CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
«■RCSA.NG
MAANDAG 6 APRIL 1925
NUMMER 1482
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal 2.90
BUREAU: Hooigracht 35 Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
4 .tot ueter inzien t.
Van Sociaal-democratische zijde
wordt nog altijd de stelling verdedigd,
dat Overheidsbedrijven, b.v. Gas- en
Electriciteitsfabrieken g»en winst mo
gen maken, maar dat zij tegen kost
prijs hebben te leveren.
Gebeurt dat niet, dan heft men een
indirecte belasting, waarvan het heet
dat zij altijd onevenredig zwaar drukt
op de minder gegoeden.
In Amsterdam en andere gemeenten
waar de Soc. Democraten mee de lei
ding hebben wij wezen daarop reeds
vroeger is men evenwel van het ma
ken van winst volstrekt niet afkeerig.
Hierop werd onlangs ook in de Eer
ste Kamer door Prof. Diepenhorst in
zijn debat met den heer Wibaut de
aandacht gevestigd.
En wat antwoordde toen de heer
Wibaut?
Wanneer mijn partijgenooten dat
zeggen, geven zij zich van 'tgeen zij
zeggen geen voldoende rekenschap.
De kracht van de leuze is groot in
de wereld, en dan gaan zij af op de
leuze dat de Overheid moet leveren
tegen kostprijs. Vroeger b?n ik in
deze materie niet zoo helder geweest
als tegenwoordig, maar door dieper
nadenken ben ik tot dit beter inzicht
gekomen.
Door dieper nadenken tot beter in
zicht gekomen.
't Valt te prijzen in den heer Wibaut.
Laten we hopen dat zijne volgelin
gen, die blijken in deze materie nog
niet zoo helder te zijn, ook eens gaan
nadenken.
Wie weet, misschien komen ze dan
ook nog wel tot beter inzicht.
V Belastingpolitiek
Op de belastingplannen van minister
Colijn worden en werden vele aanmer
kingen gemaakt. Een der bezwaren is
dat het verband tusschen de directe en
de indirecte belastingen verbroken
wordt, en dat de indirecte belastingen
te hoog worden opgevoerd.
Laten we om hierover een oordeel
te vellen in grooten stijl eens nagaan
de verdeeling der inkomsten per hon
derd gulden zooals die was voor 1914
en in het jaar 1924.
Per honderd gulden belasting die de
Staat inde kreeg hij uit Grond-, Perso-
neele- en Vermogensbelasting in 1924
minder f 11, terwijl aan Inkomstenbe
lasting en Dividend belasting 18 gul
den meer inkwam. De verschillende
verdedigingsbelastingen, die in 1924
nog niet bestonden brachten 8 gulden
meer in het laatje.
Op verschillende accynsen verloor de
staat per honderd gulden inkomsten
13.5 gulden en op de invoerrechten 3.5
gulden. Aan directe belastingen ont
ving de 9taat per honderd gulden in
1924 dus f 15 meer, maar aan indirecte
belastingen werd per honderd gulden
f 17 verloren.
Hieruit blijkt duidelijk/ dat het even
wicht tusschen directe en indirecte be
lastingen verbroken is.
En nu wil onze minister van finan
ciën dat evenwicht weer eenigermate
herstellen.
Deze belasting 21.5 pet. van de to
taalinkomsten moet dus omlaag en de
indirecte lasten moeten omhoog.
Dat beguisel werd door minister Co-
lijn trouw gevolgd. Reeds zijn voorgan
ger was hiermede begonnen door de
Tabaksbelasting, die in 1924 3 pet. van
de inkomsten uitmaakt. De invoerrech
ten, die per honderd gulden inkomsten
ni 1924 f3.5 minder opbrachten dan in
1914 moesten opgevoerd worden, wat
dan ook gebeurd is, door de nieuwe
Tarief wet.
Ên nu staat de Weeldewet op het
program, welker opbrengst de betrek
kelijk verminderde opbrengst van do
accijnzen op suiker en het geslacht
kan compenseeren.
Het is dus niet juist dat de verhouding
tusschen directe en indirecte belastin
gen wordt verbroken. De verhouding
wordt integendeel hersteld. K.
