DE „DAGERAAD"-STATUTEN.
Gelijk bekend heeft Prof. Slotemaker de
Bruine dn de Eerste Kamer stelling geno
men tegen de weigering -van minister
Heemskerk om de „Baigeraad''-statuten
goed te keuren.
In de „Banier", het ckristelijk-histo-
risch orgaan voor Friesland, wordt over
dit eenzame professorale standpunt met
weinig ingenomenheid geoordeeld.
Het blad wijst er op, dat juist ten aan
zien van de vraagstukken in verhand met
de verhouding tussc-hen godsdienst en
Staat dezer dagen door het Hoofdbestuur
der Unie een commissie is samengestelid,
van welke commissie ook Prof. Slotema
ker de Bruine lid is.
„O.i. ware het daarom beter geweest,
teneinde het werk der commissie niet noo-
deloos te bemoeilijken, zoo thans over dit
onderwerp publiek niet meer gesiproken
werd dan hoogst noodzakelijk.
Thans reeds zijn meening publiek vast
te leggen, kan straks een struikelblok vor
men voor mogelijke overeenstemming.
Daarom is het houden op dit oogenblik
van een zoo belangrijke rede ontijdig.
Maar bovendien is bet houden eener
'dergelijke rede in de huidige omstandig
heden onvoorzichtig.
"Want juist ten aanzien van de princi-
pieele verhouding tusschen godsdienst en
Staat is in don boezem der Unie nog al
eenig verschil, een verschil, dat geenszins
mag worden verscherpt.
Wie de inderdaad zeer moeilijke taak
beseft, waarvoor de Unie, met Tiet, oog op
zooveel andere vraagstukken, zich tegen
woordig geplaatst ziet, doet o.i. verstandi
ger te wijzen op wat als Unie samenbindt,
met vermijding van wat onnoodig kan
prikkelen.
Het is onze rotsvaste overtuiging dat
voor Nederland in de tegenwoordige be
narde tijdsomstandigheden noodig is, het
eensgezind streven van allen, die oog heb
ben voor de ons vaderland dreigende ge
varen, waarom wij gaarne tot nu toe ver
bieden, waar zooveel is, wat vereenigt, te
wijzen op wat ons doet verschillen." Wie
dat niet dn 't oog houdt, handelt o.i. poli
tiek onvoorzichtig."
Over de kwestie zelve zegt het blad o.m.:
„Is, zoo vroeg Prof. S. de B., gezien
deze feiten, de religieuze meeningsuiting
in Nederland vrij, ja dan neen. Betreurd
werd dat deze vrije meeninigsuiting verkre
gen werd hoofdzakelijk onder dn'vloed der
Fransche revolutie, maar dit was voor den
spreker geen reden om de zaak te betreu
ren, z.i. was terecht in onze wetgeving,
dank zij die revolutionaire beginselen,
slechts van bet zedelijke en nergens van
het religieuse sprake.
Wij verheten niet, dat juist om dit laat
ste, de rede ons leed deed. Is, om dit re
sultaat te bereiken, dan gestreden? Maar
wij stellen deze gevoelsuiting verder ter
zijde. Eveneens spreken wij er niet verder
over, dat een dergelijk standpunt ons)
voorkomt in flagranten strijd te zijn met
art. 3 en 4 van ons beginselprogram, iets,
waarop ook' ïeeds de' heer Idenburg in de)
Eerste Kamer wees.
Wdj meen en, afgezien van alle andere
bezwaren, dat de rede geen voldoende re
kening houd't met de moderne rechts- en
Staatsopvatting en te dien aanzien een
geheel verouderd standpunt inneemt."
Tenslotte zegt de „Banier", want wij
kunnen niet meer citeeren:
„Slechts wie, al-s de mannen der libe
rale school verward is in een verstard in
tellectualisme, heeft geen oog daarvoor,
dat op het gebied van het publieke leven
naast intellect, ook zede en godsdienst een
groote rol spelen en dat de Staat, geen ab
stracte grootheid, zooals het liberalisme
die huldigde, maar in werkelijkheid niets
anders, dan de rechtsgemeenschap, waar
onder wij leven, rekening behoort te hou
den, ook met den godsdienst.
