Aan hel einde der Week
Na Londen, Genève, is de laatste weken
>el eens gezegd, o.a. door den Britse-ben
premier MacDonald.
Nu de Londensöhe conferentie acliter
Sen rug ia en de daar gesloten overeen
komsten door de betreffende parlementen
goedgekeurd, kan de wereld een beteren
njd, een tijd van waren vrede tegemoet
jfcien. i
En ze zijn er weer, de vredesidealisten,
ftie een betere toekomst zien aanlachten,
hoewel bun zang niet meer zoo jubelend,
■opklinkt als in vroeger dagen. Zij zijn
teel schuchterder geworden en voorzichti
ger: de ondervindingen der laatste jaren
hebben ons immers door schade en schan
de wijs gemaakt.
Wijs? ach ware het zoo. i
Ja, we hebben nu niet meer die kinder
lijke naïveteit, waarmee we vroeger wel
licht dachten, dat als deze oorlog maar
Eenmaal tot het verleden behoorde, wé in
'ilk geval een lang tijdperk van vrede
gouden tegemoet gaan, reeds hierom, orn
aat het financieel, en daarbij omdat het
psychisch onmogelijk zou zijn, weer oor-
Jog te voeren.
't Bracht immers geen voordeel voor de
^kapitalisten" en de „arbeiders" zouden
alich niet langer voor dergelijke barbaar-
3che doeleind in te laten gebruiken.
Doch wie er, die dit tegenwoordig nog
ïou volhouden durven?
Neen, de volken zijn nog niet „wijs"
geworden, 't zijn nog slechts de enke
lingen, zij het ook de besten en zij 't
•sok dat hun woord weerklank vindt in de
anassa.
Thans is MacDonald de man, van wie
•de wereld het vengracht. De grootste wel
doener van Europa. I
Zal hij meer succes hebben dan Wil-
«on?
Hij tracht de denkbeelden van dezen
laatste in do practijk om te zetten, en dat
In 'n tijd, die daar wellicht geschikter voor
geworden is, omdat de overwinningsroes
voorbij is, en m'sschien ook op nuchtere
wijze dan de vredesideahst der Nieuwe
■Wereld.
Zoo is dan in do afgeloopen week de
Volkenbondsverg adering te
Genève begonnen.
Een vergadering, waaraan in de geheele
Wereld groote waarde wordt toegekend en
waar de mogendheden hun meest vooraan
staande mannen heengezor den hebben.
En Donderdag heeft MacDonald zijn
groote rede gehouden, waarin hij vooral
op een drietal zaken de aandacht heeft
gevestigd: de toelating van Duitschland,
de aanvaard'ng van het beginsel van ar
bitrage en de voorbereiding eenér ont
wapeningsconferentie.
Een schoon program en dat perspectite-
vend opent naar een betere toekomst.
Wij zullen ons geen1 overdreven ver
wachtingen maken van wat er in de prac
tijk van te recht zal komen.
Immers, ook al kende men de teleur-
'ötellingen der laatste jaren niet# dan wis
ten we nog, dat de mensck van natura
zondig is en dat we daarom hier op aarde
nimmer een toestand van vrede en store
loos geluk zullen bereiken.
Doch we hopen desalriettemin, dat God
in zijn algemeens genade deze pogingen
mogo zegenen en althans iets daarvan
wordt verwezenlijkt. i
Momenteel zijn wij nog verre daarvan
verwijderd, ook als wij het oog richten
naar die landen, die meer buiten het cen-
'trum der wereldibelangsielling liggen.
In China is de afgeloopen week de
fends eenigo weken dreigende burger
oorlog begonnen, 't. Gaat tusschen de mili
taire gouverneurs vm een tweetal provin
cies en de strijd wordt op verbitterde
Vijze gevoerd.
De Westersche mogendheden hebben
reeds schepen naar deze streek gestuurd,
'teneinde in dezen toestand in te grijpen
of althans de vreemdelingen voor over
last te bewaren.
In Marokko is het al niet veel beter
De Spanjaarden hebben bet hier zwaar te
Verantwoorden, vooral daar 't schijnt, dat
men hier met een algemeeiien en min of
«neer georganiseerden opstand der Moo-
ren te doen heeft.
