WOENSDAG 18 MAART 1925
i
Nieuwe Leidsche Courant.
TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
Onze Kieswet.
De Nederlander wijst er op, dat van
alle kanten de aandacht der regeering is
gevestigd op eene onrechtvaardigheid,
welke voortvloeit uit onze Kieswet, die
inderdaad ernstig is ?n op welker weg
neming moet worden aangedrongen.
Een der grieven tegen het vroeger-aan
vaardde meerderheidsstelsel met district
indeelihg. bij de Kamerverkiezing, zegt
het blad, was deze: dat een kleine groep,
die bv. over het geheele land 2 pet. of
zelfs 5 pet. der kiezers tot zich trok, en
dus, naar evenredigheid, recht had op
2 of 5 zetels, toch, als regel, geen zertel
verkreeg; want haar kiezers, over het
gansche land verspreid, stelden haar
niet in staat, in een der 100 districten de
meerderheid te behalen.
Aan deze onrechtvaardigheid is door
•het invoeren der evenredige vertegen
woordiging een eind gemaakt. Al be
haalt een partij over het gansche land
slechts juis 1 pet. van het totaal stem
men aantal, dan heeft zij voor dat 1 pc-t.
haar vertegenwoordiger in de Kamer.
Maar wat bepaalt tot heden de wet?
Als een.partij over het gansche land niet
eens 1 pet. ,van het aantal stemmen op
zich vereenigt, doch slechts 0.75 dier
stemmen, dan kan voor die 0.75 pet. een
zetel worden verkregen. Dit is onrecht
vaardig. Er zijn 100 Kaemrleden; dus
geeft 1 pet. van het totaal stemmental
recht op een zetel; maar de partij, die
minder dan 1 pet. op zich vereenigt, en
toch een zetel verkrijgt, ontvangt meer
dan haar toekomt. Dit is niet recht en
moet verdwijnen.
Er is nog een tweede onrechtvaardig
heid. Gesteld een partij verkrijgt 1.4 pet.
van het totaal stemmental. Zij verkrijgt
clan 1 zetel, maar het geluk kan haar
dienen, dat zij voor het overschot van 4
pet. nog een restzetel verwerft Deze
partij neeft dan gemiddeld een zetel van
0 7 pet. van het totaal stemmen-aantal.
Ook dit is niet toelaatbaar. Kegel moet
zijn en blijven, dat voor elke 1 pet. van
het totaal-stemmental een zetel verkre
gen wordt, en niet voor 7 pet. of 75 pet.
van dit stemmental.
Nu zij erkend, dat absoluut vasthou
den aan de 1 pet. niet mogelijk is, om
dat altijd een aantal stemmen verloren
gaat aan allerlei avontuurlijke groepjes
buiten de geordende politieke partijen.
Maar de wet moet dan tenminste zoo
dicht mogelijk bij de 1 pet. blijven. Daar
om juichen wij ten zeerste toe het voor
stel, blijkbaar van verschillende zijden
der Kamer gedaan, dat althans zoo
wel bij de eerste toekenning der zetels
als bij toekenning van restzetels voor
het verkrijgen van een zetel noodig zal
tzijn, dat het stemcijfer der groep, in to
taal of gemiddeld, per toegekenden zetel,
niet dale beneden 0.9 pet. van het totaal
stemmental, d.i. beneden 90 pet. van den
kiesdeeler.
Bij vaststelling van zoodanige regeling
lovl eene onrechtvaardigheid zijn weg
genomen en zou, aan groote en kleine
partijen naar gelijken regel, recht wor
den gedaan.
Bij de baar van Ebert.
Ds. J. Gispen schrijft in De Bazuin,
in een Brief naar Jeruzalem o.m.
„Is uw aandacht ook gevallen op en
'kele eigenaardige dinger! bij de begra
fenis van den eersten Duitschen Staats
president? Bij zijn kist in de doodenka
mer stonden vief officieren als stand
beelden. Bij zijn graf bad een predi-
j kant het „Onze Vader" en toen de kist
J in het graf stond speelde de muziek in
I een langzaam tempo de nationale hym
ne: „Duitschland boven alles".
