Aan hel einde der Week Na Londen, Genève, is de laatste weken >el eens gezegd, o.a. door den Britse-ben premier MacDonald. Nu de Londensöhe conferentie acliter Sen rug ia en de daar gesloten overeen komsten door de betreffende parlementen goedgekeurd, kan de wereld een beteren njd, een tijd van waren vrede tegemoet jfcien. i En ze zijn er weer, de vredesidealisten, ftie een betere toekomst zien aanlachten, hoewel bun zang niet meer zoo jubelend, ■opklinkt als in vroeger dagen. Zij zijn teel schuchterder geworden en voorzichti ger: de ondervindingen der laatste jaren hebben ons immers door schade en schan de wijs gemaakt. Wijs? ach ware het zoo. i Ja, we hebben nu niet meer die kinder lijke naïveteit, waarmee we vroeger wel licht dachten, dat als deze oorlog maar Eenmaal tot het verleden behoorde, wé in 'ilk geval een lang tijdperk van vrede gouden tegemoet gaan, reeds hierom, orn aat het financieel, en daarbij omdat het psychisch onmogelijk zou zijn, weer oor- Jog te voeren. 't Bracht immers geen voordeel voor de ^kapitalisten" en de „arbeiders" zouden alich niet langer voor dergelijke barbaar- 3che doeleind in te laten gebruiken. Doch wie er, die dit tegenwoordig nog ïou volhouden durven? Neen, de volken zijn nog niet „wijs" geworden, 't zijn nog slechts de enke lingen, zij het ook de besten en zij 't •sok dat hun woord weerklank vindt in de anassa. Thans is MacDonald de man, van wie •de wereld het vengracht. De grootste wel doener van Europa. I Zal hij meer succes hebben dan Wil- «on? Hij tracht de denkbeelden van dezen laatste in do practijk om te zetten, en dat In 'n tijd, die daar wellicht geschikter voor geworden is, omdat de overwinningsroes voorbij is, en m'sschien ook op nuchtere wijze dan de vredesideahst der Nieuwe ■Wereld. Zoo is dan in do afgeloopen week de Volkenbondsverg adering te Genève begonnen. Een vergadering, waaraan in de geheele Wereld groote waarde wordt toegekend en waar de mogendheden hun meest vooraan staande mannen heengezor den hebben. En Donderdag heeft MacDonald zijn groote rede gehouden, waarin hij vooral op een drietal zaken de aandacht heeft gevestigd: de toelating van Duitschland, de aanvaard'ng van het beginsel van ar bitrage en de voorbereiding eenér ont wapeningsconferentie. Een schoon program en dat perspectite- vend opent naar een betere toekomst. Wij zullen ons geen1 overdreven ver wachtingen maken van wat er in de prac tijk van te recht zal komen. Immers, ook al kende men de teleur- 'ötellingen der laatste jaren niet# dan wis ten we nog, dat de mensck van natura zondig is en dat we daarom hier op aarde nimmer een toestand van vrede en store loos geluk zullen bereiken. Doch we hopen desalriettemin, dat God in zijn algemeens genade deze pogingen mogo zegenen en althans iets daarvan wordt verwezenlijkt. i Momenteel zijn wij nog verre daarvan verwijderd, ook als wij het oog richten naar die landen, die meer buiten het cen- 'trum der wereldibelangsielling liggen. In China is de afgeloopen week de fends eenigo weken dreigende burger oorlog begonnen, 't. Gaat tusschen de mili taire gouverneurs vm een tweetal provin cies en de strijd wordt op verbitterde Vijze gevoerd. De Westersche mogendheden hebben reeds schepen naar deze streek gestuurd, 'teneinde in dezen toestand in te grijpen of althans de vreemdelingen voor over last te bewaren. In Marokko is het al niet