NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 APRIL 1925 DE OLYMPISCHE SPELEN. NU** den. laatsten tijd zooveel over de Olympische spelen gesproken wordt, ook in ons eigen blad, achten wij het interes sant hier eens iets te vertellen van de iPlympische spelen der Oudheid, de wer- 'ikelijke Olympische spelen dus. Het is ontleend aan de „Nederl.", die het over nam uit Historische Lectuur" van Dr. M. G. de Boer en L. J. de Wilde. Het feest te Olympia had plaats om de vier jaar en van den 12den tot en met den lóden dag der heilige maand, volgens sommigen was het eind Juni of begin Juli, volgens anderen echter Augustus of September. Om de menschen op te wek ken naar de spelen te komen, werden groote troepen boden uitgezonden, tot zelfs naar de koloniën in Spanje. De feestgangers hielpen zichzelf zoo goed zij konden. Velen kwamen te voet, anderen kwamen over zee, landden aan den mond van den Alphéus en gingen dan I langs de rivier stroom op. Sommigen von den een onderkomen bij een vriendmaar fde armen overnachtten meestal onder den blooten hemel, wat daarginds in den zo mer heel goed gaat. De meer gegoeden kwamen te paard of met een rijtuig; zij brachten een tent mede en kampeerden langs de oevers van de Alphéus. Aan den kant der wegen en langs den muur, die het gewijde terrein Altis omgaf, stonden in geheele reeksen de houten kramen van allerlei kooplieden, want de spelen gaven het aanzijn aan een groote jaar markt. Hos groot het aantal feestgangers was blijkt uit het volgende. Het stadion kon minstens 40.000 personen bevatten, en alleen mannen woonden de spelen bij. De gewichtigste aantrekkelijkheid van het feest vormden de godsdienstige plech tigheden en de spelen. Een ieder bracht zijn offerande naar de mate zijner middelen. Terwijl de ïijke een hecatombe offerde, lied de vroom heid der minder gegoeden het bij een schaap, een geit, een scheut wijn, eenige korrels wierook. Nu namen de godheden van Olympia slechts uit handen van de burgers van Elis regelrecht offers aan; vreemdelingen moesten zich van de be middeling van een inwoner van Elis be dienen en hadden bovendien een bijzon dere belasting te betalen. Doch in den regel deinsden ook de armsten voor deze bezwaren niet- terug. Van den ochtend tot den avond omringden dan ook de geloovigen de altaren, waar de dampen van wijn, reukwateren en blosd opstegen. Ieder had weliswaar zijn goden, wien hij bijzondere voorkeur schonk, maa** toch was men bovenal verlangend om aan Zeus te offeren, en ieder wachtte gedul dig zijn beurt af vóór het groote altaar. Dit was in elk geval de plicht van de tbeoren der steden. De gezantschappén verschenen in feestgewaad: vitte m t goud geborduurde kleederen en purperen lin ten, die in den wind fladderden. Achter den leider van het gezantschap droegen jongelieden uit aanzienlijke geslachten en slaven de heilige voorwerpen en de offer anden of dirwden het offerdier vooruit. Wanneer de offerpriester de schenkels van het offerdier had verbrand, en de [waarzeggers een godspraak hadden ge geven, verwijderde zich de stoet om een anderen god te gaan aanroepen, of zich lender de volksmenigte te mengen. Wat het feest zelf betrof, uren achter een zaten 40.000 50.000 uit alle oorden der wereld te zamen gestroomde men schen met het grootste genot te kijken naar het vuistgevecht der mannen en den wedloop der paarden. Aan dit genot paarde zich de onrust die uit vaderlandsliefde voortsproot: op