ABOBIiaESVïEBiTSPflSJS
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekenina 58936
VREDE OP AARDE.
V De uitstel-mofie.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
in Leiden en buiten Leiden
r' waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
!Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
5de JAARGANG. - ZATERDAG 20 DECEMBER 1924 - No. 1394
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22i cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
u~' van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent
Eit nummer bestaat uit tsrea
laden.
r Oppervlakkig bezien, gaat de wereld' dan
ïoch wel vooruit.
Heel de geschiedenis der menschheid is
een lang en bang relaas van oorlog on
strijd, van bloed en tranen en telkens, wan
neer ter gelegenheid van bet Kerstfeest ge-
lzon®en werd van vrede op aarde, in men-
6chen een welbehagen, vormden de feiten
tan den dag een parodie op het woord:
„Ziet, hoe lief hebben die Christenen
elkaar."
Maar dat zal nu anders worden.
r De vredescongressen mogen dan niet den
wereldvrede hebben gebracht en het vre
despaleis mag een tijdlang een tempel der
bespotting hebben geschenen, thans, nu de
groote oorlog tot het verleden behoort en
de volkeren tot bezinning zijn gekomen,
zal het alles anders worden.
We hebben nu den Volkenhond die het
als zijn voornaamste taak beschouwt te ko
men tot de stichting van een V r e d e fi
ve r h o n d.
Het protocol van Genève, een eerste stap
In de gewenschte richt'ng, wordt bejubeld
'en bezongen en de Regeermgen, die als de
ion ze, nog aarzelen met de onderteekening
(omdat zij van oordeel zijn-dat op dit ge
bied bedachtzaamheid een eerste vereisch-
'te is, worden in staat van beschulld1
gesteld, omdat zij met te weinig geestdrift
bet heerlijke werk van den Volkenbond be
groeten.
De vredesGedachte schijnt nu dan toch
wol diep wortel te hebben geschoten en de
vredelievendheid van de verschillende vol
ken schijnt nu wel boven alle verdenking
.verheven.
Inderdaad zoo schijnt liet.
Maar de ervaring heeft, geleerd hoe ge-
yaar'HV liet i.s zich door den schijn te la
ten leiden. -
Onw'llekeurig denken we, bij het zien
van wat thans plaats Grijpt, aan wat Groen
van P^Tvstea-er schreef in z'5n ..NerW^vicl-
wiip Gedachten" van 23 December 1870.
Het was tijdens idem Pransch-Duitschen
oorlog
De Dui'sche legers stonden voor Parijs.
En de F.ngélsche T ime s^iad kort tevo
ren op,schreven: „Als uitputting Id'aar is,
zal de staking van oorlog komen, die
vrede heet. Wanneer? dit weten wij
niet. Misschien dat, als het Kerstfeest aan
breekt. de blijde boodschap Vrede op
aarde, in de menschen een wel
behagen? de twee machtigste volken
der Christenheid aantreft, nogmaals het
jammerlijk bewijs leverende wat in onze
idaeen dp lofspraak be'eekenf: ..Zip. hoe lief
hehhen deze Christenen elkaar.'7
Naar aanleiding daarvan schreef Groen
van Prinsterer: ,.Een aantal weken vlogen,
«©derf dit in de Times geschreven werd,
voorb'.i. NauwPlijk werd toen de langdurig
heid der schriktooneelen, het gruwelijke
;Jer tegenstelling van Gh.risfeli.ike feestvie
ring met dergelijk een reeds vijf maanden
volgehouden en honderdduizenden ten
grave sleepend tweegevecht mogelijk ge
acht
Thans zal het reallte.it zijn. Tlians
!zal de viering van het Kerstfeest,
naar het zich la^it aanzien, de voorberel-
diruT ziin der vernieling van Parijs."
