I NieuweLeiilsclieCflyranl
I Tweede Blad
i Woensdag 26 Maart 1924
L
HET LIBERALISME.
3G De Maasbode wijdt een artikel aan
do ook door ons besproken rede waarmede
rde heer Dresselhuys de vergadering van
tien Vrijheidsbond opende.
Na er op gewezen te bobben dat
Rousseau de vader van het liberalis
me genoemd kan worden schrijft 't blad:
..Waarom nu de heer Dresselhuys, spre-
Ikend over het liberalisme, dcze.n vader
van het liberalisme verloochen'!?
Veel piëteit spreekt daaruit niet. Trou-
yre'iis, de heer Dresselhuys- schuift solider
scrupules op zij wat hem hindert. Zoo
i acht hij het ombaar i.n dezelikïe rede ook
i ev:en af rekenen met zijn geestverwant
dien heer Cort va'n der Linden, diie dn zijn
j' -werk over het beleid va;n den 'liiberalen
j ■•staat liberalen neemt diegenen, die zich
•l slechts laten leiden door hun rede in hun
'politieke 'beig'inselen.
j Zeer juist en directe weerslag van het
wijsgeorig'e liberalisme, zouden wij ze'g-
j -gen. Aldus luidt echter bet vonnis „Zulik
een uitspraak mocht verklaarbaar en ver
schoonbaar zijn im een tijd. waarin zij
werd neeitgeschreveu, den tijtel van het ra
tionalisme in Nederland, zij is dn strijd
met do feiten en zij past niet op een groot
'deel der liberalen; zij voedt den '''eugen
van de antithese." Deze terec'htzetting va'n
het wijsgierig work van Cort van der Lin
den lijdt nog al door haar beknoptheid.
Bewijs bevat zij niet.
En evenmin wil het ons van zijn stand
punt geslaagd voorkomen, waar de heer
Dresselhuys voor <de wijsgeerige construc
tie vajn het liberalisme zich beroept op
ICant en diens opvatting van de vrijheid.
Want daardoor nadert hij weer veel dich
ter dan hem lief is tot Rousseau, voor
wiens vinding van het c-ontrat social Kant
groote bewondering had.
Neen, wij Igelooven, dat. de uitingen vapa
den heer Dresselhuys niet al te nauw niet
wij-sgecTig denken samenhangen, maar
veel meer metde praktische politiek.
"Wanneer Rousrcau reien afschrikt, dan
moet hij worden verloochend 'en wanneer
de definitie van Gort van der Linden het
plan om breed'o kringen tot de liberale
partij te trekken in 'don weg staat, maar
veeleer koren brengt op den molen der
coalitie, dat wil zeggen het verschil tus-
'sclren gelocvige en ongeloovi'ge staatkun
de ió duidelijk doet spreken, dan moet
ook -deze groot'?, liberale figuur worden
•weersproken.
Zoo veel mogelijk klanten in d,c liberale
nering brengen, zied'aar de ov'erhecrschen-
'de gedachte in de zoo breed uithalende
rede. Bij mij, Dresselhuys, kan iedereen
terecht; de gelgadigden kunnen komen zegt
hij „langs hun eigen weg, ook dien van
het geloof, of dien van de n: deneer in,g, of
dien van de intuïtie of dien van do erva
ring."
Misschien, dat er nog lieden zijn, die
z'cli 'latpn vangen, vooral nu de rede van
den lieer Dresselhuys 'Speculeerde op de
stemnvn'g van al diegenen, die 'de staats
bemoeiing willen inperken.
Maar men moet toch begrijpen, dat het
liberalisme, ook onder Dretsselhuys, v!an
een politiek, die rekening 'houdt met de
openbaring, niets niemendal wiL weten.
Hoogstens wordt een duidelijke beginsel
verklaring vermeden om hen, die geloo-
ven, niet af te schrikken.
Rousseau zelfs wordt onwaardig vcfrlo'o-
chend.
Zijn ouders negoeren voor politieke
winst slaat niet fraai."
