Dagblad voor Leiden en Omstreken.
IDSCHE
5de JAARGANG. - MAANDAG 15 DECEMBER 1924 No. 1389
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
V Rechtsche samenwerking.
ïn de Maasbode voert de beer van
[Wijnbergen, de voorzitter van de R. K.
Staatspartij bet pleit voor bet behoud van
jde rechtsche samenwerking.
Met kracht en klem waarschuwt hij te-;
igen een samengaan met de S. D. A. P. en
piet aandrang vraagt hij allen die met hem
van het wensehelijko van een rechtsch be-
(wind overtuigd zijn, hun invloed, ieder op
zijn terrein en op zijne wijze, te .willen
aanwenden, opdat het Katholieke volk,
rvoor eoover het -die mocht zijn kwijtge
raakt, weder de overtuiging worde bijge
bracht, dat het mogelijk maken der voort
zetting van de tot dusverre door Christe
lijke Kabinetten gevoerde politiek is van.
het allerhoogste belang.
Geschiedt zulks niet, zegt hij, dan gaat
ide anti-coalitie-actie kalm voort; dan
.wordt in verschillende kringen hetgeen
men nu reeds meermalen kon waarnemen
het samengaan met de socialisten be
schouwd als iets, waar best over te praten
valt; dan tracht men het Katholieke volk
meer en meer met die idee vertrouwd te
maken, en wij behoeven heusch niet aan te
itoonen op welk gevaarlijk pad'men dan is
geraakt.
Do heer van Wijnbergen is niet bevreesd
«dat het in de allernaaste toekomst tot sa
menwerking tusschen de R. Katholieken en
de S. D. A P. zal komen, maar hij acht
ihe't niet uitgesloten dat de aanstaande ver
kiezingscampagne, voor wat de Katholie
ken betreft, zóó zou zijn gevoerd, zoodani
ge mentaliteit zou hebben gekweekt, zulke
•resultaten zou hebben opgeleverd, dat er
we! zou zijn een rechtsche meerderheid,
idoch men n:ettemin niet zou kunnen komen
/tot de vorming van een rechtsch Kabinet,
wijl de rechterzijde niet gezegd zou kun
nen worden regeerkrachtig te zijn.
En dan herinnert hij aan een uitspraak
(van Minister Ruys de Beerenbrouck, een
•uitspraak die ook in onze kringen overwe-
iging verdient:
„Wat, zoo vraag i'k, zal er geschieden,
and ion op een gegeven oogenblik van een
regeerkraclitige rechterzijde in ons land
geen sprake meer is? Dan zullen wij, vrees
dik, in onze Staatkundige geschiedenis een
.tijdperk z-'en aanvangen van verval van
ibet parlementaire stelsel, een tijdperk van
zaken-Kabinetten, die weinig zaken kun-
epen doen, een tijdperk* waarin naar bui-
ftenlandsch model steeds luider do roep zal
izijn om den sterken man, die, met terzijde-
jschuiving van bet Parlement, de Regeering
Sn zijn handen neemt.
Ieder, die overtuigd is, tot welke onhei
len dit zou voeren in ons land, waarvan de
bevolking een sterken zin heeft voor indi-
yidueele vrijl\e"-d en zich dus met een der
gelijk fyranniek bestuur niet lang zou kun
nen veTdragen, zal zich bewust moeton zijn
van den plicht, die rust op allen, wier
overeenstemma ng van beginselen het mo
gelijk maakt, dat zij tot samenwerking op
Staatkundig terrein kunnen komen.
Waar dit kunnen blijkt te bestaan,
Wordt het tot een redelijk moeten.
Van het antwoord op de vraag, of wij
jflezen duren plicht zullen verstaan, zal de
Staatkundige toekomst van ons land afhan
gen
De ervaringen van het verleden mogen
voor ieder van ons, ouderen en .jongeren,
lessen voor de toekomst zijn."
STADSNIEUWS.
Een tachtigjarige.
Een bekend stadgenoot de beer H. C. de
Dong, Levendaal 147, hoopt mOTgen zijn
facht;gsfen verjaardag te vieren.
