Dagblad voor Leiden en Omstreken. ADVI.Rï£Kïi£-PHiJ3 Gewone advortentiên per regel 22V2 cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleloe advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. 5de JAARGANG. - MAANDAG 21 JULI 1924 - No. 1265 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58938 ABONNEMENTSPRIJS h Lslde» ei taitn Lridea waar ajraU» ft.Bst'rjd zij. Per kwartaal.fï.53 Per weekf 0.19 Franco per poet per kwartaalf2.90 V Politieke vooruitzichten. Over dit onderwerp beeft Zaterdag dé heer H. Golijn op een te Bilthoven gehou den landdag gesproken. In zijn inleiding verklaarde Spr. dat er storm in aantocht is en dat hij er daarom zoo vroeg bij is om de klok te luiden. De storm zal er zijn omdat dan geëin digd is een wetgevende periode waarin verschillende maah-egelen zijn genomen, welke aanleiding hebben" gegeven tot scher pe critiek en die dan uitgebuit zullen wor den. Spr. wees er op hoe men in zulke da gen zijn ontevredenheid personifieert, ze samenvat in een actie tegen een persoon. Zoo noemde men de Vlootwet, de wet van Colijn, terwijl deze wet gemaakt werd toen Golijn nog goed en wel in Engeland woon de. Zoo is het nu eenmaal, dat of de mi nister van Financiën er iets mee te maken 'heeft of niet., allo onaangenaams in Ne derland wordt geschoven op den rug van doren 'minister. Nu is de minister van Financiën ook de leider dor anti-rev. partij, zoodat deze partij ei' rekening moe zal moeten houden, dat alle klappen die hem wor den toegebracht, ook haar zul len treffen. Na vervolgens den financieelen toestand te hebben geschetst, betoogde de heer Co- lijn dat de salarissen der ambtenaren niet onaangetast konden blijven. Voor Staatsdienaren in engeren zin stond er op de begrooting 210 mill-'oen gul don per jaar. voor de posterijen 50 mil- lioen, voor de spoorwegen 110 millioen, dus in totaal 370 millioen. Dit bleek de Regeering te hoog, natuur lijk niet in absoluten zin gesproken. be mand in Nederland ontkende trouwens dat de Staat dit kon betalen. Spr. heriep zich h;erbij op hetgeen de -lieer Wibaut en op hetgeen de heer Scha per in de laatste nummers van „Het. Vo^k" hierover schreven. Spr. heeft dit reeds een jaar gelegen gezegd. Thans erkennen het dus de sociaal-democraten ook, die een massa haat en nijd hadden kunnen voor komen door dit een jaar vroeger in te zien. Nu zal men zeggen dat al deze redenee- ringen afstuiten op het argument dat de - ambtenaren in het bekende artikel 40 een belofte hadden dat hun salarissen niet zou den verminderd worden en spr. heeft hier over heel wat brieven ontvangen, waar:n gewezen werd op het woord uit de Schrift dat als iemand zweert tot zijn schade dit aan de zaak niets verandert. Dit woord aanvaardend waarschuwt spr. dat men er niet een exegese in moet leggen die er niet. in ligt. Hier was het zóó gelegen dat de Regeermg een belofte had gegeven die z:i niet bevoegd was te geven. Het is uitgesloten dat een Regeer:ng voor altijd een belofte kan geven dat de sa larissen niet verminderd zouden worden, al-eeds daarom, dat zij dan in bntsing zou komen met het budgetrecht van de Staten- G en oraal. Er is een ander bezwaar waarvoor sur. meer gevoelt en dat is, dat aan de* ambte naren een last zou opgelegd worden in- phats van aan het geheele volk. Men heeft gezegd salarisverlaging is he- lasHngverhooging. Men zou bet gezegde ook om kunnen keeren, maar dat doet men natuurlijk' met. De vraag is: wordt den ambtenaren een last opgelegd boven de andore-Nederlan ders? Dit betwist spr. Met de ambtenaren geschiedt wat met de overige burgerij reeds voor twee of drie jaren geschied is. Vóór den oorlog was het amblenaarsin- komen een beetje beneden het voiksinko- inen. In 1920 stond het op gelijke lijn. Na 3920 daalde het gemiddelde volksinkomen en nu komt het ambtenaarsinkomen daar