veel beter De Spanjaarden hebben bet hier zwaar te Verantwoorden, vooral daar 't schijnt, dat men hier met een algemeeiien en min of «neer georganiseerden opstand der Moo- ren te doen heeft. En tot dusver zijn de Spanjaarden nog Piet erg gelukkig in hun militaire opera ties om den opstand meester te worden Zoo zet. het er cp verst billende plaatsen in de wereld, zoowel bij dé „beschaafde" als de nog „barbaarsehe'' natiën nog niet naar uit, dat dé schcone p'annen van "MacDonald haar verwezenlijking reetls nabij zijn. Van „broederschap" tusschen de mensclien is nog weinig te bespeuren. EEN BELANGRIJKE VONDST. Onder den titel „Sensationeele ontdek king: de 142 boeken van Livius' geschie denis ,,Ab iirbe condita" bevatte dezer dagen, de „Bivista Indo-Greco-Italica" het volgende bericht: „Dr. Mario di Martino-Fusco, directeur tan het tijdschrift „Mouseion" en uitgever van „Biblioteca" kondigt aan, dat hij de complete werken van den Bomeinschen historicus gevonden beeft in een reeks af schriften in unciaal schrift. De bekwame onderzoeker beeft de mede- deeling niet alleen aan den redacteur van dit blad op herhaalde navraag bevestigd, maar eraan toegevoegd, dat bij onmiddel lijk na het afschrift van de tweede Decade alle deelen ter beschikking, van -de geleerde .wereld zal stellen. Hij neemt een angstvallig stilzwijgen in acht omtrent plaats en omstandigheden van de 7ondst, daar hij niet van den roem .van de eerste vondst beroofd wil worden. Daar wij geen middelen hebben om heb bericht te controleeren, berichten wij het nieuws op gezag van dr. di Martino, hoe wel wij verbaasd zijn over het algemeen stilzwijgen over deze zaak. waarbij toch Zooveel op het spel staat." Later seinde Dr. di Martino Fused nog aan den Manchester Guardian: „In den loop van nasporingen in bet iwerk van de Napelsche calligraphische scholen der zesde eeuw, kreeg ik de over tuiging, dat er een codex moest bestaan van de werken van Livius en ik ben er ten slotte in geslaagd die te ontdekken. De ontdekking zal worden medegedeeld in de Koninklijke Academie te Napels en in bet tijdschrift Mouseion." Indien bovenstaande berichten juist zijn en niemand minder dan Prof. Francesco Bibezza, de redacteur van de Bivista Indo- Greco-Italica heeft verklaard aan de authenticiteit der ontdekking te gelooven hebben wij hier met een der allerbe langrijkste vondsten van den laatsten tijd te doen. Titus Livius werd in heb jaar 89 v. C. te Patavium, het tegenwoordige Padua. geboren. Hij was dus, evenals zijn oudere tijdgenoot de dichter Vergilius, uit Gallie afkomstig. Op jeugdigen leeftijd reeds kwam bij te Bome wonen en ontving daar, evenals alle voorname Romeinen van "dien tijd, onder wijs in de wijsbegeerte en de welsprekend heid. Reeds vroeg toonde hij belangstelling voor historische studiën. Ofschoon hij overhelde naar de Bepubli- keinsche partij, stond hij bij keizer Augus tus in hoog aanzien, In het jaar 17 n. C. stierf hij in zijn ge boorteplaats. Het hoofdwerk van Livius is een volle dige Bomeinsche geschiedenis ,,Ab uibe condita" (d.w.z. vanaf de stichting der stad.) Zij bestond uit niet minder dan 142 deelen („boeken") en liep tot aan den dood van Drusus in het jaar 9 v. C. Veertig jaar beeft Livius daaraan gear beid. En hoewel hij over dien tijd van zeven en een halve eeuw de meest verscheidene bronnen heeft geraadpleegd, toch beeft