STADSNIEUWS.
Vereen, van Chf. Onderwijzers.
Zaterdagavond vergaderde de Afd.
„Leiden" der Vereen, v. Chr. Onderw.
in de bekende zaal in het „Nut."
Alvorens na de gebruikelijke ope
ning het woord te geVeti aan den heer
J .C. Wirtz Czn. richtte de voorz. de
heer P. Zijlstra zich tot dhr. W. om
hem hartelijk geluk te wenschen met
zijn 50-jarig jubilé, dat hij den vori-
gen dag had mogen herdenken. Was
dit in alle stilte geschied, 't leven en
werken van den jubilaris was niet zoo
verborgen gebleven. Spr. hoopte dat
dhr. W. nu hij weer hersteld is, nog
jaren de vruchten van zijn werkzaam
leven op zoo velerlei gebied mocht ge
nieten en deze afdeeling daarvan ook
mee zal mogen genieten.
De heer Wirtz, hierna het woord
verkrijgende voor zijn inleiding over
de „Vereenvoudiging van ons Taalon
derwijs" dankte eerst voor de harte
lijke woorden namens de afdeeling tot
hem gericht. Spr. zegt ook God te dan
ken voor de velerlei zegeningen in z'n
leven genoten, vooi de vruchten die
hij mocht zien, die juist ook weer ge
noeg teleurstellingen naast zich had
den, om den jubilaris aiet hoogmoedig
te maken.
Tot zijn inleiding komende, verbaalt
spr. op de hem eigen wijze, van zijn
ervaringen met het taalonderwijs in
heel verschillende deelen van ons land
opgedaan, van den invloed van het dia
lect. Vooral in verband met het laatste
licht hij met voorbeelden toe. hoeveel
werk bij het taalonderwijs bij slaafs
volgen der taalmethoden wordt nage
laten, hoeveel ook ai3 overbodig kon
worden weggelaten.
Van de tegenwoordige methoden en
van het met hand en tand vasthouden
aan, naar spr.'s oordeel, zooveel on-
noodige vormen, blijkt hij allerminst
een voorstander te zijn. Na zoowel
voor dit onderwijs als voor de correc
tie wegen te hebben aangegeven om
een gunstig resultaat te kunnen ver
wachten, eindigde de heer W. zijn met
aandacht gevolgde voordracht.
De discussie wees wel uit, dat som
migen met den spr. nogal in meening
verschilden, maar de voorz. sprak ze
ker in den geest der vergaderden, toen
hij den heer W. hartelijk dankte voor
de wijze, waarop hij dit londerwerp
zoozeer de practijk van het onderwijs
rakende, had behandeld.
Besproken werden daarna nog eeni-
ge uingen betreffende de sauk.: te
houden algemeene vergadering, waar
na de heer Zijlstra werd aangewezen
als afgevaardigde naar de „voorver
gadering" en de heer De Boer van
Noordwijk als zijn secundus.
De heer Wirtz eindigde met dank
gebed deze mooie vergadering.
Opening Instituut Kern.
Zaterdagmiddag heeft in tegenwoordig
heid van een aantal genoodigden en auto
riteiten de opening plaats gehad van het
instituut Kern, het instituut voor Indische
archaeologie, in het gebouw Gravestein,
De openingsplechtigheid ving aan met
een rede van den voorzitter, Prof. Dr. J.
P h. V oge 1, die in 't bijzonder welkom
heette J'hr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaai
als burgemeester van Leiden en als pre
sident-curator der Leidsche Universiteit
en de vertegenwoordigers van den Aca-
demischen Senaat en vervolgens dank aan
het gemeentebestuur bracht voor het af
staan van een gedeelte van dit historische
gebouw voor de huisvesting van het in
stituut, aan de Commissie van Uitvoering
van het Leidsch Universiteitsfomds, die
door een ruime subsidie een vaste finan-
cieele basis heeft verschaft aan de2e on
derneming en aan Dr. Wieder, den di
recteur van de Universiteitsbibliotheek,
door wiens hulp en medewerking uit de
Universiteitsbibliotheek een grcot aantal
belangrijke werken in bruikleen aan het
Instituut is afgestaan.
