NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 APRIL 1925
DE OLYMPISCHE SPELEN.
NU** den. laatsten tijd zooveel over de
Olympische spelen gesproken wordt, ook
in ons eigen blad, achten wij het interes
sant hier eens iets te vertellen van de
iPlympische spelen der Oudheid, de wer-
'ikelijke Olympische spelen dus. Het is
ontleend aan de „Nederl.", die het over
nam uit Historische Lectuur" van
Dr. M. G. de Boer en L. J. de Wilde.
Het feest te Olympia had plaats om de
vier jaar en van den 12den tot en met den
lóden dag der heilige maand, volgens
sommigen was het eind Juni of begin
Juli, volgens anderen echter Augustus of
September. Om de menschen op te wek
ken naar de spelen te komen, werden
groote troepen boden uitgezonden, tot
zelfs naar de koloniën in Spanje.
De feestgangers hielpen zichzelf zoo
goed zij konden. Velen kwamen te voet,
anderen kwamen over zee, landden aan
den mond van den Alphéus en gingen dan
I langs de rivier stroom op. Sommigen von
den een onderkomen bij een vriendmaar
fde armen overnachtten meestal onder den
blooten hemel, wat daarginds in den zo
mer heel goed gaat. De meer gegoeden
kwamen te paard of met een rijtuig; zij
brachten een tent mede en kampeerden
langs de oevers van de Alphéus. Aan den
kant der wegen en langs den muur, die
het gewijde terrein Altis omgaf, stonden
in geheele reeksen de houten kramen
van allerlei kooplieden, want de spelen
gaven het aanzijn aan een groote jaar
markt. Hos groot het aantal feestgangers
was blijkt uit het volgende. Het stadion
kon minstens 40.000 personen bevatten, en
alleen mannen woonden de spelen bij.
De gewichtigste aantrekkelijkheid van
het feest vormden de godsdienstige plech
tigheden en de spelen.
Een ieder bracht zijn offerande naar de
mate zijner middelen. Terwijl de ïijke
een hecatombe offerde, lied de vroom
heid der minder gegoeden het bij een
schaap, een geit, een scheut wijn, eenige
korrels wierook. Nu namen de godheden
van Olympia slechts uit handen van de
burgers van Elis regelrecht offers aan;
vreemdelingen moesten zich van de be
middeling van een inwoner van Elis be
dienen en hadden bovendien een bijzon
dere belasting te betalen. Doch in den
regel deinsden ook de armsten voor deze
bezwaren niet- terug. Van den ochtend
tot den avond omringden dan ook de
geloovigen de altaren, waar de dampen
van wijn, reukwateren en blosd opstegen.
Ieder had weliswaar zijn goden, wien hij
bijzondere voorkeur schonk, maa** toch
was men bovenal verlangend om aan
Zeus te offeren, en ieder wachtte gedul
dig zijn beurt af vóór het groote altaar.
Dit was in elk geval de plicht van de
tbeoren der steden. De gezantschappén
verschenen in feestgewaad: vitte m t goud
geborduurde kleederen en purperen lin
ten, die in den wind fladderden. Achter
den leider van het gezantschap droegen
jongelieden uit aanzienlijke geslachten en
slaven de heilige voorwerpen en de offer
anden of dirwden het offerdier vooruit.
Wanneer de offerpriester de schenkels
van het offerdier had verbrand, en de
[waarzeggers een godspraak hadden ge
geven, verwijderde zich de stoet om een
anderen god te gaan aanroepen, of zich
lender de volksmenigte te mengen.
Wat het feest zelf betrof, uren achter
een zaten 40.000 50.000 uit alle oorden
der wereld te zamen gestroomde men
schen met het grootste genot te kijken
naar het vuistgevecht der mannen en den
wedloop der paarden.
Aan dit genot paarde zich de onrust
die uit vaderlandsliefde voortsproot: op
Vdeze kampplaats, waar alle Grieksche vol
ken elkaar ontmoetten, was iedereen ver-
jvuld van het ongeduldigst verlangen om
/de zege zijner vaderstad te aanschouwen.
