I NieuweLeiilsclieCflyranl I Tweede Blad i Woensdag 26 Maart 1924 L HET LIBERALISME. 3G De Maasbode wijdt een artikel aan do ook door ons besproken rede waarmede rde heer Dresselhuys de vergadering van tien Vrijheidsbond opende. Na er op gewezen te bobben dat Rousseau de vader van het liberalis me genoemd kan worden schrijft 't blad: ..Waarom nu de heer Dresselhuys, spre- Ikend over het liberalisme, dcze.n vader van het liberalisme verloochen'!? Veel piëteit spreekt daaruit niet. Trou- yre'iis, de heer Dresselhuys- schuift solider scrupules op zij wat hem hindert. Zoo i acht hij het ombaar i.n dezelikïe rede ook i ev:en af rekenen met zijn geestverwant dien heer Cort va'n der Linden, diie dn zijn j' -werk over het beleid va;n den 'liiberalen j ■•staat liberalen neemt diegenen, die zich •l slechts laten leiden door hun rede in hun 'politieke 'beig'inselen. j Zeer juist en directe weerslag van het wijsgeorig'e liberalisme, zouden wij ze'g- j -gen. Aldus luidt echter bet vonnis „Zulik een uitspraak mocht verklaarbaar en ver schoonbaar zijn im een tijd. waarin zij werd neeitgeschreveu, den tijtel van het ra tionalisme in Nederland, zij is dn strijd met do feiten en zij past niet op een groot 'deel der liberalen; zij voedt den '''eugen van de antithese." Deze terec'htzetting va'n het wijsgierig work van Cort van der Lin den lijdt nog al door haar beknoptheid. Bewijs bevat zij niet. En evenmin wil het ons van zijn stand punt geslaagd voorkomen, waar de heer Dresselhuys voor <de wijsgeerige construc tie vajn het liberalisme zich beroept op ICant en diens opvatting van de vrijheid. Want daardoor nadert hij weer veel dich ter dan hem lief is tot Rousseau, voor wiens vinding van het c-ontrat social Kant groote bewondering had. Neen, wij Igelooven, dat. de uitingen vapa den heer Dresselhuys niet al te nauw niet wij-sgecTig denken samenhangen, maar veel meer metde praktische politiek. "Wanneer Rousrcau reien afschrikt, dan moet hij worden verloochend 'en wanneer de definitie van Gort van der Linden het plan om breed'o kringen tot de liberale partij te trekken in 'don weg staat, maar veeleer koren brengt op den molen der coalitie, dat wil zeggen het verschil tus- 'sclren gelocvige en ongeloovi'ge staatkun de ió duidelijk doet spreken, dan moet ook -deze groot'?, liberale figuur worden •weersproken. Zoo veel mogelijk klanten in d,c liberale nering brengen, zied'aar de ov'erhecrschen- 'de gedachte in de zoo breed uithalende rede. Bij mij, Dresselhuys, kan iedereen terecht; de gelgadigden kunnen komen zegt hij „langs hun eigen weg, ook dien van het geloof, of dien van de n: deneer in,g, of dien van de intuïtie of dien van do erva ring." Misschien, dat er nog lieden zijn, die z'cli 'latpn vangen, vooral nu de rede van den lieer Dresselhuys 'Speculeerde op de stemnvn'g van al diegenen, die 'de staats bemoeiing willen inperken. Maar men moet toch begrijpen, dat het liberalisme, ook onder Dretsselhuys, v!an een politiek, die rekening 'houdt met de openbaring, niets niemendal wiL weten. Hoogstens wordt een duidelijke beginsel verklaring vermeden om hen, die geloo- ven, niet af te schrikken. Rousseau zelfs wordt onwaardig vcfrlo'o- chend. Zijn ouders negoeren voor politieke winst slaat niet fraai." ACTIE TEGEN DE TABAKSWET In de Nieuwe- Tijd geeft „Vox- Clamans" het volgende verslag van een