CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
5e JAARGANG
ZATERDAG 3 JANUARI 1925
NUMMER 1403
E COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigcLzijn
Per kwartaal]f 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 221/* cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 50 cent.
Aan onze Abonné's.
Tot onze groote teleurstelling waren
wij gisteren niet in staat ons blad tij
dig te doen verschijnen en zullen de
lezers ook dit blad telaat ontvangen.
Een en ander is een gevolg van het
feit dat onze rotatiepers nog niet be
hoorlijk functionneert.
Er wordt nacht en dag gewerkt om
de gebreken te verhelpen, maar tot nu
toe te vergeefs.
Door overmacht gedwongen hebben
wij besloten vandaag en misschien ook
nog de eerstvolgende dagen ons blad
op de gewone snelpers te drukken.
Dit geeft wel allerlei moeilijkheden
en vertraging, maar wij zijn dan toch
in staat het contact met de lezers te
onderhouden.
Wij doen een beroep op onze lezers
om dezen last met ons te dragen. Bin
nen enkele dagen hopen we zoover te
zijn dat ons blad kan verschijnen zoo
als wij ons dit hadden voorgesteld.
DE DIRECTIE.
Y Week der gebeden.
Evenals vorige jaren zal ook nu
weer te Leiden en enkele plaatsen in de
omgeving het jaar worden begonnen
met gemeenschappelijk gebed.
De leden der verschillende kerken
worden weer geroepen om zich te
vereenigen tot dankzegging, schuldbe
lijdenis en smeekgebed.
Wij hebben schrijft terecht het be
stuur van de Nederl. af deeling der
Evangelische Alliantie zoo voor het
een als voor het ander overvloedig
reden.
„Hij heeft de maat zijner zegeningen
aan ons volgemaakt. Hij heeft ons niet
gedaan naar onze zonden. Zelfs wan
neer Hij ons bedroefde, ontbrak de
bewogenheid Zijner barmhartigheid
niet.
Laat ons Hem dankzeggen.
En laat ons schuld belijden. Per
soonlijk, als volk, ook als gemeente.
Wie waren wij, en wat hebben wij
gedaan? We zijn tekort geschoten in
onze roeping. We hebben gedaan wat
gelaten, en verzuimd wat gedaan had
moeten worden. God vergeve 'tons.
En wij willen bidden.
Groot is de nood; hetzij we zien op
onszelf of op de wereld rondom ons.
Hoe komen we er uit? Hoe redden en
bouwen we een nieuwe toekomst uit
een verleden, dat niet bestaan kan en
geen grond geeft? God alleen kan ons
helpen. Laat ons bidden.
Ongetwijfeld, de Geest van God is
in de wereld uitgegaan, woont nog en
werkt onder ons. Dat heeft de Heer
zelf ons verzekerd. Het is Gods Geest,
die ons onvoldaan maakt met de tegen
woordige orde van zonde en verdeeld
heid, en ons doet haken naar een be
tere.
Openen we ons leven in oprechtheid
en overgave voor de volle verwerkelij
king van de tegenwoordigheid Gods!
Laat ons afleggen alle hoogmoed en
vooroordeel, alle zelfvoldaanheid en
veroordeelen van anderen, opdat de vol
heid van Christus in ons wone."
Wij vestigen op deze week der gebe
den met nadruk de aandacht.
Er is oo konder de belijders van den
Chrisuts zoo veel wat verdeelt.
De eenheid des geestes wordt zoo
zelden openbaar
Er is vaak meer lust om elkaar te
bestrijden, dan voor elkaar te bidden
en gemeenschappelijk te knielen om
den te Bethlehem geboren Koning.
Daarom is het een uitnemende ge
dachte van de Evangelische Alliantie
om ook nu weer met een week der ge
beden het nieuwe jaar aan te vangen.
Haat tegen den Christus.
De Russische bolsjewisten hebben
geen kans gezien hunne maatschappe
lijke beloften te vervullen.
Een hemel op aarde was den men-
schen beloofd, maar het gevolg van het
bolsjewistische regime is geweest dat
meer dan eens van „de Russische hel"
werd gesproken.
Neen, de hemel op aarde heeft men
niet kunnen brengen.
Wel wordt stelselmatig gewerkt, om
alles wat aan den hemel herinnert
uit het hart van de gedemoraliseerde
bevolking uit te bannen.
Daarvan spreekt ook het volgende
bericht dat deze dagen in de pers ge
publiceerd werd:
„De bolsjewisten hadden de jonge
communisten gemobiliseerd, om de
Kerstmisviering in anti-godsdienstige
kanalen te leiden.
