pothÉÉM
iTweede Blad
Hij ziet het kruis éér iemand van een
kruis heeft gerept.
En dat niet enkel, doordat Hij uit de
Schriften Zijn Messiasprogram zuiver
heeft gelezen.
Eu óok niet enkel door innerlijke be
kendmaking van de zijde Zijns Vaders.
Maar ook h'erdoor, -wijl Hij de 'gedach
ten der menschen doorziet. Hij ziet ze kie
men, groeien, rijpen.
Totdat Judas zich aanmeldt om Hem te
verraden.
Totdat de bende met zwaarden en stok
ken uitgaat in den nacht.
Totdat het komt, wat Hij lang tevoren
zag komen in hunne gedachten.
Daarin is Zijn leven onder ons één offer
geweest. Eén lijden. Eén kruis.
Het is, als wanneer wij moesten leven,
dag aan dag in een van benauwende dam
pen verzadigde atmosfeer, die ons den
adem bijkans zou benemen en de keel zou
toenijpen.
Beschuldigingen, fijn uitgedacht, leu
gens, heimelijk overlegd, strikken in stilte
gespannen, Jezus is er van omringd ge
weest.
En Hij heeft het lijdend en duldend,
alles gedragenl
Hij had deze wereld van zich kunnen
slipeeren in heiligen afschuw.
Eén bede, één stille verlangenszucht en
méér dan twaalf legioenen engelen zou
den Hem zijn tegemoetgesneld om Hem uit
deze vergiftigde ge dachten sfeer uit te lich
ten en Hem in heroïsche heerlijkheid
eeuwig als hun Koning te huld;gen.
Maar Hij wilde hu .me vedaehten zien!
Hij geeft, er zich aan over!
Hij maakt het ten volte door!
Hij wil de verwerning. Hij wil het kruis,
Hii wi' d°n vloek. Hij wil de hel.
Om on'je aannemmg tot kinderen, om
onze verheerlijking, om onzen zegen, om
onzen hemel.
Nu valten wij Hem niet tegen.
Onze slechtste gedachten verrassen Hem
nie';.
H:j weet wat van Zijn maaksel zij te
wachten.
Maar wel staat Hij voor ons. blikt ons in
de zie', waar alle dingen voor Hem naakt
en geopend zijn.
En Hij vraaet ons nég, wat Hij toen
vrceg: „Waarom?"
En wee onzer, wanneer dat: „waarom?"
O' s niet ver'eedert, gelijk het de Schr'ft-
geleerden niet verfeederd heeft. Dan zijn
we op weg den Zoon van God wederom
te kruisigen en openlijk te schande te ma
ken.
Onze gedachten! TToe schamen we ons,
dat Hü ze ziet. Indien we ze maar voor
Hem bewust 'eeren openleggen: „Heere.
doorzie m:i!" Indien 'we maar kennen bet
cfcbed: ..Heere, doorgrond mn en kpn miïn
haTt beuroef mij en keu mijne gedachten
on zie of bj mij een schadelijke weg zij en
leid mij op de.n eeuwigen weg."
Dan vernieuwt Z'in Geest onze gedach
ten. onze innenMike ove^evpneende in-
ti°msfe roerselen van.ons hart. En door
de tranen van onze zelfaanklacht heen,
ciimlaehf. onze zie] Hem tegemoet: „Heere
Gij weof alle dingen, Gij weet, dat ik U
liefheb!"
MA DEZEN VERSTAAN.
0 God, wij zien wel, maar begrijpen niet,
En vraag op vraag rijst in 't ontroerd
gemoed,
Waar vreugd en smart zoo nauw Gij saam
verbondt,
Waar 't baast te hard schijnt, wat Uw
almacht doet.
En ach, die vragen keeren telkens weer!
Wij buigen wel, maar willen weten toch
In onzen laatsten stond, hoe spa die koom,
Zien wij het leven als een raadsel nog.
En van dat leven 't sombere eind de dood!
O, waarom gaaft Gij liefde ons in het hart.
Als 't lieven en het lijden samen gaan,
Wat meest ons waard is, oorzaak wordt
van smart?
