ImleittCoataiit Tweede Blad Woensdag 17 December 1924 DE RAMP VAN WONOSOBO. Stortende bergen en schokkende dalen. Aan een beschouwing van Tic aardbeving te Wonosobo, in de Tele gr. is het vol gende ontleend: Over een gevaarlijk bergpaadje voert onze weg. Het is geen tijd voor omzichtig sneu- zen naar veilige punten, naar vasten r' un voor den voet. Die zijn er niet. Miss-h en dat het gewicht van het lichaam alleen al voldoende is om den laatsten stoot aan den lossen aardkluit te geven; misschien dat telkens weer optredende aardschokken het vernietigingswerk zullen voltooien. Stilstaan en wachten op Veiligheid... waartoe? Waar wij nu staan, zal- over en kele minuten wellicht een nieuwe wond ga pen, waar wij aarzelen onzen voet te zet ten, zal dan wellicht juist veiligheid te vin den zijn. Het is nu slechts; vooruit!... en een rappen sprong tegen den bergwand op, .wanneer wij den grond onder ons voe len verzinken. Nauwelijks zijn wij een korten afstand op het paadje voortgegaan, of een heftige aardschok werpt ons bijna van de voeten. Achter ons, op een plek, wa-ar wij enkele minuten te voren even stonden uit te bla zen, dondert een steenen-lawine over bet pad tot diep in het ravijn. Op eenige hon derden meters voor ons uit schuift een ge weldige aardsschol langzaam los, langs don ravijnwand naar beneden. Een sta- -tige boom glijdt mede rustig, sierlijk, rechtop, haast zonder merkbare trilling van de wijd-uitgespreide takken. Op den da'bodem blijft hij recht overemd staan, hoog op den geweldigen rooden aardhoop. wn'ke met hem mede is gekomen. Daar zal hij nu door blijven groeien en vermoeide landbouwers schaduw schenken! Een hon derdtal meters beneden de plek, waar hij eerst stond. Dan gaan wij verder, tot wij komen op een smalle graat tusschen twee dwarsra- vijnen. Hier splitst zich het pad in tweeën. Een weg gaat steil naar beneden, om aan de, overzijde van het ravijn weer op te kh'ramen tegen den berg, waarop de desa Waniasa stond. Nu bestaat dat dorpje niet meer Het is met bergtop en al naar be neden gevallen; wij zien nog enkele huis jes, uit elkaar gerukt en verpletterd, als in doodsnood vastgeklemd 'tegen den berg wand. hangende tusschen hemel en aarde. Terwijl wij daar staan te kijken, komt een tw^ed" schok en zien wij een paar huisjes naar beneden storten. Een somher gerom mel klinkt nog lang na, met talooze echo's uit de donkere dwarsdalen weerkaatst. W:i volgen hei bovenpad, dat voert naar Modjotengah. Hier zijn wij wat veiliger, omdat wij nu gaan over het smalle boven vlak van den rug, tusschen de schrale dja- goonghrntjes der bevolking in. Het pad is nog behouden, al vertoonen zich ook hier talrijke spleten en scheuren, waarin de re gen neerklettert, zoodoende steeds meer af- weekend en loswerkend. Een tiental meters op z:ide loopt de ravijnwand, nu grillig ge karteld door de talrijke aardstortingen. Een bamboebosch is een paar meters naar beneden gegleden en heeft kans ge zien. zich daarbij geheel onderste boven te draaien, zoodat nu de worteksfoelen als dreigend gebalde vu'sten uit den Tooden aardhoop opsteken. Wat verderop buigen eenige hoornen zich horizontaal over den gapenden afgrond, als nieuwsg'erige «chepselen, die weten willen, wat zich daar vèr heneden hen heeft afgespeeld. Zoo komen we, telkens weer opgehouden door nieuwe schokken en aardschuivingen, op het punt, waar het pad steil afdaalt in het dwarsdal, waarin Modjotengah ver scholen ligt. Een tragische stoet komt ons nier tegemoet. Vluchtelingen uit de dorpen, die zich nu hegeven naar het veilige land aan de overzijde. Ze gaan gebogen onder de vracht van hef-armzalige beetje, dat zij •uit hun vernietigde huizen hébben