Tweede Blad
Vrijdag 22 Februari 1924
.ViQfcKfci*»-
V Steuer-viuchtelingen.
1 Weet men wat dat voor menschen zijn?
Het zijn de belasting-vluchtelingen,
menscheu met groote inkomens, die in ver
band met de hooge belastingen het land
verlaten, klaploopers, zooals de heer Van
Gijn zo in de Tweede Kamer aanduidde.
De heer Van Gijn wilde pogingen zien
aangewend om deze „vluchtelingen" zoo
veel mogelijk in de belastingen te doen bij
dragen, en maakte daarbij enkele opmer
kingen, die we. wat de hoofdzaak betreft,
gaarne onderschrijven!
Ik zou er aldus de heer Van Gijn
niet tegen opzien om do Nederlanders,
die naar het buitenland gaan om andere
redenen dan er de kost te verdienen, nog
vijf jaar in de belasting te laten betalen,
-althans in- de verdedigingebelasting, om
dat zij toch ook van de crisismaatregelen,
als de distributie, genoten hebben.
Ik zou ze zelfs in de inkomstenbelasting
willen laten betalen, al geef ik tbe, dat
wij daarbij het systeem zouden moeten toe
passen, dat zij, hetgeen zo in het buiten
land betaald hebben, van het bedrag mo
gen aftrekken, omdat ze niet dubbel behoe
ven te betalen. Ik zou het alleen willen
doen om te voorkomen, dat zij het land uit-
loopen om belasting te besparen.
Nu vraagt men mij, hoe ik zou willen
zorgen, dat zij inderdaad hun belasting be-
talen. Ik zou hun eenvoudig een aanslag
thuissturen, met de mededeeling bij som
migen heeft men er ook in het buitenland
verhaal op, maar bij anderen niet dat,
wanneer zij hun belasting niet betalen, de
Nederlandsche Staat van hen verder geen
notitie neemt, hun geen passen, geeft, geen
logimatatiebewijzen verstrekt en ook geen
akten van den burgerlijken stand, enz. uit
reikt.
De Nederlandsche Staat moet tegen hen
zeggen: ik ken u niet; als u uw. belasting
betaald "hebt, is de zaak echter weer ge
zond. Ook Duitschland heeft dien maatre
gel een tijd toegepast.
Ik vind het een scheeven toestand, dat
menschen, die niet hun belasting willen be
ialen, wel genieten van de diplomatieke eu
consulaire bescherming. Wanneer zij in
Lausanne op de teenen getrapt worden,
.loopen ze onmiddellijk naar den gezaut en
sijn Nederlanders.
Ik vind het' heel mooi, dat onder leiding
van den gezant in Zwitserland onder ande
ren door zulke Steuer-vluchtelingen bij
tiet jubileum der Koningin aan Hare Ma-
jestoit hulde werd gebracht, evenals door
do menschen Lier in Nederland.
Maar als ik de Koningin geweost was,
^ou ik neiging gehad hebben om te bedan
ken voor de huldo van die menschen, die
niet betalen willen, niet bijdragen in de
kosten van onze Kroon, onze defensio, onze
diplomatie en onze zorg fvoor de Neder
landsche cultureele belangen.
Die menschen zijn feitelijk klaploopers
en dat zijn vreeselijke menschen."
DE S. D. A. P. GEWRAAKT.
Minister Aalberse, zegt de R o 11 e r d.,
beeft gewaagd, maar niet gewonnen.
Het ging niet met den oorspronkelijken
grootschen opzet van de Arbeidswet.
Het welvaartsleven werd zoo zwaar ge
troffen, dat de wet in haar oorspronkelij
ken vorm niet kon worden gehandhaafd.
In 1922 kwam de wijziging, d:e den
jHr-urigen arbeidsdag bracht, en boven
dien de mogelijkheid voor afwijkingen dor
wet door gemeenschappelijk overleg van
de organisaties van patroons en arbeiders
vastlegt.
