WOENSDAG 28 JANUARI 1925 Op de Raadstribune. De Maandag gehouden raadsvergade ring de eerste in het nieuwe jaar geeft weinig stof voor een overzicht 't Was een betrekkelijk korte vergade ring, waarin weinig, belangrijke onder werpen de aandacht vroegen, zoodat ver reweg de meeste agenda-punten zonder bespreking en zonder hoofdelijke stem ming den voorzitterlijken hamer passeèr- tden. De voorzitter hield ook' ditmaal niet een nieuwjaarsrede zooals voorheen ge bruikelijk was, maar bepaalde zich tot een korten gelukwensch aan het adres van den Raad, die door den nestor, den lieer heer van Hamel werd beantwoord. De benoemingen gaven ook nu weer moeilijkheden. Had de meerderheid eet. vorig maal geweigerd een keus te doen uit een door het college van regenten aan het Geref. Oude Mannen- en Vrou wen of Minne-huis, omdat uit dit Col lege alle niet-vrijzinnigen stelselmatig worden geweerd, ook ditmaal bleek de meerderheid nog op hetzelfde standpunt te staan. Veel verwondering wekt dit niet. De zaak sou ietwat anders staan, indien het colleg' te kennen had gegeven bij' een volgende gelegenheid met de wenschen van den Raad rekening te willen houden, maar hiervan was niets gebleken. Het gpjlege j handhaafde de voordracht zonder "ïneer ien de Raadsmeerderheid deed hetzelfde. Het wil ons voorkomen dat het beter was geweest indien zij het dan ondir protest tegen het onvrijzinnig optreden van het vrijzinnig regenten-college tot be noeming was overgegaan, en dan voorts was afgewacht wat ia de toekomst zulk een protest kan uitwerken, hoewel wij aan den anderen kant kunnen begrijpen dat meerdere leden het niet over zich konden verkrijgen in de gegeven om- standigheden aan een benoeming mee te j werken. I 't Eind van de zaak is nu, dat B. 'én W., doende wat des Raads is, uit de 1 aangeboden voordracht een keuze zullen 1 (doen. Eenigszins koddig was de verklaring door den heer Van Eek afgelegd, dat de Sociaal-democraten, omdat zij zich bij een vorige benoeming achteruit gesteld .gevoelden, tot een nader aan te geven tijdstip aan geen enkele benoeming zul len meewerken, een verklaring die op den Raad bitter weinig indruk maakte en dan ook zonder meer voor kennisgeving werd aangenomen. De Marktmeester krijgt nu weer een adjunct naast zich, wat niet alleen door B. en W.,,imaar ook door de Markt com missie noodzakelijk werd geacht. Er was aanvankelijk wel eenig bezwaar tegen het opnieuw creëeren van deze betrekking, die men liever ondoïvuld zag gelaten, maar daar het niet mogelijk was te bewij zen, dfct deze betrekking overbodig is, terwijl wel het tegendeel werd aangetoond I werd het voorstel tenslotte tot groo- te verrassing van den wethouder zon- I der hoofdelijke stemming goedgekeurd J Ook het voorstel om de leeraren aan H.B.S. en aan de kweekschool voorloo- i pig, tot een definitieve -regeling is £e- l troffen op den voet van de Rijksregeling te salarieeren, ging er, ondanks een be zwaarschrift van de Vereeniging van Leer aren, die met het motiveeren' van hun verzoek niet bepaald gelukkig waren ge weest, zonder veel moeite door. B. en W. zullen nu met nadere voorstellen ko men, waarbij zal blijken, of het inderdaad aanbeveling verdient de Rijksregeling te volgen, dan wel met opoffering van de Rijkssubsidie een eigen regeling te tref fen. Het voorstel inzake den pensioenaftrek' voor gemeenteambtenaren, enz. werd in den door Ged. Staten aangegeven zin gewijzigd, zoodat het in dienst zijnde per- j soneel geheel van verdere premiebetaling blijft vrijgesteld. Volkomen terecht o.i. werd van A.R. zijde tegen dit optreden van Gedeputeer den geprotesteerd. Het is dan ook een eiggnaardige vertooning. De meerderheid van dit hooge college schaart zich