Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ADVI.Rï£Kïi£-PHiJ3
Gewone advortentiên per regel 22V2 cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleloe advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
5de JAARGANG. - MAANDAG 21 JULI 1924 - No. 1265
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58938
ABONNEMENTSPRIJS
h Lslde» ei taitn Lridea
waar ajraU» ft.Bst'rjd zij.
Per kwartaal.fï.53
Per weekf 0.19
Franco per poet per kwartaalf2.90
V Politieke vooruitzichten.
Over dit onderwerp beeft Zaterdag dé
heer H. Golijn op een te Bilthoven gehou
den landdag gesproken.
In zijn inleiding verklaarde Spr. dat er
storm in aantocht is en dat hij er daarom
zoo vroeg bij is om de klok te luiden.
De storm zal er zijn omdat dan geëin
digd is een wetgevende periode waarin
verschillende maah-egelen zijn genomen,
welke aanleiding hebben" gegeven tot scher
pe critiek en die dan uitgebuit zullen wor
den.
Spr. wees er op hoe men in zulke da
gen zijn ontevredenheid personifieert, ze
samenvat in een actie tegen een persoon.
Zoo noemde men de Vlootwet, de wet van
Colijn, terwijl deze wet gemaakt werd toen
Golijn nog goed en wel in Engeland woon
de. Zoo is het nu eenmaal, dat of de mi
nister van Financiën er iets mee te maken
'heeft of niet., allo onaangenaams in Ne
derland wordt geschoven op den rug van
doren 'minister.
Nu is de minister van Financiën ook de
leider dor anti-rev. partij, zoodat deze
partij ei' rekening moe zal moeten houden,
dat alle klappen die hem wor
den toegebracht, ook haar zul
len treffen.
Na vervolgens den financieelen toestand
te hebben geschetst, betoogde de heer Co-
lijn dat de salarissen der ambtenaren niet
onaangetast konden blijven.
Voor Staatsdienaren in engeren zin
stond er op de begrooting 210 mill-'oen gul
don per jaar. voor de posterijen 50 mil-
lioen, voor de spoorwegen 110 millioen,
dus in totaal 370 millioen.
Dit bleek de Regeering te hoog, natuur
lijk niet in absoluten zin gesproken. be
mand in Nederland ontkende trouwens dat
de Staat dit kon betalen.
Spr. heriep zich h;erbij op hetgeen de
-lieer Wibaut en op hetgeen de heer Scha
per in de laatste nummers van „Het. Vo^k"
hierover schreven. Spr. heeft dit reeds een
jaar gelegen gezegd. Thans erkennen het
dus de sociaal-democraten ook, die een
massa haat en nijd hadden kunnen voor
komen door dit een jaar vroeger in te zien.
Nu zal men zeggen dat al deze redenee-
ringen afstuiten op het argument dat de
- ambtenaren in het bekende artikel 40 een
belofte hadden dat hun salarissen niet zou
den verminderd worden en spr. heeft hier
over heel wat brieven ontvangen, waar:n
gewezen werd op het woord uit de Schrift
dat als iemand zweert tot zijn schade dit
aan de zaak niets verandert. Dit woord
aanvaardend waarschuwt spr. dat men er
niet een exegese in moet leggen die er
niet. in ligt. Hier was het zóó gelegen dat
de Regeermg een belofte had gegeven die
z:i niet bevoegd was te geven.
Het is uitgesloten dat een Regeer:ng
voor altijd een belofte kan geven dat de sa
larissen niet verminderd zouden worden,
al-eeds daarom, dat zij dan in bntsing zou
komen met het budgetrecht van de Staten-
G en oraal.
Er is een ander bezwaar waarvoor sur.
meer gevoelt en dat is, dat aan de* ambte
naren een last zou opgelegd worden in-
phats van aan het geheele volk.
Men heeft gezegd salarisverlaging is he-
lasHngverhooging. Men zou bet gezegde
ook om kunnen keeren, maar dat doet men
natuurlijk' met.
