SATERDAG 10 JANUAKTT92| Aan het einde der Week. 'I. Wie gemeend zou hebben, dat met 'jcte aanvaarding van het rapport-Da- wes door de betrokken mogendheden .alle moeilijkheden waren opgelost en we met versnelden pas naar het her stel van Europa zouden marcheeren, jheeft zich wel deerlijk vergist. Zoo gemakkelijk gaat 'tniet. Daar- jvoor is er de laatste tien jaren te veel gebeurd in ons werelddeel. Het zal nog wél gerhiimen tijd duren, eer de toestanden weer eenigszins genor maliseerd zijn, indien die tijd al ooit [aanbreekt. Hoeveel moeilijkheden zijn er nog niet te overwinnen! En hoeveel con ferenties zullen er nog wel niet noodig zijn, eer men tot volledige overeen stemming betreffende allerlei verschil punten gekomen, is! Het is voorwaar geen wonder, dat de eene conferentie nog niet is afge- loopen, of een andere doemt al weer aan den gezichtseinder op. - Zoo hebben wij dan nu de finan cieele conferentie. De gealli- jeerde ministers van financiën zijn te jParijs bijeengekomen ter bespreking •van de financieele kwesties, die nog hangende zijn en teneinde die tot een oplossing te brengen. Twee belangrijke vraagstukken zijp daarbij: de verdeeling onder de ver schillende mogendheden van de door Duitschland betaalde en nog te beta len schadevergoeding, alsmede de be taling en afdoening der intergealli- eerde. schulden. Volgens de berichten uit Parijs gaat het goed met de conferentie en is er jhoop op algeheele overeenstemming, 'terwijl ook de niet-officieele bespre- jkingen tusschen de verschillende ge delegeerd en den weg banen naar een jóplossing, die allen bevredigt, j Behalve de financieele moeilijkheden pijn er ook de economische, i De werkloosheid neemt delaat- jste weken weer onrustbarend toe, met 'name in Engeland, doch niet minder jin Holland, Zweden, Oostenrijk en de [Vereenigde Staten van Amerika. (Dit is een moeilijkheid, die niet met een conferentie uit de wereld te hcl- ipen is, waar ook de regeeringen vrijwel machteloos tegenover staan. Noch het jLabourkabinet, noch de huidige con servatieve regeering in Engeland kun- jnen daar iets aan veranderen. f Het eenige, wat een regeering in de ken doen kan, is door een behoorlijke {steunregeling de gezinnen der werkloo- -zen voor algeheelen ondergang behoe- 'den, opdat de volkskracht zooveel mo gelijk intact blijve, de werkverschaf fing ter hand nomen en docr Vermin dering van den belastingdruk de ka pitalisatie mogelijk maken. En voorts moeten wij afwachten, of wellicht langzamerhand de toestan den zich herstellen, en de menschen zich aanpassen aan de gewijzigde ver- jhoudingen. j Meer dan ooit past in onze dagen de bede op de lippen van den Christen: Lpnee Vader, die in de hemelen zijt, .'Ons dagelijksch brood geef ons heden." Uit het grijs verleden. DE OORSPRONG VAN HET GEZAG BIJ DE OUDEN. Het is niet de stad-staat geweest, die bij de Ouden de wetten heeft uit- jgedacht, die het eigendoms- en het ■successierecht regelden. Ware dit het geval geweest, dan zou dit er geheel anders uitgezien hebben. Want het is niet in het belang der gemeenschap, dat de eigendom onver- ;Vreemdbaar is en het vaderlijk erf deel ondeelbaar. i Evenzoo staat 't met de wet, die we eoowel in Griekenland als in Rome aan treffen en die aan den vader toestond, zijn kinderen te verkoopen en zelfs 2e (te. dooden. I De gemeenschap zou veeleer tot den [vader gezegd hebben: „Het leven van juw vrouw en uw kind behoort u even min toe als hun vrijheid; ik zal hen beschermen zelfs tegen u. Niet gij zult hc-n oordeelen en hen ter dood bren gen indien zij zich misdragen hebben: ik alleen zal hun rechter zijn." Dat de Tad-staat zoo niet gesproken heeft, vinu,. zijn oorzaak daarin, dat het private recht reeds eerder dan hij bestond. Toen hij begon de wetten te boek te stellen, vond hij dit recht: het leefde, het was in de zeden geworteld en werd ilgemeen erkend. Daarom heeft hij het aangenomen sooals hij het vond, en slechts 2eer langzaam is het gewijzigd, i Het oude recht is niet uitgedacht door een wetgever. Integendeel, het heeft zich aan den wetgever opge drongen. In den kring der familie is het ge boren en van daaruit is het voortge- 'gaan en heeft het de instellingen der 0,uden beheerscht. Eh het is voortgevloeid uit en ten auwste verbonden met de godsdien- ge opvattingen, die in den oudsten .1 onder deze volken gemeengoed ureu±_ Het gezin, de familie, bestond bij de Oilden uit een vader, één moéciëf, kin- dereh en slaven. In deze groep/^oe-klein zr/wellicht ook zijn moge, moet orde en,tucht heer- sclien. Er moet een gezag zijn. Bij wien berustte dit hoogste gezag? Bij den vader? Neen, er is in ieder huis een autoriteit, die nog staat boven den vader, dat is de huisgod, die god, dien de Grieken noemden den „Haard-Meeé- ter" én die bij de Romeinen den naam droeg „Lar familiae Pater", d.w.z. „Heer des huizes-Vader". Deze god is het, die de hoogste au toriteit bezit in den kring dés gezins en die daarom ook de rangofüe daar in bepaalt. De v a d e r is de eerste bij den haard, hij ontsteekt het heilige vuur en on derhoudt het; hij is de priester. /Bij alle godsdienstige handelingen Vervult hij de gewichtigste functie. Hij slacht het offerdier en zijn mond spreekt de gebedsformule uit, waardoor hij voor zich én de zijnen de bescherming der goden afsmeekt. Heel de huisgodsdienst berust bij hem; hij Zou bijna als de Hindoe kun* nen zeggen: „De god, dat benjlk" En komt de dood, dan wordt hij ëen1 god delijk we2en en zullen zijn nakome lingen hem als zoodanig aanroepen. De vroUw werd door de religie .niét in zulk een verheven rang geplaatst Wel neemt ook zij deel aan de gods dienstige handelingen, maar zij is niet de rneesteresse van den haard. Zij heeft haar godsdienst niét vanaf de geboorte, doch zij is er slechts door haar huwelijk in binnengelei^; van haar man heeft zij het gebed, cfdt zij uitspreekt, geleerd. Zij staat niet in zulk ee nauwe be trekking tot de voorouders als haar mah, omdat zij niet van hen afstamt Èn ZijWórdt ook niet in hun kring opgenomen naTiaaivdood.Jn het giraf gelégd, zal zij geen bijzonderen cultus ontvangeh,dp:h Jha'ar•■•doód:-y'Zcowel al9 tijdens' ha&r' -ïévérï' té-ïteiij 'sletfnts mee als begrèperijri 'haar eclitfcéöobt- Het Grieksche^^het'"Rom'èïnsche en h^t ottd-Indische recht, die alle drie hun oorsprong\^aaa..dwe gp4sdienstige opvattingen 'óntleenen; stemmen,in dit opzicht dVereëh'dai-'Zij :de vrouw steeds beschouwen''^ pi S *tri in d l1 waar dig aan den man.' •-? Nooit kan dij ^p^.zichzelf een haard hebben, „yaA een cultus, v.-i V - Wel ontvangt.'zü^tevRpm^.