Tweede Blad
Woensdag 2 April 1924
MINISTER COL1JN EN DE ,v
BELASTINGEN.
Naar aanleiding van een door liera ont
vangen schrijven, over bovengenoemd on
derwerp schrijft Ds. H. W. Laman in den
Asser Kerkbode o.m. heb volgende
„Over het meer of minder juiste van de
maatregelen spreek ik niet. Dan ben ik
ook maar een leek, en kan ik gemakkelij
ker afkeuren en afbreken dan opbouwen.
Het is stellig voor niemand een oorzaak
van vreugde in zijn inkomsten getroffen te
worden. Maar wie weet daar in dezen tijd
niet van mee te praten?
Er zullen er niet velen zijn, die niet ge
voeld hebben, wat dat ia en wat zorgen
het meebrengt-.
Ik wilde wel, dat er iemand opstond, die
den steen der wijzen had gevonden om
.V lands finantiën .to redden zonder iemand
ia zijn inkomsten te treffen.
Maar zoo iemand deed zich nog niet
voor. Niemand gaf tot nog toe oen plan
beter dan dat van den door velen verguis
den minister. Ik sprak nog nooit iemand,
die cr licht in had. i
En nu terzake. Wij hebben persoonlijk
dezen minister lief en achten hem zeer
hoog, en ons gebed is voor hem tot God.
dat dezo hem toch sterke onder al den
hoon, dio over hem wordt uitgegoten. Wij
moesten den Heere danken, dat Hij in de
zen tijd het zoo heeft willen geven, „dat
er een inensch gekomen is, om wat goeds
te zoeken voor de kinderen Israëls."
Dat staat geschreven van Nehemia. En
men weet, hoe dit streven van Nehemia
sommigen met groot mishagen mishaagde.
Het is een gruwel, zooals men in ons land
tegen minister Colijn te keer gaat. Zelfs
de liberale Zulferiseho Courant sprak er
dezer dagen schande van.
Maar dat er onder ons eigen volk dGor
sommigen over hem gesproken wordt, ge
lijk heb wel gebeurt, is diep smartelijk en
bedroevend. Daar is nu letterlijk geen en
kel voorstel, dat deze minister dcct tot
verbetering van 's lands finantiën, of cr
zijn cr, die er him gal over uitspuwen.
Men staat er eenvoudig verslagen over,
wanneer men de critiek op zijn plannen
beluistert. Geen enkel voorstel, geen en
kele maat'^gel vindt genade. Ieder weet.
dat er bezuinigd moet worden. Dat weet
ieder uit zijn eigen huisgezin, wanneer men
meer uitgeeft, dau er inkomt-, dan gaat het
crediet verloren; dan wil men niet meer
aan u verkoop-endan zegt men: eerst
geld bij do visch!
*-- Zoo is het oak met een volk; dat ver
liest zijn crediet, als liet moer uitgaven
dan inkomsten heeft. Het is toch eigenlijk
zoo eenvoudig, dat een kind het verstaan
moet.
Om het evenwicht le herstellen zijn dan
twee middelenvermeerdering der i n ko m
sten.en vermindering dor uitgave v.
Minister Colijn tracht nu langs beids we
gen tot zijn doel te komen. Door inkrim
ping van de uitgaven; maar ook door ver
meerdering der inkomsten uit belastingen.
Nu hoort men van alle kanten protest,
en minister Colijn heeft liet bij allen ge
daan. Over zijn hoofd worden uitgegoten
de fiolen van toorn. Geen belasting op de
thee! roept dc een; geen belasting cp de
koffie! beveelt de ander. Rijwielbelasting?
't zou immers schande zijn! Tabak en si
garen? Bier? Duizenden staan er over
op 'hun achterste boeren. Er wordt geen
enkele maatregel voorgesteld, of er is een
groep, die er vuur en vlam tegen opkomt,
en schreeuwt van onrecht en schande. En
het moet toch uit de lengte of- uit de breed
te komen.
