Tweede Bladj Zaterdag 3 Mei 1924 Het hart van den dwaas. De dwaas zegt in zijn hart: cr is geen God. Zij verderven het, zij maken heb gruwelijk met him werk, er is niemand die goed doet. Psalm 14: 1. In het leven rondom ons openbaart zich een schrikkelijk feit. Er zijn mensclicn die God den Heere niet willen kennen, die drlestweg het bestaan van den Almachti ge loochenen, die snood en. brutaal uit roepen: daar is geen God! Zulke gedachten worden niet in'.hét hart van de verstandigen onder de kinderen ■der menschen gevondeif. Als zij van God den Heère niet de -gave des gcloofs ont vangen hebben, kunnen zij zeer verre af dwalen en wonderlijk'- theorieën verkon digen. Maar zij gelooven dan toch dat. er een God is, en zeggen voorts dat die God hun ten cenenmale onbekend is en dat zij niets van Hem weten. Voor dien onbekenden God willen zij echter niet, zooals men in Athene deed, een altaar bouwen. Maar de onverstandige, bij wien het na tuurlijke licht is verduisterd, die zijn consciëntie als met een brandijzer toe- schroeide, die aan groote dwaasheid zich ■overgeeft, roept het in zijn verwatenheid uit: er is geen God. En daarom is het zoo dwaas om deze godslasterlijke taal uit te braken, overmits ■'hetgeen van God kennelijk is, in hen open haar is, want God heeft liet hun geopen baard, want Zijn onzienlijke dingen wor den van de Schepping der wereld aan uit -de schepselen verstaan en doorzien, bei- da Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, ■opdat ze niet te verontschuldigen zouden zijn. 1 Daarom zegt de Psalmdichter: d e dwaas zegt in zijn hart: er is geen God. En elders (Ps. 10:4): de gocftlclooze, gelijk' •bij zijn neus omboog steekt, onder zoekt niet, alle zijn gedachten zijn dat •er geen God is. 1 Er is dus een dwaas, die niet on derzoekt, verwaten den neus omhoog steekt, en deze taal der goddeloosheid doet hooren. Een groot geleerde heeft eens ge zegd: weinig kennis voert van God af, maar veel kennis voert naar God toe. Is het geen verschrikkelijke gedachte dat op deze aarde, die door God den Heere om Zijns Zelfs wil geschapen is opdat Hij reclit gekend, geloofd en geprezen zou worden, menschen wonen die domdriest het bestaan van God Almachtig looche nen? Menschen die naar den heelde en de gelijkenisse Gods geschapen zijn. die hun God verzaken, die toch hun God is en blijft, omdat Hij ze geschapen heeft en tens voor Zijn rechterstoel zal dagen. iIs het niet een verschrikkelijk feit dat er op djze aarde, die Godes is. menschen wonen die roekeloos met God en Gods dienst spotten, menschen die uit het stof der aarde geformeerd zijn. wier adem in 'hun neusgaten is en die in hun dwazen overmoed Godslasterlijk durven uitroepen: er is geen God. Het is het vreeselijke woord van den 'Atheïst, die niet de openbaring Gods maar het b e s t a.a n van God den Heere loochent. Gelukkig mogen wij zeggen dat er niet iielen zijn die aan zulke goddelooze dwaas heid zich. hebben overgegeven. Het is wel zoo dat -er velen zijn die maar Voortleven alsof er geen God is, en alsof ze nooit met ?on God te doen zouden krijgen. Maar dat is bij die velen meer verre gaande lichtzinnigheid en dartele brood dronkenheid. "Want, laat de nood aan den $nan komen, laten dezulken eens in de ure dos gevaars zicli bevinden, en ge beluis tert andere taal van hun lippen. Als een zware ziekte den spotter sleept tot voor de poorten van den dood, als een woeste storm het schip in de peillooze d:eptc der zfiQ dreigt te doen wegzinken, "of als er anderszins een groote nood is, ■dan hoort ge te midden van bange ziels- tbenauwdheid het uitroepen van. Gods naam, door hen die anders leefden alsof er geen God was. Helaas, de ondankbare mensch leeft als- tl er geen God is. Maar bij het naderen ivan den dood, in het gezicht der eeuwig- beid is het getal derzulken zeer klein. En toch, het is aangrijpend on ontzet tend, er zijn er onder de kinderèn der mienschen. d;e zoo snood zijn, die inner- FEÜJLLETO$« EINDELIJK VEREENIGD. 