Den naam van het Instituut noemde
spreker een symbool en tevens een pro
gramma. Studie der Indische archaeologie
gebaseerd op een degelijke taalkennis, is
het doel van het instituut Kern, een s.udie
zich uitstrekkend over het geheel?- Indi
sche cultuurgebied: Voor-Indie, Achter-
Indië en Indonesië. Dat ook excursies
op nauw-verwante cultuurgebieden niet uit
gesloten zijn, ligt vcor de hand. Spr denkt
vooral aan Perzië, Tibet, Turkestan en
het verre Oosten.
Eindelijk besprak hij het doel van het
Instituut. Dat doel is tweeledig. Het wil
zijn een inrichting van onderwijs. De col
leges in de Hindoe-Javaansche en Indi
sche archaeologie zullen voortaan in dit
vertrek gegeven worden, onder gebruik
making van het aanwezige materiaal. Ver
der zullen origineele voorwerpen hier een
plaats kunnen vinden. Reeds mocht het
bestuur enkele zoodanige voorwerpen in
ontvangst nemen, waarvoor spr. den hee-
ren H. Dunlop en A. C. Tobi, controleur
B. B., hartelijk dank brengt.
Maar het instituut zal niet alleen be
doeld zijn als een seminarie voor Indi
sche archaeologie ten gebruike van stu
denten. Het bestuur hoopt, dat het zal
worden een centrum voor wetenschappe
lijk onderzoek, waar binnen- en buitenland
sche vakgenooten zich zullen wijden aan
de studie der Indische oudheden. Het be
stuur hoopt ook mettertijd jonge Neder-
landsche geleerden naar Indië uit te zen
den, om daar ter plaatse monumenten te
onderzoeken en te bestudeeren en deel
te nemen aan opgravingen.
Na Prof. Vogel voerde het woord Jhr.
Mr. Dr. N. C. d e G ij se 1 a a r, die zeide,
als burgemeester van Leiden het tot stand
komen van het instituut Kern ten zeerste
toe te juichen, omdat de roem van de
Leidsche Hoogeschool en hare instellingen
ook op Leiden afstraalt. Als president
curator der Leidsche Hoogeschool achtte
spr. de oprichting van het instituut zeer
gelukkig juist in dezen tijd van stroomin
gen waarin het Leidsche Indologische
onderwijs zoo wordt becritiseerd. Het In
stituut Kern toont thans opnieuw, hoe
veel de Leidsche Hoogeschool voelt voor
de bevolking, de geschiedenis en de oud
heden van Indië. Spr hoopt, dat het insti
tuut Kern de luister der Leidsche Hooge
school zou verhoogen en er toe zou bij-
uragca o.n d,n band tusschen Leiden cn
Indië hechter te maken.
Prof. Dr. W B. Kristensen bracht
de gelukwenschen over van den Academi-
schen Senaat. De rector-magnificus, Prof.
Mr. A. J. Blok ,was verhinderd de ope
ning bij te wonen. Spr zeide de hopen,
dat het Instituut Kern een krachtigen
steun zou worden voor het Indologische
onderwijs aan de Leidsche Universiteit.
Prof. Dr. A. W. Byvanck voerde het
woord namens *de faculteit der letteren en
wijsbegeerte. Spr. wees er op, dat de
archaeologie een steeds grooter plaats gaat
innemen bij de studie der letteren en
wijsbegeerte. Het onderwijs in de archae
ologie is echter niet wel mogelijk zonder
een instelling als het Instituut Kern. In
het begin van de 19e eeuw bestond aan
de Leidsche Hoogeschool reed? een in
stelling als het instituut Kern. Het droeg
den weidsch^ naam van Academisch mu
seum voor schoone Kunsten. Langzamer
hand is deze instelling echter opgeheven.
Slechts het Prentenkabinet is nog een
overblijfsel er van. Spr wenschte de ver-
eeniging geluk met het tot stand komen
van het instituut en hoopte dat dit ook
in de toekomst den onontbeerlijken finan-
cieelen en moreelen steun zou blijven ge
nieten.
