NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 APRIL 1925 Dag-Agenda. Vrijdag 17 April Leiden, 's Avonds 8 uur in 'tNut van 't Algemeen. Ned. ,Chr. Vrouwenbond. Lezing van zende ling Eggink. Woensdag 22 April Leiden. Algem. Ledenvergadering v. d. Ver. tot be vordering van Vreemdelingenverkeer, iin Café Neuf Breestraat. Aanvang half 'negen uur. Woensdag 22 April. Tentoonstelling iR.K. Vakschool voor Meisjes, 45 uur !en 79 n.m. Noordeinde 50. Donderdag 23 April Leiden. Idem. idem, 1012 uur v.m. en 2.30—5; 7— i9 uur n.m. Zondag en Maandag zijn nog vele hoopen turf verbrand. Ook hebben vele woningen gevaar geleden; de be woners van eenige perceelen hebben ge durende eenige dagen hun huisraad ingepakt gehad. In den nacht van Dinsdag op Woens dag werden te Emmer-Erfschiedenveen en Emmer-Compascuum de telefoon draden doorgesneden. Bij het verbrande kerkje te Emmer-Erf scheidenveen wer den een jas en een horloge gevonden, waardoor men hoopt de daders op het spoor te komen. Te Winschoten is de arbeider, die een moordaanslag pleegde op den veldwach ter Broekema, gearresteerd. BUITENLAND. DE FRANSCHE CRISIS. Caillaux minister van financiën. 'Caillaux heeft verklaard, in begin sel de portefeuille van financiën aan te nemen, nadat de socialistisch radi cale kamergroep een motie van ver trouwen in leven had aangenomen. Caillaux was n.l. door deze fractie igehoord en verklaarde, dat de toe stand van de schatkist ernstig scheen maar dat hij rekende dien toestand normaal te kunnen maken, met name door het streng scheiden van de schat kistkwesties en de begrootingskwesj ties. Hij vroeg of hij op de medewer king van de groep kon rekenen voor een arbeid van herstel der financiën, welke medewerking hem werd toege zegd. De benoeming van Caillaux vindt overigens algemeen instemming en stuit zelfs in den Senaat, die Caillaux In 1920 veroordeelde op weinig verzet. Men vindt, dat groote rampen sterke geneesmiddelen eischen en verheugt zich dat met Caillaux het gevaar voor een kapitaalsheffing van de baan is. Een Engelscli oordeel. De Manchester Guardian schrijft over de ministerieele crisis in Frank rijk ,,Het maakt niet veel verschil, of Caillaux of iemand anders met de on aangename en bijna onuitvoerbare taak zal worden belast om orde te brengen in de financiën, want de Se naat en de machtige industrieelen zul len geen enkele oplossing goedkeu ren. Op die manier kan men echter niet steeds doorgaan. De Senaat kan mi nisteries ten val brengen, maar geen regeering tot stand brengen en in dien hij dit kon, zou ook die regeering een politiek moeten volgen, welke den Senaat niet zal aanstaan. De Senaat heeft alleen de macht, maar niet de verantwoordelijkheid. In laatste instantie zou dit tot ontbindin: van de Kamer moeten leiden. In Frankrijk levert een dergelijke ontbinding echter groote moeilijkhe den op en daarom kan men verwach ten, dat nog verschillende ministeries voor korten tijd aan het bewind zul len komen, alvorens tot een kamer ontbinding wordt overgegaan. In elk geval zal de kwestie vroeg of laat moeten worden opgelost en dit kan niet geschieden door een compromis of door een nieuwe partij IgToepeering". Het nieuwe kabinet. Dee officieele samenstelling van het kabinet-Painlevé is als volgt: P a i n 1 e v minister-president en oorlog; Briand, buitenlandsche zaken; Caillaux, financiën; Schramek, binnenlandsche zaken Steeg, justitie; Borel, marine; Cliaumet, handel De Monzie, onderwijs; Laval, openbare werken; Durand, landbouw; Hes se, koloniën; D u r a f o u r, arbeid 'Anteriou, pensioenen; d'Albiéz, bevrijde gebieden; Een moordaanslag op Caillaux beraamd. De politie te Parijs heeft giste ren een persoon gearresteerd d e hët voornemen had een