audiëntie bij den Minister van Financiën: „Daar waren ter audiëntie opgeroepen en verschenengroot-fabrikanten, Hanze-bon- ders, werklieden-afgevaardigdende com missie van deskundigen, loden van liet Comité van Actie tegen de Tabakswet en de lieer Referendaris, do groote „kei" in zake Tabakswet-ar gelegenheden. Ik bepaal inij heden tot modedeelingen omtrent het optreden en het tc voorschijn brengen van bezwaren door genoemd Co mité van Actie. Bij hun verschijnenter audiëntie deelde ^ySLLËTOitë EINDELIJK VEREENIGD. Een verhaal uit het vroegere Rusland. 36) "i Niet ver vandaar stond in deze zelfde week een rijtuig stil, uit hetwelk de prin- ises Broniftzky en een vriendin, atapten,, ^terwijl een arme, slecht gekle-.tlc vrouw mot een zuigeling aan de borst beschei denlek een aalmoes vroeg De lakei, die het portier opende, wilde jliaar wegjagen, maar de prinses verbood het hem. Die vrouw trok haar aan. Zij .geleek vol strekt niet op de ruwe bedelaressen van beroep. 'Zij zag er zacht en droevig uit, de vermagerde band omklemde kramp achtig het fijne wichtje, dat aan haar boezem sliep. Zij durfde (nauwelijks na deren en schaamde zich te vragen. „Om Jezus' wil een stuivertje," sprak zacht en haar oog was vol tranen. De prinses gaf haar een geldstuk; een uitdrukking van. dankbaarheid glinsterde op het gelaat. Haar zak bevatte slechts een koperstuk. „Ik heb u bier vroeger nooit gezien," ;zei,de de prinses vriendelijk, „waar woont «ij?" «Héél ver, mevrouw; ik ;had ju.oeile mij Z.E. Minister C'olijn mede, dat Z.E. slechts 10 minuten disponibel had voor de heeren, daar Z.E. Minister Aalberse hem wachtte. Do voorzitter van liet Comité, (afd. Utrecht) het type van den braven, door energie en hard werken opgekomen ar beidsman, die onverpoosd doorvecht voer liet bestaansrecht van hem en zijne stand genoot en, repliceerde dat hij in drie dagen nog niet alles kon zeggen en dat 10 mi nuten verre onvoldoende was; gebleken is dat Minister Colijn zoo welwillend was, dat de toegemeten 10 minuten een klein 'A uur werd. Een levendig beroep werd op Z.E. ge daan dat hij als christen-bewindsman een onrecht, als door deze Tabakswet werd begaan, niet ,zou helpen bestendigen; het moordende ambtenaarswerk, waarvoor do industricelen niet betaald werden, en dat hen en hunne gezinnen vasthoudt tot in de nachtelijke uren en hen vaak belet, des Zondags do godsdienstoefening bij tc wonen, werd afdoende gebrandmerkt. „O, Excellentie!" riep spreker uit, „leef den nog Dr. Kuyper en Dr. Schaepman! Nooit zou zulk leed over ons zijn geko men! Welnu Excellentie! weest gij een andere Dr. Kuyper! Deze wet is niet van de Regeering, maar van eenige groot-kapi talisten, die verwachtten dat daardoor wij, klem-fajjrikanten, zóuden ten onder gaan. Wij vragen u niets anders, Excellentie, dan het recht te mogen werken voor onze -gezinnen.' en gered te worden van den ondergang. Is dit dan te veel gevraagd P Een ander spreker bptoogde dat hij. die niet eens een lagere school liad afgeloo- pen, nu belast werd met een boekhouding en met administratie, die hem geheel on bekend is en dus nooit in orde. Dan klaag de men over de willekeur van sommige ambtenaren, die duldelocs was. Een Dcrdrechtenaar beweerde: ilc en nog een paar anderen worden nagereden, de rest blijft ongehinderd. De wanhoops kreet werd geslaakt: „Stop mij maar in de