ACTIE TEGEN DE TABAKSWET
In de Nieuwe- Tijd geeft „Vox-
Clamans" het volgende verslag van een
audiëntie bij den Minister van Financiën:
„Daar waren ter audiëntie opgeroepen en
verschenengroot-fabrikanten, Hanze-bon-
ders, werklieden-afgevaardigdende com
missie van deskundigen, loden van liet
Comité van Actie tegen de Tabakswet en
de lieer Referendaris, do groote „kei" in
zake Tabakswet-ar gelegenheden.
Ik bepaal inij heden tot modedeelingen
omtrent het optreden en het tc voorschijn
brengen van bezwaren door genoemd Co
mité van Actie.
Bij hun verschijnenter audiëntie deelde
^ySLLËTOitë
EINDELIJK VEREENIGD.
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
36) "i
Niet ver vandaar stond in deze zelfde
week een rijtuig stil, uit hetwelk de prin-
ises Broniftzky en een vriendin, atapten,,
^terwijl een arme, slecht gekle-.tlc vrouw
mot een zuigeling aan de borst beschei
denlek een aalmoes vroeg De lakei, die
het portier opende, wilde jliaar wegjagen,
maar de prinses verbood het hem.
Die vrouw trok haar aan. Zij .geleek vol
strekt niet op de ruwe bedelaressen van
beroep. 'Zij zag er zacht en droevig uit,
de vermagerde band omklemde kramp
achtig het fijne wichtje, dat aan haar
boezem sliep. Zij durfde (nauwelijks na
deren en schaamde zich te vragen.
„Om Jezus' wil een stuivertje," sprak
zacht en haar oog was vol tranen.
De prinses gaf haar een geldstuk; een
uitdrukking van. dankbaarheid glinsterde
op het gelaat. Haar zak bevatte slechts een
koperstuk.
„Ik heb u bier vroeger nooit gezien,"
;zei,de de prinses vriendelijk, „waar woont
«ij?"
«Héél ver, mevrouw; ik ;had ju.oeile mij
Z.E. Minister C'olijn mede, dat Z.E. slechts
10 minuten disponibel had voor de heeren,
daar Z.E. Minister Aalberse hem wachtte.
Do voorzitter van liet Comité, (afd.
Utrecht) het type van den braven, door
energie en hard werken opgekomen ar
beidsman, die onverpoosd doorvecht voer
liet bestaansrecht van hem en zijne stand
genoot en, repliceerde dat hij in drie dagen
nog niet alles kon zeggen en dat 10 mi
nuten verre onvoldoende was; gebleken is
dat Minister Colijn zoo welwillend was,
dat de toegemeten 10 minuten een klein
'A uur werd.
Een levendig beroep werd op Z.E. ge
daan dat hij als christen-bewindsman een
onrecht, als door deze Tabakswet werd
begaan, niet ,zou helpen bestendigen; het
moordende ambtenaarswerk, waarvoor do
industricelen niet betaald werden, en
dat hen en hunne gezinnen vasthoudt tot
in de nachtelijke uren en hen vaak belet,
des Zondags do godsdienstoefening bij tc
wonen, werd afdoende gebrandmerkt.
„O, Excellentie!" riep spreker uit, „leef
den nog Dr. Kuyper en Dr. Schaepman!
Nooit zou zulk leed over ons zijn geko
men! Welnu Excellentie! weest gij een
andere Dr. Kuyper! Deze wet is niet van
de Regeering, maar van eenige groot-kapi
talisten, die verwachtten dat daardoor wij,
klem-fajjrikanten, zóuden ten onder gaan.
Wij vragen u niets anders, Excellentie,
dan het recht te mogen werken voor onze
-gezinnen.' en gered te worden van den
ondergang. Is dit dan te veel gevraagd P
Een ander spreker bptoogde dat hij. die
niet eens een lagere school liad afgeloo-
pen, nu belast werd met een boekhouding
en met administratie, die hem geheel on
bekend is en dus nooit in orde. Dan klaag
de men over de willekeur van sommige
ambtenaren, die duldelocs was.
Een Dcrdrechtenaar beweerde: ilc en
nog een paar anderen worden nagereden,
de rest blijft ongehinderd. De wanhoops
kreet werd geslaakt: „Stop mij maar in de
does, dadelijk maar. het komt er toch van"
en teen do lieer Referendaris beweerde dat
men slechts om tweo zwaarwichtige rede
nen in de gevangenis kon komen, werd te
recht gerepliceerd: dat de veelal voorko
mende eïsch ia Tabakswet-cTelicten luidde:
f 100 boete of 30 dagen hechtenis.