-den. titel materfamilias (moeder des hui zes), maar 2ij,.veEliest .dien, indien haar man sterft. Omdat Zij .npo'^t' eêti;;*haafd heeft, die haar. ioebe jicqp!', beeft zij''niets wat haar autoriteit gpeft'".^ liet géz'ïn. Nooitb%f.'$s)t zijnooit vrij of rncester-es ovcf zich;'?elVé: zij is'niet s u i juris (zelfstandig récntspersoóh) Altijd is- zij biji^h,.baard van een ander, opzeggend v,het gebed ,van een ander. Voor.alle handelingen van.het godsdienstig leven heeft zij een hoofd llöodig en voor aiie handelingen van het burgerlijke Jlè venteen- voogd. In het ouct-ïhjöische Wetboek ,van Manoe lezenwij:' „De vrouw hangt- ge durende haar kindsheid van haar va-, der af; geduren^'haar jéugcl van haar echtgenoot;, is haar echtgenoot gestor ven, van 'haar^zq^iehjinöiëri zij' géén Zonen heeft, vax/de naaste' verwanten van haar echtgenoot; want een vrouw mag nooit zelfstandig haar zaken be-, sturen." De Grieksehötep ï-Rpmeinseh.e wetten- zeggen hetzelfde; Als mqisje, is. zij aan haar vader >ondenworpen; is;de vader gestorven aan/, hgaiv broers en aan haar naaste bloedverwanten van va derszijde; gehuwd/ staat zij onder, de. Voogdij van ha&b echtgenoot; Js de echtgenoot gèstofrven," dan keert zij niet in h'aab .eigph terug, want zij heeft daaVvah dooi*' het ceremohi; éele huwelijk 'vdo^'ftnmer afstand ge daan; de WecfÜwè'|Mijït onderworpen aan de voogdij van dé'vèrwanten van haar echtgehooty 'dïw.z.- van haar eigen zonen, indien zij die heeft of indien die er niet Zijn, van de naaste verwan ten. Haar man heeft een zoodanige macht oVer haar, dat hij, vóór hij sterft, een voogd voor haar 4iari aanwijzen en 2elfs een .twéiUty man voor haar kiezen. "v,;?,/ Om de macht van den"' man over zijn echtgenoote aan "té"' drilden, hadden de Romeinen een zeer pude uitdrukking/ - die hun rechtsgeleerden bewaard heb ben;, dat is'ntft,panus (hand, macht). t.f Het is niét gem/tekéiijk den oor- spronkelijken v,zin 4&arvan te ontdek ken. -? t* V Er zijn er, - die in hébben gezien de üitdrükking van de lichamelijke kracht. t r Het is év-ehW'elVriiet waarschijnlijk, dat dezen hétebij het' ijeehte eind heb ben. s De macht van^«n man over zijn Vrouw vloeit ni£*t*;. voort uit de groo- tere. kracht ,tv%h dtn,!esèr^é- Evenals het geheèie private recht, is zij een gevolg van de godsdiensti ge opvattingen die den man boven de vrouw plaatsten. Het bewijs daarvoor ligt wel hierin, dat in Tateren tijd de vrouw, die i niet getrouwd was volgens de heilige riten en die, tengevolge daarvah, niet Ver bonden whs aan den cultus der huis goden, niet in een dergelijke rechts verhouding stond tot haar echtgenoot. Zoo was het de huwelijkssluiting, die de ondergeschiktheid en tegelijkertijd de waardigheid Van de vrouw tot ge volg had. BOLSJEWISME EN RELIGIE. De Bolsjewistische propaganda blijft voor de..vólken van Europa een gevaai, dus constateert nogmaals de Rotterdam mer. :'r Hoever die propaganda durft gaan, heeft de mislukte staatsgreep in Esthland op nieuw in het IichV gesteld. -Na de nederlagen in Engeland richt zij zich thans in het bijzonder naaf Frank rijk. Het is geen wonder, dat ook daar een krachtige tegenactie is ontwaakt. 