does, dadelijk maar. het komt er toch van" en teen do lieer Referendaris beweerde dat men slechts om tweo zwaarwichtige rede nen in de gevangenis kon komen, werd te recht gerepliceerd: dat de veelal voorko mende eïsch ia Tabakswet-cTelicten luidde: f 100 boete of 30 dagen hechtenis. Zoo heeft het "A uur lang Z.E. in de co ren geklonken. Mij dunkt dat dezo in zekere mate zich moet hebben verkwikt aan de spontane uitingen van die man nen, die nog niet kunnen gclooven dat een Nedorlandsch Bewind hen als vrij- heid-lievende Nederlanders zal blijven knechten en die toonden \unno volle be reidheid om door te strijden voor hun bestaansrecht zoo lang ze adem in de longen hebben. Het. beroep op het buitenland la to men varen. Daar doet men meerdere dingen anders dan in ons vaderland. In Duitsch- land jaagt men z'n keizer we.gin België vergaapt men zich aan „La GarQonne"; in Frankrijk dcet het Neo-Malthusianismo zwaar opgeld. Bovendien is Tabak, hoewel een over- zcescli, een nationaal product en ik ben heb geheel eens met den voorzitter van het Comité van Actie dat het zoo dwaas is in den handel en het bedrijf, van een na tionaal product zóó storend in te grijpen. Hoo 'slaat ook de Tabakswet in discre- dict bij de Rechtbank! In het delict-Gebr. de Jong werden de beklaagden vrijgespro ken. Bij de behandeling van heb rochtsge- ding-H. v. D., den Boxnieersclien fabri kant, mompelde de President van de Pi echt bank: „die ongelukkige Tabaks wet!" en zeide de heer Rijks-advocaat: „de Tabakswet is onsympathiek" en in een verslag van de behandeling voor de Rechtbank van het delict-Bloemist lees ik: „daarna hekelt de pleitster do Tabaks- wel, die de industrie, die waarlijk in deze •tijden met voldoende moeilijkheden te kampen heeft, aan banden legt en doet naleven door ambtenaren aan wie in easu ieder begrip van wot, recht en menschen- kcmiis ontbreekt-, hetgeen er toe moet voeren en in casu geveerd heeft dat een fatsoenlijk burger, op wiens naam niets te zeggen valt, uit zijn bedrijf en zijn zaken leven gevoerd wordt voor den strafrechter alsof liij een misdadiger ware." Pleitster had succes, beklaagde werd ook hier door de Rechtbank vrijgesproken." KERK EN SCHOOL KED. HERT. KERK. Beroepen. Te Weert (toez.)J. Cra mer te Kaalte; te Rouveen: J. J. van In- gen te Harderwijk. Bedankt. Voor SlochterenL. M. J. S. Herfkens te Zwaagwesteinöe; voor vSt.oeirwi jkerwoklPli. Peter to Warns. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Gees c.a.K. J. Cro- 'tot Di!c-r te sleepon, maar (mijn man is krank, hij werd in 'den oorlog gewend, en wij hebben geen werk." De arme (vrouw snikte, de geschiedenis was geerue nieuwe, ge ene bijzondere; eiken dag waren er zulke; maar steeds wekten zij de belangstelling der prinses; ook zij was door den corlog geslagen; deze vrouw boezemde haar bijzondere belangstelling in; izij vroeg haar adres en schreef het op. „Ik zal zien wat ak voor u 'ctcen kan. •Ik kom u bezoeken," zeide zij, en stapte liet rijtuig in. Do prinses stelde nooit uit liefdadigheid te bewijzen. Den volgenden morgen te tien ure tnam zij oen huurrij tuig en liet eenige warme kleedimgstiukken en een groote mand met eetwaren daarin izetlen. Het was vrij ver, wel een uur rijden naar Ga-lernaiia. Men moest de hake stad doorrijden, de Nicola asbrng over, bijna bet geheele Basiliuseilan'd langs. De 'lucht