mede op gelijke lijn. Dit is een schrale troost, maar men 'moet niet vergeten dat de ambtenaar in dienst is van- een werk gever die het niet beta'en- kan. Daarom kwam de Regeering tot de slotsom dat er op de salarissen bezuinigd moest worden. En aan wie vraagt of het niet an ders kon, steR spr. de wedervraag of er dan iemand in Nederldnd is geweest, die iD die richting aanduiding heeft gegeven. Is er zoo iemand, dan wil spr. met hem er tot het uiterste voor vechten om alle reeds getroffen maatregelen over boord, te gooien. Spr. gaat dan na dat de raming van de inkomstenbelasting voor 1924 80 millioen bedraagt. Zou er dus 90 millioen bijko men, dan moe( men de belasting meer dan verdubbelen. Deed men dat, dan zou het kapitaal op de vlucht slaan. Reeds nu heeft 300 mil lioen gulden kapitaal de vlucht genomen. De blijvenden zouden dan ook voor het ge vluchte kapitaal moéten betalen en hunne inkomstenbelasting zou dan drie a vier maal hooger moeten worden, waarbij men er rekening mee boude, dat van de ICO be lastingbetalers er slechts 7 zijn, die meer ■dan f 5000 per jaar verdienen. Spr. zegt in zijn slotwoord dat hij het zich gemakkelijk had kunnen maken tot 1925. door de armen over elkaar te slaan en Nederland naar den kelder te laten gaan. Hij heeft echter bedacht aan het hoofd van eeü partij te staan, die zich ge steld heeft op den bodem der realiteit en die wortelt in de beginselen der oude Ge reformeerde leer. Wat de toekomst voor de A. R. partij betreft, verklaarde Spr. niet veel waarde ie hechten aan de waarschuwingen dat hij de A. R. partij van zich zou vervreemden. Er mogen al een paar splinters afvallen, het "Schaam der A. R. partij is gezond. Spreker hoeft voor de verkiezingen al tijd open en rond zijn meenuig gezegd, ook tegen de ambtenaren, de partij weet wat zij aan spreker heeft en spreker weet wat hii aan de partij heeft. Hij hoopte dan ook met de- partij samen den verkiezingsstrijd te voeren. God ter eere in da eerste plaats en ook tot heT van land en volk." Het komt ons voor, dat hier de toestand juist geteekend is. De hetze togen Colijn. wijst er op, dat de A R. partij het in 1925 zwaar zal heb ben te verantwoorden. De klappen voor Colijn bes'.md zullen ook de A R. partij treffen. Maar we kunnen de zaak ook omkeeren en zeggen dat de klappen voor de A. R. partij bestemd door den heer Colijn wor den opgevangen. De gewe'dige hetze tegen dezen bewinds man ontketend is alleen te verklaren uit het feit dat bii niet alleen financier is, maar vóór en boven all'es Anti-revolutio nair. Dat verklaart den geweldigen tegen stand. Maar dat geeft ook grond voor de ver wachting, dat ons A. R. volk z:ch strfeks als één man om zijnen leider zal scharen. STADSNIEUWS. Chr. Lett. Kring. De Christelijk Letterkundige Kring Lei den heeft, al verschenen er geen persver- s'agen van. onverminderd in bijeenkom sten zijn arbeid voortgezet. Zoo krecen nog oidangs na elkaar „de sevenste bliscap van Maria" en „de kle:ne Johannes" met „Johannes Viator" van Fred. v. Ecden een beurt. In de vergadering van Donderdag 1.1. gaf de boer J. van Ham op zeer onderhou dende wijze een interessante uiteenzetting van den strijd over het' tooneel :n de 17de eeuw. Terecht keerden de predikanten zich te gen de platte kluchten, die werden opge voerd en niet bevorderlijk waren aan een goede moraal en reine zeden. Tegen Von dels stukken verzetten zij zich uit vjreess voor Roomsche propaganda. Ofschoon naar dien bij uitstek Galvinis- tischen tijd zoo gaarne als model wordt heengewezen al werden ook toen al stemmen gehoord, die van niet veel an ders als afdwaling en moreele verwording repten! was echter de meening in Cal vinistische kringen het tooneel meer wel gezind dan tegenwoordig. Mannen als Huygens, Cats en vooral Revius, die op 't stuk van belijdenis geen