moordaanslag te plegen op Caillaux. De gearresteerde, een zekërë Damë- sin, verklaarde op het commissariaat van politie Caillaux te hebben willen Idooden. DE DUITSCHE PRESIDENTSVER KIEZING. Draadlooze verkiezingspropaganda. De Dujt^cbe rijksregeering heeft be daC ce voor draadlooze RECLAME (Omroepen vrij zullen zijn voor toe spraken der candidaten voor het pre sidentschap, behalvei natuurlijk voor partijen, die naar omverwerping van Tie constitutie streven. Hoe Hindenburg leeft. De B. Z. am Mittag deelt eenige bijzonderheden mede, betreffende de wijze, waarop Hindenburg te Han nover leeft. De straat, waaraan de villa van ^Hindenburg is gelegen, is verlaten. De villa is een prachtig groot gebouw met een mooien tuin en een groote garage, hetgeen door de stad Han nover ter beschikking van den veld maarschalk is gesteld. Op het naambordje staan de namen von Beneckendorff en von Hinden burg. Alle ramen zijn gesloten, alle gordijnen gezakt. Niemand wordt in het huis toege laten, zelfs niet de brievenbesteller: Hindenburg heeft een postbus en een huisknecht haalt zijn correspondentie, af. Vroeger wandelden de burgers van in de hoop van den overwinnaar van Hannover nogal eens voorbij de villa, Tannenberg te kunnen begroeten. Maar de deur en de vensters bleven maanden en jaren gesloten en Hin denburg kreeg men nimmer te zien. Zes jaar lang woont Hindenburg nu al in deze stad wier eereburger hij is. Hij heeft zich nooit met de ge meentelijke zaken bemoeid en leeft volkomen teruggetrokken, zoo dat hij voor de meeste burgers een vreem deling is. Af en toe kan men hem 's ochtends vroeg ontmoeten, als hij in het park van' Eilenriede een wande ling gaat maken. Nooit gaat hij naar den schouw burg of naar een concert en zelfs als de nationalistische jeugd te zijhei/ eere een fakkeloptocht houdt, laat hij zich niet zien. Een heel enkele maal is hij enkele minuten op een studen tenfeest geweest. Toen Jarres op zijn propaganda- reis te Hannover wes, werd hij door Hindenburg niet ontvangen. Deze woonde ook het diner, dat ter eere van den burgemeester van Duisburg werd gegeven, niet bij; wegens ziekte liet hij zich verontschuldigen. De veldmaarschalk gaat vrijwel met niemand om, noch met de adellijke families, noch met de militaire auto riteiten der stad. Zijn aangelegenheden werden tot voor enkelen tijd geregeld door zijn adjudant, kapitein van Kuegelgen, en door zijn schoonzoon, een majoór bij de rijksweerbaarheid. Deze schijnt, naar men te Hannover beweert, buitengewoon eerzuchtig te zijn. Bij de onderhandelingen, die ge voerd zijn voordat Hindenburg de hem aangeboden candidatuur aan vaardde, schijnt hij een groote rol te hebben gespeeld. Toen de eerste gedelegeerdën van dë Duitsch-nationale partij te Hannover verschenen en Hindenburg trachtten te bewegen, de candidatuur te aan- vaardep, verklaarde de veldmaar schalk aan een buurman, er niet aan te denken, de canddatiuur aan te ne men. Zijn schoonzoon schijnt echter aan d-e gedelegeerden te hebben vërzë- kerd, dat hij hoopte, met behulp van zijn vrouw, zijn schoonvader te kun nen bewegen, toch nog op zijn be sluit terug te komen. Het zou de dochter geweest zijn, die ten slotte haar vader heeft genoopt, toch nog aan den politieken strijd deel te ne men. Nieuwe aanslag in Boelgarije. Tijdens de begrafenisplechtigheid van den Dinsdag vermoorden afge vaardigde Georguëf is in de kathe draal Sveta Nedelia te Sofia een helr sqhe machine ontploft. Vele personen zijn gedood. Wenbley en Radio. Men hoopt de rede die de koning van Engeland den 9en Mei bij de ope ning van de British Empire Exhibi tion te Wembley in het stadion zal uitspreken, draadloos uit te zenden. Microfonen boven het koninklijk spreekgestoelte