hij een werk „aus einem Gusz" geleverd. Dat komt, omdat bij een bepaald doel met zijn werk op het oog bad. Evenmin als de meeste andere geschiedschrijvers der oudheid ging het hem er om. door we tenschappelijke bronnenstudie, historische critiek e.d. na te gaan, wat er precies ge beurd was. Zijn doel was een ander. Hij, de vurige patriot en bewonderaar van het verleden, zag met smart het verval der oud-Romeins cke zeden en door zijn historiewerk wilde hij zijn tijdgeniooten laten zien de grootheid van Bome in di© lang vervlogen dagen, opdat zij zich daar aan zouden spiegelen én weer terugkee- ren tot den eenvoud der vaderen, Livius schreef dan ook niet voor geleerden doch voor de ontwikkelden zijner dagen. Daar om schreef hij niet dropg doch op onder houdenden toon. En hij was. een uitstekend verteller Nu is het voorts een eigenaardig feit, en toch ook weer vanzelfsprekend, dat naarmate Livius dichter bij «zijiT. eigen tijd komt, zijn werk uitvoeriger, en ook histo risch betrouwbaarder wordt. Wat dit eerste betreft, de twee eerste Punische oorlogen (de tijd van 264 tot 201 v. C., alzoo 63 jaar) omvatten 15 boeken en de 35 jaren van Caesari tot Drusus' dood (449 v. C.) niet minder dan 33 boeken. Helaas, dat van dit geweldige geschied werk van Livius tot dusver slechts een gering gedeelte tot ons is gekomen n.l. het volgende de eerste 10 boeken, van het jaar 753 tot 293; de boeken 21 tot 45, van het jaar 218 tot 167; belangrijke fragmenten van ihet 91ste boek over den oorlog met Sertorius (76 ïö-) Het overige is tusschen de 7de en de 13de eeuw verloren» gegaan, vermoedelijk door de moeite, die aan het copieeren van zulk een omvangrijk werk vóór de uitvin ding der boekdrukkunst verbonden was. Ook bestaat er nog een verbaal, dat paus Gregorius I (t 604) alle boeken van Livius. die hij kon bemachtigen, ver brandde. Tot dusver is er sleelits eenmaal een belangrijk stuk teruggevonden, nl. boek 16, dat in 1772 in het Yaticaan gevonden werd. Van de rest kenden we Biechts de ^be knopte inhouden", die vermoedelijk in de 2de eeuw door een zekeren Florus waren samengesteld, benevens eenige citaten bij andere schrijvers te pas gebracht. Het zou dan ook buitengewoon belang rijk zijn, indien wij binnen niet al te lan gen tijd den geheelen Livius in ons bezit zouden hebben. Vooreerst om de completeering van on ze kennis, doch tevens vooral omdat we dan ook de belangrijkste gedeelten, die we tot dusver moesten missen, en die de histoire comteemporaine van Livius' eigen tijd bevatten .weer bezitten. Zonder twijfel zal dan nog op vele ge beurtenissen uit dien interes santen tijd van de eerste eeuw vóór Christus' geboorte een nieuw licht vallen. Uit het Sociale Leven Christe!fjk-Na»i©naal Vakverbond. Zooals wij reeds meldden is Donderdag te Utrecht een buiengewone vergadering tv an liet Ckristeli jk-N ationaal Vakverbond gehouden, ter bespreking van het voor ontwerp Ziekte- en Ongeval lenwet 1925, dat thans bij den Hoo- gen aad van Arbeid aanhangig is. De heer G. S m e e n k, lid van de Tweede Kamer, heeft over dit voorontwerp een voordracht gehouden. Hij stelde ten slotte de vraag: Hoe moe ten wij tegenover dit voorontwerp staan? Men kan zeggen, aldus zeide hij, er is een Ziektewet, dié ons meer bevredigt dan dit voorontwerp, laat men die invoeren. Spr. gelooft, dat de kans gering is, dat dit geschiedt. Daarvoor