WOENSDAG 28 JANUARI 1925
Op de Raadstribune.
De Maandag gehouden raadsvergade
ring de eerste in het nieuwe jaar
geeft weinig stof voor een overzicht
't Was een betrekkelijk korte vergade
ring, waarin weinig, belangrijke onder
werpen de aandacht vroegen, zoodat ver
reweg de meeste agenda-punten zonder
bespreking en zonder hoofdelijke stem
ming den voorzitterlijken hamer passeèr-
tden.
De voorzitter hield ook' ditmaal niet
een nieuwjaarsrede zooals voorheen ge
bruikelijk was, maar bepaalde zich tot
een korten gelukwensch aan het adres van
den Raad, die door den nestor, den lieer
heer van Hamel werd beantwoord.
De benoemingen gaven ook nu weer
moeilijkheden. Had de meerderheid eet.
vorig maal geweigerd een keus te doen
uit een door het college van regenten
aan het Geref. Oude Mannen- en Vrou
wen of Minne-huis, omdat uit dit Col
lege alle niet-vrijzinnigen stelselmatig
worden geweerd, ook ditmaal bleek de
meerderheid nog op hetzelfde standpunt
te staan.
Veel verwondering wekt dit niet. De
zaak sou ietwat anders staan, indien het
colleg' te kennen had gegeven bij' een
volgende gelegenheid met de wenschen van
den Raad rekening te willen houden, maar
hiervan was niets gebleken. Het gpjlege
j handhaafde de voordracht zonder "ïneer
ien de Raadsmeerderheid deed hetzelfde.
Het wil ons voorkomen dat het beter
was geweest indien zij het dan ondir
protest tegen het onvrijzinnig optreden van
het vrijzinnig regenten-college tot be
noeming was overgegaan, en dan voorts
was afgewacht wat ia de toekomst zulk
een protest kan uitwerken, hoewel wij
aan den anderen kant kunnen begrijpen
dat meerdere leden het niet over zich
konden verkrijgen in de gegeven om-
standigheden aan een benoeming mee te
j werken.
I 't Eind van de zaak is nu, dat B.
'én W., doende wat des Raads is, uit de
1 aangeboden voordracht een keuze zullen
1 (doen.
Eenigszins koddig was de verklaring
door den heer Van Eek afgelegd, dat
de Sociaal-democraten, omdat zij zich bij
een vorige benoeming achteruit gesteld
.gevoelden, tot een nader aan te geven
tijdstip aan geen enkele benoeming zul
len meewerken, een verklaring die op
den Raad bitter weinig indruk maakte en
dan ook zonder meer voor kennisgeving
werd aangenomen.
De Marktmeester krijgt nu weer een
adjunct naast zich, wat niet alleen door
B. en W.,,imaar ook door de Markt com
missie noodzakelijk werd geacht. Er was
aanvankelijk wel eenig bezwaar tegen het
opnieuw creëeren van deze betrekking,
die men liever ondoïvuld zag gelaten,
maar daar het niet mogelijk was te bewij
zen, dfct deze betrekking overbodig is,
terwijl wel het tegendeel werd aangetoond
I werd het voorstel tenslotte tot groo-
te verrassing van den wethouder zon-
I der hoofdelijke stemming goedgekeurd
J Ook het voorstel om de leeraren aan
H.B.S. en aan de kweekschool voorloo-
i pig, tot een definitieve -regeling is £e-
l troffen op den voet van de Rijksregeling
te salarieeren, ging er, ondanks een be
zwaarschrift van de Vereeniging van Leer
aren, die met het motiveeren' van hun
verzoek niet bepaald gelukkig waren ge
weest, zonder veel moeite door. B. en
W. zullen nu met nadere voorstellen ko
men, waarbij zal blijken, of het inderdaad
aanbeveling verdient de Rijksregeling te
volgen, dan wel met opoffering van de
Rijkssubsidie een eigen regeling te tref
fen.
