Hm
CHRISTELIJK DAGBLADvoor LEIDEN EN OMSTREKEN
'fggsaasS'
Se JAARGANG
DINSDAG 3 FEBRUARI 1925
tfUMMER 1429
NIEUWE LE1DSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal I 2.50
Per week I OJ".
Franco per post per kwartaal i 2.90
ADVERTENTIE-PRIJS
BUREAUHooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
Gewone advertentiën per regel 22l[i cent j
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief.
Bij contract, belangrijke redootie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling I
Van ten hoogste 30 woorden, worden dage-?
lijks geplaatst ad 40 cent.1
STADSNIEUW a.
AMBT3-JUEILEUM
Bs. H. J. KOUWENHOVEN.
Een grootscha huldiging.
De belangstelling voor de huldiging,
welke gisteravpnd in de Hooigrachtkerk
plaats vond, was in één woord overwel
digend.
Moesten reeds bij den gedachtenis-
dienSt van Zondagavond velen worden
teleurgesteld, gisteravond bedroeg hun
aantal minstens enkele honderden.
Reeds vóór zeven uur kon men zoowel
aap de Middelste- als aan de Hooigracht
groepjes wachtenden zien staan, met het
stellig voornemen, in elk geval een
plaatsje machtig te worden.
'i Was alsof er een beeldenstorm op
handen was, zoo werd er heusch niet
tot aller eer gedrongen en gewrongen
toen te half acht de deuren opengingen,
't Was voor bejaarde menschen bepaald
gevaarlijk. Toen de kerk 4 minuten open
Was, was geen gewone plaats ni^r \cv
krijgbaar.
pe kerk bood inwendig een feestelij-
ken aanblik. De kansel, zoowel als de
voor den jubilaris en zijn gezin bestemde
zetels waren met planten omgeven; op
de zitplaatsen lagen gedrukte program
ma's gereed, die op den vooromslag een
welgeslaagd portret van den jubilaris
De leiding berustte bij den voorzitter
van de feestcommissie, dr. J. G. v. Es,
die bij den aanvang liet zingen Psalm
115 7: De Heer is mij tot hulp en sterkte,
dat door de?gemeente staande werd aan
geheven.
Onder het zingen werd de jubilaris
jnet zijn echigenocte binnengeleid.
De voorzitter deed zijn openingswoord
voorafgaan door het lezen van Ps. 71
15—24.
Spr. uitte er allereerst zijn blijdschap
ovetf-dat de jubilaris dezen avond in het
midden der gemeente wilde zijn.
Doorgaans heeft hij in dit kerkgebouw
alleen het Woord, maar nu zal hij moe
ten luisteren en voor 't grootste gedeelte
zwijgen. Spr. stelde vervolgens een be
perkten spreektijd vast, en deelde mede,
dat na aflloop gelegenheid zou zijn, dm
den jubilaris de hand te drukken.
Hierna kwam Ds. H. Thomas aan het
woord om namens den kerkeraa;! den
jubilaris toe te spreken. Spr. behoeft ge
lukkig niet weer te geven wat de 50
kerket aads- en pim. 4000 gemeenteleden
wanneer ze daartoe in de gelegenheid
waren, onder vier oogen zouden te zeg
gen hebben.
Wat echter niet' wegneemt, dat spr.
de gemeente juist vertegenwoordigt,
waar de Kerkeraad, naar het Gerefor
meerd gevoelen de samenvatting van
de gemeente is.
In beeldrijke en dikwijls met echten
humor doorweven taal schetste spr.
achtereenvolgens de beteekenis van dit
jubileum en de verdiensten van den ju
bilaris.
Aan schepselvergoding. doen wij niet,
m&ar evenmin aan schepselverguizing.
