NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 APRIL 1925
Dag-Agenda.
Vrijdag 17 April Leiden, 's Avonds
8 uur in 'tNut van 't Algemeen. Ned.
,Chr. Vrouwenbond. Lezing van zende
ling Eggink.
Woensdag 22 April Leiden. Algem.
Ledenvergadering v. d. Ver. tot be
vordering van Vreemdelingenverkeer,
iin Café Neuf Breestraat. Aanvang half
'negen uur.
Woensdag 22 April. Tentoonstelling
iR.K. Vakschool voor Meisjes, 45 uur
!en 79 n.m. Noordeinde 50.
Donderdag 23 April Leiden. Idem.
idem, 1012 uur v.m. en 2.30—5; 7—
i9 uur n.m.
Zondag en Maandag zijn nog vele
hoopen turf verbrand. Ook hebben
vele woningen gevaar geleden; de be
woners van eenige perceelen hebben ge
durende eenige dagen hun huisraad
ingepakt gehad.
In den nacht van Dinsdag op Woens
dag werden te Emmer-Erfschiedenveen
en Emmer-Compascuum de telefoon
draden doorgesneden. Bij het verbrande
kerkje te Emmer-Erf scheidenveen wer
den een jas en een horloge gevonden,
waardoor men hoopt de daders op het
spoor te komen.
Te Winschoten is de arbeider, die een
moordaanslag pleegde op den veldwach
ter Broekema, gearresteerd.
BUITENLAND.
DE FRANSCHE CRISIS.
Caillaux minister van financiën.
'Caillaux heeft verklaard, in begin
sel de portefeuille van financiën aan
te nemen, nadat de socialistisch radi
cale kamergroep een motie van ver
trouwen in leven had aangenomen.
Caillaux was n.l. door deze fractie
igehoord en verklaarde, dat de toe
stand van de schatkist ernstig scheen
maar dat hij rekende dien toestand
normaal te kunnen maken, met name
door het streng scheiden van de schat
kistkwesties en de begrootingskwesj
ties. Hij vroeg of hij op de medewer
king van de groep kon rekenen voor
een arbeid van herstel der financiën,
welke medewerking hem werd toege
zegd.
De benoeming van Caillaux vindt
overigens algemeen instemming en
stuit zelfs in den Senaat, die Caillaux
In 1920 veroordeelde op weinig verzet.
Men vindt, dat groote rampen sterke
geneesmiddelen eischen en verheugt
zich dat met Caillaux het gevaar voor
een kapitaalsheffing van de baan is.
Een Engelscli oordeel.
De Manchester Guardian schrijft
over de ministerieele crisis in Frank
rijk
,,Het maakt niet veel verschil, of
Caillaux of iemand anders met de on
aangename en bijna onuitvoerbare
taak zal worden belast om orde te
brengen in de financiën, want de Se
naat en de machtige industrieelen zul
len geen enkele oplossing goedkeu
ren.
Op die manier kan men echter niet
steeds doorgaan. De Senaat kan mi
nisteries ten val brengen, maar geen
regeering tot stand brengen en in
dien hij dit kon, zou ook die regeering
een politiek moeten volgen, welke den
Senaat niet zal aanstaan.
De Senaat heeft alleen de macht,
maar niet de verantwoordelijkheid. In
laatste instantie zou dit tot ontbindin:
van de Kamer moeten leiden.
In Frankrijk levert een dergelijke
ontbinding echter groote moeilijkhe
den op en daarom kan men verwach
ten, dat nog verschillende ministeries
voor korten tijd aan het bewind zul
len komen, alvorens tot een kamer
ontbinding wordt overgegaan.
In elk geval zal de kwestie vroeg
of laat moeten worden opgelost en
dit kan niet geschieden door een
compromis of door een nieuwe partij
IgToepeering".
Het nieuwe kabinet.
Dee officieele samenstelling van het
kabinet-Painlevé is als volgt:
P a i n 1 e v minister-president en
oorlog;
Briand, buitenlandsche zaken;
Caillaux, financiën;
Schramek, binnenlandsche zaken
Steeg, justitie;
Borel, marine;
Cliaumet, handel
De Monzie, onderwijs;
Laval, openbare werken;
Durand, landbouw;
Hes se, koloniën;
D u r a f o u r, arbeid
'Anteriou, pensioenen;
d'Albiéz, bevrijde gebieden;
Een moordaanslag op Caillaux
beraamd.
De politie te Parijs heeft giste
ren een persoon gearresteerd d e hët
voornemen had een moordaanslag te
plegen op Caillaux.
