CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
/5m§BiS6^PEBIt^rï955^
./ttUMJWEIt'fÖÏ
AB ONNEMENTSPRIJS
ADVERTENTIE-PRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per week .......i 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Gewone advertentiên per regel 22A cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieL
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiên bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
In de raemorie van toelichting bij
het voorstel om een bijdrage van een
millioen gulden beschikbaar te stellen
Voor de in 1928 te houden Olympische
Spelen, wordt door Minister de Vis
ser betoogd dat de toewijding eener
Olympiade een zaak van nationaal be
lang is, dat voor Nederland is uitge
groeid tot pen zaak van nationale eer.
Om dit duidelijk te rhaken wordt er
op gewezen, dat reeds in 1922 en 1923,
ondanks de krachtige pogingen van
Amerik. zijde de keus op Amerika te
doen vallen, Amsterdam als de plaats
van deze spelen werd aangewezen,
mede, omdat H. M. gezant te Rome en
de Nederlandsche vertegenwoordiger
in het Int. Olymp. Comité zich konden
beroepen op den steun hunner Regee-
rinfg en van het gemeentebestuur van
Amsterdam.
Ér zijn dus bepaalde toezeggingen
gedaan.
En daarom is iiet een zaak van na
tionale eer om het benoodigde kapi
taal te verschaffen.
De logica in deze redeneering ont
gaat ons.
Vooreerst kan gevraagd worden wie
in 1921 en 1923 het recht gaf om zon
der de Staten-Generaal daarin te ken
nen bepaalde toezeggingen te doen.
In. eik geval kunnen onze volksver
tegenwoordigers niet geacht worden,
door dergelijke toezeggingen te zijp
gebonden.
En als hét hier geldt een zaak van
nationale eer, dan is het in de eerste
plaats het Ned. Olymp. Comité dat op
het verkrijgen der Olympiade aan
drong, dat hier geroepen is de eer van
onze natie op te houden.
En wat betreft het nationaal belang
dat hiermee gemoeid zou zijn, 'tkomt
ons voor dat Mfinistetr de Visser er
niet in geslaagd is dit belang aan te
toon en.
Dat bij het houden van een Olym
piade de belangen van zekere volks
groepen betrokken zijn, kan worden
toegegeven, maar daaruit volgt nog
niet, dat we hier met een zaak van
nationaal belang van doen hebben.
Opgemerkt wordt dat gedurende
de eerstkomende jaren de inter
nationale belangstelling op Neder
land zal zijn geconcentreerd en dat
de reclame die voor de Olympische
Spelen wordt gemaakt vanzelf de aan
dacht zal vestigen op ons land, op onze
scheepvaart, onzeh handel, onze in
dustrie.
Dat is inderdaad mogelijk", al zal
men, gezien het publiek dat zich voor
dergelijke dingen interesseert, zijne
verwachtingen niet te hoog mogen
spannen.
Aangenomen echter dat deze ver
wachting ten deele gegrond is, dan
belet immers niets, dat de stoomvaart
maatschappijen, het hotelwezen en
alle andere instellingen die door een
druk vreemdelingenverkeer gebaat
zijn, de noodige gelden bijeen brengen?
Een belangrijk argument Is voor
den Minister dat niet alleen de belan
gen van de sport, maar ook die van
de kunst bevorderd zullen worden
en dat door het houden eener Olym
piade het klassieke huwelijk tusschen
Of dit argument echter in Christe
lijke kringen veel indruk zal maken,
wagen wij te betwijfelen.
Het is toch duidelijk als de dag dat
het hier gaat om' de verheerlijking van
den mensch en het menschelijke, of,
zooals de Nederlander het zeer
duidelijk uitdrukte: „de herleving van
den cultuö van het menschelijk li
chaam, die in de oudheid het kunst
zinnige maar wufte Athene ten yal
bracht."
Alle hoogere aspiraties zijn den orga
nisators van deze spelen vreemd. Het
doel is niet den Schepper te ver
heerlijken, maar het schepsel. 0
Op de ontheiliging van den Dag des
Heeren die met deze spelen als van
zelf spreekt gepaard gaat, wezen wij
reeds eerder.
En dan komt daarbij tenslotte nog.
dat een bedrag van een millioen wel
als een maximum genoemd wordt,
maar dat gezien de weinige belang
stelling die in de kringen der belang
hebbenden tot uiting komt, dit bedrag
waarschijnlijk onvoldoende zal zijn en
het ontbrekende bedrag zal moeten
worden aangevuld.
