lüileifaMonl Tweede Blad Zaterdag I November 1924 Levenseenheid. „E>en ding heb ik van dien Heere begeerd, dab zal ik zoeken Pb. 27: 4a. Tn diit woord staat voor ons een. gesla^ gen, maar niet verslagen man, 'n vluchte ling, vèr van Jeruzalem, vèr van het hei ligdom Gods, en 't slaat hem als een vlam uit de ziel: „o Heere, één ding begeer ik yan IJ Gezegende levenseenheid 1 Deze man was een diepganger bij de gratie Gods, hij had zich afgekeerd van het bont en druk beweeg der duizendvou dige bedriegelijke bekoringen aan de op pervlakte des levens, om af te steken naar de diepte, waar hij alle lijnen zae saam- Joopen in een, in den Eenige, den God des i jheils. Neen, deze eenheid van levensrichting is niet, naar de wereld schimpt, dorre le vensverzaking, onaandoenllijk-dorre vreug de schuwheid. Godis kinderen gaan niet door 't leven met 'n versteende ziel er woelt in hen een brui'schende levensvolheid en uit hun ziel springt een vreugde fontein omhoog tot in het eeuwige leven. Want terwijl in 't leven van den natuur lijken mensch, alle lijnen naar beneden toopen, van dwaasheid tot dwaasheid, van zonde tot zonde, één Hellevaart! loop en alle liijnen in heit leven des geloofs Omhoog, van kracht tot kracht, van genade tot genade, één hemelvaart! 'n Rnmeinsch keizer zei de op z;jn sterf bed: ,.Ik ben alles geweest en dat alles is niets." Wereldmensch, gij zijt van alles en gij Öioet aan alles en gij geniet van alles ip-n gi grijpt naar alles, maar üw alles is niets, 'n warrelende kolk van verlorenheid! wijl ge dat ééne veracht, dat juist alles is, de gemeenschap des verzoenden (Gods! O wereldsche fladder gees ten, die uzelven uitleeft en verslingert aan de grootschhe-d des levens en de begeerlijkheid der oogen en den wellust des vleesches, gij zijt als fle vlinder d'ie wappert van bloem tot bloem, overal uitpurend wat hon;tr, maar straks valt hij neef, en verdwijnen zijn schitterende kleuren en vergaat hij tot Stof. Maar allen, wier hart door Gods Geest naar H^m is toegekeerd, duisterlingea noemt de wereld hen, en dat z'jn ze ook, wijl ze zich hebben blind gestaard op de heerlijkheid Gods! die zijn als de zonne- bloemen, die groeien 't warme, levenswek- kende licht tegemoet, terwijl in hun kern het zaad rijpt als een belofte van toekom stige, rijke glorie. „Als Hij maar van mij is, Slaap ik zorgeloos, En Zijns harten warme tij is Mijne llafenis altoos, Tot die teedre dwang di'er tochten., Heel mijn hart zal kneden en doorvlochten." Dat is de ervaring van allen dae 't ÏAsaf mogen na-zeggen: „Wien heb ik nevens U in den hemel! Nevens U lust mij ook niets op de Harde!" Gezegende levenseenheid! Er as ook een gevloekte levenseenheid de levenseoncentratie die zich, bu:,ten God <om, op de wereld richt, 't oveTheerscht eh voortgeerweept worden door den onhei- ïiigen hartstocht naar 't van God verbo- dene. Begeerde Adam niet juist da.t ééne, wat hij niet genieten mocht? Dat was de moe- denzonde en dat is nog de tijdzonde, 't zich zei ven uitleven naar de concentratie van den zichzelf-handhavenden, Godwe- derstaanden ik-mensch, om 't zelfde, of d't zich openbaart in den greep naar de 'zondige speculatie, 't goddelooze vermaak, de ontuchtige vrouw, 't bedwelmend© glas. Dat is de concentratie in den «ogen ik- mensch, een „vereeniging des harten" i iten verderve. Ziet ge deze Satanische levenseenheid iiict ook in 't wijde wereldleven? De mensohen vliegen elkaar naar de keel 'om de winst, om 't goud, ze verdringen en vertrappen elkaar in de mastklimmerij