Tweede Bladj
Zaterdag 3 Mei 1924
Het hart van den dwaas.
De dwaas zegt in zijn hart:
cr is geen God. Zij verderven
het, zij maken heb gruwelijk
met him werk, er is niemand
die goed doet.
Psalm 14: 1.
In het leven rondom ons openbaart zich
een schrikkelijk feit. Er zijn mensclicn die
God den Heere niet willen kennen, die
drlestweg het bestaan van den Almachti
ge loochenen, die snood en. brutaal uit
roepen: daar is geen God!
Zulke gedachten worden niet in'.hét hart
van de verstandigen onder de kinderen
■der menschen gevondeif. Als zij van God
den Heère niet de -gave des gcloofs ont
vangen hebben, kunnen zij zeer verre af
dwalen en wonderlijk'- theorieën verkon
digen.
Maar zij gelooven dan toch dat. er een
God is, en zeggen voorts dat die God hun
ten cenenmale onbekend is en dat zij niets
van Hem weten. Voor dien onbekenden
God willen zij echter niet, zooals men in
Athene deed, een altaar bouwen.
Maar de onverstandige, bij wien het na
tuurlijke licht is verduisterd, die zijn
consciëntie als met een brandijzer toe-
schroeide, die aan groote dwaasheid zich
■overgeeft, roept het in zijn verwatenheid
uit: er is geen God.
En daarom is het zoo dwaas om deze
godslasterlijke taal uit te braken, overmits
■'hetgeen van God kennelijk is, in hen open
haar is, want God heeft liet hun geopen
baard, want Zijn onzienlijke dingen wor
den van de Schepping der wereld aan uit
-de schepselen verstaan en doorzien, bei-
da Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid,
■opdat ze niet te verontschuldigen zouden
zijn.
1 Daarom zegt de Psalmdichter: d e
dwaas zegt in zijn hart: er is geen God.
En elders (Ps. 10:4): de gocftlclooze, gelijk'
•bij zijn neus omboog steekt, onder
zoekt niet, alle zijn gedachten zijn dat
•er geen God is.
1 Er is dus een dwaas, die niet on
derzoekt, verwaten den neus omhoog
steekt, en deze taal der goddeloosheid doet
hooren. Een groot geleerde heeft eens ge
zegd: weinig kennis voert van God af,
maar veel kennis voert naar God toe.
Is het geen verschrikkelijke gedachte
dat op deze aarde, die door God den Heere
om Zijns Zelfs wil geschapen is opdat Hij
reclit gekend, geloofd en geprezen zou
worden, menschen wonen die domdriest
het bestaan van God Almachtig looche
nen? Menschen die naar den heelde en de
gelijkenisse Gods geschapen zijn. die hun
God verzaken, die toch hun God is en
blijft, omdat Hij ze geschapen heeft en
tens voor Zijn rechterstoel zal dagen.
iIs het niet een verschrikkelijk feit dat er
op djze aarde, die Godes is. menschen
wonen die roekeloos met God en Gods
dienst spotten, menschen die uit het stof
der aarde geformeerd zijn. wier adem in
'hun neusgaten is en die in hun dwazen
overmoed Godslasterlijk durven uitroepen:
er is geen God.
Het is het vreeselijke woord van den
'Atheïst, die niet de openbaring Gods
maar het b e s t a.a n van God den Heere
loochent.
Gelukkig mogen wij zeggen dat er niet
iielen zijn die aan zulke goddelooze dwaas
heid zich. hebben overgegeven. Het is wel
zoo dat -er velen zijn die maar Voortleven
alsof er geen God is, en alsof ze nooit met
?on God te doen zouden krijgen.
Maar dat is bij die velen meer verre
gaande lichtzinnigheid en dartele brood
dronkenheid. "Want, laat de nood aan den
$nan komen, laten dezulken eens in de ure
dos gevaars zicli bevinden, en ge beluis
tert andere taal van hun lippen.