En herinnerd werd aan een beschrijving
oh'zettend in onloochenbaTejuIs theid, die
Beets van dezen oorlog gaf:
..Denkt boe men nederzit te Parijs, met
het vooruitzicht van uithongering of bom-
bar dement? Denkt hoe men mederzit te
Berlijn, als elke volgende Iegerli'jst do
zekerheid v*n het sneuvelen eens geliefden
kan aanbrengen?
Poogt u de gruwelijkheden van den oor
log voor te stellen! De nlatgeschofen steden,
de verbrande dorpen, de vertreden oogsten,
'de bioed;cre slagvelden, de meedoogeniooze
■terechtstellingen, de radelooze huisvaders,
de wanhopige moeders, de kinderen, om-
Zwervende bij de puinhopen van het ouder
lijk huis. i
Al de voorrechten der beschaving opge
schort; de werken des vredes vernield; de
bronnen der welvaart gestopt: het onder
ling verkeer afgesneden de beschaming
der wet onzeker; de soldaat meester; geen
ïeebt dan het oorlogsrecht! De vreeselijke
'gevolgen aan een nederlaag; de jammer
lijke nasleep van een overwinning
I -
T
Het zag er donker uit voor Europa.
Maar ook in die donkere dagen van 1870
begon het te lichten. Evenals in onze dagen
•Was er een afkeer van den oorlog merk
baar en ging er door de wereld een roep
om vr eda,
Ook ton ^rord aangestuurd op de stich
ting van een vredeverbond, waarvan
(allo heil voor de menschheid werd ver-
^acht.
Maar Groen van Prinsterer liet zich niet
floor den schoonen schijn misleiden.
Als Christen zoo schreef hij kom
{ik, wat dte Europcesche politiek aangaat,
bp tegen de onlchristelijking van het Vol
kenrecht, waarbij evenals in dezo dagen
io macht boven het recht werd gesteld.
lieid van de politieke moraal; zij beoogt de
redding van de democratie.
En hij voegde daaraan toe: „De b e d o e-
1 i n g van een Vredeverbond is prijzens
waard, maar het middel valt onder den
veelsoortigen torenbouw van Babel.
Zoolang do zonde op de aarde is, zal
ook de oorlog een noodzakelijkheid zijn,
een plicht, een zegen.
Ook van den oorlog geldt: De overheid
draagt het zwaard nie.t te vergeefs."
De begeerde, do zelfgemaakte vrede zal
niet komen en kan niet komen.
Hoe prijzenswaard het. bedoelen ook mag
zijn, zoolang men niet rekent met Lot feit
der zonde en met wat Gods Woord ons
openbaarde, zoolang men het bij 'net bou
wen van den Vredes toren zonder God kan
steilten, zal ook de uitkomst fal-m
Dat schijnt op het Kerstfeest waarop
meer nog dan van hett „Eere zij G o d" ge
zongen wordt van den „vrede op aarde"
geen opwekkende boodschap.
Het schijnt alles even triest en somher
en hopeloos.
Maar ook hier mag de schijn niet bedrie
gen.
Immers Groen van Prinsterer heeft er
terecht op gewezen, dat de oorlog die door
den mensch niet overwonnen kan worden,
ook een prediker is van het Evangelie.
„Een prediker, die leert bedenken, dal
alle leed en lijden, straf is, maar ook
loutering, maar ook profetie der
eeuwige straf, maar ook waarschuwing om
te ontvlieden den toekomsligen toorn, maar
ook prikkel ter waar dee ring
van de groote blijdschapdie
het Kerstfeest verkondigt.
In de komst van Hem door wien al
leen, in veelsoortigen strijd, zielevrede ten
deel valt. In de wederkomst van den
Vredevorst die gezegd heeft: „Ik
kom weder en zal u weder tot Mij nemen,
opdat gij ook zijn moogt waar Ik hen."
O, d:e toekomst door den Christen
"Wordt zij glorievol verwacht!
Als de God der eero dondert
En den dag verkeert in naclit,
Antwoordt en der de onweersgalmen
Diep van uit het heiligdom,
Bij een koor van hemeipsahncn,
't Jongste' woord zijn Woordsi
Ik kom!"
