Dagblad voor Leiden en Omstreken.
v Het tegendeel van bezuiniging.
NIEUWE LEIDSGHE MANT
ADVERTENTIE-PRlJb
Gewone advertentiën per regel 22l/a cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
"Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
daeeliiks eeWlaatst ad 50 cent.
5de JAARGANG. - VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1924 - No. 1275
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 56936
ABONNEMENTSPRIJS
h Lef dn
waar agnlw (mstkgd z§a
Per kwartaaltZU
£,r roS
Franco per post per kwartaal.f f 2.9P
Pit nummer bestaat uit twee
bladen.
1 ,We zijn nu zoover dat met kracht be-
kuinigd wordt, althans in dien zin, dat de
iuitgaven worden gedrukt.
Van niet minder beteekenis is echter dat
er bezuinigd wordt, door den staatsdienst
soberder in te richten en te zorgen dat
geen cent onnoodig wordt uitgegeven.
Dat op dit gebied nog wel iets bereikt
kan worden, leert het verslag van de Alge-
imeene Rekenkamer.
Nog voor de heer Colijn als Minister
van Financiën optrad, maar toch in een
tijd toen de noodzaak van bezuiniging ook
van de Regeeringstafel gepredikt werd,
heeft zich blijkens bedoeld verslag het vol-
1 Een ambtenaar der registratie woonde in
Noordwijk, maar was werkzaam in Leiden.
Op een gegeven moment werd deze 'amb
tenaar te werk gesteld in zijn eigen woon
plaats.
Wat deed de ambtenaar?
Hij declareerde aan het Rijk lustig tel
kenmale zoogenaamd ,/reis- en verblijf-
posten" alsof hij eiken dag van Leiden
naar Noordwijk reizen moest.
Dei Rekenkamer maakte hiertegen be
zwaar. Men zou zoo zeggen, dat de betrok
ken minister hieraan terstond een eind
zou maken.
Het tegendeel was echter het geval. De
Minister beriep zich op een Kon. Besluit,
om het optreden van dezen ambtenaar te
rechtvaardigen.
De Kamer wees er echter op, dat dit
Reisbesluit alleen gold voor werkelijk ge
dane reizen en dat geen enkele bepaling
daarvan toepassing kon vinden, zoolang
geen dienstreizen waren gedaan. De decla-
ratiën waren ~in dit geval geheel gefin
geerd en in strijd met do waarheid, even
als de daarop voorkomende verklaring, dat
de reizen en het verblijf, waarvoor wordt
gedeclareerd, hebben plaats gehad in het
belang van 's Rijks dienst.
De Kamer achtte dit een feit van ernsti-
gen aard. Zij drong er op aan, dat niet al
leen de bedragen' der thans en vroeger ten
onrechte berekende en betaalde vergoedin
gen werden teruggevorderd, doch dat ook
maatregelen genomen werden om voor het
vervolg het onrechtmatig berekenen van
vergoeding te voorkomen.
Eerst nadat de Rekenkamer in zulke
ischerpe bewoordingen was opgetreden
slaagde zij er in den minister eindelijk
Van overtuiging te veranderen.
Maar nu komt het mooiste nog. De amb
tenaar die dergelijke door den minister „te
goeder trouw" geachte, door de Rekenka
mer als „gefingeerd en in strijd met de
waarheid" gekwalificeerde declaraties in
diende en op die manier zich „ten onrech
te" f 611.42 had weten te verschaffen, zou
verplicht worden dit bedrag in 's Rijks kas
terug te storten.
Hoe dit in zijn werk ging blijkt uit het
Volgende:
„Inmiddels" heeft de minister van Fi
nanciën „voor den duur der tewerkstelling
in Noordwijk" dat wil dus zeggen voor
"den duur dat hij i n z i j n e i g e n woon
plaats werkt, hem een toelage van
f 4 per dag toegekend, en daarmede de
zoogenaamde „terugstort:ng" verzekerd.
Het zou belachelijk zijn als het niet zoo
in-treurig was.