Vele jongeren kennen hem zoo niet, den
nog alt;jd krassen grijsaard, maar de oude
ren zullen zich des te beter herinneren
welk een werkzaam aandeel vroeger de
Ihoer de Jong had in het kerke!'ik leven en
ook in het leven van „Patrimonium",'wel
ke vereeniging steeds de liefde had van
zijn hart.
Een Leidenaar van geboorte is de jubi
laris niet. Hij werd geboren te Waalwijk,
waar bij reeds als knaap in de Ned. Herv.
Kerk zijne diensten verrichtte, door de
klok te luiden en 's avonds de kaarsen die
bet kerkgebouw moesten verlichten, te ont-i
steken.
In 1864 werd zijn vader benoemd tot
postbode te LeidenKatwijk. De jonge de
Jong die te Waspik als timmerman-
ischeepsbeschïöfer werkzaam was, ging met
hem mee en werd, nadat hij eerst verschil
lende patroons had gediend in 1873 werk
zaam gesteld bij de firma Gehr. van Wijk,
bij welke firma hij gedurende 45 jaren
werkzaam was, tot 'bij in 1918 gepension-
meerd werd.
Voor het kerkelijk Teven had hij altijd
veel belangstelling. In Noord-Brabant was
hij opgegroeid in een moderne omgeving'
en het was mede daardoor dat hij van het
modernisme steeds een innigen afkeer had.
Jarenlang was hij als wijkbroeder werk
zaam in de wijk van wijlen Ds. de Wolf
dn welke functie hij onvermoeid"1 in sloppen
en stegen het evangelie der genade verkon
digde. Van de destijds bestaande Christe
lijke Maimenvereenigiiig die 'zich bezig
hield met de bestudeermg van Gods Woord
was hij een der meelevende leden.
Na de doleantie werd hij reeds spoedig
bij de Geref. Kerk tot ouderling gekozen en
fungeerde hij tal van jaren aJl's voorlezer
in de löenmalige Kerk G, en tevens als le
scriba, ook nadat de vereeniging tot stand
was gekomen.
Ook het maatschappelijk leven bad zijne
belangstelling. Hij was een der oprichters
van „Patrimonium", welke vereeniging het
vorig jaar haar veertig-jarig bestaan her
dacht. Van de oprichters is met hem nog
alleen de heer J. Burger in leven. Aanvan
kelijk diende hij „Patrimonium" als se
cretaris on later als bibliothecaris. Sinds
Mei 1903 is hij als administrateur van het
gebouw werkzaam in welke functie bij nog
altijd onvermoeid de l>elangen der afdee-
ling behartigt en vele jongeren1 tot een
voorbeeld kan worden gesteld.
De heer de Jong is nu tot den leeftijd
der zeer eterken genaderd. De beste krach
ten zijn verbruikt.
Maar hoewel oud, is 'hij toch nog niet op.
Hij geniet het grooto voorrecht dat bij nog
in staat is het leven van zijn tijd mee te
leven, dat zijn oog niet is verdonkerd en
■dat hij, als de weersgesteldheid een weinig
gunstig is, nog niet aan huis is gebonden.
Maar het grootste voorrecht is voor hem,
de wetenschap dat als de aardsche taber
nakel verbroken wordt, hij door Gods ge
nade, een huis heeft niet met handen ge
maakt, maar eeuwig in de hemelen.
Wij twijfelen niet of het zal morgen
voor den tachtig-jarige een drukke dag
worden. Velen zullen behoefte hebben den
ouden broeder de band te drukken of op
andere wijze van hunne belangstelling
blijk te geven.
De verordening op het rijden.
In overeenstemming met de meerder
heid van de commissie voor de strafveror
deningen stellen B. en W. voor afwijzend
.te beschikken op het verzoek van den
Bond -van Bedrijfsautohouders in Neder
land en van den Nationa.len Bond van
Meubeltransportondernemors «tot schrap
ping van het tweede lid van art. 65 der
verordening op het rijden, dat als volgt
luidt: Handelen zonder inachtneming van
of in strijd met de (krachtens het le lid
door B. .en W.) gestelde voorwaarden
wordt gelijkgesteld met handelen zonder
vergunning of ontheffing en doet, onver
minderd de daarop gestelde straf, de ver
gunning of ontheffing zelve vervullen
Vacantie gemeentepersoneel.