Ik begrijp den heer Colijn niet, dat hij
nog minister wil blijven. Om*het salaris
behoeft hij het niet te doen, om de eer
nog veel minder, cm een baantje even
min.'want hij heeft.cr op economisch ge
bied een winstgevende, rustige, prachtige
werkzaamheid voor opgeofferd.
Ik Iran het alleen maar begrijpen, dat
hij minister wil wezen, wanneer ik mag
aannemen, dat de geest van Nehemia hem
bezielt, en dat G-od in liem een m-ensch
heeft willen deen komen om wat- goeds te
zoeken voor de kinderen Israëls.
Daarom heb ik hem lief, en acht ik hem
hoog, en bid ik voor hem, en ik weet ze
ker, dat er in ons land duizenden zijn, dio
dat ook deen, niettegenstaande zij zelf
door zijne maatregelen ook gevoelig wor
den getroffen. Maar daarom te meer smart
het. mij zoo, dat er onder ons geloovigé
volk sommigen zijn, die met do wolven
meehuilen.
De oorzaak daarvan ligt niet alleen
maar toch dikwijls, voor eon groot deel in
het feit, dat sommige christenen hun poli
tieke wijsheid opdoen uit neutrale bladen,
inplaats dat- ze hun licht zoeken in de
christelijke pers. Dat doet veel kwaad.
Men wordt aan die neutrale kleur zoo
gewoon, dat men alles ook neutraal gaat
bezien. En we weten, wat neutraal betee-
kent-. Wat neutraal is, is vijandig. Neu
traal valt nooit naar den rechterkant,
maar altijd naar de linkerzijde. Hebt ge
dat wel eens opgemerkt? Merkwaardig hé!
Het. wordt den heer Colijn ook kwalijk
genomen, dat hij naar men zegt zoo rijk
moet wezen. Allemaal van do petroleum,
schreeuwt men.
Best mogelijk. 'Abraham was ook lijk;
allemaal van de schapen. En Job was ook
verbazend rijk; allemaal van de schapen,
de kémelen, de ossen en dc ezelinnen. Er
moet altijd iets zijn, waar iemand rijk van
wordt. .S\
Nu zegt de briefschrijver: .,0. die rij
ken! wat zijn ze arm .Het is lichter, dat
een kemel ga door liet oog cener naald,
dan dat een rijke ingaat in het Konink
rijk der hemelen." Maar deze broeder
weet toch wel, dat de rijke Abraham een
vriend Gods genaamd is geweest, en dat
de Heere van den schatrijken Job ge
tuigt, dat hij een man was oprecht en
vroom, Godvreezende en wijkende van liet
kwaad. Hij weet toch ook wel, hoeveel
millicenen armen verloren gaan.
De rijke gaat niet verloren, omdat, hij
rijk is, en de arme wordt niet- zalig, cm
dat hij arm is. Maar rijken en armen
gaan beiden verloren, omdat ze op het
gced hun vertrouwen stellen; de rijken op
het good, dat ze bezitten, de armen op
het gced, dat ze begeer en.
Gelooft mijn briefschrijver niet, dat do
k-apitalisfceiivervloekcrs Van dezen tijd
gaarne een kapitaal zouden willen bezit
ten? Biedt het maar niet aan, want zo
nemen het zeker aan. Laten we toch nuch
ter blijven; cm niet gevaar te loopen Ie
vervloeken een menscii, dien de Heere ze
gent.
Daar kunnen wij toch niet tegen op,
broeder! Gods voor is meer dan ons te
gen. Dat. heeft Bileam goed begrepen. En
Sanballat en Tobia hebben het ten opzich
te van Nehemia ondervonden. Als ik dan
ook hoor, hcc ze in den lande tegen minis
ter C'olijn te keer gaan, dan denk en zeg
ik in mijn hart: „O Heere, dio in den he
mel woont, die alles ziet en weet en hoort,
och, zegen dezen man tegen al de vervloe
kingen in; geef hem wijsheid, moed en
kraoht; en doe het ons volk ten goede,
hoewel onze ongerechtigheden tegen ons
getuigen."