Bewijst dit alweer niet, dat ook bij
de socialisten de natuur stérker is dan
de leer? Daarom heb ik me aan die
dingen niet geërgerd, maar zei ik al
leen zachtjes tot mezelf: daar heb je
het weer! Juist dat staan als stand
beelden van militairen bij plechtige ge
legen-heden is van de zijde der socialis
ten altoos met zoo scherpe afkeuring
als menschonwaardlg en militairis-
tisch gehoond.
Hoe bespottelijk wordt i ndie krin
gen al dat militair gedoe niet voorge
steld. Het stram militaire werd be
schouwd als het inbegrip van het kei
zerlijk bewind. Hoe wordt door de so
cialisten het bidden voorgesteld als ei-
gonlijk het domste, wat een mensch
doen kan en is het liefste wat 'n soci
alist doet niet den lof bezingen van de
Internationale? In dat laatste zit toch
de groote kracht van de Partij.
En ziet, bij de begrafenis van den hoog
ste onder de Duitsche socialisten
klinkt het lied, dat in en na den oor
log van zoovele kanten het Duitsche
volk zoo kwalijk genomen is en wordt
de bede gehoord: Uw koninkrijkkome.
Wat zijn er toch een groot aantal in-
consekwenties op te merken in het
menschelijk leven en, ik durf het bijna
niet hard op te zeggen, hoe gelukkig is
dat toch. Het leven zou geen leven zijn
wanneer de ijzeren wet der consekwen
tie de alleenheerschappij bezat. Daar
om is ware levenswijsheid zoo verba
zend moeilijk, 't Zijn niet alleen rech
te lijnen, waarlangs het leven van ons
zelf en van onze medemenschen gaat.
Telkens doet zich een kromming voor
en dat is in veler oogen haast een,mis
daad.
Gelukkig daarom alleen is het men-
schenhart, dat heeft leeren rusten in
God. Dat hart is sterk en toch kinder
lijk. Dat hart voelt zoo diep d$ betrek
kelijke waarde van alle voorbijgaande
dingen en hoopt onder en niettegen-
epjeiï aTfftpiepeA ep do sap-e apneas
Geds."
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Olst, A. J. A. Scholte
te Borger. Te Oost- en West-Graftdijk
(toez.), J. E. Steenbakker Morilyon Loy-
sen, hulpprediker te Uithuizen.
Bedankt: Vc«oar Batenburg (toez.), en
voor Wadenoyen, cand. E. J. Mulder te
Baarn. Voor Zwaagwesteinde (toez.), H.
Guittart te Oosterhaule c.a. Voor Wir-
dum, H. H. Schipper te Willemsoord.
GEREF. KERK.
Tweetal: Te Buitenpost. Dr. C. J.
Goslinga te Oosrhem en J. F. van Hul-
steijn Jr. te Middelstum. Te Ulrum, R.
de Jager te Nunspeet en S. Neerken te
Schoonoord.
Beroepen: Te Blokzijl. Cand. W.
Tom te Hilversum. Te Reitsum, H. R.
Pel te Stadskanaal (Pekelderweg).
Bedankt: Voor Niezijl, J. S. Schaafs-
ma te Gasselter Nijeveen.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Ridderkerk, B. van
Neerbos te Terneuzen.
BAPTISTENGEMEENTEN.
Beroepen: Te Nieuwe-PekelQ. -
Bouritius te Workum.
Toorop's Driekoningenraam.
In het verslag van de vergadering van
den Bijzonderen Kerkeraad der Nederl.
Herv, Gemeente te Utrecht lezen wij:
„In antwoord op een schrijven van het
Uitgebreid Comité van Actie tegen het
Toorop-raam en tegen de heerschende
wantoestanden in de Ned. Herv. Gemeente
te Utrecht, waarin allerlei bezwaren wor
den uitgesproken tegenover kerkeraads-
leden, die op last van den Kerkeraad hen
voor zich hebben doen doen komen en
hen hebben vermaand met hun onheilig
gedoe op te houden, besluit de kerkeraad
aan deze gemeenteleden te antwoorden,
•dat hij met groot leedwezen heeft opge
merkt, dat uit dit schrijven een gansch
andere geest naar voren komt, als na de
vermaning van het Moderamen verwacht
mocht worden. De kerkeraad betreurt dit
ten zeerste en al is de nfeening der leden
verschillend over de zaak, waarover het
in eerste instantie gaat, men is hierin een
stemmig, dat men geen woorden kan vin
den om uit te drukken, hoezeer veroor
deeld moet worden de wijze, waarop dit
Comité meent actie te mogen voeren.