Vertrouwd mag worden dat aan derge
lijke practijken die het eigenlijke bezuini-
gingswerk illusoir maken, thans voorgoed
een einde zal worden gemaakt.
STADSNIEUWS.
Begrafenis Prof. van Leeuwen.
Gistermiddag heeft te Doorn do ter
aardebestelling plaats gehad van het stof
felijk overschat van prof. J. van Leeuwen
Jzn.. oud-hoogleeraar in de Grieksche taal
en letterkunde aan de universiteit alhier,
die de vorige week in Melohtahl Zwitser
land, waar hij sedert zijn emeritaat woon
de, is overleden,.
Prof. dr. J. Vürtheim, die prof. Van
Leeuwen bij zijn aftreden als hoogleeraar
is opgevolgd, heeft aan het graf een rede
gehouden, med© als vertegenwoordiger
van den Leidschen Senaat.
Spr. wist uit naam van dat eerwaardige
Üchaam en ook uit dien der door hem ver
tegenwoordigde faculteit der letteren en
wijsbegeerte te spreken, wanneer over het
jraf van hem, die dertig jaren lang door
karakter en gaven aan tal van jongeren
den waren weg der wetenschap wees, een
betuiging klinkt van diepen eerbied en
oprechten dank.
Hij wees er op, dat bijkans elke letter
kundige vondst den Leidschen voorganger
»p zijn post vond om aanstonds na de
©ntdekking in dien keurig verzorgden
Vorm, die Van Leeuwen's cachet was, een
kritische uitgave in het licht te geven.
Populariteit heeft Van Leeuwen niet ge
wonnen; daarvoor lagen de gebruikelijke
methoden om voor eigen reolame te zor
gen* te ver buiten de grenzen van wat hij
met zoo bijzondere intonatie ..behoorlijk"
placht te noemen. Vijandschap daarente
gen oogstte hij door de rechtschapen wij
ze, waarop hij bij de eindexamina zijn
plichten vervulde en aan den lijve voelde
hij de waarheid van den dichtregel: „tem
pora si fuerint nebula, solus eris."
Doch daartegenover staat, aldus 3pr^
mijn leermeester wiens graf ik nog nader
met den,zelfden eerbied, met dezelfde ne
derigheid, die ik als student, als uw op
volger, Bteeds heb gevoeld* dat gij aan
ons, aan deze generatie, aan het Neder
landsche volk iets onvernietigbaar» hebt
nagelaten. Ik bedoel, wat een ander, even
oud en graecus als gij, eens aldu3 formu
leerde: „voor het slagen van een weten
schappelijke taak is het karakter van den
mensch wellicht nog van meer beteekenis
dan de bekwaamheid." Gij bezat beide,
talent en karakter.
Alle onderwijs is ledige halm en krijgt
slechts volheid en rijpheid door hem, die
het brengt. Gij, man van eenvoud en van 1
ironie tegenover alles wat met hoogdraven
de titels zich aanmeldt ook op het ter
rein der klassieke philologie! wee3t
eens stilzwijgend op Menander's woord:
,,'s menschen karakter is 's menschen lot".
En daarom, hoe hard het leven ook voor
u geweest zij, hoe pijnlijk gij getroffen
zijt in het dierbaarst wat gij hadt, onge
lukkig kan ik u niet noemen. Wijl naar
Socrates' woord: een goed mensoh niet
ongelukkig kam zijn.
In vrede en kalmte, aldus besloot spr.,
zijt gij Leengegaan en hebt gij erlangd
de rust na den strijd; maar uit uw© groe
ve klinkt voor ons, die vereenzaamd ver
der moeten gaan, tot afscheid: „Doet uw
plicht, quand même."
Mobilisatie-Herdenking.
In de Stadsgehoorzaal werd gi?'er wond
vanwege het plaatselijk comité ter her
denking der mobilisatie 1914 een bijeen
komst gehouden, die druk bezocht was.