Zoo heeft het "A uur lang Z.E. in de
co ren geklonken. Mij dunkt dat dezo in
zekere mate zich moet hebben verkwikt
aan de spontane uitingen van die man
nen, die nog niet kunnen gclooven dat
een Nedorlandsch Bewind hen als vrij-
heid-lievende Nederlanders zal blijven
knechten en die toonden \unno volle be
reidheid om door te strijden voor hun
bestaansrecht zoo lang ze adem in de
longen hebben.
Het. beroep op het buitenland la to men
varen. Daar doet men meerdere dingen
anders dan in ons vaderland. In Duitsch-
land jaagt men z'n keizer we.gin België
vergaapt men zich aan „La GarQonne"; in
Frankrijk dcet het Neo-Malthusianismo
zwaar opgeld.
Bovendien is Tabak, hoewel een over-
zcescli, een nationaal product en ik ben
heb geheel eens met den voorzitter van het
Comité van Actie dat het zoo dwaas is
in den handel en het bedrijf, van een na
tionaal product zóó storend in te grijpen.
Hoo 'slaat ook de Tabakswet in discre-
dict bij de Rechtbank! In het delict-Gebr.
de Jong werden de beklaagden vrijgespro
ken. Bij de behandeling van heb rochtsge-
ding-H. v. D., den Boxnieersclien fabri
kant, mompelde de President van de
Pi echt bank: „die ongelukkige Tabaks
wet!" en zeide de heer Rijks-advocaat:
„de Tabakswet is onsympathiek" en in
een verslag van de behandeling voor de
Rechtbank van het delict-Bloemist lees
ik: „daarna hekelt de pleitster do Tabaks-
wel, die de industrie, die waarlijk in deze
•tijden met voldoende moeilijkheden te
kampen heeft, aan banden legt en doet
naleven door ambtenaren aan wie in easu
ieder begrip van wot, recht en menschen-
kcmiis ontbreekt-, hetgeen er toe moet
voeren en in casu geveerd heeft dat een
fatsoenlijk burger, op wiens naam niets te
zeggen valt, uit zijn bedrijf en zijn zaken
leven gevoerd wordt voor den strafrechter
alsof liij een misdadiger ware." Pleitster
had succes, beklaagde werd ook hier door
de Rechtbank vrijgesproken."
KERK EN SCHOOL
KED. HERT. KERK.
Beroepen. Te Weert (toez.)J. Cra
mer te Kaalte; te Rouveen: J. J. van In-
gen te Harderwijk.
Bedankt. Voor SlochterenL. M. J.
S. Herfkens te Zwaagwesteinöe; voor
vSt.oeirwi jkerwoklPli. Peter to Warns.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Te Gees c.a.K. J. Cro-
'tot Di!c-r te sleepon, maar (mijn man is
krank, hij werd in 'den oorlog gewend, en
wij hebben geen werk."
De arme (vrouw snikte, de geschiedenis
was geerue nieuwe, ge ene bijzondere; eiken
dag waren er zulke; maar steeds wekten
zij de belangstelling der prinses; ook zij
was door den corlog geslagen; deze vrouw
boezemde haar bijzondere belangstelling
in; izij vroeg haar adres en schreef het op.
„Ik zal zien wat ak voor u 'ctcen kan.
•Ik kom u bezoeken," zeide zij, en stapte
liet rijtuig in. Do prinses stelde nooit uit
liefdadigheid te bewijzen. Den volgenden
morgen te tien ure tnam zij oen huurrij
tuig en liet eenige warme kleedimgstiukken
en een groote mand met eetwaren daarin
izetlen.
Het was vrij ver, wel een uur rijden
naar Ga-lernaiia. Men moest de hake stad
doorrijden, de Nicola asbrng over, bijna
bet geheele Basiliuseilan'd langs.
