Dagblad voor Leiden en Omstreken. v Het tegendeel van bezuiniging. NIEUWE LEIDSGHE MANT ADVERTENTIE-PRlJb Gewone advertentiën per regel 22l/a cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. "Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden daeeliiks eeWlaatst ad 50 cent. 5de JAARGANG. - VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1924 - No. 1275 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 56936 ABONNEMENTSPRIJS h Lef dn waar agnlw (mstkgd z§a Per kwartaaltZU £,r roS Franco per post per kwartaal.f f 2.9P Pit nummer bestaat uit twee bladen. 1 ,We zijn nu zoover dat met kracht be- kuinigd wordt, althans in dien zin, dat de iuitgaven worden gedrukt. Van niet minder beteekenis is echter dat er bezuinigd wordt, door den staatsdienst soberder in te richten en te zorgen dat geen cent onnoodig wordt uitgegeven. Dat op dit gebied nog wel iets bereikt kan worden, leert het verslag van de Alge- imeene Rekenkamer. Nog voor de heer Colijn als Minister van Financiën optrad, maar toch in een tijd toen de noodzaak van bezuiniging ook van de Regeeringstafel gepredikt werd, heeft zich blijkens bedoeld verslag het vol- 1 Een ambtenaar der registratie woonde in Noordwijk, maar was werkzaam in Leiden. Op een gegeven moment werd deze 'amb tenaar te werk gesteld in zijn eigen woon plaats. Wat deed de ambtenaar? Hij declareerde aan het Rijk lustig tel kenmale zoogenaamd ,/reis- en verblijf- posten" alsof hij eiken dag van Leiden naar Noordwijk reizen moest. Dei Rekenkamer maakte hiertegen be zwaar. Men zou zoo zeggen, dat de betrok ken minister hieraan terstond een eind zou maken. Het tegendeel was echter het geval. De Minister beriep zich op een Kon. Besluit, om het optreden van dezen ambtenaar te rechtvaardigen. De Kamer wees er echter op, dat dit Reisbesluit alleen gold voor werkelijk ge dane reizen en dat geen enkele bepaling daarvan toepassing kon vinden, zoolang geen dienstreizen waren gedaan. De decla- ratiën waren ~in dit geval geheel gefin geerd en in strijd met do waarheid, even als de daarop voorkomende verklaring, dat de reizen en het verblijf, waarvoor wordt gedeclareerd, hebben plaats gehad in het belang van 's Rijks dienst. De Kamer achtte dit een feit van ernsti- gen aard. Zij drong er op aan, dat niet al leen de bedragen' der thans en vroeger ten onrechte berekende en betaalde vergoedin gen werden teruggevorderd, doch dat ook maatregelen genomen werden om voor het vervolg het onrechtmatig berekenen van vergoeding te voorkomen. Eerst nadat de Rekenkamer in zulke ischerpe bewoordingen was opgetreden slaagde zij er in den minister eindelijk Van overtuiging te veranderen. Maar nu komt het mooiste nog. De amb tenaar die dergelijke door den minister „te goeder trouw" geachte, door de Rekenka mer als „gefingeerd en in strijd met de waarheid" gekwalificeerde declaraties in diende en op die manier zich „ten onrech te" f 611.42 had weten te verschaffen, zou verplicht worden dit bedrag in 's Rijks kas terug te storten. Hoe dit in zijn werk ging blijkt uit het Volgende: „Inmiddels" heeft de minister van Fi nanciën „voor den duur der tewerkstelling in Noordwijk" dat wil dus zeggen voor "den duur dat hij i n z i j n e i g e n woon plaats werkt, hem een toelage van f 4 per dag toegekend, en daarmede de zoogenaamde „terugstort:ng" verzekerd. Het zou belachelijk zijn als het niet zoo in-treurig was. Vertrouwd mag worden dat aan derge lijke practijken die het eigenlijke bezuini- gingswerk illusoir maken, thans voorgoed een einde zal worden gemaakt. STADSNIEUWS. Begrafenis Prof. van Leeuwen. Gistermiddag heeft te Doorn do ter aardebestelling plaats gehad van het stof felijk overschat van prof. J. van Leeuwen Jzn.. oud-hoogleeraar in de Grieksche taal en letterkunde aan de universiteit alhier, die de vorige week in Melohtahl Zwitser land, waar hij sedert zijn emeritaat woon de, is