Maar als een troostwoord klinkt het
mild en zacht:
Noem, ziende op Mij, den laatsten d'eersten
stond,
Nu weet gij niet, maar dan zult gij
verstaan,
En wetend, danken voor wat Ik u zond.
KERK EN SOIOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal Te Meppel: Dr. A. H. Edel-
koort te DedemsvaartK Hr Miskotte te
Kortgsne; en P. Warner» te Nederhorst
den Berg.
Beroepen. Te Meppel: K. H Miskot
te te Kortgene; te Purmerend (toez.): J.
D. v. d Veen te Enkhuizen; te Rhenen:
J. Vermeulen te Noordwijk aan Zee.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Loenen aan de Vecht:
W. J. Baan, cand. te Heemstede.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen Te Zaandam: P. de Smit
te Nieuwe Pekela; te Zeist: G. Salomons
te Amersfoort.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal Te GenemuidenR. Kok te
Aagtekerke en A. Verhagen te Middelburg
Beroepen Te Genemuiden (2e maal)
A. Verhagen te Middelburg.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Da. A. de Voogd,
pred. van de Vereeniging voor Christelijke
Belangen te Assen, is bepaald op 7 De
cember as. Ds. De Voogd zal op 14 De
cember 's avonda zijn intrede doen bij de
Ned. Herv. Gemeente te Vlissingen. na
des voorm. bevestigd te zijn door Ds. J.
de Voogd, van 's Heer Arendskerke.
Cand. A G. B. ten Kate, hulppre-
diger bij de Ned. Herv. Gemeente van
Heemstede, hoopt Zondag 23 Nov. a.s. af
scheid te nemen en te Hansweert op 30
November intrede te doen. Bevestiger zal
zijn vader zijn, Da. B. ten Kate, em. pred.
van Rotterdam, thans te Velp (G.)
De bevestiging en intrede van cand.
D. Bremmer, beroepen bij de Geref.
Kerk van Bruinisse-Oosterland, zal 7 Dec.
as, plaats vinden. Bevestiger zal zijn
Ds. F. A. den Boeft, van Kruiningen.
Praep. examina.
Door de classis Beilen der Geref. Ker
ken is volgens Art. 8 D. K. O. de beer A.
A. van Opstal, te Nijensleek, met gunstig
gevolg geëxamineerd en beroepbaar ge
steld in de Geref. Kerken.
In de vergadering van de classis Mep
pel der Geref. Kerken is geslaagd voor het
praep. examen de heer J. Snoek, van
Nieuwlande (Dr.), die volgens Art. 8 D. K
O. beroepbaar is gesteld in de Geref. Ker
ken en een eventueel beroep gaarne in
overweging zal nemen.
De classis Harderwijk der Geref. Ker
ken heeft praeparatoir onderzocht en be
roepbaar verklaard den heer P. Bolt,
theol. cand. te Kampen. De 'geslaagde is
gaarne bereid een eventueel beroep in
overweging te nemen. Zijn adres is: Brin-
kersweg, te Nunspeefe. „Stand-"
Prof. Eekhof.
J)e Regeering. zegt de Heraut, kon
zeker geen betere keuze hebben gedaan
dan door tot opvolger van Prof. PijpeT als
hoogleeraar in de Kerkgeschiedenis te Lei
den Prof. Eekhof te benoemen.
Prof Pijper heeftdoor zijne studies,
die hij uitgaf over de Middeleeuwen, ze
ker getoond een verdienstelijk historicus
te zijn, maar heb feit zelf. dat zijn voor
liefde meest naar dit tijdvak uitging, had
toch vooral met het oog op het onderwijs,
dat hij te geven had aan de Leidsche the
ologen, een bedenkelijke schaduwzijde.