twijfelachtig, faat staan onzuiver geluid daden booren, schre ven tooneelstukken. Die van de beide eer sten beleefden zelfs opvoeringen. In de eeuw van bet rationalisme veran derden de tooneelstukken van karakter. Aan den eenen kant werden ze, ook al on der invloed vaü de kritiek, beschaafder en fatsoenlijker, maar van den anderen kant werden juist geen religieuze stukken meer opgevoerd. Een geanimeerde bespreking volgde, die zijdelings verband houdende met de hui dige, brandende kwestie, toch langs lijnen liep, die daar bovenuit gingen. Inleiding en besprek1 ng droegen niet weinig bij tot verheldering der begrippen. De a.s. 3 Ocf.-fees'eit. Wij vernemen dat het Hoofdcomité voor Versiering en Verlichting tegen a s. Vrij dag een groole vergadering heeft uitge schreven, tot het bijwonen waarvan alle reeds gevormde buurt commission zijn uit-, genoodigd, teneinde de verschillende plan nen in hun geheel te bespreken en dus in het algemeene versieringswerk de noodige eenheid te brengen. Ook de bewoners van buurten waar nog geen com missiën zijn ge- vorm d, worden op deze vergadering ver wacht. Z;j wordt gehouden des avonds te half negen in „Amicitia", Breeslraat 78. Redding van schipbreukelingen. Do afgeloopcn week heeft ons er nog weer eens op ontroerende wijze aan her innerd, hoe vol van gevaren het leven is van wie op de woelige baren moeten trach ten voor zich en de hunnen 't onderhoud te verdienen. Meerdere kloeke mannen vonden den dood in de golven. Laten wij, wanneer de storm buldert, ook onze gedachten eens doen gaan over de dappere mannen, die met gevaar van hun leven trachten de schipbreukelingen te redden. En laten wij morgen, wanneer er hier ter stede een schaalcollecte za! ge houden worden ten bate van de Maat schappijen, tot redding van schipbreuke lingen, die gedachten omzetten in een daad en het reddingswerk krachtig steunen met onze gaven. In de Gortestraat heeft gisteravond tegen 7 uur, een ernstige vechtpartij plaats gehad tusschen de gebroeders V. én zekeren B. Een van de broers, Jac. V. wilde B. te lijf, terwijl deze in de deur van z'n woning stond. Het gelukte laatstgenoemde niet om V., die in kennelijken staat verkeerde, te kal- meeren, zoodat hij een klap in het gezicht kreeg. B. -trok toen een broodmes, waarop V. reageerde door B. naar den buik te trappen. Deze kwam teen op het iclee om zijn aanvaller bij een der beeren vast te houden, met het gevolg dat V. heelemaal het stuur kwijt raakte en achterover viel. Toen hij niet oprees, onderzocht men liem eens, waarbij bleek dat hij op een ijzeren kolk was terechtgekomen en als gevolg daarvan een paar beduidende hoofdwonden had bekomen. Terwijl er toebereidselen gemaakt wer den om den gevallene naar het ziekenhuis te brengen kwam zijn broer „verhaal" ha len op B., die inmiddels echter was gaan wandelen, wellicht om wat op te knappen. Y. nam toen wraak door met een strijk ijzer de ruiten en het deurpaneel van B.'s woning te bewerken, waarbij bij zich nog aan de rechterhand verwondde. Het slot van de historie werd, dat beide gebroeders ter behandeling naar het Acad. Ziekenhuis moesten worden overgebracht, en dat de een, Jac. VM door de politie in bewaring werd gesteld wegens dronken schap. Zaterdagavond, even over half tien, werd op den hoek GalgewaterMorscli- straat de weduwe v. d. M., door een mo- torrijds.ter(!) aangereden, waarbij zij eenige, gelukkig niet ernstige wonden aan het achterhoofd bekwam. Gisteravond botsten op den hoek Oude VestMare een vrachtauto en een wielrijdster tegen elkaar op, waarschijn lijk doordat de laatste verkeerd uitweek. De auto had ©en Haagsclie chauffeur K. v. D., de juffrouw bleek M. la C. uit Rot terdam te zijn. Zij liep eenigo liehte ont vellingen aan de handen op. In den afgeloopen naclit ontstond in het café R., in den Morschstraat een