Als een zware ziekte den spotter sleept
tot voor de poorten van den dood, als een
woeste storm het schip in de peillooze
d:eptc der zfiQ dreigt te doen wegzinken,
"of als er anderszins een groote nood is,
■dan hoort ge te midden van bange ziels-
tbenauwdheid het uitroepen van. Gods
naam, door hen die anders leefden alsof
er geen God was.
Helaas, de ondankbare mensch leeft als-
tl er geen God is. Maar bij het naderen
ivan den dood, in het gezicht der eeuwig-
beid is het getal derzulken zeer klein.
En toch, het is aangrijpend on ontzet
tend, er zijn er onder de kinderèn der
mienschen. d;e zoo snood zijn, die inner-
FEÜJLLETO$«
EINDELIJK VEREENIGD.
60)
Geen hoekje bleef onbezet, en wie op
den platten grond geen staanplaats be
kwam, klom op de banken of op de kachel.
Vergeefs zocht Serge zijn vriend Pa-
Goucha. Eindelijk ontdekte hij hem naast
'de vrouw van Timophéief, die een kind
op den arm en een ander aan de hand
houdend, bescheiden in een hoekje kroop.
Uit de verte gaf hij den officier allerlei
teekenen; hij had hem dadelijk herkend
jftn loonde dit.
..Lieve vrienden, lieden wil ik u over
den Zaligmaker spreken," zeide de heer
Istinef, ..over Hem, die allen wil geluk
kig maken, u allen, die hier zijt."
Een zacht toestemmend gefluister door
stroomde de zaal, en menige hand sloeg
een kruis.
>;Wij lezen uit Handelingen 13", zeide
hij, den Bijbel openslaande.
Serge nam zijn Nieuw Testament uit
den zak. De toehoorders luisterden met
•Vrome aandacht. Bij oogenblikken gaf
J'ch de belangstelling lucht, hetzij doof
Ijjalf gesmoorde kreten van bewondering.
Metzij door zacht zuchten. De heer Istinef
»am de verzen 38 en 39 Tot tekst, en ver-
lijk zoo verdorven zijn, wier consciëntie
algeheel als met een brandijzer is toege-
schroeid, dat ze zelfs in het dal der scha
duwen des doods van de taal der godde
loosheid niet aflaten en Godloochenend de
eeuwigheid ingaan.
Zoodanige dwaas, die niet onderzoekt en
zijn neus omhoog steekt, is minder dan een
Mohammedaan die roept tot Allah, is
minder dan een Heiden die knielt voor
zijn afgod.
Die ongelukkige 'dwazen die 'waarlijk
niet te veronlschuldigen zijn hebben
verloren het edelste wat de ziel des men
schen bezit, verloren juist dat wat de adel!
van den mensch boven al zijn medecrea
turen uitmaakt, verloren de rijkste gaVe
Gods aan de menschheid, namelijk dö re
ligie.
Het leven van zulk eer dwaas is arm,
doodarm. De glans des hemels ontbreekt
ten cenenmale en zijn horizont is altoos
somher-zwart omfloersd.
Eb is het gemis van de hoogste goede
ren en de rijkste schatten, die juist in de
kennis Gods en in de vreezo des Heeren
gelegen zijn. i
De dwaas die niet onderzoekt maar zul
ke armzalige gedachten zijns harten .open
baart, ondervindt de gevolgen zijner gods-
lastering reeds nu, en zal ze ten volle on
dervinden als hij te doen krijgt met Hem,
in Wiens bandon te vallen zoo vreeselijk
is.
Wie hier op aarde en in 'dit leven zijn
God verloren heeft, leeft niet alleen sonder
religie, maar ten slotte ook zonder moraal.
Hij verzaakt den dienst van God, maar
minacht ook de wet Gods, juist omdat zij
'do wet van God is.
Hij leeft alleen voor dit leven en Vcor
deze aarde, naar het goeddunken van zijn
zondig, goddeloos hart.
