WOENSDAG 18 MAART 1925 i Nieuwe Leidsche Courant. TWEEDE BLAD. Wat de bladen zeggen. Onze Kieswet. De Nederlander wijst er op, dat van alle kanten de aandacht der regeering is gevestigd op eene onrechtvaardigheid, welke voortvloeit uit onze Kieswet, die inderdaad ernstig is ?n op welker weg neming moet worden aangedrongen. Een der grieven tegen het vroeger-aan vaardde meerderheidsstelsel met district indeelihg. bij de Kamerverkiezing, zegt het blad, was deze: dat een kleine groep, die bv. over het geheele land 2 pet. of zelfs 5 pet. der kiezers tot zich trok, en dus, naar evenredigheid, recht had op 2 of 5 zetels, toch, als regel, geen zertel verkreeg; want haar kiezers, over het gansche land verspreid, stelden haar niet in staat, in een der 100 districten de meerderheid te behalen. Aan deze onrechtvaardigheid is door •het invoeren der evenredige vertegen woordiging een eind gemaakt. Al be haalt een partij over het gansche land slechts juis 1 pet. van het totaal stem men aantal, dan heeft zij voor dat 1 pc-t. haar vertegenwoordiger in de Kamer. Maar wat bepaalt tot heden de wet? Als een.partij over het gansche land niet eens 1 pet. ,van het aantal stemmen op zich vereenigt, doch slechts 0.75 dier stemmen, dan kan voor die 0.75 pet. een zetel worden verkregen. Dit is onrecht vaardig. Er zijn 100 Kaemrleden; dus geeft 1 pet. van het totaal stemmental recht op een zetel; maar de partij, die minder dan 1 pet. op zich vereenigt, en toch een zetel verkrijgt, ontvangt meer dan haar toekomt. Dit is niet recht en moet verdwijnen. Er is nog een tweede onrechtvaardig heid. Gesteld een partij verkrijgt 1.4 pet. van het totaal stemmental. Zij verkrijgt clan 1 zetel, maar het geluk kan haar dienen, dat zij voor het overschot van 4 pet. nog een restzetel verwerft Deze partij neeft dan gemiddeld een zetel van 0 7 pet. van het totaal stemmen-aantal. Ook dit is niet toelaatbaar. Kegel moet zijn en blijven, dat voor elke 1 pet. van het totaal-stemmental een zetel verkre gen wordt, en niet voor 7 pet. of 75 pet. van dit stemmental. Nu zij erkend, dat absoluut vasthou den aan de 1 pet. niet mogelijk is, om dat altijd een aantal stemmen verloren gaat aan allerlei avontuurlijke groepjes buiten de geordende politieke partijen. Maar de wet moet dan tenminste zoo dicht mogelijk bij de 1 pet. blijven. Daar om juichen wij ten zeerste toe het voor stel, blijkbaar van verschillende zijden der Kamer gedaan, dat althans zoo wel bij de eerste toekenning der zetels als bij toekenning van restzetels voor het verkrijgen van een zetel noodig zal tzijn, dat het stemcijfer der groep, in to taal of gemiddeld, per toegekenden zetel, niet dale beneden 0.9 pet. van het totaal stemmental, d.i. beneden 90 pet. van den kiesdeeler. Bij vaststelling van zoodanige regeling lovl eene onrechtvaardigheid zijn weg genomen en zou, aan groote en kleine partijen naar gelijken regel, recht wor den gedaan. Bij de baar van Ebert. Ds. J. Gispen schrijft in De Bazuin, in een Brief naar Jeruzalem o.m. „Is uw aandacht ook gevallen op en 'kele eigenaardige dinger! bij de begra fenis van den eersten Duitschen Staats president? Bij zijn kist in de doodenka mer stonden vief officieren als stand beelden. Bij zijn graf bad een predi- j kant het „Onze Vader" en toen de kist J in het graf stond speelde de muziek in I een langzaam tempo de nationale hym ne: „Duitschland boven alles". Bewijst dit alweer niet, dat ook bij de socialisten de natuur stérker