Tweede Blad, Zaterdag 19 April 1924 Het teeken van Paschen If ,i cn zat op denzei ven. 'riT p Matfch. 28 vs. 2. Heeft liet nooit uw bevreemding gewekt, dat geen niensck getuige mocht zijn van des Heilands verrijzenis? Hoe gansch anders was het dan op Golgotha! Daar zijn ze allen bij geweest, toen de Zoon des menschen Zijn doodsbleek, gemartelde hoofd liet zinken op Zijn moegehijgde borst en Zijnen geest aanbeval in do vei lige hoede van Zijns Vaders handen: al- Ten! Het brieschend Sanhedrin, de fanatie ke Farizeër, de onderlegde Schril (geleer de, de gemeene soldaat, de vloekende, mis dadiger, de snikkende Magdalena al- 1 e n. Ze hebben het allen gezien. Maar nu? Op den opstandingsmorgen? Nu is er niemand meer. Nu -worden de wachters als dooden, en door angst beze ten, vluchten zij. En de vrouwen? Nog zijn haar voeten niet voortgeschreden tot het eind, liet doel van baar teedere licfde- gang, of Jezus is aireed© opgestaan. En waar is Hij dan .to vinden, als het graf ledig is, en geen menschen-oog aan schouwen mag, en geen menschenmond liet getuigen kan, dat hij waarlijk is op gestaan? Maar hoe kan dat dan toch? Hoe be staat liet, boe is het voor God mogelijk, dat wel de menscli'heid getuige mag zijn van des Heilands dood en ondergang, en niet. van zijn verrijzenis en glorie? Want Jezus lieeft toch van beide ge sproken èn van Zijn dood, èn van Zijn opstanding? Zijn dood - ja, en hebben zo niet met eigen blik gezien, hoe zijn liefdevol oog z-'ch ten leste sloot voorgoed, hebben zij niet met eigen oor gehoord Zijn volkomen overgave aan den Va der? Maar waarom mogen zij, wier hart nu toch smelt van rouw en tranen, waarom mogen ze Hem dan ni'et zien in opstan- dingsTuistor treden uit het graf tusschen de leliën en de rozen van Jozefs hof, waai de uchfenddauw haar, pcerk-n heeft uitge strooid? Ivomt dit, omdat elke tegenwoordigheid van oen rnensch het tooneel van Zijn luis terrijke Opstandingsheerlijkhe'id bederven zou? Ni-et de menscli, niet de mensc.h, die Hem gedood heeft, maar all'cen de bloe men, de vogelen, de engelen O Jezus, wreekt ge U zoo? Nu reeds? O neen zoo is het niet. Maar wel is het zoo, dat er op den Paaschmorgen voor Satan geen plaats meer is. Ziet ge, daar gaan zo al, do bewakers van het heilige graf, als een bende opgezweepte heitra wanten een scharo handlangers va.n Sa tan, die zich reppend voortijlt tusschen het struikgewas van Arimathea's tuin. Maar wat voor Satan geldt, treft dit dan ook Jezus' lievelingen? De vrouwen? De jongeren? Ach, het Joliannes-cvangelie geeft u het antwoord. En dat is afdoende voor al uw vragen. Di't: ,,dat ook zij de Schriften nog niet wisten, dat Hij van de dooden moest opstaan Ziet go; dit is de werkelijkheid: de Schriften hebben het gezegd, en Jezus heeft liet herhaald, en en nog weten ze het niet! Wat dunkt U, zijn dezulken dan vatbaar voor Zijn opstandingsglorie? Zijn dezulken dan waardig, om zich te steden in liet gezelschap der henielgees- ten, ja, om hun Alleluja's en hun Hosan na's te mengelen hij do harpmuziek 'der Serafs in dat goddelijk oogenblik? Maar. hoe zullen zij dan weten, dat Hij is opgestaan? En let nu eens op, hoe God persoonlijk spreekt tot de ziel der Zijnen. Hoe Hij hen grijpt in hun onbe wuste zwakheden, als Hij hen allen aan toont: „de dwaasheid van hun liefde om Hem." Want eerst moet die steen weg, die hun men-sehelijke bezorgdheid gewenteld had voor de deur van Zijn graf. En als het prilste morgenlicht nog schuchter beeft in de glinsterende dauwkristallen en de bloemkelken om het graf, dan daalt er plots op de paarlemoeren vederen van het morgenlicht een engel des Heeren neer. Ziet, daar schrijdt hij de held Gods, die Zijn woord doet, als een vlammende blik sem langs do dauw-natto- padon. Daar is hij bij den witten grafmuur cn ziet, daar FEUILLETON EINDELIJK VEIiEENIGD. 