Salenwiegea
KINDERWAGENS
Gebr.BRÜNIMG
NfEUWE LE1DSCHE COURANT VAN VRIJDAG 3 APRIL 1925
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
./ETEOUDERSCRISIS TE AMSTER
DAM.
Alle wethouders bedanken.
Naar aanleiding van de aanneming
.r motie-Drabbe hebben alle Aw-
damsche wethouders ontslag geno
men.
„Be Burgemeester is voornemens
ien Baad bijeen te roepen tegen Dins-
lag 14 April ter voorziening in de be
lande vacatures."
Gemeld wordt, dat een aantal raads-
•éden, die vóór de jongste motie-Drab-
>e hebben gestemd, het voornemen
koesteren om vóór de nieuwe wethou
dersverkiezingen aan de orde zijn een
gezamenlijke verklaring in den Raad
af te leggen, waarin wordt uiteenge
zet, dat het stemmen voor die motie
beteekende afkeuring uit te spre
ken o er het beleid van B. en W. in
zake de werk verdeel ing op éen punt,
h dat daarbij geenszins werd be
de we houders of een hunner uit
hun ambt te verwijdereen.
DE WSTSOUDERSCRISIS TE
ROTTERDAM.
Gisteravond is de Raad in buitenge
wone vergadering bijeengeweest ter be
handeling van het eenige agendapunt:
benoeming van een wethouder van Fi
nanciën in verband met het aftreden
van mr. Abr. van der Hoeven.
De drie gehouden stemmingen wa
ren alle nietig, daar 35 leden hun
stemmen blanco ui :brachten.
eD heer J. ter Laan had voor
de stemming esn ve klaring afgelrgd
namens de s. a. fractie, waarin hij
trachtte aanneme ijk te maken, dat de
s. d.-leden niet anders dan blanco
konden stemmen.
Bij de eerste stemming werden uit
gebracht 40 stemmen, waarvan 1 van
onwaarde. 2 op mr. Van Aalten. 1 op
mr. Van der Hoeven en 33 in blanco.
Bij de tweede stemming werden uit
gebracht 41 stemmen, waarvan 2 op
mr. van Aalten, 2 op mr. Van dei-
Hoeven, 1 op den heer Hoebe, 1 op
den heer Coremans en 35 in blanco;
Bij de derde stemming werden even
eens uitgebracht 41 stemmen, waar
van 2 op mr. Van Aalten, 2 op mr.
Van der Hoeven, 1 van onwaarde en
36 blanco.
Aangezien dus meer dan de helft
plus een der stemmen in blanco werd
uitgebracht, waren alle drie de stem
mingen nietig.
De voorzitter, mr. dr. J. Wyte
rn a verklaarde het verloop der stem
mingen in hooge mate te betreuren.
Het ligt in zijn voornemen heden over
een week opnieuw dit punt aan de
I orde te stellen en hoopte dat er dan
eindelijk een oplossing zal komen.
Om daartoe mede te werken, zal
de burgemeester Zaterdagmorgen de
verschillende voorzitters der fracties
in vergadering bijeenroepen. Er moet
zoo besloot spr., een oplossing worden
gevonden, want zoo gaat het z.i. niet
langer.
De nieuwe commissaris der Koningin
in Gelderland,
In verband met de benoeming van
mr. S. baron van Heemstra tot Com
missaris der Koningin in Gelderland
kunnen wij nog de volgende bijzonder
heden mededeelen: mr. Schelto baron
van Heemstra is 5 December 1879 te
Hillegom geboren. Zijn vader, wijlen
baron S. van Heemstra was Tweede-
Kamerlid en burgemeester van Sas-
senheim.
Nadat de heer Van Heemstra bevor
derd was tot doctor in de rechtsweten
schappen, vertrok hij naar Indië. Aan
vankelijk was hij werkzaam bij de
hoofddirectie der Kon. Paketvaart Mij.
Later koos hij de cultures en vele ja
ren was de heer Van Heemstra lid
van de bekende cultuur-firma Tiede-
man en Van Kerchem. Hij was van
verschillende N.V.'s commissaris, even
als van de Java Bank. Eenige jaren
was hij lid van de Kamer van Koop
handel en Nijverheid in Batavia.