Over de grens in hoeverre, £s te dispu
teeren, over bet beginsel Zelve behoort
eenheid van gevoellen te'bestaan, speciaal
in een kring van hen, die hebben ervaren,
dat in naam der neutraliteit, ingevoerd]
door de Fransche revolutie, als troetelkind
beschermd door het liberalisme, ten on
zent op school, sociaal) en religieus gebied
een valsch spel is gespeeld.
Daarom mogen wij blijven eischen dat
'de Nederlandsche overheid, qua overheid,
de Christelijke beginselen in het Staats
leven eerbiedige, de Christelijk-Histori-
Sche grondslagen in het volksleven beves-
tige, Nederland besture als een Ghriste-
lijken Staat in Protestantechen zin.
•Hier is geen keuze. „De Staat moet oi
'Christelijk zijn of ondergaan in den klas
senstrijd van bet socialisme en den chaos
der democratie".
i Land» en Tuinbouw
DE VOEDERING DER VARKENS.
Hoe moeten de varkens gevoederd wor
den? >=-"■!
Deze vraag is er een van uiterst prak
tisch belang.
En vel om twee redenen.
In de eerste plaats toch doet zich voor
de vraag:
Hoe kan het voeder invloed uitoefenen
op de kwaliteit van het spek?
In de tweede plaats wil rneri liefst zoo
•goedkoop mogelijk voederen en d'e winst
zoo groot mogelijk maken.
Nu schijnt deze laatste .overweging het
belangrijkst te zijn waarbij dan de eer
ste, welke invloed het voeder op de kwa
liteit van het spek heeft, in het niet valt.
Men ©ordeele echter niet te spoedig.
In hei eind is het toch zoo, dat het
*pek verkoopbaar wezen moet en
ld an pas kan er sprake zijn van geldl ont
vangen en geld verdienen.
- Wel terdege komt dus in de eerste
plaats aan de orde de vraag: Welk voeder
'oefent een gunstigen invloed op de kwa
liteit van het spek, en dan worde daar
T 'direct aan verbonden de vraag: En hoe
kunnen we dat voeder op de meest voor-
v deelige wijze aanwenden?
Doch niet alleen als zoodanig, voor de
7 j^ruienlandsclie markt alleen is de vraag
naar de kwaliteit van het spek er een van
de eerste orde.
Het is toch bekend dat een deel onzer
varkens wordt verkocht naar het bui
tenland. Vroeger naar Duitschland en
Engeland. In de laatste jaren misschien
hoofdzakelijk naar Engeland.
Duitschland vroeg meestal een zwaar
vet varken. Engeland' vroeg lichter ge
wicht en: vlees ch.
Nu bestaat er bij onze va-rkensmester3
toch wel een schromelijk misverstand met
het oog op datgene, wat de Engelsche
markt vroeg. Als de mesters in Nederland
zoo'n varken hadden; van ongeveer 20Ó
pond, dat niet te best meer wilde groeien,
of slecht op de been werd, dan verkoch
ten ze dat als „Londensch" varken'. Zoo
langzamerhand vestigde zich do idee, dat
men daar in Engeland nu juist verlekkerd
was op het „uitschot". En dat men ook
voor dat uitschot een hoogen prijs be
taalde. if/.
Deze gedachte heeft veel kwaad, ge
daan. Want, daar men meende, dat En
geland uitschot vroeg, meende men
ook, dat er eigenlijk geen zorg aan de
fokkerij voor de Engelsche markt behoef
de besteed te wordlen'. Die Engelsche
markt achtte men de vuilnisbak te zijn!
Dwaas idee! En.... schadelijk.