naa.r de hoovste pn beste p^atsen in 't le- FEUILLETON De Zegepraal van het Kruis 20) Men sprak dikwijls van Edith, doch de tranen vloeiden niet langer ais haar naam genoemd werd. Haar vogel werd gevoed, hare bloemen begoten, maar de taak viel niet meer zoo moeilijk. Het soheddensuur >ras voorbij, en daar zij gelukkig was, werd de droefheid vervangen door hartelijke övenschen, dat zij het altijd zijn mocht. r Edith had alzoo op den leeftijd van vijf- tien jaren het ouderlijk huis verlaten, om de gezèlldn te worden van een eenigszins bedorven, maar toch goedhartig en bemiiu nolijk meisje, dat een' paar jaar jonger ftvas dan zij. Sedert haar vertrek was Edith eenmaal teruggekomen om hare (moeder te bezoeken. Zij scheen in menig opzicht veranderd te zijn: doch Mevrouw Stuart bemerkte jspoedig, dat de grondtrekken van haar karakter nog slechts zeer weinig ten goede /veranderd waren. Hoogmoed, ij delheid, en feene huif en gewone zucht naar opschik en [vermaak waren nog do heerscbende nei gingen van haar hart. Zij gevoeld© zich echter gelukkig in hare P rek g, ea werd door hare weldoenster ven; maaT heel deze ziebzelve-verterende wereld gaat in één diing accoord, in den afkeer van God en iZjn dienst. „Los van God, dat is d© ware vrijheid en 't ware geluk", zoo schrijft ze in haar banier, en de Pilatussen en Herodessem worden ook in dezen dag nog van bittere vijanden innige vrienden, dan, als ze staan tegenover den Chrilstus Gods. En komt die duiveLsche concentratie ook niet aan den dag in de ééne vijandschap, die de elkaar verbijtende en veretende wereldkin deren saamisnoert tegenover Gods Kerk, en den enkellen geloovige? „Verwondert u niet, broeders, zoo u de wereld haat, want gij zijt overgegaan uit den dood tot het leven." Gevloekte levenseenheid, geboren uit den grooten z'ielemoordei Wie uit deze eenheid leeft, begeerende Wat des vleesches is, zal altijd opnieuw in zijn geluksjacht door de nevelen grijpen, om straks met leege handen en 'n leege, verkommerde ziel, 't te moeten uitroepen (God verhoede, dat dit te laat zou zi'jnl): „wat ben ik tocih een dwaas, een „onver nuftig beest" geweest!" Zalig, in wier leven openbaaT wordt de concentreerende werking van Gods Geest, zóó, dat Davids getuigenis 't hunne is: „Eén ding heb ik van den Heere begeerd." Uit 't doornige, dichte kreupélhout van 's levens verlokkingen en zorgvuldigheden zijn ze geleid op den Koninklijken weg, die regelrecht naar het huis des Heeren voert. Dan vollgtt op le levens b ede ook de le vens daad: „dat zal ik zoeken". Da', stempelt die bede als oprecht, als niet-geboren ui't een gevaarlijke levens- tweeheid, zooals Auguslinus ze gekend heeft in zijn jeugd-zondetijd, toen hij bad: „o God, hekeer mij, maar nu nog niet:!! Neen, dat Is onmogelijk, om een .nieuw hart te vragen en 't oude hart met te wil len móssen. Dat is onmogelijk, om aan Christus de rechter-, en aan Belial do linkerhand te willen geven, om in onheilig, heilloos dobbelspel te spelen met de zonde en te zon dieren op de genade. Onze God heeft lust tot waarheid in het binnenste, en wie Hem hegeeren, moeten onderwijl den Heiligen Geest niet weder- staan en uitblusschen door hun harde hart te verharden. Als wij met Maria dat goede deel moch ten verkiezen van den Heere, dat van al len die 't door genade ontvingen, nooit zal worden weggenomen, dan hebben wij ons ook hoilbegeerig in den weg te stellen, om dat genadeoord to zoeken. „Welzalig", die bij dagen en bij nachten Gods wil bepeinst, en Hem als 't hoogste goed Van harte zoekt met ingespannen krachten" ZWAK GELOOF. O zeker, 'k wil U vreezen l 'k Beloofde 't ernstig teer, Dat ik Uw kind wezen, Maar ach, 'k vergeet het Heer! Mijn heiligste belofte, Bezworen, keer op keer. Mijn innegste geloften^ Verdwenen aanstonds weer. Hoe kon 't mij ooit gebeuren, Dat ik U-w hand verstiet? Nu moet ik bitter treuren, Omdat ik U verliet. 