dr. Luther.
De overwinning van het zwart-roode
blok had de beweging ongetwijfeld
achteruit gezet.
Ook daarom verheugen wij ons in
Hindenburg's triomf.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Putten, J. D. de Lind
van Wijngaarden, te De Bildt.
Bedankt: Voo-r Rouveen, A. F. P.
Pop te Nijkerk. Voor Roswinkel, D. Sie*
melink te Nieuw Weerdinge.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. P. N. Kruyswijk, predikant van
de Geref. Kerk' van. Voorschoten, is voor
nemens op 12 Juli a.s. afscheid te nemen,
van zijn gemeente en 19 Juli d.a.v. in
trede te doen te Vlissingen, na door Ds.
A. Schouten van Aalten te zijn bevestigd.
Beroepbaar.
Door de olassiss Sneek werd heden
praep. geëxamineerd en beroepbaar ge
steld bij de Geref. Kerken de heer J. At-
tema, theol. cand. te Ijlst.
De heer Attema stelt zich voorlo.opig
nog niet beroepbaar, doch zal gaarne de
kerken in de prediking dienen.
Een zeer waardeerend oordeel.
In het „Handelsblad" van '29 April
schrijft de hoefijzer correspondent een van
veel iwaardeeringl (getuigend artikel o,ver
de medische zending van de Geref. K/er
ken te Djokja.
„Petronella jubelt" staat er boven, waar
na het dan heet:
Petronella?... Vraag niet verder lezer,
wie Petronella is. Ik weet het niet en
degenen, die het wel weten, mogen het
niet zeggen. Ze is een geheimzinnige, on
bekende vrouw in Holland, en het is haar
petekind (zeer omvangrijk en welvarend
•en gevestigd te Djokja) dat dus ook
Petronella heet, dat dezer dagen jubelen
zal. Want op 29 April wordt ze 25 jaaj.
Nu zonder geheimzinnigheid: Een on
bekende dame in Nederland heeft, vijf.
en twintig jaar geleden, de stichting van
het zendingshospitaal te Djokja mogelijk
gemaakt en naar haar voornaam is dat
ziekenhuis genoemd. Ik ben er even ge
weest, toen ik in Djokja was en heb ge-
ruimen tijd met Dr. Offringa gesproken.
Wat hij mij vertelde, dood-eenvoudig, rus
tig, zonder eenigen ophef, maar soms met
ontroering, als hij over zijn voorgangers
Pruys en Scheurer sprak, heeft een ster
ken indruk op mij gemaakt. Het heeft
mijn eerbied voor het prachtige pioniers
werk van Dr. Scheurer versterkt (wiens
geestverwant ik allerminst ben, maar wiens
diepe waarachtigheid ik ook in zijn Ka
meradviezen meermalen gewaardeerd heb)
en mijn bewondering voor den m e d i-
s c h e n arbeid der -zending (wier geeste
lijk werk, juist in de Vorstenlanden, ik
niet gansch zonder nadeel acht) eveneens
bevestigd.
Ik heb Dr. Offringa verzocht, het ver
haalde op schrift te willen brengen, hij
heeft daaraan voldaan en wat hier volgt
is aan zijn relaas ontleend. Het is een
historie, die in den aanvang klinkt als
het verhaal van een ware Jacobs worsteling
en een geschiedenis, die doorloopend ge
tuigt van een waarachtige Christelijkheid
van liet Chrstendom der dienende daad.
En na dan de geschiedenis van het
hospitaal zeer breedvoerig te hebben weer
gegeven, eindigt de schrijver:
Het is waarlijk bewonderenswaardig èn
eerbiedwaardig werk dat de zending, tot
zegen van heel 't Djokjaland, daar heeft
verricht en nog steeds doet, Merkwaardig
is daarbij ook vooral de gunstige erva
ring met de hulphospitalen onder leiding
van Javaansche Man tri-verplegers. Dr. Of
fringa vertelde ons, dat deze menschen
geheel zelfstandig werken en alle geval
len van gewone volksziekten zeiven beoor-
deelen en behandelen. Slechts nu en dan
is er, onverwachts, controle op hun werk,
en dat wordt dan altijd keurig in orde
bevonden. Een schoon aandeel, dat de
Javaan zich hier heeft verworven.