Zinovieff hield een anti-godsdien
stige rede, waarin hij verklaarde, dat,
ofschoon de anti-religieuze campagne
tot nog toe was mislukt door het toe
passen van verkeerde methoden, de
communisten geenszins uit het veld ge
slagen waren. Hij zeide o.a. „Wij zul
len te zijner tijd met God den Heer
worstelen. Wij zullen Hem in Zijn Imo
gen hemel overwinnen. Waar Hij Zich
ook trachten zal te verbergen, wij zul
len Hem voor altijd ten onder bren
gen."
Overigens zijn gedurende deze dagen
talrijke artikelen in de sovjet-pers ge
publiceerd, waarin de nadruk wordt ge
legd op de onmogelijkheid om de diep
ingewortelde populaire godsdienstige
feestdagen af te schaffen, weshalve aan
gedrongen wordt om alle krachten in
te spannen, teneinde ze tot communis
tische feestdagen te vervormen.
De „Iswestia" meldt, dat naar de dor
pen een aanzienlijke hoeveelheid anti
godsdienstige geschriften is verzonden
om daar gedurende den Kersttijd ver
spreid te worden. Hetzelfde blad deelt
ook mede, dat een permanente organi
satie van anti-God-werkers is opgericht
onder een voorzichtig centraal bestuur.
Ten opzichte van het kapitalisme
bleken de bolsjewisten tot belangrijke
concessies bereid.
Maar tegenover den Christus staat
men onverzoenlijk.
Ook in Rusland gaat de strijd niet
in de eerste plaats tegen het kapita
lisme, maar tegen den Christus.
STADSNIEUWS.
Leidsche Radio-Vereeniging.
In „Prediker" werd gisteravond een
bijeenkomst gehouden, die ten doel had,
de oprichting van een Radio-vereeniging
voor onze stad te verzekeren.
De voorzitter van het voorloopig comi
té, de heer I. Snoek, opende de verga
dering met een hartelijk welkom tot de
vrij talrijke aanwezigen, en wenschte hun
een voorspoedig jaar toe.
Een radio-vereeniging op to richten,
d.w.z. het gebruik van de radio te pro-
pageeren is niet - altijd 'n gemakkelijke
taak'.
Er is veel voor, maar er is ook iets
tegen. Toch heeft het comité gemeend
.te moeten doorzetten.
Vele groote steden hebben een of meer
vereenigingen op dit gebied, en zelfs in
de dorpen worden radio-clubs opgerich:
Leiden bleef tot nu toe achter.
Er scheen eenige schuchterheid te be
staan, in weerwil van het feit, dat we
hier niet minder dan 'n 400 radio-beoe
fenaars tellen.
De handelaren worden overstelpt met
aanvragen om advies. Veel tijd wordt
hun ontnomen, om de leeken op gang
te helpen.
We mogen ons verheugen, aldus spt;
in de sympathie van de Leidsche hande
laars in radio-artikelen, maar omgekeerd
zal ook de vereeniging hen, waar mo
gelijk, ten dienste staan, en samenwer
ken. Trouwens de hier verhandelde on
derdeden zijn van dezelfde fabrieken af
komstig, als die, welke men soms van
elders laat komen.
En daar de Radio-liefhebberij met
den dag vermeerdert, is er ook zooveel
te meer onderlinge samenwerking no.o-
dig. In bijna elke straat ontwaart men
boven de daken een antenne, die op haar
beurt weer andere amateurs aan het werk
doet gaan.
Men zegt wel eens, dat de radio-be-
oefenarij' een ziekte is, die zichzelf ge
neest en meestal is het waar.
Is iemand met de radio-koorts bevan
gen, dan rust hij niet, voordat hij in
het bezit is van een toestel. En heeft
hij eenmaal het pad gevonden, dan volgt
uitbreiding op uitbreiding, totdatmen
moet stoppen, en dan volgen nog slechts
vraag- en uitroepteekens.
De radio-vereeniging wil in zulke ge
vallen optreden als helpster, als vraag
baak.
Als voorbeeld hiervan noemde spr de
vorming van een speciale radio-biblk>
theek, die uit hoofde van de hooge kos
ten slechts door samenwerking mogelijk
is.
Een ander voorbeeld. Iemand is in
het bezit van een i-lamp apparaat. Ge
luid en muziek zijn wel te hooren, maat
niet geheel, b.v. door te gebrekkige af
stemming. De eigenaar komt met zijn
toestel op een vergadering, waar het toe
stel, tevens als object voor aanschouwelijk
onderwijs, wordt gemonteerd, en wel zoo
danig, dat er het normale geluid weer
uit te halen is.