De gearresteerde, een zekërë Damë-
sin, verklaarde op het commissariaat
van politie Caillaux te hebben willen
Idooden.
DE DUITSCHE PRESIDENTSVER
KIEZING.
Draadlooze verkiezingspropaganda.
De Dujt^cbe rijksregeering heeft be
daC ce voor draadlooze
RECLAME
(Omroepen vrij zullen zijn voor toe
spraken der candidaten voor het pre
sidentschap, behalvei natuurlijk voor
partijen, die naar omverwerping van
Tie constitutie streven.
Hoe Hindenburg leeft.
De B. Z. am Mittag deelt eenige
bijzonderheden mede, betreffende de
wijze, waarop Hindenburg te Han
nover leeft.
De straat, waaraan de villa van
^Hindenburg is gelegen, is verlaten.
De villa is een prachtig groot gebouw
met een mooien tuin en een groote
garage, hetgeen door de stad Han
nover ter beschikking van den veld
maarschalk is gesteld.
Op het naambordje staan de namen
von Beneckendorff en von Hinden
burg. Alle ramen zijn gesloten, alle
gordijnen gezakt.
Niemand wordt in het huis toege
laten, zelfs niet de brievenbesteller:
Hindenburg heeft een postbus en een
huisknecht haalt zijn correspondentie,
af.
Vroeger wandelden de burgers van
in de hoop van den overwinnaar van
Hannover nogal eens voorbij de villa,
Tannenberg te kunnen begroeten.
Maar de deur en de vensters bleven
maanden en jaren gesloten en Hin
denburg kreeg men nimmer te zien.
Zes jaar lang woont Hindenburg
nu al in deze stad wier eereburger
hij is. Hij heeft zich nooit met de ge
meentelijke zaken bemoeid en leeft
volkomen teruggetrokken, zoo dat hij
voor de meeste burgers een vreem
deling is. Af en toe kan men hem 's
ochtends vroeg ontmoeten, als hij in
het park van' Eilenriede een wande
ling gaat maken.
Nooit gaat hij naar den schouw
burg of naar een concert en zelfs
als de nationalistische jeugd te zijhei/
eere een fakkeloptocht houdt, laat hij
zich niet zien. Een heel enkele maal
is hij enkele minuten op een studen
tenfeest geweest.
Toen Jarres op zijn propaganda-
reis te Hannover wes, werd hij door
Hindenburg niet ontvangen. Deze
woonde ook het diner, dat ter eere
van den burgemeester van Duisburg
werd gegeven, niet bij; wegens ziekte
liet hij zich verontschuldigen.
De veldmaarschalk gaat vrijwel met
niemand om, noch met de adellijke
families, noch met de militaire auto
riteiten der stad.
Zijn aangelegenheden werden tot
voor enkelen tijd geregeld door zijn
adjudant, kapitein van Kuegelgen, en
door zijn schoonzoon, een majoór bij
de rijksweerbaarheid.
Deze schijnt, naar men te Hannover
beweert, buitengewoon eerzuchtig te
zijn. Bij de onderhandelingen, die ge
voerd zijn voordat Hindenburg de
hem aangeboden candidatuur aan
vaardde, schijnt hij een groote rol
te hebben gespeeld.
Toen de eerste gedelegeerdën van dë
Duitsch-nationale partij te Hannover
verschenen en Hindenburg trachtten
te bewegen, de candidatuur te aan-
vaardep, verklaarde de veldmaar
schalk aan een buurman, er niet aan
te denken, de canddatiuur aan te ne
men.
Zijn schoonzoon schijnt echter aan
d-e gedelegeerden te hebben vërzë-
kerd, dat hij hoopte, met behulp van
zijn vrouw, zijn schoonvader te kun
nen bewegen, toch nog op zijn be
sluit terug te komen. Het zou de
dochter geweest zijn, die ten slotte
haar vader heeft genoopt, toch nog
aan den politieken strijd deel te ne
men.
Nieuwe aanslag in Boelgarije.
Tijdens de begrafenisplechtigheid
van den Dinsdag vermoorden afge
vaardigde Georguëf is in de kathe
draal Sveta Nedelia te Sofia een helr
sqhe machine ontploft.
Vele personen zijn gedood.
Wenbley en Radio.
Men hoopt de rede die de koning
van Engeland den 9en Mei bij de ope
ning van de British Empire Exhibi
tion te Wembley in het stadion zal
uitspreken, draadloos uit te zenden.