Vdeze kampplaats, waar alle Grieksche vol ken elkaar ontmoetten, was iedereen ver- jvuld van het ongeduldigst verlangen om /de zege zijner vaderstad te aanschouwen. De spelen vingen aan met den wedloop )in het stadion. Als de mededingers in ,de kampplaatsen zijn aangekomen, wordt [ieders naam en vaderstad afgeroepen _met de vraag, of niemand der aanwezigen zijn deelneming betwist. Vervolgens gaan de renners hun kleeren afleggen en zich 'met olie inwrijven. Als de trompet weer klinkt snelt het eerste viertal heen. Wie daarvan wint, moet later weer kampen >met andere overwinnaars tot ten slotte /één de eindoverwinning behaalt/ Dit is de enkelvoudige wedloop, men I had dan ook nog de dubbele. Verder had men natuurlijk worstelwedstrijden, vuist- J gevechten, wedstrijden in discuswerpen en jin het springen (sprongen van 50 voet kwamen ici^aarbij voor) enz. In de hippo- idromus hadden de wagenrennen plaats. Over het vuistgevecht nog een enkel j woord ter kenschetsing van het karakter I van dezen wedstrijd. Hierbij beschermden de strijders zich het hoofd met een bron zen kopje; om de vuisten wikkelden zij I loeren riemen met metalen knopjes er op. Het was een verschrikkelijke strijd. Alvo rens een slag toe te brengen keek men elkaar aan, hief de armen op om het hoofd te bedekken en trachtte 'tzoo aan te leg gen, dat de tegenpartij door de zon werd verblind. Vervolgens liet men zijn gepantserde vuist met alle macht neerdalen op de ribben, het gelaat of de ledematen van den tegenstander. In den regel waren de strijders na afloop van dezen kamp ^misvormd of verminkt, en geheel en al bebloed; menigeen schoot er het leven bij in. Het gevecht eindigde niet, voor dat een der partijen zich overwonnen verklaarde. I Het pancration was een verbinding van i worstelstrijd en. vuistgevecht. Men mocht [zijn tegenstander slaan, omverwerpen, en I hem de keel dichtknijpen, doch het was verboden om te bijten; ook droeg men tiu geen strijdhandschoenen, men maakte [dikwijls zijn tegenstander machteloos door fhem de vingers te verwringen of te bre- 'ken. Waren de spelen afgeloopen, dan wer- ,'den de prijzen uitgedeeld, oorspronkelijk 'voorwerpen van waarde, later eenvoudige kransen van olijftwijgen. Al de ceremo niën die hierb® te P25 kwamen, zullen wij nu maar onvermeld laten. Meestal duurden de feesten nog wel eenige da gen door, daar de overwinnaars meest al feestmalen lietoi aanrichten voor fa milie en vrienden. Zo:> noodigde Alc-ibia- des zelfs eens alle feestgangers uit. De terugkomst van een overwinnaar in zijn vaderstad was een oogverblindend triomftocht. Dikwijls richtte men te zij ner eere twee standbeelden op, een te Olympia, het ander op een plein van zijn vaderstad. Ook sloeg men gedenkpennin gen voor hem, terwijl aan beroemde dich ters opgedragen werd zijn zegepraal te bezingen. Wanneer hij kwam te sterv en, richtte men van stadswege een kostbaar grafteeken voor hem op. GEMENGD NIEUWS. De Maharadje van Jodhpur. In het laatst der vorige week is te Wimbledon aangekomen de twintigjarige Maharad- ja van Jodhpur met zijn uitgebreid ge volg van vrouwen, inboorlingen en paarden. Want de Maharadja is een bekend polo-speler (hockey te paard) en heeft dan ook 70 paarden 'meegebracht om in Engeland verschillende ipatches te geven. Geheel afgezonderd, in speciale trei nen heeft het gezelschap gereisd. De grootste zorg wordt in acht genomen, opdat de buitenwereld niets van het hooge gezlschap