De 'lucht was frisch en snijdend, een
hevige wind joeg de sneeuw langs de rij-
•luiigranien; maar aan 'de koude .gewend
zijnde, lette de prinses hier niet op. Meer
'dan eens 'had ziü dezen rit gedaan, om de
weesinrichting van mevrouw Krestof le
bezoeken. In de ïijtuigkussens gedoken,
smeekte zij den Heer haar eenige goede
woorden le» schenken voor die ongelukkige,
'opdat zij getroost en bemoedigd taiocuht
nier, c-and. te Amsterdam; te Westergeest:
J. van Loo te Mijdrecht.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal. Te Sneek: J. B. G. Crocs
te ÏJmuiden en J. Tolsma te Zeist.
EVANG. LUTH. GEMEENTE.
Beroepen. Te Pekela (Gr.): P. van
Genderen Stort te Culemborg.
Ds. F. Mooi. f
Bij zijn familie le Lufctcn is bericht ont
vangen van het overlijden van ds. F. Mooi
predikant bij de. Indische kerk te Ambon,
in den ouderdom van 43 jaar. Ds. Mooi
werd candidaat in 1909, diende eerst in het
vaderland de Herv. gemeenten te Tricht
en te Terhorne en vertrok in het najaar
van 1919 naar Ned. Ocst-Indië, waar hij
predikant werd eerst te Djokjakarto, daar
na te Arnbcn.
Bevestiging, Intrede. Afscheid.
Zondag j.l. nam D s. D. J. Couvee,
predikant bij de Geref. Kerk van Meppel,
afscheid van zijn gemeente met een pre
dikatie over 1 Joh. 4: 9 en 10. Den naar
Brussel vertrekkend-en leeraar werd toege
zongen Ps. 121: 4 nadat hij was toege
sproken door zijn collega- dr. J. Thijs, ook
namens-kerkerand cn gemeente en 'door
Ds. G. van Halsema van Nijeveen.
Na- des morgens bevestigd- te zijn
■door Ds. J, van Herksen van Hillegom,
met een predikatie over Joh. 10: 1—5,
deed Zondag j J. D s. H. d e Z w a i' t (van
Hallam) zijn intrede bij de Geref. kerk
van Twijzeï, sprekende over Joh. 1: 29.
Den nieuwen leeraar werd toegezongen
Ps. 134: 3 en Ps. 20:. 1, terwijl hij werd
toegesproken door H. Duyst namens den
kerkeraad, ds. P. Hekman van Buitenpost,,
ds. II. Knoop van Koeten, een afgevaardig
de van dc kerk van Eestroni en door het
hoofd der Chr. school, J. Straling.
De siraatprediking
Over de hcdeniiaagsche straatprcdilting
schrijft ds,. K. Schilder in „De Reforma
tie", dat 't niet moet als dc straatprediker
dien hij onlangs hoorde en die- 't volgende
raadseltje (over Jonas in den walviscli)
aan zijn publiek oj> te lessen gaf:
D'r was een graf, dat leifdc,
En dio d'r in zat, beifdc,
Het graf, dat at,
En die d'r in zat, bad.
Hiervan zegt de Delftschc predikant:
Als ds. Kapteyn erop wijst, dat wc mek
die straatprediking voorzichtig moeten
zijn, dan wil ik hem daarin dadelijk bij
vallen. Je brengt het kostbaarste wat je
hebt op straat. Ik zeg niet: doe het- nier.
Maar ik zeg wel: als je het doet, pvobeer
dan dc beste krachten ervoor te krijgen."
Dojjinaticcïi ifidiffarentfsme.
Op de binnenkort te honden verg.Wbring
.van dc Gereformeerde Predikan ten ver
oen i ging zal Dr. K. Dijk tc 's .Graveuhage
■refcreeren -over het d o g m a t i ,s c .h -i n-
<1 i f f e r e n t ii s m c onder de j o n g e-
r e n aan'de hand van, het volgende sche
ma.':
1. Hoewel liet verschijnsel vain gebrek
aan kennis derWafirheicl en van dogma
tisch indifferentisme niet algemeen onder1
ouzo jongeren voorkomt, en daarom niet
(overschat mag worden, is hot echter al
lerminst te loochenen, en. e'.scht het onze
bijzondere bela-ngstslli ng.
2. Voor dit verschijnsel zijn dc 'oorza
ken te zoeken èn bij 'do jongeren zelf, èn
i;n de faictoren, die buiten hen '.liggen, en
wat dit laatste betreft, z'oowel in onzen
eigen kring als daarbuiten.