Microfonen boven het koninklijk
spreekgestoelte en luidsprekers die
over het stadion verspreid zullen won
den, zullen het mogelijk maken, dat
alle aanwezigen de toespraak kunnen
verstaan, die ook zal worden uitge
zonden naar alle stations van de Bri
tish Broadcasting Company en die
met behulp van het Chelmsford sta
tion zal kunnen worden uitgemonde#
naar geheel Europa en misschien ook
naar deVereenigde Staten.
KORTE BERICHTEN.
De kosten van het levensonder
houd irw Engeland zijn met 4 punten
'gedaald en bedragen thans 75 pet.
boven die van voor den oorlog.
De Parijsche studenten hebb'en
besloten na het terugtreden van prof.
'Scelle het werk weer te hervatten.
Naar uit Sofia' wordt gemeld is
het aan de uitgezonden troepen gelukt
de bende, die den aanslag op ko
ning Boris pleegde, te omsingelen,
zoodat ontkomen onwaarschijnlijk ge
acht wordt.
-—De conferentie der ministers van
Buitenlandsche Zaken dér Kleine En
tente is definitief op 9 Mei vastge
steld.
Het congres der Rijnlandsche
Centrumpartij heeft met groote meer
derheid zijn trouw aan Marx betuigd.
Dee Fransche minister van on
onderwijs heeft, na het ontslag nemen
van prof. Scelle de sluiting der rechts
faculteit te Parijs opgeheven en be
paald, dat de faculteit op 20 April zal
worden heropend.
UIT VROEGER TIJDEN.
Diakonale overwegingen uit het Jaar
1841.
Wij lezen in de „Leidsche Kerkbode"
Het mag van algemeene bekendheid
geacht worden, dat, na een periode
van vervolging, sommige van de oud
ste Afgescheidene gemeenten, vrijheid
van godsdienstoefening verkregen heb
ben, indien ze, onder de noodige waar
borgen, dat aan de Hooge Regeering
verzochten. Een van de voorwaarden
was: dat de aldus erkende gemeenten
nïoesten zorgen voor haar eigen armen
De Leidsche gemeente verkreeg de
„vrijheid" bovengenoemd in October
1840 bij een Koninklijk Besluit, door
Willem I geteekend daags voor zijn
afstand. Het had voeten genoeg In de
aarde gehad, voor het zoover kwam.
Herhaaldelijk waren op adressen wei
gerende antwoorden ingekomen, o.a.
ook, omdat de noodige waarborgen in
'toog der regeering ontbraken, dat de
armen behoorlijk zouden verzorgd
worden. Het bovenstaande ter inlei
ding.
In de kerkeraadsvergadering van 13
October 1841 (art. 4 en 5 der notulen)
stelt diaken A. Tieleman voor „om
een adres té zenden bij bet Stedelijk
bestuur ter bekoming van restitutie
van hetgeen door de gemeente wordt
opgebragt in de heffing der belastin
gen, waar uit de subsidiën worden
uitbetaald aan de Diakonieën van an
dere gemeenten, daar wij ons wel
verbonden hebben onze eigen armen
te onderhouden en men dus van ons
niet kan vergen ook mede de armen
van andere gezindheden te helpen on
derhouden."
Diaken Tieleman had bereids zulk
een adres opgesteld. Het werd voorge
lezen en verwierf de goedkeuring dei-
vergadering.
Het adres luidde aldus:
Aan
- De Edel Achtbare HeerGn
Burgemeester en Wethouders
der stad Leyden.
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen de Diaconie der Christ. Afge-
sch. Gemeente binnen deze stad:
Dat hare Gemeente als zoodapig is
erkend, hij Koninklijk besluit van 6
October 1840, no. 223, nadat door haar.