In 1911 trad de nieuw benoemde
commissaris te Weltevreden in het hu
welijk met mej. M. J. van Oosterzce.
Ongeveer een jaar geleden keerde hij
naar Holland terug, om zich daarna
te Genève te vestigen.
De heer Van Heemstra is de a.r.
beginselen toegedaan. Tijdeps zijn
verblijf m Indië toonde hij vooral
groote belangstelling voor het zen
dingswerk.
De Zomertijd.
Zooals we gisteren in een gedeelte
van onze oplaag reeds meldden, heeft
de Eerste Kamer gisteren het wets
ontwerp tot afschaffing van den zo
mertijd verworpen.
Onmiddellijk na de verwerping van
het ontwerp tot afschaffing van den
zomertijd heeft de. sociaal-democrati
sche fractie der Twêede Kamer een
initiatief-voorstel ingediend om de
tijd-quaestie in Nederland t© regelen
conform de denkbeelden van de meer
derheid der Tijd-commissie.
Men herinnert zich, dat de heer Vlie
gen een amendement in dien geest op
het thans verworpen wetsontwerp in
gediend had.
Men hoopt op deze wijze door een
compromis de zaak tot een goed einde
te brengen. Dit voorstel beoogt dus:
in den zomer midden-Europeesche, in
den winter West-Europeesche tijd.
De Kamerverkiezingen.
Naar de „Morgen" verneemt, heeft
Dr. Kortenhorst aan het College van
Advies bericht gezondeh, de candida-
tuur niet te kunnen aanvaarden, aan
gezien door zijn candidatuur de heer
Loerakker, een vertrouwensman der R.
IC. werklieden, van zijn plaats is ver
drongen.
Dr. Kortenhorst verklaart, dat hij
mede met het oog op de sterke verte
genwoordiging van het R IC. werkge
verselement in de Eerste K amer van
meening is, dat zijn candidatuur niet
moet worden gehandhaafd ten koste
van een der thans zittende werklieden-
Kamerleden en hij verzoekt derhalve,
hem van het Politiek Advies af te voe
ren.
Doodelijk ongeluk.
Woensdag raakte G. A. t eVierpol-
ders, door tot nu toe onbekende oorzaak
met zijn motorrijwiel in een sloot onder
bovengenoemde gemeente, met het
noodlottig gevolg, dat hij er levenloos
werd uitgehaald.
STATEN- GENERAAL.
Tweede Kamer.
Wijziging Pensioenwet 1922.
(Vergadering van. Woensdag.)
De behandeling van het ontwerp tot
wijziging van de pensioenwet wordt voort
gezet.
Het amendement van Braambeek (So
inplaats van 90 pet korting bij overschrij
ding van de laatst genoten wedde door
pensioen en nieuwe inkomsten) wordt ver
worpen met 42 tegen 19 stemmen. Art.
31 wordt aangenomen met 50 tegen 10
stemmen.
Mej.. W e st e r m a n (V. B.) klaagt over
den achterstand bij den pensioenraad. Het
gébeurt, dat men na een pensioenaanvra
ge in maanden niets hoort.
Minister C oi ij n zegt, dat de vertraging
vaak het gevolg is van niet op tijd in
zenden van de noodige stukken.
De heerenj. ter Laan (S. D.) en Ke
telaar (V. D.) betreuren het vervallen
van de herkeuring.
Artikel 32 wordt aangenomen met 43
tegen 18 stemmen.
De heer van Braambeek (S. D.)
komt op tegen de bevoegdheid van den
pensioenraad om de betrokkenen te doen
opnemen in een inrichting tot observa
tie of herstel.
Minister C o 1 ij n wijst op simulatie wel-
ke herhaaldelijk voorkomt. Aan gewetens
bezwaren tegen geneeskundige behande
ling wordt tegemoet gekomen.
De heer Mar chant (V. D.) dient
een amendement in, om de verplichting
RECLAME
RUIME KEUZE
vanaf f10.90
Wii ontvingen een groote sorteering
Merk „PATRIA"
m alle kleuren en modellen
vanaf f 36.50
NIEUWE RIJN 8-10
HOOGSTRAAT 1-2
tot het ondergaan van een geneeskundige
behandeling te doen vervallen.