52) „Zeer zeker: mijn vader ie altijd blijde u te zien;en Milavan haar behoef ik niet te spreken," voegde hij er met een ondeugender», glimlach hij. Serge, die zeer geneigd was zich te la- ien overhalen, volgde Nikolaas. Zij kwa men juist op het oogenblik dat de familie aan tafel ging. „0, daar is onze kadetl" riep Katinka, toen zij Nikolaas zag. „Uw kadet en een luitenant op den koop -oe," antwoordde hij, terwijl hij Serge, die sen weinig achterbleef, bij den arm trok. „Komt gij op deze wijze onze geluk- wenschen halen, mijnheer de luitenant?" zeide de heer Marline. „Gij verbeeldt u zeker dat gij ook recht hebt op onze dank betuiging, omdat gij voor Plevna gelegerd zijt geweest en eenige schoten met de Tur ken gewiseld bebt, niet waar?" De goede oude heer wreef zich do han den met een veelbeteekenend' gelaat. ..Zeker André Kirilovich," antwoordde Serge op denzelfden toon, hoewel hij een weinig geraakt was over de lichtzinnige wijze, waarop de heer Marline zijn veld tocht van zes maanden behandelde. „Ik gr'ïjpen zijn handen den grooten steen ivast, één oogenblik, en daar ligt liet logge zware gevaarte naast bel graf, dat nu open is. Want die steen die hóórt niet voor Jezus' graf! Een berg van steenon opge stapeld voor den ingang van het graf, zou immers den Heiland nog niet tegengehou den hebben om uit te treden in heerlijk- i beid, Hij, Jezus, Wien duizenden le gioenen van hemelsche helden ten dienste staan. Och ja, Jozef van Arimathea, ivo weten ihet: 't is goed bedoeld, die steen Voor dat ,graf. Maar zondigt er ooit -een kind van God, die het niet goed bedoelt? Als Jezus zegt, dat Hij drie dagen zal r us t e n dn bot graf, wat wilt go dan met uw -steenen? Wilt gij Hem de rust verze keren? Zeg eens: wilt g ij Hem doen rusten? Maar veTsta dan, wat de engeli hier do-et. Want hier spreekt heilige symbo liek. Het is, alsof hij zeggen wil: „Weg met uw menschenliefde, waarmede ge Uw kloingeloof wilt goedmaken. Weg met uw bezorgdheid alsof Jezus niet rusten kon, •zonder uw -hulp. Weg, weg met die steen! Wie zou het wagen, hot Lichaam van mijn goddelijken Meester maar even, met één vinger te beroeren, al's Hij zelf hef graf dienstbaar maakt tot Zijn rust?" Maar er i;s meer dan die steen alleen. Aan dien steen hangt 'n zegel: het zegel van het Sanhedrin! Verstaat ge dat? Ziet ge niet, hoe de zee van zonde opgeschir'md 'is tot aan de deur van 's Heilands graf toe? Daar hebt gc het bewijs het .zegel! En wat is hier nu eigenlijk het ontzet tende? Dit: dat de zonde der wereld altijd, altijd samenwerkt met het ongeloof .van Gods volk. Zoo ook hier: het ldein geloof, de bezorgdheid de.r jongeren wentelt de steen voor de deur, en het Sanhedrin hecht er zi'jn zegel aan vast! En zeg eens, gaat het zoo heel de we reldhistorie niet door, dat de .zwakheid van Gods volk samenwerkt met, de brutale •zonden der wereld om Jezus te verhinde ren om óp te staan, om de kracht Zijner -opstanding tegen te houden? Meer nog: dragen wij zelf niet, welis waar al schreiende om Zijn dood, zélf niet de zware steenen van ons verdriet, -onze smart, onze neergeslagen illusies, onze gebroken idealen, aan, -opdat Hij niet zou herrijzen? We hebben immers onze eigen dingen liever dan de Zi'jne? En is het -dan niet waar, dat aan al onze stee nen het zegel der wereld gehecht is, daar toch al ons verdriet, ons leed en onze zorg ziöh vasthaken aan de dingen van den tijd? Welnu zie dan ook verder, wat -de engel doet als hij den steen over den grond heeft weggewenteld. AJs liij het zegel der zonde vergruisd en vermorzeld heeft, dan wordt die