'De- hoogleeraar Emile Doumergue Stelt in liet artikel in het „Journal de Genève" het anti-godsdieqstig karakter' van de 'bolsjewistische propaganda in het licht, <De - bestrijding van den godsdienst be- 'hoorttot het meest kenmerkende van het bolsjewisme. Het is niet eên abstract en koel atheisme, maar atheisme, dat de uitërste grens vah fanatisme heeft bereikt „De godsdienst is de opium vah het volk") zeide Lenin. „Degodsdienst en het .Communisipe 2ijn ohVereenigbaai", échreef de „Pravadahet öffieieele Rus sische dagbiad.. Wel ;^rd in een Sovjet-circülaLre „een zekere ooriichligheid" aangeraden, maar dat beteekent niét,- dat de strijd tegen den 'godsdienst op clen achteigrónd moet ge raken. Integendeel, de voorzichtigheid be staat daarin, dat niet slechts een enkele godsdienst bëstrbden moet Wördeh, maar alle godsdienstige leerstcllihgfen. „De com munistische opvoeding van de massa:s", zoo gaat de cir.culaire voort, „déze Gen- trale vraag voor? heel onze agitatie en pro paganda, kan slechts een bevredigende oplossing vinden op den grondslag van de definitieve vernietiging der ,godsdieh- .stige .opvattingen". 'ie Moskou geeft de Mbskousche Sov jet een .geiilustreerd-schimpbiad uit óndeï dep titel ,4e atheist'" of ,de goddeloo2q". Daarin vindt men illustraties als de vpl- gende: de .Drieëenheid bedreigd door deu namer van qen rdoden arbeider, die tnet een ladder den hemel bestormt. Doumer gue .vermeldt riög;a£schuw®lijker voorbeel den. De actie van dit blad. wordt gesteUnd door anti-godsdienstige optochten en voor- stellingen, die. voor de gruwelijkste paro- .dieën' Jict heilige en de ergerlijkste profanie niet terugdeinzen. -Vcoral de schooi wordt in dienst gesteld van anti-godsuiènstige propaganda.- in een fofficieel program léést men: „De vrijheid der school^ dié noodzakelijkheid van de uhèlüi'ting 'vah' elk godsdienstig onder licht, is een Van de grondslagen van d*. pacdagogie van den vooruitgang". Men neeft een-wedstrijd ingesteld voor onder wijzers, met prijzen voor wie he: best erin slaagt, de leerlingen atheist te maken. De onderwijzer Charpcordosky heeft zich den. naam anti-chri^tverworven. 97 pet der kinderen in^EBPt district ZarkoSkoretsky rijn godloos. - Het .moge waér zijn, dat de toestand van verval 1 van/de Russische kefk voor deze anti-godsdienstige propaganda in Rusland den weg gebaand,- heeft, daaïrrtee wordt niets aigeq'aan van het feit,, dat bolsjewis me en' godsdienst onverzoenlijke tegen standers zijn. te - GshüqizèaujheKl is beter dafi oiferando Ër Was eeris, lang geleden, een ko ning, 'de gêhoêg had van al zijn pracht en praal, en die zijn troon wilde ver laten, om de rest van zijn leven in stilte, teruggetrokken van-de wereld, door te brengen. Hij klop.t^ bij den abt van een be roemd kïoöstër aan en verzocht als kloosterbroeder .te werden opgenomen. De abt las hem de regels van het klooster vóór en Trachtte ze hem zoo .zwaait:mogelijk voor te stellen. Maar artveijsciirikte den koning in geehexidéele. Hij verklaarde zich be reid, Ze kllë'na té k'onien. ■Ténj stetfe herinnerde de abt hem. dat hij voortaan alle bevelen, die hem zoudeh gegeven worden, stipteïijk zou moétëri opvolgen, zelfs zonder te vra gen, waarom en zonder eenige aanmer king te maken. Ook hiertoe verklaarde de koning zich bereid. „Welnu, zei de abt daarop, „dan is dit mijn bevel: keer terug naar uw troon en paleis, en vervul daar den plicht, diép (Jq^' u heeft opgelegd." De koning'deed,-,'wat hem bevolen werd eff-i» een der beste koningen ge worden, die