CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
5e JAARGANG '~~J
DINSDAG 13 JANUARI 1925
NUMMER'. 1411
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per weekI 0.19
Franco per post per kwartaal 2.90
Windvaan-politiek.
Het valt niet moeilijk, aan te toonen,
tlai de vertegenwoordigers van het libe
ralisme in de openbare lichamen de
sekerheid van lijn missen en dat door
hen een windvaan-politiek wordt ge
voerd.
Men behoeft zich slechts te herinne
ren de houding door den heer Dressel-
huys ten opzichte van het bezuinigings-
vraagstuk aangenomen.
In December 1918 was het de leider
van den Vrijheidsbond die de Regeering
tot het doen van groote uitgaven prik
kelde.
Bij de algemeene beschouwingen over
de staatsbegrooting werd door hem een
rede gehouden, waarin een aantal wen-
flchen voorkwamen, welker vervulling
door Minister De Vries op een uitgaaf
van 200 d. 250 millioen gulden "per jaar
werd geraamd.
Gevraagd werd o. m. een staatspen
sioen vari 3 per week voor alle inge
zetenen, op niet te hoogen leeftijd, b.v.
60 jaar. Voorts belangrijke verhooging
van tractementen en löonen van de
ambtenaren, beambten en werklieden in
'sRijks dienst, sterke uitbreiding van het
Vakonderwijs, verbetering der Volks
huisvesting, enz.
De lieer Dresselhuys erkende, dat het
hierbij ging om „reusachtige sommen",
maar, zoo zeide hij, de Minister moet dat
geld vinden.
Hij zal groote maatregelen moeten
nemen, zeer moeten belasten de hooge
inkomens, maar daarmee kan hij er niet
komen. Hij zal andere maatregelen moe
ten toepassen, maar dat de Minister van
Financiën dat moet doen, nu de Regee
ring eenmaal gezegd heeft de sociale
maatregelen met kracht en snelheid te
zullen toepassen, staat absoluut, vast, al
zóu het gevolg moeten zijn, dat talrijke
menschen hun staat moeten verminde
ren, en'dat aan de overijde aan.het Bin
nenhof eenige strijd zal moeten worden
gevoerd".
Dat was de Dresselhuys van 1918, niet
ten onrechte in die dagen als de angst-
democraat aangeduid.
De wind woei toen uit den z.g. demo-
:cratischen hoejc en daarnaar regelde
zich de politiek van den liberalen leider.
J Later echter keerde de wind, zooals we
i nader zullen aantoonen.
^STADSNIEUWS.
Gerei. Zendicgsbond.
Gisteravond werd in de Oosterkerk een
bidstond voor de zending gehouden, uit-
Igaande van de Hulpvereeniging van den
I Geref. Zendingsbond.
Voorganger was Ds. W. Bieshaar,
'zendingsdirector van den Geref. Zendings
bond te 's Gravenhage, die tot onderwerp
had: „Zendeling tegen wil en dank".
Deze zendeling tegen wil en dank was
de profeet Jona. In een voorafspraak wees
'Spr. er op, dat Jona in dit opzicht niet
''alleen staat. Met Petrus was het evenzoo,
,toen h'ij naar Cornelius moest en God
hem door het visioen van het witte laken
imet allerlei, ook onreine dieren leerd^, dat
•>wat God gereinigd heeft, hij niet mocht
tgemeen maken: Ja, wij allen zijn van
BUREAU: Hooigracht 35 Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
nature ongeneigd tot den zendingsarbeid
Nadat spr was voorgegaan in gebed en
had laten zingen Ps. 2214, behandelde
hij naar aanleiding van Jona 3:3 de ge
schiedenis van Jona, waarbij hij sehetste:
10. een wonderlijke zendingsreis; 2e. een
uitdrukkelijk zendingsbevel en 3e een rij
ke zendingsvrucht.