steen zijn zetel. .en hij zat op denzelven!" En kom nu maar Jozef van Arimathea, komt nu gij vrouwen, -gij Petrus, gij Jaco bus, gij Sanhedrin, gij weggelcopea wacht en komt gij al'.'en, om het graf te bez'en. Maar gij zult den He ere zelf niet vinden, want Hij is hier niet. Neen gij zult een engel vinden, zittend op den steen, dien Uw zonde plaatste voor het graf. Zóo, zóo on niiet anders predikt Chris tus in de kracht van Zijn Verrijzenis. De bliksemende engelgestalte, ombuld door een gewaad re:-n en blank gelijk sneeuw, zittend op de zware, plompe stee nen van uw zonden, -dat is liet teeken van Paschen. Dat is het bewijs, dat do Hcere i.s opge staan. Zoo alleen zijn alle machten der hel den hemel onderworpen. O me-nsch, tob uw zielekracbten dan rtet af, put ze niet uit door cle steenen van uw menschelijkbe'id voor Z;jn graf te stape len, maar geloof i.n de kracht Zijner op standing, en Zijn engelen zullen he't Paaschlied jubelen óver de steenachtige valleii van uw dorrende leven. PAASCHLIED. Wij groeten u, o dag der dogen, v O morgen der verrijzenis! .T> Nu dood en zonde zijn verslagen, De macht der hel verbroken is. O liclit der wereld, troost in smarte, O levenszon verkwik ons harte. Roept ons uw machtwoord weer in 't leven. Zoo werpen wij het -doodskleed af, En door Uw kracht in ons gegeven Verrijzen we uit ons zondengraf. Verzoening bracht Gc ons iu uw sterven, Uw leven doc-t ons 't leven erven. hoop dat deze dames mij een lauwerkrans zullen vlechten." „Met genoegen," zeide Katinka lachend, „een lauwerkrans zal heel goed staan op uw zwart haar, en met uw Romeinschen gel-aatsvorm zal men u voor een Cesar of Pompejus aanzien." Op dit oogenblik kwam Mila binnen, en Serge richtte de oogen op haar. Zij druk ten elkander stilzwijgend de hand. „Maar zonder gekheid," zeide Nathalie, „iedere soldaat en ieder officier van ons dapper leger heeft aanspraak op de dank baarheid van het gansche Russische volk, en gij doet er wel aan Serge Petrovrtclh, u met ons te -komen verheugen." Nathalie liet er zieh op voorstaan een goede vaderlandsche te zijn, en dien dag had zij, om er feestelijk uit te zien, haar bruin haar met rose lint getooid, en! het rouwkleed, dat zij gedurende den. oorlog had aangenomen, met rose strikken ver sierd. Mila had er niet aan gedacht zich op te sieren, maar de glimlach, die haar gelaat deed stralen, zeide genoeg, dat zij deelnam aan de algemeene vreugde. „Waar is1 mijn zonnestraaltje?" vraagde, de heer Marline, een blik rondom de tafel werpende. „Hier papa," antwoordde hot jonge meisje, terwijl zij een schaal met peper koek voor haar vader nederzette. De lieer Marline had zwak op kruidkoe-. Hcbt Ge in Uw licedo ons wol geborgen, En bluschfc Ge ons levenslicht eens uit, Zoo wekt Ge ons op dien blijden morgen, 'Als Gij <len grafkuil weer ontsluit. Dan doet Ge op ons de warme stralen Van 't eeuwig zonlicht nederdalen. Dan baden we ons in t hemclscli leven, In stro-omen van dat zonnelicht, Dat nimmermeer ons kan begeven, Dat vcor geen duisternis ooit zwicht. O, zalig, wie dat mag ontvangen, Die daarnaar uitziet met verlangen! KEBK EN SCHOOL KED. HEBV. KEEK. Drietal. Tc Utrecht (vac.-wijlcn G. J. Jonker): Dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel tc Haarlem, Dr. F. W. A. Korff to Heemstede, A. K. Straatsma te Meppel. Bedank t. Voor Ool-tgenaplaatE. Schimmel te Jaarsveld. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te H. I. Ambacht, E. J. Wi-entjes te Oudshcorn; to West-kap olie can-d. Kremer te Amsterdam. CKR. GEREF. KERK. Bedankt. Voor Doesburg: J. P. Mete ring te Nieuwpoort. Ds. M. Koomans. Ds. M. Koomans, Chr. Geref. prod. te Hoogevoen, is blijkens oen mededeling in „De Wekker", zeer ernstig ongesteld ge weest, zoo zelfs, da-t sems het ergste ge vreesd werd. Thans echter is Z.Ecrw. weer herstel lende. i Ds. A. F. P# Pop. Ds. A. F. P. Pop, Ned. Hcrv. predikant te Nijkerk woonde vcor het eerst na- zijn ongesteldheid de godsdienstoefening bij in de avondbeurt onder gehoor van Ds. K. J. v. -d. Berg, van Amersfoort. Ds, D. Hoek. Da. D. Hoek, Geref. predikant te Enk- huizen, lieeft Zondag 1.1. in den middag- hulpdienst de Avondmaalsviering geleid. Thans is hij echter weer minder wel; hij zal voorloopig het bed moeten houden. Dit was het eerste ambtswerk, dat hij na zijn operatie verrichtte. Geschorst. Ds. J. v. Benium predikant der Vr. Ev. Gem. te Winschoten, is op advies van het comité van den Bond van Vrije Evan gelische gemeenten in Nederland door den kerkeraad voorloopig voor den tijd van drie maanden geschorst. Een stichtelijk woord te spreken. De heer W. Sluyter, van Driebergen, wien reeds door de classis Utrecht toege staan was een stichtelijk woord te spre- k is ook voor do Geref. kerken dor clas sis Amersfoort toegelaten. Mgoie gift. De Koningin heeft do opbrengst van het verpachte jachtrceht, beboerende tot de Heerlijkheid Het Leo, geschonken aan de diaconieën der onderscheidene kerkelijke gezindten te Apeldoorn. Kcrksplitsing. Van Den Haag, zegt D r. de Moor in „De Heraut", begint dc victorie. De kerkeraad heeft de vorige week met zoo goed als algemeene stemmen de conclu sies aanvaard der commissie tot reorgani satie van het kerkelijk leven aldaar, die leiden tot kerksplitsing. Voorafgegaan was een prineipieele bespre king in den kerkeraad over de vraag, of er dogmatisch dan wel kerkrechtelijk bezwaar was tegen de verdeeling der ongedeelde stadskerk. Nu deze vraag ontkennend was beantwoord, had de commissie tot taak de practische mogelijkheid te overwegen en dienaangaande voorstellen te doen. Zij kon tot een rapport komen, dat met algemeene stemmen werd aanvaard. Het berustte op welgedocumentcerdo gegevens. Het vroeg niet te veel, want zelfstandige instituee- ring van do wijkkerken met de tegen woordige grenzen werd niet voorgesteld. Daarvoor was de tijd niet rijp. Evenmin achtte men het nu reeds goed, de stad iu drieën of vieren te deelen. Met voorzichtige wijsheid werd besloten aan te vangen met oen verdeeling in tweeën, die niet be doeld is als een definitieve, waarmede het ideaal bereikt werd, maar als een uitgangs punt, van waaruit de splitsing zich verder zal kunnen ontwikkelen bij den verderen groei van liet kerkelijk leven. 'Zoo word de grens* go trokken (een ge makkelijk kenbare) door het Afvoerkanaal ken, en zijne dochters zorgden, -dat zij die altijd voor 'hem in voorraad hadden. „Kijk, zoo word ik bedorven," zeide bij, zich tot den jongen man richtende, „gij kunt niet gelooven hoe mijne dochters mij bederven. De oudste 'loert latijn, enkel om mij het Romeisch recht te kunnen voorle zen, de tweede zingt mij Italiaansche lie deren voor. en de jongste... brengt m'ij peperkoek." Katinka lachte; Nathalie trok een ver ontwaardigd gelaat, en Mila bloosde tot achter de ooren. Sergo volgde haar met zijn blik, terwijl zij naar hare plaats te rugging. Wanneer niemand acht op haar sloeg, was zij eenvoudig en bevallig, doch voelde zij dat men op haar lette, dan werd zij vertegen, ja bijna onhandig. Maar zooals zij was, in haar eenvoudige bruine japon en haar blonde haren ach ter op -het hoofd gevlochten en van voren opgestre ken, qpi het voorhoofd goed vrij te laten, zou Serge haar niet hebben willen ruilen voor al de schoonheden der wereld. Het geen hij in haar beminde, was niet zoo zeer haar uiterlijk als wel het inwendig licht ,dat uit de diepten harer groote ge voelvolle oogen