En tot dusver zijn de Spanjaarden nog
Piet erg gelukkig in hun militaire opera
ties om den opstand meester te worden
Zoo zet. het er cp verst billende plaatsen
in de wereld, zoowel bij dé „beschaafde"
als de nog „barbaarsehe'' natiën nog niet
naar uit, dat dé schcone p'annen van
"MacDonald haar verwezenlijking reetls
nabij zijn. Van „broederschap" tusschen
de mensclien is nog weinig te bespeuren.
EEN BELANGRIJKE VONDST.
Onder den titel „Sensationeele ontdek
king: de 142 boeken van Livius' geschie
denis ,,Ab iirbe condita" bevatte dezer
dagen, de „Bivista Indo-Greco-Italica"
het volgende bericht:
„Dr. Mario di Martino-Fusco, directeur
tan het tijdschrift „Mouseion" en uitgever
van „Biblioteca" kondigt aan, dat hij de
complete werken van den Bomeinschen
historicus gevonden beeft in een reeks af
schriften in unciaal schrift.
De bekwame onderzoeker beeft de mede-
deeling niet alleen aan den redacteur van
dit blad op herhaalde navraag bevestigd,
maar eraan toegevoegd, dat bij onmiddel
lijk na het afschrift van de tweede Decade
alle deelen ter beschikking, van -de geleerde
.wereld zal stellen.
Hij neemt een angstvallig stilzwijgen in
acht omtrent plaats en omstandigheden
van de 7ondst, daar hij niet van den roem
.van de eerste vondst beroofd wil worden.
Daar wij geen middelen hebben om heb
bericht te controleeren, berichten wij het
nieuws op gezag van dr. di Martino, hoe
wel wij verbaasd zijn over het algemeen
stilzwijgen over deze zaak. waarbij toch
Zooveel op het spel staat."
Later seinde Dr. di Martino Fused nog
aan den Manchester Guardian:
„In den loop van nasporingen in bet
iwerk van de Napelsche calligraphische
scholen der zesde eeuw, kreeg ik de over
tuiging, dat er een codex moest bestaan
van de werken van Livius en ik ben er ten
slotte in geslaagd die te ontdekken. De
ontdekking zal worden medegedeeld in de
Koninklijke Academie te Napels en in bet
tijdschrift Mouseion."
Indien bovenstaande berichten juist zijn
en niemand minder dan Prof. Francesco
Bibezza, de redacteur van de Bivista Indo-
Greco-Italica heeft verklaard aan de
authenticiteit der ontdekking te gelooven
hebben wij hier met een der allerbe
langrijkste vondsten van den laatsten tijd
te doen.
Titus Livius werd in heb jaar 89 v.
C. te Patavium, het tegenwoordige Padua.
geboren. Hij was dus, evenals zijn oudere
tijdgenoot de dichter Vergilius, uit Gallie
afkomstig.
Op jeugdigen leeftijd reeds kwam bij te
Bome wonen en ontving daar, evenals alle
voorname Romeinen van "dien tijd, onder
wijs in de wijsbegeerte en de welsprekend
heid.
Reeds vroeg toonde hij belangstelling
voor historische studiën.
Ofschoon hij overhelde naar de Bepubli-
keinsche partij, stond hij bij keizer Augus
tus in hoog aanzien,
In het jaar 17 n. C. stierf hij in zijn ge
boorteplaats.
Het hoofdwerk van Livius is een volle
dige Bomeinsche geschiedenis ,,Ab uibe
condita" (d.w.z. vanaf de stichting der
stad.) Zij bestond uit niet minder dan 142
deelen („boeken") en liep tot aan den
dood van Drusus in het jaar 9 v. C.
Veertig jaar beeft Livius daaraan gear
beid.
En hoewel hij over dien tijd van zeven
en een halve eeuw de meest verscheidene
bronnen heeft geraadpleegd, toch beeft
hij een werk „aus einem Gusz" geleverd.
