abonnementsprijs Off oner bestaat uii TWEE Bladen. ""stadsnieuws. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN advertentie-prijs Belangrijkste nieuws in dit nummer.] >e JAARGANG j All 192j In Leiden en btiiten Leiden •waar agenten gevestigd zijn ?er kwartaal 2.50 'er week i 0.19 Tranco per post per kwartaal i 2.90 EERSTE BLAD. AAN ONZE ABONNé's. Sa ons een genoegen te kunnen pMiéÉfe'eölen dat de voornaamste moei- in ons bedrijf, althans voor- |p9«wcr daarover thans te oordeelen i*u zijn overwonnen. Wel kunnen we nog niet in dien om- If*»»: verschijnen als we ons hadden .vuorgcsteld, maar wanneer nu verder jsoo&ls wij hopen, alles goed marcheert, pan is dit slechts een kwestie van en kele dagen. Wé zijn nu althans zoover gevorderd dat ons blad op de rotatiepers kan wor den gedrukt en dat we weer op tijd kunnen verschijnen. Wij maken van deze gelegenheid ge bruik onzen lezers, met name in de om geving, hartelijk dank te zeggen voor de welwillendheid waarmede zij zich in de, ook voor ons zeer onaangename omstandigheden hebben willen schik ken. Moedig en hoopvol gaan wij. nu voorwaarts. WREED. De aardbeving te Wonosobo, die een [zoo groot aantal slachtoffers maakte en honderden van al hun hebben en houden beroofde, heeft ook weer het [menschelijk medegevoel wakker ge- roepen. Dat is een gelukkig verschijnsel. De menschen staan vaak en menig- ,maal niet zonder genoegen als kemp- I hanen tegen elkaar over. Maar als de nood aan den man komt, als ernstige gevaren dreigen of groote rampen verwoestingen aanrichtten, |dan wordt ook het medegevoel wakker ren is ér ook een mede-lijden dat ver kwikt. Er is echter ook een uiting van me- idegevoel, die tegen dc borst stuit, zoo- Ials dezer dagen nog weer in onze re sidentie bleek. Aan Oud-Indiërs is daar geen gebrek. Izij hebben in Indië het goede genoten, (hebben goede zaken gemaakt en genie- |ten nu van de vele geneugten die de 'Hofstad biedt. I Bij het vernemen van de ramp, die 'hunne bruine medebroeders trof, gin- gen de harten open. Men wilde ook iets doen om den nood 'te lenigen. En dies werd in den schouwburg een I feestavond gearrangeerd, waar het pu- Ibliek met „Dolle Hans" zou worden vermaakt. i 'tZal er misschien „allerdolst" ge- Izellig zijn geweest. De heeren en da mes zullen volop hebben genoten. Voor I gelegenheid om zich ook maar een oogenblik in te denken de ellende van de arme slachtoffers, zal wel geen Ioogenblik tijd zijn gelaten. Maar de netto-opbrengst van den feestavond was dan ook voor de arme [Javanen, die zoo vreeselijk werden ge troffen. J Wie denkt bij het lezen van een en iander niet aan wat Gods Woord zegt s [omtrent de barmhartigheden der god- deloozen? j Huisgezin, Opvoeding, Onderwijs. Bovenstaand onderwerp was gister avond aan de orde in de Week der Geboden, waabij voorging Ds. J. G. W. Goedhard, Ned. Herv. Pred. alhier. Spreker liet zingen Ps. 103:7 en 9, £}ng voor in gebed en hield daarna een rede, waarbij hij het pogramma op den voet volgde. Dit spreekt in de leerste plaats van dankzegging voor de moeders, die God geeft. De taak der moeder is uitersf fijn en subtiel, want de opvoeding van het kind begint reeds in de wieg. Als een voorbeeld noemt Spr., dat hef overbodig veel uit de wieg nemen van het kind reeds een ernstig gebrek in de opvoeding is. Dankzegging, ook voor de ouders. De Heere Jezus heeft den Vadernaam voor ons geheiligd en ons leeren bid den tot den Vader, die in de hemelen is. Het aardsche vaderschap is ge brekkig, i' onvolkomen, daarom komt fljve^- d j akxegging de schaduw van BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 Gewone advertentiën per regel 221/s cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage. lijks geplaatst ad 50 cent. de verootmoediging. Spr. bespreekt voorts de vraag, of er inderdaad onder bet