straalde. Zooals eenj licht vlam achter donker glas, wierp zij een zacht licht om zieh heen, dat verlichtte en verwarmde zonder in het oog te vallen. Serge zweefde met zijne gedachten in de wereld der idealen, toen hij plotseling tot en de spoorbaan van de stoomtram der Hol- landsohe spoor. Wat ten Oosten daarvan ligt behoort bij 's-Gravenhage-Oost, met als kerkgebouw de Wester, Ooster- eu Noorderkerk, Wat ten Westen ervan ligt behoort bij 's-Gravenhage-West. met de N. Zuster-, de Hulp- en de vijfde kerk. De predikanten Eingnalda, Douma en Los behooren bij Oost, de predikanten Schuur man, Dijk en Vollenhoven bij West. Zoo wordt tevens vooralsnog tegemoet geko men aan den wensch, die in de gemeente leeft, om bij afwisseling onderscheidene predikanten te hooren. En wat zielental en geldmiddelen betreft, komt deze ver deeling ook nagenoeg uit, gerekend met de in den naasten tijd te verwachten ontwik keling dezer kerk. Natuurlijk zal er nu heel wat nog prac- fisch geregeld en met do gemeente -bespro ken moeten worden, terwijl ook de classis haar goedkeuring zal moeten geven. Men hoopt dit alles zoo tijdig in orde te bren gen, dat met 1 Januari a.s. de nieuwe re geling in werking zal kunnen treden. Ik verheug mij hartelijk over dezen stap. Nu komt men van woorden en platonische adhaesie-betuigingen aan het parochiale stelsel tot daden. En ik ben overtuigd, dat deze dadgn zeer» gunstig zullen werken. Martha-Stichting. Do jaarrekening der Martha-Stiekting te Alphen aan den. Rijn over 1923 geeft als slot-uifckc-mst een tekort van f 68.795.59 aan. De balans sluit met f 742.915.62 en do winst- eu verliesrekening met f 239.398.814, Bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan der stichting werd f 22.500 "aan jubileum giften ontvangen. De ontvangsten verschil len weinig met do cijfers van het vorige jaar. Een verlaging van -de salarissen van het personeel wordt ernstig overwogen. Een belangrijk gedeelte van heb tekort wordt terugverwacht uit het algemeene rijkssubsidie over het afgeloopen jaar. Schooltoezicht. Naar uit Den Haag wordt bericht, is Donderdag op het Departement van On derwijs een bijeenkomst gehouden van de vier hoofdinspecteurs van het L. O. met- den Minister, waarin van gedachten ge wisseld is over do grondslagen van het schooltoezicht- in do nieuwe organisatie. Is onze correspondteiub goed ingelicht, zegt het Hdbl., dan zou daar besloten zijn de drieledige organisatie van het schooltoezicht te behouden in do groote steden, maar om-tot een tweeledige orga nisatie te geraken wat het platteland be treft. De bureaux der inspecties zouden in verband' daarmedo worden opgeheven; in de plaats daarvan zou aan do nieuwe functionarissen oen tbélago voor admini stratieve hulp en voor bureaux in hun eigen woning worden gegeven. Het aantal inspecteurs zou worden uitgebreid van 27 tot ongeveer 90, waartegenover staat dat de schoolopzieners worden afgeschaft. Van de;,o reorganisatie v.ordt een be zuiniging van 24 ton verwacht. „Saul en Davici." Het stuk. is thans opgevoerd. We zcr:'.'n -daar verder geen melding van maken, i egt „Fr. Da-gbl", hadden niet een. paar bijzonderheden ons getroffen, omdat men zoo voelt, hoo ver zulk een christelijke tooneelspelkring eigenlijk al af staat van -de kern van ons christenvolk. Men liet er zich door Qucrido prijzen era zijn.... meed! Als jood ken liij natuurlijk moeilijk „christenmeed" spreken, maar als zooda nig zal 't wel opgevat zijn. Ik dacht zoo aa-n onze afgescheiden voorvaderen in den tijd der dragonades, aan Groen van Prin- sfcerer in de Ivamcr, aan Kuyper toen hij de „Vrije' stichtte, of teen niet do „christelijke mood" op juiste wijzo ge oefend werd. Doch dat zei -dan neg 'nbuiten»Uumdcr. 