Jona vlucht voor het zendingsbevel
dat God hem gegeven had, eerst naar
Joppe, en daarna neemt hij een schip naar
het Westen, zooals in onzen tijd men
schen, in wier leven wat bijzonders is
voorgevallen, naar Amerika gaan. Hij be
taalt den vrachtprijs wat heeft een
rnensch er al niet voor over, God te
ontvluchten en gaat hoe langer hoe
verder van Nineve vandaan.
Doch God rijdt op de vleugelen van den
wind en een storm overvalt het schip
Jona evenwel slaapt den slar.jp des gerus-
ten en snorkt; de duivel en de wereld
schudden het zondebed zacht.
Ah de kapitein van» het schip Jona ge
wekt heeft en de heidenen bijgeloovig
vragen, wie zich den toorn van den god
der zee op den hals gehaald heeft, be
kent Jona, hoe hij zijn God ontvlucht,
is.
„Werpt mij maar over boord", zegt
Jona, Hij springt niet zelf over boord,
want dan zou hij een. zelfmoordenaar ge
weest. zijn.
Jona wordt van de hoogte der verschan
sing in de kokende zee geworpen; dan
word,: hij door een grooten visch verslon
den, Die visch volgc zijn natuurlijke aan
drift en dacht aan Jona een goed hapje
te hebben, doch deze ligt hem wat zwaar
cp de maag; hij kan hem niet verduwen.
Ij,an begint hij te braken; die visch was
gebarsten, ah hij J,ona niet uitgespuwd
had. Zoo Ook de duivel, die denkt aan
Gods kerk- een goed hapje te hebben,
maar de hel zou barsten, ais zij de lcerk
niet losliet.
Jona heeft wel nooit zoon goedkoops
vaart'gehad als tbenhij hoefde nu geen
vrachtprijs tc betalen, maar hij reisde op
kosten van den Heere.
Als Jona dan weer op het drog$ ligt,
zit hij vel met vini ep- slijm;-- 'toch wil
God zich van dezen profeet bedienen en
als hij dan wéér het zendingsbevel ver
nomen- heeft, maakt hij zich op en gaat
naar Ninevé.
Nadat gezongen was Ps. 86:5 en 6,
ghg spr nog na de rijke zendingsvrucht
di; God gaf op Jona's werk. De Nine-
vieteu bekeeren zich en hoe langs zoo
mfjee nadert aan het einde der door Jona
genojjjjnde veertig dagen .de dag, waarop
Ninevé zou omgekeerd worden. Als die
dag' maar eenmaal voorbij was, met span
ning zitten ze te taren, of ze wellicht
reeds een ster zien, die beteekent, dat de
dag om is.
Hebt gij ook, zegt spr., het vonnis des
doods over uzelf erkend en zit ge ooli
te wachten op een ster in den. vorm van
een belofte, dat ge gelooven mocht, dat
de I-Ieere u g'enadig zij
Ze zien een ster, de Ninevieten, nog
een, nog een; dan vallen ze elkaar om
den hals en ze roepen 't vol vreugde uit:
„Hij doet 'tniet!"
Zoo werd God verheerlijkt in deze rijke
zendingsvrucht.
Spr droeg vervolgens de nooden der
zending in den gebede op.
Vereeniging van Mathesionen.
Zaterdagavond hield voor bovengenoem
de verecniging de heer H. v. d. Starre
een lezing over „Electrische Trillingen"
in 'de Collegezaal van het Nat. Lab.,
welke bereidwillig voor dit doel was af-
'gestaan. In zijn openingswoord, heette de
voorzitter, de heer Veenhuizen, de aan
wezigen hartelijk welkom en bracht dank
aan dhr v. d. Starre voorzijn bereid
willigheid om een lezing voor de ver
ecniging te houden. Hierna was het woord
aan den heer v. d. Starre.