En ik wilde, dat al mijn medcgclcovlgen
hetzelfde deden*, want het gebed van vele
rechtvaardigen vermag veel, meer dan vele
onrechlvaardige vervlcekingen
„Laten allen, zoo eindigt Ds. L.. die in
waarheid den Heere gehoorzaam zijn ge
worden, doen als Aaron en Hur, die den
biddend-en Mozes ondersteunden; en dc
biddende Mozes ondersteunde weer den
strijdenden Jozua. Zoo helpt de een den
ander. Dat- eischt der tijden nood. Nie
mand heeft ooit zijn eigen vleesch ge
haat."
ftESm EH SCS8Q8L
NED. HERV. KERK
Beroepen. Te Oudelande: H. Bogers
te Zoelen Te Moercapelle: J. A. van
Nie te Rijnsaterwoude Te Rouveen: E.
Sckinmiel te Jaarsveld Te Elden (toez.):
G. Grootjans Thzn. te De Meern.
GEREF. KERKEN
Tweetal. Te Appelscha: cand. K. J.
Grenier le Amsterdam en cand. B. Rama
ker tc Groningen. Te Th-olen: L Hoor
weg. cand. te Hilversum en G. von Meijen-
feldt, cand. te Amsterdam.
Beroepen. Te Zalk en te Kollumer-
pomp: cand. K. J. Crcmer te Amsterdam.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt. Voor Meliskerke: A. van
Dijkd te Nieuw-Bcijerland.
Bevestiging, Intrede, .Afscheid
Zondag j.l .nam d s. M. Hof m a n,
predikant bij de Ceref. Gem. te R'jssen,
afscheid van zijn gemeente met een plredi-
kalie over Handel. 20:32. De naar Krab-
bendijko vertrekkenden predikant werd
toegezongen Psalm 121:4, nadat hij was
toegesproken door den ouderling A. Baan
Zondag j.l. deed cand. IC. Hol w e r-
d a, her. pred. bij de 'Gref. Kerk te "Wes-
lerleo, intrede hij do Geref. Kerk aldaar,,
na des metrgens bevestigd te zijn door ds.
0. N. Oosterhof. te Marrum, met een pre
dikatie over 1 Cor. 3:9. Des middags deed
de nieuwe leeraar zijn intrede, sprekende
ever 1 Golossen 1:27a en 28, en werd
daarna toegesproken door ouderling Ufkes
namens de gemeente, door den heer
Eeuv/ema, h. d. s., door burgemeester Ter
Braak, van Scheemda, Ds. Duiven van
Meeden, namens do classis en den beves
tiger Dr. Oosterhof.
D s. D. den Brooms, om.-pred.
te Rijswijk (Z.H.), aanvaardde Zondag j.l.
zijn ambt van hulpprediker hij de Ned.
Ilerv. Gem. te Scheven'ngen, na ingeleid
tc zijn door Ds. B. Tichelman, met een
woord over 1 Cor. 3 vs. 11.
Ds. den Breems hield een predikatie
•naar aanleiding van Neb. 2 vs. 20.
Den nieuwe leeraar we'rd toegezongen
Ps. 123 vs. 3
Na haar ruim 32 jaren te hebben
gediend, nam Ds. A. H. v. d. Kooi Zon
dag j.l. afscheid van de Geref. Kerk te
Bergen op Zoom, met een predicate over
Joh. 19:30.
Namens de gemeente sprak ouder1. Ha-
verhoek, die o.a. den arbeid van Ds. v.
d. K. onder de militairen te Bergen cp
Zoom memoreerde.
Namens de class's spirak Ds. Veldkamp,
van Anna Jacoba Polder.
Aan het einde van den dienst werd ge
zongen Ps. 20:1 en Ps. 134:3.
Ds. F. Sinnighe Damsté. f
Na-ar vrij vernemen is Ds. F. Sinniglic
Damstó in den ouderdom van 56 jaar over
leden, Hij werd dood op bed gevonden.
Dc overledene werd in 1892 candidaat en
diende achtereenvolgens de gemeenten
Opeinde. Nijehorne, Poort iiga.il, Ha-ren-
Icarspel en sinds 1921 Nieuwt Schans, v aar
hij kort geleden emeritaat ontving.
