f PROVINCIALE STATEN VAN J|- ZUID-HOLLAND. Nadat eerst nog enkele minder belang- -v rijke pimteni waren1 afgedaan werd Don derdag de begrooting voor 1924 aan de orde gesteld. 'i 1 L Het Begrootingsdebat. i. De beer Van Vliet (C.-H.) bepleit 1b pet. bijdrage in de kosten van verbete ring van den weg De L:erDelft, die voor De Lier van zoo groote be,teekenis is en in de kosten waarvan De Lier graag 25 pet. bijdraagt. Verder verdedigt spreker het verbeteren van de loozingskanalen in het iWestland, opdat die voor de scheepvaart geschikt worden; wanneer Delfland daar toe zou willen overgaan, zouden de gelden ,voor een belangrijk deel door de ingelan- den kunnen worden opgebracht. De heer v. Voorst tot Voorst (R.-K.) onderschrijft de rede van den heer iVan Vliet» geheel. De heer C. Warnaar (A.-R.) spreekt iVoor den weg MiddelharnisSas van Mid- öelharnis, die door sommige onderhouds plichtigen wordt verwaarloosd. De heer W. G. van Eek (C.-H.) heeft feen voorstel tot verlaging der salarissen van het provinciaal personeel gemist, ter- iwijl toch ook het peersoneel in Overheids- en particulieren dienst lager salaris heeft gekregen. Moeten alle loonen en salarissen tot eind 1925 worden gehandhaafd, wan neer deze begrooting wordt goedgekeurd 1 Spreker bepleit eenige salaris vérmindering ©ver de geheele linie. De heer v. Voorst tot Voorst (C.-H.). gaat in het algemeen aceoord met handhaving der loonen en salarissen, om dat die in 1914 reeds te laag waren en ook thans nog iets beneden het peil blijven, wanneer men de loonen van 1914 met 1.6 i tot 1.8 vermenigvuldigt. Spreker maakt een onderscheid tusschen de loonen van hen, 'die intellectueelen arbeid verrichten (amb tenaren ter griffie e.d.), en hen. die vrij eenvoudig werk doen als briefbediening d. De loonen van de laatste 5 Jaar stijgen nog steeds, en wel in de laatste 5 jaar van i 188.000 tot f 254.000, zoodat zij te ver uitsteken boven de loonen in de omgeving. Spreker huivert, om verlaging der in 1919 toegezegde salarissen te bepleiten, maar 1 acht in elk geval vermindering van alle minima gewenscht. Hij meent ook, dat het personeel, speciaal voor de bruggen, kan worden verminderd. Spreker acht belastingverlaging noodig en voor de provincie mogelijk. Ten slotte bepleit spreker mechanisee ring van sommigen arbeid en zoo mogelijk ve.rhooging van sommige beweegbare brug gen, waardoor deze in vaste bruggen kun- aien worden veranderd en er veel personeel kan worden uitgespaard. De heer Van Staveren (S.D.) acht het onbillijk dat men voor de veldwachters in gemeenten met minder dan 1500 zielen een korting van het geheele pensioen en den geheele. pensioentoeslag op het salaris toe past wanneer zij bijv. Indische dienstja- ren hebben. Later krijgen hun weduwen en weezen minder pensioen dan hun collega's zonder Indische, dienstjaren. Waarom doet men zooiets alleen voor veldwachters en niet voor gemeente-ontvangers e. a.? De heer Hooij (A.-R.) bespreekt de noodzakelijkheid van wegverbete.ring te De Lier en van kanalenverbetering in het West land. De heer De Bruin (S.D.) bestrijdt het pleidooi van den heer v. Eek voor salaris- en loonsverlaging. Wanneer er betere tijden komen, zullen de particuliere loonen zich omhoog trekken aan den ladder der Overheidsloonen. Daar om acht spreker het standpunt van Gedep. Staten juist. Spreker bestrijdt daarna het betoog van den hee.r v. Voorst tot Voorst, speciaal diens verschil van appreciatie voor den arbeid van hoofd, en handarbeiders: De heer C o 11 o f (Comm.) bestrijdt de argumenten voor salarisvermindering. De heer Hoffman (R.