te zien krijgt. In gesloten stoelen werden de vorstin met haar dames in de auto's gedragen terwijl bedienden bovendien als voor zorgsmaatregel met roode schermen de stoelen en auto's aan het oog van het publiek onttrokken. De auto's waren zorgvuldig gesloten en een politie-cor- don hield nieuwsgierigen op een af stand. De Maharadje spreidt in Wimbledon een groote weelde ten toon, doch ook daar wordt de grootste geheimzinnig heid in acht genomen, zoodat niemand rets te aanschouwen krijgt van zijn be dienden, danseresjes, muzikanten en., zijn onzichtbare vrouwen. Allen zijn achter hooge muren ver schanst en de ijzeren poorten worden alleen even geopend als een van de acht prachtige limousines waarover de Ma haradje beschikt hem naar Londen moet brengen. De vensters zijn met zware gordijnen bedekt. Grimmige, zwarte dienaren staan voortdurend op wacht om te voor komen, dat nieuwsgierigen trachten door te dringen tot achter den blanken gevel van het Kuis. Nog zoo gek met. Nadat hij het krank zinnigengesticht, dat hem huisvestte, onverhoeds en ijlings had verlaten be gaf een Hongaar zich naar Boedapest. Hij won daar eenige informaties in. Het resultaat was, dat hij zich aan meldde aan de woning van een uitste- digen tandarts, en de papieren kon too- nen die hem machtigden den dokter tijdens diens vacantie te veFvangen. De plaatsvervanger bepaalde zich bij zijn arbeid tot het in grooten getale trekken van met goud gevulde kiezen, aldus ontstellende verwoestingen aan richtend in cfe wijd opengesperde mon den van vijfentwintig patiënten. Hij be ijverde zich het goud uit de kiezen te peuteren en te verkoopen. Zoodat men ziet, dat deze gek nog zoo gek niet was. Hoe deze kiezentrekker zijn rol keu rig heeft kunnen spelen tot den terug keer van den echten, is niet volkomen duidelijk. Vast staat alleen, dat tenge volge van een groote serie klachteli uitkwam, waarheen hij teruggebracht moest worden; en. dat hij volstrekt niets wist van tandheelkunde Dat laatste hadden zijn patiënten trouwens al begrepen. Voor dikkerds. Een Amerikaansch doktor, Osaac Rawlmgs, meent een uit stekend middel gevonden te hebben te gen zwaarlijvigheid. Eet oesters, zegt hij, dan zult ge magerder worden. Vol gens Rawlings hebben oesters dezelfde voedzame eigenschappen als melk doch oesters veroorzaken geen corpulentie, zooals melk. Zij bevatten mineralen en inzonderheid een kleine hoeveelheid jodium, geschikt om vermagering te bewerkstelligen. De brand in Zunderdorp. De agent Ligtermoed uit Ransdorp, die bij den brand in Zunderdorp zoo ernstig ver wond is, is in het Binnengasthuis over leden. De gekwetste had na het ongeval on geveer een uur moeten wachten voor medische hulp ter plaatse verscheen. Den geneeskundigen dienst kan hier geen verwijt gemaakt worden; aan den buitengewonen slechten toestand der wegen is het te wijten dat hulp voor het slachtoffer niet eerder beschikbaar was. Het onweer. Tijdens een kort, maar hevig onweer sloeg gisteravond de blik sem in de boerderij van'den heer Lan- gius te Noord-Sleen. De boerderij brandde tot den grond toe af. Eenig vee kwam in de vlammen om. Groote brand te Londen. In een zuid oostelijk arbeidersdistrict van Londen ontstond in een van de grootste opslag plaatsen van oud papier brand. Tal rijke brandspuiten, waarvan de man schappen in ploegen werkten bestreden den brand, die voor ongeveer een mïl- lioen gulden schade heeft aangericht. De brand ontstond ie