Merkwaardig is nu, dat Dr. Goudriaan,
die zflC^eiiaamde verslechtering van de
aehturefnvet door verleng-'mg van den ar
beidstijd als volkomen natuurlijk voorstelt.
Letterlijk zegt hij: „Van een bevoorrech
te. van een bijzonder gunstige positie van
Nederland in vergelijking met zijn nabu-
sren, is op 't oogenblik geen sprake meer.
Dit op zichzelf was al een volkomen af
doend motief om do vooruitgeschoven stel
ling van de 45-uremveek terug te trekken
op 48 uur".
Alleszins gerechtvaardigd wordt alzoo
JS'O verlenging geheeten.
Merkwaardig, omdat Dr. .Goudriaan is
•ion der vooraanstaande sociaal-domocra-
*cndio o.m. bij de samenstelling van het
FEUILLETON
EINDELIJK VEREENIGD.
s Een verhaal uit het vroegere Rusland.
'U\
„Kom hier, mijn jongen, lees ons een
hoofdstuk; 't is het Woord van God."
Langzaam en eerbiedig las Pavloucha
Johannes III, waarbij het meTk lag.
De kleine Macba sliep op moeders
'^ïhoot, terwijl Marpha aandachtig luister-
!aó. Iwan hoordé toe, het thoofd! op de hand
ïustende; een traan ontglipte hein. „Dit
^ijn schoone en goede woorden," sprak de
moeder.
„Gewis; Pavloucha zat ons eiken avond
V hen hoofdstuk lezen, tot we de Prinses
Bro,nitzki hebben uitgevonden; niet waar,
hi ij n jongen?"
„Hoe zullen wij haar vinden? Weet ge
■Jv,'"waav zij woont?
lÊï „Ach neen, het bloed wisclite het adres
ia,Vit. Wij zullen naar Petersburg gaan en
'da Heer zal ons haar doen zien.'1
jiV Marpha zette groote oogen op. VV
Tv.' „Ja zeker, naar Petersburg." v*';
-•él Pavlo\cha vond' dit recht aardig en. hup-
V peldle vai, vreugd.
.j£ „Gaan ve spoedig?"
„Morgen zullen wij het bepraten,*'
ÏJVoordde Ivan.
Socialisatierapport belangrijken arbeid
verrichtte.
Merkwaardig, omdat destijds bij de tot
standkoming dezer novelle de sociaal-de
mocratie brieschtc van verontwaardiging
over Aalberse's verraad.
In de Tweede Kamer gingen de lieer
Schaper en zijn partiigenooten aldus te
keer: „De Minister heeft de deur openge
zet van alle beminnaars van kapitalisti
sche winzucht en van de meest erge ex
ploitatie van arbeidskracht". „Bij de ar
beiders zal hij voortaan te boek staan, met
de meerderheid, die deze wetswijziging
wil, als do trcuweiooze aan de sociale wet
geving." „Hij beeft zijn hoogste punt be
reikt in November 1918; nu is hij weer
degene van 20 jaar terug, de slappeling,
die zijn werk in den steek laat".
„Het Volk" teekende een plaat met een
kru;s, waaraan een arbeider liing, mot
het opscl^rift: „Bij het christendom hoort
een kruis voor de' arbeiders".
Op deze weerzinwekkende wijze werd de
agitatie gevoerd tegen een wetswijziging,
thans d(y>r eigen partijgenoot
alleszins gerechtvaardigd g c-
h e e t e n.
Door die houding is de soc'aal-democra
tie bij de beoordeeling dezer dingen ten
eenenmafe geAvraakt.
Ook thans,' nu door de verdere ont
wrichting van ons economisch leven het
onveranderd voortbestaan dcy ArbeidsAvet
ernstig aan de orde komt."
KERK EN SCHOOL
NED. HERY, KERK.
Beroepen. Te Oude-lan.de (Z.)J. J.
Homburg te Goes; te Hijkersniilde: J.
Hengeveld te Schipluiden.
Bedankt. Voor Colmschate, G. v.-
Rhijn te DeA-enter.
'-•w-ïdr
GEEEF. KERKEN.
