Oii nner besiaaf uit TWEE Bladen CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Beiaipjksie nieuws in dit nummer. 5c JAARGANG - ZATERDAG 7 FEBRUARI 1925 rNÜMMER 1433 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week I 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 EERSTE BLAD. Ondier eigen banier. In een vorig nummer hebben we ge wezen op de groote voordeelen aan de samenwerking van de rechtsche groe pen verbonden. Door die samenwerking is het mo gelijk gebleken het liberale dwangjuk te breken en metterdaad de Christe lijke grondslagen van ons volksleven te bevestigen en te beveiligen. 't Zag er zoo donker uit in ons land toen het liberalisme oppermachtig re geerde. Ten opzichte van het maatschappe lijke leven werd de roeping van de Overheid miskend, mét het gevolg dat het zwakke onder den voet werd ge- loopen en niet het recht, maar de kracht en de macht triumfeerde. Vrijheid moest er zijn, maar niet op geestelijk gebied. Het kerkelijk leven werd in boeien geklonken en jarenlang gehouden en een school waarvan ons volk blijkens de ervaring niet gediend bleek, werd aan de natie gehecht. Het recht der ouders om hunne kin deren naar hunne overtuiging op te voeden werd niet erkend, en in den bangen en jarenlangen kamp tusschen vrijheid en dwang kozen de regeerders en de machthebbers voor den dwang. En aan dat dwangsysteem is pas een einde gekoAien toen de rechtsche groe pen de handen ineen 'sloegen en met voorbijzien van bijkomstige dingen, ge zamenlijk den strijd voor de hoogste goederen aanvingen. Veel is daardoor bereikt. Het gezag der Overheid is versterkt en de rechten des volks geëerbiedigd. Revolutionaire woelingen, die ons volksleven ernstig bedreigden en waar tegen de officieele aanhangers van de revolutieleer machteloos stonden, wer den een en andermaal .onderdrukt. Door een goede, zij het ook niet feil- looze sociale wetgeving is voor het maatschappelijke leven veel bereikt, veel meer dan we ons gewoonlijk rea- liseeren, omdat we nergens eerder! aan gewoon raken dan aan zegeningen die ons deel wórden. Het recht van het bijzonder onder wijs is erkend en aan de achteruitzet ting van een belangrijk volksdeel is een einde gekomen. En tegenover de geestelijke gevareTi die ons volk bedreigen'heeft de recht sche meerderheid meermalen gestaan als een muur, wa&rop alle pogingen om de Christelijke grondslagen van ons. volksleven ook door middel van wetten en besluiten'los te wrikken en te ondermijnen, zijn afgestuit. Met groote dankbaarheid mag dit worden erkend. Neen, we hadden noch in .1901, noch in 1907 of 1918 een anti-revolutionaire meerderheid of een anti-revolutionair kabinet. Lang niet al onze idealen zijn ver wezenlijkt. Slechts die punten waaromtrent in de rechtsche partijen voldoende over eenstemming bestond, waren voor uit voering vatbaar. Maar, tot eere van onze mannen in het Kabinet en in de Staten-Generaa! mag het gezegd, nooit hebben zij daar om hun beginsel verloochend of de propaganda voor die beginselen wer- waarloosd. r Alleen de herinnering aan redevoe ringen van mannen als Idenburg in de Eerste en Rutgers in de Tweede Ea rner, is reeds voldoende om dit te be wijzen. Toch kan worden toegegeven dat hier gevaren dreigen. Het gevaar n.l. waar tegen reeds door Dr. Kuyper in 1905 met grooten nadruk gewaarschuwd werd, dat we, door voortdurend met anderer wenschen te rekenen het eigen vaandel uit het oog zouden verliezen, De samenwerking vc.n de rechtsche groepen is ook de laatste jaren geble ken een eminent landsbelang te zijn „Maar zoo waarschuwde in 1905 Dr. Kuyper al mogen boven een Ka binet van Rechts nooit voluit de kleu ren van het Anti-revolutionaire vaan del kunnen wapperen, versta dan even beslist uwe roeping om boven uw BUREAUHooigracht 35 - Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 e i g en 1 e g e r t e nt dat vaandel steeds ongekreukt en