Het voorstel inzake den pensioenaftrek'
voor gemeenteambtenaren, enz. werd in
den door Ged. Staten aangegeven zin
gewijzigd, zoodat het in dienst zijnde per-
j soneel geheel van verdere premiebetaling
blijft vrijgesteld.
Volkomen terecht o.i. werd van A.R.
zijde tegen dit optreden van Gedeputeer
den geprotesteerd. Het is dan ook een
eiggnaardige vertooning. De meerderheid
van dit hooge college schaart zich on
getwijfeld achter de Regeering wat be
treft het nemen van bezuinigingsmaatre
gelen, maar nu een gemeentebestuur
waarlijk niet voor zijn plezier een zeer
billijke regeling treft, nu wordt die zon
der, meer afgekeurd, zelfs nadat de Mi
nister gepoogd heeft, de heeren Gede
puteerden van hun ongelijk te. overtui
gen.
Van Soc. Dem. zijde werd hoe kan
het anders een poging gedaan, om
ook voor nieuw aan te stellen personebl
een hoogere bijdrage af ts wenden. De
lieeren voelen zich hier, in tegenstelling
met b.v. den heer Wibaut, die onlangs
dit'optreden scherp afkeurde, als loon-
commissarissen, die slechts één taak heb
ben, te prijzen, wat hunne organisaties
gelieven te wijzen.
De meerderheid schaarde zich echter,
ziooals te verwachten "was, aan de zijde
van B. en W., zoodat althans dit in deze
stichting bereikt werd.
De rondvraag bracht weinig belangrijks
met het gevolg, dat de vergadering on-
danks het vrij groot aantal agenda-pun
ten betrekkelijk vroeg kon worden ge
sloten.
Uit onze ïndiën.
I*a ae»ivit«it van den Islam.
Tg Soerabaja wr donlangs het derde
Al-ïslam-Hindia-congres getiouden, dat
vier dagen duurde en waar een zeer fa-
na' leke stemming heersctite.
Aan een verslag in het Soer. Hdbl. is
het volgende ontleend:
Tucn «tas riuanie, de iehvat dweep
zieke voorzitter van den Oemmat Islam
te Jogja het 'podium betrad, werd hij
luide toegejuicht.
Als zijnde volbloed Javaan, verzocht
zich van het Javaansch te mogen be
dienen om te vertellen, dat de Oemmat
Islam te Djogja 'n bond is van 200 isla
miet isc-he verëenigingen en zich ten
doel stelt om het Ware Geloof ie ver
spreiden, goeroe's onderwijzers en
oslama's schriftgeleerden de dessa's
inzendt om den Javaan niet langer een
buffer te doen zijn tusschen de Protes-
tantsche Zendiilg en de Roomsch Katho
lieke Missie, haar met zwart en wit aan
duidend. „Het assalm alaikoen" vrede
zij over u! mag geen ij dele klank meer
zijn, doch moet inderdaad vrede bren
gen.
„Islam kabeh" iedereen Islam!
riep hij de vergadering toe en ontlokte
daverend applaus.
Mas Haanie voorspelde, dat geheel
Azië binnenkort en de geheele wereld
binnen honderd jaar tot den Islam zou
den overgaan.
Tot den Oemmat Islam van Djogja
terugkeerende, vertelde hij nog, dat er
wekelijks zeep naar de dessa's wordt ge
zonden, om hen, die overgehaald wor
den tot een anderen godsdienst over te
gaan, te reinigen met die zeep natuur
lijk de goeroe's en oslama's van zooeven
bedoelende.
Spr. deelde mede, dat te Djogja op 21
Februari a.s., ter gelegenheid van den
Hemelvaartsdag van Mohammed, een
groote opocht zal worden gehouden,
waarbij groene vlagen zullen worden
meegevoerd, voorzien van een witte,
halve maan, en ster en de bekende
Koranspreuk, eindigende met de woor
den: Allah akbar, Mohammed el rasoel
AllahAllah is groot en Mohammed is
zijn Profeet, eveneeens in wit gebor
duurd; er wordt op 200.00 deelnemers
gerekend.