Beroepen. Te Silvolde-Gendringen:
C. A. Vrougdenbil, cand. te Rotterdam;
te Zweeloo: B. Ramakei*, cand. to Gronin
gen.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Oud-BeijerlandJ. B.
G. Croes, te IJmukL-en.
Ned, Herv. Gem. te Delft.
Heb Prov. College van Toezicht in Zuid-
Holland heeft ongegrond verklaard het
protest van den heer J. J. P. Verboom c.s.
tegen de herbenoeming van de lieeren J.
Naaktgeboren on J. van der Wel tot- kerk
voogden der Ned. Herv. Gem. te Delft.
Johannes Cornells Sikkqlfonds.
Toen dit fonds in 1920 tor nagedachtenis
aan d«. J. O. Sikkel, predikant bij do Ge
reformeerde kerk van Amsterdam, werd
gesticht met het doel dien arbeid van de
zen prediker voort te zetten-, besloot men
o.m. tot dc uitgave van verschillend© ge
schriften, dio na den dood van dis. Sikkel
afgemaakt in portefeuille w'crden gevonden
en tot herdruk van reeds uitverkochte
werken en artikelen uit bladen of tijd
schriften.
Heb comité bezorgde thans reods den
4den Jaargang van do Sikkel-bibliotheek
en is hiermede tot een gedeeltelijke afslui
ting van uitvoering gekomen. Later zal
worden medegedeeld wat het comité a'er-
der denkt te doen.
Een gereformeerde zen.dingscatheder
De noodzakelijkheid der stichting van
een leerstoel veor de zending werd in de
gereformeerde kerkelijke pers de laatste
maanden druk besproken. Door nu Avijien
prof. dr. II. Bavinok. reeds jaren geledón
op een Vrije-Universiteitsdag bepleit, werd
dc wenschelijkheid van zulk een z endings-
catheder onlangs door den redacteur van
„Het Zendingsblad", d&. "Wl Breukelaar,
opnieuw naar a-orcn gebracht Zijn gedachte
heeft bijA'al maar ook bestrijding gevonden.
Prof. -dr. G. Ch. Aalders schreef een
artikel waarin hij deze zaak met warmte
aanbeval. Ook prof. dr. V. Hepp wijdde or
in „De Reformatie" een bespreking aan Hij
zag vooral practische bezwaren. De belang
stelling onder de studenten voor de zen
dingscolleges zou tegenA-allen. Het aantal
college-uren \7oor de theologen was al zoo
groot, dat do speciale zertdingsstudie eerst
na het candidaats zou moeten aanvangen.
Maar zou men dan niet op een veel te
gering aantal studenten kunnen rekenen?
Ds. Breukelaar gaat in het pas versche
nen nummer van „Het Zenldingsblad" op
dezo bezwaren in. Al was liet zoo zegt
hij dat zulk een zendingsprofes-sor maar
een paar ooileges gaf en al Averdcn dio col
leges dan niet zoo druk bezocht, dan toch
zou zijn werk niet zonder groote beteekenis
zijn. Want zijn wérk zou met opgaan alleen
in het geven van college. Zijn taak zou
zijn, uit het gereformeerd gezichtspunt de
zendingsvraagstukken te belichten, de ker
ken met zijn advie-zen op het terrèin der
zending tc dienenl en door zijn woord cn
invloed leiding té helpen geven aan de zen
dingsbeweging van onzen tijd, opdat men
van gercf. zijde in de beweging niet achter
aan zal komen.
De financieele zijde van een zendings
professoraat komt den sctrr. minder moei
lijk a*oor dan het vinden van den geschikte n
man.
De Duitsche zending.
De Duitsche z-endingsarbeid, hoezeer
ook door -den oorlog gebroken, is nochtans
in le\'«n cn bestrijkt nog een vrij omvang
rijk arbeidsterrein.