ongebleekt te doen uit waaien. Een banier van Rechts is er niet, en voor de poorten van elk Rechtsch Ka binet staan, in één bundel saamgebon den, altoos de beide andere partijen, maar inuweigenlegerk amp mag het zoo nooit zijn. Wie zeggen zou: we waren anti revolutionair, maar we zijn nu -Rechts geworden, zou zich vergrijpen aan ons beginsel en aan ons schitterend ver leden." De toestand is sinds 1905 niet onbe langrijk gewijzigd. De coalitie die toen bestond, behoort tot het verleden. Er is nu nog alleen een samenwer king n a de stembus, gebaseerd op een regeeringsprogram waaraan steu-n wordt toegezegd. Dat maakt het verkiezingswerk ge makkelijker en daardoor wordt ook het gevaar dat de eig)en kleuren zouden verbleeken minderl Maar toch blijft het noodig te waar schuwen op te trekken onder eigen banier, onder het anti-revolutionaire vaghdel, dat ons spreekt niet van men- schelijk willen, maar van de heilige ordinantiën des Heeren in zijn Woord ons geschonken. V De Zomertijd. Met voldoening zal met name op het platteland de tijding zijn vernomen dat de Regeering voornemens is een wets ontwerp tot afschaffing van den zomer tijd bij de Staten-Generaal aanhangig te maken. Er is gegronde reden om te verwach ten dat het in beide Kamers een meer derheid zal krijgen. Aan een onaangenaam geschil dat de tegenstelling tusschen stad en plat teland onboodig verscherpte, zal dan een eind zijn gekomen. Vóór het platteland is dat van veel beteekenis. En niets belet den stedelingen om toch de voordeelen aan den zomertijd verbonden te genieten. De 'tijdcommissie door de Regeering ingesteld om haar van advies te dienen kwam niet tot eenstemmigheid. Daarom verdient het waardeering dat de Regeering besloot den knoop door te hakken en deze ergernis voor vele plattelandbewoners uit den weg te ruimen. STADSNIEUWS. Ned. Maatsch. van Letterkunde. In de gisteravond onder voorzitter schap van prof. dr. P. S. van Ronkel gehopden maandelijksche vergadering van de Nederlandsche Maatsch. van Letterkunde, is als spreker opgetreden dr. P. A. A. Boeser, oud-lector in de Aegyptolojre aan de rijksuniversiteit alhier, met het onderwerp De tempels en graven van Egypte tijdens het Oude Rijk. De belangstelling in het Oude Egypte, aldus ving spr. zijn rede aan, dagteekent ook in ons land niet uit den nieuwen tijd. Zij was reeds in de 17e eeuw aan wezig, zooals men kan zien uit eene briefwisseling v. Otto Heurnius, hoog leeraar in de geneeskunde en David de Hutelman, en verder nog uit den cata logus van de anatomiekamer in Leiden en uit hetgeen Brandt in de beschrijving van Enkhuijzen, omtrent de rariteiten- kamer van Bernardus Paluda^us ver meldt. Het zijn vooral mummies en kleinere voorwerpen, zooals goden- en lijkbeeldjes, waarop men de aandacht heeft gevestigd. In lateren tijd verza melt men grootere stukken. Hieronder zijn de reliefs uit tempels en graven van zeer groot belang. Vooral stukken van dien aard uit het Oude Rijk (pm. 2800 2-300) zijn daarom-van veel gewicht, om dat zij ons het leven dier dagen in beeld voorstellen, waarover de opschriften het stilzwijgen bewaren. Het oudste koningsgraf in pyramiden- vorm, ^e bekende trappenpyramide van Sakkara, is dat van koning „Doser". De drie groote pyramiden van Gizeh, de grootste die bekend zijn, vertoonen gladde wanden. De puinhoopen vóór deze bouwwerken wijzen er op, dat er tempels hebben voorgestaan. Alleen het nauwkeurig onderzoek van de puinhoo- p envoor de pyramide v. koning Cheph- ren maakte het mogelijk, den platten grond van den tempel, die eens hier moet gestaan hebben, te reconstrueeren. In de verschillende zalen moeten zeer groote standbeelden van dezen vorst ge staan hebben. Reliefs waren hier niet aanwezig. Die treft men aan in derge lijke tempels van de 5e Dynastie, de zoo genaamde zonnetempels ter eere van den zonnegod gebouwd, zooals b.v. de tempel van koning