de geschiedenis kent. Alleen wie zelf gehoorzamen kan, is in staat, anderen te leiden en te helpen Het geheim van waarachtigen vréde is: te-alten4ijde gehoorzaam te zijn aan Gods wil. Onvoorwaardelijk gehoor zaam! V Uit hei Sociale Leven. gtudie van hei sociale vraagstuk. Het was, schrijft Prof. Honig in de Bazuin, een gelukkig denkbeeld van ons zoo gezegend arbeidend Chr. werkliedenverbond .Patrimonium' om 2ich èn tor de Theologische School èn tot de Vrije Universiteit te richten ;met de vraag: Of het niet gewenscht was, dat de stud, zich ook eeniger- mate op de höögte stélden van de sociale vragen en eehigszins van na bij de leiders van de Christelijke v.erkliedenbeweging leerden kennen? Natuurlijk hooren juristen van hun ne hoogleeraren herhaaldelijk van de sociale quaestie. Maar studenten in andere facultei ten loopen gevaar daarvan geen ken nis te nemen.Gelukkig gingen hier voor in de laatste jaren, de oogen reeds open. Het buitenland was ons hierin voor gegaan. In verschillende landen van Europa en in sommige staten van Noord-Amerika gebruikten zelfs ver schillende studenten eene of meer zo- mervacantie's, om praktisch op de eerie of andere wijze in nauw contact met de arbeiders te komen. Dit laatste vond, naar ik meen onder de bezielende leiding van prof. van der Vlugt, op eigene manier na volging te Leiden wellicht ook reeds aan andere Universiteiten. Hoe dit zij, in de laatste jaren wer den vooral door de vurige en knappe pleidooien van prof. Slotemaker de Bruine aan de verschillende Univer siteiten in ons vaderland door beken de iriannen(Dr. Slotemaker de Brui ne, Dr. de Visser, Dr. J. Schokking e.aJ voordrachten over de maat schappelijke toestanden en de arbei der sbev/eging gehoudên. Zelfs geeft iprof. Slotemaker de Bruine, naar hij mij meedeelde, hierin geregeld voor studenten van verschillende facultei ten een'uur per week college. Niet minder aandacht aan dit bran dende vraagstuk wordt gewijd aan de seminbriën (en stellig nu ook wel aan de; Universiteit! onzer Roomsche medeburgers. Aan .de Vrije Universiteit (voor zoo ver mij althans bekendj en aan de Theologische School werdén voor alle studenten dergelijke voordrachten of colleges nog niet gegeven. Tpch ontwaakte ook aan deze beide inrichtingen voor de sociale vragen in toenemende mate belangstelling. Hiervan leggen ook de jaarlijksche conferentie's te Lunterenen de sq- ciale clubs te Kampen en'te Amster dam getuigenis af.' Niettemin, patrimonium zag terecht in, dat er meer moest gebeuren. Vrucht eener. conferentie met de H.H. Van der- Vliet en'Smeenk is, idat nu, met gewaardeerde adhaesie van de zijdé dët Curatoren, op Woensdag rij. Januari de1 eerste so ciale Dag aan' dè' Théoli School te Kampen zal worden gehouden. Twee op dit terrein ervarensprekers Dr. Dijk en het k&rnerlid' Schouten ver klaarden" zich, tof dïizë'blijdschap, be reid een referaat mét gelegenheid tot gedachtenwi§seling'.te horiden. Ongetwijfeld is" één 'dag nog maar een bescheiden begin. Mhar bij wél slagen 2ullen Gyiratören, naar ik ver trouw, tot eenige üitbreiding bereid worden bevonden.Daarvoor staat hunne liefde en hunne zórg voor de School iriij7 'bÖrg. Natuurlijk mag de theologische stu die er niet onder lijden. Maar van grpot b.tiang is het mijns inziens/dat',de a.s. leiders des volks