ook door tusschenkomst van UEdel-
achtb. eene schriftelijke verklaring
was overgelegd geworden, dat zij zelve
zal zorgen voor de behoeften van hare
Eeredienst en Armen, zonder ooit aan
spraak te maken op toelage uit
's Rijks Schatkist, noch op eenige goe
deren, inkomsten, regten of titels van
het Hervormd of eenig ander Neder-
•landsch kerkgenootschap;
Dat zij deze hare verpligting erkent,
en aan dezelve ook, in de inwachting
van de liulpe des Heeren, hoopt te
voldoen,, om de Armen barer Gemeen
te te onderhouden en in hare behoef
ten te voorzien; ja, ook zooveel in
haar vermogen is aan anderen wel
te doen, en vrijwillig van het hare
mede te deelen;
Dat evenwel haar belang ten ern
stigste vordert om die voorwaarde
binnen bepaalde grenzen te houden,
en hare verbinding tot verzorging zich
mitsdien niet verder kan en mag uit
strekken dan tot de Kerkelijke; Armen
namelijk de zoodanigen, welke lede
maten barer Gemeente zijn, in onder
scheiding van de algemeene Armen,
welke^ daartoe niet behooren;
Dat zij het daarom van bare pligt
acht UEdel Achtb. te kennen te geven,
zij dierhalven vermeend geen deel te
mogen nemen in de bij sommige al
hier bestaande Armbesturen aangeno
men regelen in het verleenen van on
derstand aan behoeftige huisgezinuen,
en bovenal dat van haar niet kan ge
vorderd worden om bij te drhgen tot
den onderstand van behoeftigen tot
andere gezindheden behorende;
Dat het intusschen van algemeene
bekendheid is, dat op de Stedelijke
begrooting aanzienlijke sommen voor
komen voor subsidiën aan de Armen
en dat om die uitgave te kunnen be
strijden, de maatstaf der Stedelijke
RECLAME.
Afgeluisterd gesprek.
AY: Heb je gezien, lioe andere 'firma's
zich tegen C. A.'s voordeelige
Heerenkleeiding te weer stellen?
B.: Ja, het is vermakelijk. Het zal
hun echter toch niet haten. Bewe
gingen helpen niet. Het publiek
ziet drommels goed, dat C. A.
gelijkwaardige kwaliteiten veel
goedkooper verkoopt. Als het niet
zoo was, behoefden de andere zich
immers niet zoo druk te maken.
Huns ondanks bewijzen zij zelfs,
dat C. A. toch voordeeliger is,
juist voor Heerenkleeding.
A.: Ja, en heb je gezien, hoe druk het
daar is?
B.: Voor zulke lage prijzen is dat na
tuurlijk geen wonder.
(Dit zegt genoeg).
belastingen tot eene niet onbelangrijke
hoogte is gebracht moeten worden,
boven en behalve den vrijdom, welke
aan de Armbesturen van de betaling
dier belastingen verleend wordt;
Dat zij echter haar aandeel in die,
om voorn, redenen, verhoogde belas
tingen draagt, zonder daarvoor eenige
vergoeding te erlangen, en alzoo be-
halven het onderhoud harer eigene
armen, nog met dat van andere armen
wordt belast, een en ander in strijd
met art. 4 en 198 der Grondwet;
Redenen, waarom de Diaconie zich
wendt tot UEdel Achtb. met eerbiedig
verzoek, dat aan haar vergoeding
worde verleend van het bedrag, het
welk door hare Gemeente met alle an
dere ingezetenen, reeds voor dat ge
deelte in de Stedelijke belastingen is
betaald en voortaan betaald zal wor
den, op zoodanige wijze als UEdel
Achtb. in billijkheid zult geraden oor-
deelen.
'tWelk doende, enz.
Namens de Diaconie der Christ. Af-
gesch. Gemeente,
(w.g. A. TIELEMAN.
Blijkens een aanteekening in het
notulenboek is 't request onder datum
van 22 October 1841 ingezonden. Welk
antwoord is ingekomen blijkt uit het
kerkelijk archief niet. 'tZal wel nega
tief geweest zijn.
Als ik me niet bedrieg, vind ik in
dit diakonaal adres denzelfden ge-
dachtengang, die ons Christelijk volks
deel eenige tientallen jaren later ook
deed spreken van financieel onrecht
op schoolgebied. En de conservatieve
regeerders van 1841 hebben voor deze
en dergelijke onrechtmatigheden even
min veel gevoeld als de liberale re
geerders van na 1848. S.
KERK EN SCHOOL.
Singuliere gaven.
Aan een brief uit Zuid-Afrik'a is het
volgende ontleend
De Algemeene Vergadering der Geref.
Kerk van Middelburg heeft ook weer moe
ten uitmaken wat verstaan wordt onder
de „singuliere gaven" van art. ,8 D.K.O.
Op de Algemeene vergadering te Ger-
manston in' 1921 kwam een ouderling,
die ijverig werkt voor onze Geref. Kerk,
toelating .vragen tot het predik-ambt.
Dus moest uitgemaakt' worden, of die
broeder de bekende, gaven bezat. Maar
hoe?