gered. Langzaam, met wezenlooze blikken voor zich uit starend, strompelen zij verder. Vrouwen dragen manden met diagoeng. koperen kookpotten, zuigelingen. Kinderen sleepen dapper een bundel brandhout mee of een paar kippen, d-'e luid kakelend trachten zich uit de knelling der kleine armpjes te bevrijden. Een paar mannen dra.gpn gezamenlijk' pen heel oud. z;ek vrouwtje. Ze is geknoopt in een sarong, die opgehangen is aan een bamhoestaak. Zoo moet ze den langen, gevaarlijken weg af leggen. Wij bereiken Modjotengah. Het dorp is bijna geheel vernietigd Deels bedolven on der de, van drie bergflanken neerstorten de aardsohuivingon, dee's verpletterd door de vallende rotsblokken zijn de armoedige hutjes. Als de brokken van een reusachtig uit elkaar geworpen skelet steken de bam boebinten der half bedolven huisjes op uit de bloedroode aardmassa. De grond is hier nog voortdurend in werking. Telkens storten nieuwe massa's neer, gaan scheefstaande, verzakte bu:zen ten onder, niet bij machte langer den druk der opdringende aardhopen te weerstaan. Toch vinden wij hier nog menschen. Onder schamele afdakjes zitten zij daar te wach ten. klevende aan hun grond, nog niet be seffende. dat al wat zij hadden, onherroe- pe'ijk verloren is. Onder één der afdaken ligt een man. ijlend van de koorts. Zijn vrouw zit b;j hem en reikt hem zoo nu en dan wat water Zii beseft niet eens. dal het gevaar als een wild dier van alle zijden rondom haar loert, rustig zit zij daar en zorgt voor haar man. Een vrouw zwprft rond tusschen de ver nietigde woningen Luide, scherpe gillen stoot ze uit; zinneloos ijlt ze heen en weer. Schouderopha'end kijken de anderen even naar haar om; zij zijn te versuft om een antwoord op die vraag te kunnen geven. Is haar man. haar kind wellicht bedolven onder de roode aarde, waar zij nu omheen zwerft? 't Is mogelijk.... er liggen velen onder dat roode, zwijgende graf. Een der mannen vertelt ons, met zachte, onwezenlijke stem, van een kind, dat hij zag sterven. Tot het midden was 't knaapje in de aard massa's bedolven, en iedere poging, welke het deed om zich te bevrij den, deed het dieper wegzinken. Tot het langzamerhand geheel verdwenen was. Ook een man is op d;e manier omgekomen. Zij hebben hem gezien, tot de schouders be graven ;<n het drijfzand, luid gillend eerst, toen zwijgend, met krankzinnige oog en, die smeekten om hulp Ook hij verdween onder het roode zand. Velen ziin verdwenen, die zij niet konden helpeu. En nu wachten zij daar, om hun dooden op te graven en ter aa-rde te hestellen met de noodige s'ame- tans, welke rust zullen geven aan hun zielen. Wij bewegen deze laatste ongelukkigen om ook heen te gaan. Onderworpen staau ze op, garen hun schameto have bijeen. Dan gaan ook zij weg, in hun midden hangt de zieke in een sarong, terwijl de gillende vrouw mee wordt genomen dooT een paar mannen. Nu is dit dorp ook ver laten en kan het zijn geheele vernietiging tegemoet gaan. Een pad leidt naar Waniasa, een ander naar Wonokrorao, dat hoog op een steilen top lag, aan de overzijde van het ravijn. Daar klemmen de verpletterde huizen ztoh nog vast aan den bergwand, a-s zwaluw nesten tegen een huismuur. Ook dit dorp wordt ontruimd. Waniasa is onbereikbaar; het pad daar heen is vrijwel geheel vernietigd. Met heel veel moeite komen wij nog tot het ravjin, waar'n het gedeeltelijk is neergestort. Het dorpje is reeds geheel verlaten. De mposte bewoners zijn omgekomen, d-e anderen reeds heengegaan naar Kali Beher, waar wij straks hun eenvoudige, en daardoor te gruwelijker verhalen vernemen. Ook de andere dorpjes in dit ravon zijn op dezelfde wijze vernietigd en ontruimd. Een tiental, met misschien te zamen een