3. A!s oorzaken builen enzen krirlg en
buiten de jongeren ze-Lf kunnen genoemd
worden
a. de regelmat:ge deining op geestelijk
•terrein, die op een tijdperk van prioriteit
van het degma noodzakelijk een tijdperk
van over'heersching der mystiek doet vol
gen;
b. de [geestelijke stroom .aigen der laat
ste tijdein, die voor de religio ohjoctiva 'da
religio subjectiva op den voorgrond heb-
gen gednong'en: en
de cmkeering, -die door de geweldi
ge gebeurtenissen der ooriojgsjai-en ook op
geestelijk gebied veroorzaakt is, en. tot re
lativisme en Subjectivisme geleid heeft.
4. In onzen kring zijn de volgende oor
zaken aan te wijzen:
ft. ren niet te caitkonmen, doch even
min te overschatten objectivisme en in
tellectualisme, waarop als reactie 'n over
helling naar het mystikc onvermijdelijk
was;
b. het streven im de vroegere jaren om
ook die „beginselen", die van 'onderge
schikt belang waren, tot primaire princi-
piën te verheffen, op welke overdrijving
reactie niet kon uitblijven; en
o. do zucht, d(i.e zijch ook in eigen lering
iwordien. Z;'j vergeleek hare droefheid mot
de droefheid dier vrouw. Zij dacht aan de
wonderlijke wijze, óp welke -de twijfelin
gen haar waren afgenomen. Zij wist niet
welke, verrassing haar wachtte. Een lichte
schok brak liaro overdenkinigen af. Het
■rijtuig stond stil.
„He Edelheid," sprak de koetsier, het
(porlier openende, „wij izijn te Galernaia;
nu weet ik var der den weg miet; de wegen
zijn zoo sleolit, dat men bijna niet ivoort-
kan."
De prinses keek uit en zag da.t men; het
Bastliuseiland voorbij was. Aan beide
(zijden van den weg lag 'de sneeuw hoog;
nauwelijks was de wclg gebaand. Rechts
waren eenige kleine houten huizen, waar
boven een torentje uitstak, behoorende tot
een Duitsohe kapel; deze was cene 'lief
dadigheidsinstelling van de groothertogin
•E. M. Men zag niemand.
„Wij moeten aiaar gindsch huis. Daar
izal nien ons verder den weg wijzen," zcii
de prinses.
De koetsier besteeg brommend dén bok.
Zij kwamen aan eene inrichting, waarvan
de portier op eene woning wees, mei een
ivoorpleintje, waar eenige rijtuigen ston
den. De prinses had moeite de lage deur te
bereiken. Zij daaldé eenige (rappen af. en
bevoaid zich in een soort' kelder, oen klein
raampje liet het-Licht flauw door. Verblind
openbaart, om het absoluut-belijmde in te
ïiuilen voor liet relatief-ruimere, en de
scherpe formuleermg zoo al niet los te la
ten, dan toch van minder waarde te ach-
fe:~
5. De oorzaken in de jongeren zelf zijn
te zoeken in*
a. hun leeftijd waarin het hart gemak
kelijk openstaat voor den invloed wan dé
heers'chende geestesstroomingen; en
b. wat de studeerende jongeren aan
gaat. onder "wie genoemd verschijnsel1 het
.steukst voorkomt, iin het feilt, 'dat zij èn
met de verschillende richtingen op gees
telijk 'gebied èn met dé moeilijkheid der
problemen, èn met andersdenkenden i.n
eenzelfde organisatie nieer samenkomen
da.n de niet-studi?erencfepi
G. Dit dogmatisch indifferenL&me moet
.worden 'tegeoigegiaa.n, omda-'t het niet al
leen onrecht ilb'et aan de waarde van het
(dogma, en de groote heteekeniis van de
•keaijiii's der waarheid,, doch niet minder,
omdat het tm -aan iliet persoonlijk geeste
lijk èn aan ons kerkelijk leven groote
•schade berokkent.