Deze begon allereerst te behandelen
wat electrische trillingen zijn en hoe deze
worden verkregen en besprak de ontla
dingsverschijnselen van den condensator. In
verband hiermede ook de electrische tril
lingen, welke in electrische trillingsketens
ontstaan, a.m. de oxUlèerende en gevoe
lige lichtboag van Paulsen, zoo ook de
proef van Feddersen. Daarna werden ge
sproken de resonantieverschijnselen> tus-
schen verschillende ketens, welke 'eerst
met een voorbeeld uit de mechanica wer
den verduidelijkt. Verder werden bespro
ken en vertoond de proeven van Pesla,
Lodge en Hertz. Met de proeven van
Hertz werd nu de voortplanting der
electrische golven besproken en de eigen
schappen; "aangetoond, zooals bepaling van
golflengte, trillingstijd, en voortplantings-
snelhéid, terugkaatsing, breking, polari
satie, enz. Ên tenslotte dit alles in verband
gebracht met de lichtgolven en de toe
passing in de draadlooze telegrafie en
teïefónie. Rest nog te vermelden, dat de
proeven stekend slaagden en een har
telijk applaus spreker ten deel viel.
Db vechter bracht hierna dank aan
den heerv. d. Starre voor zijn werkelijk
leerzame en interessantelezing.
De Lakenhal.
In tegenwoordigheid van een aantal
leden van de vereen, v. b Hang steil enden
in het stedelijk museum „De Lakenhal"
wérd Zaterdagmiddag cm 3 uur de ten
toonstelling van werken van den .teekenaar
Theo van Rysselberghe geopend.
Wij .stellen ons voor, hier nog nader op
terug te komen.
Loop der bevolking over 1S24.
De bevolking was op 1 Januari 1924
32747 nt, .35.415 vr., totaal 68162. Ver
meerdering' door geboorte 783 m., 707
vr„ en door westïging Y?48 m., 1960 vr.,
totaal 5198. De bevolking verminderde
door overlijden met 257 m., 302 vr., en
door vertrek met 1927 m., 2403 vr., to
taal 4889. Het verschil tusschen de ge-
heele vermeerdering en de gehecle ver
mindering bedraagt 309. Op 31 Decem
ber bedroeg de bevolking 33094 m., en
35377 vr., totaal 68471.
Wijk vereeniging „Levenöaal".
.Wij ontvingen het keurig uitge
voerde jubileumnummer van het
.Maandblad Christelijke Wijkvereeni-
ging „Levendaal", uitgegeven bij de
herdehkiiïg van het 50-jarig bestaan
dezer vereeniging.
Ds. Punselie geeft een mooi ge
legenheidsartikel over Stroomen uit
de Steenrots.
iVerder bevat het blad sprekende
portretten van wijlen Ds. de Wolf, van
Ds. v. d. Meer, Ds. Punselie en de
heeren F. W. 'Leussen, A. van Os,
M. G00zen, Joh. Kok, H. A. B. Duy-
ker, J. M. G. Hakkert.
tVoórts is er nog een kiek van het
bestuurder wijkvereeniging en van
den voorzitter met zijn staf van hel
pers èn helpsters. De heer Hakkert
zorgde voor een pakkend bijschrift.
Eindelijk volgen nog artikelen van
den penningmeester en van de hee
ren van Bostelen, Fontein en de L'an-
lgen.
Het ;blad maakt een prettigen in-
(druk en geeft een goeden kijk op
(den .veelzijdigen en gezegenden ar
beid van de jubileerende vereeniging'.
Geridderd.
De heer A. van Borselen, bestuurslid
van de Christelijke Wijkvereeniging
„Levendaal", welke vereeniging vandaag
jubileert, en leider van de jongelieden-
afdeeling is in verband met zijn lang-
durigen arbeid als zoodanig, door H.M.
de Koningin benoemd tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
Ophaaldienst belastingen.
Omtrent den ophaaldienst voor de
belastingen tot de stichting waarvan
door den Chr. Besturenbond besloten
Kverd, kan het volgende worden me
degedeeld.
De bedoeling is het geld tegen een
kleine yergoeding maandelijks te doen
'ophalen |do.or een bode. De vergoe
ding kan gering zijn, daar het opge
haalde geld geregeld ,op een spaar
bank wordt belegd en dus rente op
brengt.
Door ,den Besturenbond is eene
Commissie benoemd om de zaak na-
'der te organiseeren.
