Gemeenteraad Hiliegom.
Vergadering van den raad dezer gemeen
te op Vrijdag 31 October, 's namiddags 2
uur.
Voorzitter: de heer Wentholt, burgemees
ter.
Aanwezig: alle leden, behalve de heer
Hoogmoed (met kennisgeving) en de heer
De Vreugd, weth.
De Voorz. opent de vergadering met
ambtsgebed en doel» daarna mededeeling
van een wijziging van art. 10 van het ver
drag met Noord wijkerhout, betreffende ar
bitrage bij geschillen, aangezien de vorige
redactie van dit artikel in strijd was met
art. 624 van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering. De beslissing zal nl. hiet
komen bij Ged. Staten doch bij den Rech
ter in het Arrondissement, waaronder Hil
iegom ressorteert.
De notulen worden met deze wijziging
vastgesteld en de ingekomen stukken aan
geboden.
De gemeente.rekening, dienst 1923 wordt
aangeboden en tot leden der commissie
voor het nazien daarvan benoemd, de hee-
xen Fijma. Vermeer en v. d. Loo.
Vervolgens worden door B. en W. aan
den Raad aangeboden de begrooting Gas
bedrijf en de gemeentebegrooting dienst
1925, die in de volgende raadsvergadering
zullen behandeld worden, alsmede de be
grooting Burgerlijk Armbestuur, dienst
1925, sluitende in ontvangsten en uitgaven
met een bedrag van f 18.000.
Door Mevr. I. J. van WaverenKieken
hagen, wordt aan den raad ten geschenke
aangeboden een zilveren inktkoker en door
den heer J. B. van Waveren een Spaansche
tafel van Philippijnsch hard hout.
Deze schenking wordt in dank door den
Tffad aanvaard.
De heer F ij m a vraagt, of er bezwaar te
gen bestaat, deze voorwerpen voor het pu
bliek ter bezichtiging te stellen, waartegen
de Voorz. geen bezwaar heeft.
De nadere overeenkomst met de ,.Nill
Mij.", inzake verband schuldbekentenis ten
behoeve van de Verzekeringskamer wordt
goedgekeurd.
De verordening op de heffing en invor
dering van schoolgeld ge.woon en uitge
breid lager onderwijs wordt hernieuwd.
De heer Vermeer deelt mede. dat hij
nog dezelfde bezwaren tegen deze verorde
ning he,éft als verleden jaar, al zijn ze wel
iets minder geworden.
Aan de orde komt de verlenging van den
termijn van ontruiming van onbewoonbaar
woningnood.
De heer Fijma zal niet tegen deze. ver
lenging stemmen, omdat de bewoners geen
ander huis kunnen krijgen. Alleen zou spr.
in overweging willen geven een uitzonde
ring te maken voor de woningen Beekkade
13. 15 en 37 en Hofstraat 9. die leegstaan.
Spreker vraagt, welke maatregelen B. en
W. overigens denken te nemen tegen de.n
"woningwet.
De heer Vermeer deelt mede, dat B.
en W. op dit punt van woningbouw zeer
diligent zijn. doch wijst op de financiëele
moeilijkheden.
Spreker vraagt of B. en W. niet in be
sloten vergadering wat van hun plannen
kunnen meedeelen.
De Voorz. zegt, dat ér al een plan is
ingekomen van „Patrimonium" en waar
schijnlijk zal nog een plan inkomen van
„Goed Wonen". Het eerste bevat 48 en het
andere 51 woningen.
De heer Klaver wijst op de moeilijk
heid, dat de menschen niet. alle gelijk van
de onbewoonbaar verklaarde woningen af
gaan. zoodat dan het kapitaal van sommi
ge huiseigenaren jarenlang renteloos blijft
staan.
Spreker oefent er eenige critiek op, dat
menschen die pas in de gemeente wonen,
soms al eeoi huis bij Patrimonium krijgen
en zou liever oudere menschen daarvoor in
aanmerking willen doen komen.
De heer Vermeer zet de moeilijkheden
uiteen, wanneer het betreft een dertigtal
woningen, te verdeelen onder een groot
aantal menschen.
De heer Schrama wil ook iets over
den woningbouw zeggen. Binnenkort zullen
een 40-tal menschen op straat worden gezet
omdat hun huis door de Gezondheidscom
missie onbewoonbaar is verklaard, doch de
huren, die die mensehen bij den nieuwbouw
moeten betalen, zijn veel te hoog en kun
nen door de arbeiders niet betaald worden.