is dan de leer? Daarom heb ik me aan die dingen niet geërgerd, maar zei ik al leen zachtjes tot mezelf: daar heb je het weer! Juist dat staan als stand beelden van militairen bij plechtige ge legen-heden is van de zijde der socialis ten altoos met zoo scherpe afkeuring als menschonwaardlg en militairis- tisch gehoond. Hoe bespottelijk wordt i ndie krin gen al dat militair gedoe niet voorge steld. Het stram militaire werd be schouwd als het inbegrip van het kei zerlijk bewind. Hoe wordt door de so cialisten het bidden voorgesteld als ei- gonlijk het domste, wat een mensch doen kan en is het liefste wat 'n soci alist doet niet den lof bezingen van de Internationale? In dat laatste zit toch de groote kracht van de Partij. En ziet, bij de begrafenis van den hoog ste onder de Duitsche socialisten klinkt het lied, dat in en na den oor log van zoovele kanten het Duitsche volk zoo kwalijk genomen is en wordt de bede gehoord: Uw koninkrijkkome. Wat zijn er toch een groot aantal in- consekwenties op te merken in het menschelijk leven en, ik durf het bijna niet hard op te zeggen, hoe gelukkig is dat toch. Het leven zou geen leven zijn wanneer de ijzeren wet der consekwen tie de alleenheerschappij bezat. Daar om is ware levenswijsheid zoo verba zend moeilijk, 't Zijn niet alleen rech te lijnen, waarlangs het leven van ons zelf en van onze medemenschen gaat. Telkens doet zich een kromming voor en dat is in veler oogen haast een,mis daad. Gelukkig daarom alleen is het men- schenhart, dat heeft leeren rusten in God. Dat hart is sterk en toch kinder lijk. Dat hart voelt zoo diep d$ betrek kelijke waarde van alle voorbijgaande dingen en hoopt onder en niettegen- epjeiï aTfftpiepeA ep do sap-e apneas Geds." KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Olst, A. J. A. Scholte te Borger. Te Oost- en West-Graftdijk (toez.), J. E. Steenbakker Morilyon Loy- sen, hulpprediker te Uithuizen. Bedankt: Vc«oar Batenburg (toez.), en voor Wadenoyen, cand. E. J. Mulder te Baarn. Voor Zwaagwesteinde (toez.), H. Guittart te Oosterhaule c.a. Voor Wir- dum, H. H. Schipper te Willemsoord. GEREF. KERK. Tweetal: Te Buitenpost. Dr. C. J. Goslinga te Oosrhem en J. F. van Hul- steijn Jr. te Middelstum. Te Ulrum, R. de Jager te Nunspeet en S. Neerken te Schoonoord. Beroepen: Te Blokzijl. Cand. W. Tom te Hilversum. Te Reitsum, H. R. Pel te Stadskanaal (Pekelderweg). Bedankt: Voor Niezijl, J. S. Schaafs- ma te Gasselter Nijeveen. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Ridderkerk, B. van Neerbos te Terneuzen. BAPTISTENGEMEENTEN. Beroepen: Te Nieuwe-PekelQ. - Bouritius te Workum. Toorop's Driekoningenraam. In het verslag van de vergadering van den Bijzonderen Kerkeraad der Nederl. Herv, Gemeente te Utrecht lezen wij: „In antwoord op een schrijven van het Uitgebreid Comité van Actie tegen het Toorop-raam en tegen de heerschende wantoestanden in de Ned. Herv. Gemeente te Utrecht, waarin allerlei bezwaren wor den uitgesproken tegenover kerkeraads- leden, die op last van den Kerkeraad hen voor zich hebben doen doen komen en hen hebben vermaand met hun onheilig gedoe op te houden, besluit de kerkeraad aan deze gemeenteleden te antwoorden, •dat hij met groot leedwezen heeft opge merkt, dat uit dit schrijven een gansch andere geest naar voren komt, als na de vermaning van het Moderamen verwacht mocht worden. De kerkeraad betreurt dit ten zeerste en al is de nfeening der leden verschillend over de zaak, waarover