jongere geslacht een ontwakende drang is naar waar heid, reinheid en levensernst. Het zou Spr. niet verwonderen, in dien er menigeen zou zijn, die deze uitdrukking in het programma niet voor zijn rekening zal nemen. Doch wij moeten God dankbaar zijn voor wat wij in onze -jonge menschen op mogen merken van het werk Gods. Ook al is de aanvang klein, het gaat er mee als in de gelijkenis van het vanzelf opgroeiend graan, want God laat niet varen de werken Zijner han den. Daar is voorts reden voor veroot moediging, vooreerst over ons ge brek aan eerbied voor de leidingen Gods in het veleden. Heelvelen heb ben zoo gauw het veroordeelend von nis „ouderwetsch" bij de hand. Be halve wanneer het iets heel ouder wetsch is, want dan zetten wij het te pronk in ons huis. Wij eischen tegenwoordig meer van het leven dan onze ouders, doch heb ben wij 't in de waarachtige levens kunst ook zooveel verder gebracht dan zij? Ook voor- het nieuwe in onzen tijd moeten wij oog hebben. Spr. voert in dit verband een pleidooi voor de sport. De jongeren moeten beseffen, dat wij ouderen hesi begrijpen en dat er in ons hart liefde is tot hen, gewekt door Christus. Daarom i§j ons gebed om bewa ring van hot goede in het gezinsleven, om doorwerking van de Christelijke School en de Zondagsschool; gebed, dat God zij® werk in stand houde in het midden der jaren. Nadat nog gezongen was Gez. 97 vs. 4 en 5, ging Spr. voer in dankzegging en gebed, waarna de samenkomst ge sloten werd met het zingen van Ps. 105:5. Voor hedteavond is aan de orde het onderwerp; Zending, Zending onder Israël. Dankzegging: voor het toene mend inzicht in de behoeften van al lerlei menschen en kringen, die in geestelijken nood verkeeren en een be roep doen op erbarming en hulp; voor den zegen aan den arbeid der Inw. Zending verbonden; voor de toewijding van evangelisten, colporteurs, diakonessen, diakenen en vrijwillige hulpkrachten in alle vertak kingen van christelijken arbeid. Verootmoediging: over gebrek aan broederlijke liefde en bewogenheid ook tegenover de Joden, die den Chris tus niet kennen. Gebed: 'om geloof, om liefde, om plichtsbesef tegenover allen die in ve lerlei stoffelijken en geestelijken nood verkeeren, in het bijzonder ook voor misdeelde kinderen; dat Israël kome tot de erkentenis, dat zijn toekomst alleen in Jezus den Christus ligt; dat wij door onze hou ding als Christenen hun deze erkente nis meer aannemelijk mogen maken; om toenemende erkenning van het gezag des Bijbels, eerbied voor den Dag dos Heeren en instandhouding van den Christelijken eeredienst. Prof. P. J. Blok. Een 'der meest bekende en Be roemde ingezetenen van Leiden viert vandaag zijn zeventigsten geboorte dag. Van een publieke huldiging kan r.a de besliste verklaringen van Zijn Hooggeleerde dienaangaande geeh sprake zijn. Toch zullen er velen zijn, die be hoefte gevoelen op dezen 'dag aan Prof. Blok' hunne gelukwenschen te 'doen toekomen. Het was ter gelegenheid van dezen verjaardag dat Prof. Casimir in de T e 1 e g r. het volgende schreef Op den geboortedag van Willem Lodewijk, den Nassauvorst, io Jan. van wien professor Blok heeft ge tuigd, dat zijn ster niet in glans on derdeed voor die der Oranjes en ze vaak door reiner gloed overtrof, zag ook Blok het levenslicht, een jWest- friesche jongen, die te Leiden leer ling van Fruin werd en. na hoog leeraar in Groningen te zijn geweest, zijn opvolger op den stoel te Leiden. Fruin en Blok, welk een verschill Fruin de fijnzinnige stylist: scherp iontleder en t'eekenaar, rustig voort schrijdend ii^ de onverbiddelijke! scherpte van zijn betoog, heeldend en omstchrijvend in concisen vorm. ;Blok een smakelijk en gemakkelijk Schrijver, leesbaar, degelijk, overwo gen, maar zonder de fijne scherpte van zijn meester, minder evenwichtig in de verdeeling van feit