De spelen vingen aan met den wedloop
)in het stadion. Als de mededingers in
,de kampplaatsen zijn aangekomen, wordt
[ieders naam en vaderstad afgeroepen _met
de vraag, of niemand der aanwezigen
zijn deelneming betwist. Vervolgens gaan
de renners hun kleeren afleggen en zich
'met olie inwrijven. Als de trompet weer
klinkt snelt het eerste viertal heen. Wie
daarvan wint, moet later weer kampen
>met andere overwinnaars tot ten slotte
/één de eindoverwinning behaalt/
Dit is de enkelvoudige wedloop, men
I had dan ook nog de dubbele. Verder had
men natuurlijk worstelwedstrijden, vuist-
J gevechten, wedstrijden in discuswerpen en
jin het springen (sprongen van 50 voet
kwamen ici^aarbij voor) enz. In de hippo-
idromus hadden de wagenrennen plaats.
Over het vuistgevecht nog een enkel
j woord ter kenschetsing van het karakter
I van dezen wedstrijd. Hierbij beschermden
de strijders zich het hoofd met een bron
zen kopje; om de vuisten wikkelden zij
I loeren riemen met metalen knopjes er op.
Het was een verschrikkelijke strijd. Alvo
rens een slag toe te brengen keek men
elkaar aan, hief de armen op om het hoofd
te bedekken en trachtte 'tzoo aan te leg
gen, dat de tegenpartij door de zon werd
verblind.
Vervolgens liet men zijn gepantserde
vuist met alle macht neerdalen op de
ribben, het gelaat of de ledematen van
den tegenstander. In den regel waren
de strijders na afloop van dezen kamp
^misvormd of verminkt, en geheel en al
bebloed; menigeen schoot er het leven
bij in. Het gevecht eindigde niet, voor
dat een der partijen zich overwonnen
verklaarde.
I Het pancration was een verbinding van
i worstelstrijd en. vuistgevecht. Men mocht
[zijn tegenstander slaan, omverwerpen, en
I hem de keel dichtknijpen, doch het was
verboden om te bijten; ook droeg men
tiu geen strijdhandschoenen, men maakte
[dikwijls zijn tegenstander machteloos door
fhem de vingers te verwringen of te bre-
'ken.
Waren de spelen afgeloopen, dan wer-
,'den de prijzen uitgedeeld, oorspronkelijk
'voorwerpen van waarde, later eenvoudige
kransen van olijftwijgen. Al de ceremo
niën die hierb® te P25 kwamen, zullen
wij nu maar onvermeld laten. Meestal
duurden de feesten nog wel eenige da
gen door, daar de overwinnaars meest
al feestmalen lietoi aanrichten voor fa
milie en vrienden. Zo:> noodigde Alc-ibia-
des zelfs eens alle feestgangers uit.
De terugkomst van een overwinnaar
in zijn vaderstad was een oogverblindend
triomftocht. Dikwijls richtte men te zij
ner eere twee standbeelden op, een te
Olympia, het ander op een plein van zijn
vaderstad. Ook sloeg men gedenkpennin
gen voor hem, terwijl aan beroemde dich
ters opgedragen werd zijn zegepraal te
bezingen. Wanneer hij kwam te sterv en,
richtte men van stadswege een kostbaar
grafteeken voor hem op.
GEMENGD NIEUWS.
De Maharadje van Jodhpur. In het
laatst der vorige week is te Wimbledon
aangekomen de twintigjarige Maharad-
ja van Jodhpur met zijn uitgebreid ge
volg van vrouwen, inboorlingen en
paarden. Want de Maharadja is een
bekend polo-speler (hockey te paard) en
heeft dan ook 70 paarden 'meegebracht
om in Engeland verschillende ipatches
te geven.
Geheel afgezonderd, in speciale trei
nen heeft het gezelschap gereisd. De
grootste zorg wordt in acht genomen,
opdat de buitenwereld niets van het
hooge gezlschap te zien krijgt.
In gesloten stoelen werden de vorstin
met haar dames in de auto's gedragen
terwijl bedienden bovendien als voor
zorgsmaatregel met roode schermen de
stoelen en auto's aan het oog van het
publiek onttrokken. De auto's waren
zorgvuldig gesloten en een politie-cor-
don hield nieuwsgierigen op een af
stand.