De gemeente heeft verschillende terreinen
liggen die geschikt zijn voor bouwgrond.
Kunnen we die terreinen niet in orde laten
maken door de werkloozen, dat is een prac-
tische werkverschaffing en kan dan de ge
meente geen woningen gaan bouwen met
een maximumhuur van f 4.per week,
De Voorz. zegt, dat dit onderwerp pas
aan de orde komt als de plannen ingeko
men zijn en behandeld worden.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na goedgekeurd.
Van J. B. Verhaar is een verzoek inge
komen om vaste aanstelling als kantoor
bediende ten kantore van gemeentewerken
en om nadere regeling van zijn bezoldiging.
B. en W. stellen voor de aanstelling van
Verhaar te verlengen tot 1 Oct. 1925.
De heer F ij m a vraagt, of het besluit
van B. en W. berust op een onderzoek, in
gesteld bij zijn leeraar in bouwkundig tee
kenen. den heer de Vries. Voor de tweede
maal is deze zaak al uitgesteld. Spr. heeft
van den heer de Vries een gunstig rapport
ontvangen betreffende de vorderingen van
Verhaar.
Welke eischen stellen B. en W. dan
toch?
De Voorzitter herinnert er aan, dat
deze zaak indertijd in den breede in een
geheime vergadering is behandeld, in
welke vergadering de heer Fijma niet
tegenwoordig was. Daarom trekt doae het
geen hij gezegd heeft weer in.
De heer Schrama heeft den indruk
gekregen, dat hier een ondergrondtsche
politiek wordt gespeeld in deze zaak.
De Voorzitter* zegt. dat gebleken is,
dat Verhaar zich nog niet voldoende be
kwaamd heeft en daarom krijgt hij nog
een jaar tijd om zich te bekwamen.
De heer Selhorst zou de zaak af
willen maken, desnoods in een geheime
vergadering; hij krijgt den indruk, dat
hier toch wel iets tusschen zi.t.
Kan Verhaar b.v. geen vaste aanstelling
kriigen met een proeftijd van een jaar?
De heer Loerakker wijst er op. dat
Verhaar behandeld is zooals niemand in
een particuliere betrekkinzou behandeld
worden. Hij krijgt den tijd om zich te be
kwamen en men kan niet zeggen dat de
raad lichtvaardig over zijn belangen heen
stapt.
Het voorstel van B. en W. wordt in
stemming gebracht",en met alg. stemmen
ae nomen.
Te t'en over 3 gaat de raad over in ge
heime vergadering ter bespreking van den
zetel van het vereenigingsgehouw derVer-
eeniging Bloembollencultuur."
Te 5 voor 4 hernpent de Voorzitter
de openbare vergadering.
B. en W. stellen aan den raad voor B.
en W. te machtigen tot voorkoop van een
geschikt terrein in overleg met bclanvheb-
Ivmdprt rm d't r»1"* hr-t dpgfijds aange
vraagde bedrag f 50.000) aan fe bieden
voor de stichting van-een beursgebouw
c a., op te richten door de Alg. Vereen.
Bloc mbo) 1 encu 1 tuur.
Het voorstel wordt in stemming ge
bracht en met alg. stemmen aangenomen.
Bij de rondvraag zegt de heer F ij m a,
da.t in de gemeente een soort van ruilhan
del voorkomt, met het gevolg dat de kin
deren kleeren enz. gaan inruilen voor
speelgoed; zijn B. en W. bereid, daar maat
regelen tegen te nemen?
De Voorzitter zegt overweging toe,
wat in dezen gedaan kan worden.
De heer Vermeer vraagt m? tregclen
te nemen tegen het rijden per fiets met 'n
hond aan een touw; dit.kan tot ongelukken
aanleiding geven.
De heer v. Houten wijst op de nood-
zakeliikhe:d van verbetering van de Hille-
gommerhrug.
De Voorzitter zegt behandeling
dezer zaak hif de begrooting toe.
Te even 4 uur sluit de V o o i z i 11 e r
do vergadering.
Een kijkje in New York.
Kent u New York? Et wonen 5.600.000
menschen, waarvan 2.000.000 in heb buiten
land geboren zijn. New York kan zich be
roemen, dab het meer Italianen bergt dan
Rome, meer Ieren dan Dublin, meer Duit-
schers dan Bx*emen, en een tiende van alle
Joden ter wereld.