Prof. Eekhof heeft niet aan de Middel
eeuwen. maar aan het tijdvak der Be-
formatie zijn liefde verpand. Het was in
zonderheid de geschiedenis van het Gere
formeerd Protestantisme, die hij als bui
tengewoon hoogleeraar doceerde. En we
twijfelen niot, of ook nu hij tot gewoon
hoogleeraar weird. benoemd, zal hij zijn
beste krachten aan dit Gereformeerd
Protestantisme blijven wijden. Juichen we
reeds uit dien hoofde deze benoeming toe,
niet minder geschiedt dit omdat het be
kend genoeg is, dat Prof. Eekhof niet al
leen uit historische voorliefde dit deel der
Kerkgeschiedenis koos. maar ook omdat
hij zelf Gereformeerd is en daarom met
warme sympathie is vervuld voor onze
Gereformeerde geloofshelden. Yan zulk
een ondefwjs kan bezieling uitgaan en
het kan theologen kweeken^ die het Ge
reformeerd Protestantisme leeren waar-
deeren en liefhebben."
Uit Solo.
Do Keucheniusschool tot opleiding van
inlandsche onderwijzers op Java. vanwege
de Geref. Kerken, heeft thans 82 leerlin
gen. Denkelijk zal, te beginnen met Janu
ari e.k., aan de Keucheniusschool een op
leiding worden verbonden voor onderwij
zers ten behoeve van de volksscholen.
Een en ander staat in verband met de
Zaterdag 22 November 1924
Ziende hunne gedachten".
u En zie. sommigen deT Schrift
geleerden zeiden in zichzelven:
Deze lastert God. En Jezus,
ziende hunne gedachte*, zeide
Waarom overdenkt gij kwaad in
uwe harten 1
Mattheüs 93 en 4.
Zal onze belijdenis, dat 'Jezus' verkeer
Onder ons één grocrt lijden voor Hem is
go.weest, van oogenblik tot oogenblik, ge
durende den ganschen tijd Zijns levens op
de aarde, persoonlijk zielsbezit voor ons
"worden, dan moeten we in de beschouwing
van Z:'jn leven niet bij het uitwendige
bliiven staan.
Dan zouden we trouwens vóór den proo
ien lij densdag slechts van weinig lijden
weten.
We zouden kunnen denken aan de scha-
meMieid der kribbe aan de moordplannen
van Herodes, aan de vlucht naar Egypte.
Maar dat alles ging toch bpitcn het men
sch»1 ijk bewustzijn des Heeren om.
We zouden nog kunnen den hen aan de
porringen der Nazareners om Hem van de
steilte te dringen, aan de Farizeeën en
Schriftgeleerden, als ze een- en andermaal
naar steenen grijpen om Hem er mee te
vernietteren.
Onze bezinning over Jezus' levenstijden
bh iff, zoo jammerlijk oppervlakkig, als we
enkel of ook maar in de eerste plaats aan
hef uitwendige en lichamelijke denken.
Ziin ziel heeft Hij tot een schuldoffer ge
ste1 cl.
Om den arbeid zijner ziel zal Hij het
zien.
En dien zi omarbeid moeten we niet en
kel ;n Gethsemanó zoeken
Dat schuldoffer brengt Hij niet enkel
aan het kruis.
Dat zieleleed heeft Hij gedurende den
ganschen tijd Z'jns levens op de aarde
mo°'en doorworsteten.
HU doorworstelde het „ziende hunne ge
dachten".
Hoe zou het ons al niin'gen. vooral wan
neer we. m hoe kleinen kring ook. een
eenlgszins in het oog loerende plaats in-
v r.pmen, indien we eens alles konden hoo-
ren, wat de menschen achter onzen rug
om van ons zeugen en oordeeten!
Gelukkig, dat we er maar weinig van
honr^n.
En ze doen ons geen dipnst, althans lang
n^t aRiid. die het ons ijverig zoeken over
te ^Vingen.
Maar als we nu óok nog moesten we
ten. wat de menschen niet durven zeggen,
maar toch van ons denken zonder het te
zeggen.
En dan kaf! men in ors zoo veel afkeu
ren in ons, zondige, gebrekkige menschen,
w'er zuiverste h^iloeRngen in de uitvoe
ring nog zoo lelijk door onze zonden wor
den bezoedeld.