De Maharadje spreidt in Wimbledon
een groote weelde ten toon, doch ook
daar wordt de grootste geheimzinnig
heid in acht genomen, zoodat niemand
rets te aanschouwen krijgt van zijn be
dienden, danseresjes, muzikanten en.,
zijn onzichtbare vrouwen.
Allen zijn achter hooge muren ver
schanst en de ijzeren poorten worden
alleen even geopend als een van de acht
prachtige limousines waarover de Ma
haradje beschikt hem naar Londen
moet brengen.
De vensters zijn met zware gordijnen
bedekt. Grimmige, zwarte dienaren
staan voortdurend op wacht om te voor
komen, dat nieuwsgierigen trachten
door te dringen tot achter den blanken
gevel van het Kuis.
Nog zoo gek met. Nadat hij het krank
zinnigengesticht, dat hem huisvestte,
onverhoeds en ijlings had verlaten be
gaf een Hongaar zich naar Boedapest.
Hij won daar eenige informaties in.
Het resultaat was, dat hij zich aan
meldde aan de woning van een uitste-
digen tandarts, en de papieren kon too-
nen die hem machtigden den dokter
tijdens diens vacantie te veFvangen.
De plaatsvervanger bepaalde zich bij
zijn arbeid tot het in grooten getale
trekken van met goud gevulde kiezen,
aldus ontstellende verwoestingen aan
richtend in cfe wijd opengesperde mon
den van vijfentwintig patiënten. Hij be
ijverde zich het goud uit de kiezen te
peuteren en te verkoopen. Zoodat men
ziet, dat deze gek nog zoo gek niet was.
Hoe deze kiezentrekker zijn rol keu
rig heeft kunnen spelen tot den terug
keer van den echten, is niet volkomen
duidelijk. Vast staat alleen, dat tenge
volge van een groote serie klachteli
uitkwam, waarheen hij teruggebracht
moest worden; en. dat hij volstrekt niets
wist van tandheelkunde
Dat laatste hadden zijn patiënten
trouwens al begrepen.
Voor dikkerds. Een Amerikaansch
doktor, Osaac Rawlmgs, meent een uit
stekend middel gevonden te hebben te
gen zwaarlijvigheid. Eet oesters, zegt
hij, dan zult ge magerder worden. Vol
gens Rawlings hebben oesters dezelfde
voedzame eigenschappen als melk doch
oesters veroorzaken geen corpulentie,
zooals melk. Zij bevatten mineralen en
inzonderheid een kleine hoeveelheid
jodium, geschikt om vermagering te
bewerkstelligen.
De brand in Zunderdorp. De agent
Ligtermoed uit Ransdorp, die bij den
brand in Zunderdorp zoo ernstig ver
wond is, is in het Binnengasthuis over
leden.
De gekwetste had na het ongeval on
geveer een uur moeten wachten voor
medische hulp ter plaatse verscheen.
Den geneeskundigen dienst kan hier
geen verwijt gemaakt worden; aan den
buitengewonen slechten toestand der
wegen is het te wijten dat hulp voor
het slachtoffer niet eerder beschikbaar
was.
Het onweer. Tijdens een kort, maar
hevig onweer sloeg gisteravond de blik
sem in de boerderij van'den heer Lan-
gius te Noord-Sleen. De boerderij
brandde tot den grond toe af. Eenig vee
kwam in de vlammen om.
Groote brand te Londen. In een zuid
oostelijk arbeidersdistrict van Londen
ontstond in een van de grootste opslag
plaatsen van oud papier brand. Tal
rijke brandspuiten, waarvan de man
schappen in ploegen werkten bestreden
den brand, die voor ongeveer een mïl-
lioen gulden schade heeft aangericht.
De brand ontstond ie middernacht iri
een zijstraat van Old Kent Road, tastte
weldra ook een naburige verf- en ver-
nisfabriek aan, legde tevens een hout-
magazijn aan den overkant van het Sur
rey-kanaal in de asch en beschadigde
een groote loods van de Londensche
Omnibus Maatschappij waaruit talrijke_
motorbussen nog tijclgr konden worden
verwijderd.