De aanwezigen bezichtigden daarna het
instituut, rondgeleid door het bestuur der
vereeniging.
Verbod van melkbezorgen op Zondag.
Na de aanneming in de Raadsver
gadering van 22 December 1924, van
de motie van den heer Wilbrink, in
zake de bezorging van melk op Zon
dag, hebben B. en W. de commissie
voor de strafverordeningen uitgenoo-
digd een verordening in den geest van
bedoelde motie te ontwerpen. Deze
heeft aan die uitnoodiging voldaan en
legt nu bij een ontwerp-verordening
aan den Raad voor.
Daarbij wordt opgemerkt, dat de
minderheid van de Commissie in be
ginsel tegen de vaststelling van een
dergelijke verordening gekant is. Zij
stelt zich ten deze op het standpunt
ook door B. en W. in hun desbetref
fend praeadvies van 31 October 1924
ingenomen, en meent derhalve de tot
standkoming van den maatregel, wel
ke op dit punt getroffen staat te wor
den, te moeten bestrijden.
Intusschen bestaat overigens om
trent de wijze, waarop, gelet op het
gevallen votum, de aflevering van
melk op Zondag behoort te worden ge
regeld afgezien van een eenkei on
derdeel, in de commissie eenstem
migheid. Die regeling komt hierop
neer, dat het voortaan des Zondags
den geheelen dag verboden zal zijn
melk of melkproducten aan huis te be
zorgen.
Alsmede zal het verboden zijn, op
dien dag een winkel, waar melk of
melkproducten worden verkocht, voor
het publiek geopend te hebben op an
dere uren, dan van des voormiddags
7V2 tot 8V2, van 12 tot 2 en van des
namiddags 6 tot 8 uur. Voor zoover
uitsluitend voor gebruik :er plaatse
van verkoop wordt verkocht, is laatst-
gemelde bepaling uiteraard niet van
toepassing.
Ten aanzien van den melkverkoop
op Zondag wordt een uitzondering op
het verbod voorgesteld voor verkoop
op geneeskundig voorschrift.
Ten aanzien van de aanwijzing van
de gevallen, waarin melk en melkpro
ducten des Zondags wèl zullen mogen
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariel
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine adverientiën bij vooruitbetaling
van ten Hoogste 30 woorden, worden dage
lijks 'geplaatst ad 40 cent.
FEUILLETON.
De Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uit het verre Westen.
12)
Zooveel is ten minste zeker, hij stak
zijn vijandige gezindheid jegens den
zendeling en alles wat op dezen be
trekking had, niet onder stoelen en
banken.
Die vijandigheid kwam meer dan
ooit aan 't licht bij de godsdienst
oefeningen op den eerstvolgenden Zon
dag. Zij kwam misschien te sterker
door de oprecht gemeende hartelijke
instemming van Hi, die bereid was
om alles te steunen wat de Loods
maar met mogelijkheid zou kunnen
beweren.
Bill, die niets met eigen oogen aan
schouwd had, maar van Hi een opge
togen verslag had gekregen, nam voor
alsnog een afwachtende houding aan.
De billijkheid clscht echter te erken
nen, dat in Bills hart geen plaats was
voor lage afgunst, zelfs niet toen Hi
hem rondweg zeide, dat hij best nog
eens in de lew kon gaan bij deD Loods
Maar hoeveel eerbied Bill ook had
voor Hi's oordeel inzake bet balspel,
hij dacht er niet aan zijn recht prijs
te geven, om een eigen opinie te heb
ben over vragen van godsdienstigen
aard, en wachtte er zich dus wel voor
eenige bewondering te toonen, zoolang
de zendeling niet bewezen had, dat hij
in zijn ambt iets vermocht tot stand
te brengen.
De tweede godsdienstoefening ver
liep vrijwat beter dan de eerste. Het
zingen ging van harte, en onwillekeu
rig namen de mannen onder het ge
bed een eerbiedige houding aan.