De vraag is: wordt den ambtenaren een
last opgelegd boven de andore-Nederlan
ders? Dit betwist spr. Met de ambtenaren
geschiedt wat met de overige burgerij
reeds voor twee of drie jaren geschied is.
Vóór den oorlog was het amblenaarsin-
komen een beetje beneden het voiksinko-
inen. In 1920 stond het op gelijke lijn. Na
3920 daalde het gemiddelde volksinkomen
en nu komt het ambtenaarsinkomen daar
mede op gelijke lijn. Dit is een schrale
troost, maar men 'moet niet vergeten dat
de ambtenaar in dienst is van- een werk
gever die het niet beta'en- kan. Daarom
kwam de Regeering tot de slotsom dat er
op de salarissen bezuinigd moest worden.
En aan wie vraagt of het niet an
ders kon, steR spr. de wedervraag of er
dan iemand in Nederldnd is geweest, die
iD die richting aanduiding heeft gegeven.
Is er zoo iemand, dan wil spr. met hem er
tot het uiterste voor vechten om alle reeds
getroffen maatregelen over boord, te
gooien.
Spr. gaat dan na dat de raming van de
inkomstenbelasting voor 1924 80 millioen
bedraagt. Zou er dus 90 millioen bijko
men, dan moe( men de belasting meer dan
verdubbelen.
Deed men dat, dan zou het kapitaal op
de vlucht slaan. Reeds nu heeft 300 mil
lioen gulden kapitaal de vlucht genomen.
De blijvenden zouden dan ook voor het ge
vluchte kapitaal moéten betalen en hunne
inkomstenbelasting zou dan drie a vier
maal hooger moeten worden, waarbij men
er rekening mee boude, dat van de ICO be
lastingbetalers er slechts 7 zijn, die meer
■dan f 5000 per jaar verdienen.
Spr. zegt in zijn slotwoord dat hij het
zich gemakkelijk had kunnen maken tot
1925. door de armen over elkaar te slaan
en Nederland naar den kelder te laten
gaan. Hij heeft echter bedacht aan het
hoofd van eeü partij te staan, die zich ge
steld heeft op den bodem der realiteit en
die wortelt in de beginselen der oude Ge
reformeerde leer.
Wat de toekomst voor de A. R. partij
betreft, verklaarde Spr. niet veel waarde
ie hechten aan de waarschuwingen dat hij
de A. R. partij van zich zou vervreemden.
Er mogen al een paar splinters afvallen,
het "Schaam der A. R. partij is gezond.
Spreker hoeft voor de verkiezingen al
tijd open en rond zijn meenuig gezegd, ook
tegen de ambtenaren, de partij weet wat
zij aan spreker heeft en spreker weet wat
hii aan de partij heeft.
Hij hoopte dan ook met de- partij samen
den verkiezingsstrijd te voeren. God ter
eere in da eerste plaats en ook tot heT van
land en volk."
Het komt ons voor, dat hier de toestand
juist geteekend is.
De hetze togen Colijn. wijst er op, dat
de A R. partij het in 1925 zwaar zal heb
ben te verantwoorden.
De klappen voor Colijn bes'.md zullen
ook de A R. partij treffen.
Maar we kunnen de zaak ook omkeeren
en zeggen dat de klappen voor de A. R.
partij bestemd door den heer Colijn wor
den opgevangen.
De gewe'dige hetze tegen dezen bewinds
man ontketend is alleen te verklaren uit
het feit dat bii niet alleen financier is,
maar vóór en boven all'es Anti-revolutio
nair.
Dat verklaart den geweldigen tegen
stand.
Maar dat geeft ook grond voor de ver
wachting, dat ons A. R. volk z:ch strfeks
als één man om zijnen leider zal scharen.
STADSNIEUWS.
Chr. Lett. Kring.