U*ser-n-rê. Hier treft men reliefs aan, die de verschillende jaargetijden voorstellen of die welke be trekking hebben op het jubileum van den koning, van een godheid enz. Niet minder merkwaardig zijn de gra ven van de aanzienlijken uit dezen tijd, bekend onder den naam van „masta- ba's". Met geringe variatie's kan men zeg gen, dat deze graven den volgenden vorm hebben: a. -Een rechthoekige bovenbouw, b. van binnen een kamer, de kapel ge naamd, waar men de afgestorvene ver eerde en spijzen voor zijn onderhoud bracht. Dit geschiedde aan de Oostzijde, waar in een nis eens tèle was aange bracht in den vorm van een deur, die men meende dat toegang gaf tot het Doodenrijk. Aan den voet der stéle stond een steenen offertafel, of aan iedere zijde daarvan een obelisjk, of twee altaarvoet stukken, van bovdïi uitgehold om offers in te bergen. c. Eene kamer, de „serdab" genaamd, die diende ter berging van de beelden van den overledene en zijne familie leden. In den muur dezer kamer was eene opening, opdat de geur der offers zou doordringen tot de'iva, die volgens de Egyptische opvatting in deze beelden huisde. d. Op den bovenbouw had men eene nauwe gang, die paar de grafkamer voerde. Was het lijk met alles wat in het graf medegegeven werd, bijgezet, dan werd deae gang met steenen gevuld, ten einde plunderingen te verhoeden. Dit alles heeft evenwel niets gebaat. De meeste dezer grave.p. zijn toen geplun derd. Hetgeen overgebleven is zijn de voorstellingen aan de wanden, die veel merkwaardigs uit het leven dier dagen aanbieden. Wij zien er tafereelen, die betrekking hebben op jacht, landbouw, veeteelt, vischvangst. Elders weer is men getuige van de werkzaamheden.van tim merlieden, schrijnwerkers, metaalbe werkers, beelhouwers, scheepsbouwers. Dan weer tafereelen die betrekking heb ben op de begrafenis. Zeer merkwaardig maar dikwijls moeilijk te begrijpen zijn de opschriften die er bij staan. Het zijn zeker wel de 'oudste proeven van volks taal, die hier en daar vrij ruw zijn. het geen zeker niet te verwonderen is. Na het eindigen dezer belang wekken de lezing, die' met lichtbeelden verduide lijkt werd, werd den spr. deswege door den voorzitter, ook namens de aanwezi gen dank betuigd. Zendingsbidstond. In de Oosterkerk werd gisteravond een zendingsbidstond gehouden, uit gaande van de Ned. Zendelingsvereeni- ging, en waarbij voorging Ds. K. ti. E. Gravemeijer, Nêd. Herv. predikant te. 's-Gravenhage. Nadat voorgelezen was Hand. 16 1-26 en gezongen Ps. 423 en 5, hield spr. een rede over den nood der zending. De nood der zending zegt spr. is eigen lijk de nood der kerk. Ja, de nood der zending zit nog dieper, n.l. in den nood van ons volksleven. De hoofdfout is. dat men artikel 30 heeft los gelaten, want dat is het zendingsartikel bij uitnemend heid. Laat men niet meetien, zegt spr., dat er uitkomst komt door een Geref. Zen- dingsvereen. op te richten, want dat ..Gereformeerde" zit dan alleen maar in het bordje, waar geen gezangen op staan; verder zal spr. van die gerefor meerdheid maar niet te veel zeggen. Gelukkig, dat wij weten, dat God door het gebroketie heen zorgt dat het toch in orde komt. Spr._nam tot uitgangspunt Hand. 16 25 en 26 1ste. gedeelte en sprak over den zendingsman in Filippi (Paulus) Het kerkgebouw was flink bezet. De Ambachtsschool. Wij vestigen gaarne de aandacht op de in dit nummer voorkomende adver tentie betreffende de aangifte van nieuwe leerlingen voor de Ambachts school alhier. Op de school bestaat, zooals men weet, gelegenheid om jongelieden op te leiden tot bekwame Timmerlieden. Meubelmakers, Modelmakers, Huissme den, Machinebankwerkers, Machnistcn. ConstruCtiewci'Virs, Vuurwerkers en Huisschilders. Het onderwijs omvat: het voortgezet lageronderwijs (Ned. Taal, meetkunde, rekenen, wiskunde, werktuigkunde en natuurkunde); het lijn-, bouw- en werk tuigkundig teekenen* het hand- en handvakteekenen; de