Wij Tijden onder hetgeen men ons aan-
'doof of orr?ront ons n-'tsnreekt Ons pij-
n;gf s"Whts de oneptiike miskenning.
En tpgen deze-mm kunnen we onze ziel
nng f.antseren. We knnnen door de span
ning van onznn men-scbeb'iken wil ons nog
tof ouaandryvriib'ihhgid zoek°n op to wokken.
Maar JeTus heeft, gevoel'g. subtiel ge-
vorb'g ah? otemand o.n7pr in Z;in door geen
enkele zonde vergroofd binnenste pijn
dó ""gemaakt.
H'"i wist sites. wat in den mensch was
Hiter staaf hef en het roept een wereM
van doorVden zieleleed voor ons op: „En
Jezus, ziende hunne gedachten
Hij komt om de wereld met Zijn groote
lieidö te zegenen. En men werpt Hem Zijn
Kettle in het aangezicht terug.
En dat ziet Hij nu.
Hij *ziet het, éér het te z'en is.
Hij ziet het, éér er iets tegen Hem ge
daan wordt, ja éér er ook maar één woord
■tegen Hem gesproken wordt of verbeten
'één schimpscheut terzij wordt wegge
gromd.
Hij ziet de ergernis, de vijandschap,
den haat kiemen en groeien in het hart
van den mensch.
Daardoor weet Hij, dat Hij zal verwor
pen wordep door Israels oversten en veel
van hen zal moeten lijden, éér iemand er
over durft spreken om Hem te verwerpen
en te doen k'jden.
FEUILLETON
De Zegëpraal van hef Kruis
32)
Ilier gaf de heer Howard Mirjam eenen
Hebreeuwschen Bijhei, en verzocht haar,
in de oorspronkelijke taal deze plaats niet
de gelijkluidende plaatsen in Genesis en
Exodus te vergelijken, waarin men zich,
zeide hij, bijna onmogelijk kon vergissen.
Daarop kwam hij nog eens op het drie-en-
vijftigste hoofdstuk van. Jesaja terug, en
verzekerde Mirjam, dat eene nauwkeurige
beschouwing dezer profetie, met de lezing
van de gebeurtenissen in het Nieuwe Tes
tament vervat, haar duidelijk de nauw
keurige en wonderlijke overeenkomst tus
schen dit hoek en het Oude Testament be
wijzen zou.
„Mevrouw» Stuart en Helena spraken
Mirjam vriendelijke woorden van bemoe-
jdiging toe. Geen van allen scheen lust te
Jgevoelen het gesprek op iets andera te
(brengen, en Mirjam zich verontschuldigen
de over het vergevorderde uur, maakte
teich gereed huiswaarts te keeren. Zij riep
jjCorah, om haren Talmud weder in het
•?fkje te doen; maar terwijl zij dit deed,
(bloosde zij, en zag den heer Howard aan,
iWant dat boek was haar geheel en al nutte
loos geweest, en zij gevoelde maar al! te
zeer hoe groot het voordeel tegen deszelfs
hooggeroemde macht geweest was. Maar
de heer Howard was te kiesch haar zijne
zegepraal te doen gevoelen; hij zag haar
met goedheid aan, en haar zijne hand tot
afscheid toereikende, gaf hij haar met die
vriendelijke welwillendheid van Christe
lijke liefde zijnen zegen, die wanneer zij
uit een edelmoedig hart komt, dat noodlot
tig verschil, dat helaas! tusschen den Hei
den en den Jood bestaat, verzacht, zoo al
niet geheel doet ophouden!
HOOFDSTUK VI.
