pothÉÉM iTweede Blad Hij ziet het kruis éér iemand van een kruis heeft gerept. En dat niet enkel, doordat Hij uit de Schriften Zijn Messiasprogram zuiver heeft gelezen. Eu óok niet enkel door innerlijke be kendmaking van de zijde Zijns Vaders. Maar ook h'erdoor, -wijl Hij de 'gedach ten der menschen doorziet. Hij ziet ze kie men, groeien, rijpen. Totdat Judas zich aanmeldt om Hem te verraden. Totdat de bende met zwaarden en stok ken uitgaat in den nacht. Totdat het komt, wat Hij lang tevoren zag komen in hunne gedachten. Daarin is Zijn leven onder ons één offer geweest. Eén lijden. Eén kruis. Het is, als wanneer wij moesten leven, dag aan dag in een van benauwende dam pen verzadigde atmosfeer, die ons den adem bijkans zou benemen en de keel zou toenijpen. Beschuldigingen, fijn uitgedacht, leu gens, heimelijk overlegd, strikken in stilte gespannen, Jezus is er van omringd ge weest. En Hij heeft het lijdend en duldend, alles gedragenl Hij had deze wereld van zich kunnen slipeeren in heiligen afschuw. Eén bede, één stille verlangenszucht en méér dan twaalf legioenen engelen zou den Hem zijn tegemoetgesneld om Hem uit deze vergiftigde ge dachten sfeer uit te lich ten en Hem in heroïsche heerlijkheid eeuwig als hun Koning te huld;gen. Maar Hij wilde hu .me vedaehten zien! Hij geeft, er zich aan over! Hij maakt het ten volte door! Hij wil de verwerning. Hij wil het kruis, Hii wi' d°n vloek. Hij wil de hel. Om on'je aannemmg tot kinderen, om onze verheerlijking, om onzen zegen, om onzen hemel. Nu valten wij Hem niet tegen. Onze slechtste gedachten verrassen Hem nie';. H:j weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Maar wel staat Hij voor ons. blikt ons in de zie', waar alle dingen voor Hem naakt en geopend zijn. En Hij vraaet ons nég, wat Hij toen vrceg: „Waarom?" En wee onzer, wanneer dat: „waarom?" O' s niet ver'eedert, gelijk het de Schr'ft- geleerden niet verfeederd heeft. Dan zijn we op weg den Zoon van God wederom te kruisigen en openlijk te schande te ma ken. Onze gedachten! TToe schamen we ons, dat Hü ze ziet. Indien we ze maar voor Hem bewust 'eeren openleggen: „Heere. doorzie m:i!" Indien 'we maar kennen bet cfcbed: ..Heere, doorgrond mn en kpn miïn haTt beuroef mij en keu mijne gedachten on zie of bj mij een schadelijke weg zij en leid mij op de.n eeuwigen weg." Dan vernieuwt Z'in Geest onze gedach ten. onze innenMike ove^evpneende in- ti°msfe roerselen van.ons hart. En door de tranen van onze zelfaanklacht heen, ciimlaehf. onze zie] Hem tegemoet: „Heere Gij weof alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb!" MA DEZEN VERSTAAN. 0 God, wij zien wel, maar begrijpen niet, En vraag op vraag rijst in 't ontroerd gemoed, Waar vreugd en smart zoo nauw Gij saam verbondt, Waar 't baast te hard schijnt, wat Uw almacht doet. En ach, die vragen keeren telkens weer! Wij buigen wel, maar willen weten toch In onzen laatsten stond, hoe spa die koom, Zien wij het leven als een raadsel nog. En van dat leven 't sombere eind de dood! O, waarom gaaft Gij liefde ons in het hart. Als 't lieven en het lijden samen gaan, Wat meest ons waard is, oorzaak wordt van smart? Maar als een troostwoord klinkt het mild en zacht: Noem, ziende op Mij, den laatsten d'eersten stond, Nu weet gij niet, maar dan zult gij verstaan, En wetend, danken voor wat Ik u zond. KERK EN SOIOOL NED. HERV. KERK. Drietal Te Meppel: Dr. A. H. Edel- koort te DedemsvaartK Hr Miskotte te Kortgsne; en P. Warner» te Nederhorst den Berg. Beroepen. Te Meppel: K. H Miskot te te Kortgene; te Purmerend (toez.): J. D. v. d Veen te Enkhuizen; te Rhenen: J. Vermeulen te Noordwijk aan Zee. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Loenen aan de Vecht: W. J. Baan, cand. te Heemstede. CHR. GEREF. KERK. Beroepen Te Zaandam: P. de Smit te Nieuwe Pekela; te Zeist: G. Salomons te Amersfoort. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal Te GenemuidenR. Kok te Aagtekerke en A. Verhagen te Middelburg Beroepen Te Genemuiden (2e maal) A. Verhagen te Middelburg. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Het afscheid van Da. A. de Voogd, pred. van de Vereeniging voor Christelijke Belangen te Assen, is bepaald op 7 De cember as. Ds. De Voogd zal op 14 De cember 's avonda zijn intrede doen bij de Ned. Herv. Gemeente te Vlissingen. na des voorm. bevestigd te zijn door Ds. J. de Voogd, van 's Heer Arendskerke. Cand. A G. B. ten Kate, hulppre- diger bij de Ned. Herv. Gemeente van Heemstede, hoopt Zondag 23 Nov. a.s. af scheid te nemen en te Hansweert op 30 November intrede te doen. Bevestiger zal zijn vader zijn, Da. B. ten Kate, em. pred. van Rotterdam, thans te Velp (G.) De bevestiging en intrede van cand. D. Bremmer, beroepen bij de Geref. Kerk van Bruinisse-Oosterland, zal 7 Dec. as, plaats vinden. Bevestiger zal zijn Ds. F. A. den Boeft, van Kruiningen. Praep. examina. Door de classis Beilen der Geref. Ker ken is volgens Art. 8 D. K. O. de beer A. A. van Opstal, te Nijensleek, met gunstig gevolg geëxamineerd en beroepbaar ge steld in de Geref. Kerken. In de vergadering van de classis Mep pel der Geref. Kerken is geslaagd voor het praep. examen de heer J. Snoek, van Nieuwlande (Dr.), die volgens Art. 8 D. K O. beroepbaar is gesteld in de Geref. Ker ken en een eventueel beroep gaarne in overweging zal nemen. De classis Harderwijk der Geref. Ker ken heeft praeparatoir onderzocht en be roepbaar verklaard den heer P. Bolt, theol. cand. te Kampen. De 'geslaagde is gaarne bereid een eventueel beroep in overweging te nemen. Zijn adres is: Brin- kersweg, te Nunspeefe. „Stand-" Prof. Eekhof. J)e Regeering. zegt de Heraut, kon zeker geen betere keuze hebben gedaan dan door tot opvolger van Prof. PijpeT als hoogleeraar in de Kerkgeschiedenis te Lei den Prof. Eekhof te benoemen. Prof Pijper heeftdoor zijne studies, die hij uitgaf over de Middeleeuwen, ze ker getoond een verdienstelijk historicus te zijn, maar heb feit zelf. dat zijn voor liefde meest naar dit tijdvak uitging, had toch vooral met het oog op het onderwijs, dat hij te geven had aan de Leidsche the ologen, een bedenkelijke schaduwzijde. Prof. Eekhof heeft niet aan de Middel eeuwen. maar aan het tijdvak der Be- formatie zijn liefde verpand. Het was in zonderheid de geschiedenis van het Gere formeerd Protestantisme, die hij als bui tengewoon hoogleeraar doceerde. En we twijfelen niot, of ook nu hij tot gewoon hoogleeraar weird. benoemd, zal hij zijn beste krachten aan dit Gereformeerd Protestantisme blijven wijden. Juichen we reeds uit dien hoofde deze benoeming toe, niet minder geschiedt dit omdat het be kend genoeg is, dat Prof. Eekhof niet al leen uit historische voorliefde dit deel der Kerkgeschiedenis koos. maar ook omdat hij zelf Gereformeerd is en daarom met warme sympathie is vervuld voor onze Gereformeerde geloofshelden. Yan zulk een ondefwjs kan bezieling uitgaan en het kan theologen kweeken^ die het Ge reformeerd Protestantisme leeren waar- deeren en liefhebben." Uit Solo. Do Keucheniusschool tot opleiding van inlandsche onderwijzers op Java. vanwege de Geref. Kerken, heeft thans 82 leerlin gen. Denkelijk zal, te beginnen met Janu ari e.k., aan de Keucheniusschool een op leiding worden verbonden voor onderwij zers ten behoeve van de volksscholen. Een en ander staat in verband met de Zaterdag 22 November 1924 Ziende hunne gedachten". u En zie. sommigen deT Schrift geleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert God. En Jezus, ziende hunne gedachte*, zeide Waarom overdenkt gij kwaad in uwe harten 1 Mattheüs 93 en 4. Zal onze belijdenis, dat 'Jezus' verkeer Onder ons één grocrt lijden voor Hem is go.weest, van