De „Bcrlijnsche Zendingsvereenaging" die
a.-s. 20 Febr. 100 jaren zal bestaan, zag al
leen haar werk in Duitsch-Qost-Afrika te
niet gaan, maar in Zuid-Afrika en China
heeft zij thans tezamen rond. 160 Duitsche
missionai-isscn (vrouwelijke mede inbegre
pen) in haar dienst-. Op 73 stations en1 in
samen meer dan 1000 posten en prediksta-
itions heeft ze ongeveer 100.000 inboorlin
gen onder haar zorgen. De arbeid in Zuid-
Afrika onderhoudt zich met zeer veel moei
te uit eigen middelen; voor het werk in
China hebben tot- dusver Luthersche vrien
den in Amerika de benoodigido middelen
aangebracht. De inkomsten in Duitschland
zelf zijn sleöhts voldoende, om 't missie
huis en 't administratieve A*an den arbeid
in Duitschland zelf in stand te houden.
Leeftijd van toelating tot de lagere
schelen.
De M-'uister van Onderwijs heeft giste
ren de lreeren mr. H. Smeenge en Klaas
de Vries in particuliere audiëntie ontvan
gen ter nadeye toelichting van hét ver
zoekschrift ingezonden door het hoofdbe
stuur a*an .„Volksonderwijs", dat vraagt
om intrekking \ran het K. B. a*an 19 Jan.
waarbij de leeftijd van toelating tot de la
gere school van -gemiddeld 6 op 7 jaar
Avordt gebraclit.
De totaal-indruk van het onderhoud was
dat do maatregel die al te d:ep ingrijpt
zoowel in het gezins- als in het school
leven, terwijl de aansluiting lusschen het
einde a'an den leerplichtigen leeftijd en
den leeftijd A'an 14 jaar, waarop de kinde
ren overeenkomstig de arbeidswet te werk
gesteld mogen worden, op deze wijze toch
eerst over zes jaren zal Avorden bereikt
in zeer ernstige overweging zal Avorden ge
nomen.
DE ZORG VOOR ONZE MEISJES.
Mevr. A. van Hoogstraten—Schoch
schreef voor ©enigen tijd in „Christelijk
Vrouwenleven" het volgende ernstige
Avoord over de zorgen voor onze meisjes:
„Laten wij, moeders en vaders, elkaar
nu maar eens eerlijk aankijken en zeggen,
Avat ©r in ons leeft: Ach! ach! we zitten
toch zoo met onze meisjes!
Met dio lieve, vroolijko, aurdigo moi»joo
van achttien en negentien jaar. dio klaar
staan om hot leven in te gaan.
Vroeger wentelden onzo ouders zich 's
nachts om en om op hun legerstede en
wreven zich de slapelooze oogen, uit louter
angst voor hun zonen, maar tegen'wooi*-
dig zijn het de dochtertjes, die ons den
slaap uit de oogen houde'n.
Neen, niet omdat zo zco verkeerd zijn of
ongehoorzaam of onaardig, ach neen, juist
misschien omdat ze zoo lief zijn en zoo
aantrekkelijk en begaafd!
Juist, omdat ze zooveel charmes hebben,
en men de oogen haast niet van ze af
kan houden.
Zelfs die angstige vrijheid onzer dagen,
dio alle jonge vrouwen genieten, zou nog
niet eens zoo huiA'eringwckkend zijn, als
er maar niet dat eene was, dat zoo gevaar
lijk is.
Dat gevaarlijke, dat onze meisjes van
20 en 21 jaar, van 18 en' 19 jaar. absoluut
overtuigd zijn, en heusch ter goeder trouw
hoor, dat ze het leven kennen en dab ze
uitstekend voor zichzelf kannen zorgen en
't „gezeur" van vaders of moeders en ver
dere aanverwanten best missen kunnen. Nu
moet je je maar terugschuiven als jo va
der of moeder bent, en op een afstand toe
kijken, want het leven met je mooie lies'e
kind van plan is te deen.
Volgens liaar eigen meening zit ze vaat
in 't zadel, ze heeft de teugels in do teere.
blanke vingers en.... straks galoppeert
het paard' met haar Aveg, en men mag nog
van geluk spreken, als er geen doodelijke
val op volgt.