Dat komt, omdat bij een bepaald doel
met zijn werk op het oog bad. Evenmin
als de meeste andere geschiedschrijvers
der oudheid ging het hem er om. door we
tenschappelijke bronnenstudie, historische
critiek e.d. na te gaan, wat er precies ge
beurd was.
Zijn doel was een ander.
Hij, de vurige patriot en bewonderaar
van het verleden, zag met smart het verval
der oud-Romeins cke zeden en door zijn
historiewerk wilde hij zijn tijdgeniooten
laten zien de grootheid van Bome in di©
lang vervlogen dagen, opdat zij zich daar
aan zouden spiegelen én weer terugkee-
ren tot den eenvoud der vaderen, Livius
schreef dan ook niet voor geleerden doch
voor de ontwikkelden zijner dagen. Daar
om schreef hij niet dropg doch op onder
houdenden toon. En hij was. een uitstekend
verteller
Nu is het voorts een eigenaardig feit,
en toch ook weer vanzelfsprekend, dat
naarmate Livius dichter bij «zijiT. eigen tijd
komt, zijn werk uitvoeriger, en ook histo
risch betrouwbaarder wordt.
Wat dit eerste betreft, de twee eerste
Punische oorlogen (de tijd van 264 tot 201
v. C., alzoo 63 jaar) omvatten 15 boeken
en de 35 jaren van Caesari tot Drusus' dood
(449 v. C.) niet minder dan 33 boeken.
Helaas, dat van dit geweldige geschied
werk van Livius tot dusver slechts een
gering gedeelte tot ons is gekomen n.l.
het volgende
de eerste 10 boeken, van het jaar 753
tot 293;
de boeken 21 tot 45, van het jaar 218
tot 167;
belangrijke fragmenten van ihet 91ste
boek over den oorlog met Sertorius (76
ïö-)
Het overige is tusschen de 7de en de
13de eeuw verloren» gegaan, vermoedelijk
door de moeite, die aan het copieeren van
zulk een omvangrijk werk vóór de uitvin
ding der boekdrukkunst verbonden was.
Ook bestaat er nog een verbaal, dat
paus Gregorius I (t 604) alle boeken van
Livius. die hij kon bemachtigen, ver
brandde.
Tot dusver is er sleelits eenmaal een
belangrijk stuk teruggevonden, nl. boek
16, dat in 1772 in het Yaticaan gevonden
werd.
Van de rest kenden we Biechts de ^be
knopte inhouden", die vermoedelijk in de
2de eeuw door een zekeren Florus waren
samengesteld, benevens eenige citaten bij
andere schrijvers te pas gebracht.
Het zou dan ook buitengewoon belang
rijk zijn, indien wij binnen niet al te lan
gen tijd den geheelen Livius in ons bezit
zouden hebben.
Vooreerst om de completeering van on
ze kennis, doch tevens vooral omdat we
dan ook de belangrijkste gedeelten, die
we tot dusver moesten missen, en die de
histoire comteemporaine van Livius' eigen
tijd bevatten .weer bezitten.
Zonder twijfel zal dan nog op vele ge
beurtenissen uit dien interes santen tijd
van de eerste eeuw vóór Christus' geboorte
een nieuw licht vallen.
Uit het Sociale Leven
Christe!fjk-Na»i©naal Vakverbond.
Zooals wij reeds meldden is Donderdag
te Utrecht een buiengewone vergadering
tv an liet Ckristeli jk-N ationaal Vakverbond
gehouden, ter bespreking van het voor
ontwerp Ziekte- en Ongeval
lenwet 1925, dat thans bij den Hoo-
gen aad van Arbeid aanhangig is.
De heer G. S m e e n k, lid van de Tweede
Kamer, heeft over dit voorontwerp een
voordracht gehouden.
Hij stelde ten slotte de vraag: Hoe moe
ten wij tegenover dit voorontwerp staan?
Men kan zeggen, aldus zeide hij, er is een
Ziektewet, dié ons meer bevredigt dan dit
voorontwerp, laat men die invoeren.
