Aan het einde der Week
De afgeloopen week is een week geweest
van historische bcteekenis. In de eerste
plaats voor Frankrijk, doch daarna voor
geheel Europa, want de draagwijdte de
zer gebeurtenissen reikt verder dan één
land.
De president- der Fra-nische republiek,
Mi 11 er and, wiens positie meer en
meer onhoudbaar werd, is ten slotte tot
aftreden gedwongen.
De stemming in Frankrijk werd in het
begin der week hoe langer hoe zenuwach
tiger, en zelfs deden geruchten de ronde
van een Staatsgreep, georganiseerd door
liet Elysée.
Er heeft inderdaad een staatsgreep
plaats gehad, maar dan eene, die gericht
was tegen het Elysée. Het was een on
rechtmatige daad van de nieuwe meerder
heid in de Fransche Kamer, den president
tot heengaan te dwingen.
Een ,daad, die tegen de grondwet inging,
want de grondwet heeft, in het belang
des lands voor de noodige vastheid en
continuïteit bepaald, dat de presidentieel©
maelit zeven jaar zou worden gehand
haafd, vrij van politieke schommelingen.
En Millerand had niets inconstitutio
neels gedaan; hij had uit de verkiezingen
van 11 Mei de zuiver parlementaire conse
quenties getrokken en. aan den leider der
nieuwe meerderheid de vorming van een
kabinet opgedragen.
Doch de linkerzijde, bestaande uit radi
calen en socialisten, had zich nu eenmaal
in het hoofd gezet: die gehate man moet
van het Elysée verdwijnen.
En de communisten hadden nog een ap
peltje met hem te schillen, omdat hij in
'20 een invasie van Sovjet-Rusland in Po
len had weten te verhinderen en dus tegen
gehouden ,dat nog een land meer in de
zegeningen van het communisme zou dee-
len.
En zij hebben hun zin gehad; Millerand
meest wijken.
Ook doordat de Senaat zich niet tegen
dit. streven durfde verzetten.
Doch we hebben hier wel te doen met
een ernstig symptoom van de verwording
van het volksleven.
Kaar recht wordt niet meer gevraagd.
De willekeur, hier van een persoon, daar
van een groep, regeert.
Macht gaat boven recht.
Hoe kan het ook anders, waar men niet
meer weten wil van die gerechtigheid, die
een volk verhoogt en nu tot zijn eigen
schade en schande ervaart, dat de zonde
een schandvlek xler natiën is. In 't bij
zonder in een land alsFrankrijk is deze
gang van zaken niet te verwonderen, het
land-, dat de bakermat is der groote revo
lutie en. vanwaar pit deze in de andere
landen der wereld haar intrede heeft ge
daan.
Waar men het eerst het woord Gods
heeft op zijde gezet en er de „Rede" voor
in de plaats gesteld.
Met het gevolg, -dat alle vastheid ver
dween en het oudé woord: „zekerlijk, de
fundamenten worden omgestooten", be
waarheid.
Hoe gelukkig het land, waar nog een
kern is, die vasthoudt aan Gods ordinan
tiën, en waar bij de velen, die de regee-
ring vloeken, er ook nog velen zijn, die
voor haar bidden.
Men heeft weleens gezegd, dat landen
als Frankrijk stonden aan de spits van
den vooruitgang, en dat wij hier in Hol
land achterlijk zijn, omdat we nog vast
houden aan de groote tegensteling van
geloof en ongeloof als niet slechts ons
persoonlijk, doch ook het Staatkundig le
ven beheerschend.
Doch voor wie dieper ziet, zijn wij die
andere landen, die dat niet zien, vooruit.
Wij zijn ons meer bewust van de conse
quenties, die ons geloof meebrengt.
En dat wij dat zijn, danken wij aan de
greote mannen, die God ons gegeven
heeft, aan het driemanschap: Schaepman,
Jvuyper en Lohman.
De laatste, Jhr. A. F. de Savornin
Loliman, is de afgeloopen week van ons
heengegaan, op hoogen leeftijd.