middernacht iri een zijstraat van Old Kent Road, tastte weldra ook een naburige verf- en ver- nisfabriek aan, legde tevens een hout- magazijn aan den overkant van het Sur rey-kanaal in de asch en beschadigde een groote loods van de Londensche Omnibus Maatschappij waaruit talrijke_ motorbussen nog tijclgr konden worden verwijderd. De enorme vuurzee de vlammen waren 100 voet hoog die in den om trek een groote hitte afstraalde, nood zaakte de bewoners van de omliggende kleine arbeiderswoningen hun huizen te verlaten en in ter beschikking ge stelde omnibussen een toevlucht te zoeken. Pas na eenige uren, toen 'de talrijke brandspuiten het hevige vuur hadden bedwongen, konden de arme families 'terugkeeren naar hun woningen, welke gelukkig door het vuur gespaard geble ven waren doch in sommige gevallen door het water waren beschadigd Ontploffing. Volgens een telegram uit Hannover heeft in de filialen van de Continental caoutchouc-fabriek te Seel- ze een ontploffing plaats gehad, die zoo hevig was dat het dak van de fabriek afgerukt en weggeslingerd werd. In het vertrek, waar de ontploffing plaats had, bevonden zich twee arbei ders wier lijken later onder de puin- hoopen zijn gevonden. Op medisch advies stopgezet. Maan dag werd op een zeker uur de uitzen ding van radio-grammen door de om- roepstations aan de Atlantische kust stopgezet. Er was n.l. een verzoek gekomen om medisch advies van een schip ergens in volle zee, dat geen dokter aan boord had, en waar een der schepelingen ern stig ziek lag. Het zwijgen der omroepstations dien de om hef aan dokter A. G. Elder aan boord van het transatlantische schip Cedrie, mogelijk te maken de sympto men van het ziektegeval overgeseind te krijgen en daarover aan den gezagvoer der van het schip met den zieke aan boord advies uit te brengen. Het was een geval van ernstige inwendige kneu zing. Dr. Elder gaf zijn voorschrift en had de voldoening na een paar uur te mo gen hooren „dat het al veel beter ging". Doodelijk ongeval. De 40-jarige ha venarbeider M. A. V. wonende te Rot terdam is gisternacht in het ruim geval len van het s.s. Operosita, liggende in de Maashaven. De ongelukkige be kwam een schedelbreuk en is na ver voerd te zijn naar het ziekenhuis al daar overleden. De Soerakarta. Naar gemeld wordt, is gisteravond het voorschip van de Soerakarta ten gevolge van den storm afgeschoten van het Noorderhoofd bij Hoek van Holland en in den 15 a 16 M. diepen put voor den dam gezonken. Alleen dé laadboom steekt nog boven water uit. Nadat de vorige week 3 vierde van het achterschip was afgesneden, had personeel van v. d. Tak's Bergins Mij. j.l. Maandag nog daar ter plaatse ge werkt, om alvorens het-voorschip met behulp van dynamiet op te ruimen dat gene wat van waarde was te bergen. Wegens het ongunstige weer kon deze arbeid de volgende dagen niet worden voortgezet, zoodat thans dit deel van het schip met de lading als geheel verloren is te beschouwen. Doodgereden. Een 32jarige juffrouw uit Vlaardingen kwam gisteren, door dat zij met haar rijwiel slipte op den Maassluischén dijk nabij Vlaardingen onder een vrachtauto terecht met het gevolg, dat het achterwiel over haar hoofd ging zoodat de dood onmiddel- lijk intrad. Een onbevoegde dokter. Te Bussum is een Amerikaansche dokter, woonach tig te Brussel, betrapt op ongeoorloofd uitoefenen der geneeskunde. Hij h.eld elke veertien dagen zittting in een villa aan de Comeniuslaan waar hij o.a. een