reeds in hun "studentenjaren in con tact worden gebracht met de voor mannen op sociaal gebied en eenig inzicht krijgqn de spciale vragen. Onze God zpgëne den eersten Socia len Dag rijkelijk! Leidsche Penkrassen. Amice, Laat ik, waar dit mijn eerste briefje is in het nieuwé jaar, ook al zijn van dat jaar reedè 'ettelijke d^gen verstre ken, mogen beginnen met u en alle lezers mijn hartelijke gelukwenschen aan te bieden en de hoop uit te spre ken dat het.yóor allen een rijk geze gend jaar mag zijn, Ket is we] „eigenaardig amice, dat er in dagen als, deze door bijna ieder een van zegen gesproken wordt. Men wenscht vrienden en bekenden een ge lukkig jaar, een voorspoedig jaar, maar in allerlei'kringen, ook waar men dat eigenlijk niet zou verwachten, wordt toch ook van zegen gesproken. Voor een deel komt dat misschien vóórt uit onnadenkendheid en opper vlakkigheid. Maar al is dat zoo, dan blijkt daaruit toch, dat hier nog zekere traditiën werken waarvan men zich niet heeft weten los te maken en dat het besef dat er een Hooger Wezen is die alle dingen bestuurt en van Wien alle schepsel afhankelijk is, er bij velen toch nog dieper inzit dan men opper vlakkig wel zou denken. Er zijn helaas zeer velén, die met God en zijn dienst radicaal gebroken hébben en die bij voorkeur van het blinde noodlot of het tóeval spreken, maar het aantal „toevallijders" is toch niet zoo groot als het oppervlakkig wel schijnt. Gelukkig amic^, als we nu we weer 'n nieuwen jaarkring zijn ingetreden ons niet Tan het toeval of noodlot afhan kelijk Wéten en als we niet maar een vaag besef hebberi van een Hooger We zen welks zegen wij behoeven, maar als helder èn klaar bij ons leeft het besef dat er is een eeuwig en almach tig God op Wiens wenken alles wis selt en verandert, maar die zelf is de onveranderlijke, onveranderlijk in macht, maar ook onveranderlijk in lief de en trouw, die nooit zijne Waarheid zal krenken, maar eeuwig zijn Ver bond gedenken.^ De noodlotmenschen en de „toeva lijders" hebben menigmaal een liet groot Woord en maken soms den ir druk dat zij ver boven anderen in steken, maar in werkelijkheid zijn - nameloos arm. Rijk daarentegen r m gen genoemd worden, die met hoi .hun hart gelooven dat de eeuwige V% der van onzen Heere Jezus C.hristu óm zijns lieven Zoons wil hun God et Vader wil zijn en dat de^e Vader doo •zijn almachtige en alomtegenwoordi/r kracht, den hemel en do aard- mitsgaders alle schepselen, gelijk al met zijne hand onderhoudt on alzc ■regeert, dat loof en gras, vruchtbar- en onvruchtbare jaren, spijze en drank gezondheid en armoede en alle dingei niet bij geval, maar van zijne Vader Üjke. hand ons- toekomen. .Gelukkig wie zóó het nieuwe j-aa: mag ingaan. Die kan zelfs onder di neerdrukkende omstandigheden vai dezen-tijd nog met opgewektheid di .toekómst. tegen gaan. Aan.dergelijke omstandigheden ont .breekt het overigens niet. Er hangei over veler leven zoo zware en donkert wolken. Wat. kunnen b.v. de huiselijke zor •gen niet Zwaar drukken. De werkloos 'heid mag-minder groot zijn dan vortgt jaren, er zijn toch nog altijd betrek kelijk Velen die ledig staan aan dt markt des levens omdat er voor her geen werk is. Dat beteekent een zware bezoeking. Wel is waar dat er voor de werklooze arbeiders veel heter gezorgd Wordt, dan in vroegere jaren, maaj