was frisch en snijdend, een hevige wind joeg de sneeuw langs de rij- •luiigranien; maar aan 'de koude .gewend zijnde, lette de prinses hier niet op. Meer 'dan eens 'had ziü dezen rit gedaan, om de weesinrichting van mevrouw Krestof le bezoeken. In de ïijtuigkussens gedoken, smeekte zij den Heer haar eenige goede woorden le» schenken voor die ongelukkige, 'opdat zij getroost en bemoedigd taiocuht nier, c-and. te Amsterdam; te Westergeest: J. van Loo te Mijdrecht. CHR. GEREF. KERK. Tweetal. Te Sneek: J. B. G. Crocs te ÏJmuiden en J. Tolsma te Zeist. EVANG. LUTH. GEMEENTE. Beroepen. Te Pekela (Gr.): P. van Genderen Stort te Culemborg. Ds. F. Mooi. f Bij zijn familie le Lufctcn is bericht ont vangen van het overlijden van ds. F. Mooi predikant bij de. Indische kerk te Ambon, in den ouderdom van 43 jaar. Ds. Mooi werd candidaat in 1909, diende eerst in het vaderland de Herv. gemeenten te Tricht en te Terhorne en vertrok in het najaar van 1919 naar Ned. Ocst-Indië, waar hij predikant werd eerst te Djokjakarto, daar na te Arnbcn. Bevestiging, Intrede. Afscheid. Zondag j.l. nam D s. D. J. Couvee, predikant bij de Geref. Kerk van Meppel, afscheid van zijn gemeente met een pre dikatie over 1 Joh. 4: 9 en 10. Den naar Brussel vertrekkend-en leeraar werd toege zongen Ps. 121: 4 nadat hij was toege sproken door zijn collega- dr. J. Thijs, ook namens-kerkerand cn gemeente en 'door Ds. G. van Halsema van Nijeveen. Na- des morgens bevestigd- te zijn ■door Ds. J, van Herksen van Hillegom, met een predikatie over Joh. 10: 1—5, deed Zondag j J. D s. H. d e Z w a i' t (van Hallam) zijn intrede bij de Geref. kerk van Twijzeï, sprekende over Joh. 1: 29. Den nieuwen leeraar werd toegezongen Ps. 134: 3 en Ps. 20:. 1, terwijl hij werd toegesproken door H. Duyst namens den kerkeraad, ds. P. Hekman van Buitenpost,, ds. II. Knoop van Koeten, een afgevaardig de van dc kerk van Eestroni en door het hoofd der Chr. school, J. Straling. De siraatprediking Over de hcdeniiaagsche straatprcdilting schrijft ds,. K. Schilder in „De Reforma tie", dat 't niet moet als dc straatprediker dien hij onlangs hoorde en die- 't volgende raadseltje (over Jonas in den walviscli) aan zijn publiek oj> te lessen gaf: D'r was een graf, dat leifdc, En dio d'r in zat, beifdc, Het graf, dat at, En die d'r in zat, bad. Hiervan zegt de Delftschc predikant: Als ds. Kapteyn erop wijst, dat wc mek die straatprediking voorzichtig moeten zijn, dan wil ik hem daarin dadelijk bij vallen. Je brengt het kostbaarste wat je hebt op straat. Ik zeg niet: doe het- nier. Maar ik zeg wel: als je het doet, pvobeer dan dc beste krachten ervoor te krijgen." Dojjinaticcïi ifidiffarentfsme. Op de binnenkort te honden verg.Wbring .van dc Gereformeerde Predikan ten ver oen i ging zal Dr. K. Dijk tc 's .Graveuhage ■refcreeren -over het d o g m a t i ,s c .h -i n- <1 i f f e r e n t ii s m c onder de j o n g e- r e n aan'de hand van, het volgende sche ma.': 1. Hoewel liet verschijnsel vain gebrek aan kennis derWafirheicl en van dogma tisch indifferentisme niet algemeen onder1 ouzo jongeren voorkomt, en daarom niet (overschat mag worden, is hot echter al lerminst te loochenen, en. e'.scht het onze bijzondere bela-ngstslli ng. 2. Voor dit verschijnsel zijn dc 'oorza ken te zoeken èn bij 'do jongeren zelf, èn i;n de faictoren, die buiten hen '.liggen, en wat dit laatste betreft, z'oowel in onzen eigen kring als daarbuiten. 