Want Engeland vraagt wel terdege een
bepaald soort varken. Het vraagt een
baconvarkenC varkeni van niet te
zwaar gewicht en eten zuiver vleeschvar-
lcen.
Zelfs zijn alle lichte vleezige varkens
nog geen baconvarkens
Hgt baconvarken moet een b e p a a lden
vorm hebben. Dan toch weet de Engel
sche grossier in fijne vleeschwaren precies
hoeveel kwaliteiten uit zulk een varken
te snijden zijn.
En wie nu zulb een varken leveren kan
dat aan de eischen voldoet, die krijgt per
pond heel wat meer dan de marktprijs.
De Deensehe mesters hebben dit allang
begrepen. Zij zijn in. staat een prima ba
convarken aan de Engelschen te leveren.
Het wordt op de volgende manier ver
kregen -
De Deensehe regeering houdt door mid
del van fokstations het Deensehe landvar-
ken zuiver in stand. De mesters kunnen
van deze ^fokstations vrouwelijk fokmate-
riaal krijgen.
Uit Engeland worden dan Groot Yorks
hire beeren geïmporteerd en met het
Deensehe laridvarken gekruist. Dit krui
singsproduct (dat niet- voor de fokkerij
gebruikt wtyrdt) levert nü een baconvar
ken dat aan alle eischen voldoet.
De vraag is ook wel gedaan, of het in
Nederland ook niet zoo zou kunnen ge
beuren.
Doch het. antwoord moet ontkennend
zijn. In de eerste plaats toch zou ónze re
geering er wellicht niet voor tè vinden
zijn om fokstations op te richtten maar,
en dat is wel het voornaamste, wij heb
ben in Nederland geen zuiver land varken.
Wij zullen dus op een andere manier pioe-
ten trachten een goed baconva-rkèn te
mesten. i i
Al s dat dan tenminste van zooveel be
lang is om een goed - baconvarken te
krijgen. Want, nu ja, die hoogere prijs,
dat kan ook wel eens tegenvallen l
Zeker, dat kan tegenvallen.
En als we heelemaal niets anders wis
ten, dan zouden we heel voorzichtig die
nen te zijn. Maar er is meer:
Hebt ge er wel eens op gelet, dat var
kens juist in de laatste perioden van het
mesten het meeste voer kosten?
Ik zal dat hieronder aantoonen.
42 varkens zijn ond'er controle gemest
van 13 Juni 1923 tot 3 Maart 1924 en op
gezette tijden gewogen.
Hieronder is het resultaat in eten schets
je samengevat:
1 periode; 2 aangroei; 3 ge
bruikt droog voer; 4 K.G. voeder per
K.G. aangroei gebruikt.)
12 3 4
13 Juni-21 Juli 828 Kg. 1175 Kg. 11 Kg.
21 Juli-1 Sept. 955 Kg. 2975 Kg. 3 Kg.
1 Sept.-lOct- 767 Kg. 2550 Kg. 31 Kg.
1 Oct.-12 Nov. 1129 Kg. 4450 Kg. 4 Kg.
12 Nov.-22Dec. 1263 Kg. 5155 Kg. ruim 4
22 Dec.-2 Febr. 1040 Kg. 4815 Kg. „45
De aangroei van 2 Febr.—3 Maart is
niet opgenomen want die was zeer gering!
Mien tre-kke nu voorloopig zelf de con
clusie. jJK
Voorschotten. O. KOOY.
GEMENGD NIEUWS
Verdronken.
Donderdagnamiddag is een man bij het
zwemmen aan het Stille Strand te Scheve-
ningen verdronken.
De heer J. E. uit de Voltastraat waag
de een poging hem te redden, maar deze
mislukte.
Donderdagavond is het lijk aange»-
spoeld. Het bleek te zijn dat van den 26-ja-
rigen rijtuigpoetser bij de Ned. Spoorwe
gen J. R., uit de Falckstraat in Den Haag.