De Gen Ir. Ned. Amhtenaarsbond en de
Ned Bond van Werkl. in Overheidsdienst.
hebben itot den Raad het verzoek gericht,
om voor het personeel der Lichtfabrieken
its laten bestaan de tot voor kort geldende
bepaling, dat de Zaterdag slechts als een
halve vacantiedag wordt gerekend.
B. en W. staan tegenover dit verzoek
afwijzend.
Zij zien daarin een consequentie voor
héél het gemeentepersoneel.
Niet alleen, aldus B. en W., dat wij het
allerminst den tijd vinden, om voor dit
doel wederom van de gemeente een finan
cieel offer te vragen, dat, het verlies aan
arbeid buiten beschouwing gelaten, in
1921. óp f14000 a f15000 per jaar word
geraamd, wij achten bovendien een va-
cantio van 12 werkdagen, welke feitelijk
neerkomt op een van twee weken, voor bet
daarop recht hebbend personeel (werklie
den en beambten) niet alleen op zich zelf
alleszins voldoende, doch, gelet op den
tegenwoordigen arbeidsduur en op de in
andere gemeenten en in het particulier be
drijf geldende vacantie-regelingen, zelfs
zeer gunstig.
De relletjes voor de Studentensociëteit.
In de Raadsvergadering van 2 December
heeft de heer Spendel volgend voorstel tot
uitbreiding der Politic-verordening gedaan:
„Ontruiming van een langs den openbaren
weg gelegen terrein, kan door de Politie
worden gelast, wanneer de gedragingen
van de daar aanwezige personen hinderlijk
zijn voor de goede orde of wel een uitda
gend karakter dragen."
In de toelichting schreef de heer S.f
„Door dit voorstel, in den meest algemee
nen zin genomen, wordt de mogelijkheid
geschapen:'
le Te voorkomen, dat voor de goede
orde schadelijke en voor de burgerij hin
derlijke relletjes kuunen ontaarden in vloek-
klop- of vechtpartijen;
2e. Te voorkomen dat de openbare straat
wordt een terrein, waar door provocatie hin
der aan de burgerij en krachtig ingrijpen
van de politie wordt uitgelokt;
3e. Weg te nemeu de meening bij de bur
gerij. dat ten opzichte van bepaalde perso
nen de verordeningen niet in gelijke mate
worden toegepast."
Dit voorstel is gesteld iV handen van de
Commissie voor de Strafverordeningen.
Deze commissie vciddaarfcf" Tegen opne
ming van zulk eeu bepaling in de bedoel
de verordening rijzen zoovele 'bezwaren,
dat ons advies onmogelijk anders-dan ten
eenenmale afwijzend kan zijn.
De commissie voert eerst aan verschil
lende bezwaren tegen de redactie van bet
voorstel Daarna betoogt zij uitvoerig, dat
het voorstel overbodig is, daar wat de
voorsteller beoogt te verbieden, reeds ver
boden is in verschillende bepalingen van
het Wetboek van Strafrecht.
Alles samenvattend oordeelt de commis
sie dat de voorgestelde bepaling zoowel uit
juridisch als uit practisch oogpunt onaan
nemelijk is.
B. en W. verklaren zich met de ziens
wijze van de commissie voor de Strafver
ordening volkomen te kunnen vereenigen.
Zij ineenen echter naar aanleiding van de
bij het voorstel gegeven toelichting nog
met .een enkel woord op te moeten komen
tegen het daarin gelegen verwijt aan de
politie, dat zij bij de toepassing van de
verordeningen partijdig te werk zoude
gaan. Van een zoodanige partijdigheid
van het politiecorps is ons Ooilege. aldus
B en W., nimmer iets c-ebleken en het is
ons dan ook niet duidelijk, op welken
grond de heer Spendel vrijheid vindt, om
namens „do burgerij" eeu dergelijk alge
meen verwijt tot de politie te richten.