De radio-vereeniging kon beschikken
over een instrumentenkast, waarin zich
verschillende voorwerpen bevinden, die
den leden in bruikleen kunnen worden
gegeven, zooals 1- en 2-lamp verster
kers, loudspeakers, e. d.
Ook is voor velen thans nog het tele-
graafsein steeds een bezwaar. Door het
volgen van een Morse-cursus kan men
zich kennis van het Morse-schrift eigen
maken en zoodoende de productiviteit
verhoogen.
Chelmsford en Londen zijn op bijna
elk toestel te hooren. Vele amateurs hoo
ren niet naar de Engelsche toespraken
omdat zij geen Engelsch verstaan. Gu».
hier kon een taak liggen voor de Radio-
vereeniging.
Om de vereeniging tot bloei te brengen
zullen er geregeld demonstraties dienen
te worden gegeven, om zoodoende meer
liefhebbers te kweekeu. Het leeren van
een behandeling der toestellen zal bo
vendien in de hand werken dat men zijn
collega's minder stoort bij het „zoeken'
Ook zullejn specialiteiten op radio-ge*
,bied worden uitgenoodigd om lezingen
te houden.
Na aldus een voorloopig plan te heb
ben ontwikkeld, stelde de voorzitter d
gelegenheid open om als lid der op te
richten vereeniging toe te treden.
Een 20-tal personen maakten hiervan
gebruik, zoodat tot de definitieve op
richting werd besloten.
Om zitting te nemen in het bestuur
werden aangewezen de heeren I. Snoek;
voorzitter; J. Lokker, technisch adviseur;
P. Thijs, A. Hoorn, J. de Bruin en N
v. Hugten.
Een concept van statuten en huishou
delijk Reglement werd de vergadering
voorgelegd ter kennisname en zal in de
volgende vergadering worden behandeld
Nog werd besloten om te zien naar
een eigen clublokaal, waar op vaste tij
den demonstraties zouden kunnen wor
den gegeven.
De volgende vergadering zal worden
gehouden a.s. Donderdag in „Prediker".
Alle belangstellenden zijn hartelijk wel
kom.
Week der gebeden.
De samenkomsten gedurende de week
der gebeden, van 4 tot 10 Januari zul
len ook dit jaar weer in de Oosterkerk
worden gehouden.
Vorige jaren was er voor deze sa
menkomsten veel belangstelling en wij
vertrouwen dat daarover ook ditmaal
geen klachten zullen rijzen.
Een drukke vergaderweek is het niet.
De meeste vereenigingen zijn zoo ver
standig geweest gedurende deze da
gen geen vergadering uit te schrijven,
zoodat een ieder die daartoe behoefte
gevoelt in de gelegenheid is deze sa
menkomsten bij te wonen.
Naar ons gemeld werd zal de Oos-
torkerk de geheele week verwarmd zijn
Wijkgebouw Levendaal.
Bij gelegenheid van het 50-jarig be
staan van het Wijkgebouw aan het Le
vendaal hoopt het Bestuur der oudste
Wijkvereeniging te Leiden een Dank
en Bedestond te houden op Dinsdag 13
Januari a.s. des avonds te half acht.
Als sprekers zullen optreden Ds. M. J.
Punselie en Ds. A. W. Voors.
Allen die als medewerkers of begun
stigers aan die vereeniging verbonden
zijn, hebben dan recht op een gereser
veerde plaats, anderen hebben zooverre
de ruimte dit veroorlooft, vrijen toe
gang.
Naar wij vernemen zullen bij strenge
koude stoven beschikbaar zijn.
Jubileum Ds. Kouwenhoven.
Naar wij van welingelichte zijde ver
nemen, zal Ds. Kouwenhoven, op Zon
dag 1 Februari a.s., des avonds te vijf
uur in de Hooigrachtkerk een gedach
tenisrede houden, ter gelegenheid van
zijn 40-jarige ambtsvervuLing.
Maandag 2 Februari zal Zijn Eerw. door
de gemeente worden gehuldigd.
De Leidsche Universiteit.
Ter herdenking van het feit, dat op
2 Januari 1575 het voorstel van Prins
Willem van Oranje bij de Staten van
Holland en West-Friesland is aanhan
gige maakt tot de stichting der Leib
sche Hoogeschool, waarcue op 3 Janu
ari d.a.v. is besloten, hebben Rector en
Secretaris der ^Rijksuniversiteit te Lei
den namens den Senaat een krans ge
hecht aan het praalgraf van Prins Wil
lem van Oranje in de Nieuwe Kerk te
Delft.