Lang had dc slag gedreigd, «n nu viel
jij, nog onverwacht.
Hij was een groote in Israël en ons
Christenvolk eert hem en houdt hem in
dankbaro herinnering als oen van de drie
mannen die het hebben uitgeleid uit het
diensthuis van de mannen der revolutie.
Die voor zijn recht hebben gestreden.
Juist Lobman was een man, die den
-itrijd van het Christelijk volksdeel in de
Eerste plaats zag als een r e ch test rijd1.
En God heeft hem gegeven, de overwin
ning van het recht te mogen beleven.
-Cicero's Brieven als geschiedbron.
ïii.
Het schrijven van brieven stelt bijzon
dere eischcn.
Er zijn menschen ,die door hun tempe
rament daar beter toe geschikt zijn dan
anderen.
Mcnschen, bij wie de indrukken der bui
tenwereld slechts langzaam binnendrin
gen, en die de dingen nauwkeurig over-
Nwegen, vóór zij ze neerschrijven, zijn
meer geschikt tot het schrijven van „mé
moires" dan van brieven.
Wetenschappelijke menschen schrijven
gewoonlijk geregeld en volgens een be
paald plan, doch dToog en zonder vuur.
Wie aanleg voor redcneereiu hebben,
spinl^n hun gedachten uit enJ schakelen
ze aan elkaar, de eene aan de andere, ter-
,wijl voor het schrijven van brieven veel
eer noodig is, met lichte overgangen over
le springen op een ander onderwerp, en
de stof te verlaten, voor ze geheel uitge
put is.
Ten slotte, zij die door één groote idéé
beheerscht worden, die geheel hun leven
ten denken vervuld, zijn alleen welspre
kend, wanneer zij daarvan spreken.
Om te allen tijde en bij alle onderwer
pen aangenaam leesbaar te zijn, is noo
dig een levendige verbeeldingskracht, die
zich laat mcesleepen door de indrukken
van heb ©ogenblik, en voortseen tikje
behaagzucht. Want in een brief moet men
zich geven;, en moet men zich ook niet
van den leelijksten kant laten zien aan 't
publiek of aan den persoon, aan wien! men
schrijft.
In dit verband is wel eens de opmer
king gemaakt, dat hier de verklaring ligt
van het feit, dat in dit litterair genre, heb
schrijven van brieven, de vrouwen de
mannen vooruit zijn. Want een' beetje
ijdelheid en coquetterie ligt meer in de
vrouwelijke dan in de mannelijke psyche.
Wel niemand heeft deze eigenschappen,
die noodig zijn om als briefschrijver uit
te blinken, in meerdere mate bezeten dan
Cicero.
Die onverzadelijke ijdelheid, die beweeg
lijkheidi van geest, die gemakkelijkheid, zich
door de gebeurtenissen te laten ipeeslee-
pen eni beheerschen, men! vindt ze in heel
zijn leven en in al zijn werken.
Ook in zijn redevoeringen. DaaT staan
wel gemeenplaatsen in, er is pathos, dat
ons koud laat, er is wel eens iet-s gekun
stelds in, doch één ding is er, dat altjjd
frisch en nieuw blijft, en dat zijn z'n ver
halen en z'n portretten.
Ge ziet de menschen voor uw oogen,
wanneer Cicero ze beschrijft, ge ziet ze
en ge vergeet ze nooit weer.
We denken b.v. aan het pleidooi van
Cicero voor zijn vriend Caelius.
Hoe laat hij ons 'daarin zien,, en nog
meer vermoeden, -wanneer hij slechts met
„halve woorden" spreekt, het leven! van
de aanzienlijke Romeinsche jeugd zijner
dagen met haar miiinarijen en intrigues
in de mondaine badplaats Baiae, van wei-
kien kring de beruchte Clodia het middel
punt vormde.