Met algemeene stemmen wordt besloten
den leden van Het Comité ernstig onder
het oog te brengen, dat het zóó niet kan
voortgaan en dat zij Kun manier van
handelen hebben te veranderen of te
staken".
Zent&Lngsfeest fe Voorschoten.
Als sprekers op het Zendingsfeest den
2den Pinksterdag a.s. door de Voorscho-
tensche Herv. Zend.-vereeniging te hou
den op het landgoed „Raaphorst" van
H. M. de Koningin onder Wassenaar zul
len als sprekers optreden de heeren Ds. H.
P. Fortgens te Voorschoten; Prof. Dr.
Th. L. Haitjema te Groningen; H. v. d.
Klift, zendeling met verlof te Bussurn; Ds.
J .Nauta Az. te Katwijk aZee en Dr. J.
Riemens te Leiden.
Een consciëntie kreet.
De Raad der Geref. Kerk van Vorden,
heeft verleden week Zondag in de beide
godsdienstoefeningen, de navolgende ver-
rnaning van den kansel doen voorlezen:
„De Kerkeraad het betreurend, dat nog
steeds in sommige huisgezinnen onzer ge
meente z.g.n. neutrale dagblad-Iectuur
wordt aangetroffen:
bij vernieuwing voor eenige dagen ge
leden kennis genomen hebbend van de
voor onze Christelijke beginselen zeer ver
derfelijke strekking, die uitgaat van het
geen telkens te lezen staat in de Courant
die den naam van onze burgerlijke ge
meente draagt, in welk blad ook de adver-
tentiën voorkomen, te schandelijk om van
deze plaats te noemen, t:n aanzien van de
zonde tegen het yde gebod, heeft in zijn
vergadering van 6 Maart j.l. met algemee
ne stemmen besloten, de leden der ge
meente ten ernstigste op het hart en het
geweten te binden, de noodzakelijkheid
om dergelijke, de goede leer en de goede
zeden ondermijnende lectuur, volstrekt uit
de huizen te weren en geweerd te houden,
en bidt de gemeente de genade Gods toe,
om, rekening houdend met den conscien-
tiekreet van den kerkeraad, met een ge
rust hart te kunnen bidden, voor zichzelf
en voor hare kinderen: „Heere, leid ons
niet in verzoeking, maar verlos ons van
den booze".
Een leerstoel voor hoemoeopathie.
Uit betrouwbare bron verneemt „De
Dokter in Huis", dat er zeer ernstig over
het verkrijgen van een leerstoel in de
homoepathie in Nederland beraadslaagd
wordt. Indien de voorteekenen niet be
driegen, meent dit blad binnenkort mede-
deeling te kunnen doen, dat de door ve
len gekoesterde wensch een feit zal zijn
"geworden. i
Vrije Universiteit en Tooneel.
Naar aanleiding van wat hieromtrent
door de N. R. Crt werd gemeld (zie
ons no. van Zaterdag j.l.) schrijft Dr.
Geelkerken aan dit blad:
„De plannen, waarvan in bedoeld be
richt sprake is, n.l. die voor de viering
van het a.s. lustrum der Vrije Univer
siteit door het Studentencorps aan die
Universiteit waren, als gebruiker1:, ont
worpen in een gezamenlijk overi g van
den Senaat van het Corps, een commissie
uit de studenten (Lustrum-commissie) en
een commissie uit de oud-studenten (Re
ünie-commissie). Als lid van laatstgenoem
de commissie dus niet als reünist Zon
der meer woonde ik, op uitnoodiging
van den senaat, de Corpsvergadering bij,
waarin de eenparig gedane voorstellen
zouden worden behandeld, en als zoo
danig nam ik' ook aan de discussie
daarover en de verdediging daarvan deel.