overleden,. Prof. dr. J. Vürtheim, die prof. Van Leeuwen bij zijn aftreden als hoogleeraar is opgevolgd, heeft aan het graf een rede gehouden, med© als vertegenwoordiger van den Leidschen Senaat. Spr. wist uit naam van dat eerwaardige Üchaam en ook uit dien der door hem ver tegenwoordigde faculteit der letteren en wijsbegeerte te spreken, wanneer over het jraf van hem, die dertig jaren lang door karakter en gaven aan tal van jongeren den waren weg der wetenschap wees, een betuiging klinkt van diepen eerbied en oprechten dank. Hij wees er op, dat bijkans elke letter kundige vondst den Leidschen voorganger »p zijn post vond om aanstonds na de ©ntdekking in dien keurig verzorgden Vorm, die Van Leeuwen's cachet was, een kritische uitgave in het licht te geven. Populariteit heeft Van Leeuwen niet ge wonnen; daarvoor lagen de gebruikelijke methoden om voor eigen reolame te zor gen* te ver buiten de grenzen van wat hij met zoo bijzondere intonatie ..behoorlijk" placht te noemen. Vijandschap daarente gen oogstte hij door de rechtschapen wij ze, waarop hij bij de eindexamina zijn plichten vervulde en aan den lijve voelde hij de waarheid van den dichtregel: „tem pora si fuerint nebula, solus eris." Doch daartegenover staat, aldus 3pr^ mijn leermeester wiens graf ik nog nader met den,zelfden eerbied, met dezelfde ne derigheid, die ik als student, als uw op volger, Bteeds heb gevoeld* dat gij aan ons, aan deze generatie, aan het Neder landsche volk iets onvernietigbaar» hebt nagelaten. Ik bedoel, wat een ander, even oud en graecus als gij, eens aldu3 formu leerde: „voor het slagen van een weten schappelijke taak is het karakter van den mensch wellicht nog van meer beteekenis dan de bekwaamheid." Gij bezat beide, talent en karakter. Alle onderwijs is ledige halm en krijgt slechts volheid en rijpheid door hem, die het brengt. Gij, man van eenvoud en van 1 ironie tegenover alles wat met hoogdraven de titels zich aanmeldt ook op het ter rein der klassieke philologie! wee3t eens stilzwijgend op Menander's woord: ,,'s menschen karakter is 's menschen lot". En daarom, hoe hard het leven ook voor u geweest zij, hoe pijnlijk gij getroffen zijt in het dierbaarst wat gij hadt, onge lukkig kan ik u niet noemen. Wijl naar Socrates' woord: een goed mensoh niet ongelukkig kam zijn. In vrede en kalmte, aldus besloot spr., zijt gij Leengegaan en hebt gij erlangd de rust na den strijd; maar uit uw© groe ve klinkt voor ons, die vereenzaamd ver der moeten gaan, tot afscheid: „Doet uw plicht, quand même." Mobilisatie-Herdenking. In de Stadsgehoorzaal werd gi?'er wond vanwege het plaatselijk comité ter her denking der mobilisatie 1914 een bijeen komst gehouden, die druk bezocht was. Uit de palmen, die op het podium ston den en d'e aan de zaal een feestelijk aan zien gaven, bleek wel dat we in gelukker omstandigheden tezamen waren, dan dit precies tien jaar geleden het geval had kunnen zijn. Wie had in die bange dagen van 1914 kunnen denken, dat God ons zoo van 't „krijgsgevaerd" zou bewaren en alles zoo wel maken met ons land en volk! Het was een rijk programma, vod' van afwisseling, dat gisteravond afgewerkt werd. „Na den „Marsch Militair" van Schu bert kregen we van het Leidsch Muziek korps een Ouverture „Nachklange van Ossian" te booren. Daarna sprak de voorzitter van het plaatselijk comité, de heer Aug. L. R e i- meringer, wethouder en loco-burge meester, een inleidend woord, waarin hij de aanwezigen welkom heette, eerst de cud-gemobiliseerden, voor wie deze avond in 't bijzonder belegd was, voorts de mili- ta're en civiele autoriteiten, de sprekers en alle anderen, die medewerkten tot het wel slagen van dezen avond. Met heeft het doel van deze hij een komst wel eens verkeerd begrepen, 't Lag niet in de bedoeling, een feest te organi- seeren, daar is de zaak te ernstig voor. Doch 't ging er om, de oud-gemobil'seer- den nog eens met elkaar in aanraking