het in eerste instantie gaat, men is hierin een stemmig, dat men geen woorden kan vin den om uit te drukken, hoezeer veroor deeld moet worden de wijze, waarop dit Comité meent actie te mogen voeren. Met algemeene stemmen wordt besloten den leden van Het Comité ernstig onder het oog te brengen, dat het zóó niet kan voortgaan en dat zij Kun manier van handelen hebben te veranderen of te staken". Zent&Lngsfeest fe Voorschoten. Als sprekers op het Zendingsfeest den 2den Pinksterdag a.s. door de Voorscho- tensche Herv. Zend.-vereeniging te hou den op het landgoed „Raaphorst" van H. M. de Koningin onder Wassenaar zul len als sprekers optreden de heeren Ds. H. P. Fortgens te Voorschoten; Prof. Dr. Th. L. Haitjema te Groningen; H. v. d. Klift, zendeling met verlof te Bussurn; Ds. J .Nauta Az. te Katwijk aZee en Dr. J. Riemens te Leiden. Een consciëntie kreet. De Raad der Geref. Kerk van Vorden, heeft verleden week Zondag in de beide godsdienstoefeningen, de navolgende ver- rnaning van den kansel doen voorlezen: „De Kerkeraad het betreurend, dat nog steeds in sommige huisgezinnen onzer ge meente z.g.n. neutrale dagblad-Iectuur wordt aangetroffen: bij vernieuwing voor eenige dagen ge leden kennis genomen hebbend van de voor onze Christelijke beginselen zeer ver derfelijke strekking, die uitgaat van het geen telkens te lezen staat in de Courant die den naam van onze burgerlijke ge meente draagt, in welk blad ook de adver- tentiën voorkomen, te schandelijk om van deze plaats te noemen, t:n aanzien van de zonde tegen het yde gebod, heeft in zijn vergadering van 6 Maart j.l. met algemee ne stemmen besloten, de leden der ge meente ten ernstigste op het hart en het geweten te binden, de noodzakelijkheid om dergelijke, de goede leer en de goede zeden ondermijnende lectuur, volstrekt uit de huizen te weren en geweerd te houden, en bidt de gemeente de genade Gods toe, om, rekening houdend met den conscien- tiekreet van den kerkeraad, met een ge rust hart te kunnen bidden, voor zichzelf en voor hare kinderen: „Heere, leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze". Een leerstoel voor hoemoeopathie. Uit betrouwbare bron verneemt „De Dokter in Huis", dat er zeer ernstig over het verkrijgen van een leerstoel in de homoepathie in Nederland beraadslaagd wordt. Indien de voorteekenen niet be driegen, meent dit blad binnenkort mede- deeling te kunnen doen, dat de door ve len gekoesterde wensch een feit zal zijn "geworden. i Vrije Universiteit en Tooneel. Naar aanleiding van wat hieromtrent door de N. R. Crt werd gemeld (zie ons no. van Zaterdag j.l.) schrijft Dr. Geelkerken aan dit blad: „De plannen, waarvan in bedoeld be richt sprake is, n.l. die voor de viering van het a.s. lustrum der Vrije Univer siteit door het Studentencorps aan die Universiteit waren, als gebruiker1:, ont worpen in een gezamenlijk overi g van den Senaat van het Corps, een commissie uit de studenten (Lustrum-commissie) en een commissie uit de oud-studenten (Re ünie-commissie). Als lid van laatstgenoem de commissie dus niet als reünist Zon der meer woonde ik, op uitnoodiging van den senaat, de Corpsvergadering bij, waarin de eenparig gedane voorstellen zouden worden behandeld, en als zoo danig nam ik' ook aan de discussie daarover en de verdediging daarvan deel. Unaniem was door de drie bovenge noemde colleges voorgesteld, bij de lus trum-viering van dit jaar onder meer ook weder, gelijk vroeger, een tooneelvoor- stelling