Dat zal dan ook weer zijn een zaak
van nationale eer.
Wanneer we dit alles' overzien en
dan Voorts rekening houden met den
nood der schatkist, dan wil het ons
voorkomen dat zoowel onze natio
nale eer als ons nationaal be
lang eischt, dat het gevraagde sub
sidie niet wordt toegestaan.
En in elk geval schijnt ons uit
principieel oogpunt een afwijzen
de houding gebiedend noodzakelijk.
STADSNIEUWS.
Indië als kunstwerk; reisimpressies.
Gisteravond hield de heer. T. B. Roor
da in 's RijksEthnographisch Muse
um een lezing over bovenstaand on
derwerp. Spreker begon met de opmer
king dat met betrekking tot zijn voor
dracht aan het woord „kunst" 'n niet
te streng begrensde beteekehis moet
worden gehecht.
Een van de eerste en meest verwon
derlijke ervaringen die hij opdeed,
toen het Oosten hem een deel van 2ijn
zoo geweldige en toch vaak ook zoo
teere schoonheid onthulde, ^.was deze,
dat namelijk het beschouwen reeds
van landschap, dier en mensch, door
de grandioze eenheid die deze drie fac
toren samenbond en door de monu
mentaliteit van wat wij met 'n kunst
term „compositie" noemen, vervoerin
gen wekte, die bij oris in het westen
meestal slechts door het beschouwen
van een als zoodanig bedoeld kunst
werk ontstaan.
Het wilde hem vaak zelfs voorko
men dat ons, van het^reëele, dagelijk-
sche ervaren meestal zoo scherp on
derscheiden „kunstbegrip" daar, in
dien samenhang veelal weinig zin had,
omdat daar het kunstgebeuren dan
nog niet tot eigen, bewuste onderschei
denheid was ontwaakt.
Naar zijne meening is het dan ook
voor een groot deel aan het feit te dan
ken dat daar het kunstwerk nog ont
staat en niet met vooropgestelde be
doeling wordt gemaakt, dat daar
vaak aesthetische verrukkingen ver
wekt, die bij ons in het westen slechts
spaarzaam en zelden in een gelijke in
tensiteit worden beleefd.
Als inleiding tot het beschrijvende
deel van zijn voordracht las spreker
eer9t eenige impressies voor van schoo
ne gebeurtenissen die hem op reis wa
ren ten deel gevallen, waaronder voor
al het kolenladen onder fantastisch
fakkellicht te Port Said, de wijdsche
stemmingen van de oneindige woes
tijn-, gezien van uit het Suezkanaal en
de sprookjesachtige pracht van het
volksleven te Colombo zijn aandacht
hadden getrokken.
Bij een lange rpeks van lichtbeelden
werden daarop enkele landschappe
lijke schoonheden van sommige dee-
len van Midden- en Oost Java en voor
al ook de voorname pracht van som
mige kratonfeesten beschreven, terwijl
in een kort overzicht de schoonheid
van de Hindoe-Javaansche architec
tuur en sculptuur werd geschetst, wel
ke schoonheid culmineert in de mo
numentaal gecomponeerde en in detals
toch zoo uiterst sierlijk zich ontplooi
ende stoep.a de Boroboedoer, op wier
grandioze gedachtenconstructie boven
dien de aandacht werd gevestigd.
Na een korte karakteristiek van de
Midden-Javaansche sculptuur, dieniet
slechts typen maar ook wel terdege
individualistisch onderscheiden en
zelfs naturalistisch ver doorgevoerde
figuren vertoont, waarbij de behande
ling van de menschfiguur van een
zeer scherp opmerkingsvermogen en
detailkenhis getuigt, besloot spreker
met de mededeelihg dat op den volgen
den avond, Maandag 2 Maart, de Oost-
Javaansche kunst, Bali en Sumatra
zullen worden behandeld.
Ned. Ver. van Huisvrouwen.
Op uitnoodiging van de plaatselijke
afdeeling dezer verèéniging heeft gis
teravond ih het Nutsgebouw de heer
Frits van Raalte uit Amsterdam een
lezing gehouden over „Inleiding tot
menschenkennis."
