Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LSIDSCHE COURANT foBOHNEEHENTSPRIJS h Lalde* e« bsitn Ltidw waar ageale» gevestigd zijl Per kwartaalf2.59 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal. f2,90 5de JAARGANG. DONDERDAG 10 JULI 1924 - No. 1258 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58938 ADVERT EN TIE-PHIJb Gewone advertentiën per regel 22!/i cent. Ingezonden MededeeHngen, dubbel tarief, pij contract» bélangrqke reductie. Kleine advertentiën bijvooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. Ons Lager Onderwijs. Wij ontvingen het Onderwijsverslag Over... 1021—1922. Bepaald nieuw is wat hierin wordt me degedeeld. dus niet. En het verslag is bo vendien naar in de inleiding wordt opge merkt, in verschillende opzichten niet vol ledig. Er zou dus wel aanleiding zijn om dezen papierbundel zonder meer terzijde te leg gen, waar daarvoor is het verslag toch ook jveer niet samengesteld. Onze ruimte laat niet toe om aan den inhoud breede beschouwingen te wijden. Dat te doen is trouwens ook meer de taak Van de specialiteiten op dit gebied, die daarvoor de vakpers te hunner beschik king hebben. Wij bepaien ons tot het doen van enke le mededêelingen uit het verslag omtrent den toestand in de tweede hoofdinspectie, en meer speciaal tot wat omtrent de i n- spectie Lei.den wordt medegedeeld. De inspecteur uit wiens veTslag* aan den hoofdinspecteur verschillende aanhalingen zijn gedaan begint met te wijzen op het 7e leerjaar waarvoor betrekkelijk veel be langstelling bestond. Pns volk, zoo schrijft hij, schijnt de uit breiding van den 1 e e r p 1 i c4i t met. nog een jaar kalm op te nemen, er zich bij neer te leggen en hier en daar er zelfs enthousiasme voor aan den dag te leggen. Omtrent de afschaffing van het onder- (wijs in de Franse he taal wordt op gemerkt dat dit sterk bevorderd wordt door het laten vallen van den eisch hij het toelatingsexamen voor de H. B. S. van eenige kennis van die taal. „Niet overal echter, wordt die afschaf fing met blijdschap begroet; er is vooral onder de oudere onderwijzers aan voorbe- ireidings- en u.l.o. scholen een stemming van spijt over die ongewenschte nieuwig heid. Slechts een betrekkelijk klein getal onderwijzers en dan nog vooral onder hen die aan de lagere scholen werken en dus niet uit ervaring spreken, juicht de zen maatregel toe. Ook betreuren vele ouders die af schaffing, hoewel men het er ongeveer al gemeen over eens is, dat de oude school hierin overdreef. Die overdrijving was evenwel een gevolg van veel te hooge eischen, gesteld aan de candidaten voor de H. B. S. en het gymnasium." In dit verhand komt in het verslag ook de vraag aan de orde,' of nu de z.g. o p- leidingssc holen kunnen worden ontbeerd, of dat zijtot zekere hoogte van aard en karakter zullen moeten verande ren. Een antwoord op deze vraag wordt niet gegeven. Wat de bestaande opleidingsscholen be treft, merkt de inspecteur in Leiden op, dat het onderwijs daar nog erg staat in het teeken van het toelatingsexamen. Zelfs waar de H B. S. en het gymnasium geen toelatingsexamen afnemen, gaat men met den dril nog door. De inspecteur hoopt binnen niet al te langen tijd daar Tustiger en ontwikkelen- der methoden aan te treffen, hoewel toe gestemd wordt dat het onderwijs op die scholen een strenger en methodisch er ka rakter zal moeten blijven dragen. Maar misschien begint 'de verlossing voor de leerh'ngen in het minder opgeven van huiswerk, en dat zou al dadelijk een groot voordeel geven voor de lichamelijke ont- wkkeling der schoolsche jeugd. Omtrent het .vervaiigën van de vakon- derwiizeressen voor de nuttige hand werken door klasse-onderwijzeressen wo'-rlt om. het volgende opgemerkt: „Een door al1 en gewenscht voordeel sprrigt onmiddellijk naar voren: de leer lingen der lager klassen gaan iets vroeger naar huis: een voor n:emand gewenscht nadeel treedt onmiddellijk op: het onder wijs in het handteekenen wordt