3. A!s oorzaken builen enzen krirlg en buiten de jongeren ze-Lf kunnen genoemd worden a. de regelmat:ge deining op geestelijk •terrein, die op een tijdperk van prioriteit van het degma noodzakelijk een tijdperk van over'heersching der mystiek doet vol gen; b. de [geestelijke stroom .aigen der laat ste tijdein, die voor de religio ohjoctiva 'da religio subjectiva op den voorgrond heb- gen gednong'en: en de cmkeering, -die door de geweldi ge gebeurtenissen der ooriojgsjai-en ook op geestelijk gebied veroorzaakt is, en. tot re lativisme en Subjectivisme geleid heeft. 4. In onzen kring zijn de volgende oor zaken aan te wijzen: ft. ren niet te caitkonmen, doch even min te overschatten objectivisme en in tellectualisme, waarop als reactie 'n over helling naar het mystikc onvermijdelijk was; b. het streven im de vroegere jaren om ook die „beginselen", die van 'onderge schikt belang waren, tot primaire princi- piën te verheffen, op welke overdrijving reactie niet kon uitblijven; en o. do zucht, d(i.e zijch ook in eigen lering iwordien. Z;'j vergeleek hare droefheid mot de droefheid dier vrouw. Zij dacht aan de wonderlijke wijze, óp welke -de twijfelin gen haar waren afgenomen. Zij wist niet welke, verrassing haar wachtte. Een lichte schok brak liaro overdenkinigen af. Het ■rijtuig stond stil. „He Edelheid," sprak de koetsier, het (porlier openende, „wij izijn te Galernaia; nu weet ik var der den weg miet; de wegen zijn zoo sleolit, dat men bijna niet ivoort- kan." De prinses keek uit en zag da.t men; het Bastliuseiland voorbij was. Aan beide (zijden van den weg lag 'de sneeuw hoog; nauwelijks was de wclg gebaand. Rechts waren eenige kleine houten huizen, waar boven een torentje uitstak, behoorende tot een Duitsohe kapel; deze was cene 'lief dadigheidsinstelling van de groothertogin •E. M. Men zag niemand. „Wij moeten aiaar gindsch huis. Daar izal nien ons verder den weg wijzen," zcii de prinses. De koetsier besteeg brommend dén bok. Zij kwamen aan eene inrichting, waarvan de portier op eene woning wees, mei een ivoorpleintje, waar eenige rijtuigen ston den. De prinses had moeite de lage deur te bereiken. Zij daaldé eenige (rappen af. en bevoaid zich in een soort' kelder, oen klein raampje liet het-Licht flauw door. Verblind openbaart, om het absoluut-belijmde in te ïiuilen voor liet relatief-ruimere, en de scherpe formuleermg zoo al niet los te la ten, dan toch van minder waarde te ach- fe:~ 5. De oorzaken in de jongeren zelf zijn te zoeken in* a. hun leeftijd waarin het hart gemak kelijk openstaat voor den invloed wan dé heers'chende geestesstroomingen; en b. wat de studeerende jongeren aan gaat. onder "wie genoemd verschijnsel1 het .steukst voorkomt, iin het feilt, 'dat zij èn met de verschillende richtingen op gees telijk 'gebied èn met dé moeilijkheid der problemen, èn met andersdenkenden i.n eenzelfde organisatie nieer samenkomen da.n de niet-studi?erencfepi G. Dit dogmatisch indifferenL&me moet .worden 'tegeoigegiaa.n, omda-'t het niet al leen onrecht ilb'et aan de waarde van het (dogma, en de groote heteekeniis van de •keaijiii's der waarheid,, doch niet minder, omdat het tm -aan iliet persoonlijk geeste lijk èn aan ons kerkelijk leven groote •schade berokkent. 