De Christelijk Letterkundige Kring Lei
den heeft, al verschenen er geen persver-
s'agen van. onverminderd in bijeenkom
sten zijn arbeid voortgezet. Zoo krecen nog
oidangs na elkaar „de sevenste bliscap
van Maria" en „de kle:ne Johannes" met
„Johannes Viator" van Fred. v. Ecden
een beurt.
In de vergadering van Donderdag 1.1. gaf
de boer J. van Ham op zeer onderhou
dende wijze een interessante uiteenzetting
van den strijd over het' tooneel :n de 17de
eeuw.
Terecht keerden de predikanten zich te
gen de platte kluchten, die werden opge
voerd en niet bevorderlijk waren aan een
goede moraal en reine zeden. Tegen Von
dels stukken verzetten zij zich uit vjreess
voor Roomsche propaganda.
Ofschoon naar dien bij uitstek Galvinis-
tischen tijd zoo gaarne als model wordt
heengewezen al werden ook toen al
stemmen gehoord, die van niet veel an
ders als afdwaling en moreele verwording
repten! was echter de meening in Cal
vinistische kringen het tooneel meer wel
gezind dan tegenwoordig. Mannen als
Huygens, Cats en vooral Revius, die op 't
stuk van belijdenis geen twijfelachtig, faat
staan onzuiver geluid daden booren, schre
ven tooneelstukken. Die van de beide eer
sten beleefden zelfs opvoeringen.
In de eeuw van bet rationalisme veran
derden de tooneelstukken van karakter.
Aan den eenen kant werden ze, ook al on
der invloed vaü de kritiek, beschaafder en
fatsoenlijker, maar van den anderen kant
werden juist geen religieuze stukken meer
opgevoerd.
Een geanimeerde bespreking volgde, die
zijdelings verband houdende met de hui
dige, brandende kwestie, toch langs lijnen
liep, die daar bovenuit gingen. Inleiding
en besprek1 ng droegen niet weinig bij tot
verheldering der begrippen.
De a.s. 3 Ocf.-fees'eit.
Wij vernemen dat het Hoofdcomité voor
Versiering en Verlichting tegen a s. Vrij
dag een groole vergadering heeft uitge
schreven, tot het bijwonen waarvan alle
reeds gevormde buurt commission zijn uit-,
genoodigd, teneinde de verschillende plan
nen in hun geheel te bespreken en dus in
het algemeene versieringswerk de noodige
eenheid te brengen.
Ook de bewoners van buurten waar
nog geen com missiën zijn ge-
vorm d, worden op deze vergadering ver
wacht. Z;j wordt gehouden des avonds te
half negen in „Amicitia", Breeslraat 78.
Redding van schipbreukelingen.
Do afgeloopcn week heeft ons er nog
weer eens op ontroerende wijze aan her
innerd, hoe vol van gevaren het leven is
van wie op de woelige baren moeten trach
ten voor zich en de hunnen 't onderhoud
te verdienen.
Meerdere kloeke mannen vonden den
dood in de golven.
Laten wij, wanneer de storm buldert,
ook onze gedachten eens doen gaan over
de dappere mannen, die met gevaar van
hun leven trachten de schipbreukelingen te
redden.
En laten wij morgen, wanneer er hier
ter stede een schaalcollecte za! ge
houden worden ten bate van de Maat
schappijen, tot redding van schipbreuke
lingen, die gedachten omzetten in een daad
en het reddingswerk krachtig steunen met
onze gaven.
In de Gortestraat heeft gisteravond
tegen 7 uur, een ernstige vechtpartij
plaats gehad tusschen de gebroeders V. én
zekeren B.
Een van de broers, Jac. V. wilde B. te
lijf, terwijl deze in de deur van z'n woning
stond.
Het gelukte laatstgenoemde niet om V.,
die in kennelijken staat verkeerde, te kal-
meeren, zoodat hij een klap in het gezicht
kreeg. B. -trok toen een broodmes, waarop
V. reageerde door B. naar den buik te
trappen. Deze kwam teen op het iclee om
zijn aanvaller bij een der beeren vast te
houden, met het gevolg dat V. heelemaal
het stuur kwijt raakte en achterover viel.