te brengen, doch bovenal hun dank te bren gen voor wat zij in het belang van het va derland hebben gepresteerd. Spr. schetste de ontberingen, waaraan zij blootgesteld zijn geweest en die zij' met geduld doorstaan hebben. Er waren geen partijschappen t'en jaar terug, er was een geest van offervaardig heid, omdat men gevoelde: 't vaderland is in gevaar. Dien tijd van vastberaden kracht en eensgezindheid te herdenken, is het doel Van dezen avond. En zooals men in Parijs hulde brengt aan den onbekenden soldaat, die ligt on der den Are de Triomphe, zoo mogen ook 'wij gedenken de soldaten, en burgers die hier te lande vielen als slachtoffers van hun trouwe plichtsbetrachting. Op verzoek van spr. verhieven de aan wezigen zich van 'hun zetels, teneinde eenige oogenblikken van stil herdenken aan deze slachtoffers te wijden. Vervolgens werd op schoone wij'ze door Mej. E. van der Hoeven het Wilhelmus vertolkt, wat door de aanwezigen staande werd aangehoord. Daarna voerde Prof. P. J. Blok het woord. Spr. begon met eenige historische herinneringen aan de politieke verhou dingen in 1914, toen de groote wereld oorlog uitbrak. In een paar dagen, in en kele uren ontwikkelde zich de toestand en den 31sten Juli was het voor iedereen dui delijk, dat een oorl'og niet meer te ver mijden was. Onze regeering nam onder leiding van den eminenten minister-president Mr. Cort van der Linden, de laatste dagen van Juli in het diepste geheim reeds maat regelen ter voorbereiding der mobilisatie en toen deze den Sisten werd' afgekondigd, liep zij nergens in Europa vlugger en beter van stapel dan hier. Toen bleek in alle geledingen des volks, wat vaderlandsliefde vermag. Vaderlands liefde beteekent gehechtheid aan onze taal en gewoonten, aan onze vrijheden en on zen geboortegrond, het is het gevoel „wij willen Holland houen." Vaderlandsliefde sluit de algemeene ménschenliefde niet uit, dat heeft ook Nederland wel bewezen in de jaren tijdens en na den oorlog. Zeker, toen de mobilisatie lang begon te duren, hebben degenen, die zoo ver van hun gezin en bun zaak waren ver wijderd, wel eens gemopperd; dat is ver klaarbaar. Doch hun werk. in*die jaren is niet on nut geweest, het is ons gelukt, onze neu traliteit te handhaven. Herhaaldelijk heeft die neutraliteit ern stig gevaar geloopen, nu eens van de zijde der Genlralen, dan weer van de Entente- mogendheden, en meermalen is men den nacht ingegaan in de onzekerheid of het den volgenden dag nog wel vrede zou zijn. Doch den oorl-og met zijn vreeselijke ge volgen zooals we die in België en Noord- Frankrijk zien, hebben we buiten onze grenzen gehouden. Dit danken wij aan den waakzamen moed onzer Koningin, aan de pogingen onzer regeering om, steunende op het recht, zoo lans; mogel'jk onze neutra liteit te handhaven; dat danken we ook aan onze gemobiliseerden en aan den op perbevelhebber, generaal Snijders. Velen in ons volk keuren thans alle be wapening af, sommigen uit hoog idealis me, doch wij. moeten ook rekening houden met de eischen van het practische leven. Wij leven immeTs in geen paradijstoe stand, daarom zijn wij zedelijk verplicht tegenover ons zelven en ons vaderland, ons te wapenen vooi' zelfverdediging. Dat is geen „militairisme", het is plicht tegenover het vaderland. Spr. dankte de gemobiliseerden. die zich voor dat vaderland gegeven hadden. Ge lukkig waren er slechts betrekkelijk wei nigen, wier gezondheid en leven ernstig schade leden tengevolge van ongelukken en verwond'ngen door de mobilisatie; doch wel zijn er velen, die in hun zaken groo te schade geledenhebben. Laat daarom deze dag behalve een dag van herdenking ook zijn een dag van wel dadigheid ten opzichte dezer slachtoffers. Het heet nu ali vijf jaren „vrede" te zijn, doch het is nog allerwegen haat en ver deeldheid. Het is er ook nog ver van af, dat het economische leven zich weer her steld heeft. Duizenden gezinnen