Gij hield, aldus spr., van de groote lij
nen, zoowel in uw doortrekken van het
lahd, als in de prediking. Sinds giste
ren draagt ge de ridderorde, en ge zijt
waarlijk een ridder. Maar ge zijt ook
eeh slaaf, n.l. van Jezus Christus. Ons
werk moge veel gebrekkigs hebben,
maar denk u in plaats van deze 40-
jarige béüiening een 40-jarigen zonde-
dienst, b.V. een 40 jaren lang ophitsen
tegen God en de Overheid, hoe stroomt
u dafi de lof van de lippen. Dan wil
de gemeente naast u neerzinken om
te danken den God Israëls.'die u met
zoo vele gaven sierde. Onverzwakt zijt
ge opgekomen voor het gezag en de
kracht der H. Schrift, en voor de vrij
heid en het recht van de kerk. Geve
Hij die u de begeerte en de kracht
gaf om als 'n goede en getrouwe dienst
knecht van Jezus Christus werkzaam
te zijn, u nog vele jaren. En, wanneer
Hij u komt aflossen, zij het spade, zeer
spade, dat dan uw schip met volle
zeilen de haven der ruste binnenga.
Namens de gemeente sprak nu, dr.
J. G. van E s. Kennende uw mentali
teit zegt spr., behoeven we niet te vree
zen dat u vanavond deze plaats van
hulde dronken zult verlaten. Want in
u leeft de ootmoed jegens God, waar
om wij u vanavond hebben ontvangen
met het: De Heer is mij tot hulp en
sterkteeen lied dat in de familie
Köuwenhoven bekend en geliefd is.
„Ik zal u niet begeven en ik zal u
niet verlaten." Deze woorden waarme
de ge voor 40 jaren werd bevestigd
zijn wel op»u toegepast gewerden. Met
nog frissche kracht voert ge den her
dersstaf. En welk een werkzaam leven
ligt achter u. Hoe zijt ge velen ten ze
gen geweest, tot op het ziek- en sterf
bed. De gemeente wenscht u hartelijk
geluk, en zij is dankbaar jegens God
voor wat Hij haar in U schonk. Ook
buiten onze kerk wordt uw naam met
eere genoemd. Tot zelfs H. M. de Ko
ningin wilde uw verdiensten eeren. Uw
leven is en was een eere voor de Ge
meente en voer Christus. Vervulle Hij
genadig bij den voortduur al uwe nood
druft, en geve Hij u eenmaal den vol
len vrede die alle versland te beven
gaat.
Spr. memoreert dan de aangename
en zorgvuldige voorbereiding dezer
huldiging. Spontaan hebben de gemeen
teleden, oud of jong, arm of rijk, bij
gedragen. Aller meening.bleek dat dit
jubileum „duchtig gevierd" moest wor
den.
Als vrucht daarvan biedt spr. na
mens de gemeente een buitengewoon
mooi en kostbaar dressoir aan (opge
steld in een der Catech. lokalen), ne
vens een viertal boekdeelen, n.l. „Gods
Woord c-n der eeuwen Getuigenis" van
prof. A. Noordtzij, „Op Biibeïschen bo
dem" van prof. Cbbink, „Het land dat
Ik u wijzen zal" van Ds. van Arkel,
en „Das Licht vom Osten" van Adolf
Deismann, en bovendien een enveloppe
met inhoud.
Neg staat ge, aldus spr. pal, en han
teert ge het zwaard van het Woord
Gcds. Mcgen u nog vele jaren zijn ge
geven.
Ds. W. B o u w m a n,' eerst spreken
de als collega, teekende in een welge
slaagde Spreuken-terminologie het
geestvol optreden van den jubilaris,
v/ien het niet is aan te zien dat hij al
40 jaren dienst achter den rug heeft.
Moogt ge, zegt spr., met diezelfde
veerkracht en bezieling nog lang voort-
arbeiden, in toenemende mate van ge-
loofsverzekerdheid en van het loon dat
u wacht.
Als redacteur van de Kerkbode uit
spr. zijn groote waarde er ing voor de
medewerking, als zoodanig van den
jubilaris. Op u kon ik altijd bouwen,
op uw artikelen behoefde nooit ge
wacht. Zij het u gegeven in dezen weg
nog veel voor de gemeente en voor de
geheele Classis te doen.
Ds. J. J. I m p e t a van Katwijk aan
Zee sprak vervolgens namens de clas
sis Leiden.