-K.) beveelt even eens kort het voorstel tot handhaving der •loonen aan. Christelijke rechtvaardigheid gebiedt, dat behoorlijke loonen worden be taald. De heer Kersten' (Herv. Staatsp.) Vraagt, door welke opvatting Gedep. Sta ten worden geleid bij de aanneming van het damespersoneel. Verdient het geen aanbeveling bij vacatures luit de vele werklooze huisvaders een keus te doen, on der wie zeer geschikte krachten zijn? Spr. zou alleen voor salarisverlaging zijn, wanneer met he.t bespaarde bedrag de be lastingen zouden kunnen worden vermin derd. Voor 1925 zal spr. in geen geval aan ealarisverlaging mee werken, vooral omdat de energie van de ambtenaren daardoor zou kunnen verslappen. Daarna wordt gepauzeerd. Na de pauze brengt de heer M o o y- m a n (R.-K. hulde aan Ged. Staten voor de handhaving der loonen. Een gunstig eymptoom noemt epr., dat de tuinders in Delft f2 bijslag op de loonen geven, daar de toestanden zoo gunstig zijn. Do heer Francken (V.D.) acht het gewenscht dat de heer Kersten eens ter griffie wordt geïnviteerd om kennis te ma ken met de vrouwelijke klerken. (Hilari teit). Dan kan hij eens kennis nemen van haar administratieve talenten! De heer von Fiisenne beantwoordt namens Gedeputeerden de opmerkingen betreffende wegen en vaarten. Het denkbeeld van den heer Van Voorst Vader, om de losse bruggen vast te ma- ken. gaat lijnrecht in tegen de, taak van Ged. Staten. In het Rijn-Schiekanaal moesten juist alle vaste bruggen los ge- maakt wordenZou men die politiek van 10 jaar nu vesrlaten? j De heer Rutgers lid van Ged. Staten, beantwoordt de opmerking van den heer Van Staveren betreffende de bezoldiging der gemeenteveldwachters, speciaal die van Papekop. Die bezoldiging geschiedt door de gemeenten onder controle van Ged. Staten op do gemeentebegrooting. Door deze bemoeiing is de stand der ge- 1 meente veld wachters z©er vooruitgegaan. De gemeenteveldwachter van Papekop, een gemeente van nog geen 400 zielen, verdiende in 1919 f 460 en f 516 aan pen sioen; in 1920 f1145 en f723 aan pen sioen, eoi thans in totaal f 2112. Spr. vindt dat er geen reden is om te spreken van „die arme kerel". Het capitulantenstelsel is bovendien zeer voordeelig voor de veld wachters met Indische jaren en hun we duwen krijgen zeker pensioen1. De heer De Wilde lid van Qed. Sta ten, acht het geen ondeugd, wanneer de ontvangsten te laag en de uitgaven te hoog geraamd zijn. Spr. rechtvaardigt echter enkele ramingen: die van de op centen der grondbelasting wordt geba seerd op de voorloopige gegevens van den directeur van do directe belastingen te Rotterdam en Utrecht; die van den post onvoorziene uitgaven is vrij zuiver in verband met de memorieposte-n en de afschrijvingen. Op het financieel beleid) is weinig crl- tiek geoefend. Men wenscht verminde ring van personeel; maar door niet-voor- zien in openkomende vacatures wordt daaraan hard gewerkt. De provincie-financiën verkeeren niet in een deplorabelen toestand, en dus hadden Ged. Staten geen vrijmoedigheid om tot salarisverlaging te. adviseeren. Maar dat oogenblik kan wel aanbreken! Wat de benoembaarheid van de vrou wen tot klerken betreft, spr. gaat wel accoord met het standpunt van den heer Kersten, b.v. voor het geval er meer vrou wen dan mannen zijn op het bureau. De heer van Baren (A.-R.) dient een motie van orde in, om de algemeene be schouwingen te sluiten. De heer Hoffman (R.