Uit de palmen, die op het podium ston
den en d'e aan de zaal een feestelijk aan
zien gaven, bleek wel dat we in gelukker
omstandigheden tezamen waren, dan dit
precies tien jaar geleden het geval had
kunnen zijn.
Wie had in die bange dagen van 1914
kunnen denken, dat God ons zoo van 't
„krijgsgevaerd" zou bewaren en alles zoo
wel maken met ons land en volk!
Het was een rijk programma, vod' van
afwisseling, dat gisteravond afgewerkt
werd.
„Na den „Marsch Militair" van Schu
bert kregen we van het Leidsch Muziek
korps een Ouverture „Nachklange van
Ossian" te booren.
Daarna sprak de voorzitter van het
plaatselijk comité, de heer Aug. L. R e i-
meringer, wethouder en loco-burge
meester, een inleidend woord, waarin hij
de aanwezigen welkom heette, eerst de
cud-gemobiliseerden, voor wie deze avond
in 't bijzonder belegd was, voorts de mili-
ta're en civiele autoriteiten, de sprekers en
alle anderen, die medewerkten tot het wel
slagen van dezen avond.
Met heeft het doel van deze hij een
komst wel eens verkeerd begrepen, 't Lag
niet in de bedoeling, een feest te organi-
seeren, daar is de zaak te ernstig voor.
Doch 't ging er om, de oud-gemobil'seer-
den nog eens met elkaar in aanraking te
brengen, doch bovenal hun dank te bren
gen voor wat zij in het belang van het va
derland hebben gepresteerd.
Spr. schetste de ontberingen, waaraan
zij blootgesteld zijn geweest en die zij' met
geduld doorstaan hebben.
Er waren geen partijschappen t'en jaar
terug, er was een geest van offervaardig
heid, omdat men gevoelde: 't vaderland is
in gevaar.
Dien tijd van vastberaden kracht en
eensgezindheid te herdenken, is het doel
Van dezen avond.
En zooals men in Parijs hulde brengt
aan den onbekenden soldaat, die ligt on
der den Are de Triomphe, zoo mogen ook
'wij gedenken de soldaten, en burgers die
hier te lande vielen als slachtoffers van
hun trouwe plichtsbetrachting.
Op verzoek van spr. verhieven de aan
wezigen zich van 'hun zetels, teneinde
eenige oogenblikken van stil herdenken
aan deze slachtoffers te wijden.
Vervolgens werd op schoone wij'ze door
Mej. E. van der Hoeven het Wilhelmus
vertolkt, wat door de aanwezigen staande
werd aangehoord.
Daarna voerde Prof. P. J. Blok het
woord. Spr. begon met eenige historische
herinneringen aan de politieke verhou
dingen in 1914, toen de groote wereld
oorlog uitbrak. In een paar dagen, in en
kele uren ontwikkelde zich de toestand en
den 31sten Juli was het voor iedereen dui
delijk, dat een oorl'og niet meer te ver
mijden was.
Onze regeering nam onder leiding van
den eminenten minister-president Mr.
Cort van der Linden, de laatste dagen van
Juli in het diepste geheim reeds maat
regelen ter voorbereiding der mobilisatie
en toen deze den Sisten werd' afgekondigd,
liep zij nergens in Europa vlugger en
beter van stapel dan hier.
Toen bleek in alle geledingen des volks,
wat vaderlandsliefde vermag. Vaderlands
liefde beteekent gehechtheid aan onze taal
en gewoonten, aan onze vrijheden en on
zen geboortegrond, het is het gevoel „wij
willen Holland houen." Vaderlandsliefde
sluit de algemeene ménschenliefde niet uit,
dat heeft ook Nederland wel bewezen in
de jaren tijdens en na den oorlog.
Zeker, toen de mobilisatie lang begon
te duren, hebben degenen, die zoo ver
van hun gezin en bun zaak waren ver
wijderd, wel eens gemopperd; dat is ver
klaarbaar.
Doch hun werk. in*die jaren is niet on
nut geweest, het is ons gelukt, onze neu
traliteit te handhaven.