on getwijfeld achter de Regeering wat be treft het nemen van bezuinigingsmaatre gelen, maar nu een gemeentebestuur waarlijk niet voor zijn plezier een zeer billijke regeling treft, nu wordt die zon der, meer afgekeurd, zelfs nadat de Mi nister gepoogd heeft, de heeren Gede puteerden van hun ongelijk te. overtui gen. Van Soc. Dem. zijde werd hoe kan het anders een poging gedaan, om ook voor nieuw aan te stellen personebl een hoogere bijdrage af ts wenden. De lieeren voelen zich hier, in tegenstelling met b.v. den heer Wibaut, die onlangs dit'optreden scherp afkeurde, als loon- commissarissen, die slechts één taak heb ben, te prijzen, wat hunne organisaties gelieven te wijzen. De meerderheid schaarde zich echter, ziooals te verwachten "was, aan de zijde van B. en W., zoodat althans dit in deze stichting bereikt werd. De rondvraag bracht weinig belangrijks met het gevolg, dat de vergadering on- danks het vrij groot aantal agenda-pun ten betrekkelijk vroeg kon worden ge sloten. Uit onze ïndiën. I*a ae»ivit«it van den Islam. Tg Soerabaja wr donlangs het derde Al-ïslam-Hindia-congres getiouden, dat vier dagen duurde en waar een zeer fa- na' leke stemming heersctite. Aan een verslag in het Soer. Hdbl. is het volgende ontleend: Tucn «tas riuanie, de iehvat dweep zieke voorzitter van den Oemmat Islam te Jogja het 'podium betrad, werd hij luide toegejuicht. Als zijnde volbloed Javaan, verzocht zich van het Javaansch te mogen be dienen om te vertellen, dat de Oemmat Islam te Djogja 'n bond is van 200 isla miet isc-he verëenigingen en zich ten doel stelt om het Ware Geloof ie ver spreiden, goeroe's onderwijzers en oslama's schriftgeleerden de dessa's inzendt om den Javaan niet langer een buffer te doen zijn tusschen de Protes- tantsche Zendiilg en de Roomsch Katho lieke Missie, haar met zwart en wit aan duidend. „Het assalm alaikoen" vrede zij over u! mag geen ij dele klank meer zijn, doch moet inderdaad vrede bren gen. „Islam kabeh" iedereen Islam! riep hij de vergadering toe en ontlokte daverend applaus. Mas Haanie voorspelde, dat geheel Azië binnenkort en de geheele wereld binnen honderd jaar tot den Islam zou den overgaan. Tot den Oemmat Islam van Djogja terugkeerende, vertelde hij nog, dat er wekelijks zeep naar de dessa's wordt ge zonden, om hen, die overgehaald wor den tot een anderen godsdienst over te gaan, te reinigen met die zeep natuur lijk de goeroe's en oslama's van zooeven bedoelende. Spr. deelde mede, dat te Djogja op 21 Februari a.s., ter gelegenheid van den Hemelvaartsdag van Mohammed, een groote opocht zal worden gehouden, waarbij groene vlagen zullen worden meegevoerd, voorzien van een witte, halve maan, en ster en de bekende Koranspreuk, eindigende met de woor den: Allah akbar, Mohammed el rasoel AllahAllah is groot en Mohammed is zijn Profeet, eveneeens in wit gebor duurd; er wordt op 200.00 deelnemers gerekend. De optocht, zoo heette het, gaat niet tegen het Christendom maar vóór den Islam! Modellen van die vlag zullen aan alle plaatselijke afdeel'ingen van de S.I. wor den toegezonden, opdat dezelfde optocht over geheel Java worde gehouden. Zooals gewoonlijk besloot mas Haanie zijn rede met een: Hidoep Islam Leve de Islam! Er volgde een donderend applaus. Stakkerige stakers. Bij de dienstleiding der S.S. is een request ontvangen, gericht tot den gou verneur-generaal, waarin Mas Asmodi- nardjo, gewézen conducteur der S.S., namens 191 stakers van het vorig jaar het volgende meedeelt: „Het is ons bekend geworden, dat de door Semaoen, gewezen president van de vereeniging van spoor' en tramweg personeel, georganiseerde spoorwegsta king niet op een vereenigingsbelang be rustte, doch zuiver gebaseerd was op