Al kijkt heel jong Nederland me nu
boos aan, toch ga ik het zeggen. Ik neem
geen blad voor m'n mond.
Die lieve", groote kinderen van ons doen
zooveel demrne dingem Telkens komt me
hei oude rijmpje weer in den zin:
Eén uur van onbedachtzaamheid
Kan maken dat men jaren schreit.
Ze deen zulke dwaze huwelijken, ze avcf-
ken zich in verhoudingen' waar zc niet in
bchooren ze luisteren naar verkeerden raai
zo schieten aan weerstandsvermogen tekort
als slechte, booze fielten de handen naar
haar uitstrekken, ze kiezen een Aerkeerd
beroep vol ontzettende verleiding, omdat
zij alles zoo goed weten en 't loA'en zoo
kennen en niemands raad, behalve die a'an
een vriendin van eigen leeftijd noodig heb
ben.
En wat moeten wij. ouders, hieraan
dóen? We weten 't niet-, en dat is het ver
schrikkelijkste. Nooit zijn er zulke verlci-»
dingen geweest als in onze dagen.
Nooit zulke moeilijke problemen'. 1
Nooit zulke kwesties.
En dan vertelt ze van het aardige doch-
tertje van een dominee, die ook al de
nieuwe ideeën uit al de nieuwe boeken in
'b hoofd heeft-. Zo is vrijgevochten en weet
alles en heeft niemand noodig. neb als ve
len van onze hedenda-agvsche meisjes. Maar
we slaan wat verder volgt maar over
totdat het leA'en haar bij de haren
beetpakt en door het slijk sleurt. En do
modder spat op het ambtsgewaad van den
vader, en doet zijn rug krommen 'en da
lach om zijn mond besterven, - en straks
gaan hij en zijn dochter den zwaren kruis
gang tusschen minachting en medelijden
en spot. Wie zoo'n gang gedaan heeft-, dien
is het licht uit de oogen voor goed. Bij
zulke verhalen voelt men zich een rilling
over den rug loopen, niet omdat er zoo
akelig veel in 't leven is, dat hooit en nim
mer meer hersteld kan worden...., daar
om!....
En nu weet ik heel best-, dat het niets
geeft om als ouders tegen elkaar te. zeg
gen: je moet strenger -zijn. alles zit hem
in de opvcediugje systeem deugt
niet
We kunnen maar bidden, dat de jonge
vrouwen weer leeren begrijpen, dat moe
der- en vaderliefde nergens tc koop is, en
dat cr op aarde maar zelden meer dan
tweo menschen zijn, die hun hartebloed
voor je zonden AvilLen geven.
En dat je het leA'en nog niet kent, zclts
niet als je al grijze haren begint te krij
gen
Ik ben meer dan een halve eeuw oud,
maar ik durf heb eerlijk bekennen: ik beu
bang voor het leven, en ik ben bang aoot
mezelf, en als ik geen Toevlucht en geen
Heiland had, zou ik geen raad Aveten, hec-
leniaal geen raad....
aiMMEHLAMP
Mr. Aalberse blijft Minister
De „Residentiebode" maakte melding
van een „hardnekkig gerucht, dat Mrpis-
ter Aalberse al lang van plan as, heen te
gaan als Minister, zcodra zijn Begrootintr
as arger.anaeia."
Naar aanleiding hiervan doelt de Ka
mer-overzichtschrijver van „Do Tijd"
mede, dat dit bericht van -allen grond i-s
ontbloot. Minister Aalberse zal rn geen ge
val de opvolger van den heer Kolkman
zijn.
De postchèquc- en girodienst.
Het Kamerlid mr. Dresselhuys heeft- gis
teravond in een rede te Middelburg mee
gedeeld, dat een insider hem omtrent do
postcheque- en girodienst heeft geschre
ven, dat 60 meisjes aiu reeds 10 maanden
lang iederen dag proefkaarten betikken,
ieder 2000 per dag, samen 120.000 kaar
ten, dio dan 's avonds weer vernietigd
worden. Gerekend tegen Y\ cent per kaari
kost dit f 300 per dag. Af en toe wordt een
groote mahoeuATO gehouden; dezer dagen
-is daarbij gébHeken, dat nog niet alles goed
marcheert, en men dus nog geen hervat
ting van den dienst moet verwachten.