De enorme vuurzee de vlammen
waren 100 voet hoog die in den om
trek een groote hitte afstraalde, nood
zaakte de bewoners van de omliggende
kleine arbeiderswoningen hun huizen
te verlaten en in ter beschikking ge
stelde omnibussen een toevlucht te
zoeken.
Pas na eenige uren, toen 'de talrijke
brandspuiten het hevige vuur hadden
bedwongen, konden de arme families
'terugkeeren naar hun woningen, welke
gelukkig door het vuur gespaard geble
ven waren doch in sommige gevallen
door het water waren beschadigd
Ontploffing. Volgens een telegram
uit Hannover heeft in de filialen van de
Continental caoutchouc-fabriek te Seel-
ze een ontploffing plaats gehad, die zoo
hevig was dat het dak van de fabriek
afgerukt en weggeslingerd werd.
In het vertrek, waar de ontploffing
plaats had, bevonden zich twee arbei
ders wier lijken later onder de puin-
hoopen zijn gevonden.
Op medisch advies stopgezet. Maan
dag werd op een zeker uur de uitzen
ding van radio-grammen door de om-
roepstations aan de Atlantische kust
stopgezet.
Er was n.l. een verzoek gekomen om
medisch advies van een schip ergens in
volle zee, dat geen dokter aan boord
had, en waar een der schepelingen ern
stig ziek lag.
Het zwijgen der omroepstations dien
de om hef aan dokter A. G. Elder aan
boord van het transatlantische schip
Cedrie, mogelijk te maken de sympto
men van het ziektegeval overgeseind te
krijgen en daarover aan den gezagvoer
der van het schip met den zieke aan
boord advies uit te brengen. Het was
een geval van ernstige inwendige kneu
zing.
Dr. Elder gaf zijn voorschrift en had
de voldoening na een paar uur te mo
gen hooren „dat het al veel beter ging".
Doodelijk ongeval. De 40-jarige ha
venarbeider M. A. V. wonende te Rot
terdam is gisternacht in het ruim geval
len van het s.s. Operosita, liggende in
de Maashaven. De ongelukkige be
kwam een schedelbreuk en is na ver
voerd te zijn naar het ziekenhuis al
daar overleden.
De Soerakarta. Naar gemeld wordt,
is gisteravond het voorschip van de
Soerakarta ten gevolge van den storm
afgeschoten van het Noorderhoofd bij
Hoek van Holland en in den 15 a 16 M.
diepen put voor den dam gezonken.
Alleen dé laadboom steekt nog boven
water uit.
Nadat de vorige week 3 vierde van
het achterschip was afgesneden, had
personeel van v. d. Tak's Bergins Mij.
j.l. Maandag nog daar ter plaatse ge
werkt, om alvorens het-voorschip met
behulp van dynamiet op te ruimen dat
gene wat van waarde was te bergen.
Wegens het ongunstige weer kon
deze arbeid de volgende dagen niet
worden voortgezet, zoodat thans dit
deel van het schip met de lading als
geheel verloren is te beschouwen.
Doodgereden. Een 32jarige juffrouw
uit Vlaardingen kwam gisteren, door
dat zij met haar rijwiel slipte op den
Maassluischén dijk nabij Vlaardingen
onder een vrachtauto terecht met het
gevolg, dat het achterwiel over haar
hoofd ging zoodat de dood onmiddel-
lijk intrad.
Een onbevoegde dokter. Te Bussum
is een Amerikaansche dokter, woonach
tig te Brussel, betrapt op ongeoorloofd
uitoefenen der geneeskunde. Hij h.eld
elke veertien dagen zittting in een villa
aan de Comeniuslaan waar hij o.a. een
dame wegens een oogziekte onder be
handeling genomen had, met het ge
volg, dat zij aan een oog totaal blind
geworden was.
Vermist. Te Groningen wordt sedert
8 April vermits de 24-jarige Duitsche
dienstbode A. .Wichards. Men vreest,
dat haar een ongeluk is overkomen.