Hij kent slechts het materialistisch
ideaal: laat ons eten en drinken en vroo-
Jijk zijn, want morgen sterven wij.
En waarom is dat alles nu zoo dwaa s,
dwaas om zoo te denken en zoo te doen?
Let op het einde, was van ouds de spreuk
der wijzen, en is ook het woord der Hei
lige Schrift. Zijn de gevolgen voor dit le
ven reeds schrikkelijk, voor de eeuwigheid
zijn ze ontzettend.
Ook voor die rampzalige eeuwigheid
•geldt het: wat geen 'oor gehoord heeft, wat
geen oog gezien heeft, wat in 's menschen
hart niet is opgeklommen.
"Wie kent Zijn verbolgenheid naardat
Hij te vreezen is!
De Heiland sprak in het hoogepriester-
lijk gebed: die is het eeuwige leven dat zij
U kennen, don éénigen en waarachtigen
God en Jezus Christus dien Gij gezon
den hebt.
Maar dit houdt, uit kracht van. tegen
stelling óók in: dit is de eeuwige
dood dat zij U niét kennen en IJ looche
nen.
Is het leven op aarde eens afgeloopen,
dan val'. elk menschenkind in de handen
ven den éénigen en waarachtigen God. Hij
is de Eerste, maar óók de Laatste, met
(Wien ten slotte een ieder te doen krijgt.
Vreeslijk 'Is het voor den dwaas, die niet
onderzoekt, maar zijn neus omhoog steekt,
te vallen, in de handen van den levenden
God. i
EEN LIED VAN ZINZENDORF.
Hier staan wij nog op onzen post,
Gij geestsn dier Volmaakten,
Die door den Heer zijt afgelost,
Naar Zijn nabijheid haakten.
Nog zijn wij midden in den strijd,
Hij leidt ons ter victorie,
Die door Zijn bloed ons heeft bevrijd
Het Lam zij eeuwig glorie!
Hoe moet het u te moede zijn,
Verheerlijkt volk des Heeren,
Verheven boven smart en pijn
Hem eeuwig daar te eeren!
Gij, die het kruis hebt afgelegd
Dio ingingb in Gods glorie,
Geniet wat u was toegezegd:
Een deel aan Zijn Victorie.
Gij. die uw plaats bij Hem ontving!,
U toegezegd voor dezen
In der volmaakten zaalgen kring
Waar God het al zal wezen;
Verheven boven smart en druk,
Leeft gij in Zijne glorie,
Geniet gij het volmaakt geluk
En deelt in Zijn Victorie.
Geniet de vreugd' in 't Vaderland
Door Jezus eens verworven,
,U toebereid door Jezus' hand.
Die voor u is gestorven.
Wij zijn nog op den pelgrimstocht
Op weg naar Zijn Victorie
Dat onze ziel ook deelen mocht
Jn Zijne eer en glorie!
kondigde de blijde boodschap der vrije
genade door het geloof, in Jezus.
„Weet het, mannen: broeders," zeide hij,
de woorden der apostelen, aanhalende,
„dat in Hem vergeving der zonde is ge
schonken."
Het was inderdaad, een goede en blijde
boodschap voor die met betrekking tot do
genade zoozeer onkundige mensdien. Daar
zij gewoon waren aan de noodzakelijkheid
van vasten .en boetedoening, en betaalde
missen, door welken zij meenden zalig to
worden, luisterden zij dubbel naar de be
lofte van onmiddellijke en volkomen za
ligheid. i
Toen er gesproken, werd van het offer
op Golgotha, van de verlossing daardoor
•volbracht, e-n van den toegang tot het rijk
Gods daardoor verkregen, werden de
Zuchten hoorbaar en de kreten herlïaald.