De optocht, zoo heette het, gaat niet
tegen het Christendom maar vóór den
Islam!
Modellen van die vlag zullen aan alle
plaatselijke afdeel'ingen van de S.I. wor
den toegezonden, opdat dezelfde optocht
over geheel Java worde gehouden.
Zooals gewoonlijk besloot mas Haanie
zijn rede met een: Hidoep Islam Leve
de Islam!
Er volgde een donderend applaus.
Stakkerige stakers.
Bij de dienstleiding der S.S. is een
request ontvangen, gericht tot den gou
verneur-generaal, waarin Mas Asmodi-
nardjo, gewézen conducteur der S.S.,
namens 191 stakers van het vorig jaar
het volgende meedeelt:
„Het is ons bekend geworden, dat de
door Semaoen, gewezen president van
de vereeniging van spoor' en tramweg
personeel, georganiseerde spoorwegsta
king niet op een vereenigingsbelang be
rustte, doch zuiver gebaseerd was op
communistische gro'ndslagen.
Aangezien wij deze verkeerde hande
ling niet tijdig hebben ingezien, zijn wij
er in geloopen en als belooning hebben
we dit armzalige leven (het leven zonder
middelen van bestaan) gekregen.
In verband met het bovenstaande ver
zoekt adressant namens zijn lotgenooten
uwe excellentie beleefd, hen te willen
vergeven en te willen herplaatsen".
Het ..Soer. Hbl." merkte terecht op,
dat met dit request de stakers zeiven, de
beschouwingen van eenige Maleische
en Europeesche bladen over de econo
mische grondslagen der staking bij de
S.S. in 1923, den nek om draaien
En tevens voegt het „Bat. Nbl." er
bij de beschouwingen van „vóóruit-
strevende" Volksraadsleden.
Onschuldig veroordeeld.
Het Nws. van den Dag verneemt, dat
in de Vorstenlanden toenemende onte
vredenheid heerscht, in de afdeling Bo-
jolali en speciaal in de onderafdeeling
Ampel, zich uitend in een weigerachtige
houding betreffende nakoming van de
financieele verplichtigen, onder andere
in zake de betaling 'van belastingen en
terugbetaling van voorschotten, ontvan
gen voor woningverbetering voor de
pestbestrijding, waardoor bij de laatst
genoemde groote achterstand bestaat,
üit de Vorstenlanden.
Eenigen tijd geleden heeft de land
raad te Japara een inlander veroordeeld
tot 20 jaren gevangenisstraf wegens
moord, tegen welk vonnis appèl werd
aangeteekend.
De Raad van Justitie te Semarang be
krachtigde het echter. Dezer djagen nu
heeft genoemde landraad, op last van
den P. G. de zaak opnieuw onderzocht
zegt de Djawa Tengah. Gebleken zou
zijn, dat de veroordeelde niet de schul
dige is en dat hij op valsche verklarin
gen is veroordeeld.
Naar aanleiding daarvan worden de
mantri-politie, die als getuige optrad en
een paar anderen wegens meineed ver
volgd, terwijl de veroordeelde, die intus-
schen 2 jaar achter slot en grendel zat,
is vrijgelaten.
Hevige malaria-epidemie.
In de dessa's Karangpilang en Ma-
ganti, in l\et district Goenoeng Kendang
van de afdeeling Soerabaia, is (zooals
reeds telegrafisch gemeld) onverwacht
een hevige malaria—epidemie onder de
bevolking uitgebroken. Van 8 tot 12
December, dus binnen den tijd van 5
dagen, werden 'aar 963 personen door
(te ziekte aangetast, van wie er 23 over
leden.
