ABOBIiaESVïEBiTSPflSJS Dagblad voor Leiden en Omstreken. BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekenina 58936 VREDE OP AARDE. V De uitstel-mofie. NIEUWE LEIDSCHE COURANT in Leiden en buiten Leiden r' waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 !Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 5de JAARGANG. - ZATERDAG 20 DECEMBER 1924 - No. 1394 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22i cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling u~' van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent Eit nummer bestaat uit tsrea laden. r Oppervlakkig bezien, gaat de wereld' dan ïoch wel vooruit. Heel de geschiedenis der menschheid is een lang en bang relaas van oorlog on strijd, van bloed en tranen en telkens, wan neer ter gelegenheid van bet Kerstfeest ge- lzon®en werd van vrede op aarde, in men- 6chen een welbehagen, vormden de feiten tan den dag een parodie op het woord: „Ziet, hoe lief hebben die Christenen elkaar." Maar dat zal nu anders worden. r De vredescongressen mogen dan niet den wereldvrede hebben gebracht en het vre despaleis mag een tijdlang een tempel der bespotting hebben geschenen, thans, nu de groote oorlog tot het verleden behoort en de volkeren tot bezinning zijn gekomen, zal het alles anders worden. We hebben nu den Volkenhond die het als zijn voornaamste taak beschouwt te ko men tot de stichting van een V r e d e fi ve r h o n d. Het protocol van Genève, een eerste stap In de gewenschte richt'ng, wordt bejubeld 'en bezongen en de Regeermgen, die als de ion ze, nog aarzelen met de onderteekening (omdat zij van oordeel zijn-dat op dit ge bied bedachtzaamheid een eerste vereisch- 'te is, worden in staat van beschulld1 gesteld, omdat zij met te weinig geestdrift bet heerlijke werk van den Volkenbond be groeten. De vredesGedachte schijnt nu dan toch wol diep wortel te hebben geschoten en de vredelievendheid van de verschillende vol ken schijnt nu wel boven alle verdenking .verheven. Inderdaad zoo schijnt liet. Maar de ervaring heeft, geleerd hoe ge- yaar'HV liet i.s zich door den schijn te la ten leiden. - Onw'llekeurig denken we, bij het zien van wat thans plaats Grijpt, aan wat Groen van P^Tvstea-er schreef in z'5n ..NerW^vicl- wiip Gedachten" van 23 December 1870. Het was tijdens idem Pransch-Duitschen oorlog De Dui'sche legers stonden voor Parijs. En de F.ngélsche T ime s^iad kort tevo ren op,schreven: „Als uitputting Id'aar is, zal de staking van oorlog komen, die vrede heet. Wanneer? dit weten wij niet. Misschien dat, als het Kerstfeest aan breekt. de blijde boodschap Vrede op aarde, in de menschen een wel behagen? de twee machtigste volken der Christenheid aantreft, nogmaals het jammerlijk bewijs leverende wat in onze idaeen dp lofspraak be'eekenf: ..Zip. hoe lief hehhen deze Christenen elkaar.'7 Naar aanleiding daarvan schreef Groen van Prinsterer: ,.Een aantal weken vlogen, «©derf dit in de Times geschreven werd, voorb'.i. NauwPlijk werd toen de langdurig heid der schriktooneelen, het gruwelijke ;Jer tegenstelling van Gh.risfeli.ike feestvie ring met dergelijk een reeds vijf maanden volgehouden en honderdduizenden ten grave sleepend tweegevecht mogelijk ge acht Thans zal het reallte.it zijn. Tlians !zal de viering van het Kerstfeest, naar het zich la^it aanzien, de voorberel- diruT ziin der vernieling van Parijs." En herinnerd werd aan een beschrijving oh'zettend in onloochenbaTejuIs theid, die Beets van dezen oorlog gaf: ..Denkt boe men nederzit te Parijs, met het vooruitzicht van uithongering of bom- bar dement? Denkt hoe men mederzit te Berlijn, als elke volgende Iegerli'jst do zekerheid v*n het sneuvelen eens geliefden kan aanbrengen? Poogt u de gruwelijkheden van den oor log voor te stellen! De nlatgeschofen steden, de