Dagblad voor Leiden en Omstreken. IEDWE LEIDSCHE COURANT ADVERTEETIE>Püljd Gewone advertentiën per regel 22V2 cent. 'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. 4<Ieine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. 5tie JAARGANG. MAANDAG 26 MEI 1924 No. 1249 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ABOHISE^EHTSPftejS In Leiden cn buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal. f2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal, f2.90 Y Denk om het fundament. Onze N. Pr. Gr. Crt. bevat' een. beschou wing over de draadlooze telefonie, die ze- 4er ernstige overweging verdient. De uitvindingen van dezen, tijd zijn wonderlijk. Zij plaatsen ons voor steeds grootere raadselen in de schepping. Het geluid zelve is Teeds een wonder. Hoe wonderlijk is het toch, dat daar Iemand voor mij staat, die zijn mond opent, zijn keel in trilling zet, geluiden uitstoot waarin hij tot uiting hrengt wat er leeft in zijn ziel, dat ik dan die gelui den opvang in mijn oor, dat 'zij van dat oor worden overgebracht naar mijn gees telijk bestaan en dat ik dan weet wat die ander tot mij zeggen wil. Dat is eigenlijk het eerste en grootste wonder. En nu heeft men, wat God in de schep ping heeft gegeven op een andere wijze toegepast, zoodat het geluid naar verre af standen wordt overgebracht. Opzichzelf een schoono uitvinding. Maar nu is liet groo'.e kwaad van onzen tijd, dat terwijl de techniek wint, het geestelijk fundament verzwakt. Er is een tijd geweest, dat dit geestelijk fundament hecht was en sterk terwijl de bovenbouw van het leven, het technische, gering van he teekenis was. Dan dreigt het aienschelijk leven geen groot gevaar. Thans wordt de bovenbouw van het le ven steeds meer ingewikkeld, wij zijn er gedurig mee bezig, liet te vergrooten en te verzwaren, wij winnen in technisch op zicht en verrijken in technischen zin ons leven. Maar het geestelijk fundament, het geloof in God en Zijn Woord, wordt steeds zwakker. Is het wonder dat het gebouw van ons leven begint te verzakken, dat de muren scheef staan, dat er scheuren komen aller- wege, dat gekraak wordt vernomen, alsof instorting dreigt? Die instorting zal, als er geen verbete ring komt, dan ook niet kunnen uitblijven. Men noemt haar thans: ondergang van de ou ltuur. En wij slaan dus voor dit vreemde geval, dat, hoe rijker het leven wordt, de mensch £?ch des te armer weet, dat, hoe meer hij kan voldoen aan zijn begeerten, des te meer onvoldaan hij zich gevoelt, dat hoe meer hij zijn zin krijgt des te opstandiger zijn. gemoed wordt. Wie het leven zoo beziet, beseft, ook aan stonds de roeping van den Christen. Er zijn Christenen, die pruttelen tegen den vooruitgang en die het hoofd schud den als zij van al die nieuwe dingen hoo ren. Dat is fout. Want het kwaad zit niet in dien bovenbouw, die ook een gave! Gods is, maar in de verzwakking van het fundament. En daarom moet de Christen, moot de antirevolutionair voorop, zijn roeping zien ln het versterken van liet fundament van liet leven, het getuigen voor de vastighe den. voor de ordinantiën Gods, voor de er kenning van Gods Heiligen Naam, voor de gehoorzaamheid aan Zijn Woord De radio-omroep is ceu wonderlijke uit vinding. Gij hrengt de kunstige mechaniek in uw huis aan. En des avonds, na vol brachten arbeid, gaat gij rustig 'zitten Klisteren. In Engeland hoorde men een dezer da gen op die wijze naar het gezang van de nachtegalen. In een bosch, waar zij zon gen, was een opvanger geplaatst en als men nu '"aar de goede golflengte had, dan kon men het fluiten hooren. Iemand vertelt, dat hij hij een vriend den avond doorbracht,- om van het won der te genieten. Wat hoorde hij? Eerst dansmuziek, hij was midden n een tango van de „satanische Havanna-hand." Daar kwam wat anders. De