„Ziet dan toe," zeide de heer Istinef ten
slotte, „dat over ulieden niet kome hetgeen
gezegd is door de profeten: Ziet, gij ver
achters! en verwondert u, en verdwijnt;
opdat u niet overkome zooals den Joden
vanouds, dat de aangeboden zaligheid,
ofschoon door God- zelf geschonken, wor
de verworpen:"
..Ik heb mijn Zion gegeven, opdat Hij
het licht der heidenen zou zijn tot aan do
einden der aarde, zegt de Heer. Laat u
verlichten, neemt het ar.n terwijl het nog
tijd is. Vrienden, wilt gij de zaligheid aan-
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Driel, J. Ronge te
Hoog Blokland; te OoltgensplaatW.
Deur te Zegveld; te Wierden: G. Alers te
Nieuw Lekkerland.
Aangenomen. Naar Bodegraven:
G. A. Pott te Oud-Beijerland.
Bedankt. Voor Huizen (nieuwe pred.
plaats): G. A'. Pott te Oud-Beijerland;
voor St. Annaland: F. van Asch te Den
Ham; voor Polsbroek en de Vlist: E.
Schimmel te Jaarsveld.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te AmsterdamDr. O. Bou-
ma te Zwolle en Dr. K. Dijk te 's-Grayen-
hago. v,;,-'-.
Beroepbaar gesteld.
Toegelaten is tot de Evangeliebediening
in de Ned. Herv. Kerk door het prov. kerk
bestuur van Groningen, de hoer A. J.
iloekzema, theol. cand. te Utrecht, wo
nende te Nijkerk.
Ds. G. J. v. d. Vegt.
In de lMei gehouden classicale verga
dering der Classis Groningen der Geref.
Kerken is aan Ds. G, J. v. d. Vegt, te Ha
ren., met ingang van 1 Juni eervol emeri
taat. verleend.
Ds. H. Janssen.
Ds. H. Janssen, de bekende leger- en
vlootpredikant in algem. diepst, heeft gis
teren Europa voor eenige weken verlaten
om met de „Tromp" voor een 6-tal weken
naar do Kana-risehe eilanden te gaan.
Si
Christel. Geref. Predikanten.
De PTe-dikantenvereeniging- der Chris
telijke Gereformeerde kerk zal vergaderen
Woensdag 11 Juni in de aula van de
Theol. School te Apeldoorn. Referaten
zullen geleverd worden door ds. J. Ree-
sink van Aalten. overDe kerk en het Ko
ninkrijk Gods; cn door ds. Joh. v. d. Vegt
van Onstwedde over: De subjectieve zijde
van het Genadeverbond.
Wonosobo.
Nadat door de Zendende Kerk van Delft
do overname van het zendingsterrein Wo
nosobo eerst tevergeefs aan de zendende
Kerk van Rotterdam gevraagd was, heeft
naar de Stand, meldt, ook de zendende
Kerk van Middelburg een soortgelijk tot
haar gericht verzoek van Delft afgewezen.
Middelburg kan zich ook niet zwaarder
belasten, aldus de verklaring, dan het
reeds dcet.
„Jachin."
Do Geref. Zondagsschool vereen. „Jachin'
hoopt D.V. Woensdag 9Juli to'Hilversum
haar jaarvergadering te houden, vooraf
gegaan door een bidstond op den voor
avond.
Prov. Diac. Conferentie.
De Prov. Diaconale Conferentie der Ge
ref. Kerken in Zuid-Hollancl wordt 28 Mei
te Maassluis gehouden.
Predikanten Geheeionth.-Vereen.
Deze week had bij gelegenheid van de
Predikantenvergadering .in Utrecht de
jaarvergadering plaats van de P. G. O. V.
Door ziekte van den av aar neme melen se
cretaris kon het jaarverslag niet av orden
uitgebracht.
Tot bestuursleden werden gekozen do
heeren d's. Joh. Luuring van Hazerswoude,
ds. W. Reus van West-Kapelle én ds. G.
Barger Ez. van Tienhoven. Aan den laat
ste werd opgedragen het secretariaat-
penningmeesterschap.