Het medische werk van de zending
wordt zóó algemeen gewaardeerd, dat ik
dezer dagen een ongodsdienstigen medi
cus hoorde verklaren: „Ik ben niet van
hun richting, maar hun werk is prachtig
en daarom contribueer ik er geregeld aan"
Ook ik ben niet „van hun richting".
Maar leere wien eere toekomt, dat is vooral
aan de drie doctoren: Offringa, Pruys en
Scheurer. En aan dezen laatsten Christen-
pionier het meest.
Vandaar, dat ik ook in het „Handels
blad" op 29 April present wilde zijn.
Met een „Leve Petronella".
Eerbare kleeding in school.
De bisschop van Den Bosch heeft voor
geschreven, hoe de kinderen in de R. K.
school gekleed moeten zijn en de school
besturen in het bisdom opgedragen des
noods door wegzending de trouwe na
leving van deze voorschriften te verzeke
ren, waarop de bisschoppelijke inspecteurs
streng toezicht hebben te houden.
De bisschop geeft te kennen, dat de
Christelijke eerbaarheid en voegzaamheid
buitenshuis niet volkomen betracht worden
indien niet het geheele lichaam, met uit
zondering van hoofd, handen en bovendeel
van den hals volkomen gekleed of bedekt
is.
De bisschop schrijft daarom vo,or, dat de
jongens en meisjes der R'. K. scholen
steeds voegzaam en zedig gekleed zullen
zijn en verordent, dat onderwijzeressen en
meisjes boven tien jaren niet in school
mogen verschijnen dan met lange, niet
doorschijnende kousen en in een costuum
afhangend over de knieën, gesloten tot
den hals en de armen tót en mot den elle
boog bedekkend. Ook de jongens moeten
ter schole komen in gesloten costuum met
kousen en de bovenbeenen ten minste
tot de knieën bedekt.
Gereformeerd Schoolverband.
De agenda van de vergadering van het
Geref. Schoolverband, te Utrecht 20 Mei
a.rs te houden,, is met het volgende voor
stel van de Commissie van uitvoering
aangevuld:
De algemeene vergadering machtigt de
Commissie van Uitvoering in aansluiting
met het beslotene ter Algemeene Verga
dering van 1923 tot 1924 om datgene te
doen, wat zij noodig acht om de stichting
van een leerstoel in de paedagogiek aan
de Vrije Universiteit te bevorderen.
De Algemeene vergadering spreke zich
uit over de wijze, waarop de noodige gel
den bijeengebracht worden.
Een Boedhist over het Christendom.
Het „Zeitschrift für Missionskunde und
Religionswissenschaft" publiceert het vol
gend getuigenis over het Christendom van
een Japanschen Boedhist, Dr. Suma.
Ofschoon het aantal aanhangers van
het Christendom in Japan niet meer dan
200,000 is, heeft de arbeid ter uitbreiding
van het Christelijk gelopf de verdienste
gehad, het Shintoisme en Boedhisme uit
een doodslaap op te wekken. Het Chris
tendom heeft een buitengewoon grooten
invloed gehad op philantropie en opvoe
ding. Christelijke meisjesscholen waren de
eerste in Japan, Voor de opleiding van
geestelijken hebben de Christenen dertig
scholen met 612 leerlingen, de Boedhisten
vijf en dertig, met 7138 leerlingen. Men
vergete niet, dat het Christendom nog
maar een paar menschenleeitijden bestaat
in Japan. In het volksleven heeft het
Christendom als een leidende sociale
macht diepe wortels geschoten. Mensche-
lijk medegevoel en barmhartigheid, tevo
ren zoo goed als onbekende begrippen,
worden nu geboden aan allen, die daarop
recht hebben.
Dr. Suma gelooft niet, dat het Chris
tendom de oude godsdiensten zal kunnen
vedrringen. Wel maken deze momenteel
een ernstige crisis door, omdat de ge
weldige sociale hervormingen van den laat
sten tijd het familieleven, waardoor juist
de godsdienst van Japan gedragen wordt,
hebben aangetast. Toch schept volgens
hem speciaal het Boedhisme een sfeer,
waarin de Japanner en het Japansche le
ven gedijen kan.