60) Geen hoekje bleef onbezet, en wie op den platten grond geen staanplaats be kwam, klom op de banken of op de kachel. Vergeefs zocht Serge zijn vriend Pa- Goucha. Eindelijk ontdekte hij hem naast 'de vrouw van Timophéief, die een kind op den arm en een ander aan de hand houdend, bescheiden in een hoekje kroop. Uit de verte gaf hij den officier allerlei teekenen; hij had hem dadelijk herkend jftn loonde dit. ..Lieve vrienden, lieden wil ik u over den Zaligmaker spreken," zeide de heer Istinef, ..over Hem, die allen wil geluk kig maken, u allen, die hier zijt." Een zacht toestemmend gefluister door stroomde de zaal, en menige hand sloeg een kruis. >;Wij lezen uit Handelingen 13", zeide hij, den Bijbel openslaande. Serge nam zijn Nieuw Testament uit den zak. De toehoorders luisterden met •Vrome aandacht. Bij oogenblikken gaf J'ch de belangstelling lucht, hetzij doof Ijjalf gesmoorde kreten van bewondering. Metzij door zacht zuchten. De heer Istinef »am de verzen 38 en 39 Tot tekst, en ver- lijk zoo verdorven zijn, wier consciëntie algeheel als met een brandijzer is toege- schroeid, dat ze zelfs in het dal der scha duwen des doods van de taal der godde loosheid niet aflaten en Godloochenend de eeuwigheid ingaan. Zoodanige dwaas, die niet onderzoekt en zijn neus omhoog steekt, is minder dan een Mohammedaan die roept tot Allah, is minder dan een Heiden die knielt voor zijn afgod. Die ongelukkige 'dwazen die 'waarlijk niet te veronlschuldigen zijn hebben verloren het edelste wat de ziel des men schen bezit, verloren juist dat wat de adel! van den mensch boven al zijn medecrea turen uitmaakt, verloren de rijkste gaVe Gods aan de menschheid, namelijk dö re ligie. Het leven van zulk eer dwaas is arm, doodarm. De glans des hemels ontbreekt ten cenenmale en zijn horizont is altoos somher-zwart omfloersd. Eb is het gemis van de hoogste goede ren en de rijkste schatten, die juist in de kennis Gods en in de vreezo des Heeren gelegen zijn. i De dwaas die niet onderzoekt maar zul ke armzalige gedachten zijns harten .open baart, ondervindt de gevolgen zijner gods- lastering reeds nu, en zal ze ten volle on dervinden als hij te doen krijgt met Hem, in Wiens bandon te vallen zoo vreeselijk is. Wie hier op aarde en in 'dit leven zijn God verloren heeft, leeft niet alleen sonder religie, maar ten slotte ook zonder moraal. Hij verzaakt den dienst van God, maar minacht ook de wet Gods, juist omdat zij 'do wet van God is. Hij leeft alleen voor dit leven en Vcor deze aarde, naar het goeddunken van zijn zondig, goddeloos hart. Hij kent slechts het materialistisch ideaal: laat ons eten en drinken en vroo- Jijk zijn, want morgen sterven wij. En waarom is dat alles nu zoo dwaa s, dwaas om zoo te denken en zoo te doen? Let op het einde, was van ouds de spreuk der wijzen, en is ook het woord der Hei lige Schrift. Zijn de gevolgen voor dit le ven reeds schrikkelijk, voor de eeuwigheid zijn ze ontzettend. Ook voor die rampzalige eeuwigheid •geldt het: wat geen 'oor gehoord heeft, wat geen oog gezien heeft, wat in 's menschen hart niet is opgeklommen. "Wie kent Zijn verbolgenheid naardat Hij te vreezen is! De Heiland sprak in het hoogepriester- lijk gebed: die is het eeuwige leven dat zij U kennen, don éénigen en waarachtigen God en Jezus Christus dien Gij gezon den hebt. Maar dit houdt, uit kracht van. tegen