Wel, de proof of the pudding is the
eating of it. De voorzitter herinnerde zich,
hoe jaren geleden wijlen Prof. Lion Ca
chet eens in een dergelijk geval gehandeld
had. Zoo werd hier gedaan. De Alge
meene Vergadering hield op met verga
deren en gaf den betrokken ouderling
op een predicatie te leveren over Rom.
5:1'5. Een beroemde pericoop. En twee
uur tijds.
De ouderling beweerde evenwel, dat dit
een krachtproef was en hij daarvoor geen
kans zag.
Hiermede was de zaak van de baan.
Maar dezelfde broeder vroeg andermaal
toelating te Middelburg in 1925. Weer
werd besloten bovengenoemde „proof"
toe te passen.
Om 12.30 werd aan den broeder de
tekst gegeven Jesaja 49 tot en met Jesaja
50: 1. Om 7.30 trad hij op voor de Alge
meene Vergadering, terwijl het kerkge
bouw vol toehoorders was.
De broeder slaagde weer niet. Met al
gemeene stemmen werd besloten hem niet
toe te laten.
Bond voor Geref. Jeugdorganisaties.
In de middagvergadering hield Prof. Dr.
T. Hoekstra van Kampen een referaat
over de leeftijdsgrenzen voor onze Geref.
-Knapen- en Meisjesvergaderingen.
De behandeling van mijn onderwerp,
aldus spr., schijnt mosterd na den maal
tijd, waar reeds de geheele arbeid der Ge
ref. Knapen- en Meisjesvergaderingen is
gebaseerd op den leeftijdsgrens van 12
16 jaar. Toch heeft het bestuur noodig
geoordeeld, de juistheid van dezen grens
op theoretische gronden te doen verde
digen.
Wie de jeugd zal bearbeiden moet zich
richten naar de eischen van het stadium
der ontwikkeling.
Het psychisch leven is een stroom zon
der pauzen of hiaten.
Toch zijn er in het psychisch proces
duidelijk zelfstandige geledingen waar te
nemen.
Het jeugdleven is te onderscheiden in
jaarperioden, van 3 maal 7, waarvan de
eerste is af te sluiten na de tandenwissè-
ling, de tweede na de eerste uitingen van
de puberteitsperiode.
De onderzoekingen van verschillende
jeugdpsychologen besprekend, constateer
de spr. in de uitingen dier mannen een
communis ppinio. ten aanzien van de on
derscheiding van 3 maal 7.; deze indeeling
stemt voor een deel overeen met die van
kind, knaap en jongeling, maar toch dek-
ken zij elkaar niet geheel, want relatbf
is het verschil tusschen den knaap en den
jongeling veel grooter, dan dat tusschen
het kind en den knaap. Het is gemakkelij
ker de leeftijden tot 1I4 jaar onder één
verband samen te brengen, dan die van
i'4 tot 21 jaar.
Een en ander werd door den spreker
aangetoond.
De eerste periode, die van i' tot 7 jaar
is een geheel afhankelijke. Die van het
7de tot het 14de jaar eveneens, maar niet
in dezelfde mate. Vooral na het 10de
jaar gaat het zieleleven zich sterk ont
wikkelen. De hoiogere gevoelens komen
langzamerhand in actie.
Met het 14de jaar breekt de overgangs
periode aan. Heel de jeugd is een over
gangsperiode, 1 maar de leeftijd van 14
tot 17 jaar is dit in gansch bijzondsren
z"m, omdat in deze critieke jaren de over
gang plaats heeft van passiviteit tot acti
viteit, van afhankelijkheid tot meer zelf
standigheid.
Het is een fout en berust op een ver
keerde waarneming, wanneer men de ge
heele overgangsperiode kenmerkt als een
sexueele periode.
De sexueele neigingen mogen dan al
meer invloed hebben, domineerend zijn
zij niet, vooral niet bij kinderen van Chris
tenouders, die, voor zooveel mogelijk, wor
den .afgehouden van de producten eener
ontkerstende maatschappij.
Er heeft in dezen leeftijd een opsen-
hooping van: energie plaats, die veelal on
evenwichtigheid veroorzaakt.
Door de ontwikkeling van deze physi-
sche en geestelijke kracht wordt in deze
periode de geboorte voorbereid van de
persoonlijkheid.
Gelukkig, die in deze periode de jonge
ziel verstaat. Hem is een buitengewoon be-
teekenisvolle taak opgelegd.
Het nieisje is lichamelijk en geestelijk
vroeger rijp dan de jongen. Er is iets voor
te zeggen, de meisjes bij het bereiken van
het 13de levensjaar tot de meisjesvergade
ring toe te laten.