nachtegaal? Neen: weer een orkest, Tsiganen, als zijn ooren hem niet bedrogen, „die met den onbe dwongen hartstocht van hun ras wellustige danswijzen spelen, meesleepend, teeder, fel Mij dunkt, dat wij nu reeds zijn bij geestelijke hoosheden in de lucht. Wij sluiten ons huis voor de invloeden des sa tans. Wij houden daarbuiten de vreeslijke litteratuur onzer dagen zeg ik misschien te veel? wij weren een pers, die wel de techniek, niet he geestelijk fundament heeft. Wij willen niet, dat onze kinderen in omgang staan met slechte kameraden. Maarde Tadio-omroep is daar, en wij laten door onze huiskamer klinken helsche muziek. Alle lichtzinnigheid van heel de wereld vloeit zoo ongemerkt bij ons binnen. En wij lieten dit toe, omdat de techniek ons in verbazing zette. Nu is aanstonds duidelijk geworden, dat wij wel een radio-omroep in onze woning kunnen halen, maar dat wij op de golfleng te moeten passen. Zoo gauw wij merken, dat wij in verbinding komen met de hel, met de vrucht van de geestelijke booshe den, die altijd in de lucht zijn, maar nu nieuwe instrumenten hebben gevonden en die lustig bespelen, dan werpen wij den hoorn weg en sluiten alles af. De techniek heeft een overwinning be haald, onze geestelijke wapenrusting moet worden versterkt. De wapenen, die cl? geest der wereld den satan ten diensle stelt, worden steeds fij ner en gevaarlijker, onze geestelijke wa penrusting moet al beter worden. Wij hebben den strijd tegen de geeste lijke boosheden in de lucht. Die waren er alio eeuw. Draadloos, al hadden zij niet de beschikking over de draadlooze telefonie. Zij werpen onheilige gedachten, godde- looze leuzen het leven in. Zij werken dag en nacht. Wij moeten den arbeid des sa- lans nimmer onderschatten De radio-omroep is een kostelijke uit vinding, die ook de Christen gebruiken kan. Een vrijzinnig man getuigde dezer dagen: die gereformeerden zijn weer de eersten, die deze nieuwe uitvinding voor do kerk en de evangelisatie toepassen. De nieuwste uitvindingen zijn waarlijk over een te brengen met de zeventiende eeuw- sche orthodox-e. Welk een achterlijk man! Want z:j hoo ren juist bij elkander. Het alleroudste en hot allernieuwste. Zij kur.nen niet zonder elkander. Hoe verder de mensch komt :n z:.in uit vindingen en hoe rijker zijn leven wordt in technisch opzicht, hoe meer hij noodig heeft om ootmoedig de knie te huigen, Gode 'de core te geven, om genade, te smeeken voor zijn arme ziel, opdat zijn geestelijke wapenrusting kunne weerstaan de verlei ding des boozen. Ons stoffelijk huis grooter en rijker het is alleen goed, als het fundament versterkt wordt en fierder dan ooit van het dak wappert de vlag van het zui ver Christelijk geloof. STEPgMETOiV Begrafenis prof. mr. H. v. d. Hccven. Onder het gelui van de kerkklokken van de heide kerken is Zaterdag te Zundert 't stoffelijk overschot van prof. mr. H. van dor Hoeven, die Woensdagmorgen aldaar is overleden, ter aarde besteld. De begrafenis droeg, naar het verlangen van den overledene, een hoogst eenvoudig karakter. Onder de aanwezigen waren, be halve de familieleden en tal van pachters van 't landgoed „De Moeren" prof. mr. C. van Vollenhoven en prof. mr. A. J. Blok, de laatste a's vertegenwoordiger van den Senaat van de Leidsche Universiteit; voorts jhr. mr. N. C. de Gijselaar, burge meester v&n Leiden, als voorzitter van het College voor do Visscherijen, waarvan prof. van der Hoeven secretaris is geweest Aan het graf werd niet -ge'sproken. De oudste zoon van den overledene, prof. dr. P. C. T. van der Hoeven, bedankte voor de laatste eer, zijn vader bewezen. Gids voor Leiden. Wij ontvingen heden een nieuwen Gids voor Leiden, uitgegeven door de fa. D. Y. Alt-a te Amsterdam, met medewerking van het Gemeentebestuur. Deze Gids, een boekdeel van 