oogenblik tot oogenblik, ge durende den ganschen tijd Zijns levens op de aarde, persoonlijk zielsbezit voor ons "worden, dan moeten we in de beschouwing van Z:'jn leven niet bij het uitwendige bliiven staan. Dan zouden we trouwens vóór den proo ien lij densdag slechts van weinig lijden weten. We zouden kunnen denken aan de scha- meMieid der kribbe aan de moordplannen van Herodes, aan de vlucht naar Egypte. Maar dat alles ging toch bpitcn het men sch»1 ijk bewustzijn des Heeren om. We zouden nog kunnen den hen aan de porringen der Nazareners om Hem van de steilte te dringen, aan de Farizeeën en Schriftgeleerden, als ze een- en andermaal naar steenen grijpen om Hem er mee te vernietteren. Onze bezinning over Jezus' levenstijden bh iff, zoo jammerlijk oppervlakkig, als we enkel of ook maar in de eerste plaats aan hef uitwendige en lichamelijke denken. Ziin ziel heeft Hij tot een schuldoffer ge ste1 cl. Om den arbeid zijner ziel zal Hij het zien. En dien zi omarbeid moeten we niet en kel ;n Gethsemanó zoeken Dat schuldoffer brengt Hij niet enkel aan het kruis. Dat zieleleed heeft Hij gedurende den ganschen tijd Z'jns levens op de aarde mo°'en doorworsteten. HU doorworstelde het „ziende hunne ge dachten". Hoe zou het ons al niin'gen. vooral wan neer we. m hoe kleinen kring ook. een eenlgszins in het oog loerende plaats in- v r.pmen, indien we eens alles konden hoo- ren, wat de menschen achter onzen rug om van ons zeugen en oordeeten! Gelukkig, dat we er maar weinig van honr^n. En ze doen ons geen dipnst, althans lang n^t aRiid. die het ons ijverig zoeken over te ^Vingen. Maar als we nu óok nog moesten we ten. wat de menschen niet durven zeggen, maar toch van ons denken zonder het te zeggen. En dan kaf! men in ors zoo veel afkeu ren in ons, zondige, gebrekkige menschen, w'er zuiverste h^iloeRngen in de uitvoe ring nog zoo lelijk door onze zonden wor den bezoedeld. Wij Tijden onder hetgeen men ons aan- 'doof of orr?ront ons n-'tsnreekt Ons pij- n;gf s"Whts de oneptiike miskenning. En tpgen deze-mm kunnen we onze ziel nng f.antseren. We knnnen door de span ning van onznn men-scbeb'iken wil ons nog tof ouaandryvriib'ihhgid zoek°n op to wokken. Maar JeTus heeft, gevoel'g. subtiel ge- vorb'g ah? otemand o.n7pr in Z;in door geen enkele zonde vergroofd binnenste pijn dó ""gemaakt. H'"i wist sites. wat in den mensch was Hiter staaf hef en het roept een wereM van doorVden zieleleed voor ons op: „En Jezus, ziende hunne gedachten Hij komt om de wereld met Zijn groote lieidö te zegenen. En men werpt Hem Zijn Kettle in het aangezicht terug. En dat ziet Hij nu. Hij *ziet het, éér het te z'en is. Hij ziet het, éér er iets tegen Hem ge daan wordt, ja éér er ook maar één woord ■tegen Hem gesproken wordt of verbeten 'één schimpscheut terzij wordt wegge gromd. Hij ziet de ergernis, de vijandschap, den haat kiemen en groeien in het hart van den mensch. Daardoor weet Hij, dat Hij zal verwor pen wordep door Israels oversten en veel van hen zal moeten lijden, éér iemand er over durft spreken om Hem te verwerpen en te doen k'jden. FEUILLETON De Zegëpraal van hef Kruis 32) Ilier gaf de heer Howard Mirjam eenen Hebreeuwschen Bijhei, en verzocht haar, in de oorspronkelijke taal deze plaats niet de gelijkluidende plaatsen in Genesis en Exodus te vergelijken, waarin men zich, zeide hij, bijna onmogelijk kon vergissen. Daarop kwam hij nog eens op het drie-en- vijftigste hoofdstuk van. Jesaja terug, en verzekerde Mirjam, dat eene nauwkeurige beschouwing dezer profetie, met de lezing van de gebeurtenissen in het Nieuwe Tes tament vervat, haar duidelijk de nauw keurige en wonderlijke overeenkomst tus schen dit hoek en het Oude Testament be wijzen zou. „Mevrouw» Stuart en Helena spraken Mirjam vriendelijke woorden van bemoe- jdiging toe. Geen van allen scheen lust te