Aan het einde der Week 1 De 1 Mei-viering is weer achter den rug €n heeft in alle landen een Tustig verloop gehad, 't Is niet meer „dat" van vroeger. De fut is er uit. i En dat is ook wel te hegrijpen. Het socialisme is mooi als belofte, om van alle onrecht en ellende, die er in de ■wereld zijn, de „bezittende klasse"- de schuld te geven en aan het „proletariaat" te beloven een toekomststaat, waarin het recht zal lieerschen en es geluk zal zijq jvoor allen. 1 i En het socialisme is mooi >als poezie: „Eens zal de dag opgaand, vinden Arbeid €11 Schoonheid vereend". 1 i Doch wanneer de beloften in werkelijk heid moeten worden omgezet, dan komen de idealen in botsing met de realiteit. En dan moet er gebeuren van tweeën een: of de practijk moet opgeofferd wor den aan 'de theorie, óf de theorie moet. pas klaar gemaakt worden voor de practijk. Vandaar dat er 'tweeërlei strooming is in het socialisme. Er zijn doctrinai?en, die desnoods heel hot maatschappelijk samenstel verwoesten en de productie vernietigen, opdat de „leer" maar zegeviere. Dat doet men in, Ru s 1 an d. Zeker, ook daar moet men wel eens concessies doen aan de practijk, doch zoo- dra. er maar eenigszins mogelijkheid be slaat het „stelsel" door te voeren, dan zijn het steeds 'weer de uitersten, dio aan de meer gematigden het zwijgen opleggen. De afgeloopen week hebben ons uit de Sovjet-Republiek weer berichten bereikt, die er op wijzen, dat het haar b.v. ernst is mei de socialisatie van tien handel. Alle handel moet s t a-a t s handel wor den, en alle particuliere handel moet ver boden worden. 1 1 Men heeft geen oog (of 'wil er geen oog •voor hebben) dat ieder levensterrein -zijn eigen wet heeft. En. dat voor den handel een noodzake lijke voorwaarde is: vrijheid. En dat hij in de omknelling der staats bemoeiing niet leven kan. Doch daar is ook een anider socialisme dan het Russische, en dat is het Engelsche. In Engeland regeert al vier maan den een socialistische regeering. Een „Arbeidersregeering" lieet zij ge woonlijk. Doch waarvan 'de voormannen uitge sproken socialist zijn. Doch de Engelsclie socialisten doen net andersom als de Russische. Zij houden in de eerste plaats rekening met de practijk. Vandaar dat tie Engelsche Arbeidersregee ring zich in niets van een vooruitstrevend de ..burgerlijke" regeering onderscheidt. Het is dan ook begrijpelijk, dat op de 1 Mei-meeting in het Hydepark te Londen sommige sprekers MacDonald aanvielen, omdat hij niet rood genoeg was. In het Engelsche parlement is de afge loopen week dc hegrooting aan de orde geweest, die ingediend werti door den kanselier der schatkist, Snowden. Daarbij is gehleken, dat deze socialistische minis ter zeer wel het belang en de noodzake lijkheid inziet van een sluitende begïoo- ting. Alsmede dat de Arbeiderspartij even vastbesloten is als. de andere partijen,, om de financieel* stabiliteit des lands te handhaven. In Nederland kunnen 'de socialisten' zich tot een dergelijke hoogte met opwer ken. Op allerlei wijze werken zij den mi nister van financiën tegen, en trachten nizoo een sluitende begrooting te verhin de ren. Toch in de toestand van 's lands financiën buitengewoon ernsiig. Minister Colijn heeft Donderdag in d.e Eerste Kamer sombere verklaringen hier omtrent gedaan. I Hij heeft medegedeeld, dat er voor den loop van dit jaar een tekort van 40 mil lioen moet worden gerekend, on dat er nog een vlottende schuld .van 115 a 120 .millioen te consolideeren zal zijn. Het is wel treurig, dat de regeering bij haar moeilijke taak op BOoveel tegenwer king stuit, veelal het gevolg van groeps egoïsme en demagogie. Er zijn deze week belangrijke bespre kingen geweest inzake de rapporten der deskundigen. De