en luidsprekers die over het stadion verspreid zullen won den, zullen het mogelijk maken, dat alle aanwezigen de toespraak kunnen verstaan, die ook zal worden uitge zonden naar alle stations van de Bri tish Broadcasting Company en die met behulp van het Chelmsford sta tion zal kunnen worden uitgemonde# naar geheel Europa en misschien ook naar deVereenigde Staten. KORTE BERICHTEN. De kosten van het levensonder houd irw Engeland zijn met 4 punten 'gedaald en bedragen thans 75 pet. boven die van voor den oorlog. De Parijsche studenten hebb'en besloten na het terugtreden van prof. 'Scelle het werk weer te hervatten. Naar uit Sofia' wordt gemeld is het aan de uitgezonden troepen gelukt de bende, die den aanslag op ko ning Boris pleegde, te omsingelen, zoodat ontkomen onwaarschijnlijk ge acht wordt. -—De conferentie der ministers van Buitenlandsche Zaken dér Kleine En tente is definitief op 9 Mei vastge steld. Het congres der Rijnlandsche Centrumpartij heeft met groote meer derheid zijn trouw aan Marx betuigd. Dee Fransche minister van on onderwijs heeft, na het ontslag nemen van prof. Scelle de sluiting der rechts faculteit te Parijs opgeheven en be paald, dat de faculteit op 20 April zal worden heropend. UIT VROEGER TIJDEN. Diakonale overwegingen uit het Jaar 1841. Wij lezen in de „Leidsche Kerkbode" Het mag van algemeene bekendheid geacht worden, dat, na een periode van vervolging, sommige van de oud ste Afgescheidene gemeenten, vrijheid van godsdienstoefening verkregen heb ben, indien ze, onder de noodige waar borgen, dat aan de Hooge Regeering verzochten. Een van de voorwaarden was: dat de aldus erkende gemeenten nïoesten zorgen voor haar eigen armen De Leidsche gemeente verkreeg de „vrijheid" bovengenoemd in October 1840 bij een Koninklijk Besluit, door Willem I geteekend daags voor zijn afstand. Het had voeten genoeg In de aarde gehad, voor het zoover kwam. Herhaaldelijk waren op adressen wei gerende antwoorden ingekomen, o.a. ook, omdat de noodige waarborgen in 'toog der regeering ontbraken, dat de armen behoorlijk zouden verzorgd worden. Het bovenstaande ter inlei ding. In de kerkeraadsvergadering van 13 October 1841 (art. 4 en 5 der notulen) stelt diaken A. Tieleman voor „om een adres té zenden bij bet Stedelijk bestuur ter bekoming van restitutie van hetgeen door de gemeente wordt opgebragt in de heffing der belastin gen, waar uit de subsidiën worden uitbetaald aan de Diakonieën van an dere gemeenten, daar wij ons wel verbonden hebben onze eigen armen te onderhouden en men dus van ons niet kan vergen ook mede de armen van andere gezindheden te helpen on derhouden." Diaken Tieleman had bereids zulk een adres opgesteld. Het werd voorge lezen en verwierf de goedkeuring dei- vergadering. Het adres luidde aldus: Aan - De Edel Achtbare HeerGn Burgemeester en Wethouders der stad Leyden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Diaconie der Christ. Afge- sch. Gemeente binnen deze stad: Dat hare Gemeente als zoodapig is erkend, hij Koninklijk besluit van 6 October 1840, no. 223, nadat door haar. ook door tusschenkomst van UEdel- achtb. eene schriftelijke verklaring was overgelegd geworden, dat zij zelve zal zorgen voor de behoeften van hare Eeredienst en Armen, zonder ooit aan spraak te maken op toelage uit 's Rijks Schatkist, noch op eenige goe deren, inkomsten, regten of titels van het Hervormd of eenig ander Neder- •landsch kerkgenootschap; Dat zij deze hare verpligting erkent, en aan dezelve ook, in de inwachting van de liulpe des Heeren, hoopt te voldoen,, om de Armen barer Gemeen te te onderhouden en in hare behoef ten te voorzien; ja, ook zooveel in haar vermogen is aan anderen wel te doen, en vrijwillig van het hare