Deze zelfde eigenschappen als in de re
devoeringen van Cicero vinden we ook in
zijn brieven. Hier in nog sterkere mate,
omdat hij zich meer gaan laat. Wanneer
hij schrijft aan een van zijn vrienden,
overweegt hij niet zoo lang als wanneer
hij moet spreken tot 'het volk. Hij geeft
zijn eersten indruk, en hij werpt dien neer
op het papier, zonder er verder bij te
denken.
Een van zijn correspondenten, die zijn
woorden bij bliksemen Jiad vergeleken,
meenende hem daardoor een genoegen te
doen, moest het volgende van hem hoo-
ren
„Wat denkt ge dan van mijn brieven?
"Vindt gij niet, dat ik u schrijf met den
stijl van iedereen? Men moet niet altijd
denzelfden toon bewaren. Een brief kan
niet' gelijken, op een pleidooi of op een
politieke redevoeringMen bedient
zich daarvoor van de uitdrukkingen van
allen dag."
Cicero zou er ook geen tijd voor gehad
liebbeni, wanneer hij aan den stijl van zijn
brieven speciale zorg had willen beste-,
den.
Want hij had zooveel te schrijven om
iedereen tevreden te stellen 1 Zijn vriend
Atticus alleen ontving er soms drie op
één dag. Hij schreef ze dan ook, waar en
wanneer hij maar gelegenheid had: ge
durende de zittingen van den' Senaat, in
zijn tuin, op de wandeling, op reis.
't Gebeurde soms wel dat hij ze in de
eetzaal, tusschen twee „gangen" door, aan
zijn secretarissen dicteerde.
En wanneer hij ze zelf schreef, nam hij
niét- meer tijd om na te denken. „Ik neem,
schrijft hij aan zijn broer, de eerste pen,
die ik vind, en ik bedien mij er van, als
zij bruikbaar is."
Het was dan ook niet altijd even ge
makkelijk te ontcijferen, wa/t hij geschre
ven had.
Beklaagt men zich darover, dan zijn er
redenen genoeg om dat te verontschuldi-
gen.
Het zit 'm b.v. in de boodschappers zij
ner vrienden, die niet wachten willen.
„Zij komen, zegt hij ergens, geheel ge
reed om te vertrekken, met hun reishoeden
op; zij zeggen dat hun kameraden hen
aan de deur wachten."
Om ze niet al te lang op te houden! moest-
hij alzoo maar op goed geluk af op het
papier werpen, wat hem in den geest
kwam.
En wij zijn die ongeduldige vrienden! en
die boodschappers, die zoo gepasseerd
zijn, dankbaar, dat ze Cicero niet den tijd
hebben gelaten van zijn brieven meester
stukken van welsprekendheid te maken1.
Want nu krijgen we den eersten indruk,
die veelal de juiste is en is het ons, of we
de gebeurtenissen uit die veelbewogen' da
gen zelf meemaken.
De briefwisseling van Cicero doet ons
hemzelven kennen', geheel zooals hij is,
met zijn deugden en' gebreken, doch ook
zijn tijdgenooten!
Zijn brieven zijn vol van allerlei be
langwekkende bijzonderheden betreffende
de personen, die met hern in zakelijke of
vriendschapsbetrekkingen, stonden. Dat
waren de beroemdste persoonlijkheden-
van dien! tijd, die een rol hebben gespeeld
in de omwenteling, die een eind maakte
aan de Romeinsche republiek.
In dit verband is het opmerkelijk^ dat
een minder goede eigenschap van Cicero
groote diensten heeft bewezen aan de na
komelingschap.
Kernen we b.v. den strengen Stoïeyn
C'ato; in diens correspondentie ontbreken
brieven van de meesben zijner tijdgenoo
ten; alleen degenen, met wie hij sympa
thiseerde, stondeni met hem in briefwisse
ling. En dat waren er niet -zoo velen!
Met Cicero is dit anders. Hij was veel
handelbaarder en stond met menschen
van allerlei soort in betrekking.
Hij behoorde min of meer tot alle par
tijen. Dat is een fout voor een politicus,
maar een fout, waarvan wij profiteeren,
want daardoor komt het-, dat alle partijen
in zijn brief wisseling zijn vertegenwoor
digd.