-K.) ve.rzet zich daartegen. De begrooting is een veel te ernstige zaak, om zoo behandeld te wor den. Laat men de begrooting voorop de agenda zetten en er behoorlijk den tijd voor nemen. De heer van Baren: Afgezien van de rede van den heer Hoffman trek ik mijn motie dn. De voorzitter: De heer Hoffman heeft, een aantal beschuldigingen geuit, vooral tegen mij. Ik wil mijzelf niet ver dedigen, maar laat de zaak over aan het oordeel der vergadering. (Bravogeroep en applaus). Er wordt gerepliceerd. Na repliek van den heer van Fisenne worden de alge meene beschouwingen gesloten. De begrooting wordt, artikelsgewijs be handeld. De heer Hoffman en de heer Ker sten wenscht en geacht te worden te heb ben gestemd tegen het subsidie aan den Bond van Openbare Leeszalen en Biblio theken in de provincie» Zuid-Holland; de laatste eveneens tegen het subsidie aan het Genootschap .tot bevordering van de koepokinrichting te Rotterdam. De begrooting wordt goedgekeurd, even eens de heffing der opeenten. De voorzitter sluit daarna namens de Koningin deze zomer zit ting. GOUD UIT KWIKZILVER? Volgens de Berlijnsche bladen, zijn prof. dr. Miethe van de technische liooge- school te Gharlottehburg en zijn assistent dr. Stammreich er in geslaagd met be hulp van den electrischen stroom in een kwikzilVerlamp het chemisch element kwik te veranderen in het chemisch element goud, m.a.w. een kunstmatige atoomsplit sing tot stand te brengen. Deze ontdekking is niets meer of min der dan een omverwerping der tot dusver bestaande theorieën omtrent de samen stelling der elementen en "d'e eigenschap pen der atomen. Zij zal een principieele revisie onzer atomenwetensohap ten ge volge hebben. Het is niet onmogelijk, merkt het IIbid. hierbij op, dat het praatje over het Izien vaii eeni tzeoslang in deze kom- komtmerdagen den modernen vorm heeft aangenomen van bovenbedoedl bericht uit Berlijn, dat ons eergisteravond weid ge meld. Onmogelijk is deze omizetting echter niet - bestaande theoriën geheel omver werpen doet zij geenszins. In de laatste jaren beschouwt men alle atomien als op gebouwd uit dezelfde eenheden n.l. po sitieve kernen van waterstof of helium- atomeu, gegroepeerd in diverse wijzen en hoeveelheden, waaromheen als in een zon nestelsel verschillende negatieve deeltjes in verschillende banen circuleeren. Men denkt dus wel dat do oermaterie van goud en kwikzilver geheel dezelfgde is. Een omzetting van een element in een ander is dus „slechts" een omgroepeering. De afbraak van uranium en radium tot andere elementen, onder vrijmaking van helium, is een dier omzettingen, die reeds gelukt is. i Ook al zou het bericht volkomen juist blijken, dan zou de economische beteeke- nis van zulk een ontdekking geheel af hangen van de omstandigheden, noodig voor de omzetting; de temperatuur, de kracht, de druk daarvoor" vereischt, kun nen een geslaagde laboratoriumproef ge makkelijk onuitvoerbaar maken in het groot. De kracht, die de deelen van een atoom samenhoudt, wordt millioenen malen groo ter geschat dan de kracht die de verschil lende atomen in één molecuul aan elkaar verbindt. Men wachte dus nadere berichten af. a door schrijnen of overmatig tran»- PCn pireeren Is lastig en erg pijnlijk. h_a -J Akker's Kloosterbalsem erop ver- U I Cl zacht dadelijk, zuivert en geneest. GEMENGD NIEUWS Ernstig ongeluk te Amsterdam. Gistermiddag omstreeks halfvier heeft te Amsterdam op de Ceintuurbaan een ernstig ongeluk plaats gehad. Een vrouw, die een jongetje van ongeveer zes jaar naas zich had loopen en die een kinder wagen voortduwde, waarin zich een kind van twee en een half jaar bevond, stak, zonder zich behoorlijk te vergewissen of de rijweg vrij was, de breede straat over. Deze onoplettendheid heeft buitengewoon ernstige gevolgen gehad. Want plotseling naderde een motorrijder, die niet meer den tijd had te stoppen en die niet wist, welken kant hij moest uitwijken, daar de vrouw op het zien van het gevaar en door schrik bevangen, den kinderwagen nu eens achteruit trok, dan weer vooruit udwde. Het gevolg was, dat de wagen omver werd gereden en het kind er uit viel. Ook de vrouw en het andere kind werden tegen den grond geslagen, terwijl de motorrijder eveneens kwam te vallen. 