Gereformeerden in Limburg.
In Limburg zijn thans 5 Gereformeerde
kerken gevestigd, n.l. to Venlo, Roermond,
Heerlen, Trcebeek en Maastricht, resp. met
142, GG, 303, 17G en 204 zielen. In dc. laatst
genoemde plaats is eén kerkgebouw noo-
dig. Reeds kwam voor dafc doel f 40.000
bijeen. Er is nog ongeveer f 30.000 tekort.
Nu is een inzameling voor do Geref. Kerk
van Maastricht begonnen in de Gerefor
meerde Kerken, in ens land. Een j.l. Zon
dag te Rotterdam gehouden collecte voor
dat doel bracht bijna f 2000 op.
Ver. voor H. 0. op Geref. grondslag.
De buitengewone vergadering dezer vcr-
ceniging werd gisteren in heb gebouw van
dc Maatschappij voor den Werkenden.
Stand gehouden.
Mr. Th. Heemskerk, door directeuren,
daartoe uitgenocuigd, had de leiding dezer
vergadering cp rich gencmen. Na het le
zen van oen gedeelte der H. Schrift en-
gebed cpende dc voorzitter de vergadering.
Aan de orde was herziening der statu
ten.
Na fsn uitvoerige bespreking werd be
sloten het aanfh.l directeuren met twee-tc
vermeerderen.
Bij dc rondvraag werd. ampel gediscus
sieerd over do volgende motie, ingcdi.r.d
door Mr. van Procsdij:
De buitengewone ledenvergadering der
Vereen, voor H. O. op Geref. grondslag,
gehouden op 31 Maart 1924 in hot Gebouw
voor den Werkenden Stand te Amsterdam;
noodigjt H H. Directeuren der Vereeni-
cing uit, aan ©ene vóór 1 Januari 1925 tc
houden ledenvergadering voorstellen te
doen naar aanleiding van den inhoud van
heb aan de leden rondgezonden schrijven
van het Provinciaal Comité te Groningen;
en over die voorstellen tijdig vooraf over
leg te plegen speciaal met genoemd comi
té en voorts met zoodanige andere comi
tés en/of personen, als H.H. Directeuren
gcwenscht zullen achten:
gaat over tot de orde van den dag.
De vergadering, die zeer slecht bezocht
was, werd na dankzegging door Dr. J. C.
dc Moor, door den voorzitter gesloten.
Bona van Vereen, voor Chr. M. en H. 9.
De algemeene vergadering van den Bond
van Vercenigiq-g-en voor Chr. M. en voorb.
H. O. zal gehouden worden op Woensdag
1G April in hét Jaarbeursgebouw, te
Utrecht.
In de morgenvergadering zal o.m. een
Bestuursverkiezing plaats hebben wegens
de periodieke aftreding van de hoeren Ds.
J. W. Groot Enzerink, Leiden; A. Folmer,
's-Gravenhage en Prof. Dr. A. Noordtzij.
Driebergen.
Do heer J. van Andel directeur der Chr.
H. B. S. te 's-Gravenhage, zal spreken over
,,Dc aansluiting van liet Lager en het
Middelbaar Onderwijs."
In de middagvergadering zal Mr. A. C.
G. van Proosdij, van Amsterdam, referec-
ren over: „Geestelijke keur bij toelating
van leerlingen op onze Christelijke H. B.
S.'en, Gymnasia en Lycea."
--ri
Radio-prediking.
De Stand, deelt mede, dat Joli. de Heer
Vrijdagavond tuschen 9 en 10 uur te Hil
versum een Maranatha-toespraak zal hou
den vcor het radio-toestel.
Heiligschennis.
In Amerika moet een predikant op ver
zoek van een dame in zijn gemeente haar
hondje hebben gedoopt.
Is het geen heiligschennis? vraagt de
Reformatie.
Dat 'dc dame in onwetendheid handelde
is al erg genoeg, inr.ar de dominee!