New York telt meer telefonische aan
sluitingen dan Londen, Parijs, Berlijn.
Leningrad en Rome te zamen.
New York gaat prat op de 5 grootste
bruggen ter wereld; de kleinste is nog
langer dan een mijl. Dagelijks zijn 2000
theaters en bioscopen open en. vol. Er zijn
1500 kerken voor alle gezindten. Meer dan
300,000 bezoekers stroomen dagelijks de
stad New York binnen.
Elke 52ste seconde stroomt een passa
giers sneltrein binnen. Elke 13de minuut
huwt er een jong paar, en elke 6de minuut
aanschouwt een nieuw New YorkeTtje bet
levenslicht.
Elke 10de minuut opent een nieuwe win
kel of zaak en elke 51 minuten ontstaat
ee nieuw gebouw.
Ziet, dat is New York!
(Politiegids.)
Tragedie der mode.
De „Maasbode" geeft er 'n carricatuur
van. Maaa* een oarrioataur benadert de
"werkelijkheid vaak zeer ver!
Een dame komt in een kapperswinkel.
Zij wil de blonde haarspelden koopen.
Haar prachtig blonde haar is smaakvol
opgemaakt.
De kapper: „Mevrouw houdt nog altijd
van lang haar, de mode is kort haar".
De dame: Ik
De kapper: „Chic is. tegenwoordig kort
haar".
De dame: „U meent, dat ik
De kapper: „Ik meen niets, ik weet ze
ker. Een beschaafde wrpuw van de wereld
draagt het haar kcxrt. En 't is zoo gemak
kelijk
De dame: „Werkelijk
De kapper: „Wilt u 't niet probeeren, *t
zal u uitstekend staan!"
De dame: „Zou u denken?"
De kapper: „Bubikop is onze speciali
teit."
En hij leidt de dame in den kapsalon, en
laat haar plaats nemen.
De kapper: „Mevrouw zal zich zelf da
delijk kunnen overtuigen. Twintig minu
ten. f 1.50."
En de dame laat hem begaan. En reeds
rollen de prachtige blonde vlechten over
den witten kapmantel. De schaaT tikkelt.
De kapper: .,U prefereert dus kort haar
boven lang
De dame: Ja. maar...
De kapper: „Vele dames en heereai ook
zien toch liever lang haar."
De dame: „U gelooft dus
De kapper: „Ik geloof niet, ik weet zeker.
Er zijn veel dames die het haar lang dra
gen en daarbij blijven."
De kapper: „Met lang haar kunt u zulk
prachtig coiffure maken. En 'f is zoo
practisch."
De dame: „Is u daar zeker van?"
De kapper: „Zoo zeker, dat over een
maand geen enkele dame van de wereld
meer een Bub'kop heeft. Lang haar zou u
prachtig staan."
De dame: „Maar waarom hebt u
dan
De kapper: „Wij maken de beste combi
naties. Specialiteit van ons huis, In elke
kleur Wenscht mevrouw soms een garni
tuur in kleur?"
En de kapper draait het prachtig blonde
afgesneden haar van de dame tot een zeld
zaam mooie vlecht.
De kapper: „En billijk, kost slechts tach
tig gulden. En zeldzaam blond. Zal ik 't
voor u inpakken?"
En hij reikt de dame het pakje met
haar. Zij betaalt de rekening, een pakje
spelden 75 ets., een Bubikop f 1.50. Een
blonde haarvlecht tachtig gulden. En de
dame verlaat blij den winkel met haar
haarspelden, Bubikop en haar eigen inge
pakte haar, gelukkig dat zij tra met de
mode kan meedoen.
INGEZONDEN
(Duiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Rijnsburg, 29 Oct. 1924.
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik voor onderstaande regelen een
kleine plaatsruimte?
Het is naar aanleiding over de debatten
in onze Tweede Kamer over de Tariefwet.
Daarbij is ook gesproken om den invoer der
bloemen niet te belasten met 8 maar met
5 procent.
Ik zal den persoon in kwestie niet noe
men anders zou de gedachte post kunnen
vatten dat er partij'kwesties in geding
waren. Doch alleen wil ik even opmerken
dat toch de b!o«?menkweekers zeker met
zulke voorstellen niet gediend zijn. Ik zou
tegen zulke Kamerleden willen zeggen:
Kijk toch eens naar Duitschland. Daar
heft men op 't oogenblik zestig cent per
Kilo.