De a'oorzitter, prof. Slotemaker do Brui
ne deelde nog enkele bijzonderheden mee
over de a.s. vergadering van de N. C. G.
O. V. in Zutfen.
Een verzoek aan de Synode.
De buitengewone vergadering van de
classis Amsterdam der Ned. Herv. kerken
nam met algemeens stemmen een motie
aan, waarin zij wordt verzocht aan de
kerk haar oude, kerkelijke vergaderingen,
die haar in 1816 ten onrechte zijn ontno
men, te hergeven, en als eerste stap daar
toe de rechten der Classisvergaderingen
te herstellen, en haar haar oorspronkelij
ke regeermacht weer terug te schenken;
cn de Classis van 's-Gravenhage, Rotter
dam en Utrecht worden a-erzocht elk een
tweetal afgev. te willen benoemen, ten
einde met de Amsterdamsche commissie
tc zamen een commissie te vormen, die
tracht alom in de kerk (allereerst na
tuurlijk in de bedoelde classis) de begeer
te naar georganisatie in den ooTspronke-
1 ijken zin des woords t% doen herleven,
en de kennis van wat daarmee samen
hangt op allerlei wijzen door woord en
geschrift te bevorderen, m.a.w.: die de
taak vervult (maar dan nog breeder opge
zet) der arroegere reorganisatie-commissie.
rnemen dezen dag, 'dezen avond, dit oogen-
hlik? Wie 't wil, spreke luid!"
„Wij willen!" zeiden drie jongelingen
uit do voorste rij „wij willen," her
haalden vele stemmen.
„Ik wil," sprak zachtkens eeno stem
naast den spreker. Haastig keerde hij zicli
■om, Serge hield de handen voor het ge
laat.
„Laat ons hidden."
Plotseling hoorde men beweging; de
deur Averd met kracht geopend, er ont
stond twist tuschen eenigen der voerlie
den en iemand, die tevergeefs trachtte
binnen te komen.
Dit gedruisck lioorende, hief Serge liet
hoofd op, en zag in de half geopende deur
de gestalte van een politieagent. Het Rus
sische volk vreest de openbare macht.
Sommigen gingen instinctmatig achter
uit; enkelen moediger dan zij, begonnen te
loepen en zelfs dreigend den arm op te
heffen, toen de slem van den heer Istinef
luide deze woorden sprak:
„Stilte! Laat hem "binnenkomen. Brengt
g:j op deze wijze het gehoorde in toepas
sing? Zij, die Christi zijn, behooren te
zwijgen!"
Er volgde onmiddellijke gehoorzaam
heid, on do politieagent met twee man
nen, die hom toegevoegd waren, gleed stil
voort tot bij de tafel van d:-n spreker;
De 's-GravenpoIdersche kerkkwestie.
Do' president der rechtbank te Middel
burg deed uitspraak in het kort geding
betreffende de kerkelijke kwestio to 's-Gra
venpolder.
Do president wil zich niet uitlaten of de
gedaagden gerechtigd zijn, het kerkge
bouw to bezetten, daar dit in do bij do
rechtbank aanhangige procedure zal Avor-
den beslist, tot zoolang moeten echter
allo leden van de kerk van het gebouw
kunnen gebruik maken.
De president verklaarde zich ten slotte
bevoegd van de zaak kennis te nemen cn
de eischers ontvankelijk in hun ciseh, cn
besliste dat zij in het bezit van het onroe
rend goed moeten worden gesteld, des
noods met hulp van den sterken arm. Ten
slotte veroordeelt het vonnis de gedaag
den tob betaling van de kosten van het ge
ding, welke bedragen f 75.40.
D© partij-Goud die staat aan de zijde
van Ds. v. d. Garde heeft in kort geding
dus gelijk gekregen.
Prof. Kuyper in Zuid-Afrika.