Belgische ministers Theuuis en Hij- mans zijn i_i Parijs geweest voor een conferentie met Poincaré alsmede in Londen voor een onderhoud met MacDo nald. Tot dusver loopt alles goed. Er is over eenstemming tusschen de verschillende re geeringen, en eenstemmig zijn zoowel de landen der vroegere Entente als Duitsch- land voor aanneming dézer rapporten. De Commissie 'i'an Herstel heeft zelfs al een aanvang gemaakt met de benoe ming der verschillende Commissie'®, die soodig zijn voor de uitvoering. Als er nu maar weer geen kink in den sabel komt, kunnen wij voor het eerst ia vijf jaar den toestand van Europa hoopvol inzien! Een ander feit, dat hoop geeft voor de toekomst, is de - opening van de L e i d- Jclie Handelsbeurs. Haar oprichting is een bewijs, dat er ook in deze, in economisch opzicht zoo zorgvolle tijden, nog energie gevonden wordt, iets nieuws ie stichten, dat mede kan helpen, den economischen toestand le verbeteren. Wij, Hollanders, die alles zien lam ge slagen door de malaise, verliezen maar al ie vaak den moed. En: moed verloren is ♦•eel verloren! Doch hier hebben -we een uiting van scheppend initiatief. Moge de Handelsbeurs medewerken tot den bloei van handel en industrie in Rijnland! De vierde wijze uit het Oosten. Gewoonlijk spreekt men van een drie tal wijzen die uit verren lande kwamen Jezus don .gnboyop Koning hulde te •>ieden. Doch er bestaat ook 'n roerende legende van 'n vierden magiër, Artaban geheefen, Ook deze wijze zou, zoodra hij de klare Ster aan den hemel gezien had, het voor nemen hebben 'opge'Vat om den pasgeboren ■koning te aanbidden. 1 Hij verkocht al zijn paleizen en goede ren en kocht \;oor dit geld drie wonder bare, héél zeldzame en kostbare, edelge steenten. Op een bepaalden tijd zou hij' met de andere magiërs samentreffen. Hij haastte zich zeer, want de tijd drong. ;Nog slechts enkele uren restten hem en de Wég was ver. i Artaban reed door een woud en zag plot seling in de struiken een man liggen. ■Hij steeg af en zag, dati het een gewonde .Was, een Jood, totaal uitgeput en mach teloos. i Wat zou de magiër doen? Indien hij den gewonde hielp, zóu hij telaat komen op de afgesproken plaats, en zijn vrienden zonder hem afreizen. Maar den Jood hul peloos laten liggen dit liet 'zijn geweten niet toe. Even aarzelde Artaban, maar het mede- Jijden won. „Gij zijt zelf de liefde," zoo sprak Artaban in zijn binnenste tot den nieuw geboren Koning, ,."ioe zou men u kun nen dienen zonder zelf ook barmhartig te 2ijn?" Eenige uren verliepen en de gewonde kwam tot bewustzijn. Hij werd iets beter. Het was reeds middag, en de tijd Van de .ontmoeting met de drie "vrienden was voorbij. Maar de zieke 'Jood, die van Ar- taban's plan boorde, zei: „Ik weet niet of de Messias geboren is, maar als hij gebo ren is, dan behoeft ge niet te zoeken,, want hij moet in Bethlehem geboren wortion. Ga maar gerust naar Bethlehem, daar zult ge den Messias vinden." Toen Artaban zijn plichten tegenover den gewonde volbracht had, aanvaardde hij de reis. Hij verkocht één van de edel gesteenten voor een reusachtige som en besteedde dit geld om een karavaan uit te rusten, opdat hij den verren tocht kon doen. Hij kwam te Bethlehem aan. Maar telaat', want Maria was met het kindeke Jezus reeds naar Egypte gevlucht, en in de straten van Bethlehem heerschte angst en opgewondenheid. Artaban kwam midden in het weergaloos drama van den kindermoord. De soldaten van Herodes slachtten zonder genade de arme schaap- jes. Artaban nam zijn intrek in een herberg. De vrouw des huizes was ook moeder van een jong kindje, en zij smeekte den vreemdeling baar te helpen om het kind to redden. i Dj 2p geroerd door medelijden haalde Artaban zijn tweeden