Een kras staaltje van moderne „reli-
gïeusïleit."
mmEWLHSéD
Vervoer van vee.
Do Minister van Binnenl. Zaken en
Landbouw heeft met. ingang van morgen
het. vervoeren cf deen vervoeren van her
kauwende dieren cn varkens uit het ove
rige gedeelto des Rijks verboden:
1c. naar een lering omvattende-de pro
vincie Friesland- en do eilanden Vlieland
en Terschelling:
2e. naar een kring omvattende de pro
vincie Groningen
3c. naar een lering cmvat-tende de- pro
vincie Drente;
•ie. naar een kring omvattende de pro
vinciën Overijsel en Gelderland, voor zoo
ver deze gelegen zijn ten oosten van den
IJssel en den Rijn;
5e. naar een kring omvattende het ge
deelte van de provincie Limburg ten zui-
"den en met inbegrip van de gemeenten
Bus toren cu Roosteren.
Onder dit verbod is niet begrepen de
doorvoel- van herkauwende dieren en var-
kano in gcslotea verzegelde spoorwagens.
Mej. E. van Berckel.
Naar ..De Rsb." verneemt, is de toestand
van mej. E. van Berckel, lid van de
Proy. Staten van Zuid-Holland, van dien
aard. dat haar de H.H. Sacramenten der
Stervenden ziin toegediend.
Postcheque- en Girodienst.
Bij Koninklijk besluit i3, met ingang
van 1 April 1924 de heer P. 't. Hooft, ad
junct-secretaris van Do XederJandsche
Bank te Amsterdam, op zijn verzcek, eer
vol ontheven van -Cc tijdelijke waarneming
van de betrekking van directeur van den
pestchéque- en girodienst, zulks met dank
betuiging vcor de diensten, door die waar
neming bewezen, en is, met ingang van
genoemden datum, tijdelijk belast met de
waarneming van dc betrekking van direc
teur van den postcheque- cn girodienst
do referendaris bij het Hoofdbestuur der
Pesterijen en Telegrafie D. van Jole.
Art. 3 Leerplichtwet.
Mej. Westerman richtte tot den Minis
ter van O., K. en W. dc vclger.dc vragen
1c. Is heb den Minister bekend, dat bij
vele hoofden van scholen dc meening heeft
postgevat, dat bij het einde van den thans
loopenden cursus (hier en da-ar met 1 Mei
a.s.) de leerlingen der zesde klasse de
school mogen verlaten, ook wanneer aan
de school een zevende leerjaar verbon
den. is?
2e. Is de Minister niet van oordeel, dat
het in strijd zou zijn met art-. 3 van de
thans gekiende Leerplichtwet, indien naar
die meening werd gehandeld, en meent
Z.E. niet, da.t het nocdig is bekend te ma
ken, dat- art- 3 der Leerplichtwet op dit
cogcnblik nog onverzwakt geldt?
Diploma ziekenverpleging.
Bij K. B. is gelet op art. 7 van de
wét van 2 Mei 1921 tot wettelijke bescher
ming van het diploma voor ziekenverple
ging bepaald:
I. De hoofdinspecteur voor de besmette
lijke ziekten te 's-Gravenhage houdt- een
register aan, ingericht volgens door den
Minister van A., H. cn N. te stcllën rege
len, ter inschrijving van allen, die over
eenkomstig bovengenoemde wat een dlpio-
ma A of een daarmede gelijkgesteld diplo
ma hebben verworven.
De inspecteur van liet Staatstoezicht, op
krankzinnigen en krankzinnigengestichten
te 's-Gravenhage houdt- een register aan,
ingericht volgens door den Minister van
Binnenl. Zaken en Landbouw te stellen
regelen, ter inschrijving van allen, dio
overeenkomstig bovengenoemde wet een
diploma B of c-en daarmede gelijkgesteld
diploma hebben verworven.
II. Allen-, die een diploma- A of B verwer
ven, worden in hot daartoe bestemde re
gister ingeschreven.