Prof. dr. H. H. Kuyper, die op het oogeni
blik in Zuid-Afrika vertoeft als afgevaar
digde van de Gereformeerde kerken in
Nederland, geniet daar een buitengewoon
hartelijke ontvangst. De Afrikaanscho bla
den bevatten er zeer vele en zeer dank
baar gestemde kolommen over.
Over prof. Kuypers omgangswijze trof
ons de volgend© aardige karakteristiek:
„U het nie noodig skrikkerig vir hom te
wees nie, want hij is baie vriendelik en
glad nie styf in die omgang nie, soos par
ty van die hoë mens© soms is. Hij het niet
allyd die pluishoed op nie en die lang
mantel aan."
Over een; rede te Burgerdorp, waar prof.
Kuyper te antwoorden had op een toe
spraak in welke hem gewezen werd op 'b
gevaar van samengaan der Gereformeer
den met de Roomschen, lezen we in „Die
Kerkblad" 't volgende alleszins merkwaar
dige a-erslag:
„Wat betref die Roomse gevaar en vroe-
ëre samewerking van die Antirewolusio-
nêro met die Roomse wil spreker graag
een verduideliking gee.
„Ons moet nooit vergeet dat Holland
vandag sy onafhanklikheid te danke het
aan dio steun en samewerking van die
Roomse. Die Roomse in Nederland was
ook teen die Inkwisiesie A'an Spanje en
hulle het saam met die ander burgers van
die land hulle heftig daarteen ver set. Ver
der moet nie vergeet word nie, dat die
Liberalisme in Holland niks van God wil
weet nie. Dit is daar 'n hewige stryd tus
sen die geloof en die ongeloofenz.
Radiopreeken.
De radiopreeken Aran do Geref. Kerk
van Bloemend aal blijken. naar wij in
De Stand, lezen uitstekend geslaagd te
zijn, zoo zelfs, dat het orgelspel nog goed
kon worden gehoord te Soest en Hooge-
ve-en, de preek zelf echter minder goed.
Van verderop had men geen berichten
meer.
De groote moeilijkheid, zit daarin, dat-
bij een gewone draadlooze a'erzcnding do
spreker vlak voor den microfoon plaats
neemt en zich bovendien gewoonlijk in 'n
kleine kamer bevindt. Dit is natuurlijk
niét het geval in een kerk, waar de ruimte
zoer groot is en de dominé niet steeds
preekte voor den microfoon.
Nu zullen in het vervolg proeven wo'r-
-den. genomen met meer microfoons, met
inschakeling van een of twee lampen tus-
sclien den microfoon en dien uitzender cn
de uitzender zelf zal versterkt worden
door een motor, inplaats van door accu
mulatoren, daar deze laatste na eendgen
tijd een minder constanten stroom leve
ren.
Heb ligt in do bedoeling a-s. Zondag de
proeven te hernemen, wanneer de kerke-
raad zijn toestemming geven zal. Intus-
sehen is men dnik bezig de noodige ver
beteringen aan het uitzendingssysteem
aan te brengen.
Opvoering van een tooneelsluk.
Het Groninger Provinciaal Comité van
de Vrije Universiteit publiceert de vol
gende uitspraak:
„Het provinciaal comité van de Vrije
Universiteit te Groningen in vergadering
bijeen met correspondenten en agenten
uit de geheele provincie op Woensdag 30
April 1924 in do Zuiderkerk te Gronii.^ei>
met blijdschap kennis genomen hebbende
van het protest vervat in de artikelen van
de professoren dr. V. Hepp, dr. C. Van
Gelderen en dr. F. W. Grosheide, inzake
de vertooning van een tooneelspel A'an Is.
Querido, welke opvoering geheel in strijd
geacht moet worden met de beginselen,
die den grondslag vormen van genoemde
universiteit, betreuren dat een 14-tal stu
denten van genoemde onderwijsinrichting
een onheilspellend gemurmel deed zicli
onder de aanwezigen hooren.
„Wat wilt gij van ons?" vraagde do
heer Istinef bedaard.