Herhaaldelijk heeft die neutraliteit ern
stig gevaar geloopen, nu eens van de zijde
der Genlralen, dan weer van de Entente-
mogendheden, en meermalen is men den
nacht ingegaan in de onzekerheid of het
den volgenden dag nog wel vrede zou zijn.
Doch den oorl-og met zijn vreeselijke ge
volgen zooals we die in België en Noord-
Frankrijk zien, hebben we buiten onze
grenzen gehouden. Dit danken wij aan den
waakzamen moed onzer Koningin, aan de
pogingen onzer regeering om, steunende op
het recht, zoo lans; mogel'jk onze neutra
liteit te handhaven; dat danken we ook
aan onze gemobiliseerden en aan den op
perbevelhebber, generaal Snijders.
Velen in ons volk keuren thans alle be
wapening af, sommigen uit hoog idealis
me, doch wij. moeten ook rekening houden
met de eischen van het practische leven.
Wij leven immeTs in geen paradijstoe
stand, daarom zijn wij zedelijk verplicht
tegenover ons zelven en ons vaderland, ons
te wapenen vooi' zelfverdediging.
Dat is geen „militairisme", het is plicht
tegenover het vaderland.
Spr. dankte de gemobiliseerden. die zich
voor dat vaderland gegeven hadden. Ge
lukkig waren er slechts betrekkelijk wei
nigen, wier gezondheid en leven ernstig
schade leden tengevolge van ongelukken
en verwond'ngen door de mobilisatie; doch
wel zijn er velen, die in hun zaken groo
te schade geledenhebben.
Laat daarom deze dag behalve een dag
van herdenking ook zijn een dag van wel
dadigheid ten opzichte dezer slachtoffers.
Het heet nu ali vijf jaren „vrede" te zijn,
doch het is nog allerwegen haat en ver
deeldheid. Het is er ook nog ver van af,
dat het economische leven zich weer her
steld heeft.
Duizenden gezinnen zuchten onder de
gevolgen van den oorlog door de werkloos
heid; ook door de hooge belastingen. Wij
weten niet wat de toekomst zal brengen,
doch mocht weer gevaar aan onze grenzen
dreigen, moge dan weer als in 1914 een
golf van vaderlandsliefde door de massa
gaan.
„Leve de Koningen. Leve het Vader
land", zoo eindigde Prof. Blok zijn rede,
die geestdriftig werd toegejuicht.
Mej. van der Hoeven deed ons nogmaals
van haar heerlijke stem genieten en daar
na kregen we van het Le'dsche Muziek
korps een fanta'sie op „Les Cloches de
Corneville" van R. Plangnette te hooren.
Onder applaus der vergadering werd be
sloten een telegram van hulde aan H. M
de Koningin te zenden.
Na de pauze gaf het Leidsche Muziek
korps nog den Kroningswals van Joh. C.
Geyp ten beste en zong Mej. v. d. Hoeven
een drietal liederen, waaronder „Siet
Christen menschen" uit „Va'erius Gedenck-
Clanck".
Daarna voerde Ds. H. Thomas het
woord.
Ons denken aan den Volkeren strijd zal
danken worden, a'dus dezen Spr., wan
neer wij denken aan de positie van Ne
derland als bufferstaat. Wij waren belen
dend perceel in d'en wereldbrand, wij le
den ernstige waterschade, doch het belen
dend perceel bleef behouden.
Ons denken en danken ui te zich niet in
feestgedruisch. De pl:cht tot dankbare ge
denking van we1 da den d.oe den lofzang iin
stilheid rijzen in Sion.
Hebben wij goed gedaan met de mobili
satie met haar grooten nasleep van gees
telijke en materieel© ellende?
Het is noodig, dat wij ons daarover be
zinnen, want in historische oogenblikken
als 31 Juli 1914 mag er geen aarzeling
zijn.
Wij moeten de dingen van te voren over
dacht hebben.
Wij hebben in 1914 gemobiliseerd; zul
len wij 't weer doen, nu we weten, welk
een verdriet er aan vast zit?