en betoog, minder kunstenaar vooral, maar toch bouwer en architect, werkend met de gelijk materiaal. Fruin, de man der détailstudie en met spot sprekend over hen, die We reldgeschiedenis wilden schrijven, slechts eenmaal verlokt tot algemeene beschouwing. Fruin, de hooge libe raal den geweldigen worstelstrijd der Nederlanders waardeerend, maar po sitivistisch beoordeelend. Blok, de schrijver van een geschiedenis van iohs volk, dat hem twintig jaar van zijn leven nam, dat alle moderne 'stu die en onderzoek in een aaneenge sloten verhaal van ons volksleven sa menvatte. Fruin en Blok meester en leerling elk kind van hun tijd, elkaar^ en hun tijd waardig, elk de behoeften van den tijd vervullend. Maar ook, wat overeenkomst. Bei den van een groote liefde voor hun wetenschap, van een groote liefde voor de geschiedkundige waarheid, van een innige aanhankelijkheid aan hun land en volk. Voor Blok is de leerstoel in de geschiedenis aan de Leidsche universiteit een nationale leerstoel geweest, een bezit voor en van de natie, bestemd om een harer edelste goederen, haar historie, te on derzoeken, te bewaren en ongerept aan dc nakomelingschap over te leve ren. Hij heeft méér -gedaan dan de his torie van ons volk te Inschrijven. 'Lei den vond in hem een geschiedschrij ver, Prins Willem een biograaf, onze Koningin een leermeester, vele leer lingen en geschiedkundigen een leids man en raadgever, ons volk een voor man, als het er op aankwam, zijn groote daden en zonen te eeren en zijn traditie te handhaven. Nog kan men den jeugdigen grijs aard met zijn nog steeds blozend ge zicht, zijn vriendelijken lach, zijn grij- zenden baard, in de sombere college kamers van hét' gebouw in de Klok- 'steeg zijn colleges hooren geven op zijn rustige, instructieve wijze. Straks aan het eind van den cur sus, zal hij zijn ambt moeten neder- 1 eggen; welverdiend zal zijn rust zijn, die voor hem de gelegenheid zal zijn tot nieuwe werkzaamheid. Hei recht fn da Staienfamiiie. Voor de Maatschappij der Nederl. Letterkunde hield Prof. Jhr. Mr. Dr. W. J. M. v a n E ij s i n g a Vrijdagavond een voordracht over bovenstaand on derwerp. Als men de handboeken over Volks recht inziet aldus ving Spr. aan dan krijgt men den indruk dat de Sta- tenfamilie bestaat niet uit aan elkaar gesubordineerde grootheden, gelijkge rechtigd Souvereine Staten. Inderdaad vindt deze gecoöordineerde constructie der Staten veel bevestiging in het po sitieve internationale recht, dat een rechtsverkeer der Staten alleen kent door vrijwillig samenwerken der vol ken. Zoo kunnen gezanten eensdeels slechts optreden met goedvinden niet alleen van den afzendenden Staat, doch ook van den ontvangenden. Zoo is de internationale rechtsvorming alleen mogelijk door samenwerking der Sta ten en waarborgt de reciprociteit der tractaten de gelijkheid der Staten ook onder vigueur der bestaande regeling. Zoo is aanvankelijk de arbitrage-pro cedure van haar begin tot haar einde afhankelijk van den vrijen wil der vol komen gelijke partijen. Maar reeds in de handboeken komt geregeld een oogenblik, waarbij de ge- coörineerde verbinding in een gesubor dineerde overgaat, als men aan het oorlogsrecht toe is. Oorlog toch is, naar een veel aangehangen opvat ting een volkomen rechtmatige poging tot algeheele overheersching. Naast den oorlog levert de koloniale expan sie, die sedert de 16e eeuw uitgaat van de aan den Oceaan gelegen West-Euro- peesche Staten, overheerschingsver- houdingen zonder tal tusschen een ko- loniseerenden Staat eenerzijds en het inlandsche rijk aan den anderen kant, de overheersching kart zich hier door oorlogsgeweld snel voltrekken, doch de kwestie ontwikkelt zich zelfs,zeer geleidelijk zooverre de koloniseerende drang, zooverre de koloniseeron.lo Staat aanvankelijk niet anders c- eischt dan het