Gereformeerd Minne of Arme Oude
Mannen en Vrouwenhuis.
In de vacature wijlen mevr. P. J. Ten
Boschv. d. Tak wordt voor bestuurslid
van bovengenoemde inrichting voorgedra
gen: 1 mevr. G. EerdmansDo Holl; 2.
mevr. N. van SoallHöbner.
Nieuwe Egyptische zalen in hst Rijkst-
mueum van oudheden.
Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de direc
tie van het Rijksmuseum van Oudheden te
Leiden eerstdaags (vermoedelijk reeds van
daag) enkele nieuw ingerichte zalen der
Egyptische afdeeling voor het publiek
openstellen.
Een dezer zalen is geheel aan den „Egyp-
tisohen doodencidtus" gewijd daar zijn
opgesteld een aantal mummiën uit de
prachtige verzameling die, zooals bekend
is, het Leidsch museum daarvan bezit; ver?
der meerdere mummiekisten met hun rag
fijne en harmooideuse beschildering, ook
gemummificeerde dieren en ten slotte tal
van voorwerpen zooals zij bij de Egvpti-
ische doodenceremoniën gelarulkt werden.
Aan de opstelling zelf is do grootste zorg
•besteed en het moeilijke probleem, om niet
bij het opstellen van mummiën in eento
nigheid of erger in smakeloosheid te ver
vallen is hier op gelukkige wijze opge
lost.
In een geheel van het daglicht afgeslo
ten ruimte opzettelijk aldus gebouwd in
den vorm van een veelhoek, met in het
midden een octogonaal-vormigen bouw,
vond men de noodige gelegenheid om in
de vele aanwezige vakken apartenissen
van verschillende grootte aan te brengen,
waarin de mummiën of voorwerpen in het
rustige licht van onzichtbare electrische
lampen zijn tentoongesteld.
Een tweede zaal is meer in het bijzonder
aan het „Egyptische leven" gewijd. Hier
zijn n.l. voorwerpen opgesteld die betrek
king hebben op de wijze waarop de Egyp
tenaar leefde, zijn woning bouwde, brood
bereidde, op jacht ging, schepen bouwde
enz.; hoe hij schilderde of schreef, hoe hij
zijn goden vereerde.
Met deze nieuwe zalen is de reorganisa
tie van de Egyptische afdeeling die sinds
de overbrenging der collecties uit het ge
bouw aan de Broes (raat naar dat op het
Rapenburg, was ter hand genomen, zoo
goed als geheel voltooid.
Zij vormen mot do reeds geopende zalen
van Egyptisch beeldhouwwerk cn Egypti
sche kunst een prachtig geheel dat onge
twijfeld zich in de groote belangstelling
van d€ bezoekers zal mogen verheugen.
Leidsche Pluimvze-Vtrecniging.
Het Bestuur van do Leidsche Pluimvee-
VereeDiging mocht van zijne Koninklijke
Hoogh eid Prins Hendrik der Nederlanden
reeds een groote bronzen medaille ontvan
gen, voor de in Febr. 1925 te houden Na
tionale Pluimvee-tentoonstelling, alhier.
Automobiel te Leiden in de 17de eeuw.
In Schotel, de Academie te Leiden, bl.
275, wordt mededeeling gedaan van een
bericht van den later als graaf von Grif-
fenfold t bekenden Petrus Schumaeker,
„dat h;j te Leiden een rijtuig had gezien,
■dat met een mechanisme van binnen werd
voortbewogen: zónder paarden was de ma
ker met 5 personen in korten tijd daar
mede gereden van Leiden naar Utrecht en
bad 100 Joachims daalders in een wedden
schap daardoor gewonnen." Petrus Schu
maeker vertoefde in Holland tusschen. 1655
en 1663.
Is aan een der lezers iels naders over dit
prototype van onze auto's bekend, vraagt
,^De Kampioen". Waarschijulijk was het
oen dier halfvol dragen, uitvindingen, d:,e
echter in dit geval aan den ontdekker" al-
thans den prijs van zijn weddenschap op
leverde.