Toen hij niet oprees, onderzocht men
liem eens, waarbij bleek dat hij op een
ijzeren kolk was terechtgekomen en als
gevolg daarvan een paar beduidende
hoofdwonden had bekomen.
Terwijl er toebereidselen gemaakt wer
den om den gevallene naar het ziekenhuis
te brengen kwam zijn broer „verhaal" ha
len op B., die inmiddels echter was gaan
wandelen, wellicht om wat op te knappen.
Y. nam toen wraak door met een strijk
ijzer de ruiten en het deurpaneel van B.'s
woning te bewerken, waarbij bij zich nog
aan de rechterhand verwondde.
Het slot van de historie werd, dat beide
gebroeders ter behandeling naar het Acad.
Ziekenhuis moesten worden overgebracht,
en dat de een, Jac. VM door de politie in
bewaring werd gesteld wegens dronken
schap.
Zaterdagavond, even over half tien,
werd op den hoek GalgewaterMorscli-
straat de weduwe v. d. M., door een mo-
torrijds.ter(!) aangereden, waarbij zij
eenige, gelukkig niet ernstige wonden aan
het achterhoofd bekwam.
Gisteravond botsten op den hoek
Oude VestMare een vrachtauto en een
wielrijdster tegen elkaar op, waarschijn
lijk doordat de laatste verkeerd uitweek.
De auto had ©en Haagsclie chauffeur K.
v. D., de juffrouw bleek M. la C. uit Rot
terdam te zijn. Zij liep eenigo liehte ont
vellingen aan de handen op.
In den afgeloopen naclit ontstond in
het café R., in den Morschstraat een ru
zie, waarbij J. de G., door een anderen be
zoeker, K. K„ niet ernstig in hoofd en
arm werd gestoken.
Een agent van politie die vannaacht
een beschonken kerel wilde arresteeren.
werd daarbij gehinderd door zekeren G.
K. Do agent liet zijn arrestant los, en
nam K. mee naar het bureau, voor wien
het geval nu waarschijnlijk ernstiger ge
volgen zal hebben dan voor zijn „be
schermeling."
In den nacht van Vrijdag op Zater
dag zijn door opensluiting (men zorgë - h
voor een goed nachtslot) weer drie rijwie
len ontvreemd, ten nadeele van de familie
G., in de Da Cos tast raat.
binnenland
Invoer van kaas in Argentinië.
In September 1923 verzocht de Nederl.
Vereeniging van Kaashandelaren aan den
minister van builenlandsche zaken, maat
regelen te nemen, welke zouden kunnen
leiden tot wijziging van de voor den Ne-
derllandschen kaashandel belemmerende
bepaling, dat hij invoer van kaas in Ar
gentinië een invoervergunning vereiseht
wordt, welke eerst wordt verleend nadat
een officieel bureau aldaar een analyse van
de zending heeft gemaakt.
Einde December antwoordde de minister
van binnenlandsche zaken en landbouw,
dat er in Argentinië een recht van prefe
rentie bestaat, hetwelk bepaalt dat waren,
welke spoedig aan bederf onderhevig zijn,
bij het onderzoek door de douane-schei
kundigen vóór zu'len gaan boven artikelen
van anderen aard. Deze preferentie moet
schriftelijk worden aangevraagd, terwijl
voor elke analyse een extra recht van 10
dol'ar papier wordt geheven.
In Maart dezer jaars berichtte de Ne-
derlandsche vereeniging daarop aan den
minister, dat voor zoover bekend geen
harer leden gebruik heeft gemaakt van het
bedoelde recht van preferentie, en herhaal
de zij haar verzoek het daarheen te willen
le'den, dat alle Neder!andsche kaas voor
zien van het rijksmerk, zonder eenige
moeilijkheden en zonder oponthoud dade
lijk ter aflading kan gegeven worden.