Hij stond soms zelfs wel in betrekking
met de slechte burgers, lieden', die hij
in andere perioden van zijn leven het hef
tigst heeft bestreden, i ij.vi
i Asthma, Bronchitis
of andere ziekten der adémha-
lings organen kunnen Uw leven
vergallen. Voor de prikkelende
hoestbuien die U s nachts uit den
slaap houden is er één beproefd
middel: AKKER'. J
b Abdijsiroop s
Zoo vinden wij in Cicero's brieven de
herinnering aan alle belangrijke persoon
lijkheden' van zijn tijd. We maken' kennis
met- allerlei intieme bijzonderheden be
treffende hun leven, hun meeniiigen, hun
gewoonten, hun karakter.
En t is ons, of de afstand van tijd, die
ons van hen scheidt-, in 't niet zinkt-, en
we met eigen oogen de Romeinsche maat
schappij van die dagen aanschouwen.
BINMEKLAaiD
i 'n Vliegveld te "s-Gravenhligfc?
i Naar gemeld -wordt, zijn. met jnedewer-
iking van de K. v. K. (besprekingen bij het
gemeentebestuur aangevangen in zake de
Inrichting van een: vliegveld te 's-Gra-
iv-anhage. Als meest geschikte plaats, ook
met het oog op bodemgesteldheid, en
jcommimicatiemli'ddelen, wordt genoemd
een terrein 'tusschenRijswlijk en DeC'ft in
de nabijheid van de Hoornbrug.
Regeling van hel aule-busverkeer.
- Gisteren ós ten stadhuize te Haarlem
fOen conferentie" gehouden van burgemees
ters der gemeenten Alkmaar, Ben nebroek,
^Beverwijk, Bloemen-daal, iCastricnm,
jHaarlem, Haarlemmeri-iede c.a., Haar
lemmermeer, Heemskerk, Heiloo, Hille-
igom, Limmen, Li'ss-e, Noordwi'jk, Noord-'
uvi-j-kerhout, Schoten, Vel sen en Zabd-
voort. Voorzitter was de burgemees'k'lr
ivan Haarlem, i
Algemeen was men van oordeel, dat in
afwachting "van een wettelijke regeling,
maatrégelen moesten worden getroffen om
uitwassen van het -auiohusverkeer tegen
fte gaan. Beslotc-n werd zooveel mogelijk
uniforme regelingen in de verschillende
gemeenten te maken. Daarvoor werd een
commissie benoemd, bestaande uit de bur
gemeesters van Haarlem, Alkmaar, Vel-
.sen, Haarlemmermeer en Noord-wijk, -die
binnen enkele dagen haar werkzaamheden
,zal aanvangen en spoedig met voorstellen
•zal komen.
Hel mond- en Uauv/zsVr.
Op uitnoodiging van den minister van
hinnenlanidsche zaken en landbouw zullen
zooals reedis gemeld, de hoogleera-
xen Frosch en Dahruer». uit Ber
lijn Maandag 16 'Juni a.s. een voor
dracht houden over "den door ben ontdek
ten verwekker van het mond- en klauw
zeer.
Tot bijwoning van de voordracht, wel
ke in het Jaarbeursgebouw to Utrecht, zal
worden gehouden, en die door den minis
ter zal worden bijgewoond, zijn v er-schei-
(dene Kamerleden en landbouwaulori'tea-
ten uitgenoodigd.
Een zender! in-ga hisltorid
De vorige maand is door liét Hof van
'Justitie te Semarau'g tot anderhalf jaar
gevangenisstraf veroordeeld een ambte
naar bij de Algemeene Politie aldaar, 'die'
'terech ts t'ond we'gensl verdu 's tering.
Do „Java Bode" herinnert or -nu aan,
dat deze bekl. dezelfde is, die in 1916 ad-
mi, nistrateur wa.s Van het pandhuis Ba-
lan'g bij Ma-dioen en toen wegens fraude,
diefstal en brandstichting. Veroordeeld is
tot vijf -jaren gevangenisstraf. Hij' bad er
wel voorgèzorgd', dat hij !de-n brand zijn
-eigen boeltje 'tijdig kon uitgedragen wor
den. maar -voor ongeveer 'ze-Ven ton aan
goederen ging dn vlammen op.