kennis van het stoomwerktuig en de motoren; de ken nis der materialen; het timmeren en draaien; het meubelmaken; boetseeren. houtsnijden; draaien en het stoffeeren; het modelmaken en draaien; het huis smeden, het machinebankwerken; het constructiewerken; het vuursmeden; het verven; het schilderen van hout en marmersoorten en het penseelschrijven Aan onvermogende leerlingen wor den de henoodigde leermiddelen kos teloos verstrekt; een modelkiel, de ma terialen en de gereedschappen voor de behandeling daarvan worden allen leer lingen kosteloos ter beschikking ge steld. De cursus duurt 3 jaren. De Leidschs Winkelstand. Nu het pand Aalmarkt 25 is overge gaan in handen van de fa. Vroom en Dreesmann, heeft de fa. J. L. Creygh- ton haar zaak verplaatst naar het nieuw ingerichte winkelpand Manden- makerssteeg 2, dat voor dezen als ma gazijn bij dezelfde firma in gebruik was. Wie den nieuwen Winkel bezoekt zal stellig den indruk krijgen dat de firma er'goed in geslaagd is haar zaak een nieuw onderkomen te geven. Zoowel uitwendig als wat het inte rieur' betreft werd een harmonisch geheel-verkregen in overeenstemming met de eieschen des tijds, ten aanzien van stijl en sierlijkheid, zoo goed als wat de doelmatigheid aangaat. Werd ter weerszijden van den ingang nog gelegenheid gevonden orn te eta- leeren, iwendig vindt een groote col lectie lammen, haarden, baden en huis houdelijke artikelen een dankbare ex positie. Ook het schilderwerk, dat door den heer Jansen werd verzorgd is af. Aanneemster was de fa. Bik en Bree- develd, terwijl een en ander werd ont worpen door het architectenbureau v d. Laan. Zelf zorgde de fa. Creyghton voor een keurige lichtinstallatie. De Vreemdelingendienst. In verband met de herdenking van het 350-jarig bestaan der Universiteit zal Maandag ija 12 uur de vreemdelin gendienst bij de politie gesloten zijn. Schaken. Door de uitslagen Leidens Schaakg. IDisc. Disc. II 2*/271/2 en N. Rolt. Sch. II—Rottercl. Sch. I 7—3 respec tievelijk op 3 en 2 Februari j.l. wordt de stand in deze groep als volgt: gesp. gew. gel. verl. aaalal punten Toi- 1. Disc. Disc. II 4 4 29 Yl 8 2.N. Rott. Sch. II 3 2 1 17 13 4 3. Leidsche Sch. I 4 1 2 1 18 22 4 4. Resid. Sch. I 3—21 12';': 171/* 2 5. Rott. Schaakg. I 3 1 2 12 18 1 6. Haagsche Arb. I. 3 '1 2 ll1/, 18lA 1 Eerstvolgende wedstrijden in deze groep 25 Februari: Resid. Sch. IRott. Sch.- gen. I te Rotterdam. 2 Maart: N. Rott. Sell. IIDisc. Disc II te Rotterdam. 5 Maart: Haagsche Arb. Schaakg. I Leidsch Sch. I te 's-Graven hage. Het Leidsch Schaakgenootschap heeft door de nederlaag van j.l. Dinsdag geen kans meer. Het Haagsche Disc. Disc. II is thans zoo goed als zeker van den eersten prijs. De wedstrijd Leiderd. Schaakv. tegen het derde tiental van de Residentie schaakclub, aanvankelijk vastgesteld op 3 Februari j.l., is uitgesteld tot de maand April. Historische tentoonstelling. Hedenmiddag zal in het museum „De Lakenhal" de tentoonstelling geopend worden van documenten, geschriften en andere 2aken, op de geschiedenis der Uni versiteit betrekking hebbende. Vanmorgen was de pers uitgenoodigd de tentoonstelling in oogenschouw te ne men, waarbij' wij het genoegen hadden rohdgeleid te worden door den adj.-dir. van het museum, den heer Coert. Natuurlijk zullen wij niet alles stuk' voor stuk opnemen, trouwens dat' is de taak' van den catalogus, die meet dan 400 nos. om vat. Wij willen slechts een greep doen uit hetgeen ons het meest belangwekkend voorkomt. Dan denken we allereerst aan de vitrine waarin o.m. is tentoongesteld dc origineele brief van Prins Willem van Oranje, ge schreven van uit Middelburg en gericht Jot de Staten van Holland, waarin hij aan- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22l/2 cenl Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. Binnenland De historische tentoonstelling te Leiden. Afschaffing stemplicht. Een ontwerp