Legerpredikanten.
De Minister heeft de Tweede Kamer,
met verzoek om terugzending, rapporten
doen toekomen over den arbeid der leger
predikanten en. aalmoezeniers, bedoeM in
hot voorloopig verslag betreffende het
YHÏste hoofdstuk der Staatsbcgrooting
voor 1924. Dezo stukken zijn nedergelegd
ter griffie, ter inzage A'an de leden.
Melklevering aan Duitschland
Gisteren is te 's-Gravenlialgo onderhan
deld over een nieuwe overeenkomst inzake
do melklevering aan Duitschland, meldt do
„Mdb.". Partijen van Nederlandsche zijde
Avaren: do Alg. Ned. Zuivelbooid en do
Vereeniging voor Zuivelindustrie en melk-
liee^.
heeft
hygreiiie, en van Duitsche zijde: d-j Yef
oinrgte MileliA-ersorgimgen fiir dus B. l
We-slfalische Industriebezirk una X.: j
bvir-gebittc Ie Essen.
Naar het Jdad verneemt is era over, -o
komst gesloten, waarbij voor dc ia:i -J
Maart gemiddeld minstens 75.000 i3
molk per dag aan Duitschland za* Avordej
geleverd.
Hoogovens in Zuid-Limburg
Do Limburgsehe redacteur van ..D?
Msb." schrijft:
„OpnieuAv kwam ons geruclrten ter cor{
dat er van Duitsche zijde plannen zoudê|
bestaan tot het oprjeaten Aan hoog-oven!
in Zuid-Limburg en wel id do omgev tij
van Maastricht. Een onderzoek, ingeslelJ
dienaangaande, bracht ons geen bevcstl
ging van deze berichten.
„Vast staat dat nog tijdens dc laatst»
oorlogsjaren de h:kende Duitscho induaj
trieel, Thyssen, Maastricht in verband me»
dergelijke plannen bezocht; ook dc mijn|
magnaat Stinnes bracht het vorg jaar. ii
verband met industrieelo plannen, een btf
zoek aan Limburgs hoofdstad. Het is niej
uitgesloten, dat de plots zooveel verbeterd^
uitzichten op een grootscheepschen Avater*
weg tot Maastricht iots wat voor ieder^
„ZAvare" industrie onontbeerlijk mag liee\
ten opnieuw dozö «praestie actueel he
gemaakt.
Landarbeiders voor Frankrijk. 4
In Frankrijk bestaat vraag naar bc*
kwame melkknechten, boerenknechten voorj
alle werk (die tevens kunnen melken)J
a'oerlieden (bekend m. landbouwmachines^!
schaapherders en ervaren houthakkers, t
Inftchtmgen zijn to verkrijgen bij de arJ
be:dsbeurzen en bij de p'aatseb'jke corres-.
poudenten der arbeidsbemiddeling; ind:enl
deze inlichtingen ter plaatse n:et kunnenf1
worden verstrekt, kan men zich schrifte
lijk wenden tot den Rijksdienst der WerkT
loosheidsverzekering en Arbeidshemidde-ï
ling, Bezuidenhoufscke weg 30, Den Haag.j
Het zo.n. kleine grensverkeer
Do lieer Weitkamp richtte tot den Mi-',
uister van Buiten!. Zaken de volgen-do';
vragen:
lo. Is het den Minister hekend, dat do)
Duitscho Regeering in het z.g. k'cina
grensverkeer een zoodanige wijziging heeft,
gebracht, dat bij o\-ergang d°r grens, K*».
voor een ééndaagsch fam'Iielbezoek, vijf
Rentemarken, berekend a 70 cent per stuk,
moeten betaald worden?
2o. Zoo ja, is dan de Minister bereid zijn
imdoed aan te wenden bij de Duitscho
autoriteiten, opdat in dezo abnormaal l
hooge kostenberekening verandering worde'
gebracht?