Spr. gelooft, dat de kans gering is, dat
dit geschiedt. Daarvoor zou, vreest hij,
geen meerderheid in de Kamer te vinden
zijn. Onder, handhaving van de verschil
lende bezwaren, die wij hebben, zullen
wij, aldus de beer Smeenk, het verstan
digst; doen, gezien het feit, daï de invoe
ring van een ziekteverzekering noodzake
lijk is, het voorontwerp niet volstrekt af
te wijzen en te trachten eenige bezwoe
ren te ondervangen. Hij stelde de vol
gende conclusie voor (al bevredigt deze
'hem zelf allerminst):
Het Chr. Nat. Vakverbond in buitenge
wone vergadering bijeen,
gehoord de besprekingen over bet voor
ontwerp eener Ziekte- en Ongevallenwet
1925;
handhaaft de reeds vroeger ontwikkelde
bezwaren tegen bet stelsel der bedrijfsver-
eenigingeu en tegen de collectieve ziekte
verzekering, en geeft' mitsdien de voorkeur
aan de invoering van de wet-Talima, op
enkele punten gewijzigd.
Spreekt evenwel al's zijn oordeel, uit,
dat spoedige invoering eener wettelijke
ziekteverzekeringin hooge mate wcnsche-
lijk is en dat uitsluitend met het oog
daarop ook de thans voorgedragen rege
ling, boewei deze inmenig opzicht zeer
gebrekkig is, eventueel als basis niet reeds
bij voorbaat behoeft te worden afgewezen;
acht .heit in elk geval nood'ig, dat wor
den aangebracht zoodanige wijzigingen,
dat dé bedrijfsvPreenlgingen uitsluitend"
worden gevormd door werkgevers- en
werknemersorganisaties;
dat slechts medewerking verleend kan
worden door bona-fide vakvere«nig:ngen,
aangesloten bij een landelijke vakcentrale;
dat de dispensatie, bedoe'd bij art. 12,
alleen verléend kan werden aan reeds
thans bestaande vereenigingen en fond
sen, en dan nog slechts voor een periode
van ten hoogste vijf jaar;
dat. de controle op de naleving van de
wettelijke bepalingen, ook voorzoover be
treft dé uitvoering door bedrijfsvereend-
gingen, geschiedt van overheidswege;
dat In het bijzonder ook de medische
controle, „dm er voor heeft te waken, dat
de door een ongeval getroffen verzekerde,
onverschillig wie de risico-drager is. be
hoorlijk -genees- en heelkundig behan
deld wordt", niet aan do hedrijfsvereeni-
gin.gen wordt overgelaten, maar uitge
oefend wordt door een rnediscihen staats
dienst. overeenkomstig de toezegging van
den Minister van Aibe:d in de zitting der
Tweede Kamer van 8 April j.l.;
dat de minimum-uitkeerinr bij ziekte
en ongeval wordt gebracht op 80 nCt. van
het loon, in overeenstemming met de be
palingen ten opzichte van het ziekentreld
in onderscheidene collectieve contracten
opgenémen;
dat geen ziekenfondsen voor heel- en ge
neeskundige -hulp worden toege'aten, d e
winst beoogen;
dat de in art. 107 genoemde onderne-
mersfondsen niet'worden toegelaten;
dat vast komt te staan, mede in verband
met, het bepaalde jn art. 128, dat ook de
kosten der gewor.e geneeskundiere behan
deling van een door een bedrijfsongeval
getroffen arbeiders door het risico-dragend
orgaan aan het ziekenfonds worden vér-
goed."
De heer S.noeck Henkemans
is het voor 99'pet. met den referent eens,
maar staat voor' de rest lijnrecht tégen
over den heer Smeenk.
De inleider hééft van het ontwerp geen
'goed woord gezégd, maar adviseert ten
slotte técili tot spr. verbaz:aig' tot aanne
ming van het huidige voorontwerp. Spr.
had dat niét verwacht en somt op welke
conflicten hij bij de invoering van dit
Voorontwerp voorziet. De onzekerheid
Wordt grocter en de kans op se'ectie evén-
éens, terwijl in de ongevallenwet een breuk
geslagen wordt. Spr. mee.nt dat de ref. een
vergissing heeft begaan n.l. door zich aan
Kuyper's en Lely's standpunt te referee-
ren. Toen was het alles of niets, maar er
is nu een ziektewet en de minister kan hem
morgen aan den dag invoeren. (Geroep:
Maar de Minister doet het. niet).