'k Had U mijn woord gegeven, Te doen wa-t Gij gebiedt. Voor U alleen te leven. En toch: ik deed het niet. Gij kent mijn zwakke krachten, - Mijn ongestadig hart Vol zondige gedachten, Zoo duister en zoo zwart. Ach, 'k heb Uw heil'ge liefde. Uw groot geduld getart, Mijn onwil, die U griefde Bereidt mij smart op smart. Verdrijf het somber duister, Dat Uw gelaat omhult. En schijn met nieuwen luister. In 't hart van rouw vervuld. Doe mij Uw gunst aanschouwen In weerwil van mijn schuld. Schenk mij nog eens vertrouwen Heb één keer nog geduld. KEKK EW SCIIOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Rkenen: P. de Bruyn te Aalsmeer. Aangenomen. Naar Hauwert: L. A. bemind; alles scheen dus goed te gaan, en zoo verliet zij da-n nogmaals hare moeder en Glenoairn. Mevrouw Stuart vroeig zich dikwijls af hoe zusters, die dezelfde opvoeding ont vangen eb altijd samen geleefd hadden, zulk© verschillende karakters konden heb ben als Helena en Edith. De eene was zacht, standvastig en zedig, de andere i'jdel, hoogmoedig en eigenzin nig. Helena vermeed altijd do opmerkzaam heid tot zich te trekken; Edith zocht ze dea te gretiger. Helena bozat wel geen© schitterend© ta lenten, maar haar geest was krachtig en vlug, en zij bezat een gezond oordeel en vaste grondbeginselen. Haar gevoel was misschien wel wat al te levendig; doch zij wist het zoo good té be- beerschen, dat het haar zelden 'tot zwak heid verleidde'; en zij die haar innerlijk kenden, wisten alleen hoe groot har© deel neming was in het lijden van anderen. Zij bezat weinig persoonlijke aantrekken lijklieden, want reeds vroeg gewoon ziijn- de zich een eenvoudig meisje t© hooren noemen, had zij naar schatten van meer innerlijke waarde gezocht, en zich weini'g •om het overig© bekommerd; zij was zich 'dus nauwelijks bewust dat de zachte uit drukking van een rein en godvruchtig ge- F. Reddingius te Scheipenzeel (Fr.) Bedankt. Voor BerkhoutJ. Eikema te Benningbroek. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te Zutphen (vac.-Dr. J. Wa terink): W. van Gelder te Langeslag en J. Gillebaard te Noord-Scharwoude. Beroepen. Te KollumerpompP. Prins, cand. te Hilversum. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Den Haag: Joh. Jan sen te Leiden. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt. Voor Kalamazoo (Noord- Aiperika): A. Verhagen te Middelburg. Beroepbaar. Het Provinciaal Kerkbestuur van Fries- land heeft gisteren tot de evangeliebedie ning in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de heer J. E. Steenbakker Marilyon Loysen, geb. te Holten (O.) candidaat t© Gronin gen. Ds. J. Dekker. Bij de classis Kollum der Geref. Kerken is de emeritaatsaanvrage binnengekomen van Da. J. Dekker, Geref. pred. te Kol lum. Ds. Dekker diende deze gemeente sedert ruim 28 jaar. Voor dien tijd diende hij 2 jaar de Geref. Kerk van Heusden, 4 jaar die van EDardinxveld en 5 jaar de Kerk van Oldeboorn. Gemeentesplitsing. De kerkeraad van 's-Gravenhage, ge hooid de gemeente, heeft nu het defini tieve besluit tot splitsing der ongedeelde kerk in twee kerken ('s-Gravenhage-0ost en 's-Gravenhage-West) genomen, dat thans