mede te deelen; Dat evenwel haar belang ten ern stigste vordert om die voorwaarde binnen bepaalde grenzen te houden, en hare verbinding tot verzorging zich mitsdien niet verder kan en mag uit strekken dan tot de Kerkelijke; Armen namelijk de zoodanigen, welke lede maten barer Gemeente zijn, in onder scheiding van de algemeene Armen, welke^ daartoe niet behooren; Dat zij het daarom van bare pligt acht UEdel Achtb. te kennen te geven, zij dierhalven vermeend geen deel te mogen nemen in de bij sommige al hier bestaande Armbesturen aangeno men regelen in het verleenen van on derstand aan behoeftige huisgezinuen, en bovenal dat van haar niet kan ge vorderd worden om bij te drhgen tot den onderstand van behoeftigen tot andere gezindheden behorende; Dat het intusschen van algemeene bekendheid is, dat op de Stedelijke begrooting aanzienlijke sommen voor komen voor subsidiën aan de Armen en dat om die uitgave te kunnen be strijden, de maatstaf der Stedelijke RECLAME. Afgeluisterd gesprek. AY: Heb je gezien, lioe andere 'firma's zich tegen C. A.'s voordeelige Heerenkleeiding te weer stellen? B.: Ja, het is vermakelijk. Het zal hun echter toch niet haten. Bewe gingen helpen niet. Het publiek ziet drommels goed, dat C. A. gelijkwaardige kwaliteiten veel goedkooper verkoopt. Als het niet zoo was, behoefden de andere zich immers niet zoo druk te maken. Huns ondanks bewijzen zij zelfs, dat C. A. toch voordeeliger is, juist voor Heerenkleeding. A.: Ja, en heb je gezien, hoe druk het daar is? B.: Voor zulke lage prijzen is dat na tuurlijk geen wonder. (Dit zegt genoeg). belastingen tot eene niet onbelangrijke hoogte is gebracht moeten worden, boven en behalve den vrijdom, welke aan de Armbesturen van de betaling dier belastingen verleend wordt; Dat zij echter haar aandeel in die, om voorn, redenen, verhoogde belas tingen draagt, zonder daarvoor eenige vergoeding te erlangen, en alzoo be- halven het onderhoud harer eigene armen, nog met dat van andere armen wordt belast, een en ander in strijd met art. 4 en 198 der Grondwet; Redenen, waarom de Diaconie zich wendt tot UEdel Achtb. met eerbiedig verzoek, dat aan haar vergoeding worde verleend van het bedrag, het welk door hare Gemeente met alle an dere ingezetenen, reeds voor dat ge deelte in de Stedelijke belastingen is betaald en voortaan betaald zal wor den, op zoodanige wijze als UEdel Achtb. in billijkheid zult geraden oor- deelen. 'tWelk doende, enz. Namens de Diaconie der Christ. Af- gesch. Gemeente, (w.g. A. TIELEMAN. Blijkens een aanteekening in het notulenboek is 't request onder datum van 22 October 1841 ingezonden. Welk antwoord is ingekomen blijkt uit het kerkelijk archief niet. 'tZal wel nega tief geweest zijn. Als ik me niet bedrieg, vind ik in dit diakonaal adres denzelfden ge- dachtengang, die ons Christelijk volks deel eenige tientallen jaren later ook deed spreken van financieel onrecht op schoolgebied. En de conservatieve regeerders van 1841 hebben voor deze en dergelijke onrechtmatigheden even min veel gevoeld als de liberale re geerders van na 1848. S. KERK EN SCHOOL. Singuliere gaven. Aan een brief uit Zuid-Afrik'a is het volgende ontleend De Algemeene Vergadering der Geref. Kerk van Middelburg heeft ook weer moe ten uitmaken wat verstaan wordt onder de „singuliere gaven" van art. ,8 D.K.O. Op de Algemeene vergadering te Ger- manston in' 1921 kwam een ouderling, die ijverig werkt voor onze Geref. Kerk, toelating .vragen tot het predik-ambt. Dus moest uitgemaakt' worden, of die broeder de bekende, gaven bezat. Maar hoe? Wel, de proof of the pudding is the eating of it. De voorzitter herinnerde zich, hoe jaren geleden wijlen Prof. Lion Ca chet eens in een dergelijk geval gehandeld