't Verslagjo in heb ,H-dbl." echter ein digt: Ten slotte sprak ook mr. W. Bakhuys Roczeboom een enkel woord, met betrek king tot de borceriog die aan dozo opvoe ding voorafgegaan is. „Men ga maar naar Saalborn en vra-ge hem cf hij oen stuk met u wil instudeeren. Dit is de beste ma- nior - aldus de heer Roozeboom om te weten of tooneelspel-en „kunst is." Saalborn was do regisseur geweest. MaaT let nu op hoe do drager van een onder ons, calvinisten zoo geëerden naam, hier blijk geeft absoluut niet te begrijpen, waaruit -die „beroering" in de harben is ontstaan. Over de vraag, meent hij, of tooncekpe- len „Kunst is".... waarlijk! als dat goed „verslagen" on als dat gemeend is, la-ten we er dan maar weinig over praten, want- dan zijn we reeds to ver van elkaar af geraakt, om elkander nog goed to v.er- sta-au. ae meer prozaïsche werkelijkheid werd te ruggeroepen. door Nathalie, d;e hem yan cle overzijde der tafel vroeg: „Serre Pelro- vitch', houdt gij van Russische ketzkis?" (eene soort van pasteitjes.) „Wel zeker, Nathalie Andrevna," ant woordde hij, zich zoo haastig tot .haar wendende, dat hij het bord soep, hetwelk hem juist door den knecht werd aangebo den. bijna op het tafelkleed omverwierp. „Nog altijd even -onhandig," riep zijne buurvrouw Katinka, terwijl zij haar japon op zijde trok. Serge prevelde iets tot verontschuldi ging, en de maaltijd liep tamelijk vroolijk af. Natuurlijk werd er veel gesproken over de groote gebeurtenis van -den vorigen dag. Toen men van tafel was opgestaan, en den heer des huizes op de gebruikelijke wijze bedankt had, trok cleze zich in zijne kamer terug, en Auna Ririlovna riep Ka tinka. „Wij gaan de slad bekijken," zeide zij, de zaal verlatende. Mila wilde baar ook volgen, maar bare tante, die niet hardvochtig was, wees haar met de hand terug. „Er is geeno plaats voor u in het.rij tuig," zeide zij, „uw vader gaat met ons mee." Het laat zich hooren dat Mila niet erg bedroefd was, dat er maar vier plaatsen in bet rijtuig waren; zij scheen niet- ongezind BINNENLAND Scharieloosotelling Kamer'eÓE.n. In meerdere bladen is er de aandacht op gevestigd, dat nu do salarissen der ambtenaren op 1 Mei a.s. worden verlaagd de Kamerleden vrijwillig iets die nen af te staan. i Onze Landsvrouwe, zegt de N. Haag- i s c h e C r t. zelf gaf daarbij liet voor-; beeld. De ministers volgden. De anti-rev. Kamerleden besloten 10 pet. hunner schadeloosstelling in 's lands kas terug te storten. De Chr. Eist. Kamer fractie deed bekend maken, dat ook hare leden vrijwillig afstand deden van een ge-; deelto hunner inkomsten als Kamerlid. Deze daad past aan hen, die beslissen over anderer verlaging van salarissen. Ons bedunkens is het niet meer dan be-* hoorlijk, dat ook andere groepen volgen. Alleen ten opzichte van de fractie der S. D. A. P. zijn onze verwachtingen niet boog gespannen. Die is gebleken zoo on-; geveer van de leer tc zijn: hebben is hou den. Het valt (hans temeer te betreuren, dat deze aangelegenheid in de Grondwet is geregeld en niet tijdig is gehandeld over eenkomstig liet advies, dat van anti-rev. zijde herhaaldelijk en met klem is gege ven om de vergoedingen voor de Kamer leden, die toch jaarlijks aan de Staats kas noc een spoorwegabonnemént van bijna f 900 kosten, te verminderen. Blijkt op den duur bet thans gegeven voorbeeld geen algemeene navolging te 'vinden, dan zal zijn te overwegen of niet een Grondwetsherziening is te entameeren op een wijze, die hot parlementaire leven niet al te bijzonder in do war stuurt. Prov. Slaten verkiezing De voorzitter van het Centraal Slembu reau voor cte verkiezing van cle leden van. de Provinciale Staten van Zuid-Holland, heeft genoemd bureau op Donderdag 24 April a.s.. des middags to vier uur in het Raadhuis bijeengeroepen, in openbare zit ting, tor voorziening i'n do vacature in do Provinciale Staten, ontstaan door het (overlijden van mej. E. M. G. van Berkcl t? 