Minister Col ij n wijst er op, dat het
niet mogelijk is, dat een ambtenaar an
ders behandeld zou worden dan een ar
beider.
Het amendement- Marchant wordt ver
worpen met 47 tegen .20 stemmen.
Mevr. BakkerNort (V. D.) verde
digt op het volgend artikel een amende-
inent tot invoering van een nieuw artikel
volgens hetwelk, indien een ambtenaar
of gepensionneerde ambtenaar met min
stens 25 voor pensioen geldende dienst
jaren overlijdt, zonder weduwe of wee
zen achter te laten, de minister ten aan
zien van de inwonende ongehuwde zus
ter, die zonder eenige bezoldigde be
trekking te vervullen, gedurende de laat
ste 10 jaren voor het overlijden de huis
houding heeft -waargenomen, de voor het
pensioen der weduwe geldende regelen
van overeenkomstige toepassing kan ver
klaren.
Minister Colijn vindt het volstrekt
iinconsekwent een uitzondering te maken
voor een zuster. Waarom zou men dit
pensioen niet aan een nicht moeten toe
kennen. Dit amendement valt buiten het
kader van het wetsontwerp, dat alleen
is ingediend om de verplichtingen van het
fonds te verlichten.
Als men het pensioen wil zien be
schouwd als een immertrelckende verze
kering, moet de basis der wet worden
veranderd. Het karakter der pensioen
wet verdraagt niet het beginsel, da. in
het amendement is belichaamd.
Het amendement wordt verworpen met
34 tegen 32 stemmen.
Bij art. 53 betoogt de heer v. Braam
beek (S. D.) de wenschelijkheid, om ook
door andere publiekrechtelijke lichamen
dan gemeentebesturen voorschotten te
doen verstrekken op pensioenen.
Minister Col ij n wijzigt het artikel in
den zin, als door den heer v. Braambeek
bedoeld.
De heer Van Gijn (V. B.) bepleit bij
het volgende artikel de wenschelijkheid
dat de pensioengrondslagen niet worden
vastgesteld door den pensioenraad, maar
door de organen die benoemen.
Minister C o 1 ij n brengt wijziging aan.
Het artikel wordt goedgekeurd.
De heer Rutgers (A. R.) verdedigt
bij art. 59 een amendement om de hoo-
gere goedkeuring van de voorzieningen
en regelingen van gemeentebesturen, wa
terschappen, enz. door Ged. Staten te
doen vervallen.
De heer Ke telaar (V. D.) bestrijdt
het amendement.
Minister C o 1 ij n zegt, dat men bij de
pensioenregeling te maken heeft met tal
rijke rechtsvragen en dat een toezicht
van Ged. Staten niet overbodig moet ge
acht worden.
De heer Rutgers (A. R.) wijzigt het
amendement, zooals de minister hem in
overweging gaf.
Het amendement wordt z. st. goed
gekeurd.
Bij art. 73 wordt vastgesteld een amen
dement Ketelaar, volgens hetwelk amb
tenaren worden beschouwd als ambtena
ren in den zin der wet, tenzij zij te ken
nen geven, dat zij als zoodanig niet wil
len worden beschouwd.
De heer Sur ing (R. K.) stelt een
nieuw artikel voor, strekkende de over
gangsbepalingen voor hen, die op 1, Juli
1925 een wedde genieten beneden 400
gulden ook te doen gelden voor ambte
naren, die na dien datum in hetzelfde ge
val kómen te verkeeren.
Minister Colijn neemt het over.
Bij het volgend artikel wenscht de heer
S u r i n g (R. K.) dezelfde bepaling te zien
toegepast op ambtenaren, die op 1 Juli
in tijdelijken dienst zijn en een nieuw ar
tikel in te stellen.
De Minister neemt het over.
De heer S u r i n g (R. K.) stelt voor een
nieuw artikel in te voegen waarvan de be
doeling is, dat het pensioen, zooals dit
nu verdiend is, niet zal verminderen. De
regeering heeft echter een wijziging inge
diend van dezelfde strekking. Spr trekt
daarom zijn amendement in.
Mej. Groeneweg (S. D.) verdedigt
een invoeging van een art. 0111 hun die
op 1 Juli 1925 den leeftijd van 50 jaar
bereikt hebben, nog gelegenheid te geven
om met vervroegd ouderdomspensioen te
gaan.