Aanranding. Te Vlissingen is Woens
dagavond in de Dijkstraat 'n jong meis
je aangerand door eenals matroos ge
kleed persoon. Dit is in korten tijd de
vijfde maal dat in een stille straat een
meisje wordt aangerand en het signa
lement, dat telkens gegeven wordt,
doet vermoeden, dat het steeds dezelf
de persoon is.
Verdronken. Gisteren is ten zuiden
van de Knaar bij Huizen in de Zuider
zee het lijk gevonden van Pieter Veer
man den Huizer visscher, die tijdens
den laatsten storm verdronken is.
RECHTSZAKEN.
KANTONGERECHT LEIDEN.
Voor de openbare behandeling ston
den 138 zaken op de rol, voor niet
openbare behandeling 5 zaken.
Waarnemend kantonrechter is Mr.
Nord Thomson.
H. W.Tv fabrikant te Leiden, is
ten laste geiegd, dat hij op tijden,
waarvoor geen vergunning was ('s mor
gens voor 7 uren) werk heeft laten
verrichten, zonder dat de personen
daarvoor op de arbeiderslijst waren
geplaatst, voor buiten tijd werken, of
werkvergunning.
De arbeid Had bestaan in de Hei
stelling van een boormachine en van
een drijfriem.
Als getuige werd gehoord C. Walle,
•clie verklaarde, dat deze arbeid op
geen ander tijdstip kon plaats vinden,
dan buiten werktijd;, daar men de ma
chines dan gebruiken moest.
Getuige W. Jansen, smid aan die
fabriek, bevestigt, dat zonder stagna
tie, in het bedrijf dit werk niet kon
geschieden onder den gewonen werk
tijd.
De Ambtenaar meende echter toch
den directeur er voor aansprakelijk te
moeten stellen en eischte f5 of 5 dg.
Op verzoek van beklaagde's gemach
tigd,Mr. Trapman, werd nog gehoord
J. H. van Staveren, die aangewezen
was voor het bijhouden van de loon
lijsten, wat de patroon aan hem had
overgedragen. Mr. Trapman wijst er op
dat door dit laatste, zoo goed als de
leiding en verantwoordelijkheid van de
technische afdeeling aan een ander
was overgedragen waartoe de wet, den
beheerder van een groot bedrijf als
hier in de gelegenheid stelt, en hij zelf
alzoo de verantwoordelijkheid voor de
naleving der wet niet behoeft te dra
gen. PI. meent ook niet dat het in dd
bedoeling ligt, als soms door een an
der, dan die voor overwerk op de lijst
voorkomt,, dit werk' wordt verricht
dit direct voor den strafrechter moet
worden gebracht. Het in opdracht ge
ven is z.i. voldoende gebleken, waar
om hij vrijspraak tegemoet ziet.
In de zaak van Joh. P. (ongekeurd
vleeschafval voorhanden hebben) werd
nu geboord getuige Veldhuizen, keur
meester, die van meening was dat de
eigenaar 'van het erf, waar het gevon
den was, aansprakelijk is, in casu be
klaagde, die beneden woonde en aan
wien het erf behoorde.
Bekl. heeft echter met het erf niets
te maken. Hij maakte er wel eens ge
bruik van, doch het is van zijn vader,
die liet huis huurt en er een kamer
van heeft afgestaan aan beklaagde, en
hij wil nog eens verklaren dat het be
doelde hem niet toebehoorde.
Eisch f 15 of 15 dagen hechtenis.
G. J. v. d. H. te Voorhout heeft
verzuimd rentekaart in te leveren en
inlichtingen te verschaffen aan den
Raad van Arbeid. Getuige Goslinga
heeft na herhaalde aanmaning er den
vertegenwoordiger Paardekooper, nog
eens op afgezonden en later de kaart
in beslag doen nemen door den veld
wachter.
Eisch f10 of 'lO dagen hechtenis.
W. A. B., slager te Leiden heeft
aan bederf onderhevig afval en vet
voorhanden gehad.
Rekl. is niet verschenen.