De 12-jarige T. V. uit Helmond is
bij het zwemmen in een vrij ondiepen wa
terplas op het landgoed Molenheide bij
Eindhoven verdronken.
i
Overreden.
Donderdagmiddag is nabij Barneveld
een zesjarig dochtertje van den landbou
wer R. van 't Hof, wonende onder Lun-
teren, onder een met basalt beladen wagen
geraakt en doodgereden.
Vermist.
De ongehuwde 72-jarige IJsbrand van
der Siepkamp te Steenwijk is, na Dins
dagmiddag 11 dezer zijn kosthuis verla
ten te hebben, om, als naar gewoonte, een
wandeling tö doen, daarin niet terugge
keerd. Alle nasporingen waren tot heden
tevergeefs. Vermoed wordt, dat hem een
ongeluk is overkomen.
!n een schoorsteen gevallen.
Gistermorgen- is do 6^-jarigo schoorr
steenveger J. F. v. d. W.; to Rotterdam,
in een fabrieksschoorsteen van do vet-
smelterij der firma Smilde aan do Poot-
straat van een hoogte van vier meter om->
laag gestort en heeeft daarbij een groote
wonde aan de linkerzijde v. d. schedel beko
men. In het ziekenhuis Bergweg werd hij
verbonden.
Het ongeval was hieraan te wijten, dat
v. d. W. bij het opvangen van een bezem,
welke men van een étage hooger hem toe
wierp, het evenwicht verloor.
De bankoplichting te Hoorn.
In verband met de oplichting gepleegd
met Fransche twiissete; ten nadéetle vanj
de de Noord-Hollandscho Bank en het
verzoek aan de rechtbank tot gevangenne
ming van den dader, heeft de politie een
uitgebreid onderzoek ingesteld aan het
Hoofdkantoor te Nieuwe Niedorp. Bij de
firma, die van de oplichting verdacht
wordt was de Bank voor ettelijke tonnen
geïnteresseerd.
Het onderzoek in de zaak, gisteren te
Nieuwe Niedorp ingesteld, strekte zich ook
uit tot het kantoor der firma U. en V.
aldaar.
Verzoek om gratie afgewezen. T!
H. M. de Koningin heeft afwijzend be
schikt op 'n request om gratie ven mevr.
B., lid van den raad te Gasselternijveen-
schemond, betreffende een vonnis der
rechtbank te Assen, waarbij zij wegens
ljet schrijven van laster in „Het Volk",
omtrent den rijksveldwachter S. te Gas-
selternijveen, is veroordeeld tot een maand
gevangenisstraf.
In hooger beroep was het vonnis der
rechtbank te Assen door het Hof bevestigd.
Temperament ongeschikt.
Dat niet elk temperament voor, onder
wijzer geschikt is blijkt uit het volgende
schetsje van D. te H. in het. Chr. Schoolbl.
„Onze Vacatures". Er staat boven „weten
is vergeven", waarmee niet bedoeld
zal zijn: den onderwijzer, maar het kind
vergeven:
Meester L. was een goed man, een best
onderwijzer, alleen speelde z'n drift hem
soms parten.
Keesje was een mager, stil1 joggie, die
altijd ijverig werkte. Thuis had men 't
niet breed. Meester en Keesje konden best
met elkaar opschieten.
Tot op een keer toen er sommen ge
maakt moesten worden en Keesje te wei
nig af had.
Meester zei: „Keesje je moet doorwer
ken".
Maar Keesje had aia eenige oogenblik-
ken nog niets méér af.
Toen werd Meester driftig en gaf Kees
je een draai om z'n coren.
Keesje keek meester aan. met stil verwijt
en 'n ïpachteioozen bhk in zijn oogeh. Hij
ko n n-ief. Meester merkte niets, en' daclit:
Hij wil niet.
En Keesje'sjei bleef zoo goéd als leeg.