7. Hiertoe is rnoodig, dat deze jongeren bijzonder bearbeid worden, en 'in predi king en onderwijs de nadruk gelegd worde Op: a. .c?c Ginm-ishaarbeid van het „kennis- .element" in Ju t leven des 'geloofs en kier [gemeente; li. de eenheid en harmonie die er moet zijn tussolien de religio objecfiya en siili- jectiva; terwijl hierbij n'iiet Tna.g w er ge ton 'worden de groote noodzakelijkheid van nadere dogmatisch? bezinning. ^Confessioneel" en „Gereformeerd." In „Oude Paden" liet blad van Ds. Knap werd onlangs als onderscheid tussclïen Gereformeerden en Confessionec- len opgegeven: de eersten zoeken meer het geestelijke, dc tweeden meer het kerk rechtelijke in ono kerk te verdedigen. Ds. C'. A. Lingbeek kan dit in De Gere formeerde Kerk niet beamen. „Het is zeker niet. gemakkelijk cm het onderscheid tusschen ben, die in onze Kerk Gereformeerd worden geheeten en dio Confessioneel werden geheel en met "n paar woorden weer te geven zegt hij, want er zijn onder beide richtingen nog nuan- cecvingen, die vaak vrij wat uiteenloopen. 'i. Zegt eigenlijk omtrent iemands predi king, enz. maar zeer weinig of hij lid is van de eene of de andere vereeniging. Dat staat, vaak in verband met familic-cmstan. digheden, opvoeding, omgeving, waarin men leeft, cte. Wat nu echter liet eigenaardige streven van de Confessioneele Vereeniging als zoodanig betreft, dat is zeker niet. om het gcestebjke aan het kerkrechterlijke op to offeren, maar wel om het geestelijke te zoeken in. den rechten weg, dat is in den door den Bcerc en Zijn apostelen ingest el- den weg, n.l. den korkeiijken weg. Velen in onzen tijd, co wordt verder opgemerkt, achten zich zelf z.óó geestelijk, '•dat zij de kerk en kerkelijke instellingen als overtollige fraaiigheden of hoogstens als dingen van bijkomstig belang beschou wen, die men ook zou kunnen missen. De Conicssioneelen radon niemand aan om het geestelijke buiten den geordend en weg te zoeken, maar juist in dien weg. „Om een voorbeeld te noemen: in do dagen, teen onze Herv. Kerk voor een groot deel sliep, gaf God het z.g. Réveil. Door dat Réveil werd ongetwijfeld een waar geloof gekweekt bij velen, maar hoe veel ziekelijk, onkerkelijk leven ging daar mee gepaard. Wij zitten nog met de ge volgen Evenzoo: iemand, die b.v. in. liet Heils leger bekeerd is, is als do bekeeriiife' on recht is, een kind van God, maar bij allo goeds, waarover elk Christen zich dan verblijdt, hcc veel wanstaltigheden dan vaak bij een op dio wijze toegebrachte! Dat telt zijn. Doop niet; dat meent ge^n Avondmaal meer noodig te hebben; dat z.cckt den stcungrond en de sterking A-oor zijn geloof vaak in andere dingen dan die Gcd dc Hcere zelf daarvoor gegCA-en heeft. Want steun heeft, de Christen, nu eenmaal noodig, en Avie den rechten steun mist komt er A'an zelf tce cm te leunen op iets anders, waarop hij niet leunen mocht. Denkt hier aan liet. leunen op ge stallen en voorkomingen, etc. Cm al deze redenen nu zoekt do Con fessioneele Vereeniging Kerklierstol. Niet. omdat, een uiterlijk horstel -r Kerk het eenige wenSchelijke zou zijn, waaimeo alles op eens gezond was; maar Avel, omdat, dat de A-oorwaarde is A-oor een gezond geestelijk leren." De GereXi'mjierds J cd enz en ding In „De Jocdsclie Wachter" komt het vo\gcndo venijai'ige islukje, vpor: Deputaten i-anivc<ge do Generale Synodo den Gereformeerde Kerken, benoemd Aoor door den. rook evenzeer