De aankomst van een. pos tri j tuig in een
dorp als Glëncairn waar de weelde der
steden bijna onbekend was gebleven,
wekte de algemeene nieuwsgierigheid op;
en de kleine Jessie werd van haar werk af
getrokken door het gejoel der kinderen,
welke zich in groepen verzameld hadden
om te ontdekken, wie toch wel dat. buiten
gewone bezoek gelden zoü. Zij wild© juist,
hare moeder roepen, toen zij eensklaps
het rijtuig voor de tuindeur zag stilhou
den. Hare verwondering veranderde in
blijdschap; zij wierp haar werk op den
grond, vloog naar de deur. terwijl zij allés
omver liep wat haar in dm weg stond, en
riep zoo luid zij kon: „O, moeder! Helena!
daar is Edith, onze lieve Edith!" en zij
snelde, zoo hard zij kon, naar de tuin
deur om de eerste te zijn, die deze ld eve
zuster welkom heette. Hare blijdschap
werd eenigszins getemperd op Jiet gezicht
van eenen reeds bejaarden vreemdeling,
die uit het rijtuig gestapt was, en fn niet
zeer vriendelijke bewoordingen met den
postiljon sprak over den hoogen prijs, dien
deze van hem vorderde. Bij het rijtuig ge
komen, zag Jessie niemand dan den ouden
heer. Was het dan eene verschijning, die
voor een oogenblik de gelijkenis van Edith
aangenomen had, om haar te misleiden?
Zij had geen tijd dit raadsel op te lossen,
voordat hare moeder en Helena, door haar
Toepen geheel ontsteld, toegesneld waren
om haar naar de reden hiervan te vragen.
Zij zagen echter geen Edith, en Mevrouw
Stuart. die altijd gereed was* zich over
bare kinderen te beangstigen, werd bleek
en begon geweldig te beven, ofschoon zij
de ontroering, die zich van haar meester
maakte, trachtte te bedwingen. Zij haastte
z'ch naar het portier, toen eene vrouw,
uit het rijtuig springende, maar al te zeer
'de moederlijke vrees rechtvaardigde. Ja,
het was wel Edith, wier bleekheid en ge
weldig beven eene hevige droefheid en
wanhoop verraadde; zij sloof woest hare
moeder voorbij en wierp zich in de armen
der verbaasde Helena; maar eensklaps
regeeririgsregeling, welke de stichting van
tweede-klas-scholen niet bevordert, zoodat
Zending zich nu ook, op de desaa- of volks
scholen zal moeten werpen en de Keuche
niusschool geen kweekelingen. voor de
twe.edo-klas-scholen. maar wel voor de
volksscholen zal aannemen.
De Holl. Inlandsche Chr. Kweekschool
vanwege de Geref. Kerken, krijgt een
nieuw gebouw, waarmee in Juli onder lei
ding van den heer J. Zuidema een begin
is gemaakt». Behalve de schoollokalen en
bijgebouwen worden er vier leeraars wonin
gen. gebouwd. Het werk vordert snel. De
kosten worden op ongeveer f 200,000 gek
raamd.
De opleidingsschool telt 105 mannelijke
en 22 vrouwelijke leerlingen, waarvan er
17 intern zijn. Opmerkelijk ia, dat aan de
Kweekschool heel goed het verschil merk
baar is tusschen de leerlingen die vrceger
christelijk onderwijs hebben genoten en
de leerlingen, die van Gouvernemtsscholen
komen.
Iliné— IHHWTHI
Voorkom die folterende benauwd*
heden die Uw gestel ondermijnen!
Geen vergiften of verdoovings*
middelen maar geneeskrachtige;
borstzuiverende kruiden zijn de
oorzaak van de krachtdadige en
onschadelijke werking van Akkez'ê
CALVIJN OVER ROME.
Onlangs vonden wij, schrijft: de Waar
heidsvriend, in een der bladen een
citaat uit Calvijn's werken, inhoudende een
advies van dezen grooten Hervormer ter
zake van saam werking tusschen Room
sehen en Calvinisten.
Het stuk was genomen uit: de Instructio
adversus fanaticam et furiosani eectam Li-
bertinorum G IV Ed. Amst. 1667 Tom
VIII p. 377 col I en Ed. Corp. Ref. Vol.
35 p. 162.