zou, vreest hij, geen meerderheid in de Kamer te vinden zijn. Onder, handhaving van de verschil lende bezwaren, die wij hebben, zullen wij, aldus de beer Smeenk, het verstan digst; doen, gezien het feit, daï de invoe ring van een ziekteverzekering noodzake lijk is, het voorontwerp niet volstrekt af te wijzen en te trachten eenige bezwoe ren te ondervangen. Hij stelde de vol gende conclusie voor (al bevredigt deze 'hem zelf allerminst): Het Chr. Nat. Vakverbond in buitenge wone vergadering bijeen, gehoord de besprekingen over bet voor ontwerp eener Ziekte- en Ongevallenwet 1925; handhaaft de reeds vroeger ontwikkelde bezwaren tegen bet stelsel der bedrijfsver- eenigingeu en tegen de collectieve ziekte verzekering, en geeft' mitsdien de voorkeur aan de invoering van de wet-Talima, op enkele punten gewijzigd. Spreekt evenwel al's zijn oordeel, uit, dat spoedige invoering eener wettelijke ziekteverzekeringin hooge mate wcnsche- lijk is en dat uitsluitend met het oog daarop ook de thans voorgedragen rege ling, boewei deze inmenig opzicht zeer gebrekkig is, eventueel als basis niet reeds bij voorbaat behoeft te worden afgewezen; acht .heit in elk geval nood'ig, dat wor den aangebracht zoodanige wijzigingen, dat dé bedrijfsvPreenlgingen uitsluitend" worden gevormd door werkgevers- en werknemersorganisaties; dat slechts medewerking verleend kan worden door bona-fide vakvere«nig:ngen, aangesloten bij een landelijke vakcentrale; dat de dispensatie, bedoe'd bij art. 12, alleen verléend kan werden aan reeds thans bestaande vereenigingen en fond sen, en dan nog slechts voor een periode van ten hoogste vijf jaar; dat. de controle op de naleving van de wettelijke bepalingen, ook voorzoover be treft dé uitvoering door bedrijfsvereend- gingen, geschiedt van overheidswege; dat In het bijzonder ook de medische controle, „dm er voor heeft te waken, dat de door een ongeval getroffen verzekerde, onverschillig wie de risico-drager is. be hoorlijk -genees- en heelkundig behan deld wordt", niet aan do hedrijfsvereeni- gin.gen wordt overgelaten, maar uitge oefend wordt door een rnediscihen staats dienst. overeenkomstig de toezegging van den Minister van Aibe:d in de zitting der Tweede Kamer van 8 April j.l.; dat de minimum-uitkeerinr bij ziekte en ongeval wordt gebracht op 80 nCt. van het loon, in overeenstemming met de be palingen ten opzichte van het ziekentreld in onderscheidene collectieve contracten opgenémen; dat geen ziekenfondsen voor heel- en ge neeskundige -hulp worden toege'aten, d e winst beoogen; dat de in art. 107 genoemde onderne- mersfondsen niet'worden toegelaten; dat vast komt te staan, mede in verband met, het bepaalde jn art. 128, dat ook de kosten der gewor.e geneeskundiere behan deling van een door een bedrijfsongeval getroffen arbeiders door het risico-dragend orgaan aan het ziekenfonds worden vér- goed." De heer S.noeck Henkemans is het voor 99'pet. met den referent eens, maar staat voor' de rest lijnrecht tégen over den heer Smeenk. De inleider hééft van het ontwerp geen 'goed woord gezégd, maar adviseert ten slotte técili tot spr. verbaz:aig' tot aanne ming van het huidige voorontwerp. Spr. had dat niét verwacht en somt op welke conflicten hij bij de invoering van dit Voorontwerp voorziet. De onzekerheid Wordt grocter en de kans op se'ectie evén- éens, terwijl in de ongevallenwet een breuk geslagen