Beteekenis van het recht.
Groen van Prinsterer brachf in de „Ne-
derlandsche Gedachten" van 7 December
1870 de volgende woorden van zijn vriend
Ess°r in herinnering:
„De vraag voor den Nederlander, die in
de bres staat voor gehoorzaamheid aan
God en Zijne geboden, is niet, wat hebben
wij te hopen of te vreezen, maar wat is
recht voor God en menschen'.
Wij kunnen nu onzen Duitschen en
Fransche.n broeders geen beteren dienst
doen dan daarop telkens te wijzen! 7t Zal
Duitschland niets baten Frankrijk te ver
nederen, wanneer het de staatkunde van
bloed en ijzer stelt hoven de staatkunde der
gerechtigheid, die alleen een volk verhoogt.
Niemand meene d'at hem de staatkunde
niet aangaat.
Immers, zoodra het r c c h" t voor. de sta
ten niet meer geldt en het belang in do
plaats van het recht komt, verliezen de
volken, de gezinnen, de personen, meer en
meer het ontzag voor hetgeen recht is en
het eigenbelang, de zelfzucht, komt op den
troon en dat is de ontbinding van maat
schappij en huisgezin."
Ook in onze dawn mogen deze woorden
welker waarheid in' de 'afgeloopen jaren
cpnieuw is gebleken worden behartigd.
Niet het belang, maar bet recht behoort
in heel ons optreden den toon aan te geven.
En. tenslotte zal ook alleen het recht ze
gevieren.
Be motie-Sfenhuis waarin uitstel van
behandeling van de Tarief wet werd ge
vraagd^ en die een bewijs gaf van de con
centratie van alle vrijzinnige strijdmach
ten, gaf den heer Diepenhorst aanleiding
tót het houden van eon geestig en ironisch
beloog, dat wo, waar onze ruimte niet toe
liet van de gevoerde debatten oen verslag
te geven, hier laten volgen.
Daar de „Handelingen" neg niet gearri
veerd zijn behelpen wo ons met wat het
verslajf van de N. R. Crf. daaromtrent
zegt:
..Van de geconc'enlreerdo linkerzijde een
motie te mogen ontvangen, aldus do heer
Diepenhorst, is een groot voorrecht. En
deze motie is zeer sympathiek.
Well is daarin gelegen een ï.ncidenteele
practischo invoering van het referendum;
wel is het ook eigenaardig dat de leiding
hier aan dm heer 'S tenhnis is overge
gaan, hetgeen getuigenis aflegt zoowel van
do bescheidenheid van den Vrijzinnig-Do-
mocratiiSchen Bond en den Vrijheidsbond
als van de voortreffelijke parlementaire
figuur van den lieer Stenhuis. Wel is ook
de inhoud van de motie in Ragranlen
strijd met de waarheid, maar toch is de
grondgedachte daarvan nobel.
De motie eischt overeenstemming tus-
sclien de parlementaire actie en den poli-
tieken strijd, zij komt op voor de gaafheid
van de parlementaire zeden en de hoog-
Inderdaad is het gevaar voor een en an
der niet gering. Spr. wijst op de ontwa
peningsactie der vri'jzinnigdemocraten,
nog voordat de kiezers zich daarover heb
ben uitgesproken.
Hij wijst voorts op de leiding der S. D.
A. P. die in 1918 greep naar de staats
macht en een wijziging in de grondslagen
van ons maatschappelijk leven eischte zon
der dat de kiezers z'ch daarover" hadden
uitgesproken Dat is ondermijning van de
democratie. Ook wijst spr. op een uitla
ting van don. heer Kuyper j.n de Socialisti
sche Gids in anti-democratische richting.
De heer Sten'huis leeft blijkbaar onder
den druk van dat gevaar voor de democra
tie. Vandaar zijn ietwat singuliere motie.
De antirevolutionairen zullen daaraan
hun stem niet kunnen geven, nochtans,
blijft de strekking van de motie sympa
thiek!"