verbrande dorpen, de vertreden oogsten, 'de bioed;cre slagvelden, de meedoogeniooze ■terechtstellingen, de radelooze huisvaders, de wanhopige moeders, de kinderen, om- Zwervende bij de puinhopen van het ouder lijk huis. i Al de voorrechten der beschaving opge schort; de werken des vredes vernield; de bronnen der welvaart gestopt: het onder ling verkeer afgesneden de beschaming der wet onzeker; de soldaat meester; geen ïeebt dan het oorlogsrecht! De vreeselijke 'gevolgen aan een nederlaag; de jammer lijke nasleep van een overwinning I - T Het zag er donker uit voor Europa. Maar ook in die donkere dagen van 1870 begon het te lichten. Evenals in onze dagen •Was er een afkeer van den oorlog merk baar en ging er door de wereld een roep om vr eda, Ook ton ^rord aangestuurd op de stich ting van een vredeverbond, waarvan (allo heil voor de menschheid werd ver- ^acht. Maar Groen van Prinsterer liet zich niet floor den schoonen schijn misleiden. Als Christen zoo schreef hij kom {ik, wat dte Europcesche politiek aangaat, bp tegen de onlchristelijking van het Vol kenrecht, waarbij evenals in dezo dagen io macht boven het recht werd gesteld. lieid van de politieke moraal; zij beoogt de redding van de democratie. En hij voegde daaraan toe: „De b e d o e- 1 i n g van een Vredeverbond is prijzens waard, maar het middel valt onder den veelsoortigen torenbouw van Babel. Zoolang do zonde op de aarde is, zal ook de oorlog een noodzakelijkheid zijn, een plicht, een zegen. Ook van den oorlog geldt: De overheid draagt het zwaard nie.t te vergeefs." De begeerde, do zelfgemaakte vrede zal niet komen en kan niet komen. Hoe prijzenswaard het. bedoelen ook mag zijn, zoolang men niet rekent met Lot feit der zonde en met wat Gods Woord ons openbaarde, zoolang men het bij 'net bou wen van den Vredes toren zonder God kan steilten, zal ook de uitkomst fal-m Dat schijnt op het Kerstfeest waarop meer nog dan van hett „Eere zij G o d" ge zongen wordt van den „vrede op aarde" geen opwekkende boodschap. Het schijnt alles even triest en somher en hopeloos. Maar ook hier mag de schijn niet bedrie gen. Immers Groen van Prinsterer heeft er terecht op gewezen, dat de oorlog die door den mensch niet overwonnen kan worden, ook een prediker is van het Evangelie. „Een prediker, die leert bedenken, dal alle leed en lijden, straf is, maar ook loutering, maar ook profetie der eeuwige straf, maar ook waarschuwing om te ontvlieden den toekomsligen toorn, maar ook prikkel ter waar dee ring van de groote blijdschapdie het Kerstfeest verkondigt. In de komst van Hem door wien al leen, in veelsoortigen strijd, zielevrede ten deel valt. In de wederkomst van den Vredevorst die gezegd heeft: „Ik kom weder en zal u weder tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik hen." O, d:e toekomst door den Christen "Wordt zij glorievol verwacht! Als de God der eero dondert En den dag verkeert in naclit, Antwoordt en der de onweersgalmen Diep van uit het heiligdom, Bij een koor van hemeipsahncn, 't Jongste' woord zijn Woordsi Ik kom!" Beteekenis van het recht. Groen van Prinsterer brachf in de „Ne- derlandsche Gedachten" van 7 December 1870 de volgende woorden van zijn vriend Ess°r in herinnering: „De vraag voor den Nederlander, die in de bres staat voor gehoorzaamheid aan God en Zijne geboden, is niet, wat hebben wij te hopen of te vreezen, maar wat is recht voor God en menschen'. Wij kunnen nu onzen Duitschen en Fransche.n broeders geen beteren dienst doen dan daarop telkens te wijzen! 