Jgevoelen het gesprek op iets andera te (brengen, en Mirjam zich verontschuldigen de over het vergevorderde uur, maakte teich gereed huiswaarts te keeren. Zij riep jjCorah, om haren Talmud weder in het •?fkje te doen; maar terwijl zij dit deed, (bloosde zij, en zag den heer Howard aan, iWant dat boek was haar geheel en al nutte loos geweest, en zij gevoelde maar al! te zeer hoe groot het voordeel tegen deszelfs hooggeroemde macht geweest was. Maar de heer Howard was te kiesch haar zijne zegepraal te doen gevoelen; hij zag haar met goedheid aan, en haar zijne hand tot afscheid toereikende, gaf hij haar met die vriendelijke welwillendheid van Christe lijke liefde zijnen zegen, die wanneer zij uit een edelmoedig hart komt, dat noodlot tig verschil, dat helaas! tusschen den Hei den en den Jood bestaat, verzacht, zoo al niet geheel doet ophouden! HOOFDSTUK VI. De aankomst van een. pos tri j tuig in een dorp als Glëncairn waar de weelde der steden bijna onbekend was gebleven, wekte de algemeene nieuwsgierigheid op; en de kleine Jessie werd van haar werk af getrokken door het gejoel der kinderen, welke zich in groepen verzameld hadden om te ontdekken, wie toch wel dat. buiten gewone bezoek gelden zoü. Zij wild© juist, hare moeder roepen, toen zij eensklaps het rijtuig voor de tuindeur zag stilhou den. Hare verwondering veranderde in blijdschap; zij wierp haar werk op den grond, vloog naar de deur. terwijl zij allés omver liep wat haar in dm weg stond, en riep zoo luid zij kon: „O, moeder! Helena! daar is Edith, onze lieve Edith!" en zij snelde, zoo hard zij kon, naar de tuin deur om de eerste te zijn, die deze ld eve zuster welkom heette. Hare blijdschap werd eenigszins getemperd op Jiet gezicht van eenen reeds bejaarden vreemdeling, die uit het rijtuig gestapt was, en fn niet zeer vriendelijke bewoordingen met den postiljon sprak over den hoogen prijs, dien deze van hem vorderde. Bij het rijtuig ge komen, zag Jessie niemand dan den ouden heer. Was het dan eene verschijning, die voor een oogenblik de gelijkenis van Edith aangenomen had, om haar te misleiden? Zij had geen tijd dit raadsel op te lossen, voordat hare moeder en Helena, door haar Toepen geheel ontsteld, toegesneld waren om haar naar de reden hiervan te vragen. Zij zagen echter geen Edith, en Mevrouw Stuart. die altijd gereed was* zich over bare kinderen te beangstigen, werd bleek en begon geweldig te beven, ofschoon zij de ontroering, die zich van haar meester maakte, trachtte te bedwingen. Zij haastte z'ch naar het portier, toen eene vrouw, uit het rijtuig springende, maar al te zeer 'de moederlijke vrees rechtvaardigde. Ja, het was wel Edith, wier bleekheid en ge weldig beven eene hevige droefheid en wanhoop verraadde; zij sloof woest hare moeder voorbij en wierp zich in de armen der verbaasde Helena; maar eensklaps regeeririgsregeling, welke de stichting van tweede-klas-scholen niet bevordert, zoodat Zending zich nu ook, op de desaa- of volks scholen zal moeten werpen en de Keuche niusschool geen kweekelingen. voor de twe.edo-klas-scholen. maar wel voor de volksscholen zal aannemen. De Holl. Inlandsche Chr. Kweekschool vanwege de Geref. Kerken, krijgt een nieuw gebouw, waarmee in Juli onder lei ding van den heer J. Zuidema een begin is gemaakt». Behalve de schoollokalen en bijgebouwen worden er vier leeraars wonin gen. gebouwd. Het werk vordert snel. De kosten worden op ongeveer f 200,000 gek raamd. De opleidingsschool telt 105 mannelijke en 22 vrouwelijke leerlingen, waarvan er 17 intern zijn. Opmerkelijk ia, dat aan de Kweekschool heel goed het verschil merk baar is tusschen de leerlingen die vrceger christelijk onderwijs hebben genoten en de leerlingen, die van Gouvernemtsscholen komen. Iliné— IHHWTHI Voorkom die folterende benauwd* heden die Uw gestel ondermijnen! Geen