kostbaren steen voor den dag en gaf dien aan oen aanvoerder der soldaten, opdat hij het kindje sparen zou. Het geschiedde. Maar Artaban had, ter oorzake van zijn barmhartige daden, nog maar één steen overgehouden. Met dezen éénen steen doorreisde hij vele landen om den Koning der waarheid te zoeken. Overal zag Ar taban ellende en waar hij kon bood bij hulp, hier door een troostwoord, daar door een gift, want hij had nog gold overgehou den van den eersten verkochten edelsteen. Dertig jaren verliepen. Toen pas hoorde Artaban, dat. Jezus in Judea was. Hij ïeisde er terstond heen en daclit: Nu zal ik mijn laatsten steen als teeken van ver kering, aan den Koning geven. Artaban kwam in Jeruzalem. Alweer telaat! Jezus werd juist naar Golgotha uitgeleid.. Met wanhopigen spoed ijlde Artaban naar de plaats des gerichts. Maar de sol daten versperden hem den weg. Toen zag hij onder de soldaten een jong meisje van wonderbare schoonheid, dat als gevange ne meegevoerd werd. Het kind liep op den Oosterschen wijze toe, omklemde zijn knieën, boete tranen stortende, en smeekte ■hem: „Red mij! Ik kom ook uit het Oos ten, gij zijt mijn landgenoot, en. ik ik ben hier alleen in den vreemde. Omdat mijn gestorven vader schulden heeft nage laten, wórd ik als slavin verkocht. Red jmij„ anders ben ik verloren!" Het hart van den wijze, ilit het Oosten werd innerlijk van ontferming bewogen, en hij, zei: „O He ere! Voor u heeft mijn .gave toch geen nut gij hebt. mij 'dit. kind gezonden. Zoo geschiedde dan uw wil!" En Artaban offerde zijn laatste kleinood om de slavin vrij te koopen. Op dat oogenblik kwam Jezus voorbij, dragende zijn kruis. En Jezus zag Artaban aan en zeide: „Voor zooveel gij dit aan mijne minste discipelen gedaan hebt, zoo hebt gij dat Mij gedaan. Uwei zonden zijn u vergeven, want gij hebt veel liefgehad." STATEM-GEMERAAL EERSTE KAMER. Staatsbegrooting veer 1924. Algemeene Beschouwingen. Voortgegaan wordt met de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1924. Moties. Aan do orde is de stemming over de motie-Van Embdèn, waarin een on derzoek wordt gevraagd naar de vraag of het in een kleinen Staat nog mogelijk is 's lands veiligheid te bewaren, in verband met de chemische aanvalsmiddelen. De motie wordt verworpen met 19 te gen 10 stemmen. Vóór de socialisten en vrijzinnig-demo craten. In de tweede plaats is aan de orde de stemming over de motie-Wibauti Do heer W i b a u t (S.-D.) wijzigt zijn motie, zoodat zonder verdere aanduiding gevraagd wordt een nooduitkeering aan de gemeenten over 1923. De kwestie van het recht der gemeenten laat hij dus uit zijn motie weg. De Minister van Financiën, de heer Col ij n, zegt, dat deze verandering geen wijziging brengt in de opvatting der Re geering. Als do motie wordt aangenomen, zal spr. daaraan geeu uitvoering kunnen geven. De motie wordt verworpen met 17 te gen 12 stemmén. Vóór de socialisten, de vrij-zinnig-de- mocraten en de heeren Heerekens Tijs- sens (R.-K.) en Janssen (R.-K.) Hoofdstuk (Huis der Koningin). Hoofdstuk I (Huis der Koningin) wordt goedgekeurd. Hoofdstuk II. (Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin). Hoofdstuk II wordt goedgekeurd. 1 1 i Goedgekeurd worden de ontwerpen Wijziging der ,Wet op het Statistiekrecht en Begrooting van het Leeningsfonds 1914 en 1924. Accijns op Bier, Invoerrecht op Bier en Thee. Aan de orde is het ontwerp tot verhoo ging van de accijns op bier en van het in^ voerrecht op bier en thee. De heer W i b a u t (S.D.) zegt, dat hier noodzakelijke levensbehoeften worden ge troffen, met name wat de thee betreft. Spr. zou geen bezwaar hebben als een mi nimum vrij bleef. De Minister doet hier iets verkeerds en het is geen vergelijking dat 't bedrag maar laag is. Door den tus- schen'handel wordt de detailprijs wellicht 10 cents per ons hooger. Hij is dus tegen bet ontwerp. De beer Hoffmanns (R.