Het gezin werd ontwricht; de mannen
werden, goeden en slechten hij elkaar, te
zamen. gebracht, zonder den heiligenden en
bewarenden invloed van de vrouw, de moe
der, de verloofde; ook zonder de moge
lijkheid van een geregelde godsdienst
oefening.
Het is begrijpelijk, dat velen zeggen: dat
nooit meer!
A's de reuzen vechten, laten dan de ka
bouters maar hun matten oprollen. En
worden ze opgeslokt door de reuzen, och,
is daar geen echt-Hollandsch spreekwoord
van een kat en een kater en gebeten wor
den?
En als dan de reuzen werden opgeslokt
door den grootsten reus, en als d o groot-
ste reus dan harakiri pleegde, zouden dan
de zwaarden niet kunnen worden omge
smeed tot zeisen en de spiesen tot sikkelen?
Is het Wereldrijk, de Volkenbond d^n
niet het ideaal, vragen de vredesidealistcn.
Doch hoe is het vroeger met do wereld
rijken gegaan, en moesten zij zich niet
met wapengeweld handhaven?
yfie de natuur de3 menschen kent en
constateert, dat het moraliteitsbesef bij
duizenden en duizenden schrikbarend ia
gedaald, beziet de kwestie van den wereld
vrede nuchter en houdt zijn Hollandschen
kop koel.
Tenzij de volkeren zwichten voor den
Zoon van God, die door het kruis heeft
gezegevierd en aan Zijn voeten de wa
pens inleveren, zoo blijft ieder jaar de mo
gelijkheid, dat de volkeren elkaar naar de
keel zullen grijpen.
Wat zullen we dan doen? Zullen we weer
mobiliseeren, of zullen we ons laten op
slokken?
De „wereldburger" zal zeggen: is dat op
slokken zoo erg? De volken zijn toch alien
fatsoenlijke menschen en ze zullen ons
geen haar krenken, als wij maar niets
doen.. Het zijn toch geen kannibalen of
koppensnellers, in wier handen we vallen?
Men vergete evenwel niet: wanneer wij
zonder één schot te lossen, ons schip van
Staat zullen laten enteren door den eerste
den beste, dan zullen we, geestelijk opge
vat, wel' degelijk in slavernij gebracht en
geknecht worden, iets wat het vrijheids
lievende Hollandlsche volk bijzonder zal
voelen.
Een mobilisatie als in 1914 is wel een
verschrikkelijke bedreiging, stoffelijk en
godsdienstig en zedelijk!
Maar wij mogen niet zonder slag of
stoot onze geestelijke schatten prijsgeven,
ons volksleven en ons Oranjehuis, on
ze taal en ons oud-Hollandsch huiselijk
léven en onze vrijheid.
Wie deze als schatten beschouwt van
onberekenbare waarde, wier verlies is
volksondergang, grijpt, als beminnaar van
den vrede, naar de wapens. Hij wil geen
wereldrepubliek, hij wil nog vechten voor
huis, haard en altaren, hij wil „Holland
houen".
Bij alle waardeering van wat goed is en
schoon :n het buitenland, voelen wij ons
anders. Wij voelen ons het Nederlandsche
volk, met een e:gen aard en een eigen be
stemming en een eigen toekomst.
Dat is een kwestie van plicht tegenover
God, die alles schoon maakt op zijn tijd.
Daarom willen we geen fusie, d;e doo-
dend zou werken op het Hoïïandsch-
eigenaardige.
We spreken van den Franschen haan
en den Holalndschen leeuw; ge kunt een
haan geen manen omhangen, en een leeuw
geen „kukeleku!" leeren roepen.
Daarom geen uitwissching van grenzen.
Nederland is ons Nederland, wij moeten
het beminnen als ons huis.
Deze groote liefde voor het e:gen huis
maakt niet, dat we met onze buren gaan
bakkeleien, omdat ze niet in ons huis wo
nen, doch wel is het: Oost West, thuis
best.