Wat dc invaliditeitswet b:edt
Langzaam maar zeker, schrijft De So-1
ei ale Verzekeringsgids, neemt het aantal)
personen, hetwe'k de \*ruchten trekt vaüj
het zegeltjesplakken, toe. De bedragen,
-nriKti ju<uiijKs noodig zijn aan ere ver-!
schillende renten, belcopen, zooa^s onder-)
staand oa-erzicht aangeeft, al heel wat. In')
afgeronde bedragen was, de stand op 1]
Januari 1924
'Aantal
Bedrag
Invalidi trits ren ton
4.400
f 740.000
Ouderdomsrenten
32.600
f 5 OOO.OOO
Wedu wenr enten
3.00
f 489 000
Weezenrenton
5.000
f 864.000
45.000
f 7.093.000 i
Sedert 1 Januari zijn al weder een aan-
tal weken ver'oopen. Het Maandb'ad schat
het bedrag, hetwelk op dit oogenbJ:k per j
jaar noodig is voor renten, a?s vrucht van
het zegelplakken, op 1V\ millioen.
DE LIJKVERBRANDING
Een en ander nïaal, ze^t de S t a n-
daard, is er over geklaagd, dat vertegen
woordigers vau den een of anderen Min
ter aanwezig waren bij een crematie. d;o
daarmede dus feitelijk deelnamen aau een
cnwetti.ge daad.
Deze klacht kwam ook hi het Vcorïoooig
Verslag op hoofdstuk IV der Begroot:ng
voor en de Minister van Justitie heeft n:et)
geaarzeld een k'oek antwoord te geven.
Wij lezen in de Memorie van Antwoord:
..Regeerngsvertegenwodldiging bij ©en
crematie schijnt den ondergetekende, t^-
aa'ijl de cremab'o een bandebng in strijd
met de wet opleveri, niet avpI oorhaar
Wij zijn den Minister dankbaar voof
dit oordeel.
En vertrouwen, dat a'oortaan in dit on-» j
zicht geen reden tot gerechtvaardigde
klacht zal worden gegeven
Hij was zoo zwak dat Marpha hern to
bed moest 'helpen; do droge hoest belette
hem te slapen.
Toen haalde Pavloucha een dikke al
taarkaars, weljco als toeken van dankbaar
heid voor het heiligenbeeld brandde.
HOOFDSTUK VI. vfj®'
9j»»
Den volgenden dag was het feest in, het
'dorp ter eere van den beschermheilige der
J&erk. Na do mis stond Iwan buiten zijn
huisje, leunde tegen den muur en liet rich
'door de zon verwarmen, toen een vroolijke
'gast hem aansprak.
„Wel broeder, hoe maakt gij het? Daar
'ik het geluk heb u te ontmoeten, meem ik
Hi mee naar do herberg. ,Gij zult er een
talrijk gezelschap vinden, en men zal op
getogen rijn om nieuws van u te verne
men."
„Ik houd niet van heibergen, kame-
Taad," antwoordde de soldaat. „Men doet
or geen goed aan ziehzelven nooh aan
anderen. En in mijn boek staat geschrei
Ven, dat geen dronkaard het koninkrijk d'er
hemelen beërven zal."
„Uw boekt Sedert wanneer kunt gij le
zen? Ziet gij wel .boeken brengen het
hoofd op hol) (en do boer schaterde van
het lachen en ging heen). „Kom, zeg ik
"u," voegde hij er op ondongenden toon
hij, „uwe verhalen zullen zoo boeiend zijn,
dat niemand lust zal hebben om te drin-
hen."
Iwan, die door de laatste beweegreden
half overtuigd was, liet zich overhalen en
volgdé rijn buurman.
Do boeren van Goroch'ino schenen te
denken dat zij hunnen beschermheilige het
best a-ereerden door zooveel sterken
drank te gebruiken als hun mogelijk was;
Hvant nauAvelijks was de mis afgeloopen,
'of de herberg was vol menschen.