zuchten onder de gevolgen van den oorlog door de werkloos heid; ook door de hooge belastingen. Wij weten niet wat de toekomst zal brengen, doch mocht weer gevaar aan onze grenzen dreigen, moge dan weer als in 1914 een golf van vaderlandsliefde door de massa gaan. „Leve de Koningen. Leve het Vader land", zoo eindigde Prof. Blok zijn rede, die geestdriftig werd toegejuicht. Mej. van der Hoeven deed ons nogmaals van haar heerlijke stem genieten en daar na kregen we van het Le'dsche Muziek korps een fanta'sie op „Les Cloches de Corneville" van R. Plangnette te hooren. Onder applaus der vergadering werd be sloten een telegram van hulde aan H. M de Koningin te zenden. Na de pauze gaf het Leidsche Muziek korps nog den Kroningswals van Joh. C. Geyp ten beste en zong Mej. v. d. Hoeven een drietal liederen, waaronder „Siet Christen menschen" uit „Va'erius Gedenck- Clanck". Daarna voerde Ds. H. Thomas het woord. Ons denken aan den Volkeren strijd zal danken worden, a'dus dezen Spr., wan neer wij denken aan de positie van Ne derland als bufferstaat. Wij waren belen dend perceel in d'en wereldbrand, wij le den ernstige waterschade, doch het belen dend perceel bleef behouden. Ons denken en danken ui te zich niet in feestgedruisch. De pl:cht tot dankbare ge denking van we1 da den d.oe den lofzang iin stilheid rijzen in Sion. Hebben wij goed gedaan met de mobili satie met haar grooten nasleep van gees telijke en materieel© ellende? Het is noodig, dat wij ons daarover be zinnen, want in historische oogenblikken als 31 Juli 1914 mag er geen aarzeling zijn. Wij moeten de dingen van te voren over dacht hebben. Wij hebben in 1914 gemobiliseerd; zul len wij 't weer doen, nu we weten, welk een verdriet er aan vast zit? Het gezin werd ontwricht; de mannen werden, goeden en slechten hij elkaar, te zamen. gebracht, zonder den heiligenden en bewarenden invloed van de vrouw, de moe der, de verloofde; ook zonder de moge lijkheid van een geregelde godsdienst oefening. Het is begrijpelijk, dat velen zeggen: dat nooit meer! A's de reuzen vechten, laten dan de ka bouters maar hun matten oprollen. En worden ze opgeslokt door de reuzen, och, is daar geen echt-Hollandsch spreekwoord van een kat en een kater en gebeten wor den? En als dan de reuzen werden opgeslokt door den grootsten reus, en als d o groot- ste reus dan harakiri pleegde, zouden dan de zwaarden niet kunnen worden omge smeed tot zeisen en de spiesen tot sikkelen? Is het Wereldrijk, de Volkenbond d^n niet het ideaal, vragen de vredesidealistcn. Doch hoe is het vroeger met do wereld rijken gegaan, en moesten zij zich niet met wapengeweld handhaven? yfie de natuur de3 menschen kent en constateert, dat het moraliteitsbesef bij duizenden en duizenden schrikbarend ia gedaald, beziet de kwestie van den wereld vrede nuchter en houdt zijn Hollandschen kop koel. Tenzij de volkeren zwichten voor den Zoon van God, die door het kruis heeft gezegevierd en aan Zijn voeten de wa pens inleveren, zoo blijft ieder jaar de mo gelijkheid, dat de volkeren elkaar naar de keel zullen grijpen. Wat zullen we dan doen? Zullen we weer mobiliseeren, of zullen we ons laten op slokken? De „wereldburger" zal zeggen: is dat op slokken zoo erg? De volken zijn toch alien fatsoenlijke menschen en ze zullen ons geen haar krenken, als wij maar niets doen.. Het zijn toch geen kannibalen of koppensnellers, in wier handen we vallen? Men vergete evenwel niet: wanneer wij zonder één schot te lossen, ons schip van Staat zullen laten enteren door den eerste den beste, dan zullen we, geestelijk opge vat, wel' degelijk in slavernij gebracht en geknecht worden, iets wat het vrijheids lievende Hollandlsche volk bijzonder zal voelen. Een mobilisatie als in 1914 is wel een verschrikkelijke bedreiging, stoffelijk en godsdienstig en zedelijk! Maar wij mogen niet zonder slag of stoot onze geestelijke schatten prijsgeven, ons