Onze lezers zullen zeker ook wel in dit
citaat belang stellen. Wij laten het hier
onder volgen:
„Het zou wat fraais zijn, dat ik den
Paus en zijn genooten en dienaren naar
vermogen aanviel (wat ik wel moet doen,
omdat ik de Kerk niet kan steTken, zon
der het zwaard te kruisen met wie haar
ondermijnen) en dat ik inmiddels hen
door de vingers zag, die nog veel verder
felijker vijanden Gods zijn, en Zijn
Waarheid nog zooveel krasser aanran
den. Neen, dan laat dè Paus ten minste
nog. eenige gestalte der religie staan; hij
venvetigt het geloof aan een eeuwig le
ven niet; hij lieert, dat God te vreezen
zij; hij stelt op eenige wijze het onder
scheid vast tusschen goed en kwaad;
hij erkent Christus waarachtig God en
mensch te zijn; en eert ten deele de auto
riteit van Gods Woord.
Maar die anderen stellen zich aan, als
wilden ze den hemel naar de aarde neer
trekken; alle godsvrucht vernietigen: alle
hoogere aandrift in den mensch uitblus-
schen; en de consciëntie in slaap wiegen;
tot er ten leste geen verschil hoege
naamd meer over bleef tusschen mensch
en dier."
„Dit standpunt van den Hervormer
merkt de Waarheidsvriend hier
bij op. is een gansch ander dan dat, wat
met aati-pap;stische felheid in onze dagen
maakte, zij zich uit hare omhelzingen los,
en wierp zich om den hals vam Jessie,
terwijl zij uitriep: „0 neen! niet u, Helena!
want ik zou het hart breken!
En na een oogenblik van hevigen strijd,
waaronder zij bijna scheen te bezwijken,
voegde zij er kalmer bij, terwijl zij be
schroomd om zich heen zag: „En toch,
waarom zou ik bevreesd zijn, want ik heb
niets gedaan, dat u schande kon veroor
zaken, en het hart, dat de droefheid, zelfs
van een dag als deze, voor hem dien het
lief heeft, niet vodragen kan, moet at zeer
zwak zijn!"
Deze woorden bestierven haar op de lip
pen, en uitgeput op een stoel nedervaüen-
de, verloor zij op nieuw al hare geest
kracht en riep zij jammerlijk uit: „O
moedor! liefste moeder ik bid u, spreek
toch tot mij, want ik kan dat vTocselijt
zwijgen niet verdragen. Ik zal u nooit
weder onder de oogen komen, indten gij mij
slechts in dit oogenblik wilt sparen, en
mij zeggen dat gij mij -vergeeft, want ik
sterf! Ja, mijn hart breekt."
Helena on Jessie ondersteunden heide
het bedroefde meisje, dat onder deze laat
ste inspanning bezwijkende, in zwijm viel.
Voor het oogenblik werd z<j ongevoelig
voor hare eigene smart en die welke zij
rondom haar veroorzaakte. Mevrouw
Stuart bleef roerloos aan hare zijde starn,
ONZE WEEKAGENDA.
Evenals den vorigen winter hopen wij
ook nu weer in heb Zaterd&gmimmer een
weekagenda op te nemen.
De bedoeling is op deze wijze te voor
komen dat twee vergaderingen op één
avond vallen en daardoor mislukken.
Alle Christelijke vereenigingen uit Lei-
den en omgeving kunnen hiertoe me
dewerken, door zoodra een openbare ver
gadering is vastgesteld daarvan aan onza
redactie kennis te geven en bij het vast
stellen van vergaderingen met deze agen*
da rekening te houden.
Eventueele opgaven worden gaarne spoe
dig ingewacht, opdat ze per eerste gele
genheid kunnen worden gepletst.
24 November. Vergadering Chr. Be-
sturenbond. Spreker de heer W. Strijbis.
27 November. Openbare vergadering
Chr. Landarbeidersbond. Spreker de hee*
L. van Vliet, in „Prediker."
28 November. Mengelberg-concert.
8 December. Herdenking 80-jarig be
staan Ned. Chr. K.» H.-Bedienden in de
Nutszaal te Leiden.
9 December. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
11 December. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Da. L. D. Poot
van Amsterdam.
- 12 December. Concert Kathleen
Parlow.