In do gevangenis paste de man- 'zóó voor
beeldig op, dat het Reclasseeringsbureau
zic'h zijn lot aantrok, hij Gouverneur-Ge
neraal Van Limburg Stimm vermindering
van straf verkreeg en hem aan een haan
tje Ihielp, n.l.chef van de comptahi-
teit aan het Semaratmgsche poli tie-corps.
Het resultaat Volgde automati'sch: de
ex-fraudeur en dief fraudeerde en stal op
nieuw en raakte weer dn de gevangenis.
Hij is thans Voor anderhalf jaar opgebor
gen.
Het spreekt Van'zelf, zegt het blad, dat
de ima-n na ontslag uit de gevangenis weer
zal worden voorgedragen voor een verant
woordelijken postmisschien wel die
van directeur van financiën!
Herziening der Tariefwet.
Naar de T e 1 e g r. meldt, zal lieden bij
■de Tweede Kamer worden ingediend een
/wetsontwerp tot herziening van de T.arie'f-
fwett. 'welk ontwerp eien omvang beeft, als
in den.laat.slen tlij-d ongekend is. Hét moet
(in de bedoeling nggen, dit ontwerp, eyetn-
als dat in zake Credi et verleening aan de
Handë^skamer, nog voor het ztomerrecos
af te doen, dat men rekende in te gaan itn
begin Juli.
De behandeling Van het Ontwerp tolt
her"z:ening der Indische staatsinrichting,
•dat ook nog voor het recès zou worden
efgedaan, zou dan naar het najaar moe
ten worden verschoven.
DE AARDAPPEL.
De aardappels hebben weer gebloeid en
in dien oogst-, die volgt-, heeft iedereen be
langstelling.
Als iedere andere plant-, zoo lezen wij in
do Telg r., heeft ook do aardappel hare
geschiedenis en die is interessant genoeg,
om even. na te gaan.
Het vaderland is Zuid-Amcrika; «de
knollen weiden reeds door Columbus op
het eiland Cuba gegeten. In 1565 werd hij
door den slavenhandelaar John Hawkena
naar Ierland overgebracht, zonder echter
verder verspreid te worden.
Twintig jaren later werd hij ala een
nieuwigheid door Francis Drake in Enge
land ingevoerd, die eenige knollen uit
deelde met. de opmerking, dat dit gewas
wellicht ruimere verspreiding verdiende.
De knollen werden met do noodige zorg
aan dten' schoot der aarde toevertrouwd en
groeiden!, dat het e-en lust was. Zij bloei
den ook, brachten bosvruchten (z.g. kra
len) voort en dezo werden geoogst voor
aa-rdappelknollen!.
In boter gebakken en met allerlei lek
kers befetrooid, kwamen' ze op tafel, maar
het oordeel der gasten, speciaal voor 't
aa-rdappeldiner uitgemoodig-d, was verre
van gunstig. Dat was geen volks voedsel,
zeide men; voor varkens nog te slecht!..
Maar zie, het aardappelloof werd op
den akker verbrand en terwijl de eigenaar
liier naar stond te kijken, zag hij hier en
daar half gepofte knollen liggen!, die zijn
aandacht trokken.. Een er van werd aan
een onderzoek onderworpen, doorgebroken
en natuurlijk geproefd en de smaak liet
weinig te wenschén! over.
Populair was de aardappel door dit toe
val echter nog niet geworden.
In 1589 kwam hij in handen van prof.
Clusius, te Leiden, en vond op Ne
derlands bodem een goed plaatsje. Het
planten beperkte zich tot enkele tuinen,
want het volk wilde nog niets van dezen
uitmuntenden' knol weten.