Dit is zoo hoog dat het den invoer van
-sommige soorten niet alleen hooger be
last maar de invoer zelfs onmogelijk
maakt. Dit is voor sommige artikelen geen
8 procent maar wel 300 procent. En als nu
sommige Kamerleden medelijden hebben
met de tuinders, welnu laat bet dan niet
in verkeerde richting' werken, want vele
bloemkweekers is bet lang niet naar den
zin. dat b.v. de Fransche bloemen hier zoo
gemakkelijk binnenstroomen.
Ik zou dezen Kamerleden dezen raad wil
len geven :doet de moeite eens, en gaat eeist
eens op informatie uit. Misschien komen ze
dan wel tot heel andere gedachten en vra
gen dan aan onzen Minister Colijn: och leg
op die bloemeninvoer s.v.p. nog wat op.
Want die Fransche bloemen verzwelgen
dikwiils onze arme tuinders.
Geachte Red. ik wil hiermede niet zeg-ȣ
gen dat ik een helder oog heb inzake dè|
Tariefwet. dat kan men van 't platteland f
ook niet verwachten. ir
Maar dit is ookwaar:dat door onze tuinders
op echte tuindersmanier van sommige on^f
zer Kamerleden wel eens gedacht word (Tv
wat doet zoo iemand in de kou. Gelukkig
dat wij nog een flinken Minister Colijnx
hebben, die de tuinders anders bekijkt en t,
hun belangen beter behartigt. Zouden wii_|
dit misschien nog daarover te danken heb-'y
ben dat 't platteland hem niet onbekend is? f
Met dank voor de plaatsing
T. KRALT Czn.
i
Geachte Redactie' 1
Vergun mij s.v.p. een klein plaats-je in l
Uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijit}
hartelijken dank. 'i
Zooals een advertentie in Uw blad mel<V£
denkt ondergeteekende, gelijk als in meer i
plaatsen ook te Sassenheim een inzama-1
ling te houden voor het blindeninstitnuï
„Bartimeüs" te Zeist. Deze inrichting be-"5
oogt de Christelijke opvoeding van blinde]
kinderen. Aangezien de inrichting voor 't
meerendeel kinderen herbergt van min oi^
onvermogende ouders, die geen of weinig_.J
schoolgeld kunnen betalen, doe ik met
vrijmoedigheid een beroep op de mildda- i
digheid van ingezetenen van Sassenheim, i
teneinde door het offeren van hun gaven'X
voor het blinde kind de inrichting boven'!
genoemd in stand te kunnen houden enij
daarin hun liefde te toonen voor hen, diol
zooveel moeten missen. Het groot, gemis I
van het gezichtsvermogen voel ik oolct
zelf, aangezien ik ook zelf bijna blind hen s
en mij dientengevolge door zienden, diet}
mij bereidwillig bijstaan, moet laten gewi
leiden. li
Was voorheen veler medewerking tcrtl
instandhouding van het werk dat „BaTlPl
metis" aan blinden doet, zoozeer noodi^f
thans nu de inrichting voor het grootstot
deel een prooi der vlammen werd, is dit»
dubbel noodig. Iedere gave klein engrootfy
zal dankbaar worden aanvaard.
3 November en volgende dagen denk
ik de ingezetenen van Sassenheim voor
bovengenoemd doel te komen bezoeken.
Met beleefde aanbeveling,
Mej F. VAN DER WERF,
Willem Barendsstr. 16.
Meppel. I
Voorschoten, Oct. 1924.
Rondgang om oude goederen.
De commissie voor den rondgang omf?
oude goederen heeft haar taak neerge->
legd.
De ingezetenen zullen geen circulaire j
van haar ontvangen.
De rondgang zal dus ook dit jaar niet)
plaats vinden.
De redenen die hiervan de oorzaak zijn, v
zijn lichtelijk te bevroeden.
Maar wat de oorzaak ook is de offer*
vaardigheid der ingezetenen van Voor*
schoten en Ringdijk zeker niet.
Wij zijn u grooten dank schuldig,
kens hebt ge ons met goederen en geld
blijd. jy
Wij kunnen dan ook niet nalaten u harJj
telijk dank te zeggen voor de liefde en?
toegenegenheid ons meer dan 30 jaar be*>.
toond.