Toen de heer Stenhuis later aan het
woord kwam, verklaarde hij op de rede
van Prof. Diepenhorst niet in te zullen
gaan.
Dat is verklaarbaar.
Hü had zijn deel gehad.
Zelden is deze socialistische demagoog,
cl ie geen bezwaar heeft op revolutionarc
wijze heel het parlement op zij te schui
ven, beter op zijn voorman gezet.
Geen wonder dat hij er maar liever het
zwijgen toe deed.
STflPSFtFilWS,
Apologetische Avond.
Gisteravond werd in de matig bezette
Pieterskerk de eerste „apologetische
avond" gehouden, waar D r. J. F. B e e-
r ens,"Ned. Herv. Pred. te Utrecht, sprak
over het verschil tusschen do
Roomsche en de Protestant-
sche Kerkbeschouwing.
Nadat de samenkomst op de gebruike
lijke wijze geopend was, begon Spr. zijn
lezmg.
Kennis is macht aldus Spr. en een
der oorzaken, waarom zoovel protestan
ten zoo gemakkelijk aan Rome ten prooi
vallen, is dat ze zoo weinig kennis hebben,
ook zoo weinig kennis van do Roomsche
leer en practijken.Daarom is 't goed gezien
van de Kerkeraadscommlssie der Ned.
Herv. Gem., deze apologetische lezingen te
organ-'seeren, van welke de eerste zal gaan
over het verschil tusschen Roomsche en
Protestantsche kerkbeschouwing.
Vervolgens werd een tweetal verzen ge
zongen van het aloude „Te Deum Lauda-
mus" (Gez. 3:1 en 2).
De Roomsche kerk, ging Spr. voort,
noemt zichzeVe de aheenzaligmakende
Moederkerk. Dat komt du'delijk uit in het
hoek van pater Van der Hagen: ..Waar is
do kerk van Christus?" en in het hoek van
bisschop Benson: „Christus in de kerTv
De Roomsche kerk, zoo wordt daar geleerd,
is hot lichaam van Christus, de pilaar en
vastigheid der waarheid. De Roomsche
kerk bezit de vier eigenschappen,, die de
ware kerk hebben moet: de eenheid, de hei
ligheid, de katholiciteit en den apostoli
sch pn oorsprong.
Men wijst opdieeenbeidin leer, eere-
clienst en bestuur in (le Roomsche kerk: zii
is „semper ubique eadem" (altijd en overal
dezelfde). Dat is de eenheid, waarvan
Christus gesproken beeft in het Hooge-
priesterpjk gebed: „Dat zij allen één zijn."
De Roomsche kerk bezit de heilig
heid": zij roept haar kinderen op tot hei
ligheid. zij wijst op de heiligen als onze
lichtende voorbee'den, zij biedt ook in haar
gebed en sacramenten de hulpmiddelen
om heilig te worden.
Het derde kenmerk is de katholici
teit. De Roomsche kerk is geen nationale
kerk, maar internationaal, zij biedt plaats
voor alle categorieën van menschen.
Ten slotte is de Roomsche kerk apos
tolisch, d.w.z. in haar midden wordt
nog altijd de apostolische leer gepredikt en
in do onafgebroken opvolging der pausen
kan zij terug 'gaan tot den apostel Petrus
als den eersten paus.
Wegens die vier kenmerken: de eenheid,
de heiligheid, de katholiciteit en den apos-
tolischen oorsprong noemt de Roomsche
kerk zich de ware kerk en wie haar niet
heeft tot moeder, kan God niet vinden als
Vader. 9
Wie willens en wetens aan die kerk den
rug toekeert, moet verloren gaan; slechts
wie fo goeder trouw dwaalt, kan nog zalig
worden.
Uit deze kerkbeschouwing vloeit voort,
zegt Spr.. een gebrek aan waardeering van
andersdenkenden, zooals d-it tot uiting komt
in de befaamde Borromaeus-encycliek,
waar de hervormers genoemd worden:
„menschen van vleeschelijko gezindheid,
wier god was de buik".