Deze Commissie bestaat uit de hee
ren A. J. Schoneveld, Ph. J. de
Leeuw, C. van Cittert, J. B. H. Gro
tenhuis en G. Freeken.
BINNENLAND.
DE TABAKSWET.
Onderzoek naar een andere belasting
heffing.
De Minister van 'Vinanciën heeft
,'io. een commissie in te stellen, ten
einde een onderzoek te verrichten
inaar de wijze, waarop een belasting
ware te heffen, bestemd tot vervaar
diging van tabaksfabrikaten met
.'dien verstande, dat:
a. de daarvan te verwachten jaar-
lijksche opbrengs-t niet kleiner dient
te zijn dan de bate, welke de gel
dende heffing aan de schatkist op
levert;
b. de normen van heffing, indien
en voor zoover mogelijk, verband be-
hooren te houden met de waarde van
(het fabrikaat, hetwelk uit de tabak
zal worden verkregen;
20. de commissie uit te nopdigen
bij; haar verslag een ontwerp voor
een wet met Memorie van Toelichting
in te dienen, waarin har.e denkbeelden'
zijn belichaamd;
30. te benoemen in die commissie:
tot lid en voorzitter: den heer mr.
J. H. R. van Schaik', lid van de Twee
de Kamer der Staten-Generaal, te 's-
Gravenhage;
tot lid en secretaris: den heer L.
Meijers, referendaris aan het Depar
tement van Financiën, te 's-Gfkven-
Ihage;
tot leden de heeren: F. C. van den
Arend, directeur der Tabaksmaat
schappij 'Arendsburg te* Rotterdam;
S. Banken, voorzitter van den Coöpe
ratieven <Tabakshandel „Leeuwenbo"-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22','; cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 50 cent.
ven" te Leeuwen-beneden; A. M. J.
Dresselhuys, Directeur der N. V. Si-
'garettenimport en fabricatie Abdulla
Co., Scheveningen; IT. H. J. Fèitz,
(directeur der N'.y. Tabaksfabriek'
6,(De lOldenhove" voorheen Hendrik
:Taconis Szn., te Leeuwarden; Fred.
'Meerkamp van Embden, makelaar in
tjajbak' te Rotterdam; M. Smith, te
Heemstede; PI. Jos. van Susante, si
garenfabrikant, te Boxtel; J. A. La
ger, directeur van de N..V. Scheltema
en .Go's Tabakshandel, te Amsterdam;
;C. G. Yattier Kraane, directeur van
ide N. .V. Blaauwhoedenveem .Yriesse-
yeern, te Amsterdam; H. van de Yen,
hoofdinspecteur der invoerrechten en
'accijnzen, te Amsterdam.
Minister Godart.
De Fransche Minister Godart, die
'onder geleide van Minister Aalberset
(enkele da-gen in ons land vertoefde
is gisteren weer vertrokken.
Mevrouw, Godart droeg bij het ver
trek' een bouquet met linten in dej
Fransche kleuren. Bovendien hadden
minister en .mevrouw Godart van mi
nister Aalberse nog een paar echt-
Hollandsche geschenken ontvangen:
Edammer Kaas en bloembollen.
Minister Godart nam van alle aan
wezigen hartelijk afscheid, in het bij
zonder van zijn Nederlandschen ambt
genoot van Arbeid, dien hij nogmaals
zijn dank betuigde voor de hartelijke
ontvangst en dien [hij op Fransche
wijze omhelsde.
Bij het verlaten van de Nederland-
sche grens heeft minister Godart het
volgende telegram gericht tot minis
ter Aalberse
„Op het o,ogenblik waarop ik' Ne
derland verlaat betuig ik u mijn leven
dige erkentelijkheid voor uw ont
vangst en verzeker ik' u, dat ik een
'diepe bewondering heb gekregen voor
het schoone werk op sociaal gebied
en de ijverige werkzaamheid van het
iNederlandsche volk. Moge tusschen
de Fransche republiek en NN ede in
land steeds die goede verstandhouding
heerschen, die alle volken moet ver
eenigen welke den vrede en den ar
beid liefhebben."