Na door Mevr. Stuart, die bij ont
stentenis van Mevr. Schots presideerde
te zijn ingeleid, begon spreker met de
opmerking dat hij zijn gehoor even
tueel de illusie zou moeten ontnemen
als zou hij vanavond geven een lexi
con, een handleiding, met behulp waar
van m^n elkanders karakter en andere
eigenschappen zou kunnen leeren
kennen.
Maar wel zijn er volgens den spr.
verschillende aanwijzingen, watervan
aangenomen wordt dat zij waarde
hebben voor 't bepalen van iemands
geestelijke hoedanigheden.
Spreker behandelde In het eerste
gedeelte van zijn betoog de verschil
lende theorieën over karaktervorming
en -studie, die er vanaf de vroegste
tijden geweest zijn, beginnende van
den Griekschen arts Galenus, tot, Lom-
broso en Adler toe.
Feitelijk heeft geen dezer theorieën
kunnen standhouden, al zijn er som
mige onder waarvan spr. wel aan
neemt dat ze voor een zeker gedeelte
juist zijn en al vindt men gedeelten
van zeer oude en soms lang vergeten
theorieën weer terug in die van ziel-
kundigen uit later tijd.
waarnemingen van de dieren-psycho-
logie en de menschelijke karaktereigen
schappen concludeerde spr. dat het
in uiterste instantie niet de oorspron
kelijke karakteraanleg, voor een groo-
ter of kleiner deel van de ouders over
genomen is, die het karakter en den
levenswandel bepaalt, maar het maat
schappelijk milieu, en de gewoonten
temidden waarvan het individu zich
ontwikkelt, als voorbeeld waarvan
spr. o.m. noemde Australië, welks be
volking 5ndertijd uitsluitend is ge
vormd uit gedeporteerden, terwijl er
thans de criminaliteit het kleinst is.
Het tweede deel van zijn lezing wijd
de spr. aan zijn persoonlijke meening
aangaande de voor ieder althans met
de noodige routine, Waarneembare
aanwijzingen voor de karaktereigen
schappen v. den persoon dien we voor
ons hebben, waarbij spr. tal van ge
vallen uit zijn eigen rijke ervaring
uitvoerig besprak.
Aan het slot pleitte spr. voor het be
oefenen van diepgaande en niets ont
ziende zelfkennis. Alleen wanneer we
onszelf kennen, zullen we grondig
aan verbetering van ons karakter kun
nen werken, als we aan een God ge-
looven met Gods hulp en anders moet
men het met z'n geweten trachten te
vinden zei spr.
Op de lezing volgde nog een korte
gedachtenwisseling, waarna de presi
dente den heer van Raalte dankte voor
zijn interessant betoog.
Da Kamerverkiezingen.
De samenstelling der Soc. Dem. gros*
lijst van Kamercandidaten voor de
kieskringen Den Haag en Leiden ziet
er na loting, in bijzijn van het Gewes
telijk Bestuur van Zuid-Holland, naar
„Het Volk" als volgt uit:
Voordracht van den Partijraad: K.
ter Laan, A. W. IJzerman, W. Drees,
W. Drop, A. van der Hoeven en P.
Voogd.
Toegevoegd door de afdeelingen en
na loting in volgorde geplaatst:
J. Spronkers, J. J. van Stralen, Wi
Chr. C. van Eijkel, J. Kofoed, Th. J.
K. Kuiler, W. Luberti, K. R. van Staal,
A. J. Luikinga, S. Lirtdeman, J. Tjals-
ma en Fr. G. van#Duuren.
Binnenkort zullen de afdeelingen in
de gelegenheid worden gesteld hieruit
een keuze te doen.
Niet-rookende studenten.
Curatoren der Leidsche Universiteit
hebben zich genoopt gezien, aan de
studenten het rooken of zich met een
brandénde pijp, sigaar of sigaret be
vinden in het academiegebouw te ver
bieden. Een tlgr redenen hiervan is,
naar men zegt, deze, dat er zelfs stu
denten waren, die tijdens de pauzen
tusschen de verschillende colleges in
de collegezalen zich met rooken den
tijd kortten.
Gisteren is in de Heerenstraat
een '14-jarige jongen door de politie
opgepakt en mee naar het bureau ge
nomen, die zijn vroegeren onderwijzer
met een stuk hout bedreigde. Hij had
zeker nog een appeltje met hem te
schillen.
Op den JRijnsburgerweg had gis
termiddag een aanrijding plaats tus
schen een auto en een wagen met stee-
alleen het voorspatbord van den autc
werd beschadigd.