De 'heer Snoeck Henkemans:
Dan moet. een andere Minister het doen!
(Applaus).
Spr. dringt aan op invoering der be
staande wet en adviseert, om zich niet
neer te leggen bij het ingediende vooront
werp. (Applaus).
De heer Bakker Oid der Tweede Ka
mer) brengt allereerst de groeten van den
Chr. Nat. Werkmansbond over en merkt
op, dat de conclusie van den inleider k'opt
als een. tang op een zeker dier. Spr.'s
overtuiging is dat vooral ten platte1 ande
door de collectieve zekteverzekering dui
zenden arbeiders zullen uitgesloten wor
den. Ziekte en ongevallen moeten niet a.an
elkander gekoppeld worden. Spr, waar
schuwt voor centralisatie, een schooue
leuze met een vaak leelijke practijk. Het
vermoorden Ivan de particuliere kassen
heeft Spr. zeer teleurgesteld. Spr.'s con
clusie is een andere dan die van den heer
Smeenk. Hij gelooft dat een gewijzigde
wet TaTma populair zou zijn bij de ar
beiders. -
De heer B u ij s (Ambtenaren) heeft
eveneens bezwaren tegen het voorontwerp.
Spr. vraagt van wie een losse arbeider,
diie een ongeval krijgt, een uitkeering zal
krijgen, van den Raad van Arbeid of van
de bedrijf-svereeniging? Het ontwerp
zwijgt er geheel over.
Spr. waarschuwt voor de consekwenties
van het ontwerp. (Applaus).
De heer P. K e u 1 e m a n s, voorzitter
Raad van Arbeid' te Amsterdam, meent,
'dat de vergelijking Smeenk-Kuyper niet
opgaat, wat spr. aantoont.
De "sociale verzekering gaat naar spr.'s
meening niet den goeden kant uit, al is
het moeilijk om dat precies aan te toonen.
Een feit is het echter dat het individueel
verzekerd zijn van den arbeider bij bet
rieuwe ontwerp komt te vervallen. Di't is
niet te onderschatten. Spr. becritis.eert nu
nader de technische zijde van het ontwerp
om aan te toonen, dat het voorontwerp in
ffagranten strijd is inot de gedachte-
Talma.
De héér Wetselaar (Metaalbewer
kers) memoreert dat de Chr. vakbeweging
nog altijd staat op het standpunt dat de
wet-Tatma, voor den arbeider het beste is,
hem biedend de zekerste rechtspositie.
Spr. -releveert de, politieke constellatie en
vraagt waarom de A.-R. en G.-H. partij
zelve niét het initiatief namen voor in
voering van de bestaande Ziektewet.
De heer Snoeck Henkemans in
terrumpeert: Omdat de Minister zich toen
nog niet. geheel uitgesproken had.
De heer Eikerbout (Metaalbewer
kers) meent dat Minister Aalberse zijn
goeden tijd heeft laten voorbijgaan en
'thans aan den leiband van Mr. Groene-
velid loopt. Spr. is niet bevredigd over den
gang van zaken bij de Raden van Arbeid.
Spr. prefereert de bestaande Ziektewet
verre boven het huidige voorontwerp. Hij
heeft nog liever geen Ziektewet dan dit
ontwerp. Spr, wenscht de conciusie-
Smeenk niet té aanvaarden, maar een
motie, waarin uitgesproken wordt dat
men de invoering van do Ziektewet-Talma
verlangt. (Applaus»),
De heer Hofman (Typografen)
wenscht een ander geluid te doen hooren
dan zijn vooi ganger. Spr. gelooft dat van
de Talma-wetten toch niets komt en daar
om meent Spr. dat aanvaard moet worden-
noodgedrongen, wat in het belang der ar
beiders is.
De heer W ij n b e e k (Ambtenaren)
wijst er op h'óo goed de medische dienst
der Rijksverzekeringsbank werkt en hoe
in het algemeer. die hank, die niet van
het particulier initiatief uitgaat, uitste
kend functioneert.