volksleven en ons Oranjehuis, on ze taal en ons oud-Hollandsch huiselijk léven en onze vrijheid. Wie deze als schatten beschouwt van onberekenbare waarde, wier verlies is volksondergang, grijpt, als beminnaar van den vrede, naar de wapens. Hij wil geen wereldrepubliek, hij wil nog vechten voor huis, haard en altaren, hij wil „Holland houen". Bij alle waardeering van wat goed is en schoon :n het buitenland, voelen wij ons anders. Wij voelen ons het Nederlandsche volk, met een e:gen aard en een eigen be stemming en een eigen toekomst. Dat is een kwestie van plicht tegenover God, die alles schoon maakt op zijn tijd. Daarom willen we geen fusie, d;e doo- dend zou werken op het Hoïïandsch- eigenaardige. We spreken van den Franschen haan en den Holalndschen leeuw; ge kunt een haan geen manen omhangen, en een leeuw geen „kukeleku!" leeren roepen. Daarom geen uitwissching van grenzen. Nederland is ons Nederland, wij moeten het beminnen als ons huis. Deze groote liefde voor het e:gen huis maakt niet, dat we met onze buren gaan bakkeleien, omdat ze niet in ons huis wo nen, doch wel is het: Oost West, thuis best. Wij willen ons eigen type bewaren. Hol land is steeds geweest de wijkplaats, waar de verdrukten heen konden vluchten, daarom alleen is het al een mobilisatie waard. Oranje is de ziel van ons volk en als ooit een geweldenaar ons dat zou afne men, heeft hij een moord begaan. Zoo komen we weer tot de vraag: deden we goéd in 1914 te mobiliseeren, en zullen we het weer doen? en we hebben aange toond, dat onze heilige overtuiging op hechte basis rust. Na de rede van Ds. Thomas werd geest driftig gezongen: „Wij willen Holland houen!" Ten slotte sprak do heer Reimeringer een woord van dank aan de sprekers, aan de dames van der Hoeven en Hazeu, aan het Leidsch Muziekkorps. Spr. eindigde met de Nederlandsche wa penspreuk „Je maintiendrai" en Bet daar na een tweetal coupletten van het Wilhel mus zingen. Onder de pauze verkochten jongedames van „Brunhilde" prentkaarten onder de aanwezigen ten bate van het fonds ter on dersteuning van geraobibseerden, die nog gebukt gaan onder de naweeën der mobili satie. Leidscfiie Spaarbank. Bij de -Leidsche Spaarbank is rn de maand Juli ingelegd f 3l2.531.62 en te rugbetaald f281.471.59, terwijl 100 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en 50 boekjes geheel werden uitbetaald. Het tegoed der 16370 inleggers bedroeg einde Juli f5.155.237.98. Het nieuwe Ziekenhuis. De rioleering van een gedeolte van bet terrein van het nieuwe Acad. Ziekenhuis is opgedragen aan C. v. Hees te Utrecht, die bij de gister gehouden aanbesteding het laagst had ingeschreven, ni. voor f 64.000. Voor het Mulo-examen is geslaagd W. H. van der Nat alhier. Het nieuwbakken vak van rijwiel plaatjes-jager schijnt ook reeds zijn vir- tuosen te bezitten. Gisteren althans heeft er hier een kans gezien een belasting- plaatje dat aan de stuurpen van een rij wiel op het balhoofd zat vastgesoldeerd, weg te nemen, door maar e ventjes het heelo stuur uit de vork to halen. Maar.... den dader werd ook ruimschoots de gele genheid gegeven, waar de berijder gedu rende drie kwartier die hij in e?n cafó doorbracht, het karretje bullen liet staan. Hiermede is dus tevens de eerste aaiX gifte hier ter plaatse gedaan. r Gistermiddag, even over half drié kwamen op den hoek MareVrouwen*. kerkkoorsteeg twee wielrijders, 8. F. en F. K. met elkaar in botsing, waarbij heb voorwiel van F.'s fiets werd vernield. ,1 Op den hoek Haarlemmerstraat— VrouwenkeTkkoorsteeg werd gisteravond tegen zeven uur de wielrijder G. O. v. d. N., die laatstgenoemde steeg kwam uitrij den, aangereden door een auto, die i" de richting van de Blauwpoortsbrug pas seerde. v. d. N. bekwam een lichte verwon ding aan z'n linkerhand. Volgens ooggetuigen was het ongeval te wijten aan zijn eigen onvoorzichtig heid, Voor het- M. U. L. O.