Op; het lint van den krans wa|ren aan
gebracht de woorden :„Academia Lugdu-
no-Batava Conditori venerando".
Mede werd aan de graftombe van
Hugo Grotius aldaar een krans gehecht
in verband met de verschijning in 1625
van zijn beroemd werk: „De jure belli
ac pacis". Op het lint van dezen twee
den krans stond: „Academia Lugduno
Batava Discipulo illustri".
Gistermorgen is de heer F. de G.,
uit Voorschoten, terwijl hij per rijwiel
van de Blauwpoortsbrug komende,
daar in aanraking gekomen met den
auto van den heer B. B. uit Overschie.
doordat eerstgenoemde wat onzeker
was in het kiezen van zijn richting.
De G. kwam er zelf goed af, maar
het rijwiel, waarvan het voorste ge
deelte vrijwel onder de auto verdween,
werd zwaar beschadigd.
De schadevergoeding zou onderling
worden geregeld.
FEUILLETON.
In 's levens branding
2)
Hij vergat zijn honger en vermoeie
nis en natte voeten.
In den schijn van dat licht werd mis
schien de een of andere roman afge
speeld, en iets romantisch had hij nog
nimmer ondervonden.
Hij had zijn deel gehad van 's levens
harde, bittere, werkelijkheid, maar het
romantische had tot dusver buiten den
kring van zijn bestaan gelegen.
De mist was weder dichter dan ooit
geworden, maar hij wist waar het licht
was geweest, en hij sloop er zacht naar
toe. De grond was zacht en veerkrach
tig, zoodat hij geen leven maakte. Na
eenige oogenblikken trok de mist we
der even op, en nogmaals drong het
licht flauw door de duisternis heen;
het was niet sterk genoeg om door de
mist heen te dringen.
Hij zag ook op geen twaalf meter af
stand een arbeiders-hut een houten
gedeelte, waarin zich ook de deur be
vond, was half bedekt met plaggen, en
de openingen waren zorgvuldig met
modder dichtgepleisterd.
Hij zag al deze dingen natuurlijk
niet, want het was te donker, maar an
deren zagen ze later bij daglicht.
De modder was op éón plaats wegge-
brokkeld, en het licht, dat binnen
brandde, scheen door die opening.
Maar waarom scheen daar een licht?
Douglas vroeg zich dit telkens en tel
kens weder af, maar hij kon geen be
vredigend antwoord vinden.
Hij besloot dus de zaak niet bij een
bloote veronderstelling te laten rusten,
doch haar in den grond te onderzoe
ken.
Maar het kon wel eens gevaarlijk zijn
die zaak te onderzoeken. Menschen, die
zich laat op den avond bevonden in een
buiten gebruik gestelde hut bij een
oude leigroeve op een afgelegen ge
deelte der Grimset Heide, hadden naar
alle waarschijnlijkheid, niet veel goeds
in den zin. Fatsoenlijke menschen zou
den zich zelfs bij dag niet op een der
gelijke plaats ophouden, laat staan in
den avond.
Nadat hij tot dit besluit was geko
men, begon hij te overleggen, of hij niet
iets om zijn voeten zou kunnen wikke
len, teneinde alle gedruisch te vermij
den. Daar hij hier echter geen kans toe
zag, trok hij zijn laarzen uit en stopte
ze in de zakken van zijn overjas; toen
sloop hij zachtjes op zijn kousenvoeten
naar de hut en bracht zijn oog aan de
opening.
Hij schrikte terug toen hij dit deed,
maar was zichzelf dadelijk weer mees
ter. De hut was veel grooter, dan hij
gedacht had, en strekte zich nog een
heel eind onder den grond uit.
Het ameublement bestond uit een
ruwe bank en drie of vier houtblokken.
Het grootste van deze diende tot ta
fel, en was op 't oogenblik bedekt met
sleutels, breekijzers, en andere gereed
schappen, behoorende tot het inbre
kers-beroep.
Twee mannen zaten neergehurkt op
den grond voor deze gereedschappen,
en onderzochten ze nauwkeurig, maar
hun bezigheid had klaarblijkelijk meer
ten doel den tijd te dooden, dan iets
anders.
Eindelijk sprak een der mannen: „we
zullen al deze dingen niet noodig heb
ben, Nick.
„Neen, dat is zoo", zeide de ander, en
hij nam een stuk zakkengoed op, dat
op den grond lag, en begon daar een
paar der gereedschappen in te pakken.