te doen plaats hebben. Echter was, als compromis, waarbij men eener- zijds het verwekken van nieuwe onrust bij een deel van het Gereformeerde volk wilde voorkomen, doch anderzijds wilde handhaven, de aloude, ook aan de Vrije Universiteit steeds erkende en verdedigde vrijheid der studenten om „ludï scolares" te houden, voorgesteld ditmaal op een gezelligheidsavond, o.a. een tooneelstukje te geven in den streng besloten kring van uitsluitend reünisten en studenten, ter wijl bovendien het op te voeren stuk ter keuring zoS worden voorgelegd aan den academischen Senaat. Dat niettemin zelfs dit compromis-voor stel geen meerderheid verwerven mocht, wordt m.i. naar zijn moreele beteekenis alleen dikn zuiver beoordeeld, wanneer men er rekening mede houdt: ie. da: bij de discussie niemand principiëel be zwaar bleek te hebben tegen het opvoeren van een tooneelstuk als zoodanig; ook niet Mr. H. Bijleveld, die als reünist toe gang tot de vergadering had verzocht en verkregen en het voorstel bestreed; 2e. dat tegen de opvoering ook dit jaar door de novieten van een tooneelstuk zicK geen enkele stem verhief, integendeel; 3e. dat de beslissing met 66 tegen 59 stemmen viel, zoódat reeds het uitbren gen door vier der aanwezigen van hun stem in tegenovergestelden zin de be slissing juist- andersom had doen nemen. Tenslotte; van een advies der hoog leeraren, waarin het houden van een too- neelvoorstelling zou zijn ontraden gewor den, maar dat eerst na afloop der ver gadering zou zijn ingekomen,, als waar van uw berichtgever gewaagde, is mij niets bekend, en, gelijk mij bij onder zoek bleek, ook niets bekend ter plaatse, waar zulk een advies dan toch zou- moe ien. ontvangen zijn. Het Java-Comité Zeventig jaar. Hoewel eerst ter gelegenheid van de as. jaarvergadering het" zeventigjarig bestaan officiëel zal worden herdacht (omdat in de gewijzigde statuten van 1904 is vast gelegd, dat de jaarvergadering in No vember moet worden gehouden), toch mag wel met een enkel woord worden her innerd aan het feit, dat het Java-Comité op 24 Maart a.s. 70 jaar zijn arbeid in den Naam des Heeren heeft mogen ver richten. Aanvankelijk was het Java-Comité een Nederlandsche af deeling van. het in 1851 opgerichte Genootschap voor In- en Uit wendige Zending te Batavia, en toch ook een der zijtakken van de Vereeniging tot Verbreiding der waarheid te Amsterdam. Was het Java-Comité enkel een collec- teerende Afd. van genoemd genootschap in 1861 aanvaardde het den zendingsar- beid onder de Bataks; in 1880 begon, met de uitzending van Dr. J. P. Esser, het werk onder de Madoereezen op Oost- Java, welk werk zich ten tijde van Br. v. d. Spiegel eigenlijk splitste, want was van der Spiegel uitgezonden om den door Dr. Esser aangevangen arbeid onder de Madoereezen in het noordelijk deel van de residentie Besoelti voort te zetten, later kreeg hij ook de zorg voor de Javaan- sche Gemeenten, die in het Zuidelijk deel ontstonden. De zich daar vestigende Ja vanen waren bijna alle uitzwermelingen van de omgeving, deze in breeden zin genomen, van Modjowarno, een der hoofd posten van het Nederl. Zendelingsgenoot- schap. Het N.Z.G. kon de „uitzwermende" Christenen moeilijk verzorgen, en zoo nam het Java-Comité het op zich, onder deze mecschen den arbeid voort te zetten. Wij mogen dankbaar zijn, dat het Java-Co mité zich dit deel van den arbeid kon aantrekken, want daarop rustte rijke ze gen. Niet alleen groeide het aantal Chris tenen, maar ook