-K.) vreest dat de kleine brouwerijen niet meer zul len kunnen rendeeren als de accijns op het bier zooveel verhoogd wordt. De heer Haazevoet (R.-K.) kan zich niet vóór dat ontwerp verklaren om dat de belasting op thee vooral zal druk ken op de groote gezinnen. Spr. verwacht van de overheid eerbied en hulp voor de groote gezinnen en daartegen gaat dat ontwerp in. De beer M e n d e 1 s (S D.) zegt dat de Minister wel betoogt dat de directe belas tingen vooral voor de hoogëro inkomens niet meer verhoogd kunnen worden, maar dat hij naliet te bewijzen, dat dc kleinere inkomens het wel kunnen lijden. De loo- nen der arbeiders gaan naar beneden en de belastingen voor deze menschen gaan naar boven. Reeds brengen de accijnzen zeer veel op; over 1923: suiker 40 mil- lioen, tabak 16 millioen, geslacht 10 mil- lioen, zoufrl" millioen, bier 5 millioen. Op een pond suiker wordt bijv, 134 cent be- ltsting betaald en dat drukt dus in niet geringe mate op de arbeidende klassen. Spr. meent dat de Minister met deze be lastingen de vermeerdering van het spaar kapitaal ook zeer tegengaat. De heer Westerdijk (V.D.) is ook tegen dit ontwerp dat feitelijk een pro gressie naar beneden geeft op het inko men der min-vermogenden. De heer H e er ekens Tijssens (R. K.) betreurt dat zooveel tijd ligt tusschen indiening van dit ontwerp en invoering der wet, zoodat groote voorraden worden opgedaan. In Engeland gaat men den ac cijns op de thee verlagen, zoodat daar de accijns 44 cent zal bedragen en hier 75 ct .Wat denkt de Minister daarvan? Ziet hij bet gevaar van verplaatsen van de thee- markt niet? De Minister van Financiën, de heer C o-l ij bespreekt eerst deze! laatste vraag. Engeland geeft preferentie voor thee uit Ceylon en dit was nadeel voor de thee uit Indië. Door de verlaging van den ac cijns is de marge tusschen beide soorten tot de helft verlaagd, zoodat de concur rentie voor de Indische thee gemakkelij ker wordt. Maar dit is toch geen enkele reden om de markt te verplaatsen, al wordt het gebruik van Indische thee in Engeland groóter. Spr. herinnert aan zijn toezegging dat het geheel* belastingstelsel hei-zien moet worden en met het oog daarop wensebt hij geen datum van automatische ophef fing van deze accijnzen Het is misschien de overweging waar of de accijns op sui ker niet eer verlaagd moet worden dan die op thee. Kunnen de indirecte belastingen wel verhoogd worden, is gevraagd. Spr. meent, dat het gemakkelijkst belasting wordt betaald bij kleine beetjes. Slechts 7 pet. van de bevolking heeft 5000 gld. en meer inkomen en 93 pet. daar beneden. Verhooging van directe belasting kan niet alleen drukken op die 7 p'ct. en druk op de anderen moet gemakkelijk te dragen zijn en dat geschiedt juist met de kleine bedragen der indi»ecte belastingen. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 17 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen do sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten en Haazevoet (R.-K.) en Frans sen (R.