dame wegens een oogziekte onder be handeling genomen had, met het ge volg, dat zij aan een oog totaal blind geworden was. Vermist. Te Groningen wordt sedert 8 April vermits de 24-jarige Duitsche dienstbode A. .Wichards. Men vreest, dat haar een ongeluk is overkomen. Aanranding. Te Vlissingen is Woens dagavond in de Dijkstraat 'n jong meis je aangerand door eenals matroos ge kleed persoon. Dit is in korten tijd de vijfde maal dat in een stille straat een meisje wordt aangerand en het signa lement, dat telkens gegeven wordt, doet vermoeden, dat het steeds dezelf de persoon is. Verdronken. Gisteren is ten zuiden van de Knaar bij Huizen in de Zuider zee het lijk gevonden van Pieter Veer man den Huizer visscher, die tijdens den laatsten storm verdronken is. RECHTSZAKEN. KANTONGERECHT LEIDEN. Voor de openbare behandeling ston den 138 zaken op de rol, voor niet openbare behandeling 5 zaken. Waarnemend kantonrechter is Mr. Nord Thomson. H. W.Tv fabrikant te Leiden, is ten laste geiegd, dat hij op tijden, waarvoor geen vergunning was ('s mor gens voor 7 uren) werk heeft laten verrichten, zonder dat de personen daarvoor op de arbeiderslijst waren geplaatst, voor buiten tijd werken, of werkvergunning. De arbeid Had bestaan in de Hei stelling van een boormachine en van een drijfriem. Als getuige werd gehoord C. Walle, •clie verklaarde, dat deze arbeid op geen ander tijdstip kon plaats vinden, dan buiten werktijd;, daar men de ma chines dan gebruiken moest. Getuige W. Jansen, smid aan die fabriek, bevestigt, dat zonder stagna tie, in het bedrijf dit werk niet kon geschieden onder den gewonen werk tijd. De Ambtenaar meende echter toch den directeur er voor aansprakelijk te moeten stellen en eischte f5 of 5 dg. Op verzoek van beklaagde's gemach tigd,Mr. Trapman, werd nog gehoord J. H. van Staveren, die aangewezen was voor het bijhouden van de loon lijsten, wat de patroon aan hem had overgedragen. Mr. Trapman wijst er op dat door dit laatste, zoo goed als de leiding en verantwoordelijkheid van de technische afdeeling aan een ander was overgedragen waartoe de wet, den beheerder van een groot bedrijf als hier in de gelegenheid stelt, en hij zelf alzoo de verantwoordelijkheid voor de naleving der wet niet behoeft te dra gen. PI. meent ook niet dat het in dd bedoeling ligt, als soms door een an der, dan die voor overwerk op de lijst voorkomt,, dit werk' wordt verricht dit direct voor den strafrechter moet worden gebracht. Het in opdracht ge ven is z.i. voldoende gebleken, waar om hij vrijspraak tegemoet ziet. In de zaak van Joh. P. (ongekeurd vleeschafval voorhanden hebben) werd nu geboord getuige Veldhuizen, keur meester, die van meening was dat de eigenaar 'van het erf, waar het gevon den was, aansprakelijk is, in casu be klaagde, die beneden woonde en aan wien het erf behoorde. Bekl. heeft echter met het erf niets te maken. Hij maakte er wel eens ge bruik van, doch het is van zijn vader, die liet huis huurt en er een kamer van heeft afgestaan aan beklaagde, en hij wil nog eens verklaren dat het be doelde hem niet toebehoorde. Eisch f 15 of 15 dagen hechtenis. G. J. v. d. H. te Voorhout heeft verzuimd rentekaart in te leveren en inlichtingen te verschaffen aan den Raad van Arbeid. Getuige Goslinga heeft na herhaalde aanmaning er den vertegenwoordiger Paardekooper, nog eens op afgezonden en later de kaart in beslag doen nemen door den veld wachter. Eisch f10 of 'lO dagen