Dagblad voor Leiden en Omstreken, j abonnementsprijs NIEUWE LEIDSCIE COURANT ;ADVERTE§mE-PRiJ& Gewon© aciverteniiën per regel 22Va cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. contract, belangrijke reductie. iKlelne ad vertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden; worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. y 5de JAARGANG. DONDERDAG 11 SEPTEMBER 1924 - No. 1310 Bureau: Hooigracht35 Leiden - Te!. Int. 1278 - Postrekening 58936 l hl LaUn et tmtn Ltidea waar egmtn gnestgd zijl Per kwartaal»f2.5(1 Per week f o.ld Franco per post per kwartaalf2.90'j V De harde werkelijkheid. .Wij mogen tegenover de ernstige pogin gen die gedaan worden om liet uitbreken van oorlogen te voorkomen en dein weTeld- ivrede te verzekeren, niet onverschillig .staan, Dat zou niet verstandig zijn. En ook niet Christelijk. Het is integendeel onze roeping om elke ■ernstige poging die gedaan wordt om den oorlogsgruwel te stuiten, aan 'te moedigen en te steunen. Daarbij mogen we evenwel de feiten miet uit het oog velrliezen. Vooral niet in deze dagen nu er zooveel over ontwapening gepraat wordt, en me nigeen zich diets maakt, dat -het ideaal jïu wel zoo ongeveer" is bereikt. Want zoo staat hët toch niet. 1 Er zijn enkele moedgevende! v e r- schijn s e 1 e 11. Maar dat is dan ook alles. Dit blijkt uit wat een onzer bladen, de N. Pr. Gr. Crt, omtrent wat in Genève werkelijk bereikt werd, opmerkt^ „Het blijkt nu, dat do mogelijkheid van algemeen verplichte arbitrage zal iworden onderzocht door de eerste commis sie. Zelfs MacDonald maakt no!g een voor behoud. Voorts zal een definitie van veilig heid worden gezocht door de derde com missie. En als men het met elkander eens wordt, dan zal een aTgemeenel confe rentie worden voorbereid om over ontwa pening te spreken. Een „ontwapening", 'die kan beduiden: vermindering van hewet- pening ook voor ons land, hoewel de kans daarop niet heel groot is, maar ook: ver- tmeerdefcimg tot verzekering van de veilig heid van andereu, dan wij zelve. Ziedaar alles. Zelfs de grootste optimist kan niet meer uit de zaak halen, als hij bij de feiten wi'1 blijven. Men hoeft de Iwete eerstgenoemde zaken in studie genomen en de hoop is uitgesproken, dat er na hard [werken iets te voorschijn zal komen dat op eenig succes wijst. Maar - feitelijk vorderde men geen stap. Als de vrees voor het misbruik van deze Idingen er niet was, dan zou men rustig kunnen afwachten en zich gereed houden Voor een milde waardeerinlg van heit ver- kregene .Maar tegenover de poging diie izul worden gewaagd, om ons volk omtrent kle werkelijke resultaten te misleiden, ten ■eindo eigen politiek stroven to bevorderen, moeten wij wel telkens weer de harde wer- kelijkheid doen zien." Inderdaad, dé «harde "werkolijk- ih e i d. En die is, dat er, zooals méérmalen 'door Minister van Karnebeek werd aam- getoond, aan de verplichte arbitrage met name voor de kleine staten een zeer ge vaarlijke kant zit. Die is, dat nog onlangs de Em'gelsche iregeering verklaarde, dat zij zich niét wilde verbinden, de militaire uitgaven niet te verhoogen. 1 Die is, dat eenzelfde verklaring werd afgelegd, door de afgevaardigden van fFrankrijk, Japan, Zweden, eniz. De harde werkelijkheid is deze, dat in liet Communistisch regeerde Rusland mannen aan het roer staan, die snakken paar de gelegenheid om Europa met ge- fw e 1 d te dwingen hun voorbeeld te vol- igen. Deze, dat mannen als Herriet die nu als vredeshelden worden gevierd, er niét «oor terugdeinzen in het eigen land den i godsdienstkrijg te ontketenen. 