aan de goedkeuring der classis zal worden onderworpen. Kerkelijke verkiezingen. De uitslag van. de stemming voor de sinds 1923 uitgestelde verkiezing van gemachtig den in het kiescollege der Ned. Herv. ge meente te Delft luidt: uitgebracht 1764 waarvan in de periodieke verkiezing 198 blanco' stemmen. De candidaten der vereenigingen Schrift en Belijdenis en Gemeenteleven (confessio- neele.n en ethischen) behaalden 840 tot 850 stemmen, die der Gereformeerden 720 tot 730 en de Vrijz. Ned. Herv. 140 tot 150. Dit was d6 eerste keer, dat. vrouwen mee stemden er kwamen pl.m. 640 vrouwen aan de stembus. De zending in Indië. Met betrekking op de voorgenomen wij ziging van artikel 123 van liet Indisch Regeeri'ngsreglement waardoor voor de zending in Indië beperkende bepalingen zijn gesteld ontleenen wij aan het ,,A. I. D. de Pr. Bode" dat genoemd artikel ter sprake kwam in een vergadering van do afdeeling Bandoeng van do Christelij ke Ethische Partij. Op voorstel van den heer Hoekendijk, besloot de vergadering aan het hoofdbe stuur der partij, dat het oordeel der afdee ling over deze quaestie had gevraagd, le antwoorden, dat de vergadering, gehoord de toelichting op en do bespreking over art. 123, van mooning is, dat er in a-ft. 123 iets smadelijks ligt voor den Evangeliever kondiger, maar dat ze principieel bezwaren hoeft tegen dit, artikel in te trekken, in dien er niet voor in de plaats komt een zoodanige regeling, dat het niet mogelijk is, dat de een© zendingscorporatie indrin- ge op het terrein van een andere, Bijbelmisbruik. Daarop vestigt Dr. K. J. van der Meu- len in zijn nieuw weekblad „Praktika" (voor en door Prot. Godsdienstleeraars) de aandacht. Hij schrijft o.m.i „Motto-preeken zijn af te keuren. Al lereerst natuurlijk, wanneer zij ergerlijk zijn. Zooals bij den predikant, die afscheid nemende van een Gemeente, in welke hij voortdurend met zijn collega overhoop ge legen had (dit kwam oud-tijds wel voor) als tekst voor- zijn laatste rede koos: „blijft gij hier met den ezel" (Gen. 22: 5.) Of als de collega, bij wiens afscheid ik eens tegenwoordig was en die deze gele genheid misbruikte om zijn Gemeente nog eens over den hekel te halen (dit komt dus zelfs in onze dagen nog voor) aan de hand van het woord: ,,hij reisdo zijn weg met blijdschap" (HandeL 8: 39), zoodat een juffrouw die twee zakdoeken meegenomen had'voor het huilen, ze beide in haar zak kon laten. Oudtijds kwam dit ergerlijk Bijbelge bruik meer voor en we rekenen daaronder ook het verhaal, dat eens toen zekere Ds. Prinsen een vacaturebeurt in Tiel ver zuimde, de voorlezer die hem niet mocht, do Gemeente liet zingen: „Vest op prin sen geen betrouwen", waarop de gekrenk- jnoed, dii© over haar gelaat verspreid was, er cenoliefelijkheid aan verleend©, die ver boven schoonheid ie verkiezen was Edi'Lh was integendeel zoo schoon en be vallig, dat een ieder verrukt bleef staan om hare schoonheid te bewonderen, Maar helaas! wat baatten haar al deze gaven? Zij had God niet lief; en al de pogingen van hare moeder, om in dat hart waarin God niet was, de zaden deT gerechtiiigliejd te doen on (kiemen, waren, tevergeefs. ii HOOFDSTUK IV. - -i De bezoeken van Mirjam naar he't dal weiden zoo menigvuldig, dat zij in het hart van haren leermeester den pijnlijk sten angst verwekten. Imlah had zich se dert den laats ten ti jd te veel met publieke zaken beziggehouden, om op de gesprek ken van Mende-z acht te geven welke hem zijne bezorgdheid mededeelde over de ver- tnouwelijkheiid d!ie tusschen