Dr. Suma ziet in de toekomst dit ge
beuren: het Christendom zal een vei- do
lenden invloed uitoefenen op de Japan-:
godsdienstige vormen en gebruiken in
dien zin, dat deze eenvoudiger en reiner
zullen worden.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
(Vergadering van Woensdag).
Aan de orde is liet wetsontwerp tot be
vordering van de ricjitige heffing van
de directe belastingen.
De heer BI om jo us (R. K.) zegt, op
dit ontwerp ernstige critiek te moeten
uitoefenen. Het paart het principieel on
toelaatbare aan een zeer slechte technische
uitwerking. Hij moet tegen liet ontwerp
nsn.
De lieer Slingenb'erg '(V. D.) be
toogt, dat het wetsontwerp de burgerlijke
rechtszekerheid aantast.
De heer de Veer (A. R.) acht de be
zwaren tegen het wetsontwerp overdreven.
Het beoogt alleen belastingontduiking te
gen te gaan en dient z.i. te worden aam
genomen.
De heer Van der Lande (R. K.)
acht de bepalingen omtrent naamlooze
vennootschappen een fout in het ontwerp.
Zijn die niet aannemelijk te malcen, dan
zal hij tegen moeetn stemmen.
De heer Wibaut (S. D.) zal ondanks
de (gebrekkige Vnemorie van antwoord,
zal hij tegen moeten stemmen.
De heer L. Dobbelmann (R. K.)
brengt lof voor de snelle behandeling van
de gewisseld estukken, doch het ontwerp
is z.i. onrechtvaardig.
De heer Colijn, Minister van Finan
ciën heeft hier wel eens wetsontwerpen
verdedigd, die hem aangenamer waren
dan dit, In da stukken en het mondeling
debat in de Tweede Kamer heeft spreker
al toegegeven, dat een maatregel als deze
niet prettig Is. De hoofdvraag is, of de
belasting-ontduiking in Nederland zulk
een omvang heeft aangenomen, en zulke
vormen, dat voorziening noodzakelijk is.
Spreker beantwoordt die vraag ten vólle
bevestigend. Spreker zal niet terugkomen
op de in de Tweede Kamer gegeven voor
beelden, maar vraagt, of het te pas komt,
dat iemand, met tegen de honderd dui
zend gulden inkomen, geen cent inkom
sten- ot verdedigingsbëlasting betaalt.
De heer Men dels (S. D.) Dat zijn
geen partijgenooten van mij-
De heer Colijn zegt, dat andere be
lastingplichtigen, niet de fiscus als zoo
danig zelve, daarvan de dupe worden. Ze
ker wordt er, jaarlijks voor 2 a .3 millïoen
aan belasting ontdoken.
Stemmen: Veel meer.
De heer Colijn zegt, dat er dus maat
regelen noodig zijn. Een deel der ontdui
kingen. zou door een algeheelen ombouw
van de wet op de inkomstenbelasting zijn
te ontgaan, maar dat werk is zoo omvang
rijk, dat het d^tr tement van Financiën
daar een rustiger tijd voor zou behoeven.
De regeering is er dus toe gebracht,
vooralsnog voorziening te zoeken in een
speciaal, wetsontwerp. Andere methoden
zijn ook bezwaarlijk; by belasting van de
winst van naamlooze vennootschappen is
het p.v. een zeer moeilijke vraag, wat on
der geoorloofde afschrijvingen is tever
staan.
Voor een dergelijk wetsontwerp is een
nauwkeurige, veel tijd vorderende voor
bereiding noodzakelijk. Zoo is overgeble
ven de mogelijkheid, regelrecht af te gaan
op wie zich ten doel hebben gesteld, den
fiscus te bedriegen. Wie winsten en ver
liezen niet goed ging compenseeren zou
geen goed zakenman zijn. Maar een des
betreffende bepaling opnemen in dit ont
werp, zou beteekenen een regelrecht in
gaan tegen den geest van de inkomsten
belasting. Beide dienen dus te worden
veranderd, beide zaken onder de oogen
gezien.
Over het geheel genomen was trouwens
de critiek op het ontwerp wel wat zwaar
geladen. De heer Blomjous was niet ge
rust over den strijd van het ontwerp met
de Grondwet. Er is o.m'. gevraagd, of er
geen gevaar bestaat voor parate executie.