De inspectie van den B. G. D. te So«—
rabia is zeer diligent; zij zond volgens
het Soer. Hbld. onmiddelhik den Tn--
dischen arts dr. Ersan en ettelijke hon
derdduizenden kminetabletten naar de
geteisterde dessa's om er de médaria op
krachtige wijze te bestrijden.
Opleiding accountants*
Te Meester Cornelis wordt een cursus
gehouden tot opleiding van adjunct
accountant voor de controle der Chi-
neesche boekhoudingen, waaraan acht
officieren van het O.I. leger of daarbij
van het leger hier te lande gedetacheerd
deelnemen.
BELASTINGEN IN VROEGER TIJD.
Oude menschen hebben er nog al eens
het handje van, als zij hun critiek doen
hooren over den modernen tijd, den neius
op te halen en te zeggen: in onze goeie
oude tijd was het toch heel anders.
En uit eerbied voor de grijze haren onzer
grootouders, houden de jongeren dan den
mond en misschien ook wel, omdat zij1 al
bij voorbaat aannemen, dat het vroeger
inderdaad beter was.
Zoo zal 't ook wel in vele gevallen
vroeger béter geweest zijn dan nu. Maar
toch waren er ook toen dingen, die min
der aangenaam waren. Als wij tegen
woordig met betrokken gezichten onze be
lastingbiljetten uit de bekende envelop
pen losmaken, denken wij misschien ook
weieens, dat het daarmede vroeger beter
was. 't'Kan zijn $n in den tijd toen onze
grootouders jong waren, was het op dit
terrein ook wellicht beter. Dat neemt
evenwel niet weg, dat er tijden zijn ge
weest, dat het den belastingbetaler groen
en geel vooi; de oogen moet zijn gewor
den, als hij vernam hoeveel hij te dokken
had.
Ik, arme Sijmen, moet betalen,
Mocht ik ze op mijn vork onthalen,
verzucht Sijmen, de trieste boer van een
der plaatjes uit het nu niet meer bekende
spel ,/Boerenschroom". Men wist er dus
vroeger ook al van mee te praten en
in dien tijd waren de boeren meestal het
kind van de rekening. Ip den tijd van
Mazarin wij doen nu een heele greóte
siap terug in de geschiedenis hadden
ze het in Frankrijk al heel erg, zelfs
kwam het voor, dat de belastingambte
naren hun de kleeren afnamen, omdat
zij niet betalej^- konden zoo goed als
naakt kropen ze dan in mestvaalten, om
maar warm te blijven. En de edele kardi
naal, die oppermachtig heerscher was,
geeft ongeveer terzelfder tijd, als Lodewijk
XIV in het huwelijk treedt, de Koningin
voor maar even een slordige veertien
millioen frank aan juweelen, om van
gouden serviezen, staat-izrijur gen en wat
'daar verder volgt, maar niét eens te
spreken.
Inderdaad, er zou van de geschiedenis
van het belastingwezen een interessant,
schoon niet altijd amusant boek te schrij
ven zijn. Reeds een dertig eeuwen ge
leden liet een koning (R'ehabeam) zijn
volk al dermate belasting betalen, dat z:j
in "woede zijn belastinggaarder st: nigderj
en tenslotte den koning afdankten.
In onze eigen geschiedenis lezen wij
ock weieensvan gevallen van vertwijfe
ling, die tot uitbarsting leidde. Toen de
Romeinen aan de Friezen den buitenge
woon onbillijken eisch rstelden, grooter
ossenhuiden (de belasting van die dagen)
in te lederen, onbillijk, omdat, het Fricsche
-vee nu eenmaal niet zoo groot van stuk
was, werden ^le Friezen de Romeinsch;
overheersching moe en stonden ze tegen
den vreemden indringer op. Tevergeefs
echter, 19 jaar later, legden ze liet toch
weer af.