stelling óók in: dit is de eeuwige dood dat zij U niét kennen en IJ looche nen. Is het leven op aarde eens afgeloopen, dan val'. elk menschenkind in de handen ven den éénigen en waarachtigen God. Hij is de Eerste, maar óók de Laatste, met (Wien ten slotte een ieder te doen krijgt. Vreeslijk 'Is het voor den dwaas, die niet onderzoekt, maar zijn neus omhoog steekt, te vallen, in de handen van den levenden God. i EEN LIED VAN ZINZENDORF. Hier staan wij nog op onzen post, Gij geestsn dier Volmaakten, Die door den Heer zijt afgelost, Naar Zijn nabijheid haakten. Nog zijn wij midden in den strijd, Hij leidt ons ter victorie, Die door Zijn bloed ons heeft bevrijd Het Lam zij eeuwig glorie! Hoe moet het u te moede zijn, Verheerlijkt volk des Heeren, Verheven boven smart en pijn Hem eeuwig daar te eeren! Gij, die het kruis hebt afgelegd Dio ingingb in Gods glorie, Geniet wat u was toegezegd: Een deel aan Zijn Victorie. Gij. die uw plaats bij Hem ontving!, U toegezegd voor dezen In der volmaakten zaalgen kring Waar God het al zal wezen; Verheven boven smart en druk, Leeft gij in Zijne glorie, Geniet gij het volmaakt geluk En deelt in Zijn Victorie. Geniet de vreugd' in 't Vaderland Door Jezus eens verworven, ,U toebereid door Jezus' hand. Die voor u is gestorven. Wij zijn nog op den pelgrimstocht Op weg naar Zijn Victorie Dat onze ziel ook deelen mocht Jn Zijne eer en glorie! kondigde de blijde boodschap der vrije genade door het geloof, in Jezus. „Weet het, mannen: broeders," zeide hij, de woorden der apostelen, aanhalende, „dat in Hem vergeving der zonde is ge schonken." Het was inderdaad, een goede en blijde boodschap voor die met betrekking tot do genade zoozeer onkundige mensdien. Daar zij gewoon waren aan de noodzakelijkheid van vasten .en boetedoening, en betaalde missen, door welken zij meenden zalig to worden, luisterden zij dubbel naar de be lofte van onmiddellijke en volkomen za ligheid. i Toen er gesproken, werd van het offer op Golgotha, van de verlossing daardoor •volbracht, e-n van den toegang tot het rijk Gods daardoor verkregen, werden de Zuchten hoorbaar en de kreten herlïaald. „Ziet dan toe," zeide de heer Istinef ten slotte, „dat over ulieden niet kome hetgeen gezegd is door de profeten: Ziet, gij ver achters! en verwondert u, en verdwijnt; opdat u niet overkome zooals den Joden vanouds, dat de aangeboden zaligheid, ofschoon door God- zelf geschonken, wor de verworpen:" ..Ik heb mijn Zion gegeven, opdat Hij het licht der heidenen zou zijn tot aan do einden der aarde, zegt de Heer. Laat u verlichten, neemt het ar.n terwijl het nog tijd is. Vrienden, wilt gij de zaligheid aan- KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Driel, J. Ronge te Hoog Blokland; te OoltgensplaatW. Deur te Zegveld; te Wierden: G. Alers te Nieuw Lekkerland. Aangenomen. Naar Bodegraven: G. A. Pott te Oud-Beijerland. Bedankt. Voor Huizen (nieuwe pred. plaats): G. A'. Pott te Oud-Beijerland; voor St. Annaland: F. van Asch te Den Ham; voor Polsbroek en de Vlist: E. Schimmel te Jaarsveld. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te AmsterdamDr. O. Bou- ma te Zwolle en Dr. K. Dijk te 's-Grayen- hago. v,;,-'-. Beroepbaar gesteld. Toegelaten is tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk door het prov. kerk bestuur van Groningen, de hoer A. J. iloekzema, theol. cand. te Utrecht, wo nende te Nijkerk. Ds. G. J. v. d. Vegt. In de lMei gehouden classicale verga dering der Classis Groningen der Geref. Kerken is aan Ds. G, J. v. d. Vegt, te Ha ren., met ingang van 1 Juni eervol emeri taat. verleend. Ds. H. Janssen. Ds. H. Janssen, de bekende leger- en vlootpredikant in algem. diepst, heeft