Maar die is slechts mogelijk, als er een-
maat een aanslag is, en daarop kan het
ontwerp niet slaan. De fiscus zal ook even
tueel voor het Gerechtshof van. 's Graven-
hage wel heel sterk moeten staan tegen
over een belastingschuldige.
Van (meer dan een zijde is er op gewezen
dat met het bestaan van een naamlooze
vennootschap bij de inkomstenbelasting
niet, bij de dividend- en tantièmebelas-
tlng wel rekening wordt gehouden. Spre
ker is van oordeel, dat hier sterk over
dreven wordt.
Een aandeelhouder in een naamlooze
vennootschap betaalt toch ook al twee
maal belasting, die der N. V. en later
nog eens in de inkomstenbelasting. Spre
ker kan niet zien, dat er tusschen deze
twee gevallen zulk een groot materieel
verschil bestaat. De heffing van de plaat
selijke belastingen valt ook onder dit ont
werp, als de gemeente zelf de belasting
heft.
De heer Slingenberg gaat van een ge
heel ander standpunt uit dan spreker; de
•eerste ziet aan tegen eerlijke mensohen,
spr. heeft te doen met de knoeiers. En
daarom hebben beiden gelijk. Wat de heer
Slingenberg zeide voor aftrek van levens
verzekeringspremie, zou spr. kunnen onder
steunen, maar het behoort in dit ontwerp
niet thuis. Aan het departement zal de
zaak' overwogen worden.
Het departement blijft doorwerken, we
tende, dat er aan dit ontwerp nog veel
mankeert, maar de Kamer doet wijs, het
ontwerp toch aan .te nemen, om van tal
van ontduikingen bevrijd te worden.
Het ontwerp wordt hierna met 36 tegen
4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren
Blomjous en v. d. Sande (R. R.) en Slin
genberg en van Embden (V. B.).
Verder werd een wetsontwerp tot her
ziening in het algemeen belang van bij
erfstelling of legaat gemaakte bedingen
aangenomen.
De bedoeling is het, mogelijk te ma
ken, dat in voorkomende gevallen door
den Hoogen Raad kan worden nagegaan,
of de wil van den erflater n.et beter tot
uitdrukking kan komen, dan door strikt
aan de gemaakte bepalingen de hand te
houden.
De heeren de Vos van Steenwijk en de
Gijselaar (hadden [tegen dit ontwerp ern
stig bezwaar, omdat het gevolg zal zijn, dat
niet meer aan de gemeenschap wordt na
gelaten-
Het voorstel werd met 26 tegen 8 st.
aangenomen.
Aan het Zoeklicht.
LEIDEN, 1 Mei 1686.
Wie met tranen zaaien, sullen met
gejuich maaien..
Ook op geestelijk gebied geldt vaak
dat, als het boompje groot is, het plan-
tertje dood is, als tenminste het boom
pje groot wordt.
Maar 't is ook menigmaal anders.
Ik denk hierbij aan den zendlngs-
arbeid van 'n man als Dr. Scheurer die
met zooveel moeite en opoffering en
onder zoo ongunstige omstandigheden
zijn arbeid in Indië aanving en die
daarvan nu de rijke vruchten mag zien
Hij heeft ook bij dezen arbeid evenals
in zijn latere meer politieke leven als
hij met groot getrouwheid van zijn be
ginselen getuigde den smaad van zyii
Heiland moeten dragen.
Maar toen ik in het Hdbl. het mooie
en waardeerende artikel van den heer
Elout las, zag ik daarin de bevestiging
van het woord: de Heere zal genade en
eere geven.
OBSERVATOR.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft zich gisteren
met enkele kleinere ontwerpen beziggeHoh
den, w.o. een wijziging der Invaliditeits
wet, welke de bedoeling Heeft, eenigd
technische verbeteringen in deze wet aan
te brengen, o.a. den navorderingstermijn
voor te betalen premiën te verlengen van
i jaar op 2 jaar.
Bij de stemming bleken slechts 48 van
de 100 leden aanwezig, zoodat de verga
dering moest worden verdaagd.
F. H. de Monté verLorenf
Gisteren is te 's-Gravenhage overle
den ons Antirev. Kamerlid, de heer F.