Gehoord wordt de keurmeester
Sperna Weiland,, diie een en ander
heeft gevonden in een perceel waar
uit bekl. verhuisd was, doch waar
voor hij aansprakelijk was. Getujge
gelooft aan geen opzet, doch meer
slordigheid, daar de voorschriftendoor
bekl. steeds goed worden opgevolgd.
Eisch f 100 of 4 dagen hechtenis.
J. van M. slager te Leiden, heeft
in de slachthal van het openbaar
slachthuis een sigaar gerookt wat ver
boden is.
Eisch f3 of 3 dagen hechtenis.
D. A. E., rijwielhandelaar te Lei
den, heeft runderafvallen enz. welke
moesten herkeurd worden in zijn
werkplaats gehad. Het was, aldus be
klaagde door 'n bode bij hem neerge
zet met de boodschap, dat het zou
worden afgehaald. Bekl. wist ook niet
eens wat het bevatte.
De getuige-keurmeester zegt dat het
zoo aan de keuring onttrokken kan
worden. Eisch f 4 of 4 dagen hechtenis.
J. Th. A. P. slager te Leiden,
heeft bij het verlaten van een perceel
eveneens bedorven vleeschresten ach
tergelaten, wat de keurmeester (bekl.
was niet verschenen) meende dat hij
gedaan had om de rommel zoo groot
mogelijk te maken.
Eisch f40 of 20 dagen hechtenis.
J. G., F. C. Dr; G, A. J., H. W; C.
F. H. en W. J. A. J. is ten laste ge
legd, in een verloflokaal op het Kort
Rapenburg zich te hebben opgehou
den na^ sluitingstijd, n.l. na 1 uur
voorm.
Versohenen is alleen beklaagde G.
A. J. die vertelt,, dat zij wel zich daar
hebben opgehouden, doch weer op een
hoogere verdieping gelegen huiska
mer, die niet met de zaak in verbin
ding stond en niet voor publiek toe
gankelijk was.
Getuige Verver, agent van politie,
heeft van buitenaf gezien, dat con
sumptie geschonken werd en naar bo
ven gebracht en betaald werd, en heeft
bij 'vertrek de personen aangehouden.
De Ambtenaar meende dat al eer
der uitgemaakt is, dat dit niet geoor
loofd is, en eischte f 2 of 2 dagen hech
tenis voor elk.
H. Th. verlofhouder te Leiden,
stond terecht dat hij aan bovenbedoel
de personen na sluitingstijd zou heb
ben geschonken.
Bekl. ontkende dit; de kelhler, die
nog aan het schoonmaken was, had
het gedaan. Bekl. was met de heeren
uit de Turk gekomen van een diner
en had hen toen om „af te vieren" uit-
genoodigd in huiselijken kring. Hij
wenschte geen betaling, doch men had
toch' betaald. Hij was hier nog niet
lang en had hen verzocht tot nadere
kennismaking.
Eisch f 4 of 4 'dagen hechtenis.
L. v. d. H. slager te Zoeterwou
de, is bekeurd onjdat hij een drietal
varkens geslacht heeft zonder te be
dwelmen. Bek] .heeft geen varkens ge
slacht, en dat bewijst dat slechts fl
keurloon is betaald, dus waren liet.
biggen.
De Kantonrechter heeft ook al eens
gehoord van varkens en biggen, doch
er moet bedwelmd worden.
Bekl. is er niet erg mee op de hoog
te. Hij had ze nu gedood met kopslag.
Eisch f 4 of 4 dagen hechtenis.
W. van D. schipper op de Katwijk
65 van de Mij. Nederland te K a t w ij k
heeft den dekdienst overgelaten aan 2
jongens en tijdens dit toezicht is er
een aanvaring geweest.
Bekl. was maar even weg geweest,
en de aanvaring was zeer gering, ter
wijl die jongens goed uittkeken, en
reeds vier jaar gevaren hadden. De
aanvaring was ook niet zijn schuid.
Van deze jongens J. Jansen en Buys
v. Velzen werd de laatste gehoord,
die reepschieter was, en verklaarde,
dat toen de aanvaring in zicht was,
hij twee matrozen op dek geroenen
had. Eisch f 20 of 10 dagen hechteni3.
Bekl. merkte op, dat hij al was ge
straft door den Raad van 0
vaart, dus nu gaarne een clement von
nis tegemoet zag.