Op uitnoodiging van de studenten-
vereeniging voor sociale lezingen zal van
avond ir. C F. Stork, voorzitter van de
NederlandschSe Vereeniging van Werkge
vers, in de groote zaal van het Nutsge
bouw, een lezing houden over: „Mede
zeggenschap".
BINNENLAND.
De Ziektewet.
De Tweede Kamer, zegt „Patrimo
nium" heeft het ontwerp Ziektewet,
verzonden naar een bijzondere Com
missie van voorbereiding. Dat is des
tijds ook geschied met de Ziekte- en
Invaliditeitswetten-Talma. En er is nu
zeker alle aanleiding, om dit ontwerp
nog eens met zorg te bezien.
Maar het besluit der Tweede Kamer
beteekent practisch, dat openbare be
handeling vóór de verkiezingen v r ij-
wel uitgesloten is te achten.
En na de verkiezingen? Zal Mr.
Aalberse het ontwerp eventueel nog
Verdedigen? Alles is -weer onzeker.
De loodsdienst te IJmuideu.
De plannen van de regeering om een
verandering te brengen in den loods
dienst te IJmuiden door de verwisse
ling van loodsen te laten vervallen,
nemen, volgens het Hdbl. vasteren
vorm aan.
Van 1 Maart af zullen de zeeloodsen
proefreizen maken naar Amsterdam
en' Zaandam om met de vaarwaters
aldaar vertrouwd te raken. Indien d6
proef slaagt, zullen de te IJmuiden
gestationeerde binnenloodsen te Am
sterdam worden geplaatst en de sche
pen van Amsterdam af rechtstreeks
naar zee brengen, terwijl omgekeerd
de zeeloodsen de schepen tot de plaat*
zullen begeleiden.
De drooglegging van de Zuiderzee.
De gemeenteraad van Marken be
sloot met algemeene stemmen een
adres te zenden aan de Tweede Ka
mer, waarin verschillende grieven
worden uiteengezet tegen hét wets
ontwerp, regelende de schadeloosstel
ling aan Zuiderzeevisschers, in ver
band met de drooglegging der Zui
derzee.
De Raad van Monnikendam besloot
een adhaesie-betuiging te zenden aan
de Tweede Kamer op een adres van
het Gemeentebestuur van Harderwijk,
j^oudendl bezwaren tegen dit wetsont
werp.
De strijd in de kleedingindnstrie
geëindigd.
Gisteren hebben ook de moderne, de
syndicalistische en de Neutrale bon
den van arbeiders in de kledingin
dustrie het collectief contract, zoo als
het door den Bond van Kleermakers
patroons was voorgesteld, aanvaard,
zoodat de uitsluiting in dit bedrijf nu
is opgeheven.
Uit het meubelmakersbedrijf.
De Commissie van vertegenwoordi
gers van werkgeversbonden in de meu
belmakers-, stoffeerders- en aanver
wante bedrijven, heeft aan de R.K. en
Chr. werknemersorganisaties medege-j
deeld dat zij bereid is den aangeslo-}
ten patroonsorganisaties te adviseeren;
FEUILLETON.
In 's levens branding
(Uit het Engelsch)).
46)
Hoe méér hij over de zaak dacht, des
te meer begon hij er over te tobben.
Hij begon zich af te vragen of het mo
gelijk was, dat de zoon van een geacht
fabrikant zulk een 9churk kon zijn.
zonder dat iemand er van af wist, en
of het niet waarschijnlijker was, dat
hij zich bedrogpn had, dan dat David
Sutcliffe er in slagen zou zoovele an
deren te bedriegen?
Tegen dat hij Deeping bereikt had.
tvas hij vast overtuigd, dat hij zich de
laatste twee maanden als een gek had
aangesteld. Hij ging regelrecht naar
het kantoor, en schreef zijn artikel
over den inbraak te Tuxbury, toen
keerde hij zijn gelaat huiswaarts, en
bereikte zijn kamers, vermoeid, hon
gerig en teleurgesteld.
Ilij was er dankbaar voor, dat hij
tegen niemand iets over David Sut
cliffe had gezegd behalve tot den ouden
dokter Upton en Floss. Hij verbaasde,
er zich nu niet over, dat zij zoo slecht
over hem hadden gedacht. Niets was
verachtelijker dan een onschuldig man
te belasteren. Hij had een gevoel, als
of hij hen nooit meer zou durven aan
zien. Hij was niet alleen verdrietig, hij
voelde zich beschaamd en vernederd.