1 Het bleek, dat de moeder een arm ge broken had en dat beide kinderen her senschudding hadden opgeloopen. De vrouw en de beide stumpertjes werden met den ziekenwagen naar het Binnen- Gasthuis vervoerd. De motorrijder kreeg zerr lichte verwondingen. ;j De toestand der kinderen is ernstig, i Een auto gekanteld. Op den Hasseldijk te Zwolle is Woens dagmiddag de auto van den heer B. uit Heerdo bij het achteruit rijden uit een verkeerd ingeslagen weg gekanteld. Tegen langs den weg staande boomen bleef de auto in schuinen stand hangen zoodat ernstige persoonlijke ongelukken uitbleven. Echter werd een der inzittenden, een oude heer, ernstig aan het hoofd gewond. Deze moest met een dame, die tengevolge van ,den schrik geheel van streek was, naar Iet ziekenhuis te Zwolle worden ver voerd. v Verbrand. Te Weerdinge viel het kind van den ar beider Wilken in een pot met kokend wa ter en bekwam zulke ernstige brandwon den dat men voor het leven vreest. De verdwenen nachtwaker. Men meldt uit Goor: De justitie vraagt opsporing van twee personen, verdacht van medeplichtigheid aan den moord op den nachtwaker van Wedde.hoen. De een stond onder de vrien den bekend onder den naam de Zwarte Tijger, de andere onder den naam de Wilde. Van den zolder gevallen. Te Enter is de 45-jarige vrouw H. ter H. bij het hooien van een zolder gevallen. De inmiddels geroepen geneeshe?r kon slechts den dood constateeren. De zon als brandstichter. In de filmfabriek van de Dutch Film Cy te Haarlem ontstond gistermiddag ruim 1 uur brand, vermoedelijk doordat de zon scheen in het brandpunt van de lens van een filmapparaat, waardoor de film in brand vloog. De brand sloeg over naar het ernaast liggend perceel van de firma Vogenpoel en Noorwegen. Beide perceelen zijn uitge brand. De schade is aanzienlijk. Een film operateur werd licht gewond. Raadslid in gemeenteraad geverbaliseerd. In de jopgste Raadsvergadering in Wisch, deelde het Raadslid Wolters mee, dat hij ter verbetering van een weg en om de gemeente kosten te besparen zand in een berm had afgegraven om op deze wijze den weg te verbeteren. De burgemeester wees het Raadslid op zijn verboden handeling. Het Raadslid trad wat uitdagend op, waarop de burge meester mededeelde tegen hem proces- veibaal op te maken. Berooving in den trein. De lieer K. te Amersfoort is op reis van Amster.lF.T.i r.aai die stad in den trein v« cr een iutieJ heaiag beroofd d mr mej. V. Deze juffrouw, zegt de „Tel.", deed in dertijd nogal van zich spreken, doordat zij zich in verschillende betrekkingen ver huurde en dan na reisgeld en godspen ning ontvangen te hebben, niets meer van zich liet hooren. Het eerste. Te Haarlem kwam iemand bij de politie aangifte doen dat het merk voor de rij wielbelasting, hetwelk hij eenige uren te voren had gekocht en aan zijn fiets beves tigd had, gestolen was. Het eerste slachtoffer' Uit den ouden tijd. De Romaansche kapel op den hoek van het Oude Delft en de. Nieuwstraat te Delft zal ingericht, worden voor een aula der Technische Hoogeschool, daar er gebrek is aan een goede gelegenheid voor het hou den van senaatsvergaderingen, promoties en andere -plechtigheden. Dezer dagen is onder leiding van den rijksarchitect, den heer H. van Reewijk, een aanvang ge maakt met de verbouwing. Zooals men weet, aldus de D. C., be hoorde de Romaansche. kapel in vroegere dagen bij het Nonnenklooster, waar thans de Pensionnaires van het meisjeshuis zijn ondergebracht. Het. eerste we.rk was het uitbreken van