'Deze, dat er hij de partijen di© zoo .had roepen om den vrede een voortdurend i jveren is om den k 1 a s s e n s t r ij d aan 'te wakkeren en de revolutie 'waar bij men voor wapengeweld niet 'terugdeinst e— voor te bereiden. Deze tenslotte, dat ér bij hen die !zoo gaarüe als bestrijders van den oorlog fungeeren, geen vragen is naar God en Zijne gerechtigheid, geen buigen voor de goddelijke souvereiniteit, maar een op- eischen van het recht om naar eigen menschelijk inzicht te leven en te hande len. Zoo is de harde werkelijkheid. Die we, hoe vredesgezind overigens ook geen oogenblik uit het oog mogen ver liezen. STADSNIEUWS. Dank- cn bedestond Chr. Onderwijs. In de Hooglandsche kerk werd gister avond een clank- en bedestond voor het Chr. Onderwijs gehouden, waar de predi kanten Ds. J. Jansen en G. H. Beéken- kamp het woord voerden. Een talrijke schare vulde het kerkge bouw. Nadat gezongen was Ps. 81:1 en 12 en gelezen Ps. 8, ging Ds. Jansen voor in ge bed en liet daarna zingen Ps. 138:1 en 4. Ds. Jansen hield vervolgens een rede naar aanleiding van Habakuk 3:2, het middelste gedcel'te: „Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren." Gedurende een1 tijclsverloop van 46 jaren is telken jare een béde- en dankstond voor het Chr. Onderwijs gehouden. Spr. wil niet trachten, den strijd voor het Christelijk onderwijs te schetsen. He't Christelijk onderwijs, gaat Spr. voort, is geen menschenwerk, doch een deel van het wereld- en menschheid-om- vattend werk Gods. Van menschelijk standpunt gez'e.n was het werk voor het Chr. onderwijs klein en zwak en onrein, doch God heeft dat werk willen zegenen. God woont en werkt nog in hét midden van ons. In de dagen van Habakuk werd het W;erk Gods op allerlei wijze- bestreden. Hi'j Ziet reeds naderen de heerscharen der Chaldeeën, aan wie Ju da ten prooi zal vallen; zij rukken reeds aan. Is het wonder, dat de profeet ontroerd wordt, als hi'j dat onheil over het volk Gods ziet komen, en dat dan uit zijn ge prangd gemoed oprijst de bede: „Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren." Zoo ie het ook met het Christeli jk -on derwijs. Als we zien het werk Godta in de ge slachten der vromen, dan zal ook yoor onze kinderen de bede van Habakuk op stijgen. Ön3 kind groeit op in een TeuzenWorsTe- ling der geesten. Er is een geest der re volutie, dié ingaat 'tegen de ordinantiën van den levenden God. Hét gaat tegen de tronen en altaren. Op onrustbarende wij- 'ze openbaart zich de haat tegen den Heere en tegen Zijnen Gekalfde. En ook 'duizenden gedoopten breken mét den Driéëeni'gen God, Ih [Wienls naato1 zij gedoopt zijn, en scharen zich achter de vanen van ongeloof en revolutie. Zeker, daar is wel religie, 'dioch *t is er dikwijls een zonder den lévenden God, en er is zooveel formalisme: orthodoxie, ge speend aan de ervaring des geloofs. Daarom moet voor onze kinderen ons voortdurend gebed opgaan. Welk een zware verantwoordelijkheid ligt er voor den vader en cte moeder en den onderwijzer, die het kind moeten op voeden overeenkomstig de beginselen van Gods Woord. Het kind moet vóór alles ingeleid wér den in hét Woord Gods. Gepoogd moét worden aan dat k'lnd te too non do majesteit, de rechtvaardigheid •en de liëfde Gods. We leVch in een ti'jd Van veel christen lijk e actie, op schier elk gebied. Dat de resultaten daarvan menigmaal poover zijn, komt, omda't er te weinig gebed is. Als het gebedsvuiiT dooft, valt alle christe lijke actie zoo zwaar. Zoo moet er ook voor het Christelijk onderwijs gebed zijn. De nleitgrond daar- voor lig't iin het verbond', dat God heeft opgericht met Abraham, Zfjn vrind, en da't Hij bevestigt van kind tot kind. Dan zal' God Zijn kinderen ook niet be schamen, want God zorgt zelf voor Zijn werk. Hij zorgt ook voor het Christelijk onderwijs en zal voleindigen het werk, dat Hij begonnen is, Satan en allen dié Sion gram zijn, 'ten spijt. Hoe klein wij ook zijn