„Gij zijt mijn gevangene," sprak de
uitvoerder der openbare maclit. „Ons is
bevolen élke geheime samenscholing uit
een te drijven en de woordvoerders gevan
gen te nemen."
„Deze menschen hebben geen verkoelde
bedoeling, mijn vriend," antwoorddo de
heer Istinef, „hun doel is enkel het hoo
ren van Gods Woord."
„Hoe weet men dit?" antwoorddo de
aangesprokene koel. „Geen kwaad oog
merk? Zoo spreekt een ieder; wij weten
wat dat be teekentonze orders zijn
duidelijk uiteenjagen, gevangennemen.
Stenka," sprak hij tot den eenen, „bewaak
dezen, en gij, Silatch, houd den anderen
vast."
Beiden wilden den. last volvoeren, maar
een kreet a'an verontwaardiging werd lui
de gehoord. De jongelingen op de voorste
rij plaatsten zich ruggelings voor den
heer Istinef, om hem te beschermen.
„Vreest gij ook God niet?" vraagden zij.
„dat gij de hand durft opheffen tegen een
vroom man! Hij heeft ons alleenlijk Gods
Woord verklaard."
Ook Serge sprong vooruit. „Hoe, meent
gij dat wij nihil*sten of oproermakers
zijn?" vraagde hij heftig en zonder te let-
r aan bedoelde opvoering hebben dëeigentft
men. spreekt er zijn diep leedwezen ovei
uit, dat eert professor van dezo uuiversw
teifc, die ons Geref. volk lief is, zich niefcj
ontzien heeft, te verklareD, genoemde op?
voering met genoegen te hebben bijge
woond; noodigt heeren directeuren, cura'ij
toren hiermede dringend uit, onverwijld]
maatregelen re nemen, opdat voorkomen!
worde, dat feiten als bover.gesignaleerdej
zich wederom zenden kunnen voordoen." j
l!
Steun aan uitgetrokken werkloozen.
Over dit onderwerp meldt do Geref. t
Kerkbode van Soest het volgende
Over do houding, Arelke de Diaconie ten-
opzichte van bovengenoemden steun heefc
aan to nemen, is door den kerkeraad op.'
racer dan een vergadering beraadslaagd.
Ten slotte is een besluit, genomen, dat wij
hierbij publiceeren. Om onbedoeldo ge
volgtrekkingen te voorkomen, merken wij
uitdrukkelijk op, dat dit besluit alleen
betreft den tegenwoordigen toestand ïn
Soest en ook alleen raakt de ondersteu
ning aan georganiseerd© werkloozcn, dio
te dezer plaatse door het gemeentebestuur
gesteld worden onder de armverzorging.
Het besluit luidt dan aldus:
De kerkeraad, gehoord het rapport van
de te dezer zake benoemde commissie, ge
hoord ook do besprekingen tor classicale
vergadering van 0 Aprü j.l.,
besluit aan de broeders, die bezwaar in
brachten tegen de hier geldende diakona-
ïo ondersteuning aan werkloozen te ant
woorden:
a. dat de oorzaak van hetgeen deze
broeders een misstand achten in den
steim aan de georganiseerde werkloozen
te zoeken is bij het gemeentebestuur;
b. dat het niet op den weg der Diakonïe
ligt oen bepaald inzicht, dat zou moeten
gelden op sociaal en economisch terrein,
aan het gemeentebestuur als het eenig
juiste aan te wijzen, te minder waar om
trent dit inzicht in onze kringen volstrekt
geen eenstemmigheid bestaat. Te dezer
zake hebben de organisaties of de arbei
ders individueel zelren een taak, bij de
vervulling waarvan zij zich beter wenden
kunnen tot de vertegenwoordigers der
Christelijke partijen.
c. dat zoolang de plaatsclïiko overheid
alle werkloozen beschouwt, als voorwerp
van armverzorging, de diakonie het ge-
wenseht blijft achten alle leden der ge
meente, die in sboffelijken nood verkeeren,
zooveel mogelijk te ondersteunen, afge
zien van de oorzaak van dien nood.
d. dat de Diakonie hiertoe ccliter nie
mand pressen wil of mag, zoodat wanneer
een georganiseerde werklooze voor zich
liever den stenn der oa'erheid begeert. zij
hem daarin geenszins wil belemmeren.