In gelijken geest liet Mgr. Diepen, do
bisschop van s'-Herloeenbosch zich uit, die
op 'n vergadering te Utrecht in tegenwoor
digheid van vele protestantsche autoritei
ten de onzedelijkheid een gevolg noemde
van het Protestantisme.
Vandaar ook in de 16de eeuw het ver
branden der ketters „tot meerdere eere
Gods", een standpunt, waarop de Room
sche kerk nog staat.
Is die Roomsche kerkbeschouwing juist?
De Roomsche kerk kan niet door Chris
tus gesticht zijn, meent Spr., want Chris
tus heeft geen kerk gesticht, er zelfs niet
aan gedacht dat te doen.
Er is ook geen onfeilbare kerk op aarde,
want de menschen zijn feilbaar ten iedere
organisatie, die de menschen in elkaar
zetten, moet dus ook feilbaar en onvol
maakt zijn.
De Roomsche kerk is naief-realistisch;
de onz'chtbare God, die Geest is, en ge
diend wil «worden in geest en waarheid,
wordt vervangen door de'kerk; de Gods-
vereering wordt kerkvereering.
Ook sommige Protestanten, die in de
kerk een heilig instituut zien, zijn volgens
Spr. Roomsch in hun kerkbeschouwing.
De Roomsche. kerk maakt alles zichtbaar,
ook God, en komt daardoor tegemoet aan
den mensch met zijn behoefte van iets zin
nelijks (men denke aan de Israëlieten met
het gouden kalf).
Stemt de empirie, de 'ervaring overeen
met de beweringen der Roomsche kerk?
Hoe staat het met de eenheid der Room
sche kerk? Die eenheid maakt dikwijls op
den protestant een machtigen indruk en
ook Spr. is op die eenheid wel eens ja-
^povsch geweest.
Kijken we evenwel achter de coulissen,
dan zien we -dat d;o eenheid wel eens wat
te wenschen overlaat.
Door den werekloörlog is de Roomsche
kerk, evenals de Socialistische internatio
nale, uit elkaar geslagen. Fransche katho
lieken haten nog Duitsohe katholieken en
het nat'onahsme is sterker gebleken dan
hef z.g. katholicisme.
Spr. constateert dit met weemoed en
voegt er aan toe, dat het bij het Protestan
tisme natuurlijk niet anders is.
Voorts, waar is in de Roomsche landen
de eenheid? In een Roomsch land als
Frankrijk is er b.v. de scheiding van kerk
en staat, de seci^ar^at'e der kloosters, 'n
net-kathoheke pres:dent en -een der eerste
voorstellen der jiieuwe regeering is het
gezantschap bij den Paus op te heffen.
Zoo ook is den Paus zijn wereldlijke
macht piet afgenomen door protestanten,
maar door de Roomsche Italianen.
Spr. wijst voorts nog op den strijd der
monnikorden om den voorrang, alsmede
op hpt modernisme.
In Limburg verliezen de Roomschen dui
zenden stemmen aan de sociaVsten, en ook
do opr:chting der nieuwe katholieke partij
St Michael' wijst er op, dat de eenheid
soms ver te zoeken is.
Nu de heiligheid Dit woorcT heeft twee
heleeken-'ssen; vooreerst afgezonderd in te
genstelling met profaan; voorts, zondeloos.
De Roomsche k^rk bedoelt d:t woord in
den eersten zin: als „tahoe", als afgezon
derd van de wereld.
Heiligheid in zedeh'iken zin kan zii zich
niet toekennen, men rlenke er aan dat lan
den als Spanje en Italië moreel zeer laag
staan en in ons land in de Roomsche pro-
vinc'ön de criminal'lelt het hoogst is.