„Na twaalven dan maar, Koes.. Doe jq
lei. maar wqg.-c,:
En Keesje deed het en zat verder stil
voor zich uit ,lq stagen
Na schooltijd was Meester L. weer ka'm.
Hij zou eens met den jongen praten. An
ders was hij toch niet zoo.
„Zeg Kees, hoe komt dat nou?"
Keesje zweeg, alleen trilde *z'n lip ver
raderlijk.
„Kon je de sommen niet, Kees?"
Keesje zweeg, maar over z'n wang rolde
een traan.
„Of was je misschien lui, Kees?"
Toen kwam het antwoord, hortend, sloo-
tend, snikkend.
„Nee, meester, ik heb vanochtend geen
boterham gehad en 'k Iieh zoo'n honger!"
Meester draaide zacli om
En schaamde zich, naar de lezer hoopt.
|Wök^^^Tbbelho^]e.
Beste jongens en meisjes.
Onder de briefjes die ik ditmial kreeg
was er één, dat levens eeii afscheids
briefje was.
„Do eerste" te Leimuiden is nu langza
merhand dé kinderschoenen ontwassen
daarom vond ze 't beter, nu afscheid lo
nemen. Ze verzocht me haar groeten over
te brengen aan alle neefjes ren nichtjes
wat ik gaarne doe. Wij hopen dat het
haar wel mag gaan, dat God de Heere
haar rijkelijk mag zegenen en ook dat- zo
ons hoekje niét zal vergeten.
Haar wenseh dat oen ander haar plaats
mocht innemen' is al dadelijk vervuld. Een
nieuwe deelnemer meldde zich aan en
een ander die vroeger meedeed, keerde
terug, wat ik natuurlijk erg prettig vind.
Ik hoop dat meerderen dit voorbeeld
zullen volgen.
„Eekhoorntje" Leiden. Dat is wel
leuk zeg, met die kippenfamilie. Wat aar
dig dat zoo'n hen zoo precies haar eigen
kiekens kent.
„Scholier" Leiden. Je bent zeker
ook wel druk met de kuikentjes in de
weer. Wat prettig, dat alles zoo goed ge
gaan is.
„Vaders J o n g st e" Leiden. Wel be
dankt voor do raadsels die ik nog weieens
hoop te gebruiken.
„Poppen'moeder tj o" Leiden, ^t Is
nu dus aanpakken.. Ja, zoo gaat het nu
eenmaal. Maar straks komt weer de va-
cantie.
„Zange r e s j e" Leiden. En is het mot
de lessen nog in orde gekomen? Ik be
greep niet goed wat je schreef over die
spclclaasjes.
„W i 1 cl e B o b" Leiden. Ja, liet zal nog
wel eenige wekeni duren. Zoo, zoo is de
kleine generaal aan het feestvieren.
„S n o e u w w i t j e" Lisse. En is do
tocht naar zee nog doorgegaan Woens
dag? Neen, dat was niet prettig voor jc
vader. Wa6 daar niets aan te doen?
„B. r c i s t e r t j e" Lisse. Neen hoor,
Tante is niet ziek. Maar ze gebruikt nu
eerst de ingezonden raadsels anders duurt
het zoo lang eer ieder een beurt krijgt.
„Bosckviooltje" Lisse. Jullie vond
„zpo'n tractatie zeker wel prettig is 'l niet
Kwam de Inspecteur op bezoek of een
schoolopziener?
„W a t e r 1 e 1 i e" Lisse. Het schijnt wel
een groot orgel te zijn, maar of het nu
zoo groot is, betwijfel ik toch wel een
beetje. Maar weten doe ik het ook niet.
„Klein D u i m p j e" Lisse. Dat was
zeker wel een prettig, tochtje. Ik had best
mee gewild. Is het lang rijden naar zee?
„D e Minste" Hazerswoude. Hartelijk
welkom hoor, in ons clubje. Je noemt je
zelf de minste, maar de minste in bet
schrijven ben je niet. Hoe is je werkelijke
naam?