gis teren Europa voor eenige weken verlaten om met de „Tromp" voor een 6-tal weken naar do Kana-risehe eilanden te gaan. Si Christel. Geref. Predikanten. De PTe-dikantenvereeniging- der Chris telijke Gereformeerde kerk zal vergaderen Woensdag 11 Juni in de aula van de Theol. School te Apeldoorn. Referaten zullen geleverd worden door ds. J. Ree- sink van Aalten. overDe kerk en het Ko ninkrijk Gods; cn door ds. Joh. v. d. Vegt van Onstwedde over: De subjectieve zijde van het Genadeverbond. Wonosobo. Nadat door de Zendende Kerk van Delft do overname van het zendingsterrein Wo nosobo eerst tevergeefs aan de zendende Kerk van Rotterdam gevraagd was, heeft naar de Stand, meldt, ook de zendende Kerk van Middelburg een soortgelijk tot haar gericht verzoek van Delft afgewezen. Middelburg kan zich ook niet zwaarder belasten, aldus de verklaring, dan het reeds dcet. „Jachin." Do Geref. Zondagsschool vereen. „Jachin' hoopt D.V. Woensdag 9Juli to'Hilversum haar jaarvergadering te houden, vooraf gegaan door een bidstond op den voor avond. Prov. Diac. Conferentie. De Prov. Diaconale Conferentie der Ge ref. Kerken in Zuid-Hollancl wordt 28 Mei te Maassluis gehouden. Predikanten Geheeionth.-Vereen. Deze week had bij gelegenheid van de Predikantenvergadering .in Utrecht de jaarvergadering plaats van de P. G. O. V. Door ziekte van den av aar neme melen se cretaris kon het jaarverslag niet av orden uitgebracht. Tot bestuursleden werden gekozen do heeren d's. Joh. Luuring van Hazerswoude, ds. W. Reus van West-Kapelle én ds. G. Barger Ez. van Tienhoven. Aan den laat ste werd opgedragen het secretariaat- penningmeesterschap. De a'oorzitter, prof. Slotemaker do Brui ne deelde nog enkele bijzonderheden mee over de a.s. vergadering van de N. C. G. O. V. in Zutfen. Een verzoek aan de Synode. De buitengewone vergadering van de classis Amsterdam der Ned. Herv. kerken nam met algemeens stemmen een motie aan, waarin zij wordt verzocht aan de kerk haar oude, kerkelijke vergaderingen, die haar in 1816 ten onrechte zijn ontno men, te hergeven, en als eerste stap daar toe de rechten der Classisvergaderingen te herstellen, en haar haar oorspronkelij ke regeermacht weer terug te schenken; cn de Classis van 's-Gravenhage, Rotter dam en Utrecht worden a-erzocht elk een tweetal afgev. te willen benoemen, ten einde met de Amsterdamsche commissie tc zamen een commissie te vormen, die tracht alom in de kerk (allereerst na tuurlijk in de bedoelde classis) de begeer te naar georganisatie in den ooTspronke- 1 ijken zin des woords t% doen herleven, en de kennis van wat daarmee samen hangt op allerlei wijzen door woord en geschrift te bevorderen, m.a.w.: die de taak vervult (maar dan nog breeder opge zet) der arroegere reorganisatie-commissie. rnemen dezen dag, 'dezen avond, dit oogen- hlik? Wie 't wil, spreke luid!" „Wij willen!" zeiden drie jongelingen uit do voorste rij „wij willen," her haalden vele stemmen. „Ik wil," sprak zachtkens eeno stem naast den spreker. Haastig keerde hij zicli ■om, Serge hield de handen voor het ge laat. „Laat ons hidden." Plotseling hoorde men beweging; de deur Averd met kracht geopend, er ont stond twist tuschen eenigen der voerlie den en iemand, die tevergeefs trachtte binnen te komen. Dit gedruisck lioorende, hief Serge liet hoofd op, en zag in de half geopende deur de gestalte van een politieagent. Het Rus sische volk vreest de openbare macht. Sommigen gingen instinctmatig achter uit; enkelen moediger dan zij, begonnen te loepen en zelfs dreigend den arm op te heffen, toen de slem van den heer Istinef luide deze woorden sprak: „Stilte! Laat hem "binnenkomen. Brengt g:j op deze wijze