-K.) Hoofdstuk VUB (Financiën). De heer S1 i n g e n b e r g (V.D.) klaagt over achterstand bij de belastingheffing, bij gebrek aan personeel. Hij hoopt dat de Minister eens krachtig zal ingrijpen. De heer W i b a u t (S.D.) pleit nog maals voor een betere financieels ver houding der gemeenten en het Rijk. Do Minister zegt het eens te zijn met den heer v. Slingenberg in zake de in ning der belastingen. Hij doet wat hij kan. De regeling met de gemeenten over do financieeele verhouding is nog steeds in onderzoek. Hoofdstak VIIB wordt goedgekeurd. Do vergadering wordt verdaagd lot Dinsdag twee uur. BiMMEEaUlüiS SOCIALISTISCHE MASKERADE OF ERGER? Aan het verslag van de 1 Mei-viering te Utrecht in de „De Standaard" is het vol gende ontleend: De stoet, die gisteren door do straten ging, was' zóó ergerniswekkend, dat dc vraag rijst: Mag dit worden toegelaten? De hoofdgroep is samengesteld als volgt: Als inleiding wordt een spreuk van een der voormannen uit de partjj medegedeeld Voorgesteld wordt Openbaringen VII Op een wagen de symbolische voorstel ling van don aardbol, die wordt aangeval len! door 2 slangen, zijnde liet militairisme erï het kapitalisme. Zij spuwen gif uit over de aarde. Dit zijn de geesten van 't kwaad waartegen die strijd gaat. Op den aardbol bevindt zich een tee ken, de geest van het socialisme van de oprijzende roode zon. Dit teeken is een ontloken tulp voorstellende het volle leven door de zon omstraald en wier warmte don! verdrukten weldadig aandoet. Vervolgen® de eerste strijder te paard in socialistische Wapenrusting, met zich voe rende een banier met liet teeken der ver lossing. Daarachter liet leger van uitverkorenen, kenbaar aan het zegel op hunne voorhoof den; Zij zijn het die het socialistisch evan gelie prediken. Daarna volgt de ontelbare menigte die uit de verdrukking komt, waaronder mijn werkers en andere vakgroepen, met zich dragende liun gereedschappen en verschil lende na/tionaliteit-svlaggcn. Deze vlaggen beduiden dat. in alle volkeren der aarde slechts één gedachte leeft, n.l.: de verlos sing door het socialisme. Tot slot van deze groep 2 strijders even eens in socialistische wapenrusting die er voor zorgen, dat de voor hen uitgaande menigte niet meer zal hongeren en dorsten Zij voeren met zich de roode vlag. Deze groep trok niet alleen onze aan dacht. Naar aanleiding hiervan toch heeft de lieer V ermooten zich namens de A.-R. Raadsfractie in verbinding gesteid met den waarnemend Burgemeester de Burgemeester was uitstedig en zijn aan dacht op deze zaak gevestigd. Des avonds moet hierover met den Burgemeester ge confereerd zijn, want gistermorgen zijn er, naar wij vernemen, verschillende aanstoot gevende stukken weggenomen. Zoo werd weggenomen het bord, waarop vermeld was, dat de voorstelling ontleend was aan Openb. VII. Zoo droegen do in het witgekleede vrouwen, die de uitver korenen moesten voorstellen niet de so ciaal-democratische emblemen- op het voorhoofd, die wij moeten liet neer schrijven het zegel der verlosten moes ten voorstellen. Maar gebleven was de roode ruiter, die „het teeken" gelijk op zijn vlag stond, meevoerde .en gebleven waren de in 't witgekleede vrouwen, die die uitverkorenen voorstelden!, gebleven was de tekst: „Dezen zijn liet die uit de groote verdrukking kernen" en de andere „Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten." Ja-, er was meer, teveel om op te noemen. lïrcr werd wat ons heilig is in liet publiek op banale en belachelijke wijze uitge beeld. En de Overheid, die deze vertooning toeliet, heeft die heiligschennis getole reerd. Trouwens er was nog meer. Er was ook een groep: tegen de verslechtering van ónderwijs. Van deze groep was vooraf de volgende beschrijving gegeven: „Eener zijd s de voorstelling van de twaalf apos telen met de spreuk: „Laat de kinderkens tot mij komenen als schrille tegen stelling de huidige regeering Colijn, zich noemende de navolgers van deze aposte len, met opschrift: „Men bezuinigt niet op liet militairisme, maar wel op het kind." Deze groep werd uitgebeeld door de re ligieus-socialisten, zoo werd ons medege deeld. Als dat zoo is krijgt men van hun religieusheid geen hoogen dunk. Laat die toe, dat. men de religieuze gevoelens van andersdenkenden