vrijwel tot nul gereduceerd. Vervolgens wordt er aan herinnerd, dat waar noodig de leerstof van het vak v a- derlandsche geschiedenis werd uitgebre:d met de beginselen der Staats inrichting, die van de natuurkennis met die der gezondheidsleer. Het is in -dit verhand dat de volgende opmerkingen worden gemaakt: „Dat de eenvoudigste behandeling van de inrichting van het bestuur^ van de ge meente, de provincie en het Rijk, vrij moet zijn en blijven van eenige propagandisti sche strekking, wordt wel door ieder on derwijzer ingezien; dat de bespreking van de voorwaarden voor de gezondheid van ons menschelijk h'chaam niet voor een te groot deel moet dienstbaar gemaakt wor den aan de propaganda voor de geheel onthouding, wordt niet door ieder vurig propagandist der abstinentie toegegeven." Over den algemeenen toestand Van het onderwijs bericht de inspecteur voor Leidern: Over het algemeen maken de scholen in mijn ambtsgebied een gunstigen indruk, Er wordt bijna donder uitzondering ge- streeefd naar practisch bereikbare doel einden, n.l. voor het leven van het volks kind te geven wat het aan verstandelijke ontwikkeling in minimum absoluut noodig beeft. Natuurlijk gelukt Tiet aan verschillende scholen hoven dat minimum uit te komen. Dat is dan te danken aan velschillende gunstige factoren, maar voornamelijk aan den persoon van den onderwijzer." Ter vergelijking van deze laatste bewe ring geeft hij dan een vergelijking van twee eenmansscholen, één met ongeveer 25 leerlingen, waar door hard werken een opgewekten leertoon, resultaten van volle dig uitgegroeide scholen en! één met 8 leerlingen, „waar geen enkel resultaat be reikt wordt, waar orde en tucht veel te wenschen overlaten en van eigenlijk on derwijs bijna geen sprake meer is". Omtrent de orde in de klassen wordt in dit verband nog gezegd, dat hij enkele klassen, waar de onderwijzer zijn gebrek aan tucht tracht te maskeeren achter een beginsel van z.g. vrije orde, een onderzoek naar positieve resultaten allicht ongunstig uitvalt. Det het peil van het onderwijs niet in de eerste plaats afhangt van het aantal leerlingen enz,, maar in de voor naamste plaats van de geschiktheid, den ijver en de toewijding van het hoofd en de onderwijzers, wordt ook door andere inspecteurs onderschreven. STADSfilEOWS. GEMEENTERAAD. De Raad dezer gemeente vergadert Maandag a.s., des namiddags te twee uur Te behandelen onderwerpen: le. a. Herstemming over het voorstel van de heeren Eerdmans e.a., om de aan beveling ter benoeming van een Curator van het Gymnasium aan het Curatorium terug te zenden, omtrent welk voorstel de stemmen in de vorige vergadering hebben gestaakt; b c.q. Benoeming van een Curator van het Gymnasium. 2e. Benoeming van een lid der Commis sie van Beheer over de gestichten „Ende geest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" (va cature-W. Pera). 3e. Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Bank van Leening. 4e. Benoeming van een lid der Commis sie (uit den Gemeenteraad), bedoeld in art 2, le lid, sub 3e der verordening, houden de reglement voor de Commissiën van Ad vies" betreffende de arbeids- en dienst- voorwaarden van het personeel in dienst van de gemeente Leiden (vacature-W. Pera). 5o. Benoeming van een leeraar in de wiskunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jaTigen cursus. 3. Benoeming van een leeraar in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Bur gerschool met 5 jarigen cursus. 7o. Benoeming van een tijdelijk leera- res in het Duitsch aan de Hoogere Bur gerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 1924-1925. 8o. Benoeming van een tijdelijk leera- res in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus, voor den cursus 1924-1925. 9o. Benoeming van een Amanuensis le klasse bij het onderwijs in de natuur- en scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. lOo. Idem als voren aan het gymna sium. llo. Vaststelling van een opgave van persenen voor de benoeming van drie le den van het College van Zetters voor s Rijks directe belastingen. 