H. Koitiiek.
In „Recht voor Allen" deelt het
bud-Kamerlid Kolthek mede, dat hij
sinds eenige dagen aan het rechter-
bog zco goed nis blind is, terwijl
het linkeroog steeds zeer zwak was.
Hij kan nog wel alleen over straat
gaan, maar lezen noch schrijven, zoo
dat hij alleen moet dikteeren. Geluk
kig achten de artsen genezing niet
uitgesloten.
Ned. Chr. KadiG vereeniging.
De Ned. Chr. Radiovereeniging zalv
Woensdagavond te 8.13 weer uitzen
den.
Medewerkenden: de Zusters van de
Gere.f Ziekenverpleging te Amster
dam, Zang; de heeren Marc. E. Bouw
meester, Amsterdam, Orgel, en D.
Lüsschen, Amsterdam, Fluit.
Het programma luidt: 1. Inleiding
door den heer J. .W'. van Hensber-
(gen; 2. Openingszang; 3. Ds. Y. v.
FEUILLETON.
(Uit het Engelsch)).-
In 's levens branding
10)
„Hoe zoo?" vroeg hij, terwijl een
eigenaardige glimlach om zijn lippen
speelde.
„Wel, gewoonlijk zijn het de men
schen, die geen sympathie voelen. En
het komt mij voor, dat u niet tot die
categorie behoort."
„Ik vrees, dat ik tot dusver niet veel
sympathie heb betoond", antwoordde
hij terwijl hij afgetrokken in het vuur
keek.
„En kwam dit door de omstandig
heden, waarin u waart geplaatst of
door uw eigen schuld?"
„Door beide", antwoordde hij een
weinig bitter. „Men komt er toe de
menschen te behandelen op de wijze,
waarop zij ons zelf behandeld hebben."
„En hebben de menschen u slecht
behandeld?" vroeg zij.
„Niet slechter dan ik verdien, denk
ik. Maar toch slecht genoeg.
„En hebt u terug geslagen?"
„Niet veel. Een vlieg onder een >viel
heeft niet veel gelegenheid tot slaan."
„En zijt u de vlieg?"
„Heb ik dat gezegd V'
„Neen, doch het lag in ujy woorden
„Dan zullen we liever van onderwerp
veranderen, 'tls moeilijk voor een man
over zichzelf te spreken."
,Is 't gemakkelijker over zijn vrien
den te spreken?" vroeg zij met een
glimlach.
„Ik weet het niet. Ik heb geen vrien
den om over te spreken."
„In 'tgeheel geen vrienden?"
„Ik vrees, dat dit het geval is. Ik
he been paar kennissen; maar vrien-
heb een paar kennissen; maar vrien-
iemand, die mislukt is
„En zijt u mislukt?"
„Ja totaal."
Hij gebruikte bijna een sterker woord
doch hield zich bijtijds in.
„Wat is mislukt?" vroeg zij kalm,
na eenig stilzwijgen.
Hij sloeg zijn oogen plotseling op,
alsof de vraag nieuw voor hem was,
maar zij ontmoette zijn blik niet, zij
keek in het vuur.
Wat bedoelde zij met die vraag, vroeg
hij zich af? Was zij iemand, die het
leven bezag met den blik der groote
menigte, of was zij een der weinigen,
die keek onder de oppervlakte der din
gen?
Daar kan ik gemakkelijk achter ko
men", dacht hij.
Hij antwoordde dus, na even te heb
ben nagedacht
„AI9 een man niet „vooruit komt"
zooals het heet, dat is, als hij geen for-
tuin ig^akt, en door middel van geld
hooger klimt op den maatschappelij-
ken ladder en zich een voorname po
sitie in de stad verwerft, dan heet het,
dat hij mistykt is."
„En veronderstel, dat hij fortuin
maakt én niet eerlijk blijft, en zijn hart
en zijn geest honger laat lijden in de
jacht naar geld, is hij dan toch ge
lukt?"