als door de sneeuw kon zij de voorwerpen niet dadelijk onder scheiden, anaar het oog begon aan liet halflicht (e wennen, en. hij de kachel, die mQt eene tafel en banken het geheéle •ameublement uitmaakten, zag zij een menschel!jkc gedaante, die haar ziende zich ophief Het was een mager verarmd man; hij droctg een kapotjas. De bewe ging, die ihij maakte, veroorzaakt© een he- vigen hoest; daarop ijlde zijne vrouw naar hem toe. „Zijt grj het, moA'roiiAv!" riep zij, de prinses ziende; „hoe goed van u, hier te komen!" :Zij bracht een stoel, A-eegde dien met haar schort af, en zich oyer den man heen- buigend, zeide zij: ,,Iwan, dit is de vrien delijke dame, die gisteren fe Gostinnoi Dvor met mij heeft gesproken." Iwan Avant zijne vrouw en hij waren onze vrienden Matvéüef was erg Ver anderd, sedert wij hem op den Aveg van Novgorod zagen. Zijne ziekte was s'nel verergerd. Blazen onder de oogen, een uit gerekt gelaat en gele kleur Avaren slechte teekens. Sedert \-eertien dagen had hij de kamer niet verlaten. Men zag dat hij iniet lang meer zou leven. Ook Marpha was on kenbaar igeworden; smart en angst hadden haar in enkele weken wel tien jaren ouder gemaakt. Laat ous henze-lvén hunne den zendin'gsarbeid onder ,de Jodeag .brachten voor eénigen ti/1 verséag uit .van" jhun arbeid p. Ui't dit A'erslag blijkt hoe een kolossaal apparaat de (Gereformeerden voor de zen-' di.ng onder 'de Joden onderhouden: twee jmissionxaire predikanten, ds. van Nes in Den Haag en ds. Velders in Amsterdam; tAvee bladen: de Mcssiasbode (maaudelijkg oplaag ca. 13.000 exemplaren) en liet Zen-'* dingsblad (driemaandelijks, oplaag c:u' 63.000 exemplaren). En in 1923 brachten 20 locale zendingscomité's 20.000 gulden (zegge twintig duizend gulden) voor dtf zending onder de Joden bijeen! De heeren zijn vol goeden moed, Avant hij hun predikanten „is verscheidenheid van gaven, doch liet is dezelfde geest, „I Cor. 12:4". En bun arbeid werd geze-« gend. Zij lieblien goddelo.ozen gevo,oden, •ieder va«n hen heeft, .gehoord, .gelijk z'ich Mc vogelvangers sc'hikken.. Zij zetten eenen verdeifelijken strik en zij vingen de men- sc-lien (Jeremia 5:26). Immers zoo spreekt het verslag: „In de vorige driejarige pe-'( riode Beleden in Amsterdam twee Jodin-1 lien en te 's-Gnavenhago vier Jezus Christus als haar Messias" en werden ge doopt." n _Wi;j .hebben Uitgerekend, dat dus gemid deld 2 Jodinnen in bet -laat.st-o'jaar heb ben gekast: f20.000, en hebben vereischt i08.000 .kranten. Of f 10.000 en 204.000 kranten per Jodi.n per jaar. 'n Koopje! Tot zoover de Joodsche Wachter. .Do spottaal van dit stukje is niet alleen (droe vig maar ook toont 'tïe Joodsche Wachter •niet te hegrijpen dat het in de Jodenzen- ding niet gaat om ge,ld. Vi Mensehen ziel is geen 'handelsartikel Ze is moer waaid idan hoeveel duizenden, guldens ook en hoewel de Jo donzen ding niet op honderden bekecringen kan wij zen. foóh zal zij voortgaan -om aan het oude bondsvolk het Evangelie der zalig heid tc brengen. Het Rijk en da Gemeenten. Met. betrekkiug tot de financieele ver houding tusschen Rijk en gemeenten werd blijkens het voorloopig verslag der Eer ste Kamer in zake de Sfaatsbegrooting 1921 o.ni. het Arolgende opgemerkt: Algemeen meende men bij de Regeering een groeiend strcA-cn te ontAvaren tal Aan Rijksuitgaven af te avchtelen op de ge meenten. Do