Ten huize van de wed. de la R.,
Waaxdgracht 96, is in den nacht van Za
terdag op Zondag een schoorsteenbrandje
moeten worden geblusclit. De aangerichte
schade was gering.
Bij de heden door den lieer comman
dant van het 6e regiment vcld-artillerie
gehouden aanbesteding van de levering
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adverientiën per regel 221 cenL
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Klein8 adverientiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent
van hooi voor de paarden van genoemd
regiment over het tijdvak van 1 Febr. tot
30 April 1925 was ingeschreven als volgts
firma Huysman en Lonkhuizen te Geer-
fruidenberg g 0.68 3/10, fr. van Kekem ca
Heusdens, Rotterdam f 0.67.75 en Gebrs.
Blonk, Leiden f 0.60.8 per 10 K G.
Naar „Het Volk" meldt, heeft de Leid
sche Bestuurdersbond besloten overleg f*
plegen met de afdeeling van de S. D. A. P,
om een openbare scherpe actie tegen het
Burgerlijk Armbestuur te gaan voeren.
Ten nadeele van den heer G., is uit d«
gang van zijn woning aan den Zoeterw.
Singel een heerenrijwiel ontvreemd.
De dief heeft zioh waarschijnlijk bediend
van een looper.
Met het oog op het aantal rijwieldiefstal-
Jen, dat hier ter plaatse in de laatste dagen
weer sterk toeneemt, schijnt het niet over
bodig, om aan te dringen op een secuuf
sluiten van op de straat uitkomende deu
ren.
-- Iu de woonkamer van den huize de
J. werd gisteravond een sterke brandlucht
waargenomen.
Naarstiglijk werd gespeurd naar de her
komst ervan, maar tevergeefs. De span
ning steeg, met den angst vo'or den on-
'Zichtbaren vijand, totdatmen het ra
dicaal besluit nam, de brandweer op le
roepen, en toen deze in volle uitrusting ter
plaatse kwam was juist de bron van onrust
ontdekt, in den vorm van een „kachel
haakje, waarvan het handvat te dicht hij
de gloeiende kachel hing, en was verkoold.
Enfin, als je maar 'n vlugge brandweer
hebt. Do reken'ng komt la'er pas.
BINNENLAND
DE STAKING TE IJMUIOEN.
Bemiddelingspogingen van Mr. S. de Vries
Zaterdag zijn te IJmuiden een tiental
t rei Iers binnen gekomen, waaronder de
„Proef" van de Mij. „Noorderlicht", die te
Grimsby marktte. De Enge'sche organisa
tie toonde do bemanning een uit Nederland
oötvangen telegram, waarop deze bes'oot
naar IJmJuiden terug te keeren.
De directie werd hiervan draadloos in
kennis gesteld. Deze gaf order, de Hollan
ders af te monsteren en Engeteche zeelie
den aan boord te nemen. Dit ia niet gelukt?
de bemanning van de „Proef" heeft zich
bij do staking aangesloten.
Zaterdag heeft de rijksbeniiddelaar. mr.
S. do Vries Gzn., te 's-Gravenhage de bij
het conflict in de IJmuidensche treilervis-
scherij betrokken partijen gehoord Eerst
de afgevaardigden der zeeliedenorganisa
ties, daarna die der rceders. Zij allen kre
gen ge^gemhe-'d hun standpunt ten aan
zien van den huldigen loonstrijd en do
staking uiteen te zetten.
O.a. vroeg mr. de Vries den afgevaardig
den der werknemers of de door de renders
in de pers gegeven voorstelling van zaken,
als zou reeds in Augustus 1.1. loonsverhoo- v
ging hebben plaats gehad, juist was, waar
op dè vertegenwoordigers van do Federatie
van Transportarbeiders uiteenzette, dat de
strijd toen slechts het teniet doen van een
vroeger toegepaste loon,sverlaging en g"eu
loonsvorhooging gold.
Ook stelde de rijksbemiddelaar beiden
partijen vragen ten aanzien van liet netto
loon, dat cP seh"no1 uvon in de nraclAk
verd ionen
EEN VRIJE DAG OP 27 DECEMBER?