Ziekte- en Ongevallen wet. Buitenland. Groeiende oppositie tegen het I?abl* net-Herriot in Frankrijk. Belangrijke besprekingen ie Longer betreffende het schadevergoedtóiJS' vraagstuk. Fransche regeeringsmaaïregelsn in< zake de graan- en meelvoorziening. dringt op het stichten der Universiteit, alsmede het octrooi tot de stichting, ge geven van. uit Delft en getcekend door den Prins. Met lette erop, dat als datum hierop -is opgegeven, Februari 1574 en niet 1575; de reden daarvan is, dat in dien tijd nog officieel gerekend werd met den zooge- 1 naamden Paaschdagstijl, waarbij het jaar met Paschen begonnen werd. Ook zijn in deze vitrine geëxposeerd da eerste series lectionum der Lrniversiteit, alsmede een t weetal documenten, uit het Kon. Archief afkomstig, bevattende do inschrijving van Prins Alexander al3 stu dent en als lid van het studenten-muziek gezelschap. voorts meerdere alba amico- rum (vriendenalbums) van studenten. Zeer vermeldenswaard is ook het eer ste boek der Universiteitsbibliotheek, ge schonken dcor Prins Willem van Oranje en bestaande in een Bij Bel, in de oor spronkelijke talen Hebreeuwsch, Chal- deeuwsch en Grielcsch) met daarnaast de Latijnsche vertaling. Verder zijn te zien verschillende instru menten, die gebruikt werden bij het on derwijs in natuur- en sterrenkunde. We noemen daarvan: ecnige oude lucht pompen, waaronder een van Jan an Mus- schenbroek, den broeder'van Prof. van Mueschenbroek, en oie diende om de zwaartekracht te demo nst re eren, door een stukje papier en een stukje lood gelijk naar beneden te laten valleneen hemd- globe met de teskens van den dieren riem, een sphaera armillaris; twee oude astrolabia, resp. uit de 15e en het begin der 17de eeuw; een planetarium uit het laatst der 18e eeuw; een houten kijker van de sterrenwacht afkomstig en nog zeer primitief: men gebruikte toen om te rich ten nog geen raderen, doch een. schroef met een touwtje! Ook is er aanwezig een simpliiie of kruidenkast in den vorm van - een boek en waarmee nog tot voor een jaar of 50 terug examen werd afgenomen in de pharmacie. Een uitgebreide collectie penningen is voorts te bezichtigen, bestaande uit prijs- penningen, maskerade-penningen en be grafenispenningen, en. waarop verschillen de portretten van hoogleeraren. Vermelden we tenslotte nog een mooie verzameling schilderstukken op de aca demie betrekking hebbendé, waaronder vele portretten van hoogleeraren uit vroe- vrcegeren en lateien tijd, alsmede een schilderij, den stichter der Universi teit voorstellendeen een ander, waarop Prins Maurits als leerling der academie is afgebeeld. Alles bijeengenomen is het een zeer interessante tentoonstelling, die éen be zoek meer dan waard i:-. BINNENLAND. Ziekte- en Ongevallenwet 1S25. Thans is bij de Tweede Kamer inge komen het ontwerp van een Ziekte- en Ongevallenwet 1925. Het berust, even als de 'bestaande Ziektewet, op den grondslag der verplichte verzekering en volgt, geresumeerd, de volgende hoofdlijnen: Het wetsontwerp brengt ondode ver plichte ziekte- en ongevallenverzeke ring allen, die in loondienst arbeid ver richten. Een loongrens, waarboven de verzekering is uitgesloten, is naar het voorbeeld der bestaande Ongevallen wetten niet gesteld. Alleen wordt het dagloon, waarnaar bij ziekte en bij on geval geldelijke schadeloosstelling wordt toegekend, gebonden aan een maximum van acht gulden. Op deze al- gemeene verzekering maakt het ont werp slechts uitzondering voor de be manning van zeeschepen. De verzekering der arbeiders is los gemaakt van den aard van hun arbeid- EVenmin onderscheidt 't wetsontwerp naar den werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid. Intusschen voorziet het ontwerp de mogelijkheid om per sonen, in dienst van werkgevers, als de vorengenoemde, von de verplichte ziekteverzekering te doen uitsluiten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1