kwetst? Want dat ge schiedde met deze voorstelling. Wij zeggen er thans niet meer van. Do Mei-stoet verandert zoo wel van ka rakter. Van „optocht der strijders" wordt hij maskerade. Maar dat moet men zelf weten. Doch men zal de handen af moeten houden van wat anderen heilig is. Bij kt het, dat men zelf niet zoo hoog staat, dan zal de Overheid moeten ingrij pen. Dat had althans moeten gebeuren. Het. is ons een ernstige grief, dat de Burgemeester heeft toegelaten, dat deze sociaal-democratische processie door de straten trok. Er zijn coupures gemaakt, doch de geheel e voorstelling had verboden moeten worder; Er zal voor gewaakt moeten worden, dat iets dergelijks in de toekomst niet meer plaats heeft. r»3 Zu;d-Ho.larder. De „Zuid-Hollander" het Clir. Hist, or gaan voor deze provincie verschijnt van af heden in vergroot formaat. Een verandering die ene verbetering bc- teekent en die er tevens op wijst dat de belangstelling voor de Christelijke pers toeneemt. i LE1DSCHE FENKRASSEN J Amice. Met de hezuinigingsactie zijn we thans naar het mij voorkomt op den goeden weg. Ik bedoel daarmee niet te zeggen dat Mi nister Colijn zijn doel zal bereiken en dat 1925 ons een sluitend budget zal brengen daarover kan ik niet oordeelen maar ik heb hierop het oog, dat thans algemeen over bezuiniging gesproken wordt en dat in breedere kringen de absolute noodza kelijkheid van een krachtige bezuinigings- poliliek wordt gevoeld. En dat is toch een eerste voorwaarde om te slagen. Toen Colijn als Minister op trad zat nog maar al! teveel de gedachte voor, dat alles vanzelf wel terecht zou ko men en dat we ons heusch zoo ongerust niet behoefden te maken. Dat is nu wel een weinig veranderd en in zooverre zijn we afgezien van de practjsche maatregelen die nu ireeds ge troffen werden toch iets vooruit ge gaan. Een andere vraag is of de noodzakelijk heid van bezuiniging voor de gemeen ten wèl in even sterke mf.te wordt ge- voelil. Er zijn verschijnselen dunll me, die op het tegendeel wijzen. Ik denk hierbij aan de Regocring dia soms maatregelen neemt die wel voor het Rijk voordeelig zijn, maar waardoor do gemeenten worden getroffen, maar ook .aan de gemeentebesturen zelf, die mem- malen den indruk maken er maar op los. te leven en die niet onder den indruk wr-t koeren van de groote lasten waaronder die burgerij gebukt gaat. Dat de gemeenten in tegenstelling met het Rijk geen tekorten hebben, zegt in dit geval niets, omdat voor do Gemeenten elk jaar opnieuw de belasting wordt vastge. sield, bij de. bepaling van liet vermenig- vuldigingscijfer. Dreigt er een tekort dan wordt de schroef wat vaster aangedraaid' en komt er weer eenige ruimlc, dan kan men ook de teuga's weer een beetje vie ren. Een paar jaar geleden (oen we hier voor groole uitgaven stonden en de bedrijven weinig winst opleverden, was hier b.v. hel vermenigvuidigingscijfer 1.2, terwijl dit cijfer nu evcna's het vorig jaar op 1 hé- paald werd. i Op zichzelf is dat een gunstig ver-' schijnsel waarvoor we dankbaar mogen zijn, hoewel het feit blijft, dat we lver op- zware lasten zitten. Het verwonderde me dan ook wel eenigszins dat de heer van Eek in de laatste Raadsvergadering eonig bezwaar maakte, "legen liet voorge stelde cijfer. i) Zijne opmerking, dat we er met onze fi-' nanciën niet gunstig voorstaan en dat we op deze wijze aan den uitersten rand le ven. is volkomen jui'd en klopt geheel met wat ik de vorige week opmerkte. Nu vind ik dat geen bezwaar. Integendeel, ik juich'; het toe als de Raad zichzelf en het college van B. en W. zoo krap mogelijk houdt omdat daarin m.i. ligt een krachtige drang naar bezuiniging. De gedachte dat een te kort dreigt, en dat alle zeilen moeten wor den bijgezet