hechtenis. W. A. B., slager te Leiden heeft aan bederf onderhevig afval en vet voorhanden gehad. Rekl. is niet verschenen. Gehoord wordt de keurmeester Sperna Weiland,, diie een en ander heeft gevonden in een perceel waar uit bekl. verhuisd was, doch waar voor hij aansprakelijk was. Getujge gelooft aan geen opzet, doch meer slordigheid, daar de voorschriftendoor bekl. steeds goed worden opgevolgd. Eisch f 100 of 4 dagen hechtenis. J. van M. slager te Leiden, heeft in de slachthal van het openbaar slachthuis een sigaar gerookt wat ver boden is. Eisch f3 of 3 dagen hechtenis. D. A. E., rijwielhandelaar te Lei den, heeft runderafvallen enz. welke moesten herkeurd worden in zijn werkplaats gehad. Het was, aldus be klaagde door 'n bode bij hem neerge zet met de boodschap, dat het zou worden afgehaald. Bekl. wist ook niet eens wat het bevatte. De getuige-keurmeester zegt dat het zoo aan de keuring onttrokken kan worden. Eisch f 4 of 4 dagen hechtenis. J. Th. A. P. slager te Leiden, heeft bij het verlaten van een perceel eveneens bedorven vleeschresten ach tergelaten, wat de keurmeester (bekl. was niet verschenen) meende dat hij gedaan had om de rommel zoo groot mogelijk te maken. Eisch f40 of 20 dagen hechtenis. J. G., F. C. Dr; G, A. J., H. W; C. F. H. en W. J. A. J. is ten laste ge legd, in een verloflokaal op het Kort Rapenburg zich te hebben opgehou den na^ sluitingstijd, n.l. na 1 uur voorm. Versohenen is alleen beklaagde G. A. J. die vertelt,, dat zij wel zich daar hebben opgehouden, doch weer op een hoogere verdieping gelegen huiska mer, die niet met de zaak in verbin ding stond en niet voor publiek toe gankelijk was. Getuige Verver, agent van politie, heeft van buitenaf gezien, dat con sumptie geschonken werd en naar bo ven gebracht en betaald werd, en heeft bij 'vertrek de personen aangehouden. De Ambtenaar meende dat al eer der uitgemaakt is, dat dit niet geoor loofd is, en eischte f 2 of 2 dagen hech tenis voor elk. H. Th. verlofhouder te Leiden, stond terecht dat hij aan bovenbedoel de personen na sluitingstijd zou heb ben geschonken. Bekl. ontkende dit; de kelhler, die nog aan het schoonmaken was, had het gedaan. Bekl. was met de heeren uit de Turk gekomen van een diner en had hen toen om „af te vieren" uit- genoodigd in huiselijken kring. Hij wenschte geen betaling, doch men had toch' betaald. Hij was hier nog niet lang en had hen verzocht tot nadere kennismaking. Eisch f 4 of 4 'dagen hechtenis. L. v. d. H. slager te Zoeterwou de, is bekeurd onjdat hij een drietal varkens geslacht heeft zonder te be dwelmen. Bek] .heeft geen varkens ge slacht, en dat bewijst dat slechts fl keurloon is betaald, dus waren liet. biggen. De Kantonrechter heeft ook al eens gehoord van varkens en biggen, doch er moet bedwelmd worden. Bekl. is er niet erg mee op de hoog te. Hij had ze nu gedood met kopslag. Eisch f 4 of 4 dagen hechtenis. W. van D. schipper op de Katwijk 65 van de Mij. Nederland te K a t w ij k heeft den dekdienst overgelaten aan 2 jongens en tijdens dit toezicht is er een aanvaring geweest. Bekl. was maar even weg geweest, en de aanvaring was zeer gering, ter wijl die jongens goed uittkeken, en reeds vier jaar gevaren hadden. De aanvaring was ook niet zijn schuid. Van deze jongens J. Jansen en Buys v. Velzen werd de laatste gehoord, die reepschieter was, en verklaarde, dat toen de aanvaring in zicht was, hij twee matrozen op dek geroenen had. Eisch f 20 of 10 dagen