's-Gravenhago. Verpachtingen e" verkoopi;yen. Blijkeits de Memorie van Antwoord op -het Voorloopig Verslag betreffende het wetsontwerp tot regeling omtrent "t dragen der kosten van openbare verpachtingen en het nitl'oveii van premi'ën b'j openbare verkoopingen en verpachtingen, is naar de meening der Regeering, dc zienswijze, dat deze indiening de Eerste Kamer feitelijk in staat stelt lot het uitoefenen van een, zij het verkapt, recht van amendement. Er is in de Eerste Kamer geen enkele toezeg ging gedaan, dat bij verwerping een nieuw ■ontwerp van beperk'c-r strekking zou wor den ingediend. De zaak komt eenvoudig hierop neer, dat dc Regeering, na de af stemming van liet vorige ontwerp, voor cle vraag stond, of zij tlians do materie geheel cn al ongeregeld zou -laten. Z:j heeft dere vraag ontkennend beantwoord. De Memorie is vergezeld van oen Nota van Wijziging, die bepaalt dat hot strijk geld alleen voor openbare verkoop! n.gen, .cn niet voor openbare verpachtingen toe laatbaar blijft. Dc PGsichèque- en Girodienst. Do Kijverhcidsraad hoeft aan den mi nister van Waterstaat schriftelijk te ken nen gegeven, dat liet hem heeft getroffen, dat in cle commissie, die do minister heeft ingesteld, om hem van advies te dienen, omtrent prineipieele vragen, welke zich voordoen bij de wcdèropenstelling van den Postchèque- en Girodienst, niet meer per sonen zijn opgenomen, die door den aard hunner werkzaamheden geacht kunnen worden do practijk van het bedrijf te kun nen beoordeelen. De Raad heeft er bij den minister op aangedrongen, om aan do commissie en of meer zetels toe te voe gen en een dier zetels te zijnor beschikking te stéllen. Onder dc aandacht van de ambtenaren van het centraal girokantoor is gebracht, dat do directeur-generaal den commies der P. en T., J. H. M. Heynen, tijdelijk heeft belast met do functie van wnd on derdirecteur. Naar Buitenzorg. In het jaar 1924 bestaat voor een. bota nicus gelegenheid om, voor rekening van het Buitenzorgfoncls. uitgezonden te wor den naar 'a Lands Plantentuin te Ruiten- zorg. Sollicitanten wordt verzocht zteh schrif telijk aan te melden bij één der hoogte era-; ïen in de plantkunde aan de Rijks-univer siteiten vóór1 30 April a.s. om onder de hoede van Nikolaas thuis le blijven. Deze vond het niet noodig zich in het gesprek te mengen, nam een dagblad en ging bij het venster zitten. Serge en M'Ta hadden dus gelegenheid voor ver trouwe-; lijko mededeelingen, te meer daar Niko laas niet aan nieuwsgierigheid mank ging. Men kon in zijne tegenwoordigheid over-; luid alle mogelijke geheimen vertellen, zonder dat hij er een woord van hoorde. „Gij zijt mij iels schuldig, Ludmda An drevna," zeide Serge, terwijl hij Mila na derde, die bij de tafel pluksel zat tc ma ken. ..Gij hebt beloofd mij te zeggen wat verleden avond uwe gedachten bezighield." „Dat is waar," antwoordde Mila, met een lichten blos, zonder do oogen op lo slaan. „Is dit niet het rechte oogenblik cm uwo beloften na le komen? Nikolaas houdt zicli doof en niemand zal ons komen storen."' „Serge Petrovitch," zeide het jong» meisje, de stoute schoenen, aantrekkende, „gij weet dat ik niet gaarne over mijno gevoelens spreek, dat ik er een. afschuw, van heb, maar ik mag niet zwijgen." Zij hield op om op adem te komen. Do blauwe gezwollen aderen op hare slapen teekenden innerlijke:! ontroering, cn haar hart klopte zoo sterk dat Serge het bijna hooren kon. (Wordt verVoïgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5