wordt. Spr. mee.nt dat de ref. een vergissing heeft begaan n.l. door zich aan Kuyper's en Lely's standpunt te referee- ren. Toen was het alles of niets, maar er is nu een ziektewet en de minister kan hem morgen aan den dag invoeren. (Geroep: Maar de Minister doet het. niet). De 'heer Snoeck Henkemans: Dan moet. een andere Minister het doen! (Applaus). Spr. dringt aan op invoering der be staande wet en adviseert, om zich niet neer te leggen bij het ingediende vooront werp. (Applaus). De heer Bakker Oid der Tweede Ka mer) brengt allereerst de groeten van den Chr. Nat. Werkmansbond over en merkt op, dat de conclusie van den inleider k'opt als een. tang op een zeker dier. Spr.'s overtuiging is dat vooral ten platte1 ande door de collectieve zekteverzekering dui zenden arbeiders zullen uitgesloten wor den. Ziekte en ongevallen moeten niet a.an elkander gekoppeld worden. Spr, waar schuwt voor centralisatie, een schooue leuze met een vaak leelijke practijk. Het vermoorden Ivan de particuliere kassen heeft Spr. zeer teleurgesteld. Spr.'s con clusie is een andere dan die van den heer Smeenk. Hij gelooft dat een gewijzigde wet TaTma populair zou zijn bij de ar beiders. - De heer B u ij s (Ambtenaren) heeft eveneens bezwaren tegen het voorontwerp. Spr. vraagt van wie een losse arbeider, diie een ongeval krijgt, een uitkeering zal krijgen, van den Raad van Arbeid of van de bedrijf-svereeniging? Het ontwerp zwijgt er geheel over. Spr. waarschuwt voor de consekwenties van het ontwerp. (Applaus). De heer P. K e u 1 e m a n s, voorzitter Raad van Arbeid' te Amsterdam, meent, 'dat de vergelijking Smeenk-Kuyper niet opgaat, wat spr. aantoont. De "sociale verzekering gaat naar spr.'s meening niet den goeden kant uit, al is het moeilijk om dat precies aan te toonen. Een feit is het echter dat het individueel verzekerd zijn van den arbeider bij bet rieuwe ontwerp komt te vervallen. Di't is niet te onderschatten. Spr. becritis.eert nu nader de technische zijde van het ontwerp om aan te toonen, dat het voorontwerp in ffagranten strijd is inot de gedachte- Talma. De héér Wetselaar (Metaalbewer kers) memoreert dat de Chr. vakbeweging nog altijd staat op het standpunt dat de wet-Tatma, voor den arbeider het beste is, hem biedend de zekerste rechtspositie. Spr. -releveert de, politieke constellatie en vraagt waarom de A.-R. en G.-H. partij zelve niét het initiatief namen voor in voering van de bestaande Ziektewet. De heer Snoeck Henkemans in terrumpeert: Omdat de Minister zich toen nog niet. geheel uitgesproken had. De heer Eikerbout (Metaalbewer kers) meent dat Minister Aalberse zijn goeden tijd heeft laten voorbijgaan en 'thans aan den leiband van Mr. Groene- velid loopt. Spr. is niet bevredigd over den gang van zaken bij de Raden van Arbeid. Spr. prefereert de bestaande Ziektewet verre boven het huidige voorontwerp. Hij heeft nog liever geen Ziektewet dan dit ontwerp. Spr, wenscht de conciusie- Smeenk niet té aanvaarden, maar een motie, waarin uitgesproken wordt dat men de invoering van do Ziektewet-Talma verlangt. (Applaus»), De heer Hofman (Typografen) wenscht een ander geluid te doen hooren dan zijn vooi ganger. Spr. gelooft dat van de Talma-wetten toch niets komt en daar om meent Spr. dat aanvaard moet worden- noodgedrongen, wat in het belang der ar beiders is. De heer W ij n b e e k (Ambtenaren) wijst er op