Dagblad voor Leiden en Omstreken. IDSCHE 5de JAARGANG. - MAANDAG 15 DECEMBER 1924 No. 1389 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ABONNEMENTSPRIJS in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 V Rechtsche samenwerking. ïn de Maasbode voert de beer van [Wijnbergen, de voorzitter van de R. K. Staatspartij bet pleit voor bet behoud van jde rechtsche samenwerking. Met kracht en klem waarschuwt hij te-; igen een samengaan met de S. D. A. P. en piet aandrang vraagt hij allen die met hem van het wensehelijko van een rechtsch be- (wind overtuigd zijn, hun invloed, ieder op zijn terrein en op zijne wijze, te .willen aanwenden, opdat het Katholieke volk, rvoor eoover het -die mocht zijn kwijtge raakt, weder de overtuiging worde bijge bracht, dat het mogelijk maken der voort zetting van de tot dusverre door Christe lijke Kabinetten gevoerde politiek is van. het allerhoogste belang. Geschiedt zulks niet, zegt hij, dan gaat ide anti-coalitie-actie kalm voort; dan .wordt in verschillende kringen hetgeen men nu reeds meermalen kon waarnemen het samengaan met de socialisten be schouwd als iets, waar best over te praten valt; dan tracht men het Katholieke volk meer en meer met die idee vertrouwd te maken, en wij behoeven heusch niet aan te itoonen op welk gevaarlijk pad'men dan is geraakt. Do heer van Wijnbergen is niet bevreesd «dat het in de allernaaste toekomst tot sa menwerking tusschen de R. Katholieken en de S. D. A P. zal komen, maar hij acht ihe't niet uitgesloten dat de aanstaande ver kiezingscampagne, voor wat de Katholie ken betreft, zóó zou zijn gevoerd, zoodani ge mentaliteit zou hebben gekweekt, zulke •resultaten zou hebben opgeleverd, dat er we! zou zijn een rechtsche meerderheid, idoch men n:ettemin niet zou kunnen komen /tot de vorming van een rechtsch Kabinet, wijl de rechterzijde niet gezegd zou kun nen worden regeerkrachtig te zijn. En dan herinnert hij aan een uitspraak (van Minister Ruys de Beerenbrouck, een •uitspraak die ook in onze kringen overwe- iging verdient: „Wat, zoo vraag i'k, zal er geschieden, and ion op een gegeven oogenblik van een regeerkraclitige rechterzijde in ons land geen sprake meer is? Dan zullen wij, vrees dik, in onze Staatkundige geschiedenis een .tijdperk z-'en aanvangen van verval van ibet parlementaire stelsel, een tijdperk van zaken-Kabinetten, die weinig zaken kun- epen doen, een tijdperk* waarin naar bui- ftenlandsch model steeds luider do roep zal izijn om den sterken man, die, met terzijde- jschuiving van bet Parlement, de Regeering Sn zijn handen neemt. Ieder, die overtuigd is, tot welke onhei len dit zou voeren in ons land, waarvan de bevolking een sterken zin heeft voor indi- yidueele vrijl\e"-d en zich dus met een der gelijk fyranniek bestuur niet lang zou kun nen veTdragen, zal zich bewust moeton zijn van den plicht, die rust op allen, wier overeenstemma ng van beginselen het mo gelijk maakt, dat zij tot samenwerking op Staatkundig terrein kunnen komen. Waar dit kunnen blijkt te bestaan, Wordt het tot een redelijk moeten. Van het antwoord op de vraag, of wij jflezen duren plicht zullen verstaan, zal de Staatkundige toekomst van ons land afhan gen De ervaringen van het verleden mogen voor ieder van ons, ouderen en .jongeren, lessen voor de toekomst zijn." STADSNIEUWS. Een tachtigjarige. Een bekend stadgenoot de beer H. C. de Dong, Levendaal 