en hoe zwak van krachten, toch noemt God ons Zijne medearbeiders. Geve God dan allle onder wijzers en schoolvereenigingen hun werk biddend te verrichten. Spr. stelt de vraag: Is 'dit werk Gods reeds in U? Ten slotte gaat het niet om de vraag: Wat deed ik voor God? maar: wat deed God in mij? Van nature werken' witf God tegen, doch God moét ons door Zijnen Heiligen Geest maken tot medearbeiders Gods, eerst dan zullen we mét hart en ziel werken voor hét kind en het Christelijk onderwijs. En als dan het werk Gods voltooid is, zuilen de zaligen op den eeuwigen Sab bath er mét verwondering op terugzien, en uit hun ziel zal opklimmen, do eeuwige jubel: „Niet ons, niet ons, o Heer, maar Uwen Naam geef eer, Om Uwer goedertieren heid, om Uwer waarheid wil." Nadat nog gezongen was Ps. 68:14, be trad Ds. Beekenkamp den kansel en las voor Ps. 126. I Daar zijn tientallen jaren geweest, waarin geen dank- en bedestonden konden gehouden, waarin alleen maar gebéden kon worden voor hét Ghr. Onderwijs. Doch de slag is gevallen, en de over winning is behaald, daarom iis het nu de tijd om te danken. Er zijn drie perioden geweest in de ge schiedenis van liet Christelijk onderwijs: die .van den strijd en het 'gebed, dié van de overwinning en den zegepraal, en ten slotte die van de doorwerking der begin selen van het Christelijk onderwijs. Spr. wil hedenavond inzonderheid het woord voeren over onzen plicht en roeping voor de toekomst. Iu de eerste periode, in dien tachtigjari gen strijd, is er gegeven, ontzaglijk veel, en toén de. duizendste Christelijke school geopend werd, welke gewéldige offers wa-> ren er toen niet reeds gebracht! Behalve gegeven, is er ook gebeden in dien tijd: „Verlos ons van de banden en! voer ons uit de gevangenis". Daarna is de tweede periode gekomen; welk een vreugde is er geweest, 'toen er een eind kwam aan de achteruitzetting van het Christelijk onderwijs. Deze tijd stond in het teeken van: „De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan." Er zijn thans meer dan 1500 Christelij ke scholen geopend en hot zal niét lahg meer duren, of het bijzonder onderwijs zal in dé meerderheid zijn. Nederland staat 'voorop in de rij der natiën van Europa. D'och' we zijn er neg niet, al is de worsteling geëindigd met de «zegepraal! van het recht. i,. I Er zijn nog vele gevaren die on's bédrei- 'gen. I Het grootste gevaar is niet. de Staatsbe moeiing, dat onze Christelijke onderwij zers staatsambtenaren zijn geworden en onze scholen staatsinrichtingen, doéh er is nog oen tweede, grooter, gevaar. In Rotterdam is dezer dagen een waar schuwing onder de ouders verspreid, die luidde: „Moeder, ga voor je kindje staan. Want daar komen de kindervergiftigers 's' aan". Het is duidelijk', dat deze waarschuwing Ziet op de communisten, die ook reeds de ziel van het kind pogën te vergiftigen. De kindervergiftiging gaat door in onze dagen en wo zien de ecxessen 'daarvan i!n Rusland, waar de toestanden op school gebied afschuwelijk zijn. Daar is nog een derde 'gevaar: zijn onze onderwijzers wel, wat ze zijn moeten? Men heeft wél eens gezegd, dat de Fransch-Duitsche oorlog gewonnen is door de Duitsche schoolmeesters. Zoo zou Spr. ook van de staatsgreep van Troelslra willen zeggen: is de misluk king daarvan niet te danken aan degenen, •die dezen schoolstrijd gestreden hebben van 1878 tot 1918? Zonder idealisme kan men geen' Christe lijk onderwijzer zijn, en hier dreigt thans gevaar van verslapping. Behalve deze drie gevaren: een Staiats- gevaar, een rood gevaar en een Christelijk gevaar, ié er nog een laatste, een alge meen gevaar: dat we aan alles gaan ge wend raken en niet letton op de "weldaden Gods. Spr. denkt hierbij speciaal aan de Her vormde nienschen en wordt dan