communistische gro'ndslagen. Aangezien wij deze verkeerde hande ling niet tijdig hebben ingezien, zijn wij er in geloopen en als belooning hebben we dit armzalige leven (het leven zonder middelen van bestaan) gekregen. In verband met het bovenstaande ver zoekt adressant namens zijn lotgenooten uwe excellentie beleefd, hen te willen vergeven en te willen herplaatsen". Het ..Soer. Hbl." merkte terecht op, dat met dit request de stakers zeiven, de beschouwingen van eenige Maleische en Europeesche bladen over de econo mische grondslagen der staking bij de S.S. in 1923, den nek om draaien En tevens voegt het „Bat. Nbl." er bij de beschouwingen van „vóóruit- strevende" Volksraadsleden. Onschuldig veroordeeld. Het Nws. van den Dag verneemt, dat in de Vorstenlanden toenemende onte vredenheid heerscht, in de afdeling Bo- jolali en speciaal in de onderafdeeling Ampel, zich uitend in een weigerachtige houding betreffende nakoming van de financieele verplichtigen, onder andere in zake de betaling 'van belastingen en terugbetaling van voorschotten, ontvan gen voor woningverbetering voor de pestbestrijding, waardoor bij de laatst genoemde groote achterstand bestaat, üit de Vorstenlanden. Eenigen tijd geleden heeft de land raad te Japara een inlander veroordeeld tot 20 jaren gevangenisstraf wegens moord, tegen welk vonnis appèl werd aangeteekend. De Raad van Justitie te Semarang be krachtigde het echter. Dezer djagen nu heeft genoemde landraad, op last van den P. G. de zaak opnieuw onderzocht zegt de Djawa Tengah. Gebleken zou zijn, dat de veroordeelde niet de schul dige is en dat hij op valsche verklarin gen is veroordeeld. Naar aanleiding daarvan worden de mantri-politie, die als getuige optrad en een paar anderen wegens meineed ver volgd, terwijl de veroordeelde, die intus- schen 2 jaar achter slot en grendel zat, is vrijgelaten. Hevige malaria-epidemie. In de dessa's Karangpilang en Ma- ganti, in l\et district Goenoeng Kendang van de afdeeling Soerabaia, is (zooals reeds telegrafisch gemeld) onverwacht een hevige malaria—epidemie onder de bevolking uitgebroken. Van 8 tot 12 December, dus binnen den tijd van 5 dagen, werden 'aar 963 personen door (te ziekte aangetast, van wie er 23 over leden. De inspectie van den B. G. D. te So«— rabia is zeer diligent; zij zond volgens het Soer. Hbld. onmiddelhik den Tn-- dischen arts dr. Ersan en ettelijke hon derdduizenden kminetabletten naar de geteisterde dessa's om er de médaria op krachtige wijze te bestrijden. Opleiding accountants* Te Meester Cornelis wordt een cursus gehouden tot opleiding van adjunct accountant voor de controle der Chi- neesche boekhoudingen, waaraan acht officieren van het O.I. leger of daarbij van het leger hier te lande gedetacheerd deelnemen. BELASTINGEN IN VROEGER TIJD. Oude menschen hebben er nog al eens het handje van, als zij hun critiek doen hooren over den modernen tijd, den neius op te halen en te zeggen: in onze goeie oude tijd was het toch heel anders. En uit eerbied voor de grijze haren onzer grootouders, houden de jongeren dan den mond en misschien ook wel, omdat zij1 al bij voorbaat aannemen, dat het vroeger inderdaad beter was. Zoo zal 't ook wel in vele gevallen vroeger béter geweest zijn dan nu. Maar toch waren er ook toen dingen, die min der aangenaam waren. Als wij tegen woordig met betrokken gezichten onze be lastingbiljetten uit de bekende envelop pen losmaken, denken wij misschien ook weieens, dat het daarmede vroeger beter was. 