147, hoopt mOTgen zijn facht;gsfen verjaardag te vieren. Vele jongeren kennen hem zoo niet, den nog alt;jd krassen grijsaard, maar de oude ren zullen zich des te beter herinneren welk een werkzaam aandeel vroeger de Ihoer de Jong had in het kerke!'ik leven en ook in het leven van „Patrimonium",'wel ke vereeniging steeds de liefde had van zijn hart. Een Leidenaar van geboorte is de jubi laris niet. Hij werd geboren te Waalwijk, waar bij reeds als knaap in de Ned. Herv. Kerk zijne diensten verrichtte, door de klok te luiden en 's avonds de kaarsen die bet kerkgebouw moesten verlichten, te ont-i steken. In 1864 werd zijn vader benoemd tot postbode te LeidenKatwijk. De jonge de Jong die te Waspik als timmerman- ischeepsbeschïöfer werkzaam was, ging met hem mee en werd, nadat hij eerst verschil lende patroons had gediend in 1873 werk zaam gesteld bij de firma Gehr. van Wijk, bij welke firma hij gedurende 45 jaren werkzaam was, tot 'bij in 1918 gepension- meerd werd. Voor het kerkelijk Teven had hij altijd veel belangstelling. In Noord-Brabant was hij opgegroeid in een moderne omgeving' en het was mede daardoor dat hij van het modernisme steeds een innigen afkeer had. Jarenlang was hij als wijkbroeder werk zaam in de wijk van wijlen Ds. de Wolf dn welke functie hij onvermoeid"1 in sloppen en stegen het evangelie der genade verkon digde. Van de destijds bestaande Christe lijke Maimenvereenigiiig die 'zich bezig hield met de bestudeermg van Gods Woord was hij een der meelevende leden. Na de doleantie werd hij reeds spoedig bij de Geref. Kerk tot ouderling gekozen en fungeerde hij tal van jaren aJl's voorlezer in de löenmalige Kerk G, en tevens als le scriba, ook nadat de vereeniging tot stand was gekomen. Ook het maatschappelijk leven bad zijne belangstelling. Hij was een der oprichters van „Patrimonium", welke vereeniging het vorig jaar haar veertig-jarig bestaan her dacht. Van de oprichters is met hem nog alleen de heer J. Burger in leven. Aanvan kelijk diende hij „Patrimonium" als se cretaris on later als bibliothecaris. Sinds Mei 1903 is hij als administrateur van het gebouw werkzaam in welke functie bij nog altijd onvermoeid de l>elangen der afdee- ling behartigt en vele jongeren1 tot een voorbeeld kan worden gesteld. De heer de Jong is nu tot den leeftijd der zeer eterken genaderd. De beste krach ten zijn verbruikt. Maar hoewel oud, is 'hij toch nog niet op. Hij geniet het grooto voorrecht dat bij nog in staat is het leven van zijn tijd mee te leven, dat zijn oog niet is verdonkerd en ■dat hij, als de weersgesteldheid een weinig gunstig is, nog niet aan huis is gebonden. Maar het grootste voorrecht is voor hem, de wetenschap dat als de aardsche taber nakel verbroken wordt, hij door Gods ge nade, een huis heeft niet met handen ge maakt, maar eeuwig in de hemelen. Wij twijfelen niet of het zal morgen voor den tachtig-jarige een drukke dag worden. Velen zullen behoefte hebben den ouden broeder de band te drukken of op andere wijze van hunne belangstelling blijk te geven. De verordening op het rijden. In overeenstemming met de meerder heid van de commissie voor de strafveror deningen stellen B. en W. voor afwijzend .te beschikken op het verzoek van den Bond -van Bedrijfsautohouders in Neder land en van den Nationa.len Bond van Meubeltransportondernemors «tot schrap ping van het tweede lid van art. 65 der verordening op