den vloer, bestaande uit kleine steenen. Vervolgens moest het zand daaronder wor den'verwijderd, daar de nieuwe betonnen vloer ongeveer 1.50 M. lager zal komen dan de oorspronkelijke. Bij dit graafwerk heeft men eenige doodshoofden en doodsbeende ren gevonden tusschen de steenen gewel ven. waarop he.t gebouw rust. Vermoedelijk heeft men in vroegeren tijd de Romaan sche kapel, als vele andere kerken, ge bruikt als begraafplaats voor het stoffelijk overschot van aanzienlijke personen. Het ligt voor de hand, dat de gevonden men- schelijke overblijfselen afkomstig zijn van bestuursters van het Nonnenklooster. De aannemer der restauratie is voorne mens, de gevonden hoofden en beenderen in een kist onder den nieuwen cementen vloer te begraven. DE SALARISVERMINDERING VAN HET RIJKSPERSONEEL'. Een proces legen den Slaat. Op verzoek van den Centr. Bond van Ned. P. T. T.-personeel is door mr. H. P. Marchant ten' behoeve van den Amster- damschen' brief- en telegrambesteller A. J. M. v. d. .Wielen de Staat der Nederlanden gedagvaard op Vrijdag 18 Juli 1924 des morgens te 10 uur, vertegenwoordigd door een procureur, to verschijnen voor de Arr. rechtbank te 's-Gravenhage voor een vor dering wegens te weinig genoten salaris over de maand Mei 1924. In de dagvaarding wordt o.m. aange voerd: dat door de door de regeering krachlens art. 2 van het Koninklijk Be sluit van 23 April 1924 toegepaste korting is verminderd, de jaarwedde, door hen ge noten op 1 Juli 1922, welke hun in art. 40 van het bezoldigingsbesluit wordt ge waarborgd. Tegen deze onwettige vermin dering is door eischers onder voorbehoud van al hun rechten geprotesteerd bij schrijven aan den Dir.-Gen. der posterijen en telegrafie d.d. 231 Mei 1924. Verder vermeldt de dagvaarding, dat reeds in het algemeen) een eenmaal door den Staat aan ambtenaren toegekende wedde niet kan worden verlaagd doch dat bovendien bij art. 40 van het bezoldigingsbesluit burger lijke rijksambtenaren 1920, gelijk het luid de na de daarin aangebrachte wijziging bij K. B. van 19 Juni 1922 is bepaald „voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren blijven de op dat tijdstip door hen genoten wedden gewaarborgd, behou dens iii geval en voor zoover die wedden ingevolge de op bovengenoemd en datum bestaande bepalingen van dit besluit ver mindering moeten ondergaan." Weliswaar is bij K. B. van 7 April 1924 voorgenoemd art. 40 ingetrokken, doch deze intrekking kon geenerlei rechtsgevolg hebben, omdat het recht van eischers op de hun gewaarborgde wedde is ontleend aan en gevestigd door de regelen, die op 1 Juli 1922 van kracht waren. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Nog eenmaal verzoek ik u mij toe te staan terug te komen op de Lcidschc Pen- krassen van Veritas. Het. komt mij voor dat thans het sta dium bereikt is, waarop niet verder ge discussieerd moet worden. De misvattingen in deze laatste Pen- krassen voorkomende zijn tot mijn groot© spijt zoo vele. dat ik weinig lust gevoel daar opnieuw tegen in te gaan, daar het gevaar voor wanne hoofden maar koude harten dan niet meer denkbeeldig zou zijn Desgewcnseht wil ik echter zeer gaarne deze aangelegenheid met Veritas persoon lijk bespreken. Waar ik echter bijzonder prijs op zou stellen is 't volgende: Veel is geschreven over de bewuste in leiding.'Nu is deze inleiding slechts een paar pagina's groot. Zoudt u deze inleiding nu in haar ge heel in uw blad af willen drukken? Het komt mij voor, dat uw lezers er recht op hebben in staat gesteld te wor den een eigen oordeel in deze aangelegen heid te vormen. Aangezien u daarmede in de lijn zoudt blijven der goede journalistiek, twijfel ik niet of u zult aan