124 blad zijden, waarvan een kleine 60 met adver tentiën zijn gevuld, is samengesteld door den heer J. C. Wijnand en is versierd met een groot aantal kiekjes van bekende ge bouwen enz. Na een Voorwoord waarin gewezen wordt op de historische beteekenis van Leiden, wordt achtereenvolgens aandacht gewijd aan Leiden's Verleden. De Ge meentelijke Keuringsdienst van Waren, een en ander over de geneeskundige en hygiënische verzorging der Gemeente Lei den, het openbaar slachthuis, de Stede lijke Lichtfabrieken, Leiden als industrie stad, de Markt- en Havendienst, de Ge meentelijke Reinigings- en Ontsmettings- disnst, Verpleging van krankzinnigen en, zenuwzieken, Hermanus Boerhaavc, bet Hoogheemraadschap Rijnland, de Leidsche Brandweer, de Stedelijke Werkinrichting, de Raad van Arbeid en tenslotte een groot aantal advertentiën. De inhoud van dit beekje, aan de uit voering waarvan behoorlijke zorg is be steed, heeft ons zeer teleurgesteld. Dit zal duidelijk worden als we eerst een enkele aanhaling deen uit het „Voor woord." Leiden zoo lieet het daar, staat wat zijn historisch verleden betreft, uit een oog punt van populariteit bovenaan. Gewezen wordt dan op de 3-Octcbervie- ring, waaraan elk jaar weer door vele dui zenden wordt deelgenomen. Maar zoo keet het dan verder die duizenden zien dan op dien éénen dag niet het vele, vele merkwaardige, waaraan Lei den zoo rijk is. Zij hebben dan geen tijd om zich te verdiepen in verdere interes sante historische bijzonderheden; zij kun nen alsdan geen blik slaan cf wellicht slechts een zeer oppervlakkigen, in het rijke industrieel© leven, hetwelk zicli in den loop der jaren in deze stad zoo sterk ontwikkeld heeft; zij hebben geen oogen voor de schatten aan wetenschappen en kunst, welke ia de verschillende musea verzameld zijn, noch is er gelegenheid, om in voldoende mate te genieten van de schoone, merkwaardige grachten of van de interessante klassieke gebouwen, kort om van het stadsschool!, waaraan de al oude Sleutelstad toch ook zeo rijk is. In derdaad heeft Leiden zich successievelijk e-cn plaats van zóó ongemeene beteekenis in de rij der Nederlandsche steden weten to veroveren, dat zoowel van vreemdeling als vaderlander gevraagd mag worden zich de moeite te geven, eens nader ken nis te maken met deze merkwaardige stad, welke door velen slechts beschouwd wordt als te* zijn uitsluitend een tempel, waar alleen do Wetenschap gediend zou worden. Ten einde in zoo ruim mogelijken kring bekendheid te geven aan al datgene, waar door Leiden zich onderscheidt; teneinde het juiste licht te doen vallen op de be zienswaardigheden. welke altijd weer de bewondering wekken van hen, die zich niet tevreden stellen met een oppervlak kige beschouwing der Sleutelstad, vatte de Uitgever D. Y. Alta te Amsterdam, het voornemen op, een handig boekwerkje heb licht to doen zien, waarin al het vorenbe doelde zou zijn samengevat. Het Gemeentebestuur van Leiden ver klaarde zich onmiddellijk bereid, zijn hooggewaardeerde medewerking hiertoe te verleencn, aangezien ook van die zijde het groote belang begrepen werd, hetwelk voor zijn stad cr in gelegen was, indien de straks bedoelde merkwaardigheden] en be zienswaardigheden op velerlei gebied, ook buiben de Leidsche veste, zoo mogelijk, algemeen© bekendheid verwierven." FEUILLETON EINDELIJK VEREENIGD. 