Wil zelf nu uwe goederen uitdeelen en£ 5
neem nog den erkentelijken dank de.
Namens de Commissie,
P. J. H. PIER ON,
ou d -V oor zi t terji
Voor*f
g. Te J
eld ver
missie aan.
Ons Babbelhoekje. I
Beste jongens en meisjes.
De Herfst is aangekomen
Hij delffc het wintergraf
De storm schudt van de boomen
De gele blaad'ren af.
Zoo zongen we vroeger op school en mis
schien doen jullie het nu nog wel.
Het past nu wel beelemaal op den toe
stand van de natuur.
De boomen zijn kaal geworden en de bla
deren geel. En nu komen de herststormen
en schudden de boomen. zoodat de takken
dreigen te breken en de verdorde bladeren
naar alle kanten worden uitgestrooid.
't Wordt nu buiten alles even somber en
donker en vochtig en vanzelf zoeken we
du weer meer de gezelligheid in huis.
Dat is een van de mooie kanten van den
winter, 't Kan dan in huis zoo echt gezel
lig zijn, als het licht ontstoken is en de
kachel brandt.
Dan waardeeren we, veel meer dan in
den zomer, het groot© gelui dat we een
huis hebben, een huis dat voor jullie alle
maal naar ik hoop een vertrouwd, een echt
tehuis zal zijn.
Ja, de herfst en de winter zijn ook wel
mooi. Maar voor heel veel menschen wordt
het nu weer een kwade tijd. Want als de
(kleeren niet te dik zijn en de schoenen zijn
kapot, dan valt het niet mee. da-a-r buiten.
En als er dan bovendien weinig brandstof
is. en voedsel, dan wordt- het er binnen ook
niet gezelliger op.
Gelukkig als God ons daarvoor bewaard
èn als Hij ons alles wil geven wat we noo
dig hebben.
Als dat zoo is en we denken er dan aan
dat we toch niet beter zijn dan andere
menschen. dan zullen we dankbaar
zijn niet alleen, maar zullen we ook met
anderen meeleven en als dat mogelijk is
ook- graag meehelpen om hun nood te leni
gen'.
„Waterlelie" Lj3se. Wel bedankt
hoor voor je hartelijke gelukwenschen. En
omgekeerd hartelijk gefeliciteerd met
Opa's verjaardag.
„B o s c h v i o o 11 j e" Lisse.. Even-
bens mijn dank voor je wenschen. Dat was
mogeens prettig dat het ringetje zoo onver-
Iwacht weer terecht kwam.
V. en O. W., Woubrugge. Ja, ik kan
best begrijpen dat het éiet altijd meevalt,
jandaar dat ik al eens over een andere in
richting van ons hoekje heb gedacht. Jullie
hebt gelijk hoor!
„Tip To p", Leiderdorp. Genesis 4
21. Ja, 't is nu echt herfst. De wegen zullen
buiten ook wel ver van mooi zijn, denk ik.
„Maurits", Leiden. Je bent een
goede propagandist, dat moet ik zeggen.
Maar er zijn zooveel van die zaken dat ik
er nog niet toe kan besluiten.
„De R u y t e r" Leiden. Dat zijn mooie
boeken. Ik heb ze vroeger ook wel gelezen.
Zoo. dat zijn mooie cijfers. Je was zeker
wel in je schik.
„De kleine generaa 1".Ja, ik
heb ze ook gezien. Er waren heele mooie
gedeejten in. Dappere mannen toch, vindt
je niet, om dat alles te onderzoeken.
„De Kleinste" Koudekerk. Je
hebt 't goed onthouden hoor! Wel bedankt
voor je vriendelijke wenschen. Ja, zeker,
'vijf in getal
„B1 o n d i n e", Koudekerk. Ja. dat
zou zeker jammer zijn. Maar de neefjes en
nichtjes schijnen 't erg druk te hebben met
huiswerk.
„Jonge C o r r i e", Koudekerk. Nu,
dat zal een leven geweest zijn. Ik hoor het
liever op een afstand. Dat wa-s dus een
goed rapport. Prettig!
„A n j e 1 i e. r", Hazerswoude. Ik ge
niet ook al weer eiken dag van den zwar
ten Jan. Maar het is .toch nog wat vroeg
om al over de schaatsen te denken vind ik.