7t Zal Duitschland niets baten Frankrijk te ver nederen, wanneer het de staatkunde van bloed en ijzer stelt hoven de staatkunde der gerechtigheid, die alleen een volk verhoogt. Niemand meene d'at hem de staatkunde niet aangaat. Immers, zoodra het r c c h" t voor. de sta ten niet meer geldt en het belang in do plaats van het recht komt, verliezen de volken, de gezinnen, de personen, meer en meer het ontzag voor hetgeen recht is en het eigenbelang, de zelfzucht, komt op den troon en dat is de ontbinding van maat schappij en huisgezin." Ook in onze dawn mogen deze woorden welker waarheid in' de 'afgeloopen jaren cpnieuw is gebleken worden behartigd. Niet het belang, maar bet recht behoort in heel ons optreden den toon aan te geven. En. tenslotte zal ook alleen het recht ze gevieren. Be motie-Sfenhuis waarin uitstel van behandeling van de Tarief wet werd ge vraagd^ en die een bewijs gaf van de con centratie van alle vrijzinnige strijdmach ten, gaf den heer Diepenhorst aanleiding tót het houden van eon geestig en ironisch beloog, dat wo, waar onze ruimte niet toe liet van de gevoerde debatten oen verslag te geven, hier laten volgen. Daar de „Handelingen" neg niet gearri veerd zijn behelpen wo ons met wat het verslajf van de N. R. Crf. daaromtrent zegt: ..Van de geconc'enlreerdo linkerzijde een motie te mogen ontvangen, aldus do heer Diepenhorst, is een groot voorrecht. En deze motie is zeer sympathiek. Well is daarin gelegen een ï.ncidenteele practischo invoering van het referendum; wel is het ook eigenaardig dat de leiding hier aan dm heer 'S tenhnis is overge gaan, hetgeen getuigenis aflegt zoowel van do bescheidenheid van den Vrijzinnig-Do- mocratiiSchen Bond en den Vrijheidsbond als van de voortreffelijke parlementaire figuur van den lieer Stenhuis. Wel is ook de inhoud van de motie in Ragranlen strijd met de waarheid, maar toch is de grondgedachte daarvan nobel. De motie eischt overeenstemming tus- sclien de parlementaire actie en den poli- tieken strijd, zij komt op voor de gaafheid van de parlementaire zeden en de hoog- Inderdaad is het gevaar voor een en an der niet gering. Spr. wijst op de ontwa peningsactie der vri'jzinnigdemocraten, nog voordat de kiezers zich daarover heb ben uitgesproken. Hij wijst voorts op de leiding der S. D. A. P. die in 1918 greep naar de staats macht en een wijziging in de grondslagen van ons maatschappelijk leven eischte zon der dat de kiezers z'ch daarover" hadden uitgesproken Dat is ondermijning van de democratie. Ook wijst spr. op een uitla ting van don. heer Kuyper j.n de Socialisti sche Gids in anti-democratische richting. De heer Sten'huis leeft blijkbaar onder den druk van dat gevaar voor de democra tie. Vandaar zijn ietwat singuliere motie. De antirevolutionairen zullen daaraan hun stem niet kunnen geven, nochtans, blijft de strekking van de motie sympa thiek!" Toen de heer Stenhuis later aan het woord kwam, verklaarde hij op de rede van Prof. Diepenhorst niet in te zullen gaan. Dat is verklaarbaar. Hü had zijn deel gehad. Zelden is deze socialistische demagoog, cl ie geen bezwaar heeft op revolutionarc wijze heel het parlement op zij te schui ven, beter op zijn voorman gezet. Geen wonder dat hij er maar liever het zwijgen toe deed. STflPSFtFilWS, Apologetische Avond. Gisteravond werd in de matig bezette Pieterskerk de eerste „apologetische avond" gehouden, waar D r. J. F. B e e- r ens,"Ned. Herv. Pred. te Utrecht, sprak over het verschil tusschen do Roomsche en de Protestant- sche Kerkbeschouwing. Nadat de samenkomst op de gebruike lijke wijze geopend was, begon Spr. zijn lezmg. Kennis is macht aldus Spr. en een der oorzaken, waarom zoovel protestan ten zoo gemakkelijk aan Rome ten prooi vallen, is dat ze zoo weinig kennis hebben, ook zoo weinig kennis van do Roomsche leer en practijken.Daarom is 't goed gezien van de Kerkeraadscommlssie der Ned. Herv. Gem., deze apologetische lezingen te organ-'seeren, van welke de eerste zal gaan over het verschil tusschen Roomsche en Protestantsche kerkbeschouwing. Vervolgens werd een tweetal