De Minister neemt het amendement
over.
De heer v. Gijn (V. B.) betoogt bij art
85, dat er personen zijn, die onder de
wet en onder de gemeentelijke verorde
ning vallen. Spr zou een cumulatiebe
paling voor de gemeentebesturen wen-
schen. In dien geest dient hij een amen
dement in.
Dit wordt verworpen met 39 tegen 5
stemmen.
Daar het vereischte aantal leden niet
tegenwoordig is1, wordt de vergadering
gesloten.
Uit het Sociale Leven.
Ergerlijk Machtsmisbruik.
Het Verbond van Vakorganisaties van
Hoofdarbeiders in Nederland deelt mee,
dat de firma Van Heek en Co. te En
schede in het begin van Maart den ba
zen harer fabrieken het volgende for
mulier ter teekening heeft voorgelegd:
De ondergeteekendewerkzaam
alsin dèverplicht zich
hiermede door zijn onderteekening uit
drukkelijk tegenover de firma Van
Heek en Co. te Enschede om, zoolang
hij in dienst is bij genoemde firma, geen
lid te zijn of te worden van eenigerlei
vakvereeniging of bazeuvereeniging,
onder welken naam en in welken vorm
ook, hetzij direct hetzij indirecht
staat of kan komen te sta&n tot eenige
vakvereeniging of bazenvereeniging, of
die, als vereeniging, beoogt aansluiting
onderling, in welken vorm dit ook zijn
mocht.
inclien hij lid mocht ztju van een 01
meer zoodanige vereenigmgen, verbindt
liij zich daarvoor te bedanken. Aldus
goedgekeurd en eigenhandig in duplo
geteekend te Enschede, den1925.
De Algemeene Bond vao Bazen in de
Textielindustrie is tegen deze handel
wijze opgetreden. Hij zond den llen
Maart een brief aan de firma,, en, toen
op dit schrijven geen antwoord werd
ontvangen, op 20 Maart een tweede aan
geteekend schrijven waarin de bond een
conferentie aanvroeg om het mo
deze afgedwongen verklaring te mogen
vernemen en zijn standpunt ten op
zichte van dien maatregel te kunnen
uiteenzeetten.
Ook op deze aangeteekenden brief
werd niets vernomen.
Op 27 Maart zond de Bond daarop 'n
telegram met betaald antwoord, luiden
de:
„Bevestigen aangeteekende 20 Maart.
Verzonden bericht bereidverklaring
onderhoud. Verbond Hoofdarbeiders."
Ook op dit telegram kwam geen ant
woord in, waarop het bestuur van het
V.V.H. besloot een krachtige actie aai*
te binden tegen het optreoen der firma
Van Heek en Co.
Aaa het Zoeklicht.
Leiden, 3 April 1925.
„En niemand merkt er iets van..''
Dat was naar ik in een der liberale
bladen las, de klacht van een tien
jarig meisje.
Ze had wel dansen geleerd, maar
daar hare ouders buiten woonden, had
ze nooit een „mondainen" dansavond
meegemaakt.
Ter gelegenheid van een bruiloft
ging ze met de familie naar de hoofd
stad, waar ze mee feestvierde, en
hoewel ze tijdig naar bed was ge
bracht uit nieuwsgierigheid naar
de zaal sloop waar ze muziek hoorde
maken.
Ze deed de deur op een kiertje, keek
even om een hoekje, en holde ver
schrikt weer terug, net in de armen
van haar moeder, die haar bespied
had:
O, moeder, moeder! riep ze ang
stig, daar in de zaal heb ik een me
neer gezien, die bezig is een juffrouw
dood te drukken, de muziek speelt
maar door, en niemand merkt er iets
van!
Zulk effect ik citeer nog steeds
het liberale blad maken onze mo-,
derne dansen op onschuldige kleine j
meisjes! en we schamen ons daan
niet eens voor!
Niemand merkt er iets van!
En, we schamen ons daar niet eens
voor!
En wie den moed heeft tegen zulke
beschamende en schandelijke dingen
te getuigen, wordt door het „ontwik
kelde" en „beschaafde" publiek met
den nek aangezien.
We hebben 'tver gebracht. Bescha
mend ver!
OBSERVATOR.