Aan het bovenstaande wenseht de ker
keraad nog toe te voegen, dat in de ge
meente van Chrjstus do diakonale verzor
ging nimmer als iets minderwaardigs mag
worden beschouwd.
Deze verzorging meet dankbaar erkend
worden als een hulp, die onze barmharti
ge Hoogepriester Zelf uitreikt door middel
Zijner gemeente, Do gedachte leeft, bij
'den kerkeraad, dat de-ze schriftuurlijke
'beschouwing helaas niet bij alle leden on
zer gemeente aangetroffen wordt.
Met deze constateering bedoelt do ker
keraad intusschen geen a'erwijt te richten,
tot do broeders, die deze zaak aanhangig
maakten, daar hij A'an de goede en zuiverc-
bedpeling dezer broeders ten volle over
tuigd is."
ACHTERWAAR ÏSCHE
CONCENTRATIE.
Op den eersten- Mei, gedenk ik, zegt hei
Friese h Dagblad den Boeren'
-oorlog.
Dien de Boeren praktisch verloren^
maar z e d e 1 ij k gewonnen hebben.
Wei zich met mij dio dagen nog herin-;
pert, weet ook nog van de beroemdo
.Achterwaartsche Concentra-
,t i e.
Dan had de Brit 't weer gewonnen
Natuurlijk, die won altijd.
Maar om te beter van zijn overwinning
te kunnen profiteeren. en er do vruchten
van te plukken trok liij zich dan op een
Jieel eind naar achteren gelegen stellingen
terug.
„Achterwaartsche Concentratie" dus.
Eenige jaren geleden hadden de mannen
.•der S. D. A. P. de geuzenmast al in han
den, om er één-twee-drie de poort der
„,S ocialisatie" mee open te ïara<
m<?ien. Thans, vier en vijf jaar 1 a t e
houden ze één Mei onder de leuzen van...
Bedrijfsorganisatie cn Medezeggenschap,
Ik ben een boon, .als dat niet precies die
ouderwetscli-Britsche Achter waart schfe
.Concentratie" is. En, reken maar! al do
xoodo broederen klappen óén Mei in do
hebben behaald achterwaarlsche con
centratie.
ten op den berispenden blik van den hoor
Istinef. -,lk gebied n in naam des keizers
ten spoedigste-te vertrekken. Hoe durft
gij in tegenwoordigheid van een garde-
officier de hand leggen op een vreedzaam
burger; weet gij met Avien gij te doen
hebt?"
De agent aarzelde; de heer Istinef legdo
de hand op den. schouder van Serge cn
fluisterde: „Maak u niet driftig, dal be
derft ODze zaak, laat mij begaan."
Toon keerde hij zich tot de lieden, en
zeide: „Wij willen u voegen cn den chef
spreken."
„Wij gaan mede!" riepen de aanwezi
gen.
De dichte massa begon zicli te bewegen,
vooruitgegaan door de politiedienaren,
tusschen welke de heer Istinef en Serge
liepen. Serge had moeite ffijn toorn Ie bo-
dwingen; hoe, een luitenant door politie
agenten opgebracht! Welk eeno vernede
ring! Ware liet niet om zijn peetoom ge
weest, hij zou met één vuistslag den agent
hebben neergeworpen en zioli daarna tot
den prefect iiebben gewend; maar, o eron
der, eene stem binnen in hem. die hij
langzamerhand begon to onderkennen,
sprak: Zou de leerling van den Meester,
die zachtmoedig was en nederig van har
te, zóó handelen? Zoo ging hij stil voort.
(Wordt vervolgd).