Unaniem was door de drie bovenge
noemde colleges voorgesteld, bij de lus
trum-viering van dit jaar onder meer ook
weder, gelijk vroeger, een tooneelvoor-
stelling te doen plaats hebben. Echter was,
als compromis, waarbij men eener-
zijds het verwekken van nieuwe onrust
bij een deel van het Gereformeerde volk
wilde voorkomen, doch anderzijds wilde
handhaven, de aloude, ook aan de Vrije
Universiteit steeds erkende en verdedigde
vrijheid der studenten om „ludï scolares"
te houden, voorgesteld ditmaal op een
gezelligheidsavond, o.a. een tooneelstukje
te geven in den streng besloten kring van
uitsluitend reünisten en studenten, ter
wijl bovendien het op te voeren stuk ter
keuring zoS worden voorgelegd aan den
academischen Senaat.
Dat niettemin zelfs dit compromis-voor
stel geen meerderheid verwerven mocht,
wordt m.i. naar zijn moreele beteekenis
alleen dikn zuiver beoordeeld, wanneer
men er rekening mede houdt: ie. da: bij
de discussie niemand principiëel be
zwaar bleek te hebben tegen het opvoeren
van een tooneelstuk als zoodanig; ook
niet Mr. H. Bijleveld, die als reünist toe
gang tot de vergadering had verzocht en
verkregen en het voorstel bestreed; 2e.
dat tegen de opvoering ook dit jaar door
de novieten van een tooneelstuk zicK
geen enkele stem verhief, integendeel;
3e. dat de beslissing met 66 tegen 59
stemmen viel, zoódat reeds het uitbren
gen door vier der aanwezigen van hun
stem in tegenovergestelden zin de be
slissing juist- andersom had doen nemen.
Tenslotte; van een advies der hoog
leeraren, waarin het houden van een too-
neelvoorstelling zou zijn ontraden gewor
den, maar dat eerst na afloop der ver
gadering zou zijn ingekomen,, als waar
van uw berichtgever gewaagde, is mij
niets bekend, en, gelijk mij bij onder
zoek bleek, ook niets bekend ter plaatse,
waar zulk een advies dan toch zou- moe
ien. ontvangen zijn.
Het Java-Comité Zeventig jaar.
Hoewel eerst ter gelegenheid van de as.
jaarvergadering het" zeventigjarig bestaan
officiëel zal worden herdacht (omdat in
de gewijzigde statuten van 1904 is vast
gelegd, dat de jaarvergadering in No
vember moet worden gehouden), toch mag
wel met een enkel woord worden her
innerd aan het feit, dat het Java-Comité
op 24 Maart a.s. 70 jaar zijn arbeid in
den Naam des Heeren heeft mogen ver
richten.
Aanvankelijk was het Java-Comité een
Nederlandsche af deeling van. het in 1851
opgerichte Genootschap voor In- en Uit
wendige Zending te Batavia, en toch ook
een der zijtakken van de Vereeniging tot
Verbreiding der waarheid te Amsterdam.
Was het Java-Comité enkel een collec-
teerende Afd. van genoemd genootschap
in 1861 aanvaardde het den zendingsar-
beid onder de Bataks; in 1880 begon,
met de uitzending van Dr. J. P. Esser,
het werk onder de Madoereezen op Oost-
Java, welk werk zich ten tijde van Br.
v. d. Spiegel eigenlijk splitste, want was
van der Spiegel uitgezonden om den door
Dr. Esser aangevangen arbeid onder de
Madoereezen in het noordelijk deel van
de residentie Besoelti voort te zetten, later
kreeg hij ook de zorg voor de Javaan-
sche Gemeenten, die in het Zuidelijk deel
ontstonden. De zich daar vestigende Ja
vanen waren bijna alle uitzwermelingen
van de omgeving, deze in breeden zin
genomen, van Modjowarno, een der hoofd
posten van het Nederl. Zendelingsgenoot-
schap. Het N.Z.G. kon de „uitzwermende"
Christenen moeilijk verzorgen, en zoo nam
het Java-Comité het op zich, onder deze
mecschen den arbeid voort te zetten. Wij
mogen dankbaar zijn, dat het Java-Co
mité zich dit deel van den arbeid kon
aantrekken, want daarop rustte rijke ze
gen. Niet alleen groeide het aantal Chris
tenen, maar ook het aantal gemeenten.