Na den hongersnood in 1716 werd door
de Fransche regeering eene hoog© premie
uitgeloofd op do ontdekking van een
nieuw voedingsmiddel, dat het koren', zoo
noodig, vervangen kon.
Een apotheker, Parmentier, vestig
de de aandacht op den aardappel, en
vijftig morgens land kreeg hij te zijner
beschikking om een proef te nemen. De
planten groeiden uitstekend, gaven een
flink beschot, maar liet volk bedankte er
voor de knollen te eten
Parmentier kende zijn Pappenheimers!
Hij liet door trompetgeschal verkondigen,
dat, wio het wagen durfde, om aardappe
len- te_ stelen, gerechtelijk vervolgd zou
worden', terwijl oen strenge straf zou vol
gen. En daar gingen de gestolen aardap
pels hoor! Bij nacht en ontij ging de be
volking op aardappelroof uit eni het
spreekt vanzelf, dat de bewakers één oog
dicht knepen en' met- het andere niets za
gen.
Parmentier had het nieuwe voedings
middel gevonden en te Montmidier staat
een standbeeld, dat zijn naam vereeuwigt.
DuitscbJand nam geen listen, maar sol
daten te baat oni do boeren te gela-sten,
zich meer niet den aardappelteelt te be
moeien. Dit gebeurde, in 1763 door Frede-
rik II.
Tn 1761 kon men in het Noorden van
Friesland, tusschen Tzunimarum en Fird-
gum, een veld met aardappelen zien en
•een decennium later vertrok de eerste la
ding Friesclie piepers naar Amsterdam.
In 1886 was de aardapcel in Grieken
land nog een zeldzaamheid en wel in die
mate, dat aan de Koningin, bij haar in
tocht in Athene, een aardappelbloemtros
we-rcl aangebeden-, als een symbool van.
het allerbeste, dat haar l et land kon ge-
LESDSGHE FENKKASSEM
Almicè.
Wat is het toch moeilijk om den tijd
•waarin men leeft te verstaan. Daaraan
rlaclit ik toen ik dezer dagen toevallig 'in
han'den kreeg het verslag van een recht
zetting iai een van onze pro vine tasteden,
waaraan ik het volgende ontleen:
Officier van justitie: Ik heb de
eer tegen den lie klaagde te requireeren
drie dagen hechtenis on zijn opzending
raar een Rijkswerkinrichting K'oor den
fijld van twee jaar, gelijk beklaagde ver
langd heeft.
Politierechter: Dan wordt je, be
klaagde, overeenkomstig je verl'angen, na
diiie dagen hechtenis voor 2 jaar opge
bonden naar Yeenhuizen.
Beklaagde: Dank u wel, president.
Politierechter: Volgende zaak.
Verschijnt een zeer kracht'g man van
middelbaren leeftijd.
Rechter: Je bent beklaagd van land
loop erij. Dat is boo. niet? Kun je werken?
B e kla a gd e: Ja.
Rechter: Heb je werk gezocht?
Bekh: Ja.
Rechter: En je wilt naar Veenhui-
fcen?
Bekl.: Ja, zoo lang mogelijk.
Off. -van justitie: Tegen dezen be
klaagde requireer ik hechtenis van drie
'dagen en opzending naar de RijksAverkin-
richting voor 'den tij'd van één jaar.
Rechter: Hebt u nog iéts te zeggen?
Bekl.: Dat i's niet lang genoeg. Ik wou
er zoo lang mogelijk heen.
Rechter: Het maximum iis drie jaar.
Won je dan weer voor drie jaar opgeslo
ten zijn? Bedenk je toch, man. Je kunt
'werken; aanstonds heb je spijt.
Bekl.: Toch nliet, lroe langer hoe lie
ver.
Rech ter: Ik kan je onmogelijk je zin
geven. Maar we "zullen, rekening houdend
met je verlangen, je a'eroordeelen voor
tAvee jaar. Volgende zaak.
In eentonige, eiindelooze reeks, zoo voeg
de Idie verslaggever hieraan toe, volgen do
landloopers elkaar op,, dn de grauwheid
Van 'de rechtzaal. Uiterlijk meerendeels
krachtige mannen. Aflen wilden ze naar
Veerihivizen! vroegen zoo lang mogelijk.