ru zie, waarbij J. de G., door een anderen be zoeker, K. K„ niet ernstig in hoofd en arm werd gestoken. Een agent van politie die vannaacht een beschonken kerel wilde arresteeren. werd daarbij gehinderd door zekeren G. K. Do agent liet zijn arrestant los, en nam K. mee naar het bureau, voor wien het geval nu waarschijnlijk ernstiger ge volgen zal hebben dan voor zijn „be schermeling." In den nacht van Vrijdag op Zater dag zijn door opensluiting (men zorgë - h voor een goed nachtslot) weer drie rijwie len ontvreemd, ten nadeele van de familie G., in de Da Cos tast raat. binnenland Invoer van kaas in Argentinië. In September 1923 verzocht de Nederl. Vereeniging van Kaashandelaren aan den minister van builenlandsche zaken, maat regelen te nemen, welke zouden kunnen leiden tot wijziging van de voor den Ne- derllandschen kaashandel belemmerende bepaling, dat hij invoer van kaas in Ar gentinië een invoervergunning vereiseht wordt, welke eerst wordt verleend nadat een officieel bureau aldaar een analyse van de zending heeft gemaakt. Einde December antwoordde de minister van binnenlandsche zaken en landbouw, dat er in Argentinië een recht van prefe rentie bestaat, hetwelk bepaalt dat waren, welke spoedig aan bederf onderhevig zijn, bij het onderzoek door de douane-schei kundigen vóór zu'len gaan boven artikelen van anderen aard. Deze preferentie moet schriftelijk worden aangevraagd, terwijl voor elke analyse een extra recht van 10 dol'ar papier wordt geheven. In Maart dezer jaars berichtte de Ne- derlandsche vereeniging daarop aan den minister, dat voor zoover bekend geen harer leden gebruik heeft gemaakt van het bedoelde recht van preferentie, en herhaal de zij haar verzoek het daarheen te willen le'den, dat alle Neder!andsche kaas voor zien van het rijksmerk, zonder eenige moeilijkheden en zonder oponthoud dade lijk ter aflading kan gegeven worden. Thans heeft de directeur-generaal van den landbouw aan de Nederlandsche ver eeniging bericht, dat de Argentijnsche re geering niet bereid, is bevonden om Ne- derlandsche kaas ook wanneer deze voorzien is van het rijkscontrolemerk zonder voorafgaand chemische analyse toe te laten, niet omdat de doeltreffendheid van de in Nederland verrichte officieele controle onbekend is. doch omdat de mo gelijkheid aangenomen mag worden, dat een product tot bederf overgaat nadat da eerst2 controle heeft plaats gehad. Hei onts'ag bij de Posterijen. Blijkens een door den minister van "Wa terstaat op 18 dezer aan den Centraleu Bond verleende audiëntie over de ontsh-g-i aanzeggingen bij het Hoofdbestuur der P, en T., zou binnenkort een uiteenzett:ng be-« treffende de motieven welke tot de aan-« wijzing hebben geleid en eventueel de in stelling van een beroepsinstantie kunnen worden tegemoet gezien. Het autobus-vraagstuk, Voor de afd. Zuid-Holland der Ver. v?n Nederl. Gemeenten heeft de hoof doommis* saris van politie te Rotterdam do heer A« H. "Sirlcs, een inleiding gehouden over het a u t o b u s vraagstuk. Blijkens het verslag in de N. R. ,C't. is do lieer Sirks persoonlijk van oordeeb apt een gecombineerd tram-autobusbèdrijf in handen der overheid niet de beste vorm van exploitatie geacht moet worden. Door den particulieren bedrijfsvorm t© behou den, waarin de overheid s' cvk geïnteres seerd is, kan men vele nadeelen wegne men. Rosumeerer.-de het standpunt, dat de overheid moet innemen inzake bet loc'e autobus-verkeer, zéide de beer Sirks: In gemeenten, waar geen trambedrijf bestaat moet het autcbusbedrijf streng geregle menteerd worden, zal het alleen moeten worden uitgeoefend krachtens een special© vergunning, en zal er in groote mate reke ning gehouden moeten werden met b~t publiek belang inzake veiligheid en com fort., lijnenneG frequentie van dienst en tarieven. Is wel een trambedrijf aanwezig, dm zal behalve deze eerste voorwaarde, moe ten-gelden, dat. trambedrijf en autobus- bedrijf behandeld moeten worden op den. voet van volkomen gelrkwmrd'gbeid. 