Dat is het eerste voorbeeld, er zijn
er echter meer. We noemen den opstand
van het Kaas- cn Broodvolk in 1492
en het Paciiteroproer in 1748, niet een
opstand van pachters, maar tegen
pachters, d. w. z. de lieden, die het reent
van inning van de belastinggelden ge
pacht hadden en het volk uitzogen.
Men merkt uit deze opsomming wel
dat het vroeger ook niet altijd botertje
tot den boóm was op het gebied der be
lastingen. Ook de Romeinen wisten er
van mee te praten en als men nu nog
leest, welke belastingen dié zooal hac'«
den, verbaast men er zich over, hoe zij
ze alle onthouden konden. Maar er zullen
dan ook vaak „waarschuwingen" en „aan
maningen" noodig geweest zijn.
Zoo hadden zij een toga-belas ting, d.
w. z. een belasting, die betaald werd voor
het recht de toga pura te dragen, wat
op een bepaalden leeftijd ieder Romeinsch
jongeling mocht. Ongehuwde dames van
gevorderden leeftijd, die bemiddeld waren,
hadden ook al een speciale belasting. En
Vespasianus voerde zelfs een belasting in,
waar een bijzonder luchtje aan was: de
faecaliënbelasting, iets, wat zijn zoon Titus
niet naar den zin scheen te zijn, want
het was naar aanleiding van zijn klacht,
dat zijn vindingrijke vader hem het eerste
geldstuk uit die belasting binnengekomen,
onder den neus hield, met de vraag, o\
hij er soms altemet iets aan ruiken kop
Men zal erkennen, dat dit al een heel
zonderlinge belasting was! Een later kei
zer, die nog meer verlegen om geld
scheen te zijn, maakte het nog bonter;
h'j voerde een belasting in op de lucht,
die men inademde. Dat de menschen op
dit gebied in vele eeuwen niet verstan
diger waren geworden, blijkt wel uit het
voorstel, dat een hoveling van Lodewijk
XIV deed, namelijk, om het verstand te
belasten. -Denkelijk wilde deze man nóg
'meer belastingen, waaraan hij niet be
talen moest.
Ook Frederik I van Pruisen wist wel
aan geld te komen. Allereerst.voerde hij
een hoofdelijke omslag in, waaraan ieder
moest betalen; hij zelf betaalde ook mee
en wel 4000 thaler. Voor een officier
kwam 'die belasting op één maand soldij
te staan.
Frederik' wist op allerlei wijze de men
schen te laten dokken. Men hield toen
van erg weelderige pruiken, welnu, wie
een heele mooie pruik had, dokte daar
voor 2V2 thaler per jaar. Toen hij naar
Engelsch voorbeeld, een vensterbelasting
ging invoeren, metselden velen hun ven
sters dicht. En dan was er 00V ticig een
prinsessenbelasfing, wat niet zeggen wil,
dat de prinsessen die moesten betalel*
maar dat zij ten voordeele dier dames
kwam. Die belasting werd b.v. teileens
opgebracht, als een prinses van het ko
ninklijke huis in het huwelijk' ging treden.
Daar werden dan de kosten van Kaar uit
zet mede betaald. '(Vad.)j
DE ONDERWIJZERS EN DE VER
KIEZINGEN.
Over dit onderwerp schrijft Strik'werda
in „Friesch Kerkblad":
Door onze politieke voormannen wordt
geklaagd, dat de onderwijzers van de
Christelijke School voor de politiek' zoo
goed als niets gevoelen en in dagen van
verkiezingen er pok 200 goed als niets
voor doen.
In zijn algemeenheid is deze klacht oi>
juist. Vooral ten platten lande is het
hoofd der school nog steeds de ziel van
de politieke actie en menig onderwijzer
6taat, als er gewerkt moet worden, nog
steeds mee aan de spits. Zoo hoort het te
zijn. Onderwijzers moeten willen ze niet
geheel verkinderlijken of verschoolmees
teren het groote volle menschenleven
in Kerk, Staat of Maatschappij meeleven.