Mirjam en He lena Stuart ontstaan was, en di© de Rah- bi'jn als niets minder dlan Heiden&che af-: val beschouwde Maar Imlalh, om delzen on- ophoudelijken tegenstand tegen zijn vader lijk gezag en de kwade vermoedens tegen zijn kind geërgerd, werd volkomen doof voor al zijne vermaningen, en verbood Mendez eindelijk zich te bemoc'en met al les wat de genoegens van Mirjam uit te leeraar Dïj 'n volgend© gelegenheid wraak nam door den voorlezer (die ge brekkig was) als voorzang te doen afle zen: ,,'k ben door uwe wet te schenden^ krom van lenden" (Ps. 31:6.) En die met mij destijds op de Lucas- stichting waren, herinneren zich zeker nog wel, hoe wij daar eens moesten zin gen: ,,maar ziet van ver met gramschap aan den ijd'len waan der trotecho zielen" (Ps. 138:3) en hoe wij als jongens heel goed begrepen op wie met 't opgeven van dit lied gedoeld werd. 'Zulk misbruik zal door niemand in be scherming genomen worden, ook niet door hem, di© zich een oogenbik vergat, om daaraan toe te geven". „PATRIMONIUM" EN DE ZIEKTEVERZEKERING. Onder leiding van den voorzitter, den heer J. Hollander van Den Haag, hield de Gewestelijke Organisatie Zuid-Holland Donderdag te Rotterdam een algemeen© vergadering, die goed bezocht was. Drie en twintig afdeelingen waren vertegen woordigd. Na opening der vergadering en het af doen van enkele huishoudelijke zaken, was het woord aan dr. J. van Bruggen, voorzitter van den Raad van Arbeid te Dordrecht, die een referaat leverde over de Ziekteverzekering en daarbij de on langs gepubliceerde stellingen besprak. Spr. kwam tot de conclusie dat de wet- Talma in alle opzichten de voorkeur ver dient. Talma's wet ademt dien zuiveren Ghr. geest, die den arbeider als mensch zag, hem rechten gaf en hem persoonlijk deed meeleven. Posthuma's wet vertoont overal een dor, geestelijk-dood karakter. Het beschouwt de ziekte- en ongeval lenverzekering slechts als een geldkwes tie en met hoogere belangen wordt geen rekening gehouden. Daarom, besluit spr., wil ik u toeroe pen: Terug naar Talma. Slechts door taai volhouden kan ten slotte de overwinning worden behaald. De eerste zegeteekenen zijn er, Het moet tot ieders besef doordringen: Los van den geest van Posthuma en terug naar Talma De heer K n e t s c h (den Haag) was het in de conclusies niet eens met dr. Van Bruggen. Hij was van oordeel, dat er in de Tweede Kamer, zoowel als in den Hoo- gen Raad een meerderheid voor het be wuste voorontwerp is te vinden. Indien dit niet aan de orde komt, wordt totaal niets bereikt Het beste ls daarom vol gens dezen spreker om van het vooront werp te maken, wat er van te maken is. Want van de ziektewet-Talma zal heele- maal niets komen. De heer Zandberg (Den Haag) was eveneens van meening, dat het gewenscht is om het voorontwerp zoo te besnoeien, dat men tenminste ten deele zijn doel heeft bereikt. De heer Vermeulen (Delfshaven) zeide, dat men eerst met een gewijzigd voorontwerp genoegen kon nemen, maar toch Talma's wet blijft prefereeren. Do heer Bras (Delfshaven) was van oordeel, dat na hetgeen op de Bondsver gadering was besproken, deze vergadering niet moest wordon gehouden, daar er slechts verwarring van denkbeelden door wordt gesticht. De heer Nottoman (Bodegraven) vroeg hoe het zal gaan met de particulie re ziekenfondsen, wanneer het vooront werp wet zal worden. De heer Goslinga (Leiden, als gast aanwezig), zeide, dat hij met groote in stemming naar de rede van zijn collega had geluisterd. Hij wees er op, dat door het vooront werp van minister