Wie Gen beetje het leven kent en .w.eci Wat er in een huishouding te koop is die Weet ook dat de werkloosheiösult keerihgén alleen in de allernoodzake lijkste behoeften voorzien en dat eet ietwat lahge periode van werkloos heid de gezinnen tot aan den onder gang kan brengen. Wat een zorg geeft dat in vele ge zinnen! Bij de vaders die van den eutj naar den ander trekken om toch maai lóonenden arbeid te vinden, vogr ds huismoeders die dag in dag uit moeten passen en meten om het huishoude lijke scheepje nog zco'n klein beetje in de vakrt te houden en, ook zelf^ bij de kinderen, die vaak al vroeg met de ouders de zorgen deelen en die zich veel moeten ontzeggen wal Voor anderen heel gewoon is. Én dan sprak ik nog niet eens var dagen van ziekte. Wat kan het er don< ker uit2ien in menig gezin als een dei huisgenooten in 't ziekenhuis verpleegd moet -worden en), het volstrekt niet vaststaat dat hij of zij ooit weer den eigen dretnpel zal overschrijden. 2orgen zijn er in de kringen der arbeiders die van een al te karig.loon moeten leven menigmaal, maar ook in dè kringen van de middenstanders, die vaak een zwaren strijd om het - bestaan hebben te voeren, veel zwaar der dan menige buitenstaander denkt. ïk 2ou nog wel een tijdje door kun nen gaan amice, maar 'tzal niet noo dig zijn, omdat ieder die moeite doet om Zich heen te zien, kan weten hoe veel er gezorgd wordt en gezucht. Maar daarom juist is zoo heerlijk de wetenschap dat er ook in zorg en nood een zorgend Vader is, die alles bestuurt en regeert en die hij ons is ook als het 9tormt en het scheepke van ons leven te pletter dreigt (te j slaan. Van 2órgen weten ook zij die bij ons blad de leiding hebben, mee te spreken. Er waren zoo goede verwach tingen en 200 mooie plannon. De krant zou in vergroot formaat verschijsen, aan alle redelijke wenschen zou wor^ den voldaan, maar inplaats dat za een grooter blad kregen, moesten de lezers zich aanvankelijk met een klei ner blad, dat vooral voor de dorpen veel te laat verscheen, tevreden stellen De tijd van voorbereiding was feite lijk te kort en toen zich bovendien nog1 verschillende moeilijkheden voordeden; waarop niemand gerekend had en ook niet kon rekenen, bleek het niet mo gelijk te geven wat men 200 graag had willen geven. Als ge dit briefje ontvangt amice, zijn naar ik hoop, de zwarigheden over wonnen en de grootste zorgen achter| den rug en ik weet te spreken namens velen als ik de hoop uitspreek, dat dei zegen des Heeren, die ook voor den arbeid in en door de pers onmisbaar is, in ruime mate ervaren zal worden.j Het nieuwe jaar heeft bijzondere be- teekenis, omdat we straks een nieuwe Tweede Kamer zullen hebben te kiezen. Alles wijst er op, dat wé een heeteh strijd tegemoet gaan. Ook daarbij zijn, we van Gods zegen afhankelijk, maar tegelijk en ik hoop dat dit door al onze mannen en vrouwen verstaani zal worden, rust op ons de taak om, te arbeiden met alle kracht. Met blijdschap heb ik gezien dat onze Leidsche propagandisten vroegtijdig en ijverig aan het werk zijn gegaan niet alleen, maar dat ze bij dien arbeid in breeden kring steun hebben ont J vangen. j Dat is, bij alles wat zorg wekt, ook. op politiek gebied, een verblijdend, verschijnsel, dat moed geeft voor de] toekomst. v VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6