7. Hiertoe is rnoodig, dat deze jongeren
bijzonder bearbeid worden, en 'in predi
king en onderwijs de nadruk gelegd worde
Op:
a. .c?c Ginm-ishaarbeid van het „kennis-
.element" in Ju t leven des 'geloofs en kier
[gemeente;
li. de eenheid en harmonie die er moet
zijn tussolien de religio objecfiya en siili-
jectiva; terwijl hierbij n'iiet Tna.g w er ge ton
'worden de groote noodzakelijkheid van
nadere dogmatisch? bezinning.
^Confessioneel" en „Gereformeerd."
In „Oude Paden" liet blad van Ds.
Knap werd onlangs als onderscheid
tussclïen Gereformeerden en Confessionec-
len opgegeven: de eersten zoeken meer
het geestelijke, dc tweeden meer het kerk
rechtelijke in ono kerk te verdedigen.
Ds. C'. A. Lingbeek kan dit in De Gere
formeerde Kerk niet beamen.
„Het is zeker niet. gemakkelijk cm het
onderscheid tusschen ben, die in onze
Kerk Gereformeerd worden geheeten en
dio Confessioneel werden geheel en met "n
paar woorden weer te geven zegt hij, want
er zijn onder beide richtingen nog nuan-
cecvingen, die vaak vrij wat uiteenloopen.
'i. Zegt eigenlijk omtrent iemands predi
king, enz. maar zeer weinig of hij lid is
van de eene of de andere vereeniging. Dat
staat, vaak in verband met familic-cmstan.
digheden, opvoeding, omgeving, waarin
men leeft, cte.
Wat nu echter liet eigenaardige streven
van de Confessioneele Vereeniging als
zoodanig betreft, dat is zeker niet. om het
gcestebjke aan het kerkrechterlijke op to
offeren, maar wel om het geestelijke te
zoeken in. den rechten weg, dat is in den
door den Bcerc en Zijn apostelen ingest el-
den weg, n.l. den korkeiijken weg.
Velen in onzen tijd, co wordt verder
opgemerkt, achten zich zelf z.óó geestelijk,
'•dat zij de kerk en kerkelijke instellingen
als overtollige fraaiigheden of hoogstens
als dingen van bijkomstig belang beschou
wen, die men ook zou kunnen missen.
De Conicssioneelen radon niemand aan
om het geestelijke buiten den geordend en
weg te zoeken, maar juist in dien weg.
„Om een voorbeeld te noemen: in do
dagen, teen onze Herv. Kerk voor een
groot deel sliep, gaf God het z.g. Réveil.
Door dat Réveil werd ongetwijfeld een
waar geloof gekweekt bij velen, maar hoe
veel ziekelijk, onkerkelijk leven ging daar
mee gepaard. Wij zitten nog met de ge
volgen
Evenzoo: iemand, die b.v. in. liet Heils
leger bekeerd is, is als do bekeeriiife' on
recht is, een kind van God, maar bij allo
goeds, waarover elk Christen zich dan
verblijdt, hcc veel wanstaltigheden dan
vaak bij een op dio wijze toegebrachte!
Dat telt zijn. Doop niet; dat meent ge^n
Avondmaal meer noodig te hebben; dat
z.cckt den stcungrond en de sterking A-oor
zijn geloof vaak in andere dingen dan
die Gcd dc Hcere zelf daarvoor gegCA-en
heeft. Want steun heeft, de Christen, nu
eenmaal noodig, en Avie den rechten steun
mist komt er A'an zelf tce cm te leunen
op iets anders, waarop hij niet leunen
mocht. Denkt hier aan liet. leunen op ge
stallen en voorkomingen, etc.
Cm al deze redenen nu zoekt do Con
fessioneele Vereeniging Kerklierstol.
Niet. omdat, een uiterlijk horstel -r
Kerk het eenige wenSchelijke zou zijn,
waaimeo alles op eens gezond was; maar
Avel, omdat, dat de A-oorwaarde is A-oor een
gezond geestelijk leren."
De GereXi'mjierds J cd enz en ding
In „De Jocdsclie Wachter" komt het
vo\gcndo venijai'ige islukje, vpor:
Deputaten i-anivc<ge do Generale Synodo
den Gereformeerde Kerken, benoemd Aoor
door den. rook evenzeer als door de sneeuw
kon zij de voorwerpen niet dadelijk onder
scheiden, anaar het oog begon aan liet
halflicht (e wennen, en. hij de kachel, die
mQt eene tafel en banken het geheéle
•ameublement uitmaakten, zag zij een
menschel!jkc gedaante, die haar ziende
zich ophief Het was een mager verarmd
man; hij droctg een kapotjas. De bewe
ging, die ihij maakte, veroorzaakt© een he-
vigen hoest; daarop ijlde zijne vrouw
naar hem toe.