paar duizend inwoners! Wij gaan terug naar Wonosobo Achter ons hooren wij nog het donderend neer storten van nieuwe schollen; een laatste heftige stoot is de afscheidsgroet, welke do •berggeest, ons nazendt. Telkens stuiptrekt en rilt de getetterde bergrug als een dier in stervensnood. Tn Wonosobo gejoel en geros van auto's. Bij tientallen zijn de dagjesmenschen hier neergestreken uit Semarang, uit Djokja en Magelang, om het interessante geval eens van nabij te bekijken. Zij gaan langs de vernietigde woningen, welke de trots en het geluk van oude, afgewerkte menschen waren, en schudden meewarig de hoofden. Op den passar, vlak tegenover hen, zitten rustig en stil de honderden vluchtelingen, nog den doodsschrik in de oogen. Stil en gelaten zitten ze daar, met hun kookpot ten, bun bundeltje djagoeng, hun bamboe stijlen van het vernielde dessahuisje, waar ze straks zuinig een nieuw hutje uit op zullen bouwen. Stil zitten zij daar en wachten op de be stuursambtenaren, die zich doodwerken om hen te helpen op hun beurt. Zij k'a- gen niet. Zij berusten in hun lot. feuilleton De Zegepraal van het Kruis. 48) Mirjam nam op zich er een voor haar te zoeken, opdat Helena in haar voornemen niet zou belemmerd worden; want zij h:eM zich verzekerd, dat dit haar geen moeite kosten zou, daar zij wist hoezeer de Staar Is bemind waren door allen die hen kenden. t. ^erd kare verwachting dan ook met bedrogen, want nauwelijks hoorde men wat zij verlangde of karren en paarden ^an allerlei soort werden volgaarne aan geboden door allen, die iets dergelijks be zaten. Mirjam kwam dus spoedig terug met al les wat tot veiligheid en gemak van hare vriendin noodig was. De heer Howard, tot wien zij zich hel "erst gewend had, gaf zijn paard en bood aan haar in eene kar, .d'ie hij op eene na- ho6Ve »ekïend had, weg te brengen. Mirjam zou haar gaarne op deze moeie- lijke reis vergezeld hebben, doch zij wist vooruit, dat haar vader haar dit niet izou toestaan, en zij wilde van zijne toegevend heid jjeen misbruik maken, door hem iets e viagen, dat bom moeite gekost zou heb ben haar te weigeren. Daar zij echter bespeurde dat eone vrou welijke reisgenoot niet ongevallig zijn zou, en den angst van Helena en h^re moeder veel zou verminderen, zocht zij eene ach tingswaardige vrouw op, om hare vriendin te vergezellen, op wier zorg en trouw zij zich allen verlaten konden; men wachtte ■nu slechts op haar om te vertrekken. In weinige oogenhlikken was alles ge reed, en Mirjam, een hartelijk afscheid van Helena nemende, smeekte haar niet ongerust te zijn; z:j verzekerde haar, dat het Edith, gedurende haar afzijn aan niets ontbreken zou. „En herinner u," voegde zij er met tranen in de oogen hij, ,.dat indien geld van eenigen dienst zijn kan, mijns vaders beurs en de mijne met blijdschap voor u geopend zullen worden, vooral wanneer dit het leven van een onzer medemenschen betreft." Helena kon haren dank slechts door een bl'k te kennen geven, waarin de dankbaar heid, die haar hart vervulde, welspreken der sprak dan duizend woorden. Zij drukte de edelmoedige Mirjam aan haar hart, en zonder nogmaals een blik op haar to dur ven vestigen, wierp zi.i zich naast den lieer Howard, die haar stilzwijgend doch snel buiten het gezicht van die wom'ng bracht, welke z:j s'echls eenige uren te voren zoo weinig gedacht had te zullen verlaten. Er werd gedurende deze treurige reis nauwelijks een woord gesproken, want hunne gedachten waren te treurig gestemd KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Aangenomen.: Naar Oostwoud W. R Diephuis te Garmerwoldo. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te "Westmaas P. Bolt cand, te Nunspeet en S. J. Popma, cand. te 's-Gravenhage Beroepen; Te Meeden, cand. P. Bolt te Nunspeet. Bevestiging. Intrede, Afscheifd D&. J. A, ten Bolckel Iluinink, van Nu- mansdorp, bevestigde Zondagmorgen mot e>en predicatie over Jcs. 53: 10 Ds. A. van Griethuyzen, gekomen van Oud- Vossemeer. bij. de Nod. Herv_ Gem. te Zuid-Beijerland. Des namiddags hield de bevestigde een intrede-rede naar aanleiding van Ps. 22: 26t waarna de gebruikelijke toespraken volgden Verscheidene ambtsbroeders waren aanwezig. Ds. P. E. Barbas, t Na oen kortstondige ziekte is te Haar lem in den ouderdom van 80 jaar overle den Ds P. E Barbae, predikant bij de Ned. Herv. Gem te Haarlem. Ds B. werd op 7 Oct 1844 te Besoyen geboren; in 18G0 word hij door het Prov. Kerkbestuur van Utrecht tot de evangelie bediening toegelaten en deed kort daarop ziji\ intrede als predikant te Otterloo. In 1S72 nam hij. een beroep naar Amerongen aan, waar hij zes jaar bleef. Toen vertrok Ds Barbas naar Delden waar hij tien ja ren stond In 1838 ging hij naar Doetin- chem; op 17 Nov. 1889 werd hij te Haar lem bevestigd. Op initiatief van Da Barbas is o.a op gericht het Haarlemsch Predikbeurten blad. waarvan hij vele jaren redacteur is geweest. In 1S84 vierde hij zijn zilveren jubileum. Sinds langen tijd was Ds Bar bas praeses van het classicaal bestuur van Haarlem. Hij nam ook het initiatief tot het evangelisatiewerk voor Noord-Holland. Behalve tot het kerkelijke leven voelde Ds. Barbas zich ook steeds aapgetrokken tot philamthropischen arbeid. Op zijn 70s ten verjaardag ontving hij het ridder kruis in de orde van Oranje Nassau. Ds. C. Bouthoorn. Ds. C. Bouthoorn; pred. der Ned Herv. Gem. te Dordrecht, de oudste predikant van haar achttal predikanten, herdacht Zondag in de Auguslijnerkcrk zijn 40-jarig ambtsjubileum met een predikatie over Hand. 22 28. Ds. S. Dwarshuis. Ds. S. Dwarshuis, predikant der Geref Kerk van Avereest, herdacht Zondag zijn 30-jarige ambtsvervulling Ds Dwarshuis werd 16 Dec. 1894 te Oklemarkt bevestigd en stond van 1898 tot 1912 te Staphorst on van 1912 tot 1917 te Boornberguni In laatstgenoemd jaar werd hij te Avereest bevestigd. Ds. N. Dfemer Zondagmorgen heeft Ds N. Diemer. Ge ref. predikant te Vijfhuizen, ter gelegen heid van zijn jubileum een pr Meivispre- dikatie gehouden over Ps 103: 2. Verkiezing van ambtsdragers. De heer Bos heeft .volgens „De Stan daard", bij den Kerke raad- der Ned. Herv.. Gem te 's-Gravenhage. de volgende motie ingediend ,,De Kerkeraad spreke uit. dat de be staande wijze van verkiezing van ambts dragers om principieele en om practische redenen te wenschen. overlaat en zoeke een oplossing door overleg met de kiesvereenigingen, die den Christus er kennen in den zin der belijdenis van onze Kerk". Inwendige Zending. In dienst van de vereeniging voor In wendige Zending in Noord-Holland is be noemd dr J. van Ostpvbosch, te Rotter dam. Dr v. Oaterh.osch. vroeger R.-K pries ter en aan het collegium German cum te Rome tot doctor in de wijsbegeerte be vorderd, is sedert 20 jaar lid der Ned. Herv. Kerk. Prof De Koning Knijff t Gisteren is te 's-Gravenhage op 58-jöri- gen fiijd overleden prof J. de Koning Knijff. buitengewoon hoogleeraar. aan de T II lo Delft, en oud-chef van het Mijn wezen in Ned.