wel eens herinnerd aan hot woord van Hosea: Dit volk wordt uitgeroeid, omdat het geen ken nis heeft. Wee den ouders, die hun kinderen het minste geven en hot beste onthouden. Spr. eindigde met een drietal verhaal tjes, die op pakkende wijze de waarde van het Ghr. onderwijs illustreerden. Daarna ging Spr. voor in gebed en dank zegging, waarna nog gezongen werd Ps. 126:3. De collecte voor het Chr. onderwijs hraoht f 172.60 op. Zuid-Bsvslandiich Capeüa Koor, Bovengenoemd koor hoopt a.s. Donder dag in de Pieterskerk alhier, een Avond- Concert te geven, ten bate van de Ver. Ne- Iderlandsoh Landkólonnsa'tie en Inwendige •Zending. Wij twijfelen niiet of vele onzer lezers zullen 'deze uitvoering bijwonen. Zoowel het koor als het doel dat deZe Vereeniging beoogt, verdienen veler be langstelling. Christel. Oranjeyereeniying Een advertentie in dit nummer geeft den uitslag van den baTUonwedstrijd van liet kinderfeest, georganiseerd door de Christelijke Oranjevereeni'gLng. In totaal zijn 22 kaarten terugontvan gen, waarvan 5 uit Duitschland. Verder waren ballons neergekomen in Doorn, Driebergen, De Betuwe, Arnhem, Nijme gen, Maarsbergen enz. Aan do prijswinnaars zijn de volgende -prijzen toegekend: le prijs een efectr. Schemerlampje; 2e pr. 100 visitekaartjes gratis mot naam bedrukt; 3e pr. een dó- jeunetje; 4e pr. een schilderijtje; 5e pr. een schilderijtje. De „Voordorp"-bazar. Het was gisteren voor de „Voordorp"- bazar een goede dag. Er was veel belang stelling, wat mede te danken was aan het kinderkoor van de stichting, dat op uitne mende wijze oenige liederen ten gehoore 'bracht. Het mooiste bij dit alles was dat ér goede zaken werden gedaan en dat de ■verkoopsters het meer dan druk hadden. Vanavond wordt, zooals reeds werd aangekondigd, de bazar gesloten, maar natuurlijk niet, dan nadat eerst de aan wezige goederen zijn verkocht. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Maar vele handen maken het werk licht. Daarom thans oiize laatste opwekking om aan den bazar nog een bezoek te brengen en mee te helpen de „Voordorp"- étichtiing te steun eh. De Oiefsteeg. 'Aan den raad dor gemeente is thans het volgende adres verzonden: Ondergeteekenden alle bewoners van do Lange en Korte Dief steeg verzoeken Uwen raad beleefd den naam Diefsteeg wel te willen veranderen in dien van Gravestein- straat. of Gravinnestraat. In 1375 toch heette de steeg Gravinne- steeg, waarschijnlijk naar gravin Marga- Aan het Zoeklicht Leiden, 11 September '24«{ Tot mijn genoegen las ik, dat Braat d«! onwaardige vertegenwoordiger van een deel der plattelanders, heeft afgedaan. In het orgaan van den Plattelanders-, bond deelen commissarissen en redactie mede, dat alle pogingen om de eenheid te>.; herstellen, zijn mislukt. Het centraal bestuur had eenparig deni iwenseh uitgesproken dat do hoer Braafr meer in den geest van zijn mede-afgovaar-^. di'gdo den heer de Boer zou handelen. :'i Maar dat kon je nu nèt begrijpen. ft „Ik wil, aldus de heer Braat, dé leider^ blijven, en geen; lijder worden, zal milf- daartoe desnoods met de nagels verdedig •gen; ik- weiger om achter De Boer 'te staan, ga jelui uit den Bond; bet laken.' moet maar doorgesneden worden." Dat lijkt me een gelukkig verschijnsel. Het is altijd een smaad geweest en een' schande voor het platteland en de platte landers, dat oen onbeschofte en onopge-< voedo afgevaardigde als Braat bleek te izijn. als de plattelander" fungeerde. Als men nu maar zoo verstandig is out !deze, zooals do practijk leorde, absoluut overbodig© organisatie op te heffen. Dan zijn zelfs de grollen van een Braai? nog niét geheel zonder vrucht. OBSERVATOR, i) 1 retlia. Na dien komt nu eens de naamj Diefstraafc dan weer die van Gravinnen steeg voor. Een