't'Kan zijn $n in den tijd toen onze grootouders jong waren, was het op dit terrein ook wellicht beter. Dat neemt evenwel niet weg, dat er tijden zijn ge weest, dat het den belastingbetaler groen en geel vooi; de oogen moet zijn gewor den, als hij vernam hoeveel hij te dokken had. Ik, arme Sijmen, moet betalen, Mocht ik ze op mijn vork onthalen, verzucht Sijmen, de trieste boer van een der plaatjes uit het nu niet meer bekende spel ,/Boerenschroom". Men wist er dus vroeger ook al van mee te praten en in dien tijd waren de boeren meestal het kind van de rekening. Ip den tijd van Mazarin wij doen nu een heele greóte siap terug in de geschiedenis hadden ze het in Frankrijk al heel erg, zelfs kwam het voor, dat de belastingambte naren hun de kleeren afnamen, omdat zij niet betalej^- konden zoo goed als naakt kropen ze dan in mestvaalten, om maar warm te blijven. En de edele kardi naal, die oppermachtig heerscher was, geeft ongeveer terzelfder tijd, als Lodewijk XIV in het huwelijk treedt, de Koningin voor maar even een slordige veertien millioen frank aan juweelen, om van gouden serviezen, staat-izrijur gen en wat 'daar verder volgt, maar niét eens te spreken. Inderdaad, er zou van de geschiedenis van het belastingwezen een interessant, schoon niet altijd amusant boek te schrij ven zijn. Reeds een dertig eeuwen ge leden liet een koning (R'ehabeam) zijn volk al dermate belasting betalen, dat z:j in "woede zijn belastinggaarder st: nigderj en tenslotte den koning afdankten. In onze eigen geschiedenis lezen wij ock weieensvan gevallen van vertwijfe ling, die tot uitbarsting leidde. Toen de Romeinen aan de Friezen den buitenge woon onbillijken eisch rstelden, grooter ossenhuiden (de belasting van die dagen) in te lederen, onbillijk, omdat, het Fricsche -vee nu eenmaal niet zoo groot van stuk was, werden ^le Friezen de Romeinsch; overheersching moe en stonden ze tegen den vreemden indringer op. Tevergeefs echter, 19 jaar later, legden ze liet toch weer af. Dat is het eerste voorbeeld, er zijn er echter meer. We noemen den opstand van het Kaas- cn Broodvolk in 1492 en het Paciiteroproer in 1748, niet een opstand van pachters, maar tegen pachters, d. w. z. de lieden, die het reent van inning van de belastinggelden ge pacht hadden en het volk uitzogen. Men merkt uit deze opsomming wel dat het vroeger ook niet altijd botertje tot den boóm was op het gebied der be lastingen. Ook de Romeinen wisten er van mee te praten en als men nu nog leest, welke belastingen dié zooal hac'« den, verbaast men er zich over, hoe zij ze alle onthouden konden. Maar er zullen dan ook vaak „waarschuwingen" en „aan maningen" noodig geweest zijn. Zoo hadden zij een toga-belas ting, d. w. z. een belasting, die betaald werd voor het recht de toga pura te dragen, wat op een bepaalden leeftijd ieder Romeinsch jongeling mocht. Ongehuwde dames van gevorderden leeftijd, die bemiddeld waren, hadden ook al een speciale belasting. En Vespasianus voerde zelfs een belasting in, waar een bijzonder luchtje aan was: de faecaliënbelasting, iets, wat zijn zoon Titus niet naar den zin scheen te zijn, want het was naar aanleiding van zijn klacht, dat zijn vindingrijke vader hem het eerste geldstuk uit die belasting binnengekomen, onder den neus hield, met de vraag, o\ hij er soms altemet iets aan ruiken kop Men zal erkennen, dat dit al een heel zonderlinge belasting was! Een later kei zer, die nog meer verlegen om geld scheen te zijn, maakte het nog bonter; h'j voerde een belasting in op de lucht, die men inademde. Dat de menschen op dit gebied in vele eeuwen niet verstan diger waren geworden, blijkt wel uit het voorstel, dat een hoveling van Lodewijk XIV deed, namelijk, om het verstand te belasten. -Denkelijk wilde deze man nóg 'meer belastingen, waaraan hij niet be talen moest. Ook Frederik I van Pruisen wist wel aan geld te komen. Allereerst.voerde hij een hoofdelijke omslag in, waaraan ieder