had. Zoo werd hier gedaan. De Alge meene Vergadering hield op met verga deren en gaf den betrokken ouderling op een predicatie te leveren over Rom. 5:1'5. Een beroemde pericoop. En twee uur tijds. De ouderling beweerde evenwel, dat dit een krachtproef was en hij daarvoor geen kans zag. Hiermede was de zaak van de baan. Maar dezelfde broeder vroeg andermaal toelating te Middelburg in 1925. Weer werd besloten bovengenoemde „proof" toe te passen. Om 12.30 werd aan den broeder de tekst gegeven Jesaja 49 tot en met Jesaja 50: 1. Om 7.30 trad hij op voor de Alge meene Vergadering, terwijl het kerkge bouw vol toehoorders was. De broeder slaagde weer niet. Met al gemeene stemmen werd besloten hem niet toe te laten. Bond voor Geref. Jeugdorganisaties. In de middagvergadering hield Prof. Dr. T. Hoekstra van Kampen een referaat over de leeftijdsgrenzen voor onze Geref. -Knapen- en Meisjesvergaderingen. De behandeling van mijn onderwerp, aldus spr., schijnt mosterd na den maal tijd, waar reeds de geheele arbeid der Ge ref. Knapen- en Meisjesvergaderingen is gebaseerd op den leeftijdsgrens van 12 16 jaar. Toch heeft het bestuur noodig geoordeeld, de juistheid van dezen grens op theoretische gronden te doen verde digen. Wie de jeugd zal bearbeiden moet zich richten naar de eischen van het stadium der ontwikkeling. Het psychisch leven is een stroom zon der pauzen of hiaten. Toch zijn er in het psychisch proces duidelijk zelfstandige geledingen waar te nemen. Het jeugdleven is te onderscheiden in jaarperioden, van 3 maal 7, waarvan de eerste is af te sluiten na de tandenwissè- ling, de tweede na de eerste uitingen van de puberteitsperiode. De onderzoekingen van verschillende jeugdpsychologen besprekend, constateer de spr. in de uitingen dier mannen een communis ppinio. ten aanzien van de on derscheiding van 3 maal 7.; deze indeeling stemt voor een deel overeen met die van kind, knaap en jongeling, maar toch dek- ken zij elkaar niet geheel, want relatbf is het verschil tusschen den knaap en den jongeling veel grooter, dan dat tusschen het kind en den knaap. Het is gemakkelij ker de leeftijden tot 1I4 jaar onder één verband samen te brengen, dan die van i'4 tot 21 jaar. Een en ander werd door den spreker aangetoond. De eerste periode, die van i' tot 7 jaar is een geheel afhankelijke. Die van het 7de tot het 14de jaar eveneens, maar niet in dezelfde mate. Vooral na het 10de jaar gaat het zieleleven zich sterk ont wikkelen. De hoiogere gevoelens komen langzamerhand in actie. Met het 14de jaar breekt de overgangs periode aan. Heel de jeugd is een over gangsperiode, 1 maar de leeftijd van 14 tot 17 jaar is dit in gansch bijzondsren z"m, omdat in deze critieke jaren de over gang plaats heeft van passiviteit tot acti viteit, van afhankelijkheid tot meer zelf standigheid. Het is een fout en berust op een ver keerde waarneming, wanneer men de ge heele overgangsperiode kenmerkt als een sexueele periode. De sexueele neigingen mogen dan al meer invloed hebben, domineerend zijn zij niet, vooral niet bij kinderen van Chris tenouders, die, voor zooveel mogelijk, wor den .afgehouden van de producten eener ontkerstende maatschappij. Er heeft in dezen leeftijd een opsen- hooping van: energie plaats, die veelal on evenwichtigheid veroorzaakt. Door de ontwikkeling van deze physi- sche en geestelijke kracht wordt in deze periode de geboorte voorbereid van de persoonlijkheid. Gelukkig, die in deze periode de jonge ziel verstaat. Hem is een buitengewoon be- teekenisvolle taak opgelegd. Het nieisje is lichamelijk en geestelijk vroeger rijp dan de jongen. Er is iets voor te zeggen, de meisjes bij het bereiken van het 13de levensjaar tot de meisjesvergade ring toe te laten. Dat