het rijden, dat als volgt luidt: Handelen zonder inachtneming van of in strijd met de (krachtens het le lid door B. .en W.) gestelde voorwaarden wordt gelijkgesteld met handelen zonder vergunning of ontheffing en doet, onver minderd de daarop gestelde straf, de ver gunning of ontheffing zelve vervullen Vacantie gemeentepersoneel. De Gen Ir. Ned. Amhtenaarsbond en de Ned Bond van Werkl. in Overheidsdienst. hebben itot den Raad het verzoek gericht, om voor het personeel der Lichtfabrieken its laten bestaan de tot voor kort geldende bepaling, dat de Zaterdag slechts als een halve vacantiedag wordt gerekend. B. en W. staan tegenover dit verzoek afwijzend. Zij zien daarin een consequentie voor héél het gemeentepersoneel. Niet alleen, aldus B. en W., dat wij het allerminst den tijd vinden, om voor dit doel wederom van de gemeente een finan cieel offer te vragen, dat, het verlies aan arbeid buiten beschouwing gelaten, in 1921. óp f14000 a f15000 per jaar word geraamd, wij achten bovendien een va- cantio van 12 werkdagen, welke feitelijk neerkomt op een van twee weken, voor bet daarop recht hebbend personeel (werklie den en beambten) niet alleen op zich zelf alleszins voldoende, doch, gelet op den tegenwoordigen arbeidsduur en op de in andere gemeenten en in het particulier be drijf geldende vacantie-regelingen, zelfs zeer gunstig. De relletjes voor de Studentensociëteit. In de Raadsvergadering van 2 December heeft de heer Spendel volgend voorstel tot uitbreiding der Politic-verordening gedaan: „Ontruiming van een langs den openbaren weg gelegen terrein, kan door de Politie worden gelast, wanneer de gedragingen van de daar aanwezige personen hinderlijk zijn voor de goede orde of wel een uitda gend karakter dragen." In de toelichting schreef de heer S.f „Door dit voorstel, in den meest algemee nen zin genomen, wordt de mogelijkheid geschapen:' le Te voorkomen, dat voor de goede orde schadelijke en voor de burgerij hin derlijke relletjes kuunen ontaarden in vloek- klop- of vechtpartijen; 2e. Te voorkomen dat de openbare straat wordt een terrein, waar door provocatie hin der aan de burgerij en krachtig ingrijpen van de politie wordt uitgelokt; 3e. Weg te nemeu de meening bij de bur gerij. dat ten opzichte van bepaalde perso nen de verordeningen niet in gelijke mate worden toegepast." Dit voorstel is gesteld iV handen van de Commissie voor de Strafverordeningen. Deze commissie vciddaarfcf" Tegen opne ming van zulk eeu bepaling in de bedoel de verordening rijzen zoovele 'bezwaren, dat ons advies onmogelijk anders-dan ten eenenmale afwijzend kan zijn. De commissie voert eerst aan verschil lende bezwaren tegen de redactie van bet voorstel Daarna betoogt zij uitvoerig, dat het voorstel overbodig is, daar wat de voorsteller beoogt te verbieden, reeds ver boden is in verschillende bepalingen van het Wetboek van Strafrecht. Alles samenvattend oordeelt de commis sie dat de voorgestelde bepaling zoowel uit juridisch als uit practisch oogpunt onaan nemelijk is. B. en W. verklaren zich met de ziens wijze van de commissie voor de Strafver ordening volkomen te kunnen vereenigen. Zij ineenen echter naar aanleiding van de bij het voorstel gegeven toelichting nog met .een enkel woord op te moeten komen tegen het daarin gelegen verwijt aan de politie, dat zij bij de toepassing van de verordeningen partijdig te werk zoude gaan. Van een