15 December. Vergadering Hulp»
vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden
16 December. Java-Oomité. Zendingv
bidstond Oosterkerk. 1
17 Dec. Ned. Chr. Reïs-Ver. te Leiden.
Film van Noorwegen.
18 December Vergadering Chr. Beat,
Bond Leiden. Lezing en demonstratie ra
dio-tel efonie.
26 Dec. Uitvoering Chr. Zang-Vew
een. „Zingt den Heer" in de Geref. Kerk
te Noordwijk a. Zee.
13 Januari Vergadering ..Patrimonii
urn" Sassenheim.
15 J a n u a r i. Vergadering Clr. Be
sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten
huis
21 Januari Comité voor winterlezin-
gen, Leiden. Spreker Ds. J. Douma va»
's-Gravenihage.
23 Januari ,,Con Amore" Leiden. Uit
voering: Jefpta und seine Tochter.
30 Januari. Concert Rosé Kwartet.
9 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema.
10 Februari. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
12 Februari. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Da. D. A. v. d,
Bosch van 's-Gravenhage.
20 Februari Concert Harriet van
Emden.
20 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk
van Voorschoten.
24 Februari. Openbare vergadering
„Patrimonium". Lezing met lichtbeelden
over Zuid-Afrika door den heer L. Pen
ning.
10 Maart. Vergadering Patrimonium"
Sassenheim.
19 Maart. Comité voor winterlezin-
gen. Leiden. Spieker Ds. G. Wisse vatf
Arnhem.
onder de oogen van het volk wordt ge
bracht.
In de woorden van Calvijn schuilt Pro*
testantsche veerkracht, die wij ook tegen*
over Rome wenschen, maar hetgeen de
volgelingen van de leiders der Staatkundig
Gereformeerden en der Hervormde dissi
denten wiUen, is Rome's kreakt tot het
uiterste prikkelen en Rome's positie ver
sterken. f
DINGEN, DIE GEBEUREN.
Het ie, aldus vertelt de Banier, ge
beurd in een Zeehospitium in Zeeland.
Daar worden kinderen kosteloos ver*
pleegd wegens onvermogen van de ouders.
Een dezer dagen bezochten de ouders van
een „kosteloos" patiëntje het hospitium.
Het kwam hun gelegen om even aan (e ko
men, want zij waren ju'st op de doorreis
naar de Ardennen, waar zij hun vacantia
zouden doorbrengen
Eenige dagen later kwamen andere on
vermogende ouders en een familielid hun
kindje bezoeken, dat kosteloos in het hos
pitium is opgenomen. Er werd harte1 ijk
afscheid genomen, want de oudelui zoudeu
geruimerii tijd weg blijven. De fam'lio gins
namelijk een vacanfiereisje mak"n naar
Parijs
want in a! de beproevingen van dood, ar
moede en kommer, welke zij in haar wis
selvallig leven ondervonden had, had zij
nooit, neen nooit zulk eehe bitterheid ge-,
smaakt als in dit uur, want honderden
vreeselijke vermoedens maakten z'ch Ie
gelijk van haar meester, en zij verkeerde
in den doodelijksten angst, over hetgeen
haar missch'en weer hoven 't hoofd h-ng.
De vreemdeling was niet tersfond het
huis hinnengetreden want zijne kieschh f
had hem teruggehouden, getuige van ,rc;\
tooneel te zijn, waarin h'j w;st dat zeRs
hot medelijden geen troost aanbieden k'n.
Nu echter voegde hij zrch bij do l>cdroerdf>
familie, a!s wilde hij hare aandacht van
het ongelukkig voorwerp harer angst cm
droefheid aftrekken. Zijne tegenwoo l'a-
heid wekte inderdaad de arme moeder t
hare stomm^ droefhe'd op. en mot een h1:k
van onuitsprekelijke smart riep zij n'l:
„Wie gij ook zijn moogt. Mijnbeer! ik be
zweer u, zeg mij toch wat d:t n!'es her
kent. en waarom is mijn k'nd in zulk een
toestand te huis gekomen? God weefv 1 oe
vurig 'k wensohte, dal zij het nooit verla
ten had.
(VV