mijn bescheiden verzoek wel willen voldoen. U dankend voor de verleende plaats ruimte, Met de meeste hoogachting, P. G. KNIBBE RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Ambtenaar van hef Openbaar Ministe rie is mr. Briët. De eerste zaak van de 73 op de rol voor komende wordt berecht door mr. Fokker. In deze zaak van A. K. to L e i d e n, welke niet verschenen is, vraagt de Amb tenaar vrijspraak. J. B. W., veehouder te Zoelerwou- de, is beklaagd een gestorven rund niet volgens de voorschriften van den keu ringsdienst te hebben aangegeven. Beklaagde erkent dat er zelfs 2 koeien zijn gestorven. Hij heeft echter direct ken nis gegeven van het eterven van het dier, aan een der bestuursleden van het Onder- ling-Veefonds, waarvan hij lid is, en is er dan ai. C. P., slager te Hazeriwoude, welke liet verboer van het doode dier ten latte gelegd is, wordt hierna gehoord. Deze kan verklaren dat hij het niet ver voerd heeft of doen vervoeren. De Kanton rechter stelt hem nog verschillende vra gen, doch beklaagde houdt zich aan de dagvaarding en daarin wordt hem iets ten laste gelegd, waaraan hij niet schuldig is. De keuringsambtenaar, de heer Den Hartog, wordt gehoord, die een relaas geeft van zijn onderzoek en bevinding. De koe was toen al begraven, doch men heeft hem niet kunnen vinden. De verbalisant Pieterse, Rijksveldwach ter te Leiderdorp, heeft uitgezocht wie eigenlijk de koe vervoerd heeft, wat zekere W. Straver zou zijn van Koudekerk. De zaak werd aangehouden om W. Straver en het bestuurslid Verkleij te hoo ren. J. A. M. de H., winkeljuffrouw te Lei den, heeft in de zaak van K., na sluitings tijd nog gebakjes verkocht aan getuige Chr. G. Petersen, die eerst door verschil in naam, niet zeker scheen te weten of zij wel was die zij weizen moest. Ook doze zaak werd aangehouden om de verbalisanten te hooren, die noodig zijn om hun gedachten wat op te fris- schen. J. v. B., winkelierster te K a l w ij k, heeft een zelfde overtreding begaan. Mej. i Vooys geboren Hoek, als getuige gehoord, is ook al slecht op de hoogte met den tijd 1 geweest', doch de Ambtenaar acht het feit bewezen en eisch te 12 of 2 dagen. 1 H. K., veehouder te N o o r d w i j k e r- ti'o u t, is ten laste gelegd het afleveren - van volle melk, die zulks niet was. Dr. v. Eek en mej. Snetiage, die de mon sters onderzochten, hebben een percenta- ge water, varieerende van 13 tot 30, ge vonden. i i i - 1 - i I i Als getuige werd gehoord Th. Heems kerk, chauffeur-melkboer, die de melk ge kocht en ontvangen had. Hij had ze zelf gehaald, en dien morgen was de melk af geleverd door de zwagerin van beklaagde, dlie verklaarde niets te weten van de ver- valsching. Bekl. kon het niet begrijpen. De eenige mogelijkheid zou zijn dat het bij het afkoelen, door anderen er in ge bracht was. i.i,- De Ambtenaar wilde er nog rekening mede houden, dat alles zich afgespeeld had tijdens afweizigheid van beklaagde, en vroeg een goeldboete vn f 50 of 50 dagen Bekl. vond het echter nogal hoog, voor zooals hij er voorstond. i A. V., boerenknecht te Leiden, wil niets met de invaliditeitswet te maken' j hebben, en heeft geweigerd inlichtingen enz. te geven. 