h'óo goed de medische dienst der Rijksverzekeringsbank werkt en hoe in het algemeer. die hank, die niet van het particulier initiatief uitgaat, uitste kend functioneert. De heer A m e 1 i n k (seer. C. N. V.) heeft geen bezv^anr tegen collectieve ver zekering. Spr. betreurt eveneens de ver snippering di> het ontwerp bréngt en. klaagt ook over de vage omschrijving van het begrip „bedrijfsvereniging". Spr. heeft ook bezwaren, maar waarschuwt voor overdrijving. Spr. is vóór aanvaar- d:ng van het ontwerp, temeer daa.r dit niet beteekent loslaten van een der Chr. principes. Spr. heeft geen enkele illusie dat de wetten-Ta'ma nog ooit worden in gevoerd. De geesten, zijn in onzen tijd heel ander-s. (Tegenspraak). De beer R u p p e r t. (penningm. C. N. V.) heeft eveneens bezwaren tegen de gesties van Minister Aalberse, bij wien. in deze zaak geen vaste lijn valt te ontdek ken Toch moet spr. waarschuwen tégen do overdrijving waarmede men sommige be zwaren heeft naar voren gébracht. (De spreker wordt herhaalde1-'ik geïnterrum peerd). Spr! adviseert om het voorgestelde voorontwerp te aanvaarden, omdat hij vreest, dat een wpder op de helling bren gen van de wet-Talma allerlei moeilijk heden zal brengen en invoering van die wet binnen korten tijd niet is te verwach ten. Hierna diende d? heer Smeenk van repliek. Spr. Het. enkrie detailpunten rus ten; zet-te- onderscheiden zaken nader uit een en handhaafde zijn zienswijze. De voorgestelde conclusie werd hierna met" enlele wijzigingen aangenomen, •Wa.arna da vergadering op gebruikelijke wijze werd gesloten. Uit de TextlelindüstrfiB. Op de Twentsche bontweverij te Hvim-o io, waar de arbeiders" reeds langen tijd.: slechts 3 van de .4 weefgetouwen bedienen,; wórdt thans, tot nadere ''aankondiging slechts 4 dagen per week gewerkt. Tevens is aan eeu 5-tal arbeiders, waaronder 3 met 40 d'enstjaren, wegens bezuiniging eervol ontslag verleend. Ge nepmiddelen. Te Brussel zal 23 September as. wor den gehouden een congres van. het Inter nationaal Verband van Christelijke Vce- di es-- en Genolmid delen -arbeidersbonden. Naast verschillende zaken van huishou- delijken aard. bevat de agenda ook het punt: de nachtarbeid -'n bakkerijen, in verhand met-, de gehouden conferentie te Genève. - LE1DSCHE PENKRASSEN Amice. De vorige week merkte ik op, dat we nu weer kom:n in den tijd dat er vergaderd wordt. In het algemeen genomen is dat zeker -jir:st, maar wat Le:den betreft, moet hier toch een kleine Uitzondering worden gemaakt. Wie hier in de maand September een vergadering van Kiesvereen-ging of Pro- pagandacluib of wat dan ook uitschrijft, kan reeds bij voorbaat, verzekerd zijn, dat het resultaat betrekkelijk gering zal zijn, omdat voor men aan dergelijk winter werk begint eerst de 3 October-feesten ge passeerd moeten zijn. Dat geldt, wol in zeer bijzondere mate van 1924, nu niet alleen tegen het einde van deze maand een schitterende winkel week wordt voorbereid, maar nu boven dien de 3 October-feestenwaarbij H. M. de Koningin voor een deel tegenwoordig hoopt te Mijn, mei bijzonderen luister ge vierd zullen worden. Uit wat omtrent de gemaakte plannen uitlekt, blijkt wel, dat ongeveer geheel Leiden in een feestkleed -zal worden gesto ken en dat groote sommen zijn bijeenge bracht, om met de versieringen een goed 'figuur te maken. Ik behoef wel n:et te zeggen; amice, dat ik mij