Met het ook op deze Gemeenten werd
Br. O. Dedecker als zendeling onder de
Javanen uitgezonden, en dan zou Br. v.
d. Spiegel zich weder aan de Madoeree
zen kunnen wijden. God nam echter Br.
v. d. Spiegel weg, juist toen Br. Dedecker
gereed stond naar het Zendingsveld te
vertrekken. Het doel werd dus niet be
reikt, want nu stond andermaal één zen
deling voor den arbeid onder twee, zoo
geheel verschillende volken.
Het stemt het Bestuur tot blijdschap,
dat, naar wij hopen binnenkort, ander
maal een jonge zendeling tot den arbeid
onder de Madoereezen zal worden afge
vaardigd.
Komen wij later op ons jubileum terug,
wij meenden aan den stichtingsdag te
mogen herinneren en onze innige bede is,
dat God ons" zegene, om in het 70ste
levensjaar van ons JavaComité te kunnen
getuigen van rijke zegeningen op elk on
zer zendingsvelden, en ook te danken
voor de hervatting van den zendingsarbeid
onder de Madoereezen.
En nu willen wij eerlijk zijn, en zeggen,
dat wij, als wij ons jubileum zullen vie
ren, gaarne verblijd zullen worden door
tfele „feestgaven", die ons in staat zullen
stellen om den arbeid, vooral onder de
Madoereezen, eenigszins uit te breiden.
Intusschen hebben wij zorg in het he
den. Voor ons tekort werd heel weinig
ontvangen en voor onze gewone uitgaven
werd in de laatste maanden te weinig ont
vangen. De zorgen werden dus grooter.
Nu komen wij u weer vriendelijk vragen:
helpt ons een weinig. Hoe zeer zou het
ons verblijden, als er een groote stroom
van girobiljetten kwam, met kleinere en
grootere gaven. Gaarne rekenen wij op
onze vrienden en vriendinnen en zéggen
bij voorbaat hartelijk dank, terwijl wij niet
nalaten den Heere te bidden, dat Hij Zija
zegen over elke gave moge gebieden.
Namens Het Bestuur v. h. Java-Comité,
Ds. T. BUENK. Voorzitter.
G. KREYENBROEK. Penn.
H. DUIJKER, Secretaris.
DEPUTATENVERGADERING.
Het Centraal Comité van A R. Kies-
.vereenigingen en Prov. Comité's opge
roepen tot een Deputatenvergadering
welke D.V. gehouden zal worden op
Donderdag den 23sten April e.k. in het
gebouw Tivoli te Utrecht.
De vergadering zal aanvangen te 11
uur. De toegang van de zaal zal geo
pend zijn te 10 uur.
De opgave van de namen der afge
vaardigden moeten uiterlijk voor
Woensdag 1 April e.k. bij het Bureel
van het Centraal Comité, Dr. Kuyper-
9traat 5 te 's-Gravenhage zijn ingeko
men.
Hierbij zij herinnerd:: 1. aan het be
paalde in art. 6, dat aldus luidt: „De
vertegenwoordiging van de aangeslo
ten kiesvereeniging in de vergadering
der Deputaten heeft plaats gehad naar
den regel, dat voor 50 of minder leder
slechts 1 afgevaardigde, voor 51 tot
100 twee, en vooï* elke 100 daarboven
telkens 1 afgevaardigde meer optrede
„Elke plaatselijke kiesvereeniging
vaardigt naar de Deputatenvergade
ring af, onverschillig of de gemeente
waar zij gevestigd is slechts een dee'.
van een kiesdistrict vormt, of ook
meer dan een kiesdistrict omsluit.
„Indien meerdere gemeenten tot een
zelfde district behooren, verkiezen de
plaatselijke kiesvereenigingen samen
een centrale, dat is een districtsbe-
stuur, zie art. 31. In gemeenten var
één disrict is bet bestuur van de plaa
selijke kiesvereeniging zelf centrale o
ditsrictsbestuur. En in geval de ge
meente meerdere kiesdistricten inslui
heeft elk district een centrale of dis-
trictsbestuur, en hebben bovendier.
alle districten samen een bondsbestuur.