zoodanige partijdigheid van het politiecorps is ons Ooilege. aldus B en W., nimmer iets c-ebleken en het is ons dan ook niet duidelijk, op welken grond de heer Spendel vrijheid vindt, om namens „do burgerij" eeu dergelijk alge meen verwijt tot de politie te richten. Gereformeerd Minne of Arme Oude Mannen en Vrouwenhuis. In de vacature wijlen mevr. P. J. Ten Boschv. d. Tak wordt voor bestuurslid van bovengenoemde inrichting voorgedra gen: 1 mevr. G. EerdmansDo Holl; 2. mevr. N. van SoallHöbner. Nieuwe Egyptische zalen in hst Rijkst- mueum van oudheden. Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de direc tie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden eerstdaags (vermoedelijk reeds van daag) enkele nieuw ingerichte zalen der Egyptische afdeeling voor het publiek openstellen. Een dezer zalen is geheel aan den „Egyp- tisohen doodencidtus" gewijd daar zijn opgesteld een aantal mummiën uit de prachtige verzameling die, zooals bekend is, het Leidsch museum daarvan bezit; ver? der meerdere mummiekisten met hun rag fijne en harmooideuse beschildering, ook gemummificeerde dieren en ten slotte tal van voorwerpen zooals zij bij de Egvpti- ische doodenceremoniën gelarulkt werden. Aan de opstelling zelf is do grootste zorg •besteed en het moeilijke probleem, om niet bij het opstellen van mummiën in eento nigheid of erger in smakeloosheid te ver vallen is hier op gelukkige wijze opge lost. In een geheel van het daglicht afgeslo ten ruimte opzettelijk aldus gebouwd in den vorm van een veelhoek, met in het midden een octogonaal-vormigen bouw, vond men de noodige gelegenheid om in de vele aanwezige vakken apartenissen van verschillende grootte aan te brengen, waarin de mummiën of voorwerpen in het rustige licht van onzichtbare electrische lampen zijn tentoongesteld. Een tweede zaal is meer in het bijzonder aan het „Egyptische leven" gewijd. Hier zijn n.l. voorwerpen opgesteld die betrek king hebben op de wijze waarop de Egyp tenaar leefde, zijn woning bouwde, brood bereidde, op jacht ging, schepen bouwde enz.; hoe hij schilderde of schreef, hoe hij zijn goden vereerde. Met deze nieuwe zalen is de reorganisa tie van de Egyptische afdeeling die sinds de overbrenging der collecties uit het ge bouw aan de Broes (raat naar dat op het Rapenburg, was ter hand genomen, zoo goed als geheel voltooid. Zij vormen mot do reeds geopende zalen van Egyptisch beeldhouwwerk cn Egypti sche kunst een prachtig geheel dat onge twijfeld zich in de groote belangstelling van d€ bezoekers zal mogen verheugen. Leidsche Pluimvze-Vtrecniging. Het Bestuur van do Leidsche Pluimvee- VereeDiging mocht van zijne Koninklijke Hoogh eid Prins Hendrik der Nederlanden reeds een groote bronzen medaille ontvan gen, voor de in Febr. 1925 te houden Na tionale Pluimvee-tentoonstelling, alhier. Automobiel te Leiden in de 17de eeuw. In Schotel, de Academie te Leiden, bl. 275, wordt mededeeling gedaan van een bericht van den later als graaf von Grif- fenfold t bekenden Petrus Schumaeker, „dat h;j te Leiden een rijtuig had gezien, ■dat met een mechanisme van binnen werd voortbewogen: zónder paarden was de ma ker met 5 personen in korten tijd daar mede gereden van Leiden naar Utrecht en bad 100 Joachims daalders in een wedden schap daardoor gewonnen." Petrus Schu maeker vertoefde in Holland tusschen. 