daarover hartelijk verblijd. Op nieuw blijkt nu weer dat de liefde voor Oranje ook in Leiden nog niet gedoofd is, en dat de komst van Oranje ook hier de harten nog in vlam kan zetten. En bo vendien het geld dat thans is bijeenge bracht wordt voor een zeer groot deel weer door Leidenaars verwerkt, zoodat op deze wijze ook weer het. algemeen belang bevorderd wordt en menigeen weer een kans heeft een extratje te verd:enen. Overigens wil liet mij voorkomen, dat van de versieringen wel eens wat al te Veel werk wordt gemaakt. Ik voor mij ken 'geen mooiere versiering, dan een groot aantal! vlaggen met Oranjewimpels. "VVat een keurige en kleurige aanblik geeft een straat waar van huis tot huis de nationale driekleur wappert. Vindt, men dat te een voudig, dan had men op sommige punten 'een eerepoort kunnen plaatsen, maar Verder behoorde men, dunkt me, behalve 'op de grachten waar met verlichte bal lons in de hoornen een mooi effect bere'kt 'kan worden, niet te gaan. De ruwe houten getimmerten In de straten mét de houletf of papieren schilden, zooals men ze b.v. bet vorig jaar in Den Haag zag, maken op mij altijd! een ietwat onaangenamen in-< :druk. Natuurlijk is dit een persoonlijke opvat-: ting waaraan .niemand zich behoeft te sto ren, vooral omdat ik gaarne erken op dit gebied niet deskundig te zijn. Maar des-n klmdiig of niet amice, tot mijn gToote schrik heb ik vernomen, dat er p'annen 'zouden bestaan, voor liet stadhuis leen! eerepoort op te richten, een plan, dat naar 'ik hoop niet uitgevoerd zal worden. Mo dunkt daarvoor is ons stadhuis toch te mooi Men moest voor d:,t historisch bouwwerk, dat door de betrekkelijk nauwo straat toch al zoo weinig tot zijn recht komt, althans zooveel eerbied hebben, dat bet niet dioor eerepoorten e.d. wordt ont- s'erd. Een verlichting bij avond waardoor de lijnen van dit gebouw goed uitkomen, is dunkt me het eenige dat bier mogelijk en toelaatbaar is. I! Uit de verschillende berichten en ver slagen zult go begrepen hebben, dat men door heel de stad druk in de weer is, om H. Ml de Koningin straks een behoorlijke ontvangst te bereiden. i Daar zit wat meo's in die beweging, am:ce, omdat daardoor de eenheid en saamhoorigheid van de geheele bevolking weer eens aan het licht treedt. Men ziet dat '.als groote rampen een of andere plaats of streek treffen. Dan wor den voor een oogenblik alle groote of klei ne geschillen op zij gezet en hetzelfde A*erschijnsel neemt men ook waar hij na tionale feesten als nu staan gevierd te worden. Een oogenblik zwijgen dan de ge-, schillen. Er zijn dan geen partijen of groepen, maar er is de Lei dsche b e- v o 1 k i n g, die met blijdschap herdenkt wat 350 jaar geleden gebeurde en die zicli met geestdrift en liefde schaart om de ge-< liefde Vorstin die telkens weer toont een» echte Oranje te zijn en die in lief en leed met haar volk meeleeft. Maar al gaan die geschillen een oogen blik op den achtergrond, wat ik van hart® toeju'ch, ze z ij n er daarom we1 en ze blijven er wel, omdat de verschillende beginselen waaruit- men leeft blijven. Vanzelf volgt daaruit dat de strijd om en voor de beginselen ook blijft. Van groot belang is in verband daarmè-* de het besluit amice, dat op voorste! van! H.H. Commissarissen door de aandeelhou ders v-an de N. V. de^Nieuwe Le'dsche Courant is genomen. Ons blad is in de ruim vier jaren dat het bestaat al