moest betalen; hij zelf betaalde ook mee en wel 4000 thaler. Voor een officier kwam 'die belasting op één maand soldij te staan. Frederik' wist op allerlei wijze de men schen te laten dokken. Men hield toen van erg weelderige pruiken, welnu, wie een heele mooie pruik had, dokte daar voor 2V2 thaler per jaar. Toen hij naar Engelsch voorbeeld, een vensterbelasting ging invoeren, metselden velen hun ven sters dicht. En dan was er 00V ticig een prinsessenbelasfing, wat niet zeggen wil, dat de prinsessen die moesten betalel* maar dat zij ten voordeele dier dames kwam. Die belasting werd b.v. teileens opgebracht, als een prinses van het ko ninklijke huis in het huwelijk' ging treden. Daar werden dan de kosten van Kaar uit zet mede betaald. '(Vad.)j DE ONDERWIJZERS EN DE VER KIEZINGEN. Over dit onderwerp schrijft Strik'werda in „Friesch Kerkblad": Door onze politieke voormannen wordt geklaagd, dat de onderwijzers van de Christelijke School voor de politiek' zoo goed als niets gevoelen en in dagen van verkiezingen er pok 200 goed als niets voor doen. In zijn algemeenheid is deze klacht oi> juist. Vooral ten platten lande is het hoofd der school nog steeds de ziel van de politieke actie en menig onderwijzer 6taat, als er gewerkt moet worden, nog steeds mee aan de spits. Zoo hoort het te zijn. Onderwijzers moeten willen ze niet geheel verkinderlijken of verschoolmees teren het groote volle menschenleven in Kerk, Staat of Maatschappij meeleven. Om hun school en om hun partij alle bei. Niet de boeken, niet de, klas, maar het leven voj-mt de menschen. En hoe meer contact er tusschen ouders en on'aey. wijzers op allerlei gebied is, hoe beter de school aan haar roeping zal voldoen. Daarom ook betreuren we het, dat in de grootere plaatsen de klacht, dat onder wijzers zich van alle Christelijke actie af zijdig houden, voor zoo velen hunner te recht wordt geuit. Onze onderwijzers moeten meedoen en strijden tegen de oorzaken, die hen een zijdig drijven in de richting van de school en de studie alleen. Die oorzaken- zijn er. Ze liggen aller eerst in hun werk. Sinds 1900 heeft het uitgebreid lager en middelbaar onderwijs ook in Christelijke kringen zich zeer sterk uitgebreid. Daarvoor* moeten actes zijn en de studie daarvoor legt beslag op bijna al den vrijen tijd van de besten van het korps. En dat doet de voortgezette studfe. als eenmaal de akte en een plaats is^ verkregen, evenzeer. Voor de studie trekken de meest begaafden naar de steden. Meen niet, dat het enkel onverschilligheid of luiheid is als ze niet op de vergaderingen der kiesvereenigin gen komen, enz., volstrekt niet. Want voorzoover we het leven kennen durven we gerust verklaren, dat naast al de harde werkers voor hun positie, da studecrende onderwijzers in het voorste gelid staan. Daar zijn er, die zich ook niet één uur per dag voor ontspanning gunn.cn Ze doen nergens aan mee. En dat werkt Onverschilligheid in de hand. Immers maakt onbekend onbemind. Wie voor een persoon of zaak veel doet, voelt zijn liefde voor ze groeien.1 In dien overmatig harden arbeid voor eigen positie, ligt een groot gevaar. Ie der mensch moet een zeker deel van zijn tijd en kracht, gaven Gods, rechtstreeks voor Gods koninkrijk afzonderen en van zijn dagelijksch werk, 't welk hem het brood geeft, afnemen. Ook de meer gees telijke arbeid kan een mensch materialist maken. Daar komt bij', dat we in onze Chris tenkringen naast de predikanten en on derwijzers hebben ontvangen de burge meesters, advocaten, doktoren, leden van Kamers, Staten en Raden. Ook dezen vestigen zich vooral in de grootere plaat sen. 