vestigmgsreckt, h dels-monopolie en eems de belofte van het inlandsche rijk, om zich niet met andere vorsten en mogendheden in te- laten. In Nederl. Indië b.v. heeft het eeuwen geduurd vóór dat deze verdra gen door het éénzijdig eigen gezag der z.g.n. „korte verklaring" zijn verkre gen. Een volkemachtswetenschap, die de overheerschende koloniseerde oppo sitie van West-Europa sedert de 16c eeuw veronachtzaamde, is gelukkig evengoed voorbij als een die emanci patie der koloniën zou willen negeeren. Niet alleen Polen en Tsjecho-Slowakije maar ook Britsche dominions in een minder inlandsch gebiedsdeel van het Britsche rijk (Indië) zijn reeds volge- rechtigd lid van den Volkenbond. Na groote oorlogen komen subordi natie verbindingen tusschen Staten ook niet zelden voor en kan men zien, hoe zelfs groote mogendheden sterk be perkt worden ten aanzien b.v van hun financiën, hunne weerkrachten en hun huitenlandsch beleid. Overheersching in .een mate die niet ver verwijderd is van misschien tijdelijke annexatie, komt ook herhaaldelijk voor, als een Staat, die in geldelijke ongelegenheid geraakt, zich bij verdrag onder cura- teele van een anderen Staat gesteld ziet. Zoo is de verhouding tusschen de Vereenigde Staten en sommige cen- traal-Amerikaansche Staten er op die wijze stellig een van sub-ordinatie. Een gansch ander rechtsbeeld levert hei ook aan lager wal geraakt Oosten rijk, dit land staat ook onder cura- teele, maar niet van een anderen Staat, doch van een groote gemeenschap van Staten waartoe het ook zélf behoort: den Volkenbond. Hier openbaart zich de derde constructie van de Sta- tcnfamilie, die der gemeenschap- Statenfamilie, die der gemeenschap- lijkheid. Ook deze heeft een lange ge schiedenis. voor haar huidige betee- kenis voor de internationale wereld be gint. Nog eerst van 1850, om in de vre desconferenties van 1894 en 1907 kracht te winnen en tengevolge van den groo- ten oorlog, tot merkwaardige ontplooi ing te komen van den Volkenbond. Spr. eindigde met het stellen van de vraag of het wel van goeden smaak ge tuigt in 1925 een lans te breken voor een constructie der Staten-Maatschap- pij, welke niet die is van Grotius' be roemd boek van 1625. Hij meent die vraag ontkenend te moeten beantwoor den. Een der vele goede eigenschappen van De Groots' meesterwerk is toch juist deze, dat zijn schitterende geest de passende rechtsformule vond en deed aanvaarden voor een zeer gewij zigde wereld. Zijn wij dan wel de beste discipelen van den meester, die de zeer verouderde wereld nog altijd willen persen in de Groot's formule van 1625, of zoude niet veeleer de groote Hollan der, had hij- thans geleefd, juist ge zocht hebben naar een nieuwere. Grotius zelf heeft ons geleerd, aldus besloot Spr. zijn scherp omlijnd be toog, dat men ook in de volkenrechte lijke beschouwingswijze de bakens moet verzetten naar het getij. Met de gebruikelijke plichtplegingen werd de bijeenkomst door den Voor zitter, Prof. Dr. Ph. S. van Ronkel ge sloten. Aanwinst voor het Rijksmuseum van Oudheden. Een prachtige en zeldzame collec tie Romeinsche sieraden werd in 1895 tijdens baggerwerken uit den Rijn, te Doonverth bij Oosterbeek opgehaald 'en kwam destijds door aankoop in het bezit van den heer P. A. .Gilde- meester te Egmond-aan-den-Hoef- Thans heeft de eigenaar genoemde collectie in bruikleen afgestaan aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Zij is nu opgesteld in een groote vlakke wandkast in c::i der zaaltjes aan Grieksch-Romeinsche ge- bruiks-en sierkunst gewijd, waar ook 'de beroemde Romeinsche helm uit de Peel een plaats had gevonden. (Wij zien hier een overweldigende "massa sierplaten etc. voor ons, die eenmaal tot luxueuse paardetuigen moeten hebben behoord. Zij zijn van koper of brons doch aan de voorzijde met een plaatje zilver overtrokken. 