om dat te voorkomen, zal een voortdurende prikkel zijn. om de uitgaven zooveel mogelijk te beperken. De heer van Eek houdt daar niet van, niet omdat hij het geld onnoodig zou wil len uitgeven, maar omdat hij ruimte wil houden voor het financieren van sociale maatregelen. Opzichzelf is dat natuurlijk een goede zaak, maar het spreekt wel van zelf, dat ook, hierbij niet het gevoel, maar het verstand den doorslag moet geven, en dat tiaarbij wel degelijk met de draag kracht der ingezetenen moet.worden gere kend. Dat er van de Leidenaars heel_wat ge vraagd wordt en dat. de Gemeentelijke lasten niet onbelangrijk zijn toegenomen de laatste jarer., kan blijken uit het vol gende staatje over de laatste 10 jaren. Opgebracht werd aan plaatselijke in komstenbelasting in: het jaar 1914: f 466.916.31 1915 543.664.65 1916 605.088 32 1917 806.373.76 1918 „1.145.619.38 1919 1.747.191.42 1920 2.606 659.64 1921 „2.419.525 04 1922 „2.755.814.39 V. 1923 „2.361.280 Nu geeft dit staatje geen beeld van den werkclijken toestand, omdat b.v. de laat-, ste jaren nieuwe belastingen zijn inge voerd en andere gewijzigd, maar het .is toch wel duidelijk, dat de last die op de ingezetenen is gelegd, ook in vergelijking met de rijke jaren voor den oorlog vol strekt, niet gering le achten is, en dat een prikkel om zuinig te zijn, ook door het vermenigvuldigingseijfer-zoo laag mogelijk te zetten, volstrekt niet overbodig is. !t Deed me daarom ook genoegen (e le zen, dat door de reorganisatie van het handwerkonderwijs een niet onbelangrijk bedrag bezuinigd is, en ik hoop dat het gelukken zal ook in andere richtingen be zuinigingen aan te brengen. Ik denk hierbij aan hel Onderwijs, waar omtrent als ik het wel heb nog voorstel len van den wethouder te wachten zijn en o.a. ook aan de regeling van de werktij den voor het. gemeentepersoneel, waarom trent naar ik vernam in het thans gereor ganiseerde Georganiseerd Overleg, be sprekingen zullen worden gevoerd. Mocht het dan bovendien aan onzen burgemeester gelukken, als lid van de Eerste Kamer gedaan te krijgen dat de pensioenwetten in den geest als door. hem bepleit, worden gewijzigd, dan zou althans weer een klein stapje in de goede richting zijn gedaan. i Nu ben ik het er volkomen mee eens, amice, dat het wel en wee van ons ge meentelijk leven volstrekt niet alleen af hangt van het grooter of kle.:nor bedrag dat er bezuinigd wordt. We kunnen bezuinigen als geen ander en toch naar den kelder gaan. Daarom verheugt het me zoo, dat van daag de Leidsche. Handelsbeurs werd ge opend, omdat ik hier een van die dingen, zie die voor Leiden van groote beleekenis kunnen, zijn. Als hier leven is en vertier, als de. handel bloeit en onze markten druk bezocht worden, dan zullen daarvan allo ingezetenen en ook do gemeente profitee red Gaarne breng ik daarom van deze plaats ■een bescheiden woord van hulde aan do Kamer van Koophandel die deze zaak op touw heeft gezet en in 't bijzonder aan die leden, van wie in dezen het initiatief is uitgegaan. Klagen kan goed zijn op zijn tijd en lichtzinnigheid en oppervlakkigheid is al- lijd af le keuren. Maar het zou heel dwaas zijn, indien we moedeloos bij de pakken gingen neer zitten. Zullen we aan den greep van do ■algemeene malaise ontkomen. dan_ zal liet noodig zijn aan te pakken en alles te doen wat in ons vermogen is om over het doode punt heen te komen. Van harte hoop ik, dat het pogen van onze wakkere middenstanders zal worden gezegend en dat door deze Landelsbeurs Leiden meer dan tot nu toe, zal worden een centrum van handel.en verkeer 'en dat daardoor den bloei van onze woonplaats en van heel de omgeving zal worden be vorderd. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6