De heer A m e 1 i n k (seer. C. N. V.)
heeft geen bezv^anr tegen collectieve ver
zekering. Spr. betreurt eveneens de ver
snippering di> het ontwerp bréngt en.
klaagt ook over de vage omschrijving van
het begrip „bedrijfsvereniging". Spr.
heeft ook bezwaren, maar waarschuwt
voor overdrijving. Spr. is vóór aanvaar-
d:ng van het ontwerp, temeer daa.r dit
niet beteekent loslaten van een der Chr.
principes. Spr. heeft geen enkele illusie
dat de wetten-Ta'ma nog ooit worden in
gevoerd. De geesten, zijn in onzen tijd
heel ander-s. (Tegenspraak).
De beer R u p p e r t. (penningm. C. N.
V.) heeft eveneens bezwaren tegen de
gesties van Minister Aalberse, bij wien. in
deze zaak geen vaste lijn valt te ontdek
ken
Toch moet spr. waarschuwen tégen do
overdrijving waarmede men sommige be
zwaren heeft naar voren gébracht. (De
spreker wordt herhaalde1-'ik geïnterrum
peerd). Spr! adviseert om het voorgestelde
voorontwerp te aanvaarden, omdat hij
vreest, dat een wpder op de helling bren
gen van de wet-Talma allerlei moeilijk
heden zal brengen en invoering van die
wet binnen korten tijd niet is te verwach
ten.
Hierna diende d? heer Smeenk van
repliek. Spr. Het. enkrie detailpunten rus
ten; zet-te- onderscheiden zaken nader uit
een en handhaafde zijn zienswijze.
De voorgestelde conclusie werd hierna
met" enlele wijzigingen aangenomen,
•Wa.arna da vergadering op gebruikelijke
wijze werd gesloten.
Uit de TextlelindüstrfiB.
Op de Twentsche bontweverij te Hvim-o
io, waar de arbeiders" reeds langen tijd.:
slechts 3 van de .4 weefgetouwen bedienen,;
wórdt thans, tot nadere ''aankondiging
slechts 4 dagen per week gewerkt. Tevens
is aan eeu 5-tal arbeiders, waaronder 3
met 40 d'enstjaren, wegens bezuiniging
eervol ontslag verleend.
Ge nepmiddelen.
Te Brussel zal 23 September as. wor
den gehouden een congres van. het Inter
nationaal Verband van Christelijke Vce-
di es-- en Genolmid delen -arbeidersbonden.
Naast verschillende zaken van huishou-
delijken aard. bevat de agenda ook het
punt: de nachtarbeid -'n bakkerijen, in
verhand met-, de gehouden conferentie te
Genève. -
LE1DSCHE PENKRASSEN
Amice.
De vorige week merkte ik op, dat we nu
weer kom:n in den tijd dat er vergaderd
wordt. In het algemeen genomen is dat
zeker -jir:st, maar wat Le:den betreft, moet
hier toch een kleine Uitzondering worden
gemaakt.
Wie hier in de maand September een
vergadering van Kiesvereen-ging of Pro-
pagandacluib of wat dan ook uitschrijft,
kan reeds bij voorbaat, verzekerd zijn, dat
het resultaat betrekkelijk gering zal zijn,
omdat voor men aan dergelijk winter
werk begint eerst de 3 October-feesten ge
passeerd moeten zijn.
Dat geldt, wol in zeer bijzondere mate
van 1924, nu niet alleen tegen het einde
van deze maand een schitterende winkel
week wordt voorbereid, maar nu boven
dien de 3 October-feestenwaarbij H. M.
de Koningin voor een deel tegenwoordig
hoopt te Mijn, mei bijzonderen luister ge
vierd zullen worden.
Uit wat omtrent de gemaakte plannen
uitlekt, blijkt wel, dat ongeveer geheel
Leiden in een feestkleed -zal worden gesto
ken en dat groote sommen zijn bijeenge
bracht, om met de versieringen een goed
'figuur te maken.