Ik woonde ex eenige malen een episohen
strijd hij tusschen den rechter en den
beklaagde, 'die deder vochten voor hun
doel: de beklaagde voor 'zoo'vecl mogelijk
Vrijhëid'sberooving, de president zoo wei
nig mogelijk op te léggen."
En dit 'allës "was werkelijkheid."
Wann'e'er men dergelijke dingen leest,
amice, dan vraa'gt men zich onwillekeurig
af in Avat voor een wereld avo toch leven,
en wriijft men zich van verbazing de oogen
uit.
Want di't is tocli wel een heel' merk
waardig verschijnsel, dat ons toch zeker
wel wat te zeggen 'heeft.
Men kan hier een béwijs zien dat het.
dan toch al heel droevig gesteld moet z-'j
in liet maatschappelijk loven, dat or hi'
velen een jachten is, cm toch maar, al j
het dan in Veen'huizen, onderdak te krjj
gen, vrij te dijn van zorgen, lo verkccreiï
in een plaats Avaar men zich om voedsel
en deksel niet bezorgd behoeft te maken,
En dat is tot op zekere hoogte ook'
waar.
Het leven is voor veüieh heel moeilijk)
Er begint thans gelukkig eenige keniéA
ring te komen, zocdat de werkloosheid!
aan het afnemen -is, maar dat neemt riet'1
Aveg, dat er nog heel Avat menschen zijn'1
die gaarne willen werken en die cok
Avel k u n n e n arbeliden, maar die met
geen mogelijkheid Averk kunnen vinden, i
Daarmee is eclitcr bet vraagstuk daf
hierbo'ven is aangeduid niet opgelost. i
Want evenals het waar ds dat demand
alles Avat hij heeft zal ge\'en voor zijn
leven, is het ook waar, dat de vrijheid
nog al'tijd als- een onwaardeerbaar goed
wordt beschouwd. Zij dib in slalverniij'
leefden, hebben alles opgeofferd om dé
vrijheid te verkrijgen. Liever armoc-de en'
ontberingen en de vrijheid, dan een lever
Kran gemak en betrekkelijke Aveelde im
'dien daarmee de opoffering \ran de vri'j-
beid gepaard gaat.
De zucht naar vrijheid is den me-nsctf
(ingeschapen.
En wanneer we dan zien hoe er is cenl
bed'elen_ om ingerekend te worden en naarj
Veienhuizen te Avorden opgezonden; dat eri
Velen zijn die liever in gevangenschap l-o-,
ven dan in vrijheid te strijden voo-r huff
bestaan en 'zichzelf een positie te verc-'e-:
ren, dan 'blijkt daaruit dat er toch iets dei
cadents is, dn dezen tijd. Dat het Verant-J
Woordélijkhei'dsgevoel verslapt en dat do
Veerkracht heeft plaats gemaakt, voor een
Ziekelijke lamlendigheid en onverschillig
heid.
Dat is, zegt men, een gevolg van de om
standigheden. Maar het wil mij voorko
men amice, dat deze opvatting toch niét
geheel juist 'is. Ik ontken ni'et, dat de om-
'standiighe'den zwaar kunnen drukken en
'dat de moeiten en zorgen van het leven]
soms zoo groot kunnen worden dat. iemand-
lichamelijk en geestelijk geknakt- Avordt,
'zoodat all'e eergevoel en wilskracht ver
dwijnt, maar dat zal toch een hooge uit-'
'zondering blijven.
We hebben hier mi. veelmeer te doen
met invloeden van .geestelijken en zede-
lijken aard. Den menschen wordt in on
ze dagen altijd weer gepred:kt dat zij
niet Voor zichzelf hebben te zorgen, maar
dat. ze in de allereerste plaats op de ge
meenschap hebben te leunen, die verplicht
is, voor hun onderhoud zorg te dragen.