12o. Praeadvies op het verzoek van H. Lautenbach, om eervol ontslag als onder wijzer aan de school van de D ui venbode- straat B en als onderwijzer bij het Open baar Vervolgonderwijs. 13o. Praeadvies op het verlzoek van J. P. Hemerik, om eervol ontslag als Opzich ter der plantsoenen. 14o. Praeadvies op het verzoek van R. Nijk, om eervol ontslag als Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht. 15o. Praeadvies op het verzoek van F. Ouwerkerk, om de te bouwen schuur ach ter het perceel Hooge Morschweg No. 7, van hout te mogen maken. 16e. Vaststelling van het aan Gedepu teerde Staten uit te brengen verslag aan- aande de wjize, waarop het op de gemeen- tebegrooting voor 1923 voor schoolkinder voeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. 17e. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1923, waar van de raming te laag is gebleken. 18e. Voorstel tot nadere vaststelling van de gemeentebegrooting, dienst 1924. 19e. Voorstel tot verlenging van den ter mijn van ontruiming van een aantal on bewoonbaar verklaarde perceelen. 20e. Voorstel tot verhuring van de voor malige Commandantswoning in het Invali denhuis aan den Middelweg, aan deLeid- sche C. J. M. V. „Padvinders". 21e. Prae-advies op het verzoek van de Leidsoke Football Club, om vermindering van de pachtsom van de perceelen in den Boschhiiizerpoldier, Sectie 0, Nis 663, 665, 666 en 667. 22e. Prae-advies op het verzoek van de Zwemvereeniging „De Zijl", om toeken ning van eene bijdrage in de kosten van een door haar te houden openbaar zwem feest. 23e. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tegen C. en J. C. Duin dam tot vergoeding van schade, veroor zaakt door aanvaring van een stootpaal nabij de Kwaakbrug. 24e. Voorstel inzake het verhaal van bijdragen voor weduwen- en weezenpen- sioen van gemeente-ambtenaren. 25e. Voorstel: a. tot goedkeuring van de bedragen over het jaar 1923 besteed voor normale uit breidingen der Gasfabriek en der Electri- citeitsfabriek; b. tot aanvulling van het uitbreidings kapitaal der Electriciteitsfabriek; c. tot vaststelling van den desbetreffen- den begrootingsstaat. 26e. Voorstel: a. tot het Verleenen van vergunning aan do gemeente Alphen aan den Rijn om met de gemeente Zwammerdain een overeen komst aan te gaan, betreffende de levering van electriciteit irf die gemeente door het gemeentelijk electriciteitsbedrijf van Al phen aan den Rijn; b. tot wijziging van art. 1 van de op 21 April 1914 met de gemeente Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen gesloten overeenkomst, betreffende de levering van electriciteit aan die gemeenten door de Leidsche Electriciteitsfabriek. 27e. Voofstel: a. om aan de Commissie tot oprichting van een Monument fer gelegenheid van den 350sten gedenkdag van Leiden's Ont zet vergunning te verleenen tot plaatsing van dat monument aan den ingang van het Plantsoen bij de Jan van Houthrug; b. om de kosten verbonden aan het maken van de fundeering van het monu ment voor rekening van de gemeente te nemen; c. om het monument t.z.t. kosteloos bij de gemeente in eigendom en onderhoud over te nemen. 28e. Voorstel om aan de 3-Octoberver- eéniging, ten behoeve van de uitvoering van hare feestplannen ter gelegenheid van de 350-jarige herdenking van Leiden's Ontzet, een gedeelte van het Plantsoen en den Zoeterwoudschen Singel kosteloos in gebruik te geven. 29e. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het aanleggen van een straat nabij de Anna-Paulownastraat, het doortrekken van de Bloemstraat en het dempen, rioleeren en bestraten van een gedeelte der Driftsloot. 30e. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den aanleg van een verbinding van de van Speijkstraat. en de Verlengde Oosterstraat naar de Waard- straat. 