'o i- de hun gebiocl moeten bobben, waar "ij overlieerschen en overigens elkaar zullen, moeten aanvullen; dat met groote voor zichtigheid zal moeten worden nagègam, waar de tram door den autobus vervangen, kan v.orden, en dat hiertoe alleen za' moeten worden overgedaan, wear bot trambedrijf, tot het uitevs+e verbeterd, nog bij den autobus ten achter staat. Tenslotte drong spr. aan op wijziging der onvolmaakte en verouderde wetgeving F/en wet op het autobus verkeer zal en moet er kernen, maar dan zeker niet in den geest als do autobusondernemers- d'e, volgens hun orgaan wenschen: eenvoudig een vergunning, die olleon om redenon van algemeen belang kan worden gewei gerd. alleen goedkeuring van tarieven pn. dienstregeling van betrokken gemeenten, keuring nadat 50.000 K.M. is gereden, rer- wijl zij eisehen, dat alle voertuigen tijdig f voor autobussen moeten uitwijken, zij vrijheid hebben op den weg te rijden, waar zij widen en een tramwagen onder, alle omstandigheden mogen paaseeren. i Maar dit vraagstuk van wetgeving is, zoo berloot de spr., een probleem op zich zelf van zeer greoten omvang. De opvolger van het Kamerlid Hugenhc'.tz J Zooals wij reeds dadelijk na bet over-1 lijden van bet. Tweede Kamerlid ds. Pu- genholtz mededeel den, zegt de T e 1 e e r.f j zou na ds. v. d. Hoeven, die' het Kamer-J lidmaatschap niet ambieerde, ook de l"or{ P. MÓltmaker, dio daarop volgde, de be- j noeming niet aanvaarden. Tbare breit, naar men or.s mededeelt, de heer Mol'ina- ker van zijn niet-aanvaording van 'ca zetel bericht gezonden aan den vooiv.il'er van het Centraal Stembureau. Aan de beurt is nu de beer J. Reundc-s, lid van den gemeenteraad en do Provin ciale Stoten. Deze aal dan alleen den zetM aanvaar* FEUILLETON De Sterren hadden gelogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. 22) De off:cier gaf terstond aan een zijner onderhoorigen bevel, om den sterren wichelaar, die bij het leger in hooge ach ting stond, wijl Wallenstein hem hoog achtte, naar den gevangene te leiden en zijne bewakers te gebieden zich buiten de tent te begeven, totdat bet onderhoud zou geëindigd zijn. Nauwelijks was Zeni met den gevangene alleen, of hij zeide tot hem; „Kent ge mij niet, heer von Mitzau?" Verrast sloeg Frans de oogen op. en voor zeker zou hij luide geroepen hebben: „Zijt gij het waarlijk? Zijt gij het, Zeni?" Doch de wichelaar gaf hem een teeken, dat hij zacht zou spreken. „Ja, ik ben Zeni, en ik zal u alweer moe ten te hulp komen, of ge zult het er hier minder goed afbrengen dan te Praag. Doch ik kom even om u gerust te stellen; ïhorgen keert gij tot de uwen terug! Re ken vêjllg op mij! Gij z'ijt in het hol van den leeuw gegaan en liebt hem durven trotseeren, maar Zeni zal hom voor u zacht maken als een lam!" „Ik kon toch de verrader mijns vorsten niet zijn! Doch hoe komt gij hier, Zeni?" „Gij begrijpt, dat ik Praag verlaten heb, om geen kennils te maken met de broeders Jezuïeten, die het een eerzaam astroloog niet vriendelijk afnemen zouden, dat ik hun zoo'n rijke vangst ontfutselde. De graaf van Tilly bood mij aanvanke lijk een schuilplaats in zijn leger aan, doch hijze'f gaf maar al te duidelijk zijn afkeer te kennen van de wijze, waarop de Je zuïeten te Praag handelden, en daarop be schuldigde men hem wat al te openlijk van ontrouw aan de heilige kerk en ver weet 'hem, dat hij de wacht bij den toren ingetrokken had, om aldus den gevangenen edelen de gelegenheid ter vlucht te ope nen. Dit laatste deed de deur dicht. Hij vrees de, dat men mij op het spoor zou komen, en gaf mij den raad, mij bijtijds te ver wijderen. Met een brief van aanbeveling zond hij mij naar Weenen tot den graaf von