75) Hij -werd in de rede gevallen door den \eer Marline, die zich tot nog loei niet in -het gesprek gemengd had. „Veroorloof mij u tegen te spreken, Serge Petrovitch. De leer onzer lcerk omtrent de verlossing is in het geheel niet dezelfde ils die van Lord R. De laatste zei de goede -werken geheel op zijde. Volgens hem wordt men zalig door het geloof zonder goede werken. Dat leert de rechtzinnige kerk niet, en de heilige Schrift- ook niet. De heilige Schrift zegt: „Zonder\de wer ken is hel geloof dood." De laalsle woorden werden op zulk een gebiedenden toon uitgesproken, dat er eeni- ge oogenblikken verliepen voordat iemand het gesprek durfde hervatten. Het was Serge, die zich het eerst weer liet hooren. i ■<-\ „Vergeef nvj, Andró KiriJóvich! Lord R. verwerpt de goede werken niet, zooals gij denkt, hij geeft hun slechts een andere plaats dan gij. Indien hij met de heilige Schrift zegt: ..De mensch wordt gerecht vaardigd door het geloof zonder de goede werken," zco zegt hij toch ook met u: „Zonder de werken is het geloof dood." Onze werken hebben met de zaligheid niets te maken, omdat de zaligheid eene gave Gods is; maar zij zijn de vrucht van het geloof, en zijn bestemd om er de echt heid van te bewijzen aan hen, die ons omringen. Het geloof rechtvaardigt den geloovige voor God; de werken rechtvaar digen hem voor de mensohen." Serge had met vuur gesproken, en hetzij uit verbazing, hetzij uit nieuwsgierigheid, men had met aandacht geluisterd. Het was inderdaad iets nieuws! dat oen jong krijgsman zich met godgeleerdheid be moeide. Nikolaas, die naast hem zat, trommelde op de tafel met eene gedwongen uitdrukking. Mila durfde de oogen niet opheffen naar haar vader, die ontevreden de wenkbrauwen fronste. Eindelijk duwde de'ze driftig zijn hord op 'zijde, stond op, on wendde zich tot de heiligenbeelden, om het teeken des kruises te maken; daarna zeide liij kortaf: „Wij zullen naar de ge zelschapskamer gaan." Nadat de gebruikelijke dankhetuigingen tot den heer des 'huizes gericht waren, hood de laa'ste den arm aan zijne buur vrouw, een oude dame met een glim lachend gelaat, die zich vertrouwelijk tot hem. neigde, en 'zeide: 1 „André Kirilovitcli, dit redetwisten is al heel beuzelachtig. Wat mij betreft, ik ge loof dat de godsdienst bestaat uit dit óéne woord: liefhebben. „Die zijn naaslo lief heeft, heeft de wet vervuld," zegt de Schrift." De heer Marline sloeg niet veel acht op die geloofsbelijdenis. Hij scheen opge wonden en onrustig, en hoewel hij naast de oude dame plaatsnam, bleef hij stil zwijgend in gedachten verdiept. In de zaal vatten de priester en Serge het gesprek weder op. Een kleine groep schaarde zich om hen heen, en er vormden zich twee partijen. Om de waarheid te zeggen, bestond die van Serge slechts uit hemzelven en een goeden ouden generaal, die wat hardlioorend was, en moeite had om de aanvallen, die op zijn jeugdigen vriend gericht werden, af te wonden. Maar zoo a's het altijd in de wereld geweest: de meerderheid was nooit aan de zijde der waarheid. Vader Diakonof stak een sigaar aau. en wierp zich achterover in een gemakkolij- ken stoel. „Ik zie hoe langer hoe duidelijker, mijn heer Batourine," zeide hij, ..dat do Lord Apostel u ook in z:jne nelten gevangen j heeft. Het komt mij voor, dat gij iet of wat met ketterij aangestoken zijt," voegde hij er hij met een eenigszins spottenden glimlach. ..God verhoede»," riep Serge, „dat ik af- wijke van de heilige leer! Mijn geloof is op geen menscheiijk wetboek gegrond; het berust alleen op de Schrift." Na deze inleiding zou men verwachten dat dus op dit alles de aandacht zou wor den gevestigd, en dat dit boekje den in woners en vreemdelingen waarlijk tot een gids zou zijn. In die verwachting zijn we echter teleur gesteld. Deze Gids is geen gids en lijkt er zelfs niet op. Na een kort historisch overzicht wordt een en ander medegedeeld omtrent ver schillende gemeentelijke diensten en daar mee uit. Een plattegrond ontbreekt. Van de musea wordt niet dan terloops gerept. Zelfs aan het stedelijk museum „De Labenhal" is geen afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Het wordt in neg geen tien regels „behandeld." De samensteller maakt met veel waar deering melding van de