Thans heeft de directeur-generaal van
den landbouw aan de Nederlandsche ver
eeniging bericht, dat de Argentijnsche re
geering niet bereid, is bevonden om Ne-
derlandsche kaas ook wanneer deze
voorzien is van het rijkscontrolemerk
zonder voorafgaand chemische analyse toe
te laten, niet omdat de doeltreffendheid
van de in Nederland verrichte officieele
controle onbekend is. doch omdat de mo
gelijkheid aangenomen mag worden, dat
een product tot bederf overgaat nadat da
eerst2 controle heeft plaats gehad.
Hei onts'ag bij de Posterijen.
Blijkens een door den minister van "Wa
terstaat op 18 dezer aan den Centraleu
Bond verleende audiëntie over de ontsh-g-i
aanzeggingen bij het Hoofdbestuur der P,
en T., zou binnenkort een uiteenzett:ng be-«
treffende de motieven welke tot de aan-«
wijzing hebben geleid en eventueel de in
stelling van een beroepsinstantie kunnen
worden tegemoet gezien.
Het autobus-vraagstuk,
Voor de afd. Zuid-Holland der Ver. v?n
Nederl. Gemeenten heeft de hoof doommis*
saris van politie te Rotterdam do heer A«
H. "Sirlcs, een inleiding gehouden over het
a u t o b u s vraagstuk.
Blijkens het verslag in de N. R. ,C't. is
do lieer Sirks persoonlijk van oordeeb apt
een gecombineerd tram-autobusbèdrijf in
handen der overheid niet de beste vorm
van exploitatie geacht moet worden. Door
den particulieren bedrijfsvorm t© behou
den, waarin de overheid s' cvk geïnteres
seerd is, kan men vele nadeelen wegne
men.
Rosumeerer.-de het standpunt, dat de
overheid moet innemen inzake bet loc'e
autobus-verkeer, zéide de beer Sirks: In
gemeenten, waar geen trambedrijf bestaat
moet het autcbusbedrijf streng geregle
menteerd worden, zal het alleen moeten
worden uitgeoefend krachtens een special©
vergunning, en zal er in groote mate reke
ning gehouden moeten werden met b~t
publiek belang inzake veiligheid en com
fort., lijnenneG frequentie van dienst en
tarieven.
Is wel een trambedrijf aanwezig, dm
zal behalve deze eerste voorwaarde, moe
ten-gelden, dat. trambedrijf en autobus-
bedrijf behandeld moeten worden op den.
voet van volkomen gelrkwmrd'gbeid. 'o i-
de hun gebiocl moeten bobben, waar "ij
overlieerschen en overigens elkaar zullen,
moeten aanvullen; dat met groote voor
zichtigheid zal moeten worden nagègam,
waar de tram door den autobus vervangen,
kan v.orden, en dat hiertoe alleen za'
moeten worden overgedaan, wear bot
trambedrijf, tot het uitevs+e verbeterd,
nog bij den autobus ten achter staat.
Tenslotte drong spr. aan op wijziging
der onvolmaakte en verouderde wetgeving
F/en wet op het autobus verkeer zal en
moet er kernen, maar dan zeker niet in
den geest als do autobusondernemers- d'e,
volgens hun orgaan wenschen: eenvoudig
een vergunning, die olleon om redenon
van algemeen belang kan worden gewei
gerd. alleen goedkeuring van tarieven pn.
dienstregeling van betrokken gemeenten,
keuring nadat 50.000 K.M. is gereden, rer-
wijl zij eisehen, dat alle voertuigen tijdig f
voor autobussen moeten uitwijken, zij
vrijheid hebben op den weg te rijden,
waar zij widen en een tramwagen onder,
alle omstandigheden mogen paaseeren. i
Maar dit vraagstuk van wetgeving is, zoo
berloot de spr., een probleem op zich zelf
van zeer greoten omvang.