31e. Voorstel: a. tot intrekking van het Raadsbesluit van 25 Februari 1924, in zake de over neming van een gedeelte grond nabij den Hoogen Morschweg en de beschikbaar stelling van gelden ten behoeve van den straataanleg op dien grond; b. tot overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een gedeelte grond ten zuid-oosten van den Morschweg, Sectie P nis 725 en 335 beide ged.; c. tot beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg van straten ten zuid-oos ten van den Hoogen Morschweg. 32e. Prae-advies op het verzoek van P. van Ulden, om teruggave van het aan deel door hem betaald in de kosten van inrichting van 'het baggerterrein aan de Zijl, nabij de Stinksloot- (Voorgesteld wordt afwijzend te be schikken). 33e. Voorstel: a. tot verkoop aan de Woningbouwver- eeniging „Eensgezindheid" van een ter rein gelegen ten oosten van den Zijlsin- gel, Sectie K nis 724, 723, 722, 3433 en 707; b. tot het aanvaarden van een voorschot uit 's Rijks kas, in verband met de uitvoe ring van een plan der sub a genoemde vereeniging tot den bouw van 28 eenge zinswoningen en 22 beneden- en 22 bo venwoningen; c. tot het verstrekken aan de sub a ge noemde vereeniging van het voorschot sub b bedoeld; d. tot vaststelling van den desbetreffen- den begrootingsstaat. 34e. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de volledige afwerking van de grondwaterzweminrichting aan de Zijl; b. tot opdracht van het beheer en onder houd dier inrichting gedurende het jaar 1924 aan de Leidsche Zwemclub. 35e. Prae-advies op het verzoek van de afd. Leiden en omstr. van de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plant kunde, om de beide in het Van der Werf- park aan den waterkant staandet treur wilgen te doen rooien. 36e. Voorstel van den heer van Stra len, inzake de beschikbaarstelling van gel den voor de verbetering van den Zoeter woudschen weg. 37e. Verordening, tot wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Ge meenteblad No. 32), houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Lei den. 88e. Praeadvies op de adressen van de Ned. Vereeniging van Grossiers op Elec- trotechn:sch gebied en de Coöperatieve In- koopvereeniging van Mclaalindustrieelen (Coopra), inzake het lidmaatschap der Stedelijke Lichtfabrieken Yan laatsge- noemde vereeniging. 80e. Praeadvies op het verzoek van de Coöperatie „Ons Doel", in zake het aan de kolenhandelaren, die cokes van de Stede lijke Lichtfabrieken betrekken, opgelegde verbod, om adressante gascoke3 af te leve ren. 40e. Praeadvies op eenige adressen, In zake handhaving van. de Zondagswet en invoering bij verordening van een z.g. vloekverbod. 41e. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het Bestuur der vereeni ging tot instandhouding van bijzondere scholen voor gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs aan het Noordeinde No. 40, voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen 'voor die school en ^fct vast stelling van den daarop betrekking heb benden begrootingsstaat. 42e. Voorstel tot beschikbaarsteM'ng van gelden ten behoeve van de meerdere kosten van verbouwing van het gebouw, waarin de buitengewone school voor lager onderwijs is gevestigd, en ten behoeve van de aanschaffing van meubilair. 43e. Voorstel inzake het verhinden van eene oeconomische afdeeling aan de Hoo gere Burgerschool met 5-jarigen cursus. 44e. Voorstel in zake het aanbrengen van verschillende veranderingen in het openbaar lager onderwijs, in verband met de laatste wijziging der Lager Onderwijs wet 1920 en tot beschikbaarstelling van ge1 den voor de verbouwing van de school gebouwen aan de Vrouwenkerksteeg en de Boommarkt. 45e. Vaststelling van het 2e suppletoir koh'er der schoolgelden voor Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst 19231924. 