Het: help u zelf, zoo helpt u God, wordt
Vergeten. G-cd Avordt losgelaten, aan Gods
hulp en bescherming heeft men geen be
hoefte en tegelijkertijd verslapt ook de
'prikkel van het self-help. De pit gaat er
'uit. Het schaamtegevoel gaat verloren.
Natuurlijk niet bij allen en inzender-
he'd iiPet hij hen diio hij Gods Woord
Avcnschen te leven, maar toch Avrl bij ve
len.
Tegelijkertijd komt ook de- vraag o\
amice,, of 'het anet ons gevangeniswozei
toch eigenlijk wel den goeden kant ol
gaat. Er is veel geklaagd de laatste ja]
ren over het. strafstelsel, Avaaraan grov
fo.uten heetten le kleven en misschien wa-i|
ren die kl'achten Avel in hoofdzaak juist.
Maar men moet nu ook aan den ande
ren kant Aveer niet overdrijven. Onlangs
Vertelde mij een gevangenbewaarder, dat
aan de LehandOÜing van de gevangenen
zeer veel zorg Avordt besteed. Het A'oedsel
'js uitstekend, en voor ontspanning wordt
tloór het bezorgen van boek-m en tijd
schriften de noodige zorg ge'dragen. Het
zijn vaak meer verpleegden dan
ven genen.
Nu is het volkomen waar dat een ge-
vengene ook een menscli is en dat hij eb
op een menschelijke behandeling aan
spraak mag maken, maar als. het nu -zoi
woTdt, dat hét begrip -straf geheel en al
op den achtergrond -geraakt, dan geloof ik
toch dat we op den verkeerden weg zijn en
dat onze samenleving daarvan zeker* d(
wrange vruchten zal plukken.
En nu nog iets A-an geaeel ar-deren
aard. In onze Nieuwe Lèï-dsche zag ik. da
a.s. Maandag de Gemeenteraad zal verg
deren en dat o.m. ook aan de orde komen
Voorstellen inzake den arbeidsduur en dl
sal'arieering. van het gemeentopersonoe'.
Ik was ten' zeerste benieuwd naar d-
inhoud van deze voorstellen maar ïri
minder naar de resultaten van het thaiii
'gereorganiseerde Georganiseerd Over
leg.
De vroegere inrichting deugde niet ci
op ;do houding van den vorigen voorzMii
had men allerlei aanmerkingen, en daar
om was jk nieuwsgierig te Avcten, hoe 111
dan wel de zaken waren geloopen.
Eerlijk moet ik verbaren dat ik dani
teleurgesteld Avcrd en dat, al-s ik althar:
do zaak goed begrepen heb van overV
hee'emaal geen sprake is geweest.
Niet alleen toch het voorstel1 om in i
toekomst een hoogPTe pensioen-premie
vorderen, maar ook het voorstel om d
48-urige werkweek in te voeren, Ave-r
door het'G. 0. afgewezen. .H'eruit vol-:
'dat' de meerderheid zr.ch eenVoudig op
landpunt heeft geplaatst, dat geen ei
kele" verandering toelaatbaar is.
De belastingdruk mag dan nog zoo hc(
zijn, de toestand voor velen onder de ho
gers nog zoo penibel, de Iconen mog:
over heelc de linie omlaag gaan, en de 4
uiige Averkweek mag overal als niet houf
baar zijn losgelaten, men trekt zich va
'dat ahes niets aan, maar eischt voor li
Gercentepersoncel eenvoudig een uitzo
'deringspositie.
Deze houding i's ite betreuren, amice,
In de eerste p'aats omdat zij, 'die me
in 't bijzonder voor de gemeenschap a
heiden aan allen gemeenschapszin g
speend blijken te zijn, maar ook omdat
deze wijze het Georganiseerd Overleg
herstelbaar geknoeid wordt, Avat onte-gc
ze'ggelijk als een beAvi j-s van achteiu'
gang moet worden aangemerkt.
Met belangstelling wacht ik af. op w<
standpunt onze Gemeenteraad zich tha
zal plaatsen.
VERITAS