medewerking door het Gemeentebestuur en diverse ambte naren verleend. Wij vinden het echter jammer, dat in ruil voor deze medewerking geen eischen zijn gesteld, waardoor de beteekenis van dit overigen-s interessante werkje zou zijn verhoogd en het belang van Leiden bevor derd. r Sinds eenige dagen is men bezig, de buiten-sociëteit Amicitia, aan het begin van do Steenstraat, af te breker- Doet het op 't eerste gezicht wat vreemd aan, in de plaats van het eigen aardige gebouw een leege ruimte te vin den, het oog verzoent zich gemakkelijk met do mooie, zwaar bebladërdo kastanje- bcomen, die nu zijn te voorschijn gekomen endie momenteel het natuurschoon riet weinig verhoogen. Neg meer zal dit het geval zijn, wanneer ook do restanten puin en afbraak een andere plaats zullen heb ben gekregen. Waarschijnlijk echter zal dan het mooie hoekje dat wellicht tot oen stijlvol geheel kon worden aangevuld, wel weer spc tedig schuil gaan achter het een of ander nieuw te scheppen bouw-wonder. -De vaandrigs W. C. v. d. Laan en L. M. J. Cliambry die alhier let arts werden bevorderd, zijn bestemc! lotreserve-offi cier van gezondheid 2de kl. hij het perso neel van den geneeskundigen dienst der Landmacht. De directeur van 's Rijks Herba rium, de heer G., reed Zaterdagmiddag in zijn auto op den Witte Singel, toen hij, ter hoogte van het Paterstraalje gekomen, plotseling moest uitwijken voor een vrachtauto die met meer dan gewenschte snelheid wilde passeeren. Niet zoodra was de auto voorbij, of de heer G. werd eenige voetgangers voor zijn auto gewaar, zoodat een tweede onvoorbereide zwenking noodig werd, met het. ongeltakki'g gevolg dat de auto tegen een lantaarnpaal bolste. De lieer P. kwam er zelf gelukkig goed af. Van de auto werd oen spatbord ver nield, en hot chass's verbogen. In den nacht van Zaterdag op Zon dag was een van, de gebroeders G. op een allc-ronhehbelijkste manier bezig, de poli-, tieverordening te overtreden, toen hij plot seling werd verrast door de komst van een politieagent, die zijn naam wilde opschrij ven. Blijkbaar ging dit geheel tegen de opvat ting van G. in, die beslist alle medewerking weigerde, en, bijgestaan door zijn broer, het den politieman onmogelik wist te ma ken lijn voornemen te volvoeren. De heeren dachten nu zeker, dat het ergste achter den rug was, en zochten hun woning in de Mirakelsteeg op, vanwaar ze echter even Pater weer werden afgehaald voor een wandeling naar do Breestraat. Een zwerver, die wegens dronken- Ran het Zoektocht Leiden, 26 Mei 1921. Dat is óók een lastig probleem. Om het onderwijs te perfectionneeren zijn de klassen verkleind. En voor die kleinere klassen heeft men ook gebouwd kleinere schoollokalen. Maar de wal keert het schip. En om de noodzakelijke bezuiniging te verkrijgen wordt nu voorgesteld het aaiK tal leerlingen per onderwijzer slerk te ver< hoogen. Uit onderwijs-kundig oogpunt zag ik tegen dit plan weinig bezwaar gemaakt. Maar nu komt men toor de kweslio hoe men 48 leerlingen zal bergen in een lokaal dat voor hoogstens een 30 werd ingericht. Het eenige redmiddel schijnt in ve-e gö« vallen de lokalen te vergrooten. Dan komt de zaak in orde. Maar dan is meteen de bezuiniging on gedaan gemaakt. Ik ben werkelijk benieuwd hoe men zich uit deze moeilijkheid zal redden. Bezuiniging schijnt wel een heel lastig werk te zijn. OBSERVATOR. schap Yas aangehouden, bleek hij nader» kennismaking deel uit te maken van het korps der dwalende debiteuren van de uit voerende macht, weshalve hij na zijn cnt-i nnchtering nog even werd vastgehouden. A. V. heeft er zich hij de politie ovcr- ibeklaagd dat hij door een natuurgenoot, de A is mis(raak)handeM. SALARISVERLAGING AMBTENAREN. Preocdurw legen den Staat. Zaterdag vergaderde het A. G. 0. P. (Cein trale Nederlandsche Ambtenaars