het aantal gemeenten. Met het ook op deze Gemeenten werd Br. O. Dedecker als zendeling onder de Javanen uitgezonden, en dan zou Br. v. d. Spiegel zich weder aan de Madoeree zen kunnen wijden. God nam echter Br. v. d. Spiegel weg, juist toen Br. Dedecker gereed stond naar het Zendingsveld te vertrekken. Het doel werd dus niet be reikt, want nu stond andermaal één zen deling voor den arbeid onder twee, zoo geheel verschillende volken. Het stemt het Bestuur tot blijdschap, dat, naar wij hopen binnenkort, ander maal een jonge zendeling tot den arbeid onder de Madoereezen zal worden afge vaardigd. Komen wij later op ons jubileum terug, wij meenden aan den stichtingsdag te mogen herinneren en onze innige bede is, dat God ons" zegene, om in het 70ste levensjaar van ons JavaComité te kunnen getuigen van rijke zegeningen op elk on zer zendingsvelden, en ook te danken voor de hervatting van den zendingsarbeid onder de Madoereezen. En nu willen wij eerlijk zijn, en zeggen, dat wij, als wij ons jubileum zullen vie ren, gaarne verblijd zullen worden door tfele „feestgaven", die ons in staat zullen stellen om den arbeid, vooral onder de Madoereezen, eenigszins uit te breiden. Intusschen hebben wij zorg in het he den. Voor ons tekort werd heel weinig ontvangen en voor onze gewone uitgaven werd in de laatste maanden te weinig ont vangen. De zorgen werden dus grooter. Nu komen wij u weer vriendelijk vragen: helpt ons een weinig. Hoe zeer zou het ons verblijden, als er een groote stroom van girobiljetten kwam, met kleinere en grootere gaven. Gaarne rekenen wij op onze vrienden en vriendinnen en zéggen bij voorbaat hartelijk dank, terwijl wij niet nalaten den Heere te bidden, dat Hij Zija zegen over elke gave moge gebieden. Namens Het Bestuur v. h. Java-Comité, Ds. T. BUENK. Voorzitter. G. KREYENBROEK. Penn. H. DUIJKER, Secretaris. DEPUTATENVERGADERING. Het Centraal Comité van A R. Kies- .vereenigingen en Prov. Comité's opge roepen tot een Deputatenvergadering welke D.V. gehouden zal worden op Donderdag den 23sten April e.k. in het gebouw Tivoli te Utrecht. De vergadering zal aanvangen te 11 uur. De toegang van de zaal zal geo pend zijn te 10 uur. De opgave van de namen der afge vaardigden moeten uiterlijk voor Woensdag 1 April e.k. bij het Bureel van het Centraal Comité, Dr. Kuyper- 9traat 5 te 's-Gravenhage zijn ingeko men. Hierbij zij herinnerd:: 1. aan het be paalde in art. 6, dat aldus luidt: „De vertegenwoordiging van de aangeslo ten kiesvereeniging in de vergadering der Deputaten heeft plaats gehad naar den regel, dat voor 50 of minder leder slechts 1 afgevaardigde, voor 51 tot 100 twee, en vooï* elke 100 daarboven telkens 1 afgevaardigde meer optrede „Elke plaatselijke kiesvereeniging vaardigt naar de Deputatenvergade ring af, onverschillig of de gemeente waar zij gevestigd is slechts een dee'. van een kiesdistrict vormt, of ook meer dan een kiesdistrict omsluit. „Indien meerdere gemeenten tot een zelfde district behooren, verkiezen de plaatselijke kiesvereenigingen samen een centrale, dat is een districtsbe- stuur, zie art. 31. In gemeenten var één disrict is bet bestuur van de plaa selijke kiesvereeniging zelf centrale o ditsrictsbestuur. En in geval de ge meente meerdere kiesdistricten inslui heeft elk district een centrale of dis- trictsbestuur, en hebben bovendier. alle districten samen een bondsbestuur. „In districten van meer dan één ge meente, vaardigt elke plaatselijke kier vereeniging