Ik behoef wel n:et te zeggen; amice, dat
ik mij daarover hartelijk verblijd. Op
nieuw blijkt nu weer dat de liefde voor
Oranje ook in Leiden nog niet gedoofd is,
en dat de komst van Oranje ook hier de
harten nog in vlam kan zetten. En bo
vendien het geld dat thans is bijeenge
bracht wordt voor een zeer groot deel
weer door Leidenaars verwerkt, zoodat op
deze wijze ook weer het. algemeen belang
bevorderd wordt en menigeen weer een
kans heeft een extratje te verd:enen.
Overigens wil liet mij voorkomen, dat
van de versieringen wel eens wat al te
Veel werk wordt gemaakt. Ik voor mij ken
'geen mooiere versiering, dan een groot
aantal! vlaggen met Oranjewimpels. "VVat
een keurige en kleurige aanblik geeft een
straat waar van huis tot huis de nationale
driekleur wappert. Vindt, men dat te een
voudig, dan had men op sommige punten
'een eerepoort kunnen plaatsen, maar
Verder behoorde men, dunkt me, behalve
'op de grachten waar met verlichte bal
lons in de hoornen een mooi effect bere'kt
'kan worden, niet te gaan. De ruwe houten
getimmerten In de straten mét de houletf
of papieren schilden, zooals men ze b.v.
bet vorig jaar in Den Haag zag, maken op
mij altijd! een ietwat onaangenamen in-<
:druk.
Natuurlijk is dit een persoonlijke opvat-:
ting waaraan .niemand zich behoeft te sto
ren, vooral omdat ik gaarne erken op dit
gebied niet deskundig te zijn. Maar des-n
klmdiig of niet amice, tot mijn gToote
schrik heb ik vernomen, dat er p'annen
'zouden bestaan, voor liet stadhuis leen!
eerepoort op te richten, een plan, dat naar
'ik hoop niet uitgevoerd zal worden. Mo
dunkt daarvoor is ons stadhuis toch te
mooi Men moest voor d:,t historisch
bouwwerk, dat door de betrekkelijk nauwo
straat toch al zoo weinig tot zijn recht
komt, althans zooveel eerbied hebben, dat
bet niet dioor eerepoorten e.d. wordt ont-
s'erd. Een verlichting bij avond waardoor
de lijnen van dit gebouw goed uitkomen,
is dunkt me het eenige dat bier mogelijk
en toelaatbaar is. I!
Uit de verschillende berichten en ver
slagen zult go begrepen hebben, dat men
door heel de stad druk in de weer is, om
H. Ml de Koningin straks een behoorlijke
ontvangst te bereiden. i
Daar zit wat meo's in die beweging,
am:ce, omdat daardoor de eenheid en
saamhoorigheid van de geheele bevolking
weer eens aan het licht treedt.
Men ziet dat '.als groote rampen een of
andere plaats of streek treffen. Dan wor
den voor een oogenblik alle groote of klei
ne geschillen op zij gezet en hetzelfde
A*erschijnsel neemt men ook waar hij na
tionale feesten als nu staan gevierd te
worden. Een oogenblik zwijgen dan de ge-,
schillen. Er zijn dan geen partijen of
groepen, maar er is de Lei dsche b e-
v o 1 k i n g, die met blijdschap herdenkt
wat 350 jaar geleden gebeurde en die zicli
met geestdrift en liefde schaart om de ge-<
liefde Vorstin die telkens weer toont een»
echte Oranje te zijn en die in lief en leed
met haar volk meeleeft.
Maar al gaan die geschillen een oogen
blik op den achtergrond, wat ik van hart®
toeju'ch, ze z ij n er daarom we1 en ze
blijven er wel, omdat de verschillende
beginselen waaruit- men leeft blijven.
Vanzelf volgt daaruit dat de strijd om
en voor de beginselen ook blijft.
Van groot belang is in verband daarmè-*
de het besluit amice, dat op voorste! van!
H.H. Commissarissen door de aandeelhou
ders v-an de N. V. de^Nieuwe Le'dsche
Courant is genomen.