aardig ingeburgerd. Het] heeft een eigen plaats gekregen en -het' •heeft zich verworven da liefde en de sym pathie van ze ar velé antirevolutionaire mannen en vrouwen. Het "doel dat men bij de oprichting voor oogen had is echter nog steeds net be-, reikt. Het aantal lezers is nog le gering en tot nu toe gelukte het. niet zonder te-< korten té werken. Om dat doel te bereiken en het blad aan alle billijke eischen te doen beantwoorden, zijn twee dingen noo-* dig. De uitgaven moeten worden beperkt en het formaat van het blad moet worden vergroot, zoo dat de lezers "van alles wat eri belangrijks voorvalt, vol'edjg op do boogie blijven. - Om daartoe te geraken is. er naar het oordeel van hen die de le.id:n;g hebben en, van velen die zich voor ons blad interes se eren j maar één niddel, n.l. het op rich-: ten van een .eigen drukker ij. .Ko-mt zulk. een drukkerij tot sland, dan kan naar uit grondige en deskundige bere-' keningen bleek, het aantal bijbladen wor- den vermeerderd terwij! bovendien do kosteD belangrijk zullen dalen. Wordt hit formaat vergroot, zoodat beter aan a'lö billijke eischen kan worden voldaan dan zal ongetwijfeld, het aantal lezers gTOotei* ivovden wat vanzelf ook weer van invloed 1 zal zijn op de opbrengst der a,dverten- tien. 11 Het is daarom, omdat men overtuigd was dat dit de eenige weg is, om in een!'; korten tijd de Nieuwe -Leiifeche. Courant er geheel bovenop te helpen, dat 'de vorige; week met groote eenstemmigheid besloten' werd, tot het stichten van een eigen, druk- kerij over te gaan en voor dat. doel een léening aan te gaan van pl.m. f20.000—: gu1 den. i] Dat is voor een drukkerij geen groot be*; drag. Volgens sommigen zelfs te klein.1 Wiie echter zoo mocht praten zou ik wiV Ion aanraden om zich evena's ik dat. gedaan heb eerst eens op de hoogte te stellen en dan zal wel blijken dat deze meening op een vergissing berust. Verge-» ten moet niet worden dat er reeds ecn!- draltkerij bestaat, en dat het nu al'cen o'.n de noodige u i t b r e i ding gaat. Maair is het van dien kant bezien, nieti een groot bedrag, aan den anderen kant is het toch ook wee-r een zeer belangrijke som, die niet maar zoo vanzelf b'jee» komt. Daar zal voor gewerkt moeten' worden en er wordt dan ook voor ge werkt. I? En dat. werk -moet gedaan worden ami-: ce, door menschen die reeds een volle-: di ge dagtaak hebben. Daarom is het eeni mo e i 1 ij k werk. I' Maar het kan worden een heerlijk werk vooreerst omdat zij die daarvoor ar beiden dat doe®, overtuigd van de groo'.e be teekenis en de vols'.rekte onm'sbaarhe:d; van de Christelijke pers, maar voorts ook,' wanneer ér van de zijde van hen d'e hefc_ '"voorrecht hebben tot de rentmees ters te b.ehooren, getoond wordt, dat dit werk wordt gewaardeerd en dat de groote befeekenis daarvan wordt verstaan. i Wanneer «dat wordt ingezien, wanne eu verstaan wordt, dat het hebben van ceif, eigen orgaan niet maar is een soort lteh hebberij maar een eisch van ons begin-c sel, dan twijfel ik niet amice, of over en-» kele weken zal de verblijdende tijding Worden gehoord, dat riet-s meer de shcli-r ting va.n een eigen drukkerij in den weg; staat, en dat meuscheüjkerwijs gesproken!) de toekomst van de Nieuwe Leids'che Cou-ij rant verzekerd -is. VERITAS, i Nader Verneem ik dat het bij eenl plan is gebleven. Gelukkig! ;J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6