de toelatingsleeftijd van 12 jaar voor den knaap de' juiste is, zou spr. niet durven zeggen. Practisch is er veel voor te zeggen, den knaap tot de J. V. toe te laten in den zelfden tijd, dat hij een maatschappelijke evolutie ondergaat. De 12-jarige knaap is nog niet critisch, hij zal den leider gemakkelijk zijn ver trouwen schenken, terwijl de knaap van 14 jaar een meer zelfstandig oordeel heeft. In den loop van het 17de jaar wordt de knaap een jongeling. Er zou iets voor te zeggen zijn, om bij den aanvang van het ontwikkelingsproces de knapen van 1416 jaar in een afzon derlijk verband samen te brengen in ver band met een ordelijk samenwerken, en eveneens zou er iets voor te zeggen zijn, den jongeling eerst met. zijn 17de jaar tot de Jongelingsvereeniging toe te laten, om dat hij eerst dan het geestelijk voedsel dat daar geboden wordt, volkomen zal kunnen verwerken. Spr zou de meisjes in haar 16de jaar, de jongens in hun 17de jaar tot de J. V. willen toelaten, en tot de K. en M. V. resp. met het 13de en 12de jaar. Een interessante discussie volgde op het schoone referaat. Algemeen kwam men tot de gevolgtrek king, dat het ongewenscht is, om jongens van 1521 jaar in één verband, in casu de J. V. samen të brengen. Wel werd het ter wille van de J. V. wenschelijk geacht een tüsschenklasse te erkennen tusschen den 12- en 17-jarigeni leeftijd. Een apart verband voor knapen van 1214 jaar achtte referent zelfs ge- wenscht, indien er genoeg deelnemers zijn. Dezen knapen moet eenige meerdere zelf standigheid worden gegeven, al mogen ze niet als jongelingen worden behandeld. We moeten de vrucht ook weer niet wil len plukken voordat ze rijp is, en de door God gestelde geledingen eerbiedigen. Wat de methode van de Meisjesverga deringen betreft, gaf spr gaarne toe, dat we .daarmede nog niet op den goeden weg zijn. Zij draagt nog te veel het karakter van geïmiteerd te zijn. De leidraden moe ten voor het psyche van het meisje meer appreciabel worden gemaakt. Wij hebben in de eerste plaats onze meisjes op te leiden tot echte christelijke vrouwen, (applaus). Nadat de voorzitter Prof. Hoekstra had dank gebracht voor zijn referaat (dat in druk zal worden uitgegeven), betrad Ds. P. N. Kruyswijk uit Voorschoten den ka theder om een opwekkende rede te hou den over: „Overtuiging en Geloof". In den man van geloof, aldus spr., zien v.re een andere gestalte dan in den man van overtuiging. Mannen van overtuiging heeft het Ge^ reformeerde leven bij tienduizenden op geleverd. Hpel het Chr. lager, middelbaar en hooger onderwijs, de V. U. en ook de Jeugdorganisaties hebben daaraan me degewerkt. Een overtuiging te hebben zegt veel. Psychologisch is het toch zoo, dat de wil de rede, het verstand volgt. Toch zegt het niet alles, iemand van overtuiging te zijn. Het wordt ook vooral in de laatste jaren algemeen toegegeven. Er moet ook' een band des geloofs zijn. Wat dat geloof is, zou wijlen Ds. Sikkel heel kort en klaar hebben gezegd in de woorden: geloof is de band aan Jezus. In onze leidende kringen begint dp klacht algemeen te weerden, dat er ook bij menschen van overtuiging een groot te kort valt op te merken aan geestelijk leven Dit bewijst, dat er een Gereformeerde overtuiging is zonder geloof. .En toch is het laatste letterlijk onmis baar om op het breede terrein van d Chr. actie iets te bereiken. Met menschen van overtuiging valt i' ts te doen in de wereld; en zij doén ook z wat. Maar het groot belang dezer zaak m 1 ons doen beseffen, dat dit alleen niet g- noeg is. Men denke aan Saul. Veel heeft deze door zijn overtuiging mogen doen voor het volk Gods. Totdat bj| .Gilgal het droevig bewijs werd gele-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 2