Ons blad is in de ruim vier jaren dat
het bestaat al aardig ingeburgerd. Het]
heeft een eigen plaats gekregen en -het'
•heeft zich verworven da liefde en de sym
pathie van ze ar velé antirevolutionaire
mannen en vrouwen.
Het "doel dat men bij de oprichting voor
oogen had is echter nog steeds net be-,
reikt. Het aantal lezers is nog le gering
en tot nu toe gelukte het. niet zonder te-<
korten té werken. Om dat doel te bereiken
en het blad aan alle billijke eischen te
doen beantwoorden, zijn twee dingen noo-*
dig. De uitgaven moeten worden beperkt
en het formaat van het blad moet worden
vergroot, zoo dat de lezers "van alles wat
eri belangrijks voorvalt, vol'edjg op do
boogie blijven. -
Om daartoe te geraken is. er naar het
oordeel van hen die de le.id:n;g hebben en,
van velen die zich voor ons blad interes
se eren j maar één niddel, n.l. het op rich-:
ten van een .eigen drukker ij.
.Ko-mt zulk. een drukkerij tot sland, dan
kan naar uit grondige en deskundige bere-'
keningen bleek, het aantal bijbladen wor-
den vermeerderd terwij! bovendien do
kosteD belangrijk zullen dalen. Wordt hit
formaat vergroot, zoodat beter aan a'lö
billijke eischen kan worden voldaan dan
zal ongetwijfeld, het aantal lezers gTOotei*
ivovden wat vanzelf ook weer van invloed 1
zal zijn op de opbrengst der a,dverten-
tien. 11
Het is daarom, omdat men overtuigd
was dat dit de eenige weg is, om in een!';
korten tijd de Nieuwe -Leiifeche. Courant
er geheel bovenop te helpen, dat 'de vorige;
week met groote eenstemmigheid besloten'
werd, tot het stichten van een eigen, druk-
kerij over te gaan en voor dat. doel een
léening aan te gaan van pl.m. f20.000—:
gu1 den. i]
Dat is voor een drukkerij geen groot be*;
drag. Volgens sommigen zelfs te klein.1
Wiie echter zoo mocht praten zou ik wiV
Ion aanraden om zich evena's ik dat.
gedaan heb eerst eens op de hoogte te
stellen en dan zal wel blijken dat deze
meening op een vergissing berust. Verge-»
ten moet niet worden dat er reeds ecn!-
draltkerij bestaat, en dat het nu al'cen
o'.n de noodige u i t b r e i ding gaat.
Maair is het van dien kant bezien, nieti
een groot bedrag, aan den anderen kant is
het toch ook wee-r een zeer belangrijke
som, die niet maar zoo vanzelf b'jee»
komt. Daar zal voor gewerkt moeten'
worden en er wordt dan ook voor ge
werkt. I?
En dat. werk -moet gedaan worden ami-:
ce, door menschen die reeds een volle-:
di ge dagtaak hebben. Daarom is het eeni
mo e i 1 ij k werk. I'
Maar het kan worden een heerlijk
werk vooreerst omdat zij die daarvoor ar
beiden dat doe®, overtuigd van de groo'.e
be teekenis en de vols'.rekte onm'sbaarhe:d;
van de Christelijke pers, maar voorts ook,'
wanneer ér van de zijde van hen d'e hefc_
'"voorrecht hebben tot de rentmees
ters te b.ehooren, getoond wordt, dat dit
werk wordt gewaardeerd en dat de groote
befeekenis daarvan wordt verstaan. i
Wanneer «dat wordt ingezien, wanne eu
verstaan wordt, dat het hebben van ceif,
eigen orgaan niet maar is een soort lteh
hebberij maar een eisch van ons begin-c
sel, dan twijfel ik niet amice, of over en-»
kele weken zal de verblijdende tijding
Worden gehoord, dat riet-s meer de shcli-r
ting va.n een eigen drukkerij in den weg;
staat, en dat meuscheüjkerwijs gesproken!)
de toekomst van de Nieuwe Leids'che Cou-ij
rant verzekerd -is.
VERITAS, i
Nader Verneem ik dat het bij eenl
plan is gebleven. Gelukkig! ;J