III. Allen, die een krachtens bovenge
noemde wet met- diploma A of B gelijkge
steld diploma (hebben verkregen, zenden
hun diploma ter inschrijving op, voor zoo-1
ver betreft een diploma voor ziekenverple
ging aan den hoofdinspecteur voor de be-
smettelijke ziekten <te 's-Gravenhage, voor.
zoover betreft een diploma voor de ver
pleging van zenuwzieken en krankzinnigen:
aan den inspecteur van het Staatstoezicht,
op krankzinnigen en krankzinnigenges tick'
ten te 's-Gravenhage. V
Een gezant is niet veul.
Het „\ad." haalt een herinnering op,
hoe Domeia Nieuwemhuis 40 jaar geleden
in het Volkspark op de afschaffing vaa
onze gezanten aandrong. En hoe hij t-oenj
de groote instemming kreeg van een een
voudige des harten, die hem bijviel met!
een: Een gezant- is niet veul, ik -spreek uit)
ondervinding, want- ik ben 't zelf geweest; f
Toen Domei» Nieuwenkuis eensiszinst
verwonderd over die woorden, met- groot® f
minzaamheid vroeg, waar onze vriend dan' 'J
gezant- geweest was, verbaasde deze het I
auditorium met het antwoord: te Hoorn,!
Maar het was can afschuwelijk misver-'
stand, de man was sergeant geweest. c
GEMENGD NIEUWS
De moord te Drachters-Compagnie. j
Dc twee gearresteerden S. en B. uit dé
moordzaak te Draehtsterccmpagnie, af- i
konvstig uit Boelenslaan zijn in vrijheid I
gesteld. Thans zijn nog in arrest de drie
gebroeders v. d. H.
't
Door een autobus overreden.
Te Enschede is het 6-jarig dochtertj®
van den heer Buitenbos in de Beltstrsafc
onder den autobus naar Buurse geraakt
cn dood opgenomen.
Een valsche cheque van f 12.000.
Geruimen tijil geleden wrerd ten nadeele
van een firma aan den Singel te
Amsterdam bij een bankinstelling aldaar
een cheque van f 12000 aangeboden, die
werd verzilverd. Later bleek, dat nien hier
met valschheid in geschrifte te doen had
en dat drie broers do hand in het spel
hadden. Zij waren natuurlijk, toen do
politie een onderzoek instelde, gevlogen.
Vermoedelijk hadden z:j zich naar Zui'l-
Afrika of naar Amerika begeven. Eenigo
dagen geleden kreeg de politie bericht, dat
een der broers zich te Eindhoven ophield.
Er werd getelefoneerd cn spoedig was do
vermoedelijke dader gearresteerd. Hij
werd naar Amsterdam gebracht en hier
aan het bureau Warmoesstraat in arrest
gesteld.
Wonderdokter.
Voor het Kantongerecht te 's-Graven
hage had zich gisteren te verantwoorden
ter zako van het onbevoegd nitoofeneu van
de geneeskunde zekr-re J .F. van der P-,
oen z.g. wonderdokter.
De gedaagde, tip top in het zwart ge
kleed, met hoogen hood oo. de borst ge-
tooid met medailles, liet zich in een ooen
rijtuig, bespannen met gepluimde paarden,
voor het Kantongerecht voorrijden, het
geen veel bekijks uitlokte.
Tegen v. d. P., dio vroeger onder meer
't vak van barbier, varensgezel en markt
koopman uitoefende, werd door hel O.M.
geëischt viermaal f 50 boete subs, viermaal
10 dagen hechtenis.
v. d. P. ontkende zich aan strafbare
handelingen te hebben schuldig gemaakt
en maakte na nftóon ran do behandeling
zijner zaak een rondtoer a la S-nuah .dooi
de stad. waarbij hij strooibiljetten uit
deelde, behelzende beschuldigingen aan 't
adres van de medici cn pers.
Geen trouwlustigen.
Als een bijzonderheid kan worden ge
meld, dat in dit jaar in de gemeente Bar-
woutswaarder nog geene nkel huwelijk is
voltrokken.
Concurrentie.