„In districten van meer dan één ge
meente, vaardigt elke plaatselijke kier
vereeniging naar den zin in dit artikel
aangewezen maatstaf ter Deputaten
vergadering af, en bovendien het dis-
trictsbestuur nog één lid. In gemeen
ten, dié zelve een geheel district uit
maken, vaardigt evenzoo ter Deputa
tenvergadering de kiesvereeniging af
naar den boven aangegeven maatstaf,
en het districtsbestuur zelf evenzoo
één lid. En in de gemeenen, die uit
meer dan één district bestaan, vaar
digt elk district af naar den regel in
de eerste zinsnede van dit artikel be
paald, elk districtsbestuur of centrale
bovendien één lid, ep tenslotte ook het
bondsbestuur één lid";
en 2e. dat bij de opgave van afge
vaardigden moet gevoegd een opgave
van het ledental der kiesvereeniging.
Niemand mag in de vergaderzaal of
op de galerij komen, dan voorzien van
een afgeteekende toegangskaart.
Zij, die het woord wenschen te voe
ren moeten hun naam schriftelijk aan
den Voorzitter opgeven en om te spre
ken plaats nemen op het platform,
daar wegens de grootte der zaal alleen
van een aan te wijzen plaats op het
platform zal mogen gesproken worden.
Anti-revolutionairen, leden der Sta-
ten-Generaal of Staten Provinciaal, en
leden van het Gemeenteraadscollege,
het College van Gemachtigden en de
Commissie voor de Financiën, die de
vergadering verlangen bij te wonen,
wordt verzocht, hun verlangen vóór 1
April e.k. te doen kennen aan het Bu
reel. Den Redacteuren van bij het Cen
traal Comité aangesloten nieuwsbla
den, die gebruik wenschen te maken
van de hun bij art. 36 le lid toege
kende bevoegdheid, wordt verzocht
insgelijks vóór 1 April e,k. aan den
daarvoor gestelden eisch te willen vol'
doen.
FEUILLETON.
In 's levens branding
(Uit het Engelsch)).
64)
In het begin van Maart zag ook zijn
lboek het licht. „Bij Elim's bron" was
I de titel, dien hij er aan gaf. Zijn moe
der had hem gevraagd het zoo te wil
len noemen, en hij had den moed niet
haar dit verzoek te weigeren, want hij
zag thans maar al te duidelijk dat zij
spoedig van hem zou worden wegge
nomen.
Hij had er nooit spijt van, dat hij
haar in dezen haar zin had gegeven,
hoewel de titel er toe bijdroeg om het
boek te dooden.
Hij vergat nooit den avond, waarop
hij het eerste exemplaar van den uit
gever ontving. Gedurende één heerlijk
uur, tenminste, dacht hij noch aan de
critiek, noch aan het publiek. Het was
zijn boek, zijn geesteskind, ti ;i
I jonge moeder kon haar eerstgeboren
i met meer teederheid hebben gelief
koosd, als hij het dit roode boekje
deed.
Hij twijfelde er geen oogenblik aan.
of het zou het land stormenderhand
innems* Eer öe week uit was. zou
heel Londen er over praten. Hij ver
wachtte er groote stapels van te zien
voor het venster van iederen boekver-
kooper, terwijl zijn naam op ieders lip
pen zou zijn.
Helaas, van al die schoone verwach
tingen kwam niets. Het groote Lon
den nam in het geheel geen notitie
van zijn boek en ook daar buiten werd
het weinig of niet verkocht.
Toen Douglas zijn boek naar harte
lust had geliefkoosd, gaf hij het zijn
moeder in handen. Zij had nu sedert
verscheidene dagen het bed niet ver
laten en zij stelde bijna evenveel be
lang in de verschijning van het boek
als hijzelf.
„Ik zal het van nacht onder mijn
kussen leggen," zeide zij.
„Ja, moeder?"
„En ik zal bidden, dat het even ge
nezend en verfrisschend moge zijn
voor de duizenden die het zullen le
zen, als Eüm's water was voor de
oude Israëlieten."
„En kus mij jiu goeden nacht, want
ik zou gaarne een lange nachtrust heb
benj om morgen frisch te zijn voor uw
boek."