De opvolger van het Kamerlid Hugenhc'.tz J
Zooals wij reeds dadelijk na bet over-1
lijden van bet. Tweede Kamerlid ds. Pu-
genholtz mededeel den, zegt de T e 1 e e r.f j
zou na ds. v. d. Hoeven, die' het Kamer-J
lidmaatschap niet ambieerde, ook de l"or{
P. MÓltmaker, dio daarop volgde, de be- j
noeming niet aanvaarden. Tbare breit,
naar men or.s mededeelt, de heer Mol'ina-
ker van zijn niet-aanvaording van 'ca
zetel bericht gezonden aan den vooiv.il'er
van het Centraal Stembureau.
Aan de beurt is nu de beer J. Reundc-s,
lid van den gemeenteraad en do Provin
ciale Stoten.
Deze aal dan alleen den zetM aanvaar*
FEUILLETON
De Sterren hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
22)
De off:cier gaf terstond aan een zijner
onderhoorigen bevel, om den sterren
wichelaar, die bij het leger in hooge ach
ting stond, wijl Wallenstein hem hoog
achtte, naar den gevangene te leiden en
zijne bewakers te gebieden zich buiten de
tent te begeven, totdat bet onderhoud zou
geëindigd zijn.
Nauwelijks was Zeni met den gevangene
alleen, of hij zeide tot hem;
„Kent ge mij niet, heer von Mitzau?"
Verrast sloeg Frans de oogen op. en voor
zeker zou hij luide geroepen hebben:
„Zijt gij het waarlijk? Zijt gij het,
Zeni?"
Doch de wichelaar gaf hem een teeken,
dat hij zacht zou spreken.
„Ja, ik ben Zeni, en ik zal u alweer moe
ten te hulp komen, of ge zult het er hier
minder goed afbrengen dan te Praag.
Doch ik kom even om u gerust te stellen;
ïhorgen keert gij tot de uwen terug! Re
ken vêjllg op mij! Gij z'ijt in het hol van
den leeuw gegaan en liebt hem durven
trotseeren, maar Zeni zal hom voor u zacht
maken als een lam!"
„Ik kon toch de verrader mijns vorsten
niet zijn! Doch hoe komt gij hier, Zeni?"
„Gij begrijpt, dat ik Praag verlaten heb,
om geen kennils te maken met de broeders
Jezuïeten, die het een eerzaam astroloog
niet vriendelijk afnemen zouden, dat ik
hun zoo'n rijke vangst ontfutselde.
De graaf van Tilly bood mij aanvanke
lijk een schuilplaats in zijn leger aan, doch
hijze'f gaf maar al te duidelijk zijn afkeer
te kennen van de wijze, waarop de Je
zuïeten te Praag handelden, en daarop be
schuldigde men hem wat al te openlijk
van ontrouw aan de heilige kerk en ver
weet 'hem, dat hij de wacht bij den toren
ingetrokken had, om aldus den gevangenen
edelen de gelegenheid ter vlucht te ope
nen.
Dit laatste deed de deur dicht. Hij vrees
de, dat men mij op het spoor zou komen,
en gaf mij den raad, mij bijtijds te ver
wijderen.
Met een brief van aanbeveling zond hij
mij naar Weenen tot den graaf von Har-
rach, die mij raadpleegde over het huwe
lijk, dat zijne dochter stond aan te gaan
met den hertog van Friedland.
Mijne voorspellingen luidden' gunstig en
toen de hertog dit later vernam, stelde hij
mij voor in zijn bijzonderen dienst te tre
den, terwijl hij mij geruststelde, wat mijn
onderhoud en mijne woning te Praag be
trof."
„Dus om onzentwil hebt ge u en de
uwen in zooveel moeite en zorg gesto
ken! Dat smart mij meer dan mijne gevan
genschap!"
„Zeg dat niet, heer von Mitzau! Ik wist,
dat mij een booze tijd wachtte, doch ook,
dat ik daardoor juist tot vermogen en aan
zien komen zou.
De sterren liegen dengene niet, die ze
getrouwelijk raadpleegt.
Uw vlucht en het deel, dat ik, door dank
baarheid gedrongen, daarin nam, was
slechts het middel, waardoor hare voor
spelling, voor mij in vervulling trad.