vergiften of verdoovings* middelen maar geneeskrachtige; borstzuiverende kruiden zijn de oorzaak van de krachtdadige en onschadelijke werking van Akkez'ê CALVIJN OVER ROME. Onlangs vonden wij, schrijft: de Waar heidsvriend, in een der bladen een citaat uit Calvijn's werken, inhoudende een advies van dezen grooten Hervormer ter zake van saam werking tusschen Room sehen en Calvinisten. Het stuk was genomen uit: de Instructio adversus fanaticam et furiosani eectam Li- bertinorum G IV Ed. Amst. 1667 Tom VIII p. 377 col I en Ed. Corp. Ref. Vol. 35 p. 162. Onze lezers zullen zeker ook wel in dit citaat belang stellen. Wij laten het hier onder volgen: „Het zou wat fraais zijn, dat ik den Paus en zijn genooten en dienaren naar vermogen aanviel (wat ik wel moet doen, omdat ik de Kerk niet kan steTken, zon der het zwaard te kruisen met wie haar ondermijnen) en dat ik inmiddels hen door de vingers zag, die nog veel verder felijker vijanden Gods zijn, en Zijn Waarheid nog zooveel krasser aanran den. Neen, dan laat dè Paus ten minste nog. eenige gestalte der religie staan; hij venvetigt het geloof aan een eeuwig le ven niet; hij lieert, dat God te vreezen zij; hij stelt op eenige wijze het onder scheid vast tusschen goed en kwaad; hij erkent Christus waarachtig God en mensch te zijn; en eert ten deele de auto riteit van Gods Woord. Maar die anderen stellen zich aan, als wilden ze den hemel naar de aarde neer trekken; alle godsvrucht vernietigen: alle hoogere aandrift in den mensch uitblus- schen; en de consciëntie in slaap wiegen; tot er ten leste geen verschil hoege naamd meer over bleef tusschen mensch en dier." „Dit standpunt van den Hervormer merkt de Waarheidsvriend hier bij op. is een gansch ander dan dat, wat met aati-pap;stische felheid in onze dagen maakte, zij zich uit hare omhelzingen los, en wierp zich om den hals vam Jessie, terwijl zij uitriep: „0 neen! niet u, Helena! want ik zou het hart breken! En na een oogenblik van hevigen strijd, waaronder zij bijna scheen te bezwijken, voegde zij er kalmer bij, terwijl zij be schroomd om zich heen zag: „En toch, waarom zou ik bevreesd zijn, want ik heb niets gedaan, dat u schande kon veroor zaken, en het hart, dat de droefheid, zelfs van een dag als deze, voor hem dien het lief heeft, niet vodragen kan, moet at zeer zwak zijn!" Deze woorden bestierven haar op de lip pen, en uitgeput op een stoel nedervaüen- de, verloor zij op nieuw al hare geest kracht en riep zij jammerlijk uit: „O moedor! liefste moeder ik bid u, spreek toch tot mij, want ik kan dat vTocselijt zwijgen niet verdragen. Ik zal u nooit weder onder de oogen komen, indten gij mij slechts in dit oogenblik wilt sparen, en mij zeggen dat gij mij -vergeeft, want ik sterf! Ja, mijn hart breekt." Helena on Jessie ondersteunden heide het bedroefde meisje, dat onder deze laat ste inspanning bezwijkende, in zwijm viel. Voor het oogenblik werd z<j ongevoelig voor hare eigene smart en die welke zij rondom haar veroorzaakte. Mevrouw Stuart bleef roerloos aan hare zijde starn, ONZE WEEKAGENDA. Evenals den vorigen winter hopen wij ook nu weer in heb Zaterd&gmimmer een weekagenda op te nemen. De bedoeling is op deze wijze te voor komen dat twee vergaderingen op één avond vallen en daardoor mislukken. Alle Christelijke vereenigingen uit Lei- den en omgeving kunnen hiertoe me dewerken, door zoodra een openbare ver gadering is vastgesteld daarvan aan onza redactie kennis te geven en bij het vast stellen van vergaderingen met deze agen* da rekening te houden. Eventueele opgaven worden gaarne spoe dig ingewacht, opdat ze per eerste gele genheid kunnen worden gepletst. 24 November. Vergadering Chr. Be- sturenbond. Spreker de heer W. Strijbis. 27 November. Openbare vergadering Chr. Landarbeidersbond. Spreker de hee* L. van Vliet, in „Prediker." 