Wij deelen, zegt spr., in uw jubileum,
en wenschen u geluk met de gendae
en de eere u te beurt gevallen. De Clas
sis acht u, Ds. K. zeer hoog. Omdat ge
de kunst verstaat van het zwijgen, en
als dat noodig blijkt, ook van het
spreken. Gij zijt een man. De Classis
hoopt u nog lang tot haar leden te zien
bohooren.
Als vriend die reeds lang met hem
en zijn gezin meeleeft, gaat spr. dan
na de rijke zegeningen die de jubilaris
in arbeid en gezin heeft ontvangen. Ga,
zoo besluit spr., uw zaad in hetzelfde
spoor voort, opdat het ook voor Hem
leve.
Namens de Diaconie sprak dan
de heer J. Hoogervorst, en na hem
de heer H. Boter namens de Cate
chisanten.
Laatstgenoemde kan 'getuigen van
de waardeering en de aanhankelijk
heid die er bij de Catechisanten be
staat. Uitvoerig teekent spr. de krach
tige wijze Waarop Ds. K. ook op de
catechisatie de autoriteit van de H.
Schrift verdedigt en zoodoende groot
vertrouwen wekt bij z'n leerlingen. Als
een stoffelijk bewjjp van hun liefde en
waardeering biedt spr. een fraaie di
van met kleed aan.
De heer A. M. Verschoor ver
tolkte hierna de gevoelens der Comm.
v. Stadsevangelisatie der Geref. Kerk.
wier onvermoeide voorzitter de jubila
ris van thans is. Uw arbeid voor de
evangelisatie, aldus spr. bewees dat hij
u evenals de gemeente na aan het hart
lag. Als blijk van hulde en dankbaar
heid overhandigt spr. eenig fraai ta
felzilver en een bloemenmand, in ver
band waarmee spr. een aantal wen
schen uitspreekt,, o.m. .deze, dat de
toekomst voor Ds. K. nog veel goeds
zal verbergen.
Gezongen werd Ps. 89:8, en dan
komt de heer Wilms uit Schoone-
beek (Dr.) aan het woord, om namens
de Geref. kerk van die plaats Ds. K.
van harte geluk te wenschen. Geestig
teekent spr. den jongen dominé en zijn
echtgenoote, zooals zij pas de stad
Delft in het hartje van Holland ver
wisselden voor het meer dan etille
Drentsche plaatsje, althans in dien
tijd bijna van alle communicatie ver
stoken. Nog heugt spreker de avond
van de bevestiging, zooals we gezeten
waren, zegt spr. om het groote turf
vuur in onze Saksische boerènwoning.
Uw prediking getuigde van dege studie
en een ernstige opvatting van uwe roe
ping.
De banden der liefde daar gelegd,
zjjn nog niet verbroken. Met br. An-
holts die hem vergezelde, bracht spr.
Schoonebeeks hartelijken dank over,
als een stoffelijk bewijs waarvan spr.
een bedrag in enveloppe aanbood.
Nadat van de kerk van Zaamslag
(Z.) die zich door de slechte reisgele
genheid niet persoonlijk kon vertegen
woordigen, een hartelijk schrijven was
voorgelezen verkreeg Ds. P. N. Kruys
w ij k van Voorschoten het woord, om
er namens -de Geref. Kerk aldaar zijn
blijdschap óver te uiten dat Ds. K.
indertijd op z'n groote tochten door
Nederland ook in Voorschoten is „op
gevangen" geworden. Na den sterk-
evangeliseerenden arbeid van Ds. Wis
se was die van Ds. K. dan een samen
bindend element, dat voor Voorscho
ten's kerk van veel beteekenis is ge
weest. Karaktervol schetst spr. het
werk van den jubilaris, waarna hij
eindigt met den wensch deze nog vele
jaren in de bediening des Woords zal
mogen staan.