het gehoorde in toepas sing? Zij, die Christi zijn, behooren te zwijgen!" Er volgde onmiddellijke gehoorzaam heid, on do politieagent met twee man nen, die hom toegevoegd waren, gleed stil voort tot bij de tafel van d:-n spreker; De 's-GravenpoIdersche kerkkwestie. Do' president der rechtbank te Middel burg deed uitspraak in het kort geding betreffende de kerkelijke kwestio to 's-Gra venpolder. Do president wil zich niet uitlaten of de gedaagden gerechtigd zijn, het kerkge bouw to bezetten, daar dit in do bij do rechtbank aanhangige procedure zal Avor- den beslist, tot zoolang moeten echter allo leden van de kerk van het gebouw kunnen gebruik maken. De president verklaarde zich ten slotte bevoegd van de zaak kennis te nemen cn de eischers ontvankelijk in hun ciseh, cn besliste dat zij in het bezit van het onroe rend goed moeten worden gesteld, des noods met hulp van den sterken arm. Ten slotte veroordeelt het vonnis de gedaag den tob betaling van de kosten van het ge ding, welke bedragen f 75.40. D© partij-Goud die staat aan de zijde van Ds. v. d. Garde heeft in kort geding dus gelijk gekregen. Prof. Kuyper in Zuid-Afrika. Prof. dr. H. H. Kuyper, die op het oogeni blik in Zuid-Afrika vertoeft als afgevaar digde van de Gereformeerde kerken in Nederland, geniet daar een buitengewoon hartelijke ontvangst. De Afrikaanscho bla den bevatten er zeer vele en zeer dank baar gestemde kolommen over. Over prof. Kuypers omgangswijze trof ons de volgend© aardige karakteristiek: „U het nie noodig skrikkerig vir hom te wees nie, want hij is baie vriendelik en glad nie styf in die omgang nie, soos par ty van die hoë mens© soms is. Hij het niet allyd die pluishoed op nie en die lang mantel aan." Over een; rede te Burgerdorp, waar prof. Kuyper te antwoorden had op een toe spraak in welke hem gewezen werd op 'b gevaar van samengaan der Gereformeer den met de Roomschen, lezen we in „Die Kerkblad" 't volgende alleszins merkwaar dige a-erslag: „Wat betref die Roomse gevaar en vroe- ëre samewerking van die Antirewolusio- nêro met die Roomse wil spreker graag een verduideliking gee. „Ons moet nooit vergeet dat Holland vandag sy onafhanklikheid te danke het aan dio steun en samewerking van die Roomse. Die Roomse in Nederland was ook teen die Inkwisiesie A'an Spanje en hulle het saam met die ander burgers van die land hulle heftig daarteen ver set. Ver der moet nie vergeet word nie, dat die Liberalisme in Holland niks van God wil weet nie. Dit is daar 'n hewige stryd tus sen die geloof en die ongeloofenz. Radiopreeken. De radiopreeken Aran do Geref. Kerk van Bloemend aal blijken. naar wij in De Stand, lezen uitstekend geslaagd te zijn, zoo zelfs, dat het orgelspel nog goed kon worden gehoord te Soest en Hooge- ve-en, de preek zelf echter minder goed. Van verderop had men geen berichten meer. De groote moeilijkheid, zit daarin, dat- bij een gewone draadlooze a'erzcnding do spreker vlak voor den microfoon plaats neemt en zich bovendien gewoonlijk in 'n kleine kamer bevindt. Dit is natuurlijk niét het geval in een kerk, waar de ruimte zoer groot is en de dominé niet steeds preekte voor den microfoon. Nu zullen in het vervolg proeven wo'r- -den. genomen met meer microfoons, met inschakeling van een of twee lampen tus- sclien den microfoon en dien uitzender cn de uitzender zelf zal versterkt worden door een motor, inplaats van door accu mulatoren, daar deze laatste na eendgen tijd een minder constanten stroom leve ren. Heb ligt in do bedoeling a-s. Zondag de proeven te hernemen, wanneer de kerke- raad zijn toestemming geven zal. Intus- sehen is men dnik bezig de noodige ver beteringen aan het uitzendingssysteem aan te brengen. Opvoering van een tooneelsluk. Het Groninger Provinciaal Comité van de Vrije Universiteit publiceert de vol gende uitspraak: „Het provinciaal comité van de Vrije Universiteit te Groningen in vergadering bijeen met correspondenten en agenten uit de geheele provincie op Woensdag 30 April 1924 in do Zuiderkerk te Gronii.