46e. Bezwaar- en verzoekschriften toeren aans'agen in het schoolgeld Lager- Mid delbaar- en Hooger Onderwijs, d'enst 1922/1923 en 1923/1924. Uitbreiding van het aantal leerlingen per klasse. "Wij ontleenen aan een uitvoerig gedo cumenteerd voorstel van B. en W. aan den Raad het volgende: Vergelijking van het aanvankelijke met het in 1923 gewijzigde en het thans op nieuw gewijzigde artikel 28 der Leer plichtwet, zal U doen zien, dat volgens de aanvankelijke redactie voor een 6-klaosige school voor gewoon lager onderwijs reeds bij 180 leerlingen, volgens de in 1923 aangebrachte wijziging bij 211 en naar de thans vastgestelde redactie eerst bij 241 leerlingen de jaarwedden van alle 6 leer krachten voor rekening van 't Rijk komen. Voor do Rijksvergoeding is het gemiddeld aantal leerlingen per klasse voor een 6- klassige school derhalve van 30, in 1923 gebracht op 36 en thans opgevoerd tot 41. Wel is waar zal de invoering van het nieuwe subsidie-stelsel geleidelijk kunnen geschieden, aangezien verder nog is be paald, dat de Rijksvergoeding tot 1930 be rekend blijft volgens de op 31 December *1923 geldende regelen, met dien verstande evenwel, dat daarbij buiten aanmerking blijven de onderwijzers, die te rekenen van 1 Juli 1924 in dienst treden boven het aantal gesteld in art. 28 (nieuwe redactie), maar het verdient o. i. geene aanbeveling van die mogelijkheid gebruik te -makeD. Immers zou geleidelijke aan passing van de tegenwoordige organisatie van het lager onderwijs bij het nieuwe stelsel medebrengen, dat bij elke mutatie aanpassing van het onderwijs bij dat stel sel zoude moeten plaats vinden, hetgeen practisch vrijwel onmogelijk is en herhaal delijk stagnatie of althans ernstige êtoring in d.en goeden gang van het onderwijs zoude brengen. Waar nu bij handhaving van den tegen- woordigen toestand het aantal overcom plete leerkrachten, hetwelk thans 24 be draagt, automatisch tot 48 zoude stijgen eii de financieele toestand der gemeente het onmogelijk maakt de gemeentekas te dier zake met meer uitgaven (naar schat ting f 50.000.per jaar meer plus een vrij hoog bedrag aan vergoeding van de jaarwedden van boventallig personeel bij het bijzonder onderwijs) te belasten, is wijziging d. w. z. inkrimping van het aan tal klassen door middel van het verhoogen van het aantal leerlingen per klasse, naar onze meening noodzakelijk. Al zal nu, ge zien het feit, dat niet alle lokalen dit vol ledig aantal leerlingen kunnen bevatten, het onderwijs niet geheel op den nieu wen toestand kunnen worden ingericht, moet toch het mogelijke worden gedaan, om althans toenoming van uit gaven te voorkomen. Om die reden is verhooging van het aantal leerlingen per klasse o. i. onvermijdelijk. Doch ook om andere redenen achten wij opvoering van het aantal leerlingen per klasse noodig. Herhaaldelijk toch is gebleken, dat over schrijding van het thans gelderde adn- tal van 36 per klasse, in het bijzonder ten aanzien van de lagere leerjaren, niet te vermijden was, wilde men voorkomen, dat de leerlingen, door do ongunstige verdee- ling van de scholen over de gemeente, een betrekkelijk grooten afstand moeten aft- leggon. Hoewel in verband met ae geringe grootte van vele lokalen een gemiddeld aantal van 41 leerlingen per klasse niet steeds bereikbaar is, moei o. i. toch het streven er op gericht zijn, dat gemiddelde zooveel mogelijk te benaderen. Het zal wel geen betoog behoeven, dat het te dien einde noodig is in verschillende lokalen, welke daarvoor ruimte bieden, meer dan 41 leerlingen toe te laten. Aangezien een betrekkelijk groot aantal lokalen 48 leer lingen per klasse kan bevatten, zouden wij daarom het maximum aantal op 48 per klasse wenschen te zien bepaald. Dit maxi mum, dat in den regel niet zal worden bereikt, en dat wij in geen geval zouden willen overschriiden, schijnt ons in de go- geven omstandigheden vereischt. Na kennisneming van de hierbij behoo» rende gegevens zal U blijken, dat, bij zulk eene opvoering van het aantal leerlingen per klasse, zonder veel bezwaar van de 16 scholen, wier leerlingen bestemd zijn om na 6 jaren over te gaan naar de Cen trale School voor het 7e leerjaar, twe^ scholen