„Handwerkstertje" Leiden'. Na
tuurlijk mag je weer meedoen. Hoe meer
en vaker je schrijft, hoe liever ik het heb.
„Jan. van Schaffels ar" Leiden»
Ja 't is heerlijk weer geweest de laatste
dagen. Die onderwijzer heb ik weieens
ontmoet.
„De eer st e" Leimuiden. Het spijt me
dat je niet meer mee kunt doen, maar je
hebt toch wel gelijk. Hartelijk dank voor
je goecle wenschen. Moge God j» op je
verderen levensweg zegenen. Ook de
groeten van Tante.
„Wilde Hein" Leiden. Ik ben vroe
ger ook nog een poosje soldaat geweest
en was teen ook een paar dagen in dat
kamp. Er is ruimte genoeg.
„Junior". Neen. heksluiter was je niet
Maar veel scheelde het toch- niet. Ja> 't
is heerlijk zomerweer.
„Theeroosj e" Leiden. We zullen
waar hopen dat we nog heel wat mooie
dagen krijgen, 't Is gauw genoeg weer
winter.
„Tip Top" Leiderdorp. Dat gebeurt
weieens een enkele maal meer. Miaar 't
zit dan ook niet alleen in do lengte. Je
was zeker al vroeg opgestaan.
„Robinson" Leider.. Ja, 't is weieens
gemakkelijk zoo. Maar er moet toch vaa-k
wat aan geschaafd worden.
„B1 o rid i n e" Koudekerk. Dat was nog
eens kort maar zakelijk. Toch beter
een kort briefje dan gcon brieffje,
denk ik altijd.
„De kleinste" Koudekerk. Gelukkig
dat je nu weer zoowat beter bent. Harte
lijk gelukgewenseht hooT. Maar kalmpjes
aan, voorloopig.
„A n j e 1 i e r" Hazerswoude. Wel wel.
wat oen kuikentjesfamilie is dat. 't Zal
wel een echt aardig gezicht zijn.
De oplossing van de vorige raadsels is:
I. Loof den Heer en ver
geet geene van Zijne wel-
daden.
Ondérdeelan: Loth, wijn, Hanna, vij
gen, Lena, efodb Og, vader, el, zeven,
eere, dc, veer.
II. Na een en twintig
J u n i, w o r d e n de dag en
w er ko t el
Onderdeélen: Treinen, Leiden, wekker,
agent, Juni, Italië, gort., wand, Woerden.
Hier volgen riü Weer dé' nieuwe raadsels.
Er zijri bij dé ingezonden raadsels -scrii-
inigo die nogal ingrijpend moeten werden
veranderd.3'Een enkele uitgezonderd hoopt
Tante zo echter allemaal persklaar te
maken.
I. Vcor ds Groot e ren.
Mijn geheel bestaat uit 52 letters.
Dc 52 38 43 41 31 i's het 40 12 11 7 S7
Qods.
4 22 44 3 48 en 17 44 49 51 6 25 6 zijl
bijbelboeken.
47 5 1 41 11 34 wac eer. richter.
37 12 10 24 6 was oen leider van het
volk.
werd bespied en door de 23 46 2G
35 21 t 2 39 ingenomen.
Een 14 8 42 is een afstand.
13 S 31 is een. rivier.
Een 50 20 30 19 is oen lichaamsdeel.
Een 29 28 33 36 is een gedeelte van een
jaar.
Prof. Kuyper bezocht in Zuid-Afrika de
7 15 16 18 9.
45 is een n.edekli iker.
Boeren 37 20 32 smaakt lekker.
Ingez. door „Eekhoorntje-"
II. Voor de kleineren.
Mijn geheel "bestaat uit 22 letters.
Een 22 IS 9 22 vindt ge in ieder huis.
Een 19 14- 22 is aan een schoen.
2 10 3 8 oen meisjesnaam.
15 9 12 het- geluid van een beest.