Wij willen ons eigen type bewaren. Hol
land is steeds geweest de wijkplaats, waar
de verdrukten heen konden vluchten,
daarom alleen is het al een mobilisatie
waard.
Oranje is de ziel van ons volk en als
ooit een geweldenaar ons dat zou afne
men, heeft hij een moord begaan.
Zoo komen we weer tot de vraag: deden
we goéd in 1914 te mobiliseeren, en zullen
we het weer doen? en we hebben aange
toond, dat onze heilige overtuiging op
hechte basis rust.
Na de rede van Ds. Thomas werd geest
driftig gezongen: „Wij willen Holland
houen!"
Ten slotte sprak do heer Reimeringer
een woord van dank aan de sprekers, aan
de dames van der Hoeven en Hazeu, aan
het Leidsch Muziekkorps.
Spr. eindigde met de Nederlandsche wa
penspreuk „Je maintiendrai" en Bet daar
na een tweetal coupletten van het Wilhel
mus zingen.
Onder de pauze verkochten jongedames
van „Brunhilde" prentkaarten onder de
aanwezigen ten bate van het fonds ter on
dersteuning van geraobibseerden, die nog
gebukt gaan onder de naweeën der mobili
satie.
Leidscfiie Spaarbank.
Bij de -Leidsche Spaarbank is rn de
maand Juli ingelegd f 3l2.531.62 en te
rugbetaald f281.471.59, terwijl 100 nieuwe
inleggers zijn ingeschreven en 50 boekjes
geheel werden uitbetaald.
Het tegoed der 16370 inleggers bedroeg
einde Juli f5.155.237.98.
Het nieuwe Ziekenhuis.
De rioleering van een gedeolte van bet
terrein van het nieuwe Acad. Ziekenhuis
is opgedragen aan C. v. Hees te Utrecht,
die bij de gister gehouden aanbesteding
het laagst had ingeschreven, ni. voor
f 64.000.
Voor het Mulo-examen is geslaagd
W. H. van der Nat alhier.
Het nieuwbakken vak van rijwiel
plaatjes-jager schijnt ook reeds zijn vir-
tuosen te bezitten. Gisteren althans heeft
er hier een kans gezien een belasting-
plaatje dat aan de stuurpen van een rij
wiel op het balhoofd zat vastgesoldeerd,
weg te nemen, door maar e ventjes het
heelo stuur uit de vork to halen. Maar....
den dader werd ook ruimschoots de gele
genheid gegeven, waar de berijder gedu
rende drie kwartier die hij in e?n cafó
doorbracht, het karretje bullen liet staan.
Hiermede is dus tevens de eerste aaiX
gifte hier ter plaatse gedaan. r
Gistermiddag, even over half drié
kwamen op den hoek MareVrouwen*.
kerkkoorsteeg twee wielrijders, 8. F. en
F. K. met elkaar in botsing, waarbij heb
voorwiel van F.'s fiets werd vernield. ,1
Op den hoek Haarlemmerstraat—
VrouwenkeTkkoorsteeg werd gisteravond
tegen zeven uur de wielrijder G. O. v. d.
N., die laatstgenoemde steeg kwam uitrij
den, aangereden door een auto, die i" de
richting van de Blauwpoortsbrug pas
seerde. v. d. N. bekwam een lichte verwon
ding aan z'n linkerhand.
Volgens ooggetuigen was het ongeval
te wijten aan zijn eigen onvoorzichtig
heid,
Voor het- M. U. L. O.-diploma slaag
de te 's-Gravenhage W. H. v. d. Nat, al
hier.
Mej. J. P. W. Groen alhier slaagde
voor het examen Engelsch L. O.
BINNENLAND
Christelijk Historische Unie.
De driedaagsche zomercon'eren» ie vnn
de Christel'jk-Hislorische Unie, te Lunte-
ren, is gisteren door m r. J. Schok
king geopend.