Het onderwerp der preek gaf ditmaal
geen aanleiding tot tegenspraak en re
detwisting. 'tWas het verhaal van
Zacheus den tollenaar, en vertellen
was Moore's bijzondere gave. Hij slaag
de er dan ook meesterlijk in ons met
een paar flinke trekken den slimmen
bekeerden tollenaar en den trotschen
aanmatigenden, bedilzieken Farizeër
voor te stellen.
Met een gelukkige wending zag men
hen overgeplaatst naar Laag Heuvel
land, gekleed in een veedrijverskiel.
Bill was niet zoo gauw met zichzelf
eens wnt er van te denken, maai* Hi
behoefde zich niet lang te nezinnen en
beduidde zijn vriend met veelbeteeke-
nende knikjes en oogjes, dat hij in
Bruce den Farizeër herkende, natuur
lijk tot diens groote ergernis.
De prediker moet hei bemerkt heb
ben, want met een waarlijk gee9tigen
zet werd ons de Farizeër voorgesteld
als iemand, die in plaats van zelf den
schoen aan te trekken, liever onder
zoekt, of hij soms zijn buurman past.
Waarop Bill Hi met den elleboog aan
stootte en hoorbaar fluisterend vroeg:
„Zeg, vrindje, hoe smaakt je dat?"
„Zwijg toch", antwoordde Hi veront
waardigd, maar zijn vertrouwen in z'n
uitleg van de toepassing had een schok
ontvangen.
Toen Moore over den Meester ging
spreken en ons beschreef hoe Hij ver
keerd had onder zijne discipelen, kwa
men wij, toehoorders, zoozeer onder
den indruk van het gehoorde, dat on
ze harten ontroerd werden binnenin
ons. Die groote Persoonlijkheid stond
als levend voor ons in al zijn goedheid
en barmhartigheid.
Hi was er heeleiv.aal stil onder ge
werden, Bill meer verbaasd, want het
was alles nieuw voor hem, maar Bruce
scheen er door geprikkeld te worden
tot verzet. Hem was dat alles overbe
kend, en vol van herinneringen, waar
hij niet aan verkoos te denken.
Hij was dien avond dan ook buiten
gewoon twistziek, dronk veel, en ging
laat naar huis, vloekende en schelden
de op alles en allen, en op den Loods
in 't bijzonder, want Moore had heel
voorzichtig en bescheiden geprobeerd
hem tot kalmte te brengen, cn bij het
opstijgen te helpen.
„Niet veel beter dan een beest", zei
Hi, met de bedoeling den Loods een
troostwoord toe te voegen, omdat hij
den wegrijdende diep neerslachtig
stond na te kijken.
„Neen, neen, niet een beest, maar
een broeder", antwoordde hij snel.
„Een broeder? Neen boor, daar is
mijn familie nog te goed voor!" ant
woordde Hi gebelgd.
„De Meester heeft hem lief", zei de
ander ernstig.
„Kom, dat kan u geen ernst zijn. Ge
loof me, hij is nog meer met zichzelf
ingenomen, dan die ouwe zot uit den
bijbel, van straks, en mei vrijwat min
der reden."
Maar Moore zei vriendelijk: „Beoor-
woiden bezorgd, bestaat in de com
missie verschil van gevoelen.
De meerderheid meent, dat, wil men
de melkbezorging op Zondag conse
quent regelen, alleen voor ziekenhui
zen, gestichten en bakkerijen een uit
zondering op bet bezorgverbod be
hoort te worden gemaakt. Voor die in
richtingen toch kan het noodzakelijk
zijn, ctes Zondags versche melk te ont
vangen.
De meerderheid van de commissie
acht het ongewens cht, de bezorging op
Zondag ook toe te laten ten behoeve „v.
hotels, café's, restaurants en lunch
rooms. Het zou, zoo meent zij, in hooge
mate ongerijmd en onverdedigbaar
zijn, te verbieden dat op Zondag melk
bij de ingezetenen aan huis wordt be
zorgd, maar toe te laten, dat des Zon
dags de melk wordt afgeleverd aan
café's, restaurants, lunchrooms en ho
tels.