-Indië De teraardebesteirlig zal plaats hebben Donderdag a.s op Nieuw Eik en Duinen cm twaalf uur. dan dat zelfs overeenstemming A-an gevoe lens eenige troost zou hebben kunnen aan bieden. Slechts aan God a'deen konden zij hunne gemengde gewaarwordingen van hoop en vrees, die hunne harten vervulden, mecle- dee'en, en tot Hem verhieven zij hunne stille verzuchtingen en trachtten zich aan Zijnen wil te onderwerpen, hoedanig Hij de gebeurtenissen dan ook mocht doen uit- loopen. Zij bereikten Ravonsdale juist op het oogenhlik. dat de postwagen gereed stond om Ie vertrekken. Na zich verzekerd te hebben, dat Helena en haar gezellin in den wagen goed ge zeten waren, gaf de heer Howard haar zijn zegen, on volgde het r'jtaig, met zijne oogen, zoolang na, totdat het uit ziju ge zicht verdwenen was. Gaarne zou hij Helena vergezeld heb ben, doch hij durfde zijne gemeente niet verlaten, tenminste niet zonder dringender roden dan deze. H'ij wist dat de kapelaan der gevangenis, in welke Forrester zich bevoud, iemand was, d'c de zielen, welke aan zijnen zorg toevertrouwd waren, niet met de genademiddelen onbekend zou laten. Dit was eene reden te meer, waarom hij de plichten van zijnen eigen wijngaard niet verzuimen mocht. Hij keerde dus langzaam terug. Zijn Acoustiek In kerken. In een uit\'oerig artikel over kerk-acous- tiek maakt de (Amerikaansehe) ,,WachteT" de volgende behartenswaardigo opmerkin gen: ,,'fc Is ontegenzeggelijk waar, dat ook in dit opzicht ,.do kinderen dezer wereld voorzichtiger zijn dan de kinderen des lichts in hun geslacht." Want als men er gens een schouwburg opricht, dan wordt er zeer zorgvuldig op de eischen der acous tiek gelet Men'zoekt en wil vooraf beslist verzeke- rii^ dat van het tooneel af elk woord, op gewonen toon gesproken, overal door heel het gebouw gehoord zal kunnen worden. Men maakt, er studie van, specialisten word%n er voor geraadpleegd en heel de inrichting van het gebouw wordt naar den eisch van het- gemakkelijk spreken en hooren" geregeld. Maar bij den bouw onzer kerken wordt er nauwelijks acht op dien eisch geslagen En dat met te minder verschoonbaarheid, omdat men zoo vele waarschuwende voor beelden rondom zich heeft en er dus wel aanleiding bestaat, cm vooraf nauwkeurig onderzoek dienaangaande in te stellen. Nu zal het wel waar zijn. dat de wetten der acoustiek tot nog tce slechts 'onvolle dig werden nagespeurd en ontdekt; toch zijn er wel al vele bekend en genoeg zelfs om zich beter resultsl /i te verzekeren daA er veelal verkregen worden." Schrale huid Kloosterbalsem helpt direct De doodstraf.beschouwing van Prof Zevenbergen, Men weet, dat Prof. Zevenbergen in zijn pasA'erschenen „Leerboek" -geschreven heeft dat er volgens de H. Schrift wel een recht bot de doodstraf bestaat, maar niet de plicht. En dat over dezo beschouwing velen hun leedwezen betuigd hebben. Ook Prof Dr. H. H Kuyper scheef in de Heraut" tegenover de beschouwing van zijn ambtgenoot. Prof. Dr. H. Bouwman neemt in de „Bazuin" het artikel van Prof Kuyper over en besluit aldus: Maar uit een en ander blijkt: 1 Dat er tusschen de hoogleeraren der Vrije Universiteit geen eenstemmigheid is op gewichtige punten der leer. 2. Dat Prof. Ze\-enbergen niet instemt met wat tot nog toe onder de Gereformeer den voor vaststaande leer gold. Zulk een afwijking zcu geoorloofd kunnen geacht worden, indien hij dit met goede argumen ten aantoonde en zijn bezwaren ter be- voegder plaatse aanhangig maakte, opdat anderen daarover konden oordeelen Doch de hoogleerar neemt de moeite niet dit te doen 3. Altoos is op den voorgrond geplaatst, dat de Theologische faculteit het hart der Universiteit is. dat zij do richting aangeeft op het gebied der beginselen en daarom onmisbaar. Prof Kuyper herinnert ook thans aan deze. verhouding. Maar wat wordt er yap de eenheid e»n de samenwer king als hoogleeraren van and er facul teiten eigen weg volgen Deze door Prof Zevenbergen ingeslagen weg kan tot be denkelijke gevolgen aanleiding geven. Kuyper en de verwereldlijking. In ,.Op den Uitkijk" van 6 Dec. 1.1. schrijft Prof. Haitjema. dat Dr Kuyper. door zijn ontwikkeling \iu de leer dei ge meens gratie, tegen wil en dank ëen pro ces van acute verwereldlijking van heb Christendom mede in gang zette. Dit is een zware beschuldiging Ds Rullmann, van Utrecht, acht haar echter onwaar en in de ,.Utr. Kerkb.'" schrijft hij aldus: Zeker is het onloochenbaar, dat er ill sommige Calvinistische kringen een proces van acute verwereldlijking valt. waar te nemen. Maar we Aveigeren vooralsnog te geloo- ven, dat dit hot gevolg zou zijn A-an Kuy- pers gcmeene-gratie-leer. Integendeel, wo mpenen de kaart van het. land wel zóó goed te kennen, dat we durven verzekeren, dat do menschen, die bij Kuypers drie Dc-elen over de Gemeene Gratie zijn grootgebracht, zich over de verwereldlijking in onze kringen diep be droeven; maar dat het „sargneurale", ofte wel A'erwereldlijkte calvinisme gevonden wordt bij menschen, die nooit een oog in Ku.vpers ..Gemeeno Gratie" hebben besla- hart was vol, en zijn geest geheel vervuld met de gebeurtenissen, die plaats gehad hadden. was n'et hijzonder vroolijk ge stemd. Het leven kwam hem op dit oogen- blik in d'e donkerste kleuren voor, doc-h hij vestigde zijne blikken omhoog, en toen hij den blauwen en onibewolkten hemel aan schouwde, gevoelde hij levend:g de volle waarde der godvruchtige hoop, die ten allen tijd de ziel naar die gewesten kan opvoeren, waar de droefheid n'minor door dringen "kan. HOOFDSTUK VIII. Zoodra Helena te Liverpool Avas aange komen, zocht zij den heer Forrester op, welke zij Avist dat zich aldaar bevond: z:j Averd met die goedheid en gastvrijheid door hem ontvangen, die de eigenaardige karaktertrekken van z:jn welwillend hart waren. Toen hij vernam met welk oogmerk zij deze reis ondernomen had, schudde de oude mau het hoofd, doch over hare goed heid getroffen, hoopte hij, dat zij er in s'agcmocht den ongelukkigen gevangene uit -n staat van gevoelloosheid wakker te schudden, waarin hij sedert men hem zijn doodvonnis bekend gemaakt liad, ver vallen was. Het was evenwel te laat, om nog dezen avond er aan le denken hem te kunnen gen, en deze leer, die ze alleen bij name kennen, slechts misbruiken tot hun eigen verderf Net zooals de Antinomianen ten allen tijde gedaan hebben mot Paulus' leer van de genade Toch mogen we daarom niet zeggen dat de apostel Panlus, door zijn ontwikkeling van de leer der genade, tegen wil en dank zorgelooze en goddelooze menschen heeft gemaakt BINNENLAND DE WERKLOOZENKSSEN. Het onttrekken van gelden aan de kassen. De Minister van Arbeid heeft per circu laire de besturen der gesubs:d'eerde ver- eenigingen mgt wevkloozenkas er op gewe zen, dat, ondanks zijn verbod en zijn be dreiging, dat in zoo'n geval van de vereeni- gingen het recht op subsidie voor de werk- loozenkas onmiddellijk zou vervallen, ge constateerd is dat wederom gelden aan wprkloozenkassen z jn ontrokken door Aver- oenigingen om die te gebruiken voor an dere doeleinden, dan waartoe zij bestemd waren. Er-is. den Minis er aangetoond, dat hier bijzondere omstandigheden van invloed Avaren geweest en dus heeft de M'nistei he,sloten A-oor de bed-oelde vercen:ging de subsidie thans nog niet in le trekken, docb te vo1 staan met de tijdelijke onthouding van het genot van vergoeding voor admi nistratiekosten. Van heden af echter zal de Minister, zon der uitzondering, het recht op subs "die voor de Averkloozenkas intrekken van e'ke vereenicring welke de gelden anders dan voor uitkeering aan A\-erk'ooze leden be zigt. Syndicafisiische terreur. Sinds geruimen tijd was over terreur van bouwvakarbe:devs te Amsterdam wei nig meer gehoord Thans is er weer zoo tols gaande. Voor het kantoor van den hpei Van der Schaer. die betrokken is bij den bouw in plan-West. wordt