't Spreekt als vanzelf, dat deze in de politiek de leiding hebben gekregen^ Vroeger was de meester er voor aange wezen, nu zijn het anderen. Te meer, daar de politiek, die in de dagen van opkomst en groei meest een strijd voor de beginselen was, nu veel meer een practische is 'geworden. En van de praktijk' der politiek hebben niet veel onderwijzers, die negen tiende van hun bewuste leven tusschen kleine kinderen en droge studieboeken door brengen, verstand. Zoo hebben we het een vriend, hoofd man onder de „politieken", nooit kwa- bjk genomen, dat hij zoo nu en dan eens echt goedmoedig zei: „Ja, maar daarvan heb jullie geen begrip". Daarvoor sta je te veel buiten het le ven. Trouw meenden we mee te moeten doen, zoolang er voor de oude beginse len te strijden was,-.totdat we op menig punt ervoeren, hoe de praktijk! den «>or- slag gaf en dit kon, zeker omdat de beginselen muurvast als onderheiing der fundamenten liggen. Mocht ooit weer de tijd komen, dat ook in de praktische po litiek de groote beginselen, die naar Gods Woord zijn, rechtstreeks moeten worden verdedigd of gepropageerd, zie dan voor al zal men ook in de steden de pude garde, aangevuld door de honderden uit de jongere onderwijizers, weer in de bres sen zien staan. Kunst en Letteren. Oratorium „De Schepping". Joseph Haydn, de componist van „De Schepping" werd 1 April 1732 te Roh- rau geboren. Nog zeer jong zijnde, toon de hij veel aanleg voor muziek te heb ben, en kreeg hij les in zang, piano en viool. Ouder geworden zijnde legde hij zich met veel ijver toe op de compositie zeer veel werken heeft hij ons dan ook' nagelaten, en altijd treffen ons weer de heerlijke, frissche en vloeiende melodieè'n, door dezen meester neergeschreven. Een van zijn laatste werken is „De Schepping". Hoe machtig mooi wist deze toonschilder de verschillende tafreelen uit -te beelden. Het Bijbelsche scheppings verhaal wordt op den voet gevolgd, om tusschenbeideonderbroken te worden door een solo van één der drie engelen, n.l. Raphael, bas; Uriël, tenor; en Ga- •briël, sopraan; of door machtige, meestal fugatisch bewerkte koren. Meesterlijk weet Haydn te tooveren met het orkest; rijk! aan klank' weet hij de tafre"Vp. aan het Scheppingsverhaal zo^ v" tè schilderen; zoo b.v. het mT! 1 schuimende golven; het verschijnen 1' bérgen; het opgaan der zon; het kweel der vogels, het brullen van d n leeuw, enz. De eefste twee deelen van (Vt 2ijn geheel aan het scheppïngs -er' nT r wijd, het laatste of derde deel b'in heel aan het duet van de tw e ec. rqehschen: Adam en Eva. Het is c—>- merkelijk, dat Haydri, hoewel hij zc'f geen echt huiselijk geluk gekend hr ft, wegens het h,eerschzuchtig en tvLt-'ak karakter 2ijner vrouw, zulke heerlijke d 1- etten kon schrijven, als die van Ada:U en Eva. Trouwens, het geheels werk door is alles even frisch, hoewel de componist toch 'al ruim zestig jaren oud was, toen hij het componeerde. Den I9en Maart 1799 werd „De "Schep ping" het eers,t uitgevoerd in Wc e n en, en nu, 125 jaar later, heeft het werk zijn bekoring nog niet verloren. Dit d *ed de Chr. Zangvereen. L.E.D.A.G.O.H. be sluiten, het werk in studie te nemen, en zij hoopt -het 19 Februari a.s. l-cu gtuoora ie brengen in de Stadsgehoorzaal. Als .solisten zullen medewerken Mei. Fiep Kruyt, sopraan, Rotterdam; en de hee ren G. Le Cointre, tenor, Den Haag, en Hendrik Koning, bas, Amsterdam. Het Lèidsche Symphonieorkest zal begeleiden zoodat dus twee Leidsche vereenigingen dien avond naar voren zullen treden. Moge het Leidsche publiek waarde eren, wat door deze vereenigingen wordt on dernomen, en blijken geven van zijn be langstelling. De entree zal voor niemand een bezwaar zijn, daar deze zoo laag mo gelijk is gesteld. (Ingez.) AMERIKAAN SC BE MODELECTUUR De bladen wijzen op een eigen aardig teeken des