naar den zin in dit artikel aangewezen maatstaf ter Deputaten vergadering af, en bovendien het dis- trictsbestuur nog één lid. In gemeen ten, dié zelve een geheel district uit maken, vaardigt evenzoo ter Deputa tenvergadering de kiesvereeniging af naar den boven aangegeven maatstaf, en het districtsbestuur zelf evenzoo één lid. En in de gemeenen, die uit meer dan één district bestaan, vaar digt elk district af naar den regel in de eerste zinsnede van dit artikel be paald, elk districtsbestuur of centrale bovendien één lid, ep tenslotte ook het bondsbestuur één lid"; en 2e. dat bij de opgave van afge vaardigden moet gevoegd een opgave van het ledental der kiesvereeniging. Niemand mag in de vergaderzaal of op de galerij komen, dan voorzien van een afgeteekende toegangskaart. Zij, die het woord wenschen te voe ren moeten hun naam schriftelijk aan den Voorzitter opgeven en om te spre ken plaats nemen op het platform, daar wegens de grootte der zaal alleen van een aan te wijzen plaats op het platform zal mogen gesproken worden. Anti-revolutionairen, leden der Sta- ten-Generaal of Staten Provinciaal, en leden van het Gemeenteraadscollege, het College van Gemachtigden en de Commissie voor de Financiën, die de vergadering verlangen bij te wonen, wordt verzocht, hun verlangen vóór 1 April e.k. te doen kennen aan het Bu reel. Den Redacteuren van bij het Cen traal Comité aangesloten nieuwsbla den, die gebruik wenschen te maken van de hun bij art. 36 le lid toege kende bevoegdheid, wordt verzocht insgelijks vóór 1 April e,k. aan den daarvoor gestelden eisch te willen vol' doen. FEUILLETON. In 's levens branding (Uit het Engelsch)). 64) In het begin van Maart zag ook zijn lboek het licht. „Bij Elim's bron" was I de titel, dien hij er aan gaf. Zijn moe der had hem gevraagd het zoo te wil len noemen, en hij had den moed niet haar dit verzoek te weigeren, want hij zag thans maar al te duidelijk dat zij spoedig van hem zou worden wegge nomen. Hij had er nooit spijt van, dat hij haar in dezen haar zin had gegeven, hoewel de titel er toe bijdroeg om het boek te dooden. Hij vergat nooit den avond, waarop hij het eerste exemplaar van den uit gever ontving. Gedurende één heerlijk uur, tenminste, dacht hij noch aan de critiek, noch aan het publiek. Het was zijn boek, zijn geesteskind, ti ;i I jonge moeder kon haar eerstgeboren i met meer teederheid hebben gelief koosd, als hij het dit roode boekje deed. Hij twijfelde er geen oogenblik aan. of het zou het land stormenderhand innems* Eer öe week uit was. zou heel Londen er over praten. Hij ver wachtte er groote stapels van te zien voor het venster van iederen boekver- kooper, terwijl zijn naam op ieders lip pen zou zijn. Helaas, van al die schoone verwach tingen kwam niets. Het groote Lon den nam in het geheel geen notitie van zijn boek en ook daar buiten werd het weinig of niet verkocht. Toen Douglas zijn boek naar harte lust had geliefkoosd, gaf hij het zijn moeder in handen. Zij had nu sedert verscheidene dagen het bed niet ver laten en zij stelde bijna evenveel be lang in de verschijning van het boek als hijzelf. „Ik zal het van nacht onder mijn kussen leggen," zeide zij. „Ja, moeder?" „En ik zal bidden, dat het even ge nezend en verfrisschend moge zijn voor de duizenden die het zullen le zen, als Eüm's water was voor de oude Israëlieten." „En kus mij jiu goeden nacht, want ik zou gaarne een lange nachtrust heb benj om morgen frisch te zijn voor