Een 13 17 18 is aan een deur.
Een 16 21 8 22 stroomt.
Een 7 5 14 4 heeft meestal meer dan
e-en kleur.
Een 11 6 17 1 gebruikt men om te bin
den.
Ingez. door 1 Hazcrawqudft
III.
Ik ben droog ik ben nat
i Ik ben heet ook wel koud
En mijn kleed is me eet zwart
En ook wel blinkend als goud.
Ik bemin de muziek,
Zoowel daags als bij nacht
En des morgens reeds vroeg hoor dan
zing ik reeds zacht
Ik bewoon het paleis,
Maar versmaad niet de hut
Voor de keuken en koks
- Ben 'lc steeds tot groot nut.
Ingez. door „Sneeuwwitje".
Vele hartelijke groeten van
Oom FELIX.
DE VACANTIE OP HEIDEHEUVEL.
r HOOFDSTUK III.
1 Do eerste indruk was al dadelijk niet
onprettig.
Tot hunne groote verwondering zagen
de vermoeide reizigers dat de koffie klaar
stond en dat ze, toen een mand mot brood
jes en wat verder voor de koffietafel noo
dig was, was uitgepakt, zoo aan tafel kon
den gaan.
Dat was egn Aangenagi® verrassing.
Vader en Moeder begrepen er niets van.T
Het raadsel werd echter spoedig opge-fj
lost, toen na een bescheiden tikje op dol
deur een dame binnen kwam.
Het bleek Mevr. van Maren te zijn diej
met haar man en hare twee jongens denl
andereu vleugel van het gebouw bewoonde, f
Mevrouw was ziekelijk geweest en moest
naarom naar bulten en daar mijnheer veel'
in het .buitenland reisde was het voor hem
weinig bezwaarlijk dat zijn gezin den zo-;
mier buiten doorbracht.
Daar ze idechts een klein deel van he tl
huis noodig hadden, waren ze blij dat c-en;
gedeelte eenigen tijd bewoond werd. Me-;
vrouw hoopte op die wijze wat gezellig-;
beid te krijgen en zij was 't ook, die ge--
zorgd had dat de koffie gereed stond.
Na een korte kennismaking ging MeV
vrouw van Manen weer maar huis terug,'
nadat afgesproken was, dat de familie'
's avonds bij haar thee zou komen drin
ken.
Toen de eerste maaltijd afgeloopen was,1
en Vader en Moeder door Stans geholpen
het huis wat op orde gingen maken kre
gen Gor en Piet verlof om Wat Tond te.
dwalen en zich alvast een weinig te oriën-
teeren.
Gevaarlijk, had Mevrouw gezegd, was
bet hier ndet. Vaarten en slooten waren
hier onbekend. Alleen was het zaak niet
dadelijk al te ver van huis te gaan, daar
•liet dan wel eens moeilijk zou kunnen zijn
den terugweg te vinden.
Nu, dat beloofden de jongens.
Ze zonden heusch n:et vei gaan vooral
omdat straks de buurjongens die een fiets
tocht maakten weer thute wuWacht wer
den en ze verlangden met hen kenm's te
maken.
Ze zouden beginnen met op een beer-;
derijtje in de buurt wat melk te halen.
Mevrouw van Manen hal bun den weg
gewezen en gezegd, dat ze de achterdeur
moesten binnen gare.
De weg naar de boerderij was ,gauw ge
vonden.
Een smal zandpad langs een klein ko
renveld leidde maar een bootnengroep in
het midden waarvan ze een iet'wat bouw
vallig huis met rieten dak ontdekten.
Het huisje was voor een groot deel door
een hooge heg' omgeven.
Aan de voorzijde was een tuintje met
rozenstruiken eci bloeiende rhododen
drons, dio een heel prettigen indruk
maakten.
Aan den achterkant zog het er m meter
aardig uit.