Toen stond hij, die het eerst had ge
sproken op, ging naar den kant v. den
kelder en haalde een groot stuk rots
uit den mum*.
,,'tZal 't beste zijn, dat ge ze in de
kast legt", zeide hij op gedempten toon.
„Bij de andere schatten?" vroeg Nick
„Ja; we kunnen nooit voorzichtig ge
noeg zijn".
„Prachtige plaats voor geld hè?"
grinnikte Nick.
„Dat zal waar zijn, beter dan eenige
brandkast", en hij duwde het stuk rots
weer op zijn plaats, en de ruwe, afge
brokkelde muur van den kelder gaf
geen enkel vermoeden of aanwijzing
van de schatkist, die er achter verbor
gen was.
Douglas, terwijl hij de verrichtingen
der boeven gadesloeg en opmerkte, hoe
prachtig het stuk rots in de opening
paste, deed bijna een zacht gefluit hoo
ren, doch hij bedwong zich nog bij
tijds.
„Wordt het niet langzamerhand tijd
dat we eens opstappen, Bill! zeide Nick,
na eenig stilzwijgen.
„Neen, we moesten liever nog een
half uurtje wachten. Hij gaat niet
vroeg op stok, zooals je weet."
„Maar hij heeft nu geen zieken, waar
hij voor op moet blijven."
„Dat kan zijn; maar ik heb zijn raam
verscheidene avonden bespied, en het
licht gaat nooit uit voor na elven."
„Maar het zal nu wel elf uur zijn."
Nog niet heelemaal. Daarenboven,
we moeten den ouden heer tijd geven
vast in slaap te raken."
„Weet je zeker, dat de meiden op
zolder slapen?"
„Vast en zeker; eergisteren had ik
nog een lang gesprek met de keuken
meid. Ik probeerde haar een mooie kam
voor haar haren te verkoopen, en ter
wijl ik daar mee bezig was, nam ik
het huis goed op."
Nick lachte goedkeurend. Even later,
zeide hij: „Ben je nog iets te weten ge
komen over de jonge dame? Is ze z'n
dochter, of wat?"
Bill deed zijn pruim tabak naar de
andere zijde van zijn mond verhuizen,
eer hij antwoordde: „O, hij is zooveel
als haar voogd; en 'tis een lieve meid,
dat moet gezegd worden.
„Ja, ja, ze is mooi genoeg; maar
welke kamer heeft ze?"
„Naast den ouden dokter."
„En je weet goed welke ramen?"
„Maak je daar niet ongerust over,
vriendlief. Ik hoop, dat jij in Tusbury
je oogen even goed open zult hebben."
„Dat zal wel losloopen", antwoordde
Nick. „We hebben wel voor een jaar
werk in" deze buurt."
„We zijn hier nu al meer dan twee
maanden ,en we hebben nog niet veel
goede vangsten gehad."
„Neen, dat is waar; dat laatste kar
wei was een leelijke tegenvaller. Maar
je zegt, dat Upton er warmpjes inzit."
„Dat zal waar zijn. En naar ik ge
hoord heb, bergt hij al het zilver in het
buffet."
,,'t Is een heele last voor hem, al die
bezittingen te bewaken", zeide Nick
met een grijnslach. „We zullen hem
voor 't vervolg zijn taak wat gemakke
lijker maken."
„Dat zullen we zeker; we zijn nu
dunkt me, klaar voor het karwei. En
wat deze plaats betreft, en de kast
zij doen ons vernuft alle eer aan."
„Deze plaats kon met opzet voor ons
uitgegraven zijn", antwoordde Nick.
Bill haalde een groot zilveren horloge
uit zijn boezeroen, en bestudeerde het
nauwkeurig. „Over een kwartier of
hoogstens twintig minuten, gaan we
op weg", zeide hij.
Douglas wachtte niet om meer te
hooren, maar sloop onhoorbaar weg
van het zwakke lichtpuntje in de don
kere en alles omhullende mist.
Zijn laarzen aan te trekken was het
werk van een paar seconden, en toen
snelde hij weg in de richting van Dee-
ping.
„Ik ben dus toch niet voor niets ver
dwaald" peinsde hij, terwijl hij zijn
weg vervolgde langs het oneffen wa
genspoor. „Ik zal bijtijds zijn om den
ouden Dr. Upton te waarschuwen, en
de politie naar zijn huis te zenden. Het
zal nog grappig zijn de twee boeven in
den val te zien loopen.
(Wordt vervolgd).