uw boek." Hij kuste haar dus, niet ééns maar driemaal. "Toen ging hij naar boneden en schreef cot middernacht. Het was stil m hv.is, toon hij zacht naar boven liep. Hij bleef een oogen blik staan aan de deur zijner moeder en ging toen naar zijn eigen kamer. Den volgenden morgen werd hij heel vroeg door juffrouw Lukas ge wekt. „Kom gauw in de kamer uwer moe der," riep zij hem toe. „Wat is er?" antwoordde hij, uit bed springende. „Ik weet het niet," luidde het ant woord van halverwege de trap. Hij vond zijn moeder liggende alsof zij sliep. Zijn beek lag op haar hart, en haar handen waren gevouwen. Hij sprak tot haar, maar zij ant woordde niet. Hij raakte haar handen aan, zij waren ijskoud. Hij bracht zjjn oor vlak aan haar mond, maar zij had opgehouden adem te halen. Het boek was geopend, doch zij ontwaakte niet om het te lezen. HOOFDSTUK XXVL Een oude, cude geschiedenis. Het li^ep tegen het einde van April. Douglas wandelde in diepe gedach ten verzonken, door een der parken Ronduit gezegd, zijn boek werd niet va:*kocht, en hij tobde er over, niet dat bij geldgebrek had of dorstte naar roem; maar hij verlangde gelezen te werden, en liet stelde ham teleur, dat het lezend publiek zoo onomwonden toonde, zijn werk niet op prijs te stel len. De weinige bladen, die het hadden opgemerkt, hadden het tamelijk goed beoordeeld. Ja, zelfs door een paar re censenten was het uitbundig geprezen. Maar het meerendeel der bladen en tijdschriften had er geen notitie van genomen. Hij was een onbekend man; zijn naam zeide niets tot den vermoei den recensent. Hij zou zijn tijd moeten afwachten. Als hij zijn sporen ver diend had, zou hij het misschien be leven, dat er ellenlange artikelen aan zijn boeken werden gewijd. Tot dien tijd zou hij zijn ziel in lijdzaamheid moeten bezitten, en de weinige waar deering, die thans zijn deel was, dank baar aanvaarden. Maar waar hij nog meer over tobde was, dat de menschen, die het boek gelezen hadden, zich klaarblijkelijk niet de moeite hadden gegeven er over te spreken. Zijn boek had niet „ge pakt." Hij vroeg zichzelf af, of er zelfs wel iemand zou zijn, die hét gelezen had. De boekhandel en de leesbibliotheken hadden voor een zeker aantal exem plaren ingeteekend, doch hij was er niet zeker van, dat eenig boekverkoo- per in Londen een exemplaar verkocht had. Het was gemakkelijk genoeg een boek uit te geven, maar niemand kon het publiek dwingen het te koopen of te lezen. De uitkomst zou niet zulk een groote teleurstelling voor hem geweest zijn, indien hij er niet zulke hooge ver wachtingen op had gebouwd. Het ge laat van Floss Gresham had hem voor den geest gezweefd, al den tijd, dat hij^ het geschreven had. Haar woorden hadden hem voortdurend in de ooren geklonken: „Ge zult nog iets groots tot stand brengen." Hij had zich voor gesteld, dat het arme ongewaardeerde boek. hen op de een of andere wijze bijeen zou brengen en nu liepen al zijn verwachtingen op teleurstelling uit. Plotseling hief hij zijn gelaat op, daar iemand het pad kwam afgeloopen waarop hij zich bevond. Een oogen blik later stonden hij en Floss Gres ham van aangezicht tot aangezicht te genover elkaar. Hoe dikwijls had hij zich een dergelijke, ontmoeting voor gesteld en zelfs reeds in gedachten een kleine toespraak klaargemaakt, die hij bij die gelegenheid zou afste ken. En thans, nu hij in werkelijkheid voor haar stond, kon hij geen woord uitbrengen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5