Aalberse de Raden van Arbeid vast in den grond worden geheid. Bij invoering van de ziektewet Talma zul len de Raden van Arbeid slechts dienst doen als oontroleeerende en toezichthouden do lichamen, wat meer gewenscht is. Spr. was het niet met dr. Van Bruggen eens, dat bij invoering van Talma's voor ontwerp, het aantal bedrijfsvereenigingen legio zal worden. Aalberse wil n.l. een ge- heelen omkeer van de sociale vezrekering. Aan het ontwerp ziektewet is een geheel nieuw ontwerp invaliditeitswet gekoppeld. En om voor deze laatste wet als bedrijfs- vereenóging op te treden, moeten de onder nemingen tezamen 80 millioen aan loon uitkeeren. Voorts wees spr. er op, dat Mi nister Aalberse wanneer hij geen kans ziet het voorontwerp door de Kamers te jagen, Talma's ziektewet zal invoeren, haar hij zelf heeft verklaard. maakte. Hij was zoo gewoon, ihaar genoe gens bnitensihnds t© izi©n zoeken, dat hij niet meer voot de kwade gevolgen vreesdte, die door deze uitspanningen wouden kun nen ontstaan. Zijne gerustheid zou .echter niet zoo .groot geweest zijn, dndien niet an dere eerzuchtige plannen zijn geest vervuld hadden; tzij betroffen het toekomstig wel zijn zijner dochter, en hij koesterde de le vendige hoop, dat de roemrijke loopbaan zijner dochter nu eerst recht beginnen zou. Hij had een afzonderlijk bericht ontvan gen aangaande eene geheime zending van Palestina. De brieven waren aan de voor naamste Rabbijnen in Duitsohland gericht; men beloofde hun eene spoedige herstel-; ling hunner rechten in het land hunner vaderen, indien hunne oversten met al hun vermogen de broeders fin Palestina wilden ondersteunen. Men verzocht dus Imlah naar Duilschland terug 'te keeren, ten eind© aan de bevordering van zulk eene roem-; rijke zaak mede te werken. Verrukt over dit blijk van hernliouwd vertrouwen, dacht 'de arme Imlah aan niiets anders dan aan zijn vaderland en aan de gewisse herstel ling, wel'ke deze vereenigd© macht aan Is raël verzekeren zou. "Wij willen niet eens trachten de heerlijke vooruitzichten to be schrijven, di© hij zich in zijne verbeel ding vormde over het nieuwe Jeruzalem, de veroveringen van den Messias en do ge- ONZE WEEKAGENDA. Evenals den vorigen winter hopen wij ook nu weer in heb Zaterdagnummer oeity weekagenda op te nemen» De bedoeling ia op deze wijze te voot». komen dat twee vergaderingen op ééq| i avond vallen en daardoor mislukken. Alle Christelijke vereenigingen uit Lel* den en omgeving kunnen hiertoe me* dewerken, door zoodra een openbare vore gadering is vastgesteld daarvan aan onz* redaoti© kennis te geven ©n bij heb vast* stellen van vergaderingen met deze agenK da rekening te houden. Eventueel© opgaven worden gaarne spo©* dig ingewacht opdat ze per eerste gele* genheid kunnen worden geplaatst. 6 November. Vergadering van' „Pa* trimonium". Onderwerp: Kan een' Chris-» ten Sociaal-Democraat zijnl 6 November. Uitvoering „Sursunj Corda" Leiden. 7 November. Samenkomst Ohr. Ver* een. voor Jeugdhulp t© Leiden. 11 November. Vergadering „Patrimo» nium" Sassenheim. 12 November. Vergadering A» R. Prof pagandaclub ,,Dr. A. Kuyper" Leiden. 20 November. Jaarverg. Hulp vereen» Geref. Zend. Bond. Spreker Ds. G. H< Beekenkamp. 24 November. Vergadering Chr. Be« Bturenbond. Spreker de heer W. Strijbis. 28 November. Mengelberg-conceTt. 9 December. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 11 Dec ember. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot van Amsterdam. 12 December. Conoert Kathleen Parlow. 