sedert onge veer een week gepost. Dit kantoor 'igt aan het J. W. Brouwer- plein. Daar staan de posten voortdurend gereed en z:j begeleiden den heer Van der Schaer, waarhoen hij z'ch ook begeft. Zondag is hij zelfs op zijn kerkgang niet met rust gelaten. Ook de woning \-an den heer Van der Schaer geniet de eer A'an snee-ale beAvaking. De aanleiding tot dit terroristische ontre den is een .staVng, welke reeds van half November af duurt en welke ongeveer 100 man omvat. De arbeiders hadden het werk neergelegd, omdat de werkgever weigerde op hun cisch. een paar ontslagenen w*er in d:enst le nemen, in te gaan. In den loop van de maand zijn ender handelingen gevoerd om tot een op'^stog te komen, maar zonder resu'taab Nu de bouwvakarbeiders ter"or;sM6rhe nn/,dp'',n zijn gaan toepassen, gevoe't de werkeevet er minder dan ooit voor om toe te geven. De nood Én de Drentsche v.-nen Zooals reeds gemeld, heeft H. M. de Ko ningin met het oog op de in dezen winter in de Drentsche venen heerschende armoe de. een aanzton'ijke hoevee'he;d ktoed'ng- stukken en dekens aan het A'gemeen Gen. tvaal Conv'é voor steun aan do nood'iidmi- den in de veenstreken A-an Drente doen toekomen. De goederen zijn in Coevorden opgesla gen en zullen van daaruit worden verd-e'd Voornoemd convté beschikt nog over eenig geld. waarvoor goederen zullen wor den gekocht of waarop bons zullen worden afgegeven tor inwisseling b'j plaatoepike winkel'ers. Het bedrag is ech'er te gertng om op eenigsz'ns belangrijke schaal 'e steunen en daarom zal binnenkort door het 'comité we! een beroep op de a'geméeno liefdad:ghe'd moeten worden gedaan. Voorzitter A-an het comité is. de commis saris der Koningin in Drente, secretary inr. dr. Roodvoe's te Emmrtn. W:rk!ooshe:d. Vorige jaren werd de werkloosheid op de Veluwe bestreden door gemeentelijke werkverschaffing in den \rorm van heiden ontginning. De rg meent ©kassen kunnen dit niet ian- ger dragen. In vele genvenlen is het werk 'opgezet of wordt met 20 pet. der werk krachten voortgezet. Honderden trekken naar de heideontginning te Borculo waar, schoon tegen lage 'oonen. nog werk 'e vin den is. Van vele YeluwscHe dorpen rijdt een auto met werkmeisjes naar de kunstzijde fabriek le Ede, wal voor vele werkloozo gezinnen nog weer een uitkomst is. aange zien de meisjes aldaar van f 1218 loon per week kunnen verd enen bezoeken; Helena vertrok dus om zich ter rust te hegeven, opdat z'j des te beter in staat zou zijn, den vo'genden dag hare moeilijke plichten te vervullen. Het geraas en gewoel eener groote stad was iets zoo geheel trouws voor Helena, dat zij geen oogenhlik slapen kon; zij werd gedurig wakker gehouden door het geroep dor naehtAvachts, het geraas der rijtuigen en het geluid van stemmen, die haar :oder oogenhlik deden sidderen, en haar een ou- op hóudelij ken angst veroorzaakten. Zij trachtte echter hare vrees tc overwinnen, en haar gemoed tot bedaren te brengen, overtuigd zijnde dat zij hier zoowel omtol de bescherming van har~n hemelsehen Vader was als in haar vreedzaam dal. Hel speet haar evenwel niet. dat zij don d >g zag aanbreken, en zij stond vroeg op, ora 2icli tot den rustdag voor te bereiden, die aangebroken was. Na het ontbijt, waarvan echter wo'nig gebruikt was, verlangde Hc'ena zeer den ongelukkigen gevangene te bezoeken. De heer Forrester be'ocnftto haar te ver gezellen, ofschoon de tranen langs ziin eer waardig gelaat vloeiden, h;j de gedachte dat dezo moeilijke tank weldra niet m er noodig zou zijn; want, hij d:e het eer.sto voorwerp zijner genegenheid geweest was, zou weldra van deze Avereld weggenomen worden. (Wordt vervolg l.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5