MENS SANA IN CORPORE SANO.
Bovenstaande woorden, aan Juvenal is
ontleend, lees en hoor ik herh&aldelijk,
aldus dr. T. Bijleveld v. Leiden in de
„Tel.". Steeds worden zij aangehaald in
dien zin, dat 't laatste voorwaarde v.
het eerste zou zijn. Onlangs nog las ik
hoe een spreker zijn gloeiend sportbe-
toog eindigde met de woorden: want
niet waar, slechts in een gezond li
chaam kan een gezonde geest wonen.
Al had Juvenalis dit nu inderdaad
gezegd (wat niet het geval is), dan zou
ieder de onjuistheid van die bewering
toch onmiddellijk kunnen doorschou
wen. Hoe menigmaal toch woont een
nobele, verheven, krachtige geest in een
zwak corpus, en hoe dikwijls heeft, om
gekeerd, een door en dooi minderwaar
dige geest een pracht-lichaam tot woon
plaats. Men haalt dan ook Juvenalis'
woorden onjuist aan, of liever, uit hun
verband, wat op het zelfde neerkomt.
De schrijver meldt (Saüra X) eerst
hoe de mensch zijn wenschen moet ma
tigen, niets aan de Goden vragen moet,
maar deze hun gang moet laten gaan,
daar zij beter weten wat wezenlijk des
menschen belang is dan de mensch
zelf; dat de mensch, gedreven door zijn
begeerten l dwaalt; terwijl de Goden;
die in de toekomst blikken dit niet
doen.
Maar, schrijft hij, wilt gij de Goden
gunstig stemmen, ten aanfcien uwer
wenschen:
Orandum est ut mens sana in corpore
sano
Fortem posce animam, moitis terrore
carentem
Qui spatium vitae extremam inter mu-
nera ponat
Naturae, qui ferre queat quoscumque
labores,
Nesciat irasci, cupiat nih.'i. et poliorea
Herculis aerumnas credat saewosbue
labores
enz.
Vraag dan een gezonden geest in 'n
gezond lichaam (en verder vrij vertaald)
een geest, die niet verontrust wordt, die
niet valt van den eenen wensch in den
anderen; diie den dood als de lae*sle wel
FEUILLETON.
De Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uit het verre Westen.
10)
„Niet voor Hem" zei de zendeling be-
1 daard Nu zette Bruce een hooge horst
en lokte een gesprek uit over waar
schijnlijkheden en onwaarschijnlijkhe
den, over het ontstaan van de zonde
en den vrijen wil, totdat de zendeling
j volgens Bill als een vos in de klem
I zat. De arme vrouw Muizert zag rood
van ergernis en trachtte haar man te
overreden om heen te gaan. Gelukkig
ënagde er onverwacht hulp op en wel
van. een kant, vanwaar men ze aller-
nst zou verwacht hebben, 't Was Hi,
ie eensklaps riep: „Allee, Bill, be-
r.ar je grappen voor later; en Bruce,
hou jij je wijsheid maar voor je en
:eof den man een kans om er zich
c-er uit te werken 1"
Ja, ja! Dat is niet meer dan bil
lik! Ga door!" weerklonk het van alle
knniejn.
De zendeling, die van 't hoofd tot de
n beefde en er zeer betiokken
;;it. g, wierp Hi een dankbaren blik
l.ü en zei; „Ik vrees dat er vele din
gen zijn, die ik niet verklaren kan,
en in 't redetwisten ben ik geen mees
ter."
Sommigen riepen: „Dat doet'er niet
toe! Ga door! Wij luisteren! Zeg wat
je te zeggen hebt!" maar hij ant
woordde: ,Mij dunkt, wij moesten nu
eindigen met gezang."
Zijn eerlijkheid, bescheidenheid, en
beleefde manier van spreken, namen
ieder voor hem in, zoodat allen uit
volle borst meezongen:
Niets is, o Oppermajesteit,
Bedekt voor Uw alwetendheid.
In het nagebed werd zijn stem vas
ter en herkreeg hij zijn zelfbeheer-
sching. De woorden waren heel een
voudig en de beden grootendeels om
licht en kracht.
Na ook hen aan God te hebben op
gedragen, „die, schoon ver van ons
verwijderd thuis aan ons denken en
voor ons bidden en ons nooit verge
ten", was deze zonderlinge godsdienst
oefening afgelocpen.