De melkslijters in Den Helder verkoo
pen al eenige dagen de melk, die tot nog
toe 16 ct. per L. kostte, voor 10 et., als ge-*
volg van concurrentie, hun door melkboe
ren van Texel aangedaan.
Overreden.
Te Enschede is Maandagnamiddag heb
G-jarig dochtertje van den heer Buitenbos
in de Beltstraat onder de autobus naar
Buurse geraakt en dood opgenomen.
In het Binnengasthuis is opgenomen
cn kort daarna aldaar overleden een 9-ja-
rige jongen, die aan den achterkant en aan
de linkerzijde van een aut-o was gezeten cn
bij het afspringen op de brug bij de Plan-
tiusstraat onder een der wielen was terecht
gekomen. Volgens getuigen treft den chauf
feur geen schuld.
FuUIL.LÊTOu'ï
EINDELIJK VEREENIGD.
Eon verhaal uit het vroegere Rusland.
411
„Wanneer men den weg niet kent, wordt
men gec-n huurkoetsier, kleine dwaas!"
„Ik vraag u wel vergeving, mijmjieer,
■maar ik dacht dat mijnheer mij den weg
izou aanwijzen."
„Behoort gij dan niet bier tehuis?"
„Neen, ik kom van huiten, en ik oefen
dit bedrijf eerst sedert drie welken ui't; ik.
ken a.l de straten nog nliet"
„Dat kadt gij mij moeten zeggen," zeide
'Serge' op zachteren toon.
„Ik vraag u vergeving, mijnheer, maar
ilk was bang dat gij mij dan zoud't 'laten,
laan; er zijn er mqer, die dat gedaan,
hébben. Ik verdien zoo weinig, dat de pa
troon mij niet meer in diens't zal willen
Üi ouden."
Do arme j.ongën begon te huil én. Serge,
fwist niet wat hij d'o.en Zou.
„Troost n," zeide hij; „ga terug en uk
zal u wijzen langs wolken weg gij rijden
moet."
De kleine koetsier gehoorzaamde. Toen
«ij op den goeden weg was, zeide Serge:
:„Giij hebt dus oen sleliteii baas?"-
„0 neen, hij is niet kwaad, maar de tij
den zijn slecht; hij moet wat verdienen
en ik 3:cn nog wat onnoozel. Bij ons
kende ik de kleinste paadjes door 'kat
bo sell in een. omtrek van vijftien mijlen,
maar liier is het wat anders! "Wanneer
men al die :iange namen moet onthouden
Van straten, bruggen ,en pleinenen de
kleine man slaakte een diepen zucht.
„Wees niet bang, vriendje, gij zult' het
langzamerhand 'leeren, maar op een ande-
ïreu keer moet gij u niet op weg begeven
Izondcr ite' weten waar gij heengaat."
„Het igeheele huisgezin moet van mijn
ïloon beslaan", vervolgde de jongen, terwijl
hij rijn paard met de -zweep s'Ioeg; „mijn
jvader is in den oorlog verminkt en heel
ziek. Hij heeft toch naar Petersburg wil
den komen, om de moeder van zijn jeugdi
gen luite'ftarit op te zoekon, die aan zijne
zijde 'gesneuveld is. Mijn vader heeft
(iels om .haar te overhandigen; maar in
deze groote alad zijn de inenschen niet
gcmalkkelijk le vinden «en
Serge begon op te letten. Plotseling 3
Iscboot hem eeno gedachte voor de ziel.
„Kent (gij den naam van dien officier?"
vroeg hij.
De Russische boer is voorzichtig, en
hoewol Pavlbucha nog zeer jong was, be-
,aat h-(j de hoedamighoid -in "hooge mate.
Dc opgewondenheid *a.n den jcingen
man |had hem bevreesd gemaakt.
„Waarom meet gij zijn naam weten?"
vroeg -hij, zich omkcerenjde, en Serge een
wantrouwenden blik toewerpende.
„Ik wil dien weten!" nien deze op jge-
ibiedenden toon.
„Misschien hebt gij dc«n iongen officier
gekend," hernam de koetsier Imet zekere
halsstarrigheid, om niet rechtstreeks te
antwoorden.