„Ik vermoed van wel. Oneerlijk zijn
schijnt er niet op aan te komen, zoo
lang het niet wordt ontdekt.
De wereld laat alle slechtheid oog
luikend toe, zoolang het gerecht er bui
ten blijft en schandaal vermeden wordt
dan, natuurlijk, wordt de wereld plot
seling Vroom.
Maar de moraal is een zaak van geen
belang in vergelijking met geld. De
eenige misdaad, die de wereld niet wil
dulden, is armoede."
„U. spreekt zeer bitter."
„Doe ik? D/it spijt mij. Ik veronder
stel, dat ik ben als alle anderen een
aanbidder van het gouden kalf en ver
bitterd ben, omdat ik geen kalf voor
mijzelf kan maken.
„Zoudt u gaarne rijk zijn?" En zij
hief haar oogen tot hem op, terwijl zij
de vraag deed.
Hij was op 't punt bevestigend te ant
woorden, maar iets in haar blik hield
hem terug.
„Wat bedoelt u met rijk zijn?" vroeg
hij eindelijk.
„Wel, ik geloof dat ik die vraag niet
zal beantwoorden" antwoordde zij la
chend. „Daarenboven, ik moet noodza
kelijk naar het vuur zien."
Gedurende verscheidene minuten
sloeg hij haar gade, terwijl zij het vuur
van brandstof voorzag, en bij iedere
beweging scheen een nieuwe bekoor
lijkheid aan den dag te komen.
Nadat zij het vuur had voorzien, ging
fij naar beneden en haalde wat bouil
lon voor hem.
Dit gedaan zijnde, begon zij de ka
mer, „op te ruimen" verzette hier en
daar een stoel, daar een ornament,
totdat alles naar haar genoegen was
geschikt.
Toen kwam zij weder tegenover hem
zitten, en het afgebroken gesprek werd
weder met ijver voortgezet.
Douglas was in den zevenden hemel.
In den laatsten tijd was zijn leven zoo
eenzaam en zonder liefde geweest, dat
de eenvoudige vriendschap van dit
mooie meisje met haar lieve stem, als
zonneschijn in November voor hem
was.
Na dezen dag kwam zij hem bijna da
gelijks een poos gezelschap houden en
de dagen vlogen als een gelukkige
droom voorbij.
Geen van hen beiden dacht aan de
gevolgen. Floss handelde uit een een
voudige begeerte vriendelijk te zijn.
Deze jonge man had bijna zijn leven
verloren in de verdediging van haar
huis, het was dus niet meer dan een
plicht van ge.vvone dankbaarheid hem
den last der ziekte zoo liclit mogelijk
te maken.
Daarenbovfen ,zij zocht zich zelf nooit
te ontkennen,, dat zij gaarne in zijn ge
zelschap was.
Hij mocht dan arm zijn en mislukt
en te oordjeelen naar de inlichtingen,
die zij omtrent hem verkrijgen kon,
scheen deze beschrijving van hemzelf
een Ware te zijn.
Niettemiit, hij had iets over zich, dat
haar belang inboezemde. Hij was zoo
geheel andprs dan de andere jongelui,
die zij ken(de. Arm mocht hij zijn, en
mislukt, en toch als rijkdom werd af
gemeten naar hetgeen een man in zich
zelf bezit, /inplaats van naar hetgeen
zich in zijoa (zakken bevindt, scheen hij
volstrekt niet arm.
De uitgebreide kennis, die hij over
de meestej onderwerpen aan den dag
legde, scheen haar verbazingwekkend.
Waar had hij al die kennis opge
daan? Waar had hij zijn- leven door
gebracht, len wat had hij gedaan eer
hij in Demping was komen wonen?
Maar op Oéze vragen kon zij geen ant
woord beiiomen. Over zijn vroeger le
ven zweeg hij hardnekkig.
Eens op) een toevallige manier zin
speelde hiij op zijn leven te Cambridge,
maar in welke hoedanigheid hij daai
was geweest, dat kon zij niet te wetet
komen. «LA'
1 QYordt vervolgd).;