Har- rach, die mij raadpleegde over het huwe lijk, dat zijne dochter stond aan te gaan met den hertog van Friedland. Mijne voorspellingen luidden' gunstig en toen de hertog dit later vernam, stelde hij mij voor in zijn bijzonderen dienst te tre den, terwijl hij mij geruststelde, wat mijn onderhoud en mijne woning te Praag be trof." „Dus om onzentwil hebt ge u en de uwen in zooveel moeite en zorg gesto ken! Dat smart mij meer dan mijne gevan genschap!" „Zeg dat niet, heer von Mitzau! Ik wist, dat mij een booze tijd wachtte, doch ook, dat ik daardoor juist tot vermogen en aan zien komen zou. De sterren liegen dengene niet, die ze getrouwelijk raadpleegt. Uw vlucht en het deel, dat ik, door dank baarheid gedrongen, daarin nam, was slechts het middel, waardoor hare voor spelling, voor mij in vervulling trad. Doch nu moeten we scheiden! Waar schijnlijk zie ik u niet weder! Groet den landrechter en zijne familie van mij en zeg hun, dat Zeni hen n:mmer verge ten zal!" Eer von Mitzau een woord van dank uitbrengen kon, was Zeni verdwenen^ De veldheer scheen zijne afwezigheid niet opgemerkt te hebben, althans, hij was reeds weder geruimen tijd in diens tent, toen Wallenste'n riep: „Zijt gij waarlijk nog daar, Zeni?" „Ja, heer hertog," was het antwoord. „Mag ik binnentreden?" „G;j weet, dat gij mij altijd welkom zijt, als mijn gewone arbeid volbracht is. Hebt ge niets nieuws ontdekt?" „Neen, hoogheid, doch ik heb destemeer over het vorige nagedacht. Deze gevan gene moet niet doodgeschoten worden!" „Hoe Zeni, gij waagt het in mijne za ken te komen!" zeide Wallenstein, de wenkbrauwen fronsende. „Ik waag het, heer hertog! Ik sta in den dienst der goden, en gij hebt mij aange steld om u te waarschuwen, wanneer uw doen en laten in strijd" zou komen met het geen zij duidelijk te aanschouwen geven, hun wil te zijn!" „Maar die man durfde mij trotseeren!" „Hij durfde zijn edel karakter behou den. Hij weigerde de rol van verrader te spelen, ook al zou hij daardoor de vrijheid teruggekregen pu he tj even gered hebben." „Hm!" kuchte Wallenstein, „doch wat wondt gij met hem?" „Hij moet wederkeeren tot zijn meester en den vorst van Zevenbergen in uw naam om een wapenstilstand vragen!" „Deze zal dien weigeren, temeer nu ik den gevangene onvoorzichtelijk toonde, dat zijn meester het ons lastig maakt." „De gevangene zal hem dat laatste niet mededeelèn; daarvoor staat zijn edel ka rakter u borg. De vorst van Zevpnbergen zal den wapenstilstand aannemen." „En zoo hij dat niet doet?" „Dan wordt hij lichtvaardig en zorge loos, meenende, u toch reeds tot het uiter ste' gedreven te hebben." „Ha!" schreeuwde WaMenste'n, en zij ne aderen zwollen hem op het hooge voor hoofd. „Wallenstein tot het ui'erste d ij-* ven! Dat zal Bcthlen-Gabor steehls tot z:j- ne schademoenen Doch gij hebt gel jk! Ik kan het "beproeven!" ,JBe'ooft gij het Zeni. heer hertog?" „Waarom wenscht g;j dat. Zeni?" „Omdat ik u gaarne gehoorzamen zie aan hooger wil dan den m;jnc!" Weder nam de hertog den schePeLand. ter hand cn luidde hevig. Terztoud toonde zich de officier der wacht. „Zorg dat de gevangene morgen 'c n<M gen uren hier zij en dat hij reisvaa- zij! Gij moet hem heden nog, zoo h'j t verlangt, van spijze cn drank voorz'en ook morgen, eer hij heengaat. Laat oee Vr beste paarden voor hein zadelen en houd dat hier gereed!" „Ik dank u, heer hertog! De 'ov^nde zal u meer dien-t doen dan de doo<L!" Frans begreep, dat hij het aan den *n vloed van Zeni te danken had. toen ,,ra op den laten avond een goede mnnlti-d een f'esch edele wijn in de or»t werd •-*. bracht, en dat wel uit naam van de" !e-j geraanvoerder. Den volgenden morgen werd hij s1 vroeg gewekt en men verzrcht hem. z"H TOisvoard'g te maken eer hij tot don Acld-H» heer zou goler3 wc den. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1