historische verklaring van$ den eersten naam vonden ondergeteeken< 'dénl niet. Het drukke verkeer, dat dooT de slesg£ plaats vindt en haar verandering in eenj) winkelstraat doen ondergeteekenden vrij-; lieid vinden, dit verzoek tot omdooping toti£ U te richten. Ook omdat de steeg een ver-.' binding vormt tusschen de Brecsfcraat enlj Gravenstein, mede door do Lokhorststraat', welke straat een historisehen naam draagt'? moge U doen besluiten haar naam te ver-^ anderen in Gravensteinstraat. Had de steeg een grootero breedte, zij j zouden U verzocht hebben haar te noemenfi Gijzelaarsstraat en wel omdat onze zees; geachte Burgemeester haar dagelijks meer; malen passeert bij zijn gang naar en vanj> heb Raadhuis, zij vermenen echter op diej| naamwijziging niet te moeten aandringenyf daar bij de uitbreiding onzor gemeente^ zijn naam behoort geschonken te worden! aan eeni grootere en ruimere straat. Uw raad beleefd verzoekend in zijl eerstvolgende vergadering, derhalve vootfj ,de Drie Octoberfeesten, wel tot de ge-j vraagde omdooping te willen besluiten;! verblijven wij met verschuldigde hoog-i achting, enz. enz. Het stolon van fi-etsen schijnt hioïj 'lor stede don laats ten tijd aan de orde vaatf Iden dag !te zijn. Thans is -er weer u:t de^ gesloten gang van eien woning in de Mus-! schenbroekstraat oen nieuw heerenrijwiel; tont'vreemd. !f Men ziet hieruit: men kan met zijn sta-^ lien ros niet voorzichtig genoog zijn en. moet 't maar zoo veilig mogelijk opbergen, als men 't niet gebruikt. BINNENLAND f ZES JAAR MINISTER-PRESIDENT, f Heden, schreef gister do R c s.b o d e, in het 6 jaar geleden, dat minister Rii'js M Béerenbrouck aan do Rogeering kwam. Op 9 September 1918 werden jhr. Ruijs en z'n ministerie door H. M. do Koning beëodigd. Een langdurige crisis was daar-, aam voorafgegaan en Mgr. Nolen3 had dcf grondslag gelogd waarop Ruijs. ronmary PEUILLEYOM De Sterren hadden gelogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. 60) Hij wilde de aanleiding tot den woor denstrijd kennen. Een voorgevoel zeide hom, dat daar weer een inwoner des lands zich te beklagen had over zijne soldaten en de gedachte daaraan deed zijne ade ren zwellen en verduisterde zijn blik. Toen hij naderbij kwam, zag hiij een hoer, die aan een korporaal en een drietal Duitsche soldaten het bezit van eene koe jbetwiistté. i Plotseling weken de soldaten terzijde, 'toen zij den koning 'ontdekten en de kor poraal bleef, bleek van schrik, als aan den grond genagejld staan. Do koning zag den boer bedremmeld y voor zich staan en zeide op gestrengen toon: i „Welnu, vriend, gij! woudt u bij den ko ning beklagen. Wat is er?" De boer, die nu nog meer verlegen .word, daar hij begreep mét den koning zelf te doen te hebben, stamelde: ,,Sire, deze korporaal roofde met zijne eoldaten mijn eenige koe, welke mij van dé twaalf pvergebleven is. De Wallensteiners en Brandenburgers hebben mij de elf andere ontnomen. Als ik deze ook nog moet missen, komen mijne vrouw en mijne kinderen om. Och, ik bid u, wees mij genadig, Sire!" smeekte de boer, de saamgewrongezi handen tot den koning opheffende. I „Gij behoeft geeno genade te vragen, man," zeide de koning verontwaardigd, terwijl zijn gelaat van toorn gloeide. „Rech't hebt gij te cischen en recht zal u gedaan worden!" Daarna wendde hij zich tot de soldaten. „Roep mij den commandant van gindsche wacht hier, en gij, korporaal, gij blijft!" Toen do commandant verschenen was, wendde de koning zich tot den korporaal, 'greep hem bij do haren en zeide: ,,'t Is beter, dat ik u straf, dan dat God u en om uwentwil ons allen bezoekt! Comman dant, deze man moet sterven en jaag zijne handlangers als eerloozen huiten het kamp!" Weldra was de commandant met den sidderenden