Ook katholiek of algemeen mag de Room
sche kerk zich niet noemen, zij omvat
slechts een gedeelte der christenen. Trou
wens in den eersten term #van den naam
Roomsch-KathoLek ligt oen beperking van
de algemeenheid.
Ten slotte, de Roomsche kerk is niet
apostohsch. Waar wordt in de geschriften
der anostelen gesproken van het primaat
van Petrus, van de noodzakelijkheid der
sacramenten van de beoldenvereering en
de reliquien enz.?
De hervormers daarentegen hebben de
Ic'frk weer terug willen brengen tot de ge
daante. die zij had iu den tijd der aposte
len en haar van al die „Fremdkörper" ge
zuiverd.
Is er dan geen ware kerk? Ja, maar niet
als een voorwerp van onze ervaring maar
als een voorwerp van-ons geloof: de on
zichtbare kerk als de gein eenschap van
ahe Ghv'slgeloovigen.
Die kerk is één ondanks alle verdeeld
heid van kerken, secten, partijen en rich
tingen: zij is heilig, omdat in haar werkt
do Heilige Geest, die ens in aanraking
brengt met Christus, den He;lige: zij is ka
tholiek, omdat zij is samengebracht uit alle
geslacht en taa.l en natie; zij is- Christe
lijk. omdat zij Christus tot mitldelpitnt
•heeft.
En de zichtbare kerken zijn niet anders
dan onvolkomen, aaidsche vormen; de stei
gers, d'e noodig zijn voor den opbouw van
den temoel. Steigers zijn noodig, maar zij
ziin bijzaak.
De kerk is slechts middel, geen doek Hot
doel is liet Koninkrijk Gods.
Allle aardscho kerken hebben hun tiid
van opgaan, blinken en verzinken. Gok de
Roomsche kerk: hier is ze aa.n 't opgaan
en aan 't blinken. ;n de Roomsche landen
is ze aan 't verzinken.
Komt ge in den Sint Pieter of in den
San Marco, ge slaat verbaasd van het
schamele hoopje menschen, al wordt de
hoogdienst geleid door den grootsten pre-
laat.
De ware kerk" heeft de eeuwigheid, om
dat Christus is gisteren en heden dezelfde
en in der eeuwigheid en omdat, van haar
het woord geldt: „De poorten van hel doo-
denrijk zullen mijne gemeente niet over
weldigen."
Aan het Zoeklicht
Leiden 20 December 1924
Met blijdschap, maar toch ook niet zon*
der ontroering las ik het bericht van d*
benoeming van den heer Idenbnrg tot lid
van den Raad van State.
Met blijdschap, want ik zie in deze be->
noeming de kroon op eon zeer eervolle
loopbaan.
Ite heer Idenhurg was achtereenvolgens
officier, lid van de Tweede Kamer, Minis<
ter, Gouverneur, Gouverneur-Generaal, op-c
nieuw Minister, lid van de Eerste Kamel
en tevens Minister van Staat en thans lic>,
van den Regeeringsraad.
Met eere heeft de heer Idenhurg land er
volk vele jaren gediend. Maar zijn hoogste
eere bleef toch steeds, te z:jn een dienst
knecht van Jezus Christus.
Op adellijke titels kan de heer Idenbur'
zich niet beroemen, maar vrienden en
vijanden zijn het er over eens dat hij is
een edel man, als weinieen.
Daarom verheugt mij deze benoeming.
Ik z:e hier bevestigd, dab God Zijnen
dienstknechten wil geven, genade en eere.
Maar er zü tevens tets ontroerends in.
De benoenwng tot lid van den Raad van
State befeeVp.nf toch het afscheid van het
acb'eve politieke 7even.
En dat heteekont voor onze partij een
grnnt verlies.
Mannen als Idenhurg. we kunnen ze zoo
noode ifv'isspn! Hun plaats ?s zoo moeiliik
te vervullen!
OBSERVATOR
Nadat Spr voorgegaan was in dankge
bed. werd nog staand« rrozong*n Gez 156:
1, waarna Spr. de zegenbede uitsprak.