1655 en 1663. Is aan een der lezers iels naders over dit prototype van onze auto's bekend, vraagt ,^De Kampioen". Waarschijulijk was het oen dier halfvol dragen, uitvindingen, d:,e echter in dit geval aan den ontdekker" al- thans den prijs van zijn weddenschap op leverde. Ten huize van de wed. de la R., Waaxdgracht 96, is in den nacht van Za terdag op Zondag een schoorsteenbrandje moeten worden geblusclit. De aangerichte schade was gering. Bij de heden door den lieer comman dant van het 6e regiment vcld-artillerie gehouden aanbesteding van de levering ADVERTENTIE-PRIJS Gewone adverientiën per regel 221 cenL Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Klein8 adverientiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent van hooi voor de paarden van genoemd regiment over het tijdvak van 1 Febr. tot 30 April 1925 was ingeschreven als volgts firma Huysman en Lonkhuizen te Geer- fruidenberg g 0.68 3/10, fr. van Kekem ca Heusdens, Rotterdam f 0.67.75 en Gebrs. Blonk, Leiden f 0.60.8 per 10 K G. Naar „Het Volk" meldt, heeft de Leid sche Bestuurdersbond besloten overleg f* plegen met de afdeeling van de S. D. A. P, om een openbare scherpe actie tegen het Burgerlijk Armbestuur te gaan voeren. Ten nadeele van den heer G., is uit d« gang van zijn woning aan den Zoeterw. Singel een heerenrijwiel ontvreemd. De dief heeft zioh waarschijnlijk bediend van een looper. Met het oog op het aantal rijwieldiefstal- Jen, dat hier ter plaatse in de laatste dagen weer sterk toeneemt, schijnt het niet over bodig, om aan te dringen op een secuuf sluiten van op de straat uitkomende deu ren. -- Iu de woonkamer van den huize de J. werd gisteravond een sterke brandlucht waargenomen. Naarstiglijk werd gespeurd naar de her komst ervan, maar tevergeefs. De span ning steeg, met den angst vo'or den on- 'Zichtbaren vijand, totdatmen het ra dicaal besluit nam, de brandweer op le roepen, en toen deze in volle uitrusting ter plaatse kwam was juist de bron van onrust ontdekt, in den vorm van een „kachel haakje, waarvan het handvat te dicht hij de gloeiende kachel hing, en was verkoold. Enfin, als je maar 'n vlugge brandweer hebt. Do reken'ng komt la'er pas. BINNENLAND DE STAKING TE IJMUIOEN. Bemiddelingspogingen van Mr. S. de Vries Zaterdag zijn te IJmuiden een tiental t rei Iers binnen gekomen, waaronder de „Proef" van de Mij. „Noorderlicht", die te Grimsby marktte. De Enge'sche organisa tie toonde do bemanning een uit Nederland oötvangen telegram, waarop deze bes'oot naar IJmJuiden terug te keeren. De directie werd hiervan draadloos in kennis gesteld. Deze gaf order, de Hollan ders af te monsteren en Engeteche zeelie den aan boord te nemen. Dit ia niet gelukt? de bemanning van de „Proef" heeft zich bij do staking aangesloten. Zaterdag heeft de rijksbeniiddelaar. mr. S. do Vries Gzn., te 's-Gravenhage de bij het conflict in de IJmuidensche treilervis- scherij betrokken partijen gehoord Eerst de afgevaardigden der zeeliedenorganisa ties, daarna die der rceders. Zij allen kre gen ge^gemhe-'d hun standpunt ten aan zien van den huldigen loonstrijd en do staking uiteen te zetten. O.a. vroeg mr. de Vries den afgevaardig den der werknemers of de door de renders in de pers gegeven voorstelling van zaken, als zou reeds in Augustus 1.1. loonsverhoo- v ging hebben plaats gehad, juist was, waar op dè vertegenwoordigers van do Federatie van Transportarbeiders uiteenzette, dat de strijd toen slechts het