kunnen worden gemist. "Wij gaan dan nog bij lange na niet zoover als da Regeering blijkens de nieuwe wettelijke bepaling mogelijk acht. Immers zal het algemeen gemiddelde nog aanzienlijk beneden de 42 zijn. Gelijk U uit het bij de stukken gevoegde advies van de Plaatselijke Schoolcommis sie zal blijken, wenscht de Commissie hel maximum-aantal leerlingen per klasse op 42 te zien bepaald. Tot ons leedwezen moeten wij U stellig ontraden dit advies te volge^, omdat bij zulk een aantal ten min-' ste 7 leerkrachten meer in dienst zouden moeten blijven, hetgeen eene extra-uitgaaf zou veroorzaken van alhans f 17500 per jaar voor het openbaar onderwijs, waarbij dan nog zou komen een aanzienlijk bedrag voor vergoeding van de jaarwedden van' boventallig personeel bij het bijzonder onderwijs. Bovendien zouden de moeilijk heden, aan de nieuwe indeeling der leer lingen verbonden, zeer worden vergroot. Wij meenen dan ook, dat het bepaald noo dig is het maximum aantal leerlingen per klasse op 48 te stellen. B. en W. betoogen dan uitvoerig, welke maatregelen zij verder meenen te moeten nemen. Uitdrukkelijk vestigen zij er verder de aandacht op, dat in het algemeen kan wor den gezegd, dat met verwezenlijking van deze plannen geen directe bezuiniging wordt verkregen, maar dat daarmede slechts een belangrijke toeneming van uitgaven voor het lageT onder wijs zal worden voorkomen. Ten slotte deelen zij nog mede. dat het in hun bedoeling ligt de invoering van een en ander zooveel mogelijk te doen samen vallen met de eerstvolgende toelating van nieuwe leerlingen, d. i. derhalve met 1 Sep tember a.s. Op grond van het bovenstaande en onder opmerking, dat de Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie zich, blijkens zijn advies, geheel met deze plan nen heeft vereenigd, geven zij in over weging om, voorzooveel noodig onder goed keuring van de Gedeputeerde Staten, te besluiten. «Hunne plannen vatten R. en W. samen in de volgende voorstellen: I. het maximum aantal leerlingen per klasse vast te stellen: voor de scholen voor gewoon lager onderwijs op 48 en voor de scholen voor uitgebreid lager on derwijs op 32; II. de* scholen voor o. 1. onderwijs aan het Plantsoen A en B op te heffen en do leerlingen dier scholen over de overblij vende scholen der zelfde soort te ver deden: III. het aantal klassen der T eerschool aan de Oude Vest tot 6 in te krimpen en de leerlingen, welke alsdan niet in die zes klassen kunnen worden opgenomen, over de overige opleidingsscholen voor u.l.o. to verdeden; IV. De Centrale School voor het 7e leer jaar onder te brengen in de vrijkomend* lokalen van het schoolgebouw aan do Oude Vest; V. het schoolgebouw aan de Vrouwen- keTksteeg 4e verbouwen tot twee afzon derlijke 6-klassige scholen met één gym nastieklokaal. VI. de o.l. scholen Vrouwenkerksteeg A en B, na de voltooiing der verbouwing sub V bedoeld, aan te duiden resp. als o.l. school aan het Vrouwenkerkhof en o.l. school aan de Vrouwenkerkkoorstraat; VII. het schoolgebouw aan de Boom- markt zoodanig te verbouwen, dat de be schikking wordt verkregen over een vol doend aantal grootere lokalen; VIII door vaststelling van een begroo tingsstaat groot f 77000, de voor de sub V en VII bedoelde verbouwing naar ra ming benoodigde gelden (resp. f 65.000 en f 12000), beschikbaar te stellen; IX den nieuwen toestand te doen in gaan op den eersten dag der maand vol gende op die, waaTin de goedkeuring vair Ged. Staten wordt verleend of zooveel la ter als het Collego noodig mocht oordee- len, doch in geen geval vóór 1 September 1024. X. B. en W. te machtigen de noodigo maatregelen ter uitvoering van de boven bedoelde besluiten te nemen. Gem. H. B. S. voor Meisjes. 'Als gevolg van do uitbreiding van heb aantal lesuren voor het onderwijs in na tuur- on scheikunde aan dcro inrichting, is de aanstelling noodig geworden van een tweeden amanuensis lsto klasse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1