Dat de toelatingsleeftijd van 12 jaar
voor den knaap de' juiste is, zou spr. niet
durven zeggen.
Practisch is er veel voor te zeggen, den
knaap tot de J. V. toe te laten in den
zelfden tijd, dat hij een maatschappelijke
evolutie ondergaat.
De 12-jarige knaap is nog niet critisch,
hij zal den leider gemakkelijk zijn ver
trouwen schenken, terwijl de knaap van
14 jaar een meer zelfstandig oordeel heeft.
In den loop van het 17de jaar wordt de
knaap een jongeling.
Er zou iets voor te zeggen zijn, om bij
den aanvang van het ontwikkelingsproces
de knapen van 1416 jaar in een afzon
derlijk verband samen te brengen in ver
band met een ordelijk samenwerken, en
eveneens zou er iets voor te zeggen zijn,
den jongeling eerst met. zijn 17de jaar tot
de Jongelingsvereeniging toe te laten, om
dat hij eerst dan het geestelijk voedsel
dat daar geboden wordt, volkomen zal
kunnen verwerken. Spr zou de meisjes in
haar 16de jaar, de jongens in hun 17de
jaar tot de J. V. willen toelaten, en tot
de K. en M. V. resp. met het 13de en
12de jaar.
Een interessante discussie volgde op
het schoone referaat.
Algemeen kwam men tot de gevolgtrek
king, dat het ongewenscht is, om jongens
van 1521 jaar in één verband, in casu de
J. V. samen të brengen.
Wel werd het ter wille van de J. V.
wenschelijk geacht een tüsschenklasse te
erkennen tusschen den 12- en 17-jarigeni
leeftijd. Een apart verband voor knapen
van 1214 jaar achtte referent zelfs ge-
wenscht, indien er genoeg deelnemers zijn.
Dezen knapen moet eenige meerdere zelf
standigheid worden gegeven, al mogen
ze niet als jongelingen worden behandeld.
We moeten de vrucht ook weer niet wil
len plukken voordat ze rijp is, en de door
God gestelde geledingen eerbiedigen.
Wat de methode van de Meisjesverga
deringen betreft, gaf spr gaarne toe, dat
we .daarmede nog niet op den goeden weg
zijn. Zij draagt nog te veel het karakter
van geïmiteerd te zijn. De leidraden moe
ten voor het psyche van het meisje meer
appreciabel worden gemaakt. Wij hebben
in de eerste plaats onze meisjes op te
leiden tot echte christelijke vrouwen,
(applaus).
Nadat de voorzitter Prof. Hoekstra had
dank gebracht voor zijn referaat (dat in
druk zal worden uitgegeven), betrad Ds.
P. N. Kruyswijk uit Voorschoten den ka
theder om een opwekkende rede te hou
den over: „Overtuiging en Geloof".
In den man van geloof, aldus spr., zien
v.re een andere gestalte dan in den man
van overtuiging.
Mannen van overtuiging heeft het Ge^
reformeerde leven bij tienduizenden op
geleverd. Hpel het Chr. lager, middelbaar
en hooger onderwijs, de V. U. en ook
de Jeugdorganisaties hebben daaraan me
degewerkt.
Een overtuiging te hebben zegt veel.
Psychologisch is het toch zoo, dat de
wil de rede, het verstand volgt.
Toch zegt het niet alles, iemand van
overtuiging te zijn. Het wordt ook vooral
in de laatste jaren algemeen toegegeven.
Er moet ook' een band des geloofs zijn.
Wat dat geloof is, zou wijlen Ds. Sikkel
heel kort en klaar hebben gezegd in de
woorden: geloof is de band aan Jezus.
In onze leidende kringen begint dp
klacht algemeen te weerden, dat er ook bij
menschen van overtuiging een groot te
kort valt op te merken aan geestelijk leven
Dit bewijst, dat er een Gereformeerde
overtuiging is zonder geloof.
.En toch is het laatste letterlijk onmis
baar om op het breede terrein van d
Chr. actie iets te bereiken.
Met menschen van overtuiging valt i' ts
te doen in de wereld; en zij doén ook z
wat.
Maar het groot belang dezer zaak m 1
ons doen beseffen, dat dit alleen niet g-
noeg is.
Men denke aan Saul.
Veel heeft deze door zijn overtuiging
mogen doen voor het volk Gods. Totdat
bj| .Gilgal het droevig bewijs werd gele-