Ds. M. J. Punselie.
Op 25 Februari p.s. zal bet 25 jaar ec'e-
den ziin dat Ds M .T Punselfo pred. bij
de Ncd. Herv. Kerk alhier zvin dienstwerk
aanvaardde.
Ds. Punseh'e geboren 8 December 1375
werd mi" 1899 door het Prov. Kerkbos^ur
van Zcpip"d cand.idaat fosteld. Op 25 Fe
bruari 1900 werd hij te Kuinre in het ambt
bevestigd, welke rdaats hij ra 190-1 niet Nij-
vevdal verwisselde.
Zondag den 2den Mei 1909 word bij in
d'e Pieterskerk alhier ni de morg-engods-
dmnsfoefening bevestied door Ds. L ten
Bosch, van Gouda, dezelfde, die hem ook to
Kuinre en fe Nijverda.l tot het pred'kninbt
bad inleid. De bevestiger liad tot tekst 1
Kor. 3:9.
Des avonds deed Ds. Punselie in hetzelf
de kevkeebouw intrede met een predikat o
over Luk. 19:10.
Ds Pnnsél'e kwam hier als opvolger van
Ds. de Hoest
Hoofdelijke Omslag.
Met de be'aling van den hoofdeliik n
omslag voor de Ned Herv. Gem. alh:er
^aat het niet best In dU jaar werd aan H.
O. uilgeschreven f 42 000; lot nu toe is nog
srechfs ontvangen f7000. Van dp 5510 aan
slagen z;in er nog geen 1000 betna'd. Wor
den in 1918 nog 80 pet. en in 1919 84 pet.
van hot totaalbedrag der aanslagen vol
daan. in 1920 b"droeg het percentage 67;
;n 192L 71. in 1922 nog sTechts 53 net. Ook
de vrijwillige bijdragen, voor predikanis-
traktomen'en en eeredienst, hemen gaan
deweg af. Dp Gpmoente-Comm.?ss;p veest
voor groote tekorten (Ned
Postduiven.
Onder voorzit''"•schap van don lieer TT.
L. A. van der Horst, had gisterenavond
eene vergader'ng'plaats van nagenoot? ade
pos td ui ven vereen i gingen hier tor stede ca
van de buitengemeenten.
Met algemeer.e stemmen werd beslo+ou
eene P.os'duivendemons'ratie te doen
plaats hebben, tijdens de tentoonstelling
van de ,.Le;d<="he Pu i m vee-Ve re en i gin g"
;n Februari 1925.
Verschillende besprekingen hadden nog
plaats in verband met insclivijTgehlen. in
zending, keuring enz. welke keuring zal
plaats hebben door den heer O. Heerschop,
te Haarlem, een op dit gebied uitstekend
beken staand keurmeester.
Een programma werd verder opgestehl,
wat de betrokken. Verrenigingen zal wor
den toegezonden, terwijl do heer Th. J.
Wortcr, Pasleurstraat 30 allver, die aan
gewezen werd om als secretaris op te tre
den. voor ieder belanghebbende bereid is,
aangaande deze demonstratie nadere in
lichtingen te verschaffen.
Chr. Padvinders.
Donderdagavond hebben de „Lcidsche C.
J. M. V.-Padvinders" in do Graanbeurs
oen uitvoering gegeven ter gelegenheid van
het 2-iarig bestaan van Troop T. De be
langstelling was zoo groot, dat de zaal do
aanwezigen niét kon bevatten.
De voorzitter, do heer van Holte,
opende de samenkomst' met het lezen van
Ps. 119:133—141 en ging voor in gebed,
daarna heette hij de aanwezigen welkom.
Spr. gal een overzicht van het afgeloo
pen jaar, waaruit bleek, dat hot aantal
actieve leden van 30 tot 70 geklommen ia
en dat tengevolge daarvan bet clubhuis op
den Nieuwen Rijn le klein was geworden
en naar een ruimer localitoit moce* worden