'Een groot deel bestaat uit groote 'schijven, phalerae, genaamd, met fijne concentrische profileering en kunst-. PrBlak te Leiden 75 jaar. Belangrijke aacwinstvoor",hei'- Rijk'sJ museum van oudheden^ 11 -v Mars poging tot kabiceïSÏGïmatlej mislukt. Dreigende algemeene- slaking in Griekenland. volle gegraveerde versieringsmotievenl voorzien. Aan sommige dezer scnij-l 1 en is door middel van een ring of! cok door een scharnier een massieve! hanger van hetzelfde metaal gehechti die plastisch uitgevoerd een bladmol tief vertoont, dat door een fijne' smaakvolle styleering haast modem' aandoet. an deze schijven met han-" ger zijn groote en kleinere exempla ren voorhanden. Verder zijn er een aantal breede belegstukken" van een lederen gor del, waarvan de uiteinden 5' jour zijn 'bewerkt en hetzelfde bladmotief als' de hangers vertoonen. Tal van klei nere zulke belegstukken, gespen of haken, zooals die bij paardentuig kun nen hebben dienst gedaan, hooren1 daarbij. De geheele collectie bestaat! uit meer dan honderd stukken. De vraag of al deze voorwerpen tot de uitrusting van één paard hebben be hoord, mag zeker wel ontkennend worden beantwoord. Romeinsche beeldhouwwerken, zooals b.v. de graf steen van Caius Romaius te Mainz, die een gewapenden ruiter voorstelt! toont ons dat slechts enkele phalerae mogelijk vijf of zeven, voor één paard werden gebruikt. De collectie Gilde meester moet dus worden beschouwd! als zijnde afkomstig van meer paarde-f tuigen. Overigens vertoonen zich, wat vorm of versieringsdétails betreft,' kleine verschillen, die het mogelijk zullen maken bij nadere studie wer kelijk groepen santen te stellen. In! dien geest is reeds bij deze opstelling! in het museum een eerste poging ge daan. Dergelijke phalerae met het bespro ken versieringsmotief worden geda teerd in het begin van de eerste ,eeu,w en komen slechts sporadisch voord Het Britsche Museum bezit één ex-I emplaar vrijwel gelijk aan die van Doorwerth en dat afkomstig heet te zijn uit Xanten. De aanwezigheid van deze verras send ïijke collectie op den bodem van den Rijn tusschen Arnhem en LWage-j ningen kan tot allerlei gissingen aan-' leiding geven. 'Zijn hier ruiters om-! gekomen of is hier dc koopwaar vanj een handelaar door den stroom ver zwolgen? Dit zijn vragen die onbe-' antwoord moeten blijven. Een con-' clusie echter is mogelijk: indien hier; in het begin onzer jaartelling Romein-j sche voorwerpen verloren zijn geraakt] dan moet ongetwijfeld de tegenwoor-j dige Rijnbedding ook te dien tijde 'hebben bestaan. Minder ter zake duet het hierbij of deze rivierarm in Ro- meinschen tijd de naam van Rijn-of Lupia voerde. De collectie Gildemeester is voor het museum te Leiden niet slechts! om zijn archeologische doch ook om' zijn artistieke waarde van ongemeen' 'belang. Zij zal er ongetwijfeld toe bij-f 'dragen de belangstelling in de oud-' heidkundige verzameling te Leiden! niet alleen in ons land doch ook in' het buitenland te verhoogen. A.R. Propagandaclub. Wij vestigen dc aandacht onzer Ie zers op de in dit nummer voorkomende j advertentie van de A.R. Propaganda-j club „Dr. A. Kuypcr" die a.s. Woensdag zal vergaderen, in welke vergadering! een belangrijk en actueel onderwerp zal worden behandeld. Ned. Ver. v. Huisvrouwen. Op uitnoodiging van de Leidsche af deeling dezer Verceniging hield Donder dagavond I r. A. van der'Sto k, ver- warmings-ingenieur der fa. de Vries en Stevens alhier, een lezing in het Nut over het gebruik van Centrale verwar ming in woonhuizen. Na door dc presidente, Mevr. Scliotr to zijn ingeleid, gaf de spreker oen ov zicht van do verschillende, in gebpr zijnde, of geweest zijnde methoden v. verwarming. Als een voordeel van verwarm! jioor middel van olie noemt .Spr. Fa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1