„Zijt grj het, moA'roiiAv!" riep zij, de
prinses ziende; „hoe goed van u, hier te
komen!"
:Zij bracht een stoel, A-eegde dien met haar
schort af, en zich oyer den man heen-
buigend, zeide zij: ,,Iwan, dit is de vrien
delijke dame, die gisteren fe Gostinnoi
Dvor met mij heeft gesproken."
Iwan Avant zijne vrouw en hij waren
onze vrienden Matvéüef was erg Ver
anderd, sedert wij hem op den Aveg van
Novgorod zagen. Zijne ziekte was s'nel
verergerd. Blazen onder de oogen, een uit
gerekt gelaat en gele kleur Avaren slechte
teekens. Sedert \-eertien dagen had hij de
kamer niet verlaten. Men zag dat hij iniet
lang meer zou leven. Ook Marpha was on
kenbaar igeworden; smart en angst hadden
haar in enkele weken wel tien jaren
ouder gemaakt. Laat ous henze-lvén hunne
den zendin'gsarbeid onder ,de Jodeag
.brachten voor eénigen ti/1 verséag uit .van"
jhun arbeid p.
Ui't dit A'erslag blijkt hoe een kolossaal
apparaat de (Gereformeerden voor de zen-'
di.ng onder 'de Joden onderhouden: twee
jmissionxaire predikanten, ds. van Nes in
Den Haag en ds. Velders in Amsterdam;
tAvee bladen: de Mcssiasbode (maaudelijkg
oplaag ca. 13.000 exemplaren) en liet Zen-'*
dingsblad (driemaandelijks, oplaag c:u'
63.000 exemplaren). En in 1923 brachten
20 locale zendingscomité's 20.000 gulden
(zegge twintig duizend gulden) voor dtf
zending onder de Joden bijeen!
De heeren zijn vol goeden moed, Avant
hij hun predikanten „is verscheidenheid
van gaven, doch liet is dezelfde geest,
„I Cor. 12:4". En bun arbeid werd geze-«
gend. Zij lieblien goddelo.ozen gevo,oden,
•ieder va«n hen heeft, .gehoord, .gelijk z'ich
Mc vogelvangers sc'hikken.. Zij zetten eenen
verdeifelijken strik en zij vingen de men-
sc-lien (Jeremia 5:26). Immers zoo spreekt
het verslag: „In de vorige driejarige pe-'(
riode Beleden in Amsterdam twee Jodin-1
lien en te 's-Gnavenhago vier Jezus
Christus als haar Messias" en werden ge
doopt." n
_Wi;j .hebben Uitgerekend, dat dus gemid
deld 2 Jodinnen in bet -laat.st-o'jaar heb
ben gekast: f20.000, en hebben vereischt
i08.000 .kranten. Of f 10.000 en 204.000
kranten per Jodi.n per jaar. 'n Koopje!
Tot zoover de Joodsche Wachter. .Do
spottaal van dit stukje is niet alleen (droe
vig maar ook toont 'tïe Joodsche Wachter
•niet te hegrijpen dat het in de Jodenzen-
ding niet gaat om ge,ld.
Vi Mensehen ziel is geen 'handelsartikel
Ze is moer waaid idan hoeveel duizenden,
guldens ook en hoewel de Jo donzen ding
niet op honderden bekecringen kan wij
zen. foóh zal zij voortgaan -om aan het
oude bondsvolk het Evangelie der zalig
heid tc brengen.
Het Rijk en da Gemeenten.
Met. betrekkiug tot de financieele ver
houding tusschen Rijk en gemeenten werd
blijkens het voorloopig verslag der Eer
ste Kamer in zake de Sfaatsbegrooting
1921 o.ni. het Arolgende opgemerkt:
Algemeen meende men bij de Regeering
een groeiend strcA-cn te ontAvaren tal Aan
Rijksuitgaven af te avchtelen op de ge
meenten. Do houding der Regeering tegen
over de gemeenten Averd in het- algemeen
Aveinig sympathiek genoemd. Het sterkst
kwam (lit uit in de inhouding der zooge
naamde nooduitkeering.