28 November. Mengelberg-concert. 8 December. Herdenking 80-jarig be staan Ned. Chr. K.» H.-Bedienden in de Nutszaal te Leiden. 9 December. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 11 December. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Da. L. D. Poot van Amsterdam. - 12 December. Concert Kathleen Parlow. 15 December. Vergadering Hulp» vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden 16 December. Java-Oomité. Zendingv bidstond Oosterkerk. 1 17 Dec. Ned. Chr. Reïs-Ver. te Leiden. Film van Noorwegen. 18 December Vergadering Chr. Beat, Bond Leiden. Lezing en demonstratie ra dio-tel efonie. 26 Dec. Uitvoering Chr. Zang-Vew een. „Zingt den Heer" in de Geref. Kerk te Noordwijk a. Zee. 13 Januari Vergadering ..Patrimonii urn" Sassenheim. 15 J a n u a r i. Vergadering Clr. Be sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten huis 21 Januari Comité voor winterlezin- gen, Leiden. Spreker Ds. J. Douma va» 's-Gravenihage. 23 Januari ,,Con Amore" Leiden. Uit voering: Jefpta und seine Tochter. 30 Januari. Concert Rosé Kwartet. 9 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema. 10 Februari. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 12 Februari. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Da. D. A. v. d, Bosch van 's-Gravenhage. 20 Februari Concert Harriet van Emden. 20 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk van Voorschoten. 24 Februari. Openbare vergadering „Patrimonium". Lezing met lichtbeelden over Zuid-Afrika door den heer L. Pen ning. 10 Maart. Vergadering Patrimonium" Sassenheim. 19 Maart. Comité voor winterlezin- gen. Leiden. Spieker Ds. G. Wisse vatf Arnhem. onder de oogen van het volk wordt ge bracht. In de woorden van Calvijn schuilt Pro* testantsche veerkracht, die wij ook tegen* over Rome wenschen, maar hetgeen de volgelingen van de leiders der Staatkundig Gereformeerden en der Hervormde dissi denten wiUen, is Rome's kreakt tot het uiterste prikkelen en Rome's positie ver sterken. f DINGEN, DIE GEBEUREN. Het ie, aldus vertelt de Banier, ge beurd in een Zeehospitium in Zeeland. Daar worden kinderen kosteloos ver* pleegd wegens onvermogen van de ouders. Een dezer dagen bezochten de ouders van een „kosteloos" patiëntje het hospitium. Het kwam hun gelegen om even aan (e ko men, want zij waren ju'st op de doorreis naar de Ardennen, waar zij hun vacantia zouden doorbrengen Eenige dagen later kwamen andere on vermogende ouders en een familielid hun kindje bezoeken, dat kosteloos in het hos pitium is opgenomen. Er werd harte1 ijk afscheid genomen, want de oudelui zoudeu geruimerii tijd weg blijven. De fam'lio gins namelijk een vacanfiereisje mak"n naar Parijs want in a! de beproevingen van dood, ar moede en kommer, welke zij in haar wis selvallig leven ondervonden had, had zij nooit, neen nooit zulk eehe bitterheid ge-, smaakt als in dit uur, want honderden vreeselijke vermoedens maakten z'ch Ie gelijk van haar meester, en zij verkeerde in den doodelijksten angst, over hetgeen haar missch'en weer hoven 't hoofd h-ng. De vreemdeling was niet tersfond het huis hinnengetreden want zijne kieschh f had hem teruggehouden, getuige van ,rc;\ tooneel te zijn, waarin h'j w;st dat zeRs hot medelijden geen troost aanbieden k'n. Nu echter voegde hij zrch bij do l>cdroerdf> familie, a!s wilde hij hare aandacht van het ongelukkig voorwerp harer angst cm droefheid aftrekken. Zijne tegenwoo l'a- heid wekte inderdaad de arme moeder t hare stomm^ droefhe'd op. en mot een h1:k van onuitsprekelijke smart riep zij n'l: „Wie gij ook zijn moogt. Mijnbeer! ik be zweer u, zeg mij toch wat d:t n!'es her kent. en waarom is mijn k'nd in zulk een toestand te huis gekomen? God weefv 1 oe vurig 'k wensohte, dal zij het nooit verla ten had. (VV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5