15 December. Vergadering Hulp- vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden." 13 Januari Vergadering ^Patrimoni um" Sassenheim. 15 J a n u a r i. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten huis 21 Januari Comité voor winterlezin- gen, Leiden. Spreker Ds. J. Doiuna van 's-Gravenhage. 23 Januari ,rCon Amore" Leiden. Uit- - voering: Jefpta und seine Toch ter. 30 Januari. Concert Rosé Kwartet. 9 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema. 10 Februari. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 12 Februari. Comité voor winterle- zinpen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d, Bosch van 's-Gravenhage. 20 Februari. Concert Harriet van Emden. 20 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk van Voorschoten. 10 Maart. Vergadering „Patrimon urn" Sassenheim. 19 Maart. Comité voor winterlezin- gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse van Arnhem. Dr. Van Bruggen wees er in zijn antwoord op, dat Talmas wet een Ghr. geest ademt, in tegenstelling met die van Dr. Posthuma, waarin het dorre materia lisme hoogtij viert. Het gaat hier tenslotte om principes, die nooit mogen worden prijsgegeven. De nieuwe wet halt tevens al het be* staande omv.er, wat liet Rijk op enorme kosten zal jagen. Talma's ziektewet bevordert de per soonlijke verantwoordelijkheid. Wijziging van Posthdma's wet is slechts mogelijk, wanneer naar Talma teruggegaan wordt. Met geringe moeite kan Talma's wet wor den ingevoerd en op het systeem van de Raden van Arbeid in werking worden ge steld. Dat zal ook aan 's lands financiën ten goede komen. In den grond van de zaak gaat het hier tegen het monopolie der groote werkge vers, waar Posthuma's wet naar toe wil. Een goede sociale verzekering is slechts dan mogelijk, indien ze wordt opgebouwd op dezelfde Ghr. sociale denkbeelden, die Talma hebben bezield. De Voorz. sprak vervolgens een slot woord, waarin hij dr. Van Bruggen dank te voor zijn klare uiteenzetting. Voorts herinnerde hij er aan, dat het bestuur dr. Van Bruggen, langen tijd voor iets van de Verbondsvergadering was 'bekend, liad uitgenoodigd over dit onderwerp te spre ken. De heer Zandberg eindigde daarna om kwart voor zes de bijeenkomst met dank zegging. De presentielijst werd door 23 afdee lingen geteekend. heele verdelging van het Christendom; ook zullen wij ons niet bezighouden met d© uren 1© tellen, gedurende welke hij zijn© kamer open neder liep, terwijl liiij aan de heerlijke zegepraal dacht, waaraan hij waarschijnlijk deel zou nemen. Het waa te midden van eene dier droomcTijen, dat liij door het onverwacht binnenkomen van Mendez verschrikte, die, om aan zijn© boodschap meer gewicht bij te ze-tten, zich geheel in het gewaad zijner heilige bed ie* ning gekleed had. Hij maakte een lichte verontschuldiging over deze stoornis, en verzocht eenige oogenhlikken aandacht, daar hij, zeide hij, hem zulk eene gewich tige zaak had mede te deelen, dat zij geert uitstel gedoogde. lm'ah. die 6lechts aan zijn kind dacht, vroeg terstond, of haar een ongeluk overkomen was? „Ik kom u niet over een g lichamelijk onheil spreken," preveldo de Rabhijn ge* indijk, want dit ware naar zijno meeniiig niet zoozeer te duchten geweest, „neen", vervolgde hij op p^htagen toon, „maan hare ziel is met hëVi'jzer des ongeloofs toe* geschroeid, en slechts door een wonder zal zij van de doodelijkc wond© kunnen gene^ zen worden, die gij door uwe stijfhoofdig*^ hoid veroorzaakt hebt". (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5