De minderheid van de commissie is
van een andere opvatting. Zij zou haar
oordeel in dezen als volgt willen weer
geven: Het doel van de melkverorde-
ning moet zijn het tegengaan van het
huis-aan-huis bezorgen der melk op
Zondag. Wanneer dat doel is bereikt,
moet overigens getracht worden zoo
min mogelijk hinder en last aan de
ingezetenen te veroorzaken. Het beoog"
de doel wordt nu niet in gevaar ge
bracht, wanneer de gelegenheid tot
melk bezorgen op Zondag, behalve ten 1
behoeve van ziekenhuizen, gestichten
en bakkerijen, ook voor hotels, koffie
huizen en melksalons wordt vrijge
laten.
BURGERLIJKE STAND.
Ondertrouwd: W. Kraal, gesch. 47 j
j. en G. Withaar, jd. 46 j; C. W. Huis
man, jm. en J. H. v d Ham, gesch: P.
G. v. Ulden, jm. 23 j. en E. Chouffour,
jd. 20 j; W. v. d. Reijden, jm. 23 j. en
C. H. Hoogkamer, jd. 22 j; A. Stik-
voort, jm. 28 j. en J. Viele, jd. 25 j;
C. Wijling, jm. 27 j. en L. Volkers, jd. 1
25 j; R. Wilschut, jm. 29 j. en M. W.
Struben, gesch. 28 j; A. J. de Tombe, j
wedr. 45 j. en E. Ferwerda ,jd. 45 j; A.
H. Winkelmolen, jm. 33 j. en J. W. 1
Schoenmaker, wed. 30 j; W. F. Zirkzee 1
jm. 22 j. en J. C. E. Laven, jd. 23 j;
C. Bleyie, jm. 24 j. en A. v d Berg, jd. i
25 j; W. C. Mooyekind, jm. 30 j. en
M .J. Rombouts, jd. 25 j; K. Pees, jm
25 j. en J. Favier, jd. 23 j; A. Hoorn
weg, gesch. 24 j. en J. Lancel, wed. 21
j; J. Ph. la Lau, jm. 26 j. en M. E. v.
Dam, jd. 22 j.
Mij. van Ned. Letterkunde.
Vrijdagavond had de Maatschappij
van Nederlandsche Letterkunde het
genoegen voor haar te zien optreden
den heer J. J. Smith, B. A., Hooglee
raar te Stellenbosch (Z.-A.)
De belangstelling voor deze lezing
was buitengewoon groot en de spreker
werd door den voorzitter Prof. Ph. S.
van Ronkel hartelijk welkom gehee-
ten. Spr. ving zijn voordracht aan over 1
de ontwikkeling van het Afrikaansch
en de vereenvoudiging van het Afri
kaansch werkwoordelijk stelsel, met
uitvoerig het ontstaan van het Afri
kaansch te schetsen.
Hoewel spr. erkent dat Zuid-Afiika
veel te danken heeft aan de Nederland
sche taalgeleerden, kan hij hun con
clusie over het ontstaan van het Zuid-
Afrikaansch niet onderschrijven.
deel hem niet te hard, Hi!" en ging
heen, waarna Hi en' Bill nog geruimen
tijd onder het genot van een borrel die
zonderlinge beschouwing bleven be
spreken. Toen zij een uur later even
eens in de duisternis verdwenen en
naar Ashley-Hoeve terugkeerden, wa
ren zij er nog lang niet over uitge
praat.
Dat was de eerste van een lange
reeks echt goede bijeenkomsten. De
toespraak was altijd hoogst eenvou
dig. Afgetrokken vraagstukken werden j
niet behandeld, daarentegen werd
steeds partij getrokken van alles wat
in die heerlijke bijbelsche verhalen op
het dagelijksche leven kon worden toe
gepast, en'dan bij voorkeur gestoken
in een kleed, voor bet Verre Westen
geschikt.
Bill en Hi hechtten zich met hun
gansche hart aan den zendeling en
trokken 9teeds zijn partij.
Eens zelfs hoorde men den laatste
triomfantelijk verklaren: ..Je zoudt
nooit een dominé in hem zien, dat is
zoo; maar hij is een beste harddraver,
en 't zal niet lang duren, of hij gaat er
als een wervelwind vandoor"
(Wordt vervolgd./