verzen ge zongen van het aloude „Te Deum Lauda- mus" (Gez. 3:1 en 2). De Roomsche kerk, ging Spr. voort, noemt zichzeVe de aheenzaligmakende Moederkerk. Dat komt du'delijk uit in het hoek van pater Van der Hagen: ..Waar is do kerk van Christus?" en in het hoek van bisschop Benson: „Christus in de kerTv De Roomsche kerk, zoo wordt daar geleerd, is hot lichaam van Christus, de pilaar en vastigheid der waarheid. De Roomsche kerk bezit de vier eigenschappen,, die de ware kerk hebben moet: de eenheid, de hei ligheid, de katholiciteit en den apostoli sch pn oorsprong. Men wijst opdieeenbeidin leer, eere- clienst en bestuur in (le Roomsche kerk: zii is „semper ubique eadem" (altijd en overal dezelfde). Dat is de eenheid, waarvan Christus gesproken beeft in het Hooge- priesterpjk gebed: „Dat zij allen één zijn." De Roomsche kerk bezit de heilig heid": zij roept haar kinderen op tot hei ligheid. zij wijst op de heiligen als onze lichtende voorbee'den, zij biedt ook in haar gebed en sacramenten de hulpmiddelen om heilig te worden. Het derde kenmerk is de katholici teit. De Roomsche kerk is geen nationale kerk, maar internationaal, zij biedt plaats voor alle categorieën van menschen. Ten slotte is de Roomsche kerk apos tolisch, d.w.z. in haar midden wordt nog altijd de apostolische leer gepredikt en in do onafgebroken opvolging der pausen kan zij terug 'gaan tot den apostel Petrus als den eersten paus. Wegens die vier kenmerken: de eenheid, de heiligheid, de katholiciteit en den apos- tolischen oorsprong noemt de Roomsche kerk zich de ware kerk en wie haar niet heeft tot moeder, kan God niet vinden als Vader. 9 Wie willens en wetens aan die kerk den rug toekeert, moet verloren gaan; slechts wie fo goeder trouw dwaalt, kan nog zalig worden. Uit deze kerkbeschouwing vloeit voort, zegt Spr.. een gebrek aan waardeering van andersdenkenden, zooals d-it tot uiting komt in de befaamde Borromaeus-encycliek, waar de hervormers genoemd worden: „menschen van vleeschelijko gezindheid, wier god was de buik". In gelijken geest liet Mgr. Diepen, do bisschop van s'-Herloeenbosch zich uit, die op 'n vergadering te Utrecht in tegenwoor digheid van vele protestantsche autoritei ten de onzedelijkheid een gevolg noemde van het Protestantisme. Vandaar ook in de 16de eeuw het ver branden der ketters „tot meerdere eere Gods", een standpunt, waarop de Room sche kerk nog staat. Is die Roomsche kerkbeschouwing juist? De Roomsche kerk kan niet door Chris tus gesticht zijn, meent Spr., want Chris tus heeft geen kerk gesticht, er zelfs niet aan gedacht dat te doen. Er is ook geen onfeilbare kerk op aarde, want de menschen zijn feilbaar ten iedere organisatie, die de menschen in elkaar zetten, moet dus ook feilbaar en onvol maakt zijn. De Roomsche kerk is naief-realistisch; de onz'chtbare God, die Geest is, en ge diend wil «worden in geest en waarheid, wordt vervangen door de'kerk; de Gods- vereering wordt kerkvereering. Ook sommige Protestanten, die in de kerk een heilig instituut zien, zijn volgens Spr. Roomsch in hun kerkbeschouwing. De Roomsche. kerk maakt alles zichtbaar, ook God, en komt daardoor tegemoet aan den mensch met zijn behoefte van iets zin nelijks (men denke aan de Israëlieten met het gouden kalf). Stemt de empirie, de 'ervaring overeen met de beweringen der Roomsche kerk? Hoe staat het met de eenheid der Room sche kerk? Die eenheid maakt dikwijls op den protestant een machtigen indruk en ook Spr. is op die eenheid wel eens ja- ^povsch geweest. Kijken we evenwel achter de coulissen, dan zien we -dat d;o eenheid wel eens wat te wenschen overlaat. Door den werekloörlog is de Roomsche kerk, evenals de Socialistische internatio nale, uit elkaar geslagen. Fransche katho lieken haten nog Duitsohe katholieken en het nat'onahsme