^ei> met blijdschap kennis genomen hebbende van het protest vervat in de artikelen van de professoren dr. V. Hepp, dr. C. Van Gelderen en dr. F. W. Grosheide, inzake de vertooning van een tooneelspel A'an Is. Querido, welke opvoering geheel in strijd geacht moet worden met de beginselen, die den grondslag vormen van genoemde universiteit, betreuren dat een 14-tal stu denten van genoemde onderwijsinrichting een onheilspellend gemurmel deed zicli onder de aanwezigen hooren. „Wat wilt gij van ons?" vraagde do heer Istinef bedaard. „Gij zijt mijn gevangene," sprak de uitvoerder der openbare maclit. „Ons is bevolen élke geheime samenscholing uit een te drijven en de woordvoerders gevan gen te nemen." „Deze menschen hebben geen verkoelde bedoeling, mijn vriend," antwoorddo de heer Istinef, „hun doel is enkel het hoo ren van Gods Woord." „Hoe weet men dit?" antwoorddo de aangesprokene koel. „Geen kwaad oog merk? Zoo spreekt een ieder; wij weten wat dat be teekentonze orders zijn duidelijk uiteenjagen, gevangennemen. Stenka," sprak hij tot den eenen, „bewaak dezen, en gij, Silatch, houd den anderen vast." Beiden wilden den. last volvoeren, maar een kreet a'an verontwaardiging werd lui de gehoord. De jongelingen op de voorste rij plaatsten zich ruggelings voor den heer Istinef, om hem te beschermen. „Vreest gij ook God niet?" vraagden zij. „dat gij de hand durft opheffen tegen een vroom man! Hij heeft ons alleenlijk Gods Woord verklaard." Ook Serge sprong vooruit. „Hoe, meent gij dat wij nihil*sten of oproermakers zijn?" vraagde hij heftig en zonder te let- r aan bedoelde opvoering hebben dëeigentft men. spreekt er zijn diep leedwezen ovei uit, dat eert professor van dezo uuiversw teifc, die ons Geref. volk lief is, zich niefcj ontzien heeft, te verklareD, genoemde op? voering met genoegen te hebben bijge woond; noodigt heeren directeuren, cura'ij toren hiermede dringend uit, onverwijld] maatregelen re nemen, opdat voorkomen! worde, dat feiten als bover.gesignaleerdej zich wederom zenden kunnen voordoen." j l! Steun aan uitgetrokken werkloozen. Over dit onderwerp meldt do Geref. t Kerkbode van Soest het volgende Over do houding, Arelke de Diaconie ten- opzichte van bovengenoemden steun heefc aan to nemen, is door den kerkeraad op.' racer dan een vergadering beraadslaagd. Ten slotte is een besluit, genomen, dat wij hierbij publiceeren. Om onbedoeldo ge volgtrekkingen te voorkomen, merken wij uitdrukkelijk op, dat dit besluit alleen betreft den tegenwoordigen toestand ïn Soest en ook alleen raakt de ondersteu ning aan georganiseerd© werkloozcn, dio te dezer plaatse door het gemeentebestuur gesteld worden onder de armverzorging. Het besluit luidt dan aldus: De kerkeraad, gehoord het rapport van de te dezer zake benoemde commissie, ge hoord ook do besprekingen tor classicale vergadering van 0 Aprü j.l., besluit aan de broeders, die bezwaar in brachten tegen de hier geldende diakona- ïo ondersteuning aan werkloozen te ant woorden: a. dat de oorzaak van hetgeen deze broeders een misstand achten in den steim aan de georganiseerde werkloozen te zoeken is bij het gemeentebestuur; b. dat het niet op den weg der Diakonïe ligt oen bepaald inzicht, dat zou moeten gelden op sociaal en economisch terrein, aan het gemeentebestuur als het eenig juiste aan te wijzen, te minder