In oen stal die door het plaggcnstromsel
een ver ven nelten aanb'ik bood. zagen ze
een paar koeren die niet te verge'!jk<;n wa
ren raet de mooie beesten d;e ze in de
buurt van Woerden hadden gezien.
In een varkenshok lagen een paar dik
ke krulstaarten heel op hun gemak to
knorren, een aantel kippen stan-te cr> hot
erf hoen en weer en voor het raam za! ecu
grijze kater te knïpoogcn tegen het Echt.
Verder stond er noe een soort ach nu ':e
dat later em st-ookhut Keek te z'te en
woonkamer tc-vuis en daarnaast ren k'e n
'gebouwtje, waarvan ze dg bestemming
niet kenden.
Teen de jongens even hadden rondreke-
ken besloten zomaar eens aan te -belten.
Maar hoe zo ook zochten, oen Éel .A-as
•riergens te vinden.
Dan maar eens k'oppen meende Pet,
maar dat gaf geen resultaat.'
Na oenig aarzelen besloten zo do stouto
schcenen aan te trekken en gingen ze het
portaaltje in,_ vanwaar ze naar binnen
konden zien.
Ér slond een tafel, een paar stoelen, ^en
kastj\ waarop een groote liarmon'cn, tor-
wij' de wand versierd was inot oen raai
Bijbe'scho platen, oen borduurlap achter
glas en een groot portret van een soldaat
die met getrokken sabel op een paard zat.
Maar ze hoerden niets en zagen rie
mand.
Een gvk geval vonden de jongens, d-e
er nog maar eens lust'g op los klopten.
Dat scheen te helpen.
Er hwam teimrnsfe be weg'mg ach. ter
ren gerdijn aan den wand en dadel'jk
daarop werd een grijs hoofd zichtbaar
welks eigenaar naar de jongens begrepen
zich te bed bevond.
Wat moeten juTio hiei? vreóg dc lo
een beetje barsch.
Wo wilden graag wat melk hel >n,
mijnheer, zei Piet. die als woordvoerder
optrad.
Een nvjnheer ben ik niet. was h'e' r'te-
woord. Ik ben een boor, boer Vliem. En
als je dorst hebt, ga je maar naar do
pomp.
Cor maakte hem echter duide'.'jk, dat
hij voor Moeder melk kwam koopem.
Zoo, wou jc melk koopem. Dat s wat
anders. Maar dan meet je liter niet we
zen. Ga dan maar naar Be'ncutjen, dio
•zal je wel helpen.
Wie dat is?"Wel nvn schoondochter na-'
tuurlijk. Maar wacht, ik zal je avc! hel
pen.
Do oude man die hulpbehoeven.1 bleek
te zijn greep een touw, gaf er een stovigom
ruk aan, en bracht zoo een Dollet jo in do
stookhui, waar Reynoutjc zich ophield, in
beweging.
Onmiddellijk daarop kwam een jongo
Gelderscho boerin to voorschijn.
Ja, aan melk kon zc hun wel he pen.
Zo waren zeker do jongens van Heideheu
vel? Nu, dan behoefden zo niet terug lo
komen want ze kwam toch eiken dag met
molk bij Mevrouw van Ma nou.
Do jongo boerin bleek ecu spraakzame
vrouw, waarmee de jongens spoed-g op
hun gemak, waren.
Ze verleldo van haar meun, dio nu nog
in 't veld was, van haar fichoonvader dio
'gedeeltelijk verlamd was en van de fami
lie van Manen met wie zo 't zoo bost kon
vinden. i
't Mooiste voor do jongens was, duf zo1,
voor ze naar huis gingen op pruimen go-,
tracteerd werden.
Dat was nog eens pruimen-eten.
Zo kregen niet -een paar, maar do boor ai
nam een lange haak en schudde nan den.
boom, zoodat oen r o er en van pruimen or/
de jongens neerdaalde. 3
Ik kan niet meer, verklaarde Cor na
een poosje. En Piet zei 't hem na. i
(Wordt vervolgd).