Ii. de Monté verLoren. De heer de
Montó vêrLoren is slechts enkele we
ken ongesteld geweest Een griepaan
val, gevolgd door een longontsteking,
maakte aan zijn leven een einde.
De heer Frederik Herman de Monté
verLoren werd den 24sten Maart 1861
te Utrecht geboren. Hij bezocht de
Polytechnische School te Delft en werd
in 1892 adjunct-commics aan het De
partement van Waterstaat. In April
1896 werd hij tot commies, drie jaar
later tot hoofdcommies benoemd. In
1901 werd hij bevorderd tot referen
daris. Na in 1903 te zijn belast met het
beheer der afdeeling Spoorwegen, werd
de heer De Monté verLoren in 1906 be
noemd tot administrateur dier afdee
ling, welke functie hij bleef waarne
men tot hij in October 1909 naar de
Kamer werd afgevaardigd.
In het Parlement waren het vooral
de financieele zaken, o.a. die rakende
de spoorwegen, die door hem bespro
ken en naar voren gebracht werden.
Hij was voorzitter der Commissie van
Rapporteurs over de onlangs herziene
Tariefwet en maakte geruimen tijd
deel uit van de Bezuinigingscommis
sie. Hij was wnd. voorzitter der Twee
de Kamer.
De heer de Monté verLoren was rid
der in de orde van den Nederland-
schen Leeuw, van de Oranje-Nassau-
en de Leopoldsorde van België.
Voor de A.R. partij beteekent het
heengaan van den heer de Monté ver
Loren een ernstig verlies.
Hij was geen man voor volksverga
deringen, maar zijn van groote des
kundigheid getuigende adviezen wer
den steeds zeer op prijs gesteld. Ook
als penningmeester der Dr A. Kuyper-
stichting werd hij zeer gewaardeerd.
Het zal niet gemakkelijk zijn deze
ledige plaats te vervullen.
De teraardebestelling van het stof-
felijk overschot zal a.s. Maandagmid
dag op Oud Eik en Duinen plaats vin
den. Het vertrek van het sterfhuis is
bepaald op 12 uur.
De opvolger op de A.R. lijst is de
lieer W. Wam aar, te Sassenïieiin,
lid der Prov. Staten van Zuid-Holland.
FEUILLETON.
De Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uit het verre Westen.
32j
„Ik ben geduldig; tenminste, ik ben
twee maanden lang geduldig geweest,
en bet helpt toch niet. Ik geloot niet,
dat God iets om mij geeft."
„Dat doet Hij wel, Gwen, meer nog
dan een van ons" anwoordde de Loods
ernstig.
„Neen, Hij geeft niet om mij", ant-
oordde zij kort en beslist.
De Loods bewaarde het stilzwijgen.
Misschien", ging zij aarzelend voort
Hij boos omdat ik zei, dat ik niets
On. Hem gaf. Herinner 't je nog? Dat
w s heei slecht van mij. Maar vindt u
n ;t, dat ik nu wel genoeg gestraft
bon? U hadt mij heel boos gemaakt, en
enlijk meende ik het toch niet."
'ie arme Gwen God was gedurende
a weken van pijn heel wezenlijk voor
h; i' geworden en geducht. De Loods
s' irde een oogenblik in de blauwgrijze
0. en, zoo groot en droefgeestig; toen,
e i opwelling volgende, vlei hij op de
1. ieën naast het bed neder en zeide
diep bewogen: „O Gwen, zoo is God
niet. Herinnert ge u niet hoe de Heer
Jezus was tegen de arme zieke men
sohen? Zoo is Hij ook."
„Zou Jezus mij beter kunnen ma
ken?"
„Ja, Gwen."
„Waarom doet Hij het dan niet?"
vraagde zij; maar thans was het niet
weerbarstig ongeduld, maar droeve te
leurstelling, die haar op eerbiedigen
toon deed zeggen: „Ik heb het Hem ge
vraagd, telkens en telkens weer; en ik
heb Hem gezegd, dat ik twee maanden
zou wachten, en nu zijn het er al meer
dan drie. Weet u heel zeker, dat Hij
mij op dit oogenblik hoort?"