Ds. H. v. d. V e g te sprak vervol
gens namens de Groningsche kerk, die
Ds. K. ook nog een vijftal jaren als
leeraar heeft mogen bezitten. Dat hij
daar nog niet vergeten is, bewijzen in
den vacantietijd jaarlijks de tjokvolle
kerken als Ds. K. soms twee Zondagen
achtereen spreekt. Uw bazuin, aldus
spr. gaf geen onzeker geluid. Het is
slechts jammer dat we u niet langer
hebben mogen bezitten.
Als 'n klein blijk van de liefde der
Groningsche gemeente overhandigt
spr. een gesloten couvert.
Ten slotte nam dé jubilaris zelf
het woord.
In-het inderdaad soms moeilijk zwij
gen, te spreken is ook niet gemakke
lijk wanneer de zich naar boven drin
gende gevoelens zoo vele worden.
Maar wat kan anders de grondtoon
zijn dan de ootmoedige dank aan God?
Uit Hem was de begeerte om het Evan
gelie te dienen. Door Hem werd ik er
toe bekwaamd en gesterkt, .zoodat ik
tot mijn eigen verbazing de 40 dienst
jaren reeds heb bereikt. Maar nu staat
God er vanzelf borg VQor, dat de eind
uitkomst Hem zal verheerlijken. Voor
ons oog is de vrucht niet altijd duide
lijk, maar daar Hij beloofd heeft dat
Zijn Woord niet ledig zal wederkceren.
moeten we dat aannemen. Het Gere
formeerd gevoelen stelt Hem op den
voorgrond. Maar daarom mogen we
niet gering achten de blijken van har
telijke liefde der menschen, die spr.
vanavond in zoo groote mate heeft ge
zien. Ja, daarvoor dient God groot ge
maakt, waar de menschen zooveel
meer aan liefde openbaren dan men
dikwijls in hen aanwezig acht.
Hartelijk wil spr. danken voor alle
geschenken, doch het meest H. M. de
Koningin die hem met een ridderorde
verraste. Spr. vurige liefde voor het
Huis van Oranje, waarvan hij in deze
historische stad zoo dikwijls kon ge
tuigen is hierdoor niet weinig aange
wakkerd.
Spr. dankt zijn collega's en de Leld-
sche gemeente voor hun hartelijke
sympathie, evenals zijn vorige gemeen
ten, wier vertegenwoordigers hij een
voor een uitvoerig beantwoordt, daar
bij blijk gevend van een nog niet ge
doofde liefde voor haar welzijn en
juiste kennis van haar vroegere en
huidige toestanden.
Den catechisanten bjndt spr. op het
hart om toch trouw te blijven aan het
onderwijs in de Geref. leer, opdat zij
bewaard mogen blijven voor den ma-
terialistisclien invloed der 20ste eeuw.
Spr. heeft bij zijn intrede gezegd
niets te willen weten dan Jezus Chris
tus en Dien gekruisigd. Welnu, na 40
jaren mag spr. op dat standpunt nog
staan, en met zoo mogelijk nog meer
overtuiging. De keus heeft hem nooit
berouwd.
Ten slotte beveelt spr. zich" in de
liefde der gemeente bij vernieuwing
aan. Waar liefde woont, gebiedt de
Heere Zijn zegen.
Na een slotwoord van dr. van Es i
zong de menigte nog Ps. 150:1, waar
na Ds. Thomas de indrukwekkende en
verheffende plechtigheid met dankge
bed sloot.
Van de gelegenheid om in de con
sistoriekamer den jubilaris de hand te
drukken werd schier door allen ge
bruik gemaakt, terwijl ook de in de
catechisatielokalen opgestelde cadeaus
heel wat blonderende blikken langs
zich zagen heengaan.
Het duurde geruimen tijd, eer in de j
omgeving van de Hooigrachtkerk al-
les weer rustig was. De gemeente had
zich wel duidelijk uitgesproken.
Maatschappij van Letterkunde.
De eerstvolgende ledenvergadering van
de Maatschappij van Nederl. Letter
kunde zal gehouden worden op Vrijdag
6 Februari a.s., 's avonds 7.30 uur in een
der lokalen van het Nutsgebouw.
Als spreker zal optreden Dr. P. A.