Bond, Nederl. Bond van "Werkl. in Overheids-* dienst en Bond van Ned. Onderwijzers). Besloten word onmiddellijk na de üitbela-< ling der salarissen over de maand Mei door de drie organisaties den Staat te doen dagvaarden tot uitbetaling van het volle bedrag. Voor de onderwijzers zullen een. of meer gemeentebesturen worden aange sproken. Omtrent een en ander zal nog nader overleg worden geploegd met Mr. Hendels, te Amsterdam, die voor de drie organisaties zal optreden. MEDEZEGGENSCHAP EN BEDRIJFS ORGANISATIE. Een mislukte meeting. Gisteren zou op het Schuttersveld to Rotterdam de aangekondigde betooging plaats hebben voor medezeggingschap en bedrijfsorganisatie, welke door het Nedcr- landseh Verbond van Valcvcreenigingon, de Sociaal-Democratisaho Arbeiderspartij in Nederland, de Federatie Rotterdam der S. D. A. P. en de Rotterdamsche Bc- stuursdersbond georganiseerd was cn waarvoor ook de roode broeders uit do omgeving van Leiden waren opgecomman deerd. De lievige regen was oorzaak, dat van een openluchtmeeting geen sprake kon zijn. Tegen heb openingsuur waren pl.ra. 1500 mcnschcn op het Schuttersveld. De voorzitter van den R. B. B., de heer A. A. Lührs, deelde mede, dat de meeting niet door zou gaan, waarna men onder stort regen huiswaarts keerde. Een procedure over art. 36 R. D. V. Naar het V. D.-bureau verneemt heeft een machinist te Amsterdam een proces aanhangig gemaakt, tegen do directie van do Nederlandsche Spoorwegen in verband met art. 36 R. D. V. Hij vraagt terugbe- „Men kan do Schrift gemakkelijk ver draaien." „In dat geval zou het voorzichtiger zijn haar niet to lezen," merkte* de oude gene raal den priester naderende aan. „Dat zeg ik niet; de kerk wettigt het le zen van den Bijbel, maar men moet zich niet in do war laten brengen." „Hé, hé, Batuchka," zeide de heer met den bril, op schertsenden tocm; „pas op uzelven. ik vrees dat Strauss niet zeer rechtzinnig is.5V De priester deed alsof hij dit niet ge hoord had, „Indien men door het lezen der heilige Schrift gevaar loopt in de war gebracht te worden," hernam de oude generaal, „dan heeft de Synodo s'echt gehandeld met den Bijbel in de volkstaall te laten overzetten, cn de keizer met zijn volk aan le bevelen hem te leeren. Indien ik de toe spraak van Zijne Majesteit hier had zou het zeer gepast zijn die voor te lezen." „Ziehier," zeide Serge, haastig een pa pier uit zijn zak nemende. „Dat is goed!" riep de generaal. „Welnu, lees maar voor, mijn waarde." Serge ontvouwde het dagblad en las ta melijk lu'd, om in de geheelc zaal ver staan te worden:7.. „Toen ik in 1856 de kroon mijner he iige Synode, in eene zitting te Mos kou gehouden, over de middelen, om op de overvloedigste wijze het V oord van. God te verbreiden in den schoot van het rechtzinnige Russische vo:k, on erkende de noodzakelijkheid om de boeken dot heilige Schrift in de Russische taal over te zettenBij de voltooiing van dezen, langdurigen arbeid, met hot oog op de geestelijke woldaden, dfe de kudde dor nationale kerk daardoor genieten /.al, acht ik hot mijn plicht, mijne dank*» baarheid te beluigen aan de heilige Sy*. node. die bij het volbrengen van don grooten arbeid in gedenkwaardigen ijver* heeft uitgemunt. Ik richt mijne gebeden tot God, opdat Hij de heiligende knmht van zijn Woord openbare, opdat hot rechtzinnige Russische volk toenomc in geloof en godsvrucht, waarop het waar-' aehtig geluk der rijken en der voll en berust. ALEXANDER St. retersburg, 27 Maart (8 April) 1977. Gedurende deze voorlezing had iedereen gezwegen. Mc-n hoorde nauwelijks oonig gefluister in. hot midden dor kamer. Al'een do oude generaal Het zich eenige goedkeu-» rende uil-vpen ontvallen. vaderen aanvaardde, beraadslaagde de 1 (Wc 1 -• 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1