Zij kwam een weinig overeind, leun
de op haar elleboog en zag den Loods
onderzoekend aan. Ik was blij, dat zij
het mij niet deed. Bij die woorden:
„Weet u het heel zeker?" voelde ik dat
er heel wat in de weegschaal lag. Ik
moet bekennen, dat ik in angstige
spanning het antwoord van don Loods
afwachtte. Wat zou hij zeggen?
Wel een paar seconden staarde hij
uit het venster naar de heuvelen. Hoe
lang duurde mij dat stilzwijgen!
Toen keerde hij zich weder tot Gwen,
zag haar vast in de oogen en antwoord
de eenvoudig: „Ja, ik ben er heel zeker
van."
Wederom een ingeving volgende
haalde hij haar moeders Bijbel en zei:
„Gwen, probeer het te vatten, terwijl
ik je voorlees."
Maar voordat hij begon, bracht hij
ons met waar kunstenaarstalent in do
rechte stemming. Met enkele leven
dige woorden deed Hij ons de smarte
lijke verlatenheid voelen van den Hei
land in zijn laatste moeilijke dagen.
Daarop las hij ons voor hetgeen in den
hof Gethsemané gebeurde. En onder
zijn lezen zagen wij het alles voor ons:
den hof en de boomen; en den God-
menscb, alieen gelaten in zijn ziels
angst. Wij hoorden het gebed, zoo
aandoenlijk onderworpen, en daarop
als antwoord: het gepeupel en de ver
rader.
Gwen was veel te vlug van begrip
om eenige verklaring te behoeven, zoo
dat de Loods niets zeide dan: „Entoch
Gwen, gaf God het besta., aan Zijn
eigen Zoon het beste."
„Het bestel En zij namen Hem ge
vangen?"
„Ja, dat deden zij; maar hoor nu
verder.'
Hij sloeg do b! - '.zijden om en las:
„Wij zien Jezus met heerlijkheid en
eer gekroond, vanwege bet lijden des
doods. Zoo beeft Hij zijn Konink
rijk verkregen."
Gwen luisterde zwijgend, maar nog
niet overtuigd.
„Jawel, maar hoe kan dit nu hot
beste voor mij zijn? Ik ben voor nie
mand van eenig nut. Het kan niet het
beste voor mij zijn, hier te liggen en
mij door allen te laten bedienen. Ik
verlangde er zoo naai;, vader te helpen,
en ik weet, dat het hun allen zal gaan
vervelen. Zij beginnen er nu al genoeg
van te krijgenwantikik kan
het niet helpen, dat ik zoo onaardig
ben."
Zij snikte, zooals ik haar nog nooit
had hooren snikken, in-bedroefd. 'Op
nieuw had de Loods een gelukkigen
inval.
„Kom, kom, Gwen", zei hij op stren
gen toon, „je weet heel goed, dat wij
geen van allen zoo hardvochtig zijn en
dat je ons nu beschidigt van dingen,
waar geen haar op ons hooid aan
denkt. Ik zal je mooie roode haar eens
netjes glad borstelen en jo onderwijl
een verhaal vertellen."
„Rood? Mijn haar is niet rood!" riep
ii tusschen haar snikken want
dat was haar zwakke punt.
„Jawel, 't is rood, zoo rood mogelijk;
een heel mooi, glanzig, goudachtig
rood", zei de Loods nadrukkelijk, en
nam een borstel op.
„Goudachtig rood!" riep Gwen sma
lend.
„Ja, ik heb het in de zon zien stra
len, goudachtig rood. Heb ik niet ge
lijk?" vroeg de Loods, zich tot mij
wendende. „En mijn verhaal is over de
Rotsvallei, onze mooie Rotsvallei."
,ds het waalr gebeurd?" vraagde
Gwen, reeds gekalmeerd door de kunst
bewerking der vlugge handen.
t,Waar gebeurd? Zoo waar als
als.." bij keek de kamer rond om een:
vergelijking te vinden, „als Bunyan's,
Pelgrimstocht."
Gwen was voldaan en het vertellen
kon beginnen.
„Vroeger waren er geen holle wegen
of ravijnen, alleen maar de wijde, golf
vende prairie. Op zekeren dag wan
delde de Meester van de prairie, over
de uitgestrekte velden, waar niets dan
gras groeide, en vraagde aan de prai
rie: „Waar zijn uw bloemen? De
prairie antwoordde: Meester, ik het
geen zaden.
(Wordt verveld-.