1 Nadat als getuige de Voorzitter van den Raad van Arbeid is gehoord, wordt f 10 of 10 dagen geëischt. G. H., Den Haag, heeft met een vrachtauto een paal omgereden aan het Haagsche Schouw. Beklaagde is niet ver schenen. Getuige Niese, eigenaar, heeft dt ■paal 's morgens zien liggen. Getuigen W. Breedijk en G. Nachtgaal hebben het on* heil zien teweeg brengen en kunnen dé schuld van beklaagde vaststellen, waarna, f 10 of 10 dagen geëischt wordt. B. F. K., fabrikant te Leiden. nie£ verschenen, is ten laste gelegd, dat hij te. lang lieeft doen werken, wat getuige Dft Haas erkent. Eisch 2 X f 10 of 2 X 10 dagen. P. M. v. H., heeft in electrisch bedrijf te Leiden een ijzerwerker dezelfde foul doen begaan. Beklaagde had er al ver-', gunning voor gevragad, doch die was nop' niet afgekomen Eisch 3 X f2 of 3 X dagen. D. de B., koopman Ie Voorschoten, heeft varkens op het land van zijn buur man laten loopen. Beklaagde kan het noch bevestigen noch ontkennen. Zoo het zoo zou geweest zijn, dan was de oorzaak dat het paard van ge tuige Eigeman de afscheiding had stuk gemaakt. Hijzelf had daar goed voor ge<- zorgd. Getuige Eigeman wist dat het paard de boel stuk gemaakt had, doch hij had nogal schade van die varkens, anders had hij niets gezegd. De Ambtenaar zag hierin een buren ruzie, die ze eigenlijk in alle kalmte maai moesten afwerken, dan zou hij een kleine boete eischen n.l. f 2.of 2 dagen. Ook de Kantonrechter meende dat zt liet maar moesten bijleggen, want het is beter een goede buur dan een verre vriend. G. L.. koopman te Leiden, die ten laste gelegd was één beladen wagen te Katwijk aan den openharen weg te hebben- neergezet, kwam andermaal en daarbij de verbaliseerende agenten van Katwijk. De agent Schaap meende van geen be« laden wagen te mogen spreken. Agent Elfrink vond dat als er wat op lag ze beladen was, maar daar ging het ten slotte niet. om. Maar waarom liet er dan bijgezet vraagt de Kantonrechter. De Ambtenaar zal maar een kleine boete eischen, n.l. f 0.50. De Kantonrechter in aanmerking nemend dat beklaagde niet ongunstig be kend staat zend hem zonder straf weg. W. F. L., rijwielfabrikant, Den Haag, lieeft met een auto te snel gereden, waar van hij de schuld geeft aan Leiden's bur gemeester die wat beter de borden moei laten plaatsen. Eisch f 5.of 5 dagen. Mej. M. G. te Leiden heeft in de Uiterstegracht wat gangwater en een zakjs nootjesdoppen geworpen, wat ze niet dach' dat zoo erg was. Het was daar toch al niet erg helder water zegt de Kanton rechter. Eisch f 0.50 zegt de Ambtenaar. Nies meer doen vult de Kantonrechter aan, dap kan je zonder straf gaan. W. C. R., koopman te L e i d e n, lieef"' de honden zonder muilband laten looper en op de kar gezeten. Eisch 2 X f 3.— of 2 X 3 dagen. M. v. Z., onderwijzer te Leiden^ heeft Zaterdag op de Vischraarkt gereden. Hij wist van het verbod niets. De borden hebben ook geen juiste plaats. Eisch f 1.of 1 dag. Fr. K., monteur te Leiden, heeft op de Hooigracht op de kleine steentjes ge- reden, waarvoor ook f 1.of 1 dag gcr eischt werd. K. 0. K., directeur van de Cartonn^ge- - fabriek te N o o r d w ij k e r h o u t, is tc> t laste gelegd, tekort gekomen te zijn aan Je voorschriften van de veiligheidswet, waar- van het gevolg was dat een jongen vingers zijn afgekneld. Beklaagde, met zwaar Duitschen tong- val, voert aan dat de jongen aan de ach- terzijde het ongeval gekregen heeft, en alles volgens voorschriften geregeld was. r Mej. C. M. v. d. Ploeg heeft de jonge* gezien toen hij met bloedende hand dooi de fabriek liep. F. Zuiderveld, de vader van de bewusts. knaap, weet van de jongen dat bij het on geval aan de voorzijde van de machine kreeg. Als getuige a décharge, werd de cnet gehoord, P. Heuer, Oostenrijker, thans wonend te Warmond. Dezo zegt, dat na- dien de voorziening nog is verbeterd, doch dat, niettegenstaande, er Maandag nog^ een meisje zij het dan niet zoo ernstig- een dergelijk ongeval bekwam. Bekl. meende dat als er een veroordee- ling volgde er zekere onmisbare machines uit het cartonnagebedrijf zouden moeten verdwijnen. Eisch f 50 of 50 d. en f 25 en 25 d. 'si

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6