Hij kuste haar dus, niet ééns maar
driemaal. "Toen ging hij naar boneden
en schreef cot middernacht.
Het was stil m hv.is, toon hij zacht
naar boven liep. Hij bleef een oogen
blik staan aan de deur zijner moeder
en ging toen naar zijn eigen kamer.
Den volgenden morgen werd hij
heel vroeg door juffrouw Lukas ge
wekt.
„Kom gauw in de kamer uwer moe
der," riep zij hem toe.
„Wat is er?" antwoordde hij, uit bed
springende.
„Ik weet het niet," luidde het ant
woord van halverwege de trap.
Hij vond zijn moeder liggende alsof
zij sliep. Zijn beek lag op haar hart,
en haar handen waren gevouwen.
Hij sprak tot haar, maar zij ant
woordde niet. Hij raakte haar handen
aan, zij waren ijskoud. Hij bracht zjjn
oor vlak aan haar mond, maar zij had
opgehouden adem te halen. Het boek
was geopend, doch zij ontwaakte niet
om het te lezen.
HOOFDSTUK XXVL
Een oude, cude geschiedenis.
Het li^ep tegen het einde van April.
Douglas wandelde in diepe gedach
ten verzonken, door een der parken
Ronduit gezegd, zijn boek werd niet
va:*kocht, en hij tobde er over, niet dat
bij geldgebrek had of dorstte naar
roem; maar hij verlangde gelezen te
werden, en liet stelde ham teleur, dat
het lezend publiek zoo onomwonden
toonde, zijn werk niet op prijs te stel
len.
De weinige bladen, die het hadden
opgemerkt, hadden het tamelijk goed
beoordeeld. Ja, zelfs door een paar re
censenten was het uitbundig geprezen.
Maar het meerendeel der bladen en
tijdschriften had er geen notitie van
genomen. Hij was een onbekend man;
zijn naam zeide niets tot den vermoei
den recensent. Hij zou zijn tijd moeten
afwachten. Als hij zijn sporen ver
diend had, zou hij het misschien be
leven, dat er ellenlange artikelen aan
zijn boeken werden gewijd. Tot dien
tijd zou hij zijn ziel in lijdzaamheid
moeten bezitten, en de weinige waar
deering, die thans zijn deel was, dank
baar aanvaarden.
Maar waar hij nog meer over tobde
was, dat de menschen, die het boek
gelezen hadden, zich klaarblijkelijk
niet de moeite hadden gegeven er over
te spreken. Zijn boek had niet „ge
pakt."
Hij vroeg zichzelf af, of er zelfs wel
iemand zou zijn, die hét gelezen had.
De boekhandel en de leesbibliotheken
hadden voor een zeker aantal exem
plaren ingeteekend, doch hij was er
niet zeker van, dat eenig boekverkoo-
per in Londen een exemplaar verkocht
had. Het was gemakkelijk genoeg een
boek uit te geven, maar niemand kon
het publiek dwingen het te koopen of
te lezen.
De uitkomst zou niet zulk een groote
teleurstelling voor hem geweest zijn,
indien hij er niet zulke hooge ver
wachtingen op had gebouwd. Het ge
laat van Floss Gresham had hem voor
den geest gezweefd, al den tijd, dat hij^
het geschreven had. Haar woorden
hadden hem voortdurend in de ooren
geklonken: „Ge zult nog iets groots
tot stand brengen." Hij had zich voor
gesteld, dat het arme ongewaardeerde
boek. hen op de een of andere wijze
bijeen zou brengen en nu liepen al zijn
verwachtingen op teleurstelling uit.
Plotseling hief hij zijn gelaat op,
daar iemand het pad kwam afgeloopen
waarop hij zich bevond. Een oogen
blik later stonden hij en Floss Gres
ham van aangezicht tot aangezicht te
genover elkaar. Hoe dikwijls had hij
zich een dergelijke, ontmoeting voor
gesteld en zelfs reeds in gedachten
een kleine toespraak klaargemaakt,
die hij bij die gelegenheid zou afste
ken. En thans, nu hij in werkelijkheid
voor haar stond, kon hij geen woord
uitbrengen.
(Wordt vervolgd).