Vele leden konden dit niet goedkeuren.
Na. de toezegging Aan Minister De Geer op
11 April 1923 bij de algcmeene beschou
wingen over de Staatsbcgrooting A'oor 1923
in deze Kamer, had do Regeering deze
gestand beboeren te doen. Het Rijk komt
zijn geldelijke verplichtingen ten opzichte
der gemeenten niet na. Do gevolgde me-
ihcdo dreigde de gemeen ten in moeilijk
heden to brengén, verschiller.de gemeentc-
begrootinge.ii A'oor 1923 in 1922 vastgesteld
bcA'alton onder hare inkomsten de' nooduit
keering. Ïntusscheiï ontvineen de gemeen
tebesturen in Augustus 192&. op het oogen-
blik, dat. de begrooting voor 1924 in con
cept gereed was, de niededeeling, dat de
Regcering niet liet voornemen had, dezo
uitkceringen, noch over 1923, noch OA'ër
1924 te deen, en dit niettegenstaande do
in het A'oorjaar van 1923 door de Regce-,
ring. bij monde van den minister van Fi
nanciën in dc Eerste Kamer afgelegde
•verklaringen. Een dergelijke behandeling
hadden de gcmcent-on. wier financieel be
leid dn het algemeen geen. aanleiding gaf
tot klachten, zeker niet verdiend.
Vele leden spraken den v-cnsch uit, (lat
de Regesring haar standpunt ten aanzien
van do nccduilkecring zoude herzien. De
belastingen zijn in vele gemeenten, dio
zich geen enkele uitgaaf veroorloven,
welke niet strikt noodzakelijk is, gestegen
tot een dusdanig peil, dat deze ondragelijk
zijn gcAvortlcn. V.
Ten slotte werden dc vclger.de vragen
gesteld: Ij
Aanvaardt de Rcgeering liet standpunt,'
dat het nakomen van uitdrukkelijke toe--
zeggingen een der grondslagen moet zijn
van Regeeringsbeleid, ook in gevallen,
waarin het, met het oog op den stand vaii(
's rijks financiën, verkieslijker zou zijn do
gedano toezeggingen niet na tcjsomenl 1
Indien dc Regeering dezen grondslag
\roor regeeringsbeleid wel aanvaardt, wan-,
neer kan dan worden tegemoet gcz!eu
een wetsontwerp in zake z.g. nooduitkee<|
ring aan gemeenten, zooals door de Rc-
geering werd toegezegd bij monde van
Minister De Geer in de Eerste Kamer op
11 April 1923? t
beproevingen 'laten vertellen.
Na eenige deelnemende Woorden betref
fende de-n toostand. liet de prinses do
mand mol voorraad •halen. Het was duw,
deli'jk dat krachtig voedsel een eerslo be-
hoiefle was. Zijzelve bereidde het medege-'
•brachte vleeschnat tot een stijve golei;
terwijl liet kookte, zat zij aan tie zijde va,a'
den zieke. !j
„Zij gij reeds lang van den oorlog tc-».
rugigekeerd?" vraaigde zij. j'
„Ruim drio maanden," aiiitwoorddje hij
met zwakke stem; .Jk werd te Plevna ge-»;
woiwl. De Heer liet het toe; mijn been'
werd afgeschoten. Zaodra ik kon keerde ik
weder naar mijn dorp."
„Gij zijt dus niet vam hier?"
„Neen, wij zijn uit Gorochino. provin-»
cio Tver. Een belangrijke zaak drong mij
het dorp te verlaten." j
„Gave God dat we dit nooit gedaan hrjdj
den!" zuchtte Marpha. „daar hebben wi£
nooit armoede gebad."
De man zag haar aan met een verwijf
tendon blik. v
„En gij woont hier bij een rijtuigmaker^
(niet waar?"
„Ja, jhij is een vriend mijner jeugd. Hih
nam ons op, hoe ann hij ook zelf is. Leoj
edel hart. dat verzeker ik u; hij liwft ïnijif
zoon bij zileh in dienst genomen." f
(Wordt vervolgd).