teniet doen van een vroeger toegepaste loon,sverlaging en g"eu loonsvorhooging gold. Ook stelde de rijksbemiddelaar beiden partijen vragen ten aanzien van liet netto loon, dat cP seh"no1 uvon in de nraclAk verd ionen EEN VRIJE DAG OP 27 DECEMBER? Inhalen der arbeidsuren toegestaan. De. Minister van Arbeid heeft besloten, aan hoofden of bestuurders van onderne mingen in allo gemeenten in wier fabrie ken of werkplaatsen op Zaterdag 27 Dcc. geen arbeid wordt verricht, in afwijking van het bepaalde bij de arbkelen 23 c-n 21 FEUILLETON De Zegepraal van het Kruis. 46) „Ik weet wat gij zoggen wilt, en ik kan het nu dragen ik denk ten minste, dat ik bet kan Maar, ach, mijnheer Howardl snoet hij werkelijk sterven?" „God alleen kan den uitlag der gebeurte nissen voorzien," antwoordde de heer Ho ward, die ongaarne de boop, welke de on- geluikkige zelfs nu nog zoo duidelijk in haar hart koesterde op eens den bodem wi'de inslaan. „Maar gij wilt zeggen, dat hij veroor- dee'd is?" zeide Edith flauw. „Ik dank u scer voor uwe goedheid, mijnheer Ho ward; gij behoeft echter niet bevreesd te gijn, mij de gansche waarheid mede te Seelen." „Men heeft hem een uitstel toegestaan, ïuaar, hij heeft helaas! geen vergiffenis gekomen," zeide do heer Howard, ander maal op eene ontwijkende wijze antwoor dende; „hij heeft op aarde geen vergiffe nis bekomen, maar laat ons hopen dat hij, fcvenafö de boetvaardige moordenaar, ge- loovig op Hem zien zal, dien hij gesmaad heeft, eai dat hij uit den hemel vergiffenis zal komen." „Heeft hij uitstel verkregen!" riep Edith uit, terwijl zij eenigszins verlicht scheen, en het hoofd beschroomd ophief; „ach! dan zal hij misschien nog zoo lang leven, totdat hij den dood eens Christens kan sterven; indien hij slechts die genadige belofte, we'ke de stervende moordenaar van zijne zaligheid verzekerde, liooren wil, zoo zou ik mij over mijne eigene aardsche smarten weinig bekommeren, hoe lang zij ook nog duren mogen. Ik zou geduldig, on derworpen ja, bijna gelukkig zijn!" He'cna, door den nadruk waarmede deze woorden uitgesproken wei-den, verontrust, bacl hare zuster, zich bedaard te houden, ■maar dit scheen haar nog te meer op to wekken; doch einde'ijk de tranen harer zuster ziende, hernam zij op een kalmer toon: „Helena, mijn dierbare zuster! waarom bedroeft gij u zoozeer over iemand, die zoo wenig uwe liefde verdiend heeft! Want ik •heb allen die ik liefheb ongelukkig gemaakt en echter zijt gij allen zoo goed voor mij! Maar laat mij nu naar Eduard gaa*," voegde zij er bij, uit den armstoel,- waarin zij zat. opstaande, terwijl zij met een verwilderden blik orn zich heen zag. „Ik heb hem plechtig beloofd hem nog een maal to kernen bezoeken slechls nog óéii maal zeide ik, en ik moet mijne be lofte niet breken. Ja, ik zal nog eenmaal tot hem gaan, en ik zal hem zeggen hoo hij sterven moet. Geef mij. ccncn Bijbel, Hele na! Ach! mochten wij beiden dat boek lief hebben, en elkander den hemel weder zien, niet de vergiffenis van al onze zon den om nimmer, nimmer weder te zon digen! Door deze hevige worsteling van Tang bed won gene gewaarwordingen uitgeput, viel het ongelukkige meisje achterover in haren armstoel, en werd weldra zoowel voor al'o deelnenttng als voor alle smart ongevoelig. De heer Howard, ziende dat hij niet lan ger van nut kon zijn, verliet de bedroef den, terwijl hij haar verzekerde ze ernstig in den