„Heette hij Bronitzky?" zei-de .Serge, om
cr een «inde aan de malton.
De jongen keerde zidh om, keek hem
nogmaals aan en knikte bevestigend.
„Is hot mclgeliijk! en -het voorwerp dat
uw vader 'aan zijne moeder wil brengen is
een klein Nieuw Testament,"
Juist, dat is het."
Pavloucha liet zijn paard! plotseling
stilstaan, zoo (groot was Zijne verbaring
bij bet hooran van d'ie opheldering, die
hem toescheen als tooverij.
Serge liet Pavloucha toe nader le vertel
len wat hij wist (van het boekje en vain
hem, wien het toebehoord had.
„Weet gij misschien waar de prinse's1,
zijne moeder, woont?" vroeg de jongem.
„Zeker, mijn jongen, en waar woont uw
vadier? Ilk moiet hem zien."
„Wij wonen ver weg dn 'de Ctaler.naa-a
£lavan® bij mijn patroon den .stalhouder
Timophé'bf. Mijn arme vader is zeer ziek;
moeder zegt dat hij niét beter zal kun-
uen worden, omdat wij te arm rijn om
geneesmiddelen ;te koopen."
Sergo liad nooit armoede van nabij 'go-
zien; hij wist wel dat er menschen waren,
ilie van honger slierv:ai, maar het verbaal
van flit kind wc,s voor hem als eena open
baring, en hij wclrd er diep dcor getroffen,
hoewel zijn'e gedachten vervuld waren van
de ontdekking van Michaels hoekje.
„Ik onoot uw vader riien," zeido hij, ter-
\|7jjl hij het adres van don soldaat in zijn
'zakhoekjo opschreef, „en ziedaar intus-
Isclicn iets om geneesmiddelen le koo-
Ipeav"
„God veiigeldo het u, mijn goede heer!"
triep de jongen. Nog nooit had hij zulk
'een (groote som bezeten als Serge hem
Izooeven in de bantel had gestopt. „Zoudt
gij nu nog zoo goed willen rijn mij le zeg
gen waar prinses Bronitzky woont?" zei
de .hij bedeesd.
f Serge voldeed a.an zijn verzoek, en de
kleine mam .scheen op 'liet toppunt van go-
l'iluk. Een oo'geublik lader neuriede hij zelfs
een deuintje van zijn d(\rp. Wat den offi
cier betreft, deze dacht tna over tïe vreem
de wijze waarop Hij het boek ontdekt had,
waarnaar hij zoolang had gezocht; en hij
stelde er zich reeds een genoegen van
1 voor, om het zelf aan de moeder van zijn
Vriend te overhandigen.
Dank zij zijne aanwijzing, had zijn klei
ne voerman hem eindelijk op de p aats
zijner bestemming gebracht. Een oogen-
blik later hield hij stil voor oen groot,
somberkleurig, ons welbekend gebouw.
De dikke portier stond achter de glazen
deur. Teen hij den jongeling herkende,
vereerde hij hem met een groet en hielp
hem z'jn péls afdoen.
„Is Nicolaas Andréitch hier?' vroeg
Serge.
„Hij is zooeven t'huis gekojiion, ant
woordde de port ee
i „En de dames?"
I „Die zijn t'h lis."
i Voordat Serge naai- boven ging, kon hij
niet nalaten een bïik in den spiegel to
werpen. H j was veel veranderd sedert
den laatsten keer, dat hij dezo woning
was ingetreden. Zou hij met zijn hollo
wangen cn zijn in een doek gebonden arm
nog genade vinden in de oogen van Mi a?
Zijn hart klopte heviger dan bij dc- b(H
storming van Plevna, terwijl bij langzaam
de trap besteeg, d e naar do vertrekken
der familie Marline leidde. i
Op het pdrtaal gekomen, aarzelde hij
oen oogenblik. Zou bij regelrecht naar
dé gezelschapskamer gaan, of eerst naar
de kamer van Nicolaas? Na een oogenblik
denkens koos hij .liet laatste. j
(Wordt vervolgd).