Doch nu moeten we scheiden! Waar
schijnlijk zie ik u niet weder! Groet den
landrechter en zijne familie van mij en
zeg hun, dat Zeni hen n:mmer verge
ten zal!"
Eer von Mitzau een woord van dank
uitbrengen kon, was Zeni verdwenen^
De veldheer scheen zijne afwezigheid
niet opgemerkt te hebben, althans, hij was
reeds weder geruimen tijd in diens tent,
toen Wallenste'n riep:
„Zijt gij waarlijk nog daar, Zeni?"
„Ja, heer hertog," was het antwoord.
„Mag ik binnentreden?"
„G;j weet, dat gij mij altijd welkom zijt,
als mijn gewone arbeid volbracht is. Hebt
ge niets nieuws ontdekt?"
„Neen, hoogheid, doch ik heb destemeer
over het vorige nagedacht. Deze gevan
gene moet niet doodgeschoten worden!"
„Hoe Zeni, gij waagt het in mijne za
ken te komen!" zeide Wallenstein, de
wenkbrauwen fronsende.
„Ik waag het, heer hertog! Ik sta in den
dienst der goden, en gij hebt mij aange
steld om u te waarschuwen, wanneer uw
doen en laten in strijd" zou komen met het
geen zij duidelijk te aanschouwen geven,
hun wil te zijn!"
„Maar die man durfde mij trotseeren!"
„Hij durfde zijn edel karakter behou
den. Hij weigerde de rol van verrader te
spelen, ook al zou hij daardoor de vrijheid
teruggekregen pu he tj even gered hebben."
„Hm!" kuchte Wallenstein, „doch wat
wondt gij met hem?"
„Hij moet wederkeeren tot zijn meester
en den vorst van Zevenbergen in uw naam
om een wapenstilstand vragen!"
„Deze zal dien weigeren, temeer nu ik
den gevangene onvoorzichtelijk toonde, dat
zijn meester het ons lastig maakt."
„De gevangene zal hem dat laatste niet
mededeelèn; daarvoor staat zijn edel ka
rakter u borg. De vorst van Zevpnbergen
zal den wapenstilstand aannemen."
„En zoo hij dat niet doet?"
„Dan wordt hij lichtvaardig en zorge
loos, meenende, u toch reeds tot het uiter
ste' gedreven te hebben."
„Ha!" schreeuwde WaMenste'n, en zij
ne aderen zwollen hem op het hooge voor
hoofd. „Wallenstein tot het ui'erste d ij-*
ven! Dat zal Bcthlen-Gabor steehls tot z:j-
ne schademoenen Doch gij hebt gel jk!
Ik kan het "beproeven!"
,JBe'ooft gij het Zeni. heer hertog?"
„Waarom wenscht g;j dat. Zeni?"
„Omdat ik u gaarne gehoorzamen zie
aan hooger wil dan den m;jnc!"
Weder nam de hertog den schePeLand.
ter hand cn luidde hevig. Terztoud
toonde zich de officier der wacht.
„Zorg dat de gevangene morgen 'c n<M
gen uren hier zij en dat hij reisvaa-
zij! Gij moet hem heden nog, zoo h'j t
verlangt, van spijze cn drank voorz'en
ook morgen, eer hij heengaat. Laat oee Vr
beste paarden voor hein zadelen en houd
dat hier gereed!"
„Ik dank u, heer hertog! De 'ov^nde zal
u meer dien-t doen dan de doo<L!"
Frans begreep, dat hij het aan den *n
vloed van Zeni te danken had. toen ,,ra
op den laten avond een goede mnnlti-d
een f'esch edele wijn in de or»t werd •-*.
bracht, en dat wel uit naam van de" !e-j
geraanvoerder.
Den volgenden morgen werd hij s1
vroeg gewekt en men verzrcht hem. z"H
TOisvoard'g te maken eer hij tot don Acld-H»
heer zou goler3 wc den.
(Wordt vervolgd).