M. H. Br. smid te Sassenheim,
heeft een jongen te lang laten werken
en éen laschtoestel niet op de juiste
plaats aangebracht.
Bekl. heeft het werken niét gelast.
De jongen was pas in dienst en meen
de verdienstelijk te zijn door zijn werk.
af te maken. Bekl. was niet thuis en
het was niet noodig.
Het autogeen laschtoestel stond des
winters nog gevaarlijker buiten dan
binnen, want dan moest het warm
gemaakt worden.
Het is echter voorschrift en de Amb
tenaar eischte 2 maal f 5 of 2 maal 5
dagen hechtenis.
J. Th. K. koopman te K a t w ij k,
heeft een te kleinen hond voor zijn kar
gespannen.
Beklaagde heeft 40 jaar op zee ge
varen en van honden geen versjand.
Hij heeft een bewijs dat de hond 60
c.M. was.
De Kantonrechter ziet in het „be
wijs" dat de hond 60 c.M. moet wezen,
doch dat is iets anders dan zijn.
Eisch f5 of 5 dagen hechtenis.
J-ac. H. koopman te Leiden, heeft
ongekeurd vleeschafval vervoerd. Bek.
had het van zijn broertje, en die had
het ergens gevonden. Het was bestemd
Voor hondenkost. Zij hebben 3 honden.
Eisch f5 of 5 dagen he'chtenïs.
Hierna volgde een aantal leerplicht-
overtredingen van Leiden en uit de
omliggende gemeenten.
Gerechtshof te 's-Gravenhaye.
Gisteren heeft terecht gestaan W. H.
te Voorschoten, directeur van de
N. V. Vereenigde Touwfabrieken- te
Rotterdam, wegens het veroorzaken
van Jetsel door sClruld hij een auto
ongeluk op de Koninginnegracht te
's-Gravenliage, in den nacht van 27
op 28 Mei 1924. Beklaagde was met
een heer en twee dames. Het gezel
schap kwam uit Scheveningen en was
in champagne- en whisky-soda-stem-
ming. Bekl. reed eerst een wielrijder
aan, botste een eind verder tegeri een
lantaarnpaal, die afknapt.e, en had
n'og zooveel vaart, dat 20 meter ver
der nog een boom werd omvergereden.
Volgens verklaring van getuige R.
chauffeur, werd met een vaart van 60
K.M. gereden bij Üe gevaarlijke bocht.
Beklaagde zeide, verblind te zijn ge
worden door het licht van een auto,
die van de tegenóvergestelde richting
kwam. Getuige R. verklaarde te dezen
aanzien, dat deze auto pas passeerde
nadat de botsing had plaats gehad. De
mogelijkheid bestaat echter, dat de
beklaagde gehinderd is door liet licht.
De procureur-generaal wees er in
zijn requisitoir op, dat men van deze
zaak niet veel méér weet, dan de ge
volgen. De rechtbank heeft geoordeeld,
dat de beklaagde roekeloos reed. De
vraag is: Heeft de beklaagde bij bet
verblindend licht, waarop hij zicli be
roept, gehandeld zooals hij dit moest
doen? Deze vraag moet ontkennend
beantwoord worden. Een eerste ver-
eischte voor een automobilist, die hard
rijdt, is, dat hij zien kan. Beklaagde
is met dezelfde vaart doorgereden en
deed dit dus voor zijn eigen risico.
Bovendien heeft beklaagde een bran
dende lantaarn omvergereden, die hij
wel had kunnen zien. De rechter moet
streng zijn in zijn eischen ten deze om
den toestand nog niet erger te maken,
dan hij is. Het aantal ongelukken
neemt dagelijks toe en de rechter
mag in zijn oordeel niet verslappen.
Spr. concludeerde tot bevestiging v.
het vonnis (14 d. voorw.)
De verdediger, mr. Rolandus llage-
doorn, wees er op, dat de getuigen
geen nieuw licht op de zaak hebben
geworpen. Waar is in het vonnis bet
bewijs van de schuld van beklaagde?
In dezen toestand kan het vqnnis niet