-diploma slaag de te 's-Gravenhage W. H. v. d. Nat, al hier. Mej. J. P. W. Groen alhier slaagde voor het examen Engelsch L. O. BINNENLAND Christelijk Historische Unie. De driedaagsche zomercon'eren» ie vnn de Christel'jk-Hislorische Unie, te Lunte- ren, is gisteren door m r. J. Schok king geopend. De heer J. R. Snoeck Henkcmans is we gens familieomstandigheden verhinderd de conference bij te wonen. Z-jn rede over de sociale verzekering vervalt Prof. d r. J. R. Slotemakor de Bruine heeft een rede gehouden, geti teld: Politieke beschouwingen Spr. kiest twee algemeene vragen: het par lementaire stelsel en daarnaast: den grond slag voor partijformatie. Hij wil deze twee in onderling verband beschouwen, omdat hij overtuigd is, dat het parlcmentare stelsel het best is te handhaven en mis schien wel alleen is te handhaven bij par tijformatie op principieele basis. Dat het parlement verzwakt is, staat volgens spr. vast. H;j beziet thans niet alle verschijnselen, die zich internatio naal voordoen; maar vast staat, dat het parlement ziGh zwak voelt en zwak maakt tegenover de regeering. De zaak is ernstig, omdat niemand een heter stelsel weet dan het parlementaire en omdat hier een groot volksgoed zou verlo ren gaan. Voor herstel wijst spr., met tor» zijdelating van ve'erlei, op partijformatie op algemeen-principieel bas s. Vroeger kende men alom de politieke ha- sis, doch de omstandigheden vergroeien zoozeer, dat deze niet bruikbaar blijft; men zie de ontwikkeling in Duitschland en zelfs in Engeland met zijn driehoeksver kiezingen. Het socia'e treedt op den voor grond, maar spr. is overtuigd, dat de so ciale tegenstelling: „vooruitstrevend-oon- servatief" politiek zeer weinig beschik baar is: men denke aan vraagstukken a's het militaire vraagstuk en het verzeke ringswezen. Spr. verwacht veel van een eoht-prin- cipieele basis. Ten onzent is deze gelegd omstreeks 1878 door de Protestanten, om streeks 1888 door de Roomschen, vooral om de sohool. Maar deze opzet heeft veel wijder perspectief. Men denke aan dea invloed, die de Christenen nu georgan - seerd kunnen oefenen op den gang van het geheele openbare leven. Vooral wordt het parlementaire stelsel daardoor onder vigeur van het algemeen kiesrecht gestevigd, want nu kan de massa beziel'd worden door de ideëele drijfveoren en behoeft de verkiezingsactie niet te ver modderen door concurrentie en opbieden of door speculatie op de stoffelijke belan* gen van enkele groepen en kringen. Een principieele basis voor de politiek stelt echter aan de leiding zeer hooge eischen en spr. zou niet kunnen verzekeren dat hij op dit punt geheel bevredigd is. Beginselen moeten in de diepte wortelen; wie het leven in zijn uitwendige vormen christelijk maakt, handelt niet principieel, Daarom staat spr. zeer aarzelend tegen de oplegging van het ambtsgebed, invoe ring van een vloekverbod e. d. Hij herin-* nert er aan, dat dezer dagen in de Staten van Zuid-Holland van de zijde der Herv. Geref. Staatspartij gezegd is, dat uit zu'ke maatregelen moet blijken dat er een recht-* sche meerderheid is. Spr. zou willen, dat do rechtscbe gr-oo* pen zich met klem tegen dezen regel ver-* zetten. Wie op beginselpunten, zoo al a de dood* straf, de vaccinatie, de processies en zoo* veel andere onderworpen, die in bepaa'do groepen als beginsel worden beleden, slaagt door bij de afspraak tusschen par* tijen gelijk over te steken, heeft z jn b(H ginsel onrecht aangedaan. Deze punten moeten alzoo spr. wachten tot een principieele moeraerno;d j er voor is. Ten derde wil spr. iets over de boyn* j selen zelf zeggen. Hij gewaagt van de j groote sociale eischen, die velgen uit d-'H| Christelijken blik op den mensch. /al dozA| als schepsel Gods in de szmen.ov ng /.utv* nen staan, dau zijn goede sociaal-ecorux mische omstandigheden on i'oed*» vor^, >n* delijke ontwikkeling lelie'ijk onm^baar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1