Inhalen der arbeidsuren toegestaan.
De. Minister van Arbeid heeft besloten,
aan hoofden of bestuurders van onderne
mingen in allo gemeenten in wier fabrie
ken of werkplaatsen op Zaterdag 27 Dcc.
geen arbeid wordt verricht, in afwijking
van het bepaalde bij de arbkelen 23 c-n 21
FEUILLETON
De Zegepraal van het Kruis.
46)
„Ik weet wat gij zoggen wilt, en ik kan
het nu dragen ik denk ten minste, dat
ik bet kan Maar, ach, mijnheer Howardl
snoet hij werkelijk sterven?"
„God alleen kan den uitlag der gebeurte
nissen voorzien," antwoordde de heer Ho
ward, die ongaarne de boop, welke de on-
geluikkige zelfs nu nog zoo duidelijk in
haar hart koesterde op eens den bodem
wi'de inslaan.
„Maar gij wilt zeggen, dat hij veroor-
dee'd is?" zeide Edith flauw. „Ik dank u
scer voor uwe goedheid, mijnheer Ho
ward; gij behoeft echter niet bevreesd te
gijn, mij de gansche waarheid mede te
Seelen."
„Men heeft hem een uitstel toegestaan,
ïuaar, hij heeft helaas! geen vergiffenis
gekomen," zeide do heer Howard, ander
maal op eene ontwijkende wijze antwoor
dende; „hij heeft op aarde geen vergiffe
nis bekomen, maar laat ons hopen dat hij,
fcvenafö de boetvaardige moordenaar, ge-
loovig op Hem zien zal, dien hij gesmaad
heeft, eai dat hij uit den hemel vergiffenis
zal komen."
„Heeft hij uitstel verkregen!" riep Edith
uit, terwijl zij eenigszins verlicht scheen,
en het hoofd beschroomd ophief; „ach!
dan zal hij misschien nog zoo lang leven,
totdat hij den dood eens Christens kan
sterven; indien hij slechts die genadige
belofte, we'ke de stervende moordenaar
van zijne zaligheid verzekerde, liooren wil,
zoo zou ik mij over mijne eigene aardsche
smarten weinig bekommeren, hoe lang zij
ook nog duren mogen. Ik zou geduldig, on
derworpen ja, bijna gelukkig zijn!"
He'cna, door den nadruk waarmede deze
woorden uitgesproken wei-den, verontrust,
bacl hare zuster, zich bedaard te houden,
■maar dit scheen haar nog te meer op to
wekken; doch einde'ijk de tranen harer
zuster ziende, hernam zij op een kalmer
toon:
„Helena, mijn dierbare zuster! waarom
bedroeft gij u zoozeer over iemand, die zoo
wenig uwe liefde verdiend heeft! Want ik
•heb allen die ik liefheb ongelukkig gemaakt
en echter zijt gij allen zoo goed voor
mij! Maar laat mij nu naar Eduard
gaa*," voegde zij er bij, uit den armstoel,-
waarin zij zat. opstaande, terwijl zij met
een verwilderden blik orn zich heen zag.
„Ik heb hem plechtig beloofd hem nog een
maal to kernen bezoeken slechls nog
óéii maal zeide ik, en ik moet mijne be
lofte niet breken. Ja, ik zal nog eenmaal
tot hem gaan, en ik zal hem zeggen hoo hij
sterven moet. Geef mij. ccncn Bijbel, Hele
na! Ach! mochten wij beiden dat boek lief
hebben, en elkander den hemel weder
zien, niet de vergiffenis van al onze zon
den om nimmer, nimmer weder te zon
digen!
Door deze hevige worsteling van Tang
bed won gene gewaarwordingen uitgeput,
viel het ongelukkige meisje achterover in
haren armstoel, en werd weldra zoowel
voor al'o deelnenttng als voor alle smart
ongevoelig.
De heer Howard, ziende dat hij niet lan
ger van nut kon zijn, verliet de bedroef
den, terwijl hij haar verzekerde ze ernstig
in den gebede voor God te zullen gedeu-
ken, opdat zij dien bijstand mochten ont
vangen. welken geen menschelijke macht
geven kan.