waar om trent dit inzicht in onze kringen volstrekt geen eenstemmigheid bestaat. Te dezer zake hebben de organisaties of de arbei ders individueel zelren een taak, bij de vervulling waarvan zij zich beter wenden kunnen tot de vertegenwoordigers der Christelijke partijen. c. dat zoolang de plaatsclïiko overheid alle werkloozen beschouwt, als voorwerp van armverzorging, de diakonie het ge- wenseht blijft achten alle leden der ge meente, die in sboffelijken nood verkeeren, zooveel mogelijk te ondersteunen, afge zien van de oorzaak van dien nood. d. dat de Diakonie hiertoe ccliter nie mand pressen wil of mag, zoodat wanneer een georganiseerde werklooze voor zich liever den stenn der oa'erheid begeert. zij hem daarin geenszins wil belemmeren. Aan het bovenstaande wenseht de ker keraad nog toe te voegen, dat in de ge meente van Chrjstus do diakonale verzor ging nimmer als iets minderwaardigs mag worden beschouwd. Deze verzorging meet dankbaar erkend worden als een hulp, die onze barmharti ge Hoogepriester Zelf uitreikt door middel Zijner gemeente, Do gedachte leeft, bij 'den kerkeraad, dat de-ze schriftuurlijke 'beschouwing helaas niet bij alle leden on zer gemeente aangetroffen wordt. Met deze constateering bedoelt do ker keraad intusschen geen a'erwijt te richten, tot do broeders, die deze zaak aanhangig maakten, daar hij A'an de goede en zuiverc- bedpeling dezer broeders ten volle over tuigd is." ACHTERWAAR ÏSCHE CONCENTRATIE. Op den eersten- Mei, gedenk ik, zegt hei Friese h Dagblad den Boeren' -oorlog. Dien de Boeren praktisch verloren^ maar z e d e 1 ij k gewonnen hebben. Wei zich met mij dio dagen nog herin-; pert, weet ook nog van de beroemdo .Achterwaartsche Concentra- ,t i e. Dan had de Brit 't weer gewonnen Natuurlijk, die won altijd. Maar om te beter van zijn overwinning te kunnen profiteeren. en er do vruchten van te plukken trok liij zich dan op een Jieel eind naar achteren gelegen stellingen terug. „Achterwaartsche Concentratie" dus. Eenige jaren geleden hadden de mannen .•der S. D. A. P. de geuzenmast al in han den, om er één-twee-drie de poort der „,S ocialisatie" mee open te ïara< m<?ien. Thans, vier en vijf jaar 1 a t e houden ze één Mei onder de leuzen van... Bedrijfsorganisatie cn Medezeggenschap, Ik ben een boon, .als dat niet precies die ouderwetscli-Britsche Achter waart schfe .Concentratie" is. En, reken maar! al do xoodo broederen klappen óén Mei in do hebben behaald achterwaarlsche con centratie. ten op den berispenden blik van den hoor Istinef. -,lk gebied n in naam des keizers ten spoedigste-te vertrekken. Hoe durft gij in tegenwoordigheid van een garde- officier de hand leggen op een vreedzaam burger; weet gij met Avien gij te doen hebt?" De agent aarzelde; de heer Istinef legdo de hand op den. schouder van Serge cn fluisterde: „Maak u niet driftig, dal be derft ODze zaak, laat mij begaan." Toon keerde hij zich tot de lieden, en zeide: „Wij willen u voegen cn den chef spreken." „Wij gaan mede!" riepen de aanwezi gen. De dichte massa begon zicli te bewegen, vooruitgegaan door de politiedienaren, tusschen welke de heer Istinef en Serge liepen. Serge had moeite ffijn toorn Ie bo- dwingen; hoe, een luitenant door politie agenten opgebracht! Welk eeno vernede ring! Ware liet niet om zijn peetoom ge weest, hij zou met één vuistslag den agent hebben neergeworpen en zioli daarna tot den prefect iiebben gewend; maar, o eron der, eene stem binnen in hem. die hij langzamerhand begon to onderkennen, sprak: Zou de leerling van den Meester, die zachtmoedig was en nederig van har te, zóó handelen? Zoo ging hij stil voort. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5