Zoodra de zendeling de kamer had
verlaten, werd het gebeurde druk be
spoken.
Hi Kendal vond, dat de Loods niet
goed behandeld was en veegde er ter
verduidelijking bij, dat hijzelf, als hij
bezig was een 9tier t© jagen, h>*
ellendig zou vinden, als iemand, die
er geen verstand van had, er zich
mee ging bemoeien, zooals Bill straks
met den Loods had gedaan.
Maar Bill bleef bij zijn gevoelen,
dat het verhaal van dat picnic hem
te kras was.
Bruce probeerde intusschen don
Prins in een woordenstrijd te wikke
len over natuurlijke en bovennatuur
lijke dingen. Maar de Prins weigerde
hardnekkig zich te laten meetroonen
naar een gebied, waar hij zichzelf ee a
vreemdeling gevoelde.
Hij voor zich wou liever een kaartje
leggen, als Bruce er niet tegen had;
en zoo ging de avond voorbij met
vriendschappelijke theologische be
sprekingen tusschen Hi en Bill in een
afgezonderd hoekje, terwijl de anderen
voor t meerendeel zich met dobbelen
onledig hielden.
Toen de zendeling eindelijk terug
keerde, waren nog slechts enkele be
zoekers aanwezig, onder hen de Prins
er. Bruce, welke laatste voortdurend
dronk <1. veei geld verloor.
De tegenwoordigheid van den zen
deling scheen hem te ontstemmen,
zoodat hij nog roekeloozor werd dan
eewoonlijk en bij ieder verlies de af
schuwelijkste verwenschingen uit
braakte. De zendeling stond in de open
deur en zag omhoog naar den avond
hemel, zachtjes neuriënde: Niets is, o
Oppermajesteit, bedekt voor Uw alwe
tendheid.
Het duurde niet lang, of de Prins
viel hem onwillekeurig bij en secon
deerde binnensmonds.
Nu kon Bruce zich niet langer in
houden. „Hoe heb ik het met je?"
schreeuwde hij hem toe. „Wij zijn
toch niet op een bidstond, zou ik den
ken?"
De Prins hield op met neuriën, keek
Bruce onderzoekend aan en vraagde:
„Wat heb je toch? Scheelt er iets
aan?"
„Of er wat aan scheelt?" hrulde
Bruce. „Ik begrijp niet wat gezangen
zingen te maken heeft met kaartspel!"
„O, is het dat? Neem me niet kwa
lijk. Zat ik te zingen?" en na een
oogenblik zwiigens liet hij er op vol
gen: „Je hebt gelijk. Zeg, Bruce, wij
moesten liever uitscheiden. Je bent
vanavond -wat zenuwachtig", en koel
bloedig zijn winst opstrijkend schoof
hij de kaarten bijeen.
Met een vloek stond Bruce op, nam
nog ean borrel en waggelde naar bui
ten om zijn paard te halen. Kort daar
na hoorden wij hem wegrijden in deh
donkeren nacht, nu eens luidkeels en
kele regels zingende van dienzelfden
psalm, dan weder akelig vloekende.
Het gelaat van den zendeling was
vaalbleek geworden. Dit was alles zoo
nieuw voor hem en vervulde hem met
afgrijzen.
„Kan hij zonder ongeluk thuisko
men?" vraagde hij den Prins.
„Wees maar gerust, jonkman", ant
woordde deze koel en hoog. „Hij zal
zijn weg wel vinden."
De van nature zachte, droomerigo
oogen werden hard en flikkerden on
heilspellend. Hij zag den Prins strak
aan en zeide: „Neen, ik ben er niet
gerust op, maar gij moest nog veel
ongeruster zijn, dan ik."
„Zoo?" zei de Prins, de wenkbrau
wen optrekkend; en met een medelij
dend glimlachje het jeugdige ernstige
gelaat tegenover hem beschouwende,
voegde hij er bij: „Ik geloof anders
niet, dat ik om uw opinie gevraagd
heb."
„Als hem iets mocht overkomen,
zal ik er u grootendeels aansprake
lijk voor stellen", antwoordde de zen
deling moedig.
(Wonit wsrvofgdjl