is sterker gebleken dan hef z.g. katholicisme. Spr. constateert dit met weemoed en voegt er aan toe, dat het bij het Protestan tisme natuurlijk niet anders is. Voorts, waar is in de Roomsche landen de eenheid? In een Roomsch land als Frankrijk is er b.v. de scheiding van kerk en staat, de seci^ar^at'e der kloosters, 'n net-kathoheke pres:dent en -een der eerste voorstellen der jiieuwe regeering is het gezantschap bij den Paus op te heffen. Zoo ook is den Paus zijn wereldlijke macht piet afgenomen door protestanten, maar door de Roomsche Italianen. Spr. wijst voorts nog op den strijd der monnikorden om den voorrang, alsmede op hpt modernisme. In Limburg verliezen de Roomschen dui zenden stemmen aan de sociaVsten, en ook do opr:chting der nieuwe katholieke partij St Michael' wijst er op, dat de eenheid soms ver te zoeken is. Nu de heiligheid Dit woorcT heeft twee heleeken-'ssen; vooreerst afgezonderd in te genstelling met profaan; voorts, zondeloos. De Roomsche k^rk bedoelt d:t woord in den eersten zin: als „tahoe", als afgezon derd van de wereld. Heiligheid in zedeh'iken zin kan zii zich niet toekennen, men rlenke er aan dat lan den als Spanje en Italië moreel zeer laag staan en in ons land in de Roomsche pro- vinc'ön de criminal'lelt het hoogst is. Ook katholiek of algemeen mag de Room sche kerk zich niet noemen, zij omvat slechts een gedeelte der christenen. Trou wens in den eersten term #van den naam Roomsch-KathoLek ligt oen beperking van de algemeenheid. Ten slotte, de Roomsche kerk is niet apostohsch. Waar wordt in de geschriften der anostelen gesproken van het primaat van Petrus, van de noodzakelijkheid der sacramenten van de beoldenvereering en de reliquien enz.? De hervormers daarentegen hebben de Ic'frk weer terug willen brengen tot de ge daante. die zij had iu den tijd der aposte len en haar van al die „Fremdkörper" ge zuiverd. Is er dan geen ware kerk? Ja, maar niet als een voorwerp van onze ervaring maar als een voorwerp van-ons geloof: de on zichtbare kerk als de gein eenschap van ahe Ghv'slgeloovigen. Die kerk is één ondanks alle verdeeld heid van kerken, secten, partijen en rich tingen: zij is heilig, omdat in haar werkt do Heilige Geest, die ens in aanraking brengt met Christus, den He;lige: zij is ka tholiek, omdat zij is samengebracht uit alle geslacht en taa.l en natie; zij is- Christe lijk. omdat zij Christus tot mitldelpitnt •heeft. En de zichtbare kerken zijn niet anders dan onvolkomen, aaidsche vormen; de stei gers, d'e noodig zijn voor den opbouw van den temoel. Steigers zijn noodig, maar zij ziin bijzaak. De kerk is slechts middel, geen doek Hot doel is liet Koninkrijk Gods. Allle aardscho kerken hebben hun tiid van opgaan, blinken en verzinken. Gok de Roomsche kerk: hier is ze aa.n 't opgaan en aan 't blinken. ;n de Roomsche landen is ze aan 't verzinken. Komt ge in den Sint Pieter of in den San Marco, ge slaat verbaasd van het schamele hoopje menschen, al wordt de hoogdienst geleid door den grootsten pre- laat. De ware kerk" heeft de eeuwigheid, om dat Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid en omdat, van haar het woord geldt: „De poorten van hel doo- denrijk zullen mijne gemeente niet over weldigen." Aan het Zoeklicht Leiden 20 December 1924 Met blijdschap, maar toch ook niet zon* der ontroering las ik het bericht van d* benoeming van den heer Idenbnrg tot lid van den Raad van State. Met blijdschap, want ik zie in deze be-> noeming de kroon op eon zeer eervolle loopbaan. Ite heer Idenhurg was achtereenvolgens officier, lid van de Tweede Kamer, Minis< ter, Gouverneur, Gouverneur-Generaal, op-c nieuw Minister, lid van de Eerste Kamel en tevens Minister van Staat en thans lic>, van den Regeeringsraad. Met eere heeft de heer Idenhurg land er volk vele jaren