„Heidebloempje" Leiden. Je was
erg laat; op 't kantje af. Nee 't- weer is
nu niet erg mooi meer. We gaan nu weer
van de kachel houden,
„Junior". Wel bedankt voor je mooie
fel i ei tatieka-art.
„Vaders Jongste", Leiden. Nog
wel gefeliciteerd hoor. met Moeders ver
jaardag. Die had ditmaal wel bijzondere
beteekenis. Wel bedankt voor je geluk
wenschen.
„Sneeuwwitje", Lisse. Je hebt
gelijk dab je toch maar schrijft. Het raad
sel is ditkeer niet" zoo moeilijk.
„Breistertje", Lisse. 't Was wel
jammer dat je het niet kon vinden, maar
heel erg was het toch niet. Nee, je Moe
heeft denk ik wel gelijk gehad.
„De Germaan", Leiden. En heb
je nog iets naders van je duiven gehoord?
't Zou wel prettig zijn als ze nog weer te
rugkwamen.
Dirk III, Leiden. Je bent ook al
een liefhebber van de duivensport. Ik hoop
voor je dat ze weer teruggekomen zijn.
„M oeders m e rs j e", Noordwijk.
Gelukkig dat je nu weer heelemaal beter
bent. Ik denk dat met Sinterklaas de
springtijd al weer voorbij zal zijn.
I
Jubal zoon van Lamech, was
de vader van allen die har
pen en orgelen handelen,
Onderdeelen: harpen, snaren, diligeeren,
doedelzak, bazuinen, harmonica, handel,
pedaal, vleugel, David, Jubal, loven.
ons
II
sol
arm
e g a
doedelzak
orgeltoon
schotland
h o 1
mof
Hier volgen de nieuwe raadsels.
I. Mijn geheel bestaat uit 38 letters.
Wie niet voor is, is 30 6 36 21 25
26 24 12 13 23 kan gevaarlijk zijn.
Een 12 7 36 32 8 22 5 heeft vaak een taai
le^en.
Een 9 1 19 4 33 36 is glad.
2 7 11 31 22 37 16 is werk voor den
tuinman.
Wie arbeidt ontvangt 10 15 24 38.
Een 18 2 7 14 is een vaartuig.
Een 3 28 29 is een deel van een stad.
34 20 17 30 35 25 is een werkwoord.
IT. Miin geheel bestaat uit 29 letters.
17 14 20 9 3 26 24 4 zijn lastdieren.
12 18 27 15 11 21 29 zijn trekdieren.
Een gebraden 1 28 22 25 is voor velen
een lekkernij.
Een 23 6 17 heeft horens.
Een 16 7 2 25 is een hond.
8 13 5 i 19 1 is niet gemakkelijk te van
gen.
10 is een n
Vele groeten van
Oom FELIX.
OP VF.RKEEPHF PADEN.
HOOFDSTUK II.
't Sloeg negen uur, toen Karei de kleine,
maar nette woning ziiner ouders "binnen
kwam. Hij had e«n kleur van het draven
dat hij gedaan had.
Zijn ouders zaten, ieder met een boek
voor zich. aan de tafel.
„Zoo, Karei," zei zijn Vader, „ben je
daar weer? Het is laat geworden hè? Was
het. een mooi feest? Kom maar gauw bij
ons zitten en vertel er eens wat van."
Even later zat Karei voor de tafel en
beeon zijn verhaal.
Van mijnheer Martijn die de Kerstge
schiedenis zoo mooi had verteld en het
verhaal van juffrouw Anema dat zoo
prachtig was, van de geschenken en ver
snaperingen die hij gekregen had. alles en
alles vertelde hij.
„Wat jammer dat de kleintjes al naar
bed zijn", zei hij toen. „want ik heb voor
hen ook nog wat bewaard."
„O, dat ia niets" zei Moeder, dat kun je
ze morgen even goed geven."
„Laat niij je Bijbel eens zien" verzocht
Vader.
Even bladerde Vader er in, toen zei hij:
„Karei, neem je Bijbel mee naar je slaap
kamertje, laat hij een trouw vriend voor
je worden, mijn jongen?"
„Ja-, Va-der", antwoordde Karei. Hij
vertelde niet dat mijnheer Martijn hem
dat ook had lafen beloven.
Van het geheele gesprek dat hij met
hem gehad had, noch van het kaartje dat
hij hem gegeven^ had repte hij een woord,
't Was hem als kon hij daar niet over
spreken. Diep in zijn hart had hij het
verborgen, en trouw wilde hij doen wat
hij mijnheer Martijn beloofd had.