A. Boeser, alhier, met een lezing
getiteld: „De tempels en de graven van
Egypte! tijdens het oude Rijk", (opgeluis
terd met lichtbeelden).
Anti-revol. Propagandaclnb.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers
op de Woensdagavond te houden verga
dering van de A.R. Propagandaclub. j
Er heerscht in die club een opgewekt
leven en er is dan ook reeds veel en goed
werk verricht.
Maar nu ontbreekt het nog aan een
voldoend aantal medewerkers en mede
werksters. Meerdere hulp is dringend
noodig.
Laten vooral de jongeren onder ons
morgenavpnd trachten aanwezig te zijn
in een der lokalen van de voormalige
school aan de Hooigracht en mee hunne i
schouders zetten onder het werk.
Als er uitvoeringen zijn en feestavon- r
dei!, dan valt er over gebrek aan belang
stelling van de zijde der jongeren nooit
te klagen. Dan weten ze altijd wel-eenige
uren vrij te maken.
En zou dat dan niet mogelijk zijn als
't gaat om de groote belangen, om de
versterking en bevestiging van de Chris-1
teiijke grondslagen van ons volksleven?
De Universiteitsf eesten.
Gp uitnoodiging van het Leidsch Stu
denten-corps zullen Maandag 9 deèer bij
de herdenking van het 350-jarig bestaan
der Leidsche Universiteit de navolgende
corporaties en vereenigingen. met uit
zondering van drie alle met haar vaan
dels zich, na zich eerst ter weerzijden
va:i den weg te hebben geschaard bij den
stoet van hocgleeraren naar de Pieters
kerk aansluiten- Het collegium van het
L. S. CPe Lustrum-commissie, de al
manakredactie, de schouwourgcommis-
sie, de ccmrciasie van orde en vertegen-1
w oordigi ng van de soc-iteit Minerva,
Arena Stndiosorum, Seriipre Crescendo, j
Morphy, Pro Patria, Njord, Leidsche
Studententooneel, De studenterilawnten-
nisvor., de Indische ver. van het L.S.C.,
de Vrtus-redtétie. de IJstlub, Notos, No-
mos, Hippocrates, Exccrcendo, Utile
Dulci, Operam Demus, Simplex Veri Si-
gillum. Semper in Concordia. Studenten-
muziekgezelschap C-Dur. Colonel Colt,
Ahasverus, Non Sordent in Undis, Fri-
sia, India Orientalis, Lugdunum Batavo-
tum. Rotterodamurri. Transisalania,
Haarlemia, Dordracum, Zutphania. Lug-
duno Batava, Brabanlia Septentrionalis,
Batouwe, Arnemia, De Veluw. Alcmarta,
Gaujo, Alpenclub, in het geheel omvat
tende 100 afgevaardigden, waarbij zich
ook zullen scharen 150 leden der ver-
schillende vereenigingen.
FEUILLETON.
In 's levens branding
(Uit het Engelsch)).
28)
„Hij ié particulier secretaris bij een
zekeren Mozes Schlinger, geldschieter
van beroc-p."
„Zoo, dokter, dat is Zeker een mooie
betrekking." De hooge, doordringende
stem was vólkernen vast, in den scou
tenden, luchtigen toon klonk angst
noch verlegenheid. „En wie is die "Te-
zes Schlinger? Eon Duitschc Jocd, zou
ik zoo zeggen, tc oordcelen naar den
naam. Gaat u voort, als liet u belieft,
geldschieters zijn ongetwijfeld belang-
\vo,kkende inonSch en
„Hij zegt. dat gij diep in de schuld
sirrat hij dien Schlinger."
..Hoe vriendcüikSnn dien onbek.cn-
•:i Jóód, mij gei.! lc willen leenon!
gij bij de wedrennen zware ver
en heb; geleiten, cn g. 1 ".o sommen
hebt moeten betalen om iemands stil
zwijgen te koopen, en dat uw eenige
hoop voor de betaling uwer schulden
berust op uw huwelijk met Floss."'
„En u -gelooft natuurlijk al die on
zinnige praatjes?"