korporaal en de soldaten ver trokken on de ontstelde boer verwijderde zicili met zijne koe, nadat do koning hem een geldstuk ter hand gesteld had. i Von Mitzau was ontzet. Zóó had hij den koning nimmer gezien. i „Heer von Mitzau! Ik ben te zeer ge schokt, om heden den krijgsraad bij te wonen. Zeg de lieoren, dat ik niet zal ver- schijnen! Doch ik wacht ialle Duitsche be velhebbers hedon te vijf uren aan mijne tent." En de verontwaardiging en ergernis van den koning waren geenszins geveinsd. Nauwelijks meldde men hem, dat de Duitsche bevelhebbers daarbuiten waren, of weder slak de storm in zijn binnenste op. Hij liet ze niet binnentreden, maar be gaf zich tot hen: l „Mijne heerenl" zoo sprak de koning, „ik heb er behoefte aan, mijn hart lucht te geven over de weinige tucht, welke gij in uwe gelederen weet te handhaven en over de ion gehoorzaamheid en bandelooshiid uwer troepen. 1 r! Nog heden heb ik, uw koning, een viertal schaamte!ooze roovers, die een ar men boer ook van het laatste berooven wilden, wat hij bezat, aan don rechter moeten overgeven. Ziet, dat moest uw taak zijn; maar gij bekommert u niet in het minst om mijno bevelen cn 't schijnt u niet te ergeren, dat onze naam gevloekt wordt door do land lieden als die van Wallensleins roovers en bandieten. - i Doch, bij God, ik zal er voor weten to waken, dat mijne Zweden van nu af de eer huns konings onbevlekt houden in dit vreemde land. - I Gij, vorsten, hoeren en edellieden, gij, die uw eigen land helpt verwoesten, uwen land- en geloofsgenooten het bloed uit zuigt, mijn hart is \verbit.texd en mijne ingewanden sidderen, dewijl ik thans de klacht verneem, dat do Zweedse he solda ten voor onbeschaamder gehouden wor den dan die des vi jan ds. Maar, neen, het zijn mijne Zweden niet; gij, Duitschers. zijt het, die u met allerlei uitspattingen bezoedelt. Intusschen, ik laat u thans m?jn wil ver staan en het zal uit zijn met ai deze gru welen. Gij zult u zelf aan mijne bevelen houden en uwe soldaten daaraan binden; want be ver dan den toorn Gods over mij en mijn volk te vergaderen, laat ik u allen door mijne Zweden en Finnen nederhouwen!" 's Konings gelaat.gloeide van toorn en 'nauwelijks had "hij uitgesproken, of hij wendde den ontstelden hevelhebbers de.n rug toe en begaf zich weder in zijne tent. Van toen af echter werden ordo cn lucht gehandhaafd en de landlieden ondervonden het beet van allen den invloed van 'e ko nings strafrede. Het verdroot den koning langer hier to blijven. Hij wilde zich andermaal naar Beieren be'geven, om alzoo den Friodlander to noodzaken tot den strijd. Met wapperende banieren en onder de tonen der krijgsmuziek trok hij voorbij liet leger van Wallenstein, nadat hij z jc kamp opgebroken en Neurenberg genoog-^ zaam versterkt had. De hertog waagde het niet, den wegtrelw kenden koning to storen. Zes dagen daarna liet ook hij zijne ten-*' ten verbranden, de streek tot ver in he^ rond verwoesten en trok toen, door dent vloek der bowonera gevolgd, naar Saks"nx om den keurvorst le dwingen, de zijde vart den Zweedschen koning te verlaten. j Doch Gustaaf volgde hem door geheet Thüringen, teneinde hem den inval ia Saksen to beletten t De tocht van den koning door Thürin-i gen was een ware zogeTocht. Overal stroomden dé bewoners h>e ont den held to zien, die zich opgemaakt om voor hen en hun geloof te s/.rijdeiy Men knielde aan zijne voelon en kuste dff zoomen van zijn kleed. Doch Gustaaf verbood deze naar zijns meen:ng te ver gedreven hulde; hij waS daaronder bang tomoede. „Onze zaken staan 'goed," zoo z^id" 1»«i. tot Fabricius, zijn hofprediker, „doch ik vrees, dat Gol mij voor de dwaasheid de-* j zes. vols r.l: »ff. n za'. (Wo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1