houding der Regeering tegen over de gemeenten Averd in het- algemeen Aveinig sympathiek genoemd. Het sterkst kwam (lit uit in de inhouding der zooge naamde nooduitkeering. Vele leden konden dit niet goedkeuren. Na. de toezegging Aan Minister De Geer op 11 April 1923 bij de algcmeene beschou wingen over de Staatsbcgrooting A'oor 1923 in deze Kamer, had do Regeering deze gestand beboeren te doen. Het Rijk komt zijn geldelijke verplichtingen ten opzichte der gemeenten niet na. Do gevolgde me- ihcdo dreigde de gemeen ten in moeilijk heden to brengén, verschiller.de gemeentc- begrootinge.ii A'oor 1923 in 1922 vastgesteld bcA'alton onder hare inkomsten de' nooduit keering. Ïntusscheiï ontvineen de gemeen tebesturen in Augustus 192&. op het oogen- blik, dat. de begrooting voor 1924 in con cept gereed was, de niededeeling, dat de Regcering niet liet voornemen had, dezo uitkceringen, noch over 1923, noch OA'ër 1924 te deen, en dit niettegenstaande do in het A'oorjaar van 1923 door de Regce-, ring. bij monde van den minister van Fi nanciën in dc Eerste Kamer afgelegde •verklaringen. Een dergelijke behandeling hadden de gcmcent-on. wier financieel be leid dn het algemeen geen. aanleiding gaf tot klachten, zeker niet verdiend. Vele leden spraken den v-cnsch uit, (lat de Regesring haar standpunt ten aanzien van do nccduilkecring zoude herzien. De belastingen zijn in vele gemeenten, dio zich geen enkele uitgaaf veroorloven, welke niet strikt noodzakelijk is, gestegen tot een dusdanig peil, dat deze ondragelijk zijn gcAvortlcn. V. Ten slotte werden dc vclger.de vragen gesteld: Ij Aanvaardt de Rcgeering liet standpunt,' dat het nakomen van uitdrukkelijke toe-- zeggingen een der grondslagen moet zijn van Regeeringsbeleid, ook in gevallen, waarin het, met het oog op den stand vaii( 's rijks financiën, verkieslijker zou zijn do gedano toezeggingen niet na tcjsomenl 1 Indien dc Regeering dezen grondslag \roor regeeringsbeleid wel aanvaardt, wan-, neer kan dan worden tegemoet gcz!eu een wetsontwerp in zake z.g. nooduitkee<| ring aan gemeenten, zooals door de Rc- geering werd toegezegd bij monde van Minister De Geer in de Eerste Kamer op 11 April 1923? t beproevingen 'laten vertellen. Na eenige deelnemende Woorden betref fende de-n toostand. liet de prinses do mand mol voorraad •halen. Het was duw, deli'jk dat krachtig voedsel een eerslo be- hoiefle was. Zijzelve bereidde het medege-' •brachte vleeschnat tot een stijve golei; terwijl liet kookte, zat zij aan tie zijde va,a' den zieke. !j „Zij gij reeds lang van den oorlog tc-». rugigekeerd?" vraaigde zij. j' „Ruim drio maanden," aiiitwoorddje hij met zwakke stem; .Jk werd te Plevna ge-»; woiwl. De Heer liet het toe; mijn been' werd afgeschoten. Zaodra ik kon keerde ik weder naar mijn dorp." „Gij zijt dus niet vam hier?" „Neen, wij zijn uit Gorochino. provin-» cio Tver. Een belangrijke zaak drong mij het dorp te verlaten." j „Gave God dat we dit nooit gedaan hrjdj den!" zuchtte Marpha. „daar hebben wi£ nooit armoede gebad." De man zag haar aan met een verwijf tendon blik. v „En gij woont hier bij een rijtuigmaker^ (niet waar?" „Ja, jhij is een vriend mijner jeugd. Hih nam ons op, hoe ann hij ook zelf is. Leoj edel hart. dat verzeker ik u; hij liwft ïnijif zoon bij zileh in dienst genomen." f (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5