,,'t Was erg jammer, moeder", begon
Karei weer, „dat u of vader niet bij het
Kerstfeest kon zijn, 't was toch zoo prach
tig."
„Ja", zei juffrouw Huysman, ,,'t speet
mij ook erg, maar heb kon niet anders,
dit jaar. Vader kwam te laat thuis en ik
kon de kleintjes niet alleen laten."
't Gezin Huysman bestond uit vader en
moeder, dan kwam Karei die de oudste
was, en dan kwamen twee meisjes en een
jongen allen beneden- de zes jaar. Ge
woonlijk werden zij gezamenlijk als ,,de
.kleintjes" aangeduid.
Vader Huysman was loopknecht voor
een groot magazijn in de stad. Trouw en
eerlijk vervulde hij zijn plicht, en, gaf het
hem al geen weelde, hij verdiende toch
zooveel, dat hij eenvoudig met zijn gezin
kon leven. Daarenboven was Moeder een
zuinige huisvrouw en, wat het beste van
alles was, vader en moeder vreesden bei
den den Heere en trachtten hun kinderen
in die vreeze op te voeden.
Zoo vormden zij een gelukkige familie.
„Kom Karei", sprak juffrouw Huysman
,,'t wordt meer dan tijd voor je. om naar
bed te gaan."
,,0, moeder", sprak Karei, ,,'k hoef nu
toch niet zoo vroeg meer naar bed als
toen ik nog op school ging? 'k Ga nu toch
al werken? Hebt u nog aan mijn witte
jas genaaid voegde hij er in één adem
aan toe.
,,Ja hoor", antwoordde moeder lachend,
„een is er al klaar morgen zullen wij
eens zien, of het jasje goed zit."
Toen ging Karei naar boven. Zijn
bel nam hij mee. Hij legde hem in
kastje -bij zijn schoolboeken. Met morge;
te beginnen zou hij er iederen dag
lezen.
Nauwkeurig bekeek hij nog eens hefi
adres van den heer Martijn, op het kaat^
tje. Toen legde hij óók dat weg. Het adres
wist, hij nu wel uit zijn hoofd, maar hw
kon zich niet voorstellen dat hij het ooi€
noodig zou hebben. Voor 't oogenblilc,
dacht Ka-rel aan geen moeite of zorgenJ*
1
Alles leek hem even prettig.
Dat was een vreemde dag voor Karei j
Huysman, die eerste dag. bij zijn patroon
's Avonds te voren hadden vader en moe-
der, nadat „de kleintjes" naar bed waren! j
gebracht nog eens met hem gesproken, j
„Karei", had vader gezegd, „denk eg 1
aan dat het leven dat je nu gaat begiiif
nen geheel anders is als wat achter je, j
ligt. Toen had je ook wel plichten, klein?
plichten meest voor moeder of mij, maajj j
nu wacht je een eigen taak. Wees vrien- I
delijk en gehoorzaam voor je patroon en
doe goed je best om het vak te leereit,
En in die bakkerij zullen wel meer knecht?
misschien ook jongens zijn. Van hen zaï
je niet altijd hetzelfde hooren als je hier
van moeder en mij en op school hebt ge
leerd.
Zij zullen niet altijd met. eerbied c vn»
God spreken en je misschien ook wel
trachten te overhalen tot dingen die niet i
goed zijn.
Maar luister nooit, naar slechte vricivl
den Karei, en denk er aan dat God je al*i
tijd ziet." Zoo had vader gesproken enfl
Karei had zic-h ernstig voorgenomen naarj
vader's woorden te doen.
Dien eersten morgen was hij o zoo!
vroeg wakker geweest. Om zeven uuty
moest hij bij mijnheer van Leeuwen zijn;
maar om vijf uur was hij al wakker en
hoe hij zich ook keerde, hij kon den slaap j
niet meer vatten. 'i
Toen dacht, hij aan zijn Bijbel. O.
daar zou hij maar in lezen voor hij weg-j
ging. want hij wist niet hoe laat hij zoiij
thuiskomen en dan werd het misschien to|
laat. i
Trouw aan- zijn belofte, den heer Mar-*!
tijn gedaan, had hij iederen dag een
deelti
zijn Bijbel gelezen.
(Wordt vervolgd.)}