Men gunde Iwan namveliijks den tijd om
■te géan zitten; hij werd bestormd mét vra-
[gen. Ieder soldaat, dio van den oorlog te
rugkeert vertelt gaarne zijne wederwaar
digheden, en Iwan maakte geeai uitzonde
ring op dien regel, hoewel hij anders
Hneestal weinig sprak. Hij gevoelde dat hij
heden een anan van gewicht was, en <tus-
schenbeide werd hij even welsprekend als
Vader Wassili.
Maar van vader Wassili gesproken,
'waar hield die waardige man zich schuil.
Hoe komt het dat hij niet naar het nieuws
"was komen hooren? Om een zeer eenvou-
Mige reden. Den vorigen dag was 'liij het
huwelijk gaau inzegenen van dé dochter
Van een naburigen landheer, en hij was
des avonds laat tehuis gekomen. Het ge
beurde hem niet dikwijls goede sier te
maken .en dien ochtend had het hem eanU
go moeite gekost bijtijds Avakker to zijn
Voor de mis.
Maar al gebeurde het een enike'Jen keer
'dat vader Wassili 'bij een bruilofts- of be
grafenismaal 'een weinig te diep in het
glaasje keek, toch zou hij voor geen geld
een voetstap dn de herberg gezet hebben.
'Zóó diep was de familie Bogoufsky niet
gezonken, dat één harer kinderen in dit
•opzicht de Avet der kerk zou geschonden
bobben. Vader Wassili mocht dus hot ge
noegen niet smaken zich bij de boeren aan
He sluiten, die zich rondom den inA-aliede
'geschaard hadden. Gij begrijpt hoe het
geduld van den armen man hierdoor op
de proef werd gesteld'.
1 De boeren waren zoo verdiept in de ver
balen van Iwan, dat zij de aankomst van
éen onbekende niet bemerkten.
1 De weini'ge reizigers, die door Garachi-
no trokken, hielden meestal dn de herberg
•stil, want evenals in vele andere Russt-
'sché dorpen was er geen logement.
1 De n ie uw a a ngekome ne droeg geen boo-
renkleeding en schéén in de streek onbe
kend te rijn. Het was eon mager, nietig
inannetje. Zrju kale overjas, die tot aan
den hato stijf dichtgeknoopt was om de
afwezigheid van een hemd te verbergen,
fen rijn versleten, bestoven schoc'sel ge-
*tuügden jiiet gunstig voor hem. Hij kon
kiem and andera ziir, dan een arme ihw
dent, dio té voet naar do hoofdstad terug-
'keerde, vóór den aanvang van don winter- I
cursus. Een a'erkleurde pet bedekte zija t
hoofd, en al zijn goed hing aau hel uit-'
'einde A'an rijn knoest»ge slok.
Hij bleef een oogcnblik voor de deur
slaan, en wierp een onrust'gen, onderzee- t
kenden blik op het gezelschap, dat in de
'gelagkamer hijeen Avas. Dit onderzoek
bleek bevredigend te zijn, a1 thans liij zette
feUdh neder op eenigen afstand der audc-
Tcvn, cn bestelde een glas brandewijn en
een- stuk roggebrood.
Hij had zijn scheren maaltijd geëindigd,
'en nog had niemand op hem gelet. Dit
'rcheen hem niet te bevallen; een oogcn
blik later naderito hij de groep, die Iwan
'omringde.
„Goeden dag, bravo lieden," zeide hij
rijn pet oplichtende.
De boeren beantwoorden zijn groet met
'oen Tvaiïtroirwenden Mik. I):o onbekend**
3>elioorde klaarblijkelijk niet tot U* lnm-,
nen. Het was oen man van do boeken, en,
'de Russiseho boer heelt B<,«" groote ach-]
li,ng voor ^eleMcrden. voorat 1.' 't wanneer,
'deze zich als armoedige boeren, slecht;
'gekleed en slecht gevoed verlooaen.
„Wat zcide ik ook weer?" hernam Iwau.J
„Gij vertellet ons van do bestorming,
van Ptevna." J
CWordt verrowdj.