Nu, dat zijn gedachten deze richting
hadden genomen, schenen alle bewij
zen naar hetzelfde heen te wijzen. Zijn
aangeboren goedhartigheid deed hem
verlangen het kwaad weder goed te
maken, dat hij bedreven had, en als hij
dit niet in daden kon doen, dan wilde
hij het toch in gedachten doen.
Hij was in deze stemming toen er
gescheld werd, terwijl tegelijkertijd
het leven werd vernomen van een
brief, die in de brievenbus viel.
„De post is laat van avond", zeide
hij bij zichzelf.
,,'tWas toch de post niet", zeide hij,
ziende, dat er geen postzegel op de
enveloppe was. Hij opende den brief
niet, eer de huisjuffrouw de kamer
had veriaten. Het was een wonderlijk
epistel afgezonden van 109 Halifax-
straat en geteekend Willem Smit. Tot
zoover scheen alles eerlijk en boven
verdenking. De inhoud echter was be
paald vreemd, en wel geschikt om
iemands achterdocht op te weklten. Hij
las den brief langzaam en zorgvuldig
van het eerste woord tot het laatste,
en begon toen weder van voren af aan.
Hij luidde als volgt:
„Geachte Heer, U zijt aan een ern
stig gevaar blootgesteld, ep als vriend,
wensch ik u te waarschuwen. Door
toevallige omstandigheden heb ik ont
dekt, dat er een complot tegen u ge
smeed is. Het zal morgen op het een
of ander worden uitgevoerd. Op welke
wijze weet ik niet. De samenzweerders
komen hedenavond bijeen in de oude
fabriek van Diggles, precies kwart
over elven, om de laatste beschikkin
gen te maken. Ik was van plan zelf
naar de oude fabriek te gaan vanavond
eer zij er kwamen, ten einde hun plan
nen te beluisteren. Maar in ieder geval
raad ik u aan, morgen op uw hoede
te zijn. Begeef u niet buiten de stad,
als u het eenigszins kunt vermijden.
Wees zoo goed mijn naam niet te noe
men, en geloof mij, uw dienstw.
WILLEM SMIT."
Douglas keek naar de kleine pendule
op den schoorsteenmantel. Het was nu
op slag van tienen. Wat zou hij doen?
de brief scheen betrouwbaar genoeg.
De toon was bepaald vriendschappelijk
en bezorgd. Naam en datum en plaats
alles was opgegeven. Van voor-den-
gek-houderij kon hij geen spoor ont
dekken, hoewel het mogelijk was, dat
de schrijver onder den een of anderen
verkeerden indruk handelde. Hij was
half geneigd de zaak in den grond te
gaan onderzoeken en wat er van aan
was. Hij kepde Diggle's oude fabriek
zeer goed. Zij bevond zich .in een afge
legen, nauw laantje, een heel eind van
de stad. Daar zij niet aan de tegen
woordige eischen kon voldoen, was zij
verlaten en in een toestand van lang
zaam verval. Het was juist een plaats,
geschikt voor een rendez-vou9 van sa
menzweerders. Maar waarom zouden,
zij een complot tegen hem op touw zet
ten' Ik heb overvloed van tijd om ach-
ter hun plannen te komen, zeide hii1
tot zichzelf. „Ik geloof ook nog wel.j
dat ik op mijzelf kan passen. Bij Jupi
ter! als dit een nieuwe streek van Da
vid Sutcliffe is, dan' zal ik toch nog
met hem afrekenen." En hij begaf
zich naar de gang, zette zijn hoed op.
trok zijn overjas aan en verliet stil1
het huis.
De avond was donker en koud. In
de meeste arbeidershuisjes was het
licht reeds uit. Zij, die des morgens
om zes uur beginnen te werken, zijn
verplicht vroeg naar bed te gaan. Dou-
glas snelde voort met gezwinden pas,
want hij had geen tijd te verliezen.
In twintig minuten was de stad ach
ter hem, toen sloeg hij links af en
ging een pad dwars over de weilanden
door. Op het open veld was de wind
scherp en hevig, maar hij gaf er niet
om. Zijn zenuwen waren gespannjen
van opgewondenheid.
.li, /- 1 -(Wordt vervolgd).