tijds, n.l. de bui tengewone populariteit van den Bij bel in Amerika. Niet minder dan veertig yan de voornaamste Amerikaansche dagbla den bieden hunnen lezers goedkoope Bijbeluitgaven aan, en meerdero maat schappijen maken goede zaken door den verkoop van platen met bijbelsche voorstellingen aan meer dan 800 bla den. Ruim 200 dagbladen brengen da^ gelijks bijbelsche studiën. Dat de Bijbel nog steeds het meest verspreide boek is bewijst wel dat het Amerikaansche Bijbelgenootschap in I922 niet minder dan twee miljoen bijbels verspreiden liet en in I923 twee en een half miljoen exemplaren. Nadat in het voorjaar de vertaling van het Boek der boeken voor een Indianenstam was gereed gekomen, werd begonnen met drie nieuwe over zettingen voor middel-amerikaansche Indianenstammen. Sterfsie onder de boomen. In de jaarvergadering van de Ned. Bo tanische Vereeniging sprak mevr. Proi Dr. J. Westerdijk uit Utrecht over: „Da sterfte onder de boomen", waaraan het navolgende is ontleend: Holland beteekent houtland, doch be kend is, dat onze houtvoorraad op schrik barende wijze achteruit gaat. De droogte van de laatste jaren heeft een grooten invloed op de boomen gehad. Hoe komt het nu, dat in andere landen, zooals Denemarken, waar het toch ook droog geweest is, de sterfte onder de boomen lang niet zoo groot is als hier. Een iepziekte is daar niet, het dor staan der vegetatie komt niet voor. Zoo komen wij er toe ons af te vt*- gen, of soms andere factoren dan die der droogte onze boomen met den on dergang bedreigen. Een zeer uitgebreid onderzoek naar het waterverbruik der verschillende boomsoorten heeft uitge- maakt, dat we het sterkste waterverbruik aantreffen bij den esch, dan komen acht- tereenvolgens de berk, de beuk, de iep, de eik, de coniferen en ten slotte d« Pinus Austrica. De esch zou dus eigenlijk het meest moeten afsterven, maar spt heeft alleen stervende esschen zien staan langs een uitgedroogde Veluwestreek. Ip het Westen van Holland ziet men deze boomsoort over het algemeen zeer goed staan. Wanneer men het waterverbruik bepaalt volgens het mineraalgehalte der bladeren, dan komt de iep iets hooger op de ranglijst te staan. Een ander ge geven is' het watergehalte der boomen. Eigenaardig is, dat gedurende den winter een hoog watergehalte optreedt, doordat de wortels doorwerken en de bladeren niet meer aanwezig zijn. Als men eer., iepentak afsnijdt, verwelkt hij vlugger dan een tak van welke andere boomsoort ook. In de*i laatsten tijd zijn veel boomen omgekapt en bosschen gedund. Zoo heeft men moord en brand geroepen over de boomen achter het slot te Zeist, maar spr heeft geconstateerd, dat zij' door en door ziek zijn. Alle 112 boomen, die om gehakt zijn, waren aan de vermolming toe. Dat komt, omdat de beuk hier altijd op grond staat, die hem niet convenieert, waar vermoedelijk te weinig kalk in 2k In Soestdijk zag spr. beuken omhalen, die in den kop geheel verdroogd waren: het sterium had den kop geheel deen verdrogen. Wanneer men door de droge boschgronden van de Lage Vuursche fietst, ziet men ontzettend veel doode boomen, die hoofdzakelijk ten offer z jn gevallén aan de wortelschimmel. Legio is het aantal gevallen, waarin de Arir.il- laria het cambrium dood maakt. Het hout weegt dan ongeveer niets en is dan drijfnat. De schimmel heeft zuurstof noo-% dig en zoo komt het, dat zij gemakkelijker grooit in een droog, luchtrijk, dan ii nat, luchtarm hout. De iep beschikt slechts over één functioneerende splintering, daaraan is het te wijten, dat bij deze boomsoort de ziekte zoo hevig is. On middellijk nadat de splintering door de schimmel buiten werking gesteld is, sterft de boom af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6