Om hun school en om hun partij alle
bei. Niet de boeken, niet de, klas, maar het
leven voj-mt de menschen. En hoe meer
contact er tusschen ouders en on'aey.
wijzers op allerlei gebied is, hoe beter de
school aan haar roeping zal voldoen.
Daarom ook betreuren we het, dat in de
grootere plaatsen de klacht, dat onder
wijzers zich van alle Christelijke actie af
zijdig houden, voor zoo velen hunner te
recht wordt geuit.
Onze onderwijzers moeten meedoen en
strijden tegen de oorzaken, die hen een
zijdig drijven in de richting van de school
en de studie alleen.
Die oorzaken- zijn er. Ze liggen aller
eerst in hun werk. Sinds 1900 heeft het
uitgebreid lager en middelbaar onderwijs
ook in Christelijke kringen zich zeer sterk
uitgebreid. Daarvoor* moeten actes zijn
en de studie daarvoor legt beslag
op bijna al den vrijen tijd van de
besten van het korps. En dat doet de
voortgezette studfe. als eenmaal de akte
en een plaats is^ verkregen, evenzeer. Voor
de studie trekken de meest begaafden
naar de steden. Meen niet, dat het enkel
onverschilligheid of luiheid is als ze niet
op de vergaderingen der kiesvereenigin
gen komen, enz., volstrekt niet.
Want voorzoover we het leven kennen
durven we gerust verklaren, dat naast al
de harde werkers voor hun positie, da
studecrende onderwijzers in het voorste
gelid staan. Daar zijn er, die zich ook niet
één uur per dag voor ontspanning gunn.cn
Ze doen nergens aan mee.
En dat werkt Onverschilligheid in de
hand.
Immers maakt onbekend onbemind.
Wie voor een persoon of zaak veel
doet, voelt zijn liefde voor ze groeien.1
In dien overmatig harden arbeid voor
eigen positie, ligt een groot gevaar. Ie
der mensch moet een zeker deel van zijn
tijd en kracht, gaven Gods, rechtstreeks
voor Gods koninkrijk afzonderen en van
zijn dagelijksch werk, 't welk hem het
brood geeft, afnemen. Ook de meer gees
telijke arbeid kan een mensch materialist
maken.
Daar komt bij', dat we in onze Chris
tenkringen naast de predikanten en on
derwijzers hebben ontvangen de burge
meesters, advocaten, doktoren, leden van
Kamers, Staten en Raden. Ook dezen
vestigen zich vooral in de grootere plaat
sen. 't Spreekt als vanzelf, dat deze in
de politiek de leiding hebben gekregen^
Vroeger was de meester er voor aange
wezen, nu zijn het anderen.
Te meer, daar de politiek, die in de
dagen van opkomst en groei meest een
strijd voor de beginselen was, nu veel
meer een practische is 'geworden.
En van de praktijk' der politiek hebben
niet veel onderwijzers, die negen tiende
van hun bewuste leven tusschen kleine
kinderen en droge studieboeken door
brengen, verstand.
Zoo hebben we het een vriend, hoofd
man onder de „politieken", nooit kwa-
bjk genomen, dat hij zoo nu en dan
eens echt goedmoedig zei: „Ja, maar
daarvan heb jullie geen begrip".
Daarvoor sta je te veel buiten het le
ven.
Trouw meenden we mee te moeten
doen, zoolang er voor de oude beginse
len te strijden was,-.totdat we op menig
punt ervoeren, hoe de praktijk! den «>or-
slag gaf en dit kon, zeker omdat de
beginselen muurvast als onderheiing der
fundamenten liggen. Mocht ooit weer de
tijd komen, dat ook in de praktische po
litiek de groote beginselen, die naar Gods
Woord zijn, rechtstreeks moeten worden
verdedigd of gepropageerd, zie dan voor
al zal men ook in de steden de pude
garde, aangevuld door de honderden uit
de jongere onderwijizers, weer in de bres
sen zien staan.