De heer J. R. Snoeck Henkcmans is we
gens familieomstandigheden verhinderd
de conference bij te wonen. Z-jn rede over
de sociale verzekering vervalt
Prof. d r. J. R. Slotemakor de
Bruine heeft een rede gehouden, geti
teld: Politieke beschouwingen
Spr. kiest twee algemeene vragen: het par
lementaire stelsel en daarnaast: den grond
slag voor partijformatie. Hij wil deze twee
in onderling verband beschouwen, omdat
hij overtuigd is, dat het parlcmentare
stelsel het best is te handhaven en mis
schien wel alleen is te handhaven bij par
tijformatie op principieele basis.
Dat het parlement verzwakt is, staat
volgens spr. vast. H;j beziet thans niet
alle verschijnselen, die zich internatio
naal voordoen; maar vast staat, dat het
parlement ziGh zwak voelt en zwak maakt
tegenover de regeering.
De zaak is ernstig, omdat niemand een
heter stelsel weet dan het parlementaire en
omdat hier een groot volksgoed zou verlo
ren gaan. Voor herstel wijst spr., met tor»
zijdelating van ve'erlei, op partijformatie
op algemeen-principieel bas s.
Vroeger kende men alom de politieke ha-
sis, doch de omstandigheden vergroeien
zoozeer, dat deze niet bruikbaar blijft;
men zie de ontwikkeling in Duitschland en
zelfs in Engeland met zijn driehoeksver
kiezingen. Het socia'e treedt op den voor
grond, maar spr. is overtuigd, dat de so
ciale tegenstelling: „vooruitstrevend-oon-
servatief" politiek zeer weinig beschik
baar is: men denke aan vraagstukken a's
het militaire vraagstuk en het verzeke
ringswezen.
Spr. verwacht veel van een eoht-prin-
cipieele basis. Ten onzent is deze gelegd
omstreeks 1878 door de Protestanten, om
streeks 1888 door de Roomschen, vooral
om de sohool. Maar deze opzet heeft veel
wijder perspectief. Men denke aan dea
invloed, die de Christenen nu georgan -
seerd kunnen oefenen op den gang van het
geheele openbare leven.
Vooral wordt het parlementaire stelsel
daardoor onder vigeur van het algemeen
kiesrecht gestevigd, want nu kan de massa
beziel'd worden door de ideëele drijfveoren
en behoeft de verkiezingsactie niet te ver
modderen door concurrentie en opbieden
of door speculatie op de stoffelijke belan*
gen van enkele groepen en kringen.
Een principieele basis voor de politiek
stelt echter aan de leiding zeer hooge
eischen en spr. zou niet kunnen verzekeren
dat hij op dit punt geheel bevredigd is.
Beginselen moeten in de diepte wortelen;
wie het leven in zijn uitwendige vormen
christelijk maakt, handelt niet principieel,
Daarom staat spr. zeer aarzelend tegen
de oplegging van het ambtsgebed, invoe
ring van een vloekverbod e. d. Hij herin-*
nert er aan, dat dezer dagen in de Staten
van Zuid-Holland van de zijde der Herv.
Geref. Staatspartij gezegd is, dat uit zu'ke
maatregelen moet blijken dat er een recht-*
sche meerderheid is.
Spr. zou willen, dat do rechtscbe gr-oo*
pen zich met klem tegen dezen regel ver-*
zetten.
Wie op beginselpunten, zoo al a de dood*
straf, de vaccinatie, de processies en zoo*
veel andere onderworpen, die in bepaa'do
groepen als beginsel worden beleden,
slaagt door bij de afspraak tusschen par*
tijen gelijk over te steken, heeft z jn b(H
ginsel onrecht aangedaan.
Deze punten moeten alzoo spr.
wachten tot een principieele moeraerno;d j
er voor is.
Ten derde wil spr. iets over de boyn* j
selen zelf zeggen. Hij gewaagt van de j
groote sociale eischen, die velgen uit d-'H|
Christelijken blik op den mensch. /al dozA|
als schepsel Gods in de szmen.ov ng /.utv*
nen staan, dau zijn goede sociaal-ecorux
mische omstandigheden on i'oed*» vor^, >n*
delijke ontwikkeling lelie'ijk onm^baar.