„Neen, dat doe ik niet."
„Waarom kwelt u dan uzelf en mij
ty mede?"
„Ik weet het niet. Flcss zegt, dat ik
een achterdochtige natuur heb. Mis
schien is dit zco, maar in het verhaal
van den jengon man is zooveel, .dat
maar neen alleen, ik wil zeker
heid hebben. Ziet ge, ik heb niets dar.
voorden cm op af te gaan. Gij zegt,
dat hij een bedrieger is, maar bewij
zen hebt gij mij niet gegeven. Hij zegt,
dat gij niets beter zijt, en hij geeft mij
;;:en bewijzen. En nu zou ik gaarne
bewijzen van u hebben, dat hij een be
drieger is, en dat gij geen schulden
David lachte, en zijn la ienk ais
het kwaken van een kik" :h.
Iets negatief te fccwija. is altijd
moeilijk, zooals u weet", «eide hij.
„Maar ik geloof, dat ik zelfs dat k*an
doen .Niettemin, dokter, vind ik het
lang geen compliment, dat u mijn
woord en het woord van dien schurk
Zonder naam, op dezelfde lijn-plaatst,
ik kan niet nalaten, u dit te zeggen."
,,'t Kan zijn maar, ik ben niet com
plimenteus van aard."
„Maar u hebt mij mijn geheele leven
gekend, en dat is toch wel iets waard,
dunkt mij."
„Dat is het ook. Maar indien de zaak
voor eens en voor al uitgemaakt kan
worden, dan is dat beter voor ons allen.
„Ik kom er toch tegen op, dat u twij
felt aan.
„Wel lieve menschen nog toe! Gij zijt de
zaak begonnen dopr steenen te wer
pen", viel hem de oude dokter in dc
rode. „Ge kunt er u dus niet over ver
bazen, als hij teruggooit. Bewijs dus,
dat hij liegt."
„U zijt onbillijk. Als ik u een leuge
naar noemde, hce zoudt u het mij be
wijzen, dat u het niet waart?'^
„Als ge zeidet, dat ik schulden had,
zou ik spoedig bewijzen, dat ge loogt."
„Hoe dan!"
„O, dat is mijn zaak."
Gedurende eenige oogenblikken was
er stilte, toen vroeg David: „Hoe is
ook weer de naam van dien geldschie
ter?"
„Ge zijt anders niet zoo kort van
membrie, David, maar ik zal het u nog
eens zeggen Mozes Schlinger.
„En zijn adres?" v
„15 Cross straat."
Een half uur later bevond David
zich mot Mozes in diens particuliere
zitvc.ck.
„Heer eens", riep hij uit, „die drom-
mclcche klerk van u weet alles."
„Onmogelijk", antwoordde Mozes met
een milden glimlach, terwijl hij op
ieder van zijn knieën een dikke hand
legde. „Hij weet niets."
„Maar ik zeg u, dat hij alles weet.
Hij is bij Dr. Upton geweest, en hij
heeft verteld, dat ik diep bij u in de
schuld ben." t
„Wat volkomen waar is, helaas!"
„Maar boe is hij het te weten geko
men?"
Mozes trok' tegelijkertijd zija wenk
brauwen en zijn schouders op.
„Daar kan ik niets van zeggen. IHi
is het hier niet te weten gekomen. Hi;
schrijft al mijn brieven, maar de be
dragen en de namen ziet hij niet
nooit."
„Maar'misschien heeft hij een blik
in uw particuliere boeken geworpen?"
„Neefn, neen, onmogelijk. En al had
i dat gedaan, wat dan nog, hjj zott
or niets van begrijpen; niemand zou'er
iels van begrijpen."
„Hoor eens, Schlinger, ik gelooi u'
niet, en'dat is de waarheid. Maar hoo
dan ook, ge'* móet "mij'uit deze
lijkheid helpen. De duivel zelf ia niet.
achterdochtiger dan Upton, en wat hot
meisje betreft, zij is niet zóó verliefd
op mij, dathaar hart er van zou
breken a's Ketjhuweïljk niet doorging.^