Kunst en Letteren.
Oratorium „De Schepping".
Joseph Haydn, de componist van „De
Schepping" werd 1 April 1732 te Roh-
rau geboren. Nog zeer jong zijnde, toon
de hij veel aanleg voor muziek te heb
ben, en kreeg hij les in zang, piano en
viool. Ouder geworden zijnde legde hij
zich met veel ijver toe op de compositie
zeer veel werken heeft hij ons dan ook'
nagelaten, en altijd treffen ons weer de
heerlijke, frissche en vloeiende melodieè'n,
door dezen meester neergeschreven.
Een van zijn laatste werken is „De
Schepping". Hoe machtig mooi wist deze
toonschilder de verschillende tafreelen uit
-te beelden. Het Bijbelsche scheppings
verhaal wordt op den voet gevolgd, om
tusschenbeideonderbroken te worden
door een solo van één der drie engelen,
n.l. Raphael, bas; Uriël, tenor; en Ga-
•briël, sopraan; of door machtige, meestal
fugatisch bewerkte koren. Meesterlijk
weet Haydn te tooveren met het orkest;
rijk! aan klank' weet hij de tafre"Vp.
aan het Scheppingsverhaal zo^ v"
tè schilderen; zoo b.v. het mT! 1
schuimende golven; het verschijnen 1'
bérgen; het opgaan der zon; het
kweel der vogels, het brullen van d n
leeuw, enz.
De eefste twee deelen van (Vt
2ijn geheel aan het scheppïngs -er' nT r
wijd, het laatste of derde deel b'in
heel aan het duet van de tw e ec.
rqehschen: Adam en Eva. Het is c—>-
merkelijk, dat Haydri, hoewel hij zc'f
geen echt huiselijk geluk gekend hr ft,
wegens het h,eerschzuchtig en tvLt-'ak
karakter 2ijner vrouw, zulke heerlijke d 1-
etten kon schrijven, als die van Ada:U
en Eva. Trouwens, het geheels werk door
is alles even frisch, hoewel de componist
toch 'al ruim zestig jaren oud was, toen
hij het componeerde.
Den I9en Maart 1799 werd „De "Schep
ping" het eers,t uitgevoerd in Wc e n en,
en nu, 125 jaar later, heeft het werk
zijn bekoring nog niet verloren. Dit d *ed
de Chr. Zangvereen. L.E.D.A.G.O.H. be
sluiten, het werk in studie te nemen, en
zij hoopt -het 19 Februari a.s. l-cu gtuoora
ie brengen in de Stadsgehoorzaal. Als
.solisten zullen medewerken Mei. Fiep
Kruyt, sopraan, Rotterdam; en de hee
ren G. Le Cointre, tenor, Den Haag, en
Hendrik Koning, bas, Amsterdam. Het
Lèidsche Symphonieorkest zal begeleiden
zoodat dus twee Leidsche vereenigingen
dien avond naar voren zullen treden.
Moge het Leidsche publiek waarde eren,
wat door deze vereenigingen wordt on
dernomen, en blijken geven van zijn be
langstelling. De entree zal voor niemand
een bezwaar zijn, daar deze zoo laag mo
gelijk is gesteld. (Ingez.)
AMERIKAAN SC BE MODELECTUUR
De bladen wijzen op een eigen
aardig teeken des tijds, n.l. de bui
tengewone populariteit van den Bij
bel in Amerika.
Niet minder dan veertig yan de
voornaamste Amerikaansche dagbla
den bieden hunnen lezers goedkoope
Bijbeluitgaven aan, en meerdero maat
schappijen maken goede zaken door
den verkoop van platen met bijbelsche
voorstellingen aan meer dan 800 bla
den. Ruim 200 dagbladen brengen da^
gelijks bijbelsche studiën.