hechteni3. Bekl. merkte op, dat hij al was ge straft door den Raad van 0 vaart, dus nu gaarne een clement von nis tegemoet zag. M. H. Br. smid te Sassenheim, heeft een jongen te lang laten werken en éen laschtoestel niet op de juiste plaats aangebracht. Bekl. heeft het werken niét gelast. De jongen was pas in dienst en meen de verdienstelijk te zijn door zijn werk. af te maken. Bekl. was niet thuis en het was niet noodig. Het autogeen laschtoestel stond des winters nog gevaarlijker buiten dan binnen, want dan moest het warm gemaakt worden. Het is echter voorschrift en de Amb tenaar eischte 2 maal f 5 of 2 maal 5 dagen hechtenis. J. Th. K. koopman te K a t w ij k, heeft een te kleinen hond voor zijn kar gespannen. Beklaagde heeft 40 jaar op zee ge varen en van honden geen versjand. Hij heeft een bewijs dat de hond 60 c.M. was. De Kantonrechter ziet in het „be wijs" dat de hond 60 c.M. moet wezen, doch dat is iets anders dan zijn. Eisch f5 of 5 dagen hechtenis. J-ac. H. koopman te Leiden, heeft ongekeurd vleeschafval vervoerd. Bek. had het van zijn broertje, en die had het ergens gevonden. Het was bestemd Voor hondenkost. Zij hebben 3 honden. Eisch f5 of 5 dagen he'chtenïs. Hierna volgde een aantal leerplicht- overtredingen van Leiden en uit de omliggende gemeenten. Gerechtshof te 's-Gravenhaye. Gisteren heeft terecht gestaan W. H. te Voorschoten, directeur van de N. V. Vereenigde Touwfabrieken- te Rotterdam, wegens het veroorzaken van Jetsel door sClruld hij een auto ongeluk op de Koninginnegracht te 's-Gravenliage, in den nacht van 27 op 28 Mei 1924. Beklaagde was met een heer en twee dames. Het gezel schap kwam uit Scheveningen en was in champagne- en whisky-soda-stem- ming. Bekl. reed eerst een wielrijder aan, botste een eind verder tegeri een lantaarnpaal, die afknapt.e, en had n'og zooveel vaart, dat 20 meter ver der nog een boom werd omvergereden. Volgens verklaring van getuige R. chauffeur, werd met een vaart van 60 K.M. gereden bij Üe gevaarlijke bocht. Beklaagde zeide, verblind te zijn ge worden door het licht van een auto, die van de tegenóvergestelde richting kwam. Getuige R. verklaarde te dezen aanzien, dat deze auto pas passeerde nadat de botsing had plaats gehad. De mogelijkheid bestaat echter, dat de beklaagde gehinderd is door liet licht. De procureur-generaal wees er in zijn requisitoir op, dat men van deze zaak niet veel méér weet, dan de ge volgen. De rechtbank heeft geoordeeld, dat de beklaagde roekeloos reed. De vraag is: Heeft de beklaagde bij bet verblindend licht, waarop hij zicli be roept, gehandeld zooals hij dit moest doen? Deze vraag moet ontkennend beantwoord worden. Een eerste ver- eischte voor een automobilist, die hard rijdt, is, dat hij zien kan. Beklaagde is met dezelfde vaart doorgereden en deed dit dus voor zijn eigen risico. Bovendien heeft beklaagde een bran dende lantaarn omvergereden, die hij wel had kunnen zien. De rechter moet streng zijn in zijn eischen ten deze om den toestand nog niet erger te maken, dan hij is. Het aantal ongelukken neemt dagelijks toe en de rechter mag in zijn oordeel niet verslappen. Spr. concludeerde tot bevestiging v. het vonnis (14 d. voorw.) De verdediger, mr. Rolandus llage- doorn, wees er op, dat de getuigen geen nieuw licht op de zaak hebben geworpen. Waar is in het vonnis bet bewijs van de schuld van beklaagde? In dezen toestand kan het vqnnis niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6