gediend. Maar zijn hoogste eere bleef toch steeds, te z:jn een dienst knecht van Jezus Christus. Op adellijke titels kan de heer Idenbur' zich niet beroemen, maar vrienden en vijanden zijn het er over eens dat hij is een edel man, als weinieen. Daarom verheugt mij deze benoeming. Ik z:e hier bevestigd, dab God Zijnen dienstknechten wil geven, genade en eere. Maar er zü tevens tets ontroerends in. De benoenwng tot lid van den Raad van State befeeVp.nf toch het afscheid van het acb'eve politieke 7even. En dat heteekont voor onze partij een grnnt verlies. Mannen als Idenhurg. we kunnen ze zoo noode ifv'isspn! Hun plaats ?s zoo moeiliik te vervullen! OBSERVATOR Nadat Spr voorgegaan was in dankge bed. werd nog staand« rrozong*n Gez 156: 1, waarna Spr. de zegenbede uitsprak. Ds. M. J. Punselie. Op 25 Februari p.s. zal bet 25 jaar ec'e- den ziin dat Ds M .T Punselfo pred. bij de Ncd. Herv. Kerk alhier zvin dienstwerk aanvaardde. Ds. Punseh'e geboren 8 December 1375 werd mi" 1899 door het Prov. Kerkbos^ur van Zcpip"d cand.idaat fosteld. Op 25 Fe bruari 1900 werd hij te Kuinre in het ambt bevestigd, welke rdaats hij ra 190-1 niet Nij- vevdal verwisselde. Zondag den 2den Mei 1909 word bij in d'e Pieterskerk alhier ni de morg-engods- dmnsfoefening bevestied door Ds. L ten Bosch, van Gouda, dezelfde, die hem ook to Kuinre en fe Nijverda.l tot het pred'kninbt bad inleid. De bevestiger liad tot tekst 1 Kor. 3:9. Des avonds deed Ds. Punselie in hetzelf de kevkeebouw intrede met een predikat o over Luk. 19:10. Ds Pnnsél'e kwam hier als opvolger van Ds. de Hoest Hoofdelijke Omslag. Met de be'aling van den hoofdeliik n omslag voor de Ned Herv. Gem. alh:er ^aat het niet best In dU jaar werd aan H. O. uilgeschreven f 42 000; lot nu toe is nog srechfs ontvangen f7000. Van dp 5510 aan slagen z;in er nog geen 1000 betna'd. Wor den in 1918 nog 80 pet. en in 1919 84 pet. van hot totaalbedrag der aanslagen vol daan. in 1920 b"droeg het percentage 67; ;n 192L 71. in 1922 nog sTechts 53 net. Ook de vrijwillige bijdragen, voor predikanis- traktomen'en en eeredienst, hemen gaan deweg af. Dp Gpmoente-Comm.?ss;p veest voor groote tekorten (Ned Postduiven. Onder voorzit''"•schap van don lieer TT. L. A. van der Horst, had gisterenavond eene vergader'ng'plaats van nagenoot? ade pos td ui ven vereen i gingen hier tor stede ca van de buitengemeenten. Met algemeer.e stemmen werd beslo+ou eene P.os'duivendemons'ratie te doen plaats hebben, tijdens de tentoonstelling van de ,.Le;d<="he Pu i m vee-Ve re en i gin g" ;n Februari 1925. Verschillende besprekingen hadden nog plaats in verband met insclivijTgehlen. in zending, keuring enz. welke keuring zal plaats hebben door den heer O. Heerschop, te Haarlem, een op dit gebied uitstekend beken staand keurmeester. Een programma werd verder opgestehl, wat de betrokken. Verrenigingen zal wor den toegezonden, terwijl do heer Th. J. Wortcr, Pasleurstraat 30 allver, die aan gewezen werd om als secretaris op te tre den. voor ieder belanghebbende bereid is, aangaande deze demonstratie nadere in lichtingen te verschaffen. Chr. Padvinders. Donderdagavond hebben de „Lcidsche C. J. M. V.-Padvinders" in do Graanbeurs oen uitvoering gegeven ter gelegenheid van het 2-iarig bestaan van Troop T. De be langstelling was zoo groot, dat de zaal do aanwezigen niét kon bevatten. De voorzitter, do heer van Holte, opende de samenkomst' met het lezen van Ps. 119:133—141 en ging voor in gebed, daarna heette hij de aanwezigen welkom. Spr. gal een overzicht van het afgeloo pen jaar, waaruit bleek, dat hot aantal actieve leden van 30 tot 70 geklommen ia en dat tengevolge daarvan bet clubhuis op den Nieuwen Rijn le klein was geworden en naar een ruimer localitoit moce* worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1