Dat de Bijbel nog steeds het meest
verspreide boek is bewijst wel dat
het Amerikaansche Bijbelgenootschap
in I922 niet minder dan twee miljoen
bijbels verspreiden liet en in I923
twee en een half miljoen exemplaren.
Nadat in het voorjaar de vertaling
van het Boek der boeken voor een
Indianenstam was gereed gekomen,
werd begonnen met drie nieuwe over
zettingen voor middel-amerikaansche
Indianenstammen.
Sterfsie onder de boomen.
In de jaarvergadering van de Ned. Bo
tanische Vereeniging sprak mevr. Proi
Dr. J. Westerdijk uit Utrecht over: „Da
sterfte onder de boomen", waaraan het
navolgende is ontleend:
Holland beteekent houtland, doch be
kend is, dat onze houtvoorraad op schrik
barende wijze achteruit gaat.
De droogte van de laatste jaren heeft
een grooten invloed op de boomen
gehad. Hoe komt het nu, dat in andere
landen, zooals Denemarken, waar het
toch ook droog geweest is, de sterfte
onder de boomen lang niet zoo groot
is als hier. Een iepziekte is daar niet,
het dor staan der vegetatie komt niet
voor. Zoo komen wij er toe ons af te vt*-
gen, of soms andere factoren dan die
der droogte onze boomen met den on
dergang bedreigen. Een zeer uitgebreid
onderzoek naar het waterverbruik der
verschillende boomsoorten heeft uitge-
maakt, dat we het sterkste waterverbruik
aantreffen bij den esch, dan komen acht-
tereenvolgens de berk, de beuk, de iep,
de eik, de coniferen en ten slotte d«
Pinus Austrica. De esch zou dus eigenlijk
het meest moeten afsterven, maar spt
heeft alleen stervende esschen zien staan
langs een uitgedroogde Veluwestreek. Ip
het Westen van Holland ziet men deze
boomsoort over het algemeen zeer goed
staan. Wanneer men het waterverbruik
bepaalt volgens het mineraalgehalte der
bladeren, dan komt de iep iets hooger
op de ranglijst te staan. Een ander ge
geven is' het watergehalte der boomen.
Eigenaardig is, dat gedurende den winter
een hoog watergehalte optreedt, doordat
de wortels doorwerken en de bladeren
niet meer aanwezig zijn. Als men eer.,
iepentak afsnijdt, verwelkt hij vlugger dan
een tak van welke andere boomsoort ook.
In de*i laatsten tijd zijn veel boomen
omgekapt en bosschen gedund. Zoo heeft
men moord en brand geroepen over de
boomen achter het slot te Zeist, maar
spr heeft geconstateerd, dat zij' door en
door ziek zijn. Alle 112 boomen, die om
gehakt zijn, waren aan de vermolming
toe. Dat komt, omdat de beuk hier altijd
op grond staat, die hem niet convenieert,
waar vermoedelijk te weinig kalk in 2k
In Soestdijk zag spr. beuken omhalen,
die in den kop geheel verdroogd waren:
het sterium had den kop geheel deen
verdrogen. Wanneer men door de droge
boschgronden van de Lage Vuursche
fietst, ziet men ontzettend veel doode
boomen, die hoofdzakelijk ten offer z jn
gevallén aan de wortelschimmel. Legio
is het aantal gevallen, waarin de Arir.il-
laria het cambrium dood maakt. Het
hout weegt dan ongeveer niets en is dan
drijfnat. De schimmel heeft zuurstof noo-%
dig en zoo komt het, dat zij gemakkelijker
grooit in een droog, luchtrijk, dan ii
nat, luchtarm hout. De iep beschikt slechts
over één functioneerende splintering,
daaraan is het te wijten, dat bij deze
boomsoort de ziekte zoo hevig is. On
middellijk nadat de splintering door de
schimmel buiten werking gesteld is, sterft
de boom af.