gebede voor God te zullen gedeu- ken, opdat zij dien bijstand mochten ont vangen. welken geen menschelijke macht geven kan. Mirjam zou gaarne gowen^clit hebben, den nacht bij Edith door to brengen; maar Mevrouw Stuart wilde haar clit niet ver- oor'oven. ,.Er lean niets gedaan worden." izcidc zij, ..Helena en Jessie zijn voldoende om dezen nacht bij haar te waken." De lieer Howard bood zioh aan, om Miss Dtirvan naar hare woning le geleiden, jvaarop beiden afscheid namen. Mirjam beloofde den andereu dag vroeg tijdig terug te zullen komen; d.it beloofde do heer Howard ook, zooclra hij mocht ver nemen, dat hij van eenigen dienst kon zijn. Het weder aanbreken van den dag deed Edith opnieuw het gevoel van- al haar lij den ontwaken; haar geest was nochtans kalmer en onderworpener, dan men wel van zu'k een onstuimig karakter had mo gen verwachten. Zij herhaalde nogmaals haar verlangen om naar Eduard te gaan; doch daar zij zelve gevoelde hoe zwak zij was, luisterde zij geduldig naar de liefde rijke smeekingen van Mirjam en hare zus ter, die heiden haar van di't voornemen trachtten af te brengen Het was opmerke lijk; dat het denkbeeld, dat Eduard. haar, geschreven kon hebben, nooit in hare ge dachten was opgekomen: men kon dus ge makkelijk de brieven voor haar verbergen, en men wachtte zich wel haar te zeggen, dat de dag waarop het vonnis voltrokken zou worden, reeds bepaald was; men wenschle dit voor haar verborgen te hou den totdat alles voorbij zou zijn. De lieer Howard en Mevrouw Sluarl haddon heiden Eduard in bewoordingen van Christelijk? bezorgdheid geschreven, on hem den toestand van Edith medege deeld, waardoor zij verhinderd werd hem lo komen bezoeken. Zij verzekerden hem van hunne volkomen e vergiffenis, en dron gen er liefderijk hij hem op aan, dat hij den tijd, die hem nog overbleef, besteden zou. nm zich met God te verzoenen. Yan dit alles wist Edith n:ets; zij verzocht mot zachtmoedigheid dal haar de zielstoestand van haren ongelukkigen vriend zou mede gedeeld worden. „Indien ik," zeide zij, „slechts van zijn berouw en zijne begeerte om zijne ziel aan God over te geven, verzekerd was; wist -k maar, dat hij vurig verlangde een nieuw leven te leiden, indien hem gratie geschon ken woTdt, of als een waar Christen le sterven, door in Hem te goloovcn, die hem behouden kan, zoo geloof ik, dat ik ge lukkig c.n dankbaar zou kunnen zijn. Maar, ach! Helena! wie anders dan hij zelf kan m'j dat alles zeggen? Neen, ik moet ik wil naar hem toegaan; want de zaligheid zijner zie' kan van deze samenkomst af hangen. Wie is er bij hem, om hem do blijde tijd'ng van het Evangelie bekend te maken? Wie anders dan ik zou zijn schuld dig, ontrust gemoed met geduld op de he^ melsche dingen trachten te vesLgen* Waarlijk ik gevoel mij veel lietcr." vo ede zij er glimlachende bij, om hen gemakke lijker te misleiden; ..morgen zal ik geheel hors'old zijn, cn morgen zal gaan!" Helena wist zeer wel het ijdole van zu k eene hoop, maar zij wilde haar net tegen spreken, daar zij vreesde het gemoed va ff* hare zusier weder le zeer gaande te maken. Allen zwegen voor een oogenblik, toen He lena eensklaps uitriep: ..Edith! wilf gij mij laten gaan! ik be loof u, dal ik alels wat gij verlangt getrouw vervullen zal, en ik u even zoo getrouw do wijze, waarop uwe boodschap ontvangen is. zal vertehen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1