Mirjam zou gaarne gowen^clit hebben,
den nacht bij Edith door to brengen; maar
Mevrouw Stuart wilde haar clit niet ver-
oor'oven. ,.Er lean niets gedaan worden."
izcidc zij, ..Helena en Jessie zijn voldoende
om dezen nacht bij haar te waken."
De lieer Howard bood zioh aan, om Miss
Dtirvan naar hare woning le geleiden,
jvaarop beiden afscheid namen.
Mirjam beloofde den andereu dag vroeg
tijdig terug te zullen komen; d.it beloofde
do heer Howard ook, zooclra hij mocht ver
nemen, dat hij van eenigen dienst kon zijn.
Het weder aanbreken van den dag deed
Edith opnieuw het gevoel van- al haar lij
den ontwaken; haar geest was nochtans
kalmer en onderworpener, dan men wel
van zu'k een onstuimig karakter had mo
gen verwachten. Zij herhaalde nogmaals
haar verlangen om naar Eduard te gaan;
doch daar zij zelve gevoelde hoe zwak zij
was, luisterde zij geduldig naar de liefde
rijke smeekingen van Mirjam en hare zus
ter, die heiden haar van di't voornemen
trachtten af te brengen Het was opmerke
lijk; dat het denkbeeld, dat Eduard. haar,
geschreven kon hebben, nooit in hare ge
dachten was opgekomen: men kon dus ge
makkelijk de brieven voor haar verbergen,
en men wachtte zich wel haar te zeggen,
dat de dag waarop het vonnis voltrokken
zou worden, reeds bepaald was; men
wenschle dit voor haar verborgen te hou
den totdat alles voorbij zou zijn.
De lieer Howard en Mevrouw Sluarl
haddon heiden Eduard in bewoordingen
van Christelijk? bezorgdheid geschreven,
on hem den toestand van Edith medege
deeld, waardoor zij verhinderd werd hem
lo komen bezoeken. Zij verzekerden hem
van hunne volkomen e vergiffenis, en dron
gen er liefderijk hij hem op aan, dat hij
den tijd, die hem nog overbleef, besteden
zou. nm zich met God te verzoenen. Yan
dit alles wist Edith n:ets; zij verzocht mot
zachtmoedigheid dal haar de zielstoestand
van haren ongelukkigen vriend zou mede
gedeeld worden.
„Indien ik," zeide zij, „slechts van zijn
berouw en zijne begeerte om zijne ziel aan
God over te geven, verzekerd was; wist -k
maar, dat hij vurig verlangde een nieuw
leven te leiden, indien hem gratie geschon
ken woTdt, of als een waar Christen le
sterven, door in Hem te goloovcn, die hem
behouden kan, zoo geloof ik, dat ik ge
lukkig c.n dankbaar zou kunnen zijn. Maar,
ach! Helena! wie anders dan hij zelf kan
m'j dat alles zeggen? Neen, ik moet ik
wil naar hem toegaan; want de zaligheid
zijner zie' kan van deze samenkomst af
hangen. Wie is er bij hem, om hem do
blijde tijd'ng van het Evangelie bekend te
maken? Wie anders dan ik zou zijn schuld
dig, ontrust gemoed met geduld op de he^
melsche dingen trachten te vesLgen*
Waarlijk ik gevoel mij veel lietcr." vo ede
zij er glimlachende bij, om hen gemakke
lijker te misleiden; ..morgen zal ik geheel
hors'old zijn, cn morgen zal gaan!"
Helena wist zeer wel het ijdole van zu k
eene hoop, maar zij wilde haar net tegen
spreken, daar zij vreesde het gemoed va ff*
hare zusier weder le zeer gaande te maken.
Allen zwegen voor een oogenblik, toen He
lena eensklaps uitriep:
..Edith! wilf gij mij laten gaan! ik be
loof u, dal ik alels wat gij verlangt getrouw
vervullen zal, en ik u even zoo getrouw do
wijze, waarop uwe boodschap ontvangen
is. zal vertehen."
(Wordt vervolgd).