I Ons Babbelhoekje. I
Gemeenteraad Sassenheim.
1 De zitting van gisteren droeg een recht
feestelijk karakter.
Alle raadsleden waren! om de groene ta
fel gezeteni waarop voor de leiderszetel een
keurig bouquet King Alfred Narcissen was
geplaatst.
En dat op 11 Januari!
De Voorzitter, de lieer Gouverneur
hield een korte nieuwjaarsrede. Gemeente
raadsleden en Gemeentenaren werd een
recht gelukkig en gezegend jaar toege-
wen sekt.
Met voldoening werd geconstateerd, dat
dc goede toon ook in den nieuwen Raad
heerselite en dc verwachting werd uitge
sproken, dat onder Gods zegen de bloei
van de gemeente zou toenemen, zoowel
voor werkgevers en werknemers. Enkele
vriendelijke woorden werden gericht naar
aanleiding van de narcissen-attentie welke
het oudste raadslid werd toegedicht. Moge
zeide spr., „Sassem's glorie'!' inderdaad
lot- meerdere welvaart van Sassenheim blij
kon te zijn.
Het oudsle raadslid, de heer Speel
man dankte voor den gesproken heilwenseh
011 wenschte wederkeerig den voorzitter en
zijn gezin een gelukkig nieuwjaar toe.
De Notulen van twee vergaderingen wer
den behoudens een enkele opmerking goed
gekeurd.
Onder de ingekomen stukken: een over
zicht over den loop der bevolking: gestor
ven 31 personen; geboren 31 pers.; ver
trokken 278 pers.; ingekomen 326 pers.;
totaal-bevolking 4119 inwoners.
Verder zijn ingekomen: een mededeeling
dat de beerverpachting beloopt f 250, dat
het filiaal Werkhoven 4 rijwielen zal ver
huren aan de gemeente tegen f 65 p. st.
p. j, (ook bij inschrijving gegund), dat de
O. L. S. op 2 Jan. haar nieuwe schoolge
bouw betrok '.net 25 leerlingen, een dank
betuiging van de R. K. Geitenfokvereen.
cn van de Fröbelschool.
Van Gedeputeerden zijn verschillende
missives ingekomen o.m. bericht van ver
daging der beslissing inzake het verzoek
van het N. H. Schoolbestuur en verdaging
van de goedkeuring der Gem.-begr. De
Gemeentekas is gecontroleerd en in orde
bevonden. In behandeling komt een mede
deeling van den heer G. v. d. Nobele, dat
hij de pachtsom ad f 36 voor gras aan de
Menneweg weigert te betalen, daar de
bermen zijn aangewezen als standplaats
voer woonwagens.
Verschillende heeren alsook de Voorzit
ter spreken huil verwondering uit over bet
argument, daar eerst in October de woon
wagens zijn gekomenen er dan geen
gras valt te oogsten. Na uitgebreide discus
sie wordt besloten, in. elk geval 5/6 f 30
te innen.
Ingekomen is ten slotte een adres van
bewoners van den Menneweg, alle veehou
ders, waarin wordt geklaagd, dat de woon
wagenbewoners groote onrust brengen on
der bet melkvee en dat de bonden blaffen.
De heer S-peolman vil het adres voor
kennisgeving aannemen. Men blijft aan de
gang met al die adressen. Het helpt niets.
De beer v. Zonneveld gaat daar niet
mee accoord. Ben adres aan den Raad
mOet maar niet worden genegeerd.
De Voor z. wil, staande de vergade
ring advies uitbrengen en wel liet adres
voor kennisgeving aan te nemen.
De heeren Verkleij en v. Zonn e-
v e 1 d komen hiertegen op, daar het hier
een ernstige klacht is die serieus moest
[worden onderzocht.
De heer v. cl. Geest vraagt of onrust on
der het melkvee zooveel overlast brengt,
ïvaarop de heer V e r k 1 e i j zegb niet ge
heel competent te zijn ter beantwoording.
Het adres wordt daarna aangehouden.
Ter sprake wordt nu gebracht de Bur
gerwacht-kwestie. Daar het Rijk zeer de
subsidie verminderde hebben B. en W. zich
lot den command, gewend met dien vraag
of de B.-W. wordt bestendigd, waarop is
geantwoord dat hierop nog geen definitief
antwoord gegeven kan worden.
Benige discussie ontstaat over de vraag
of gemeentegelden zijn toegestaan.
De heer v. Heemstra zegt met vele
anderen dat inderdaad gelden zijn toege
staan, doch als commandant geeft hij de
verklaring dat niet dan heb hoog noodige
zal worden uitgegeven. Tevens laat spr.
doorschemeren, dat de B.-W. wel zal wor
den opgeheven'.
Mededeeling wordt nog gedaan van de
afrekening derDistributie (wanhopiger
nagedachtenis.)
De heer v. Zonneveld attendeert op
'feen mededeeling, dat er nog een bedrag
te innen valt van de wed. Rotteveel. Als
geen vervolging mogelijk is moet de post
maar afgeschreven worden.
De Vooi'z. zegt, dat de post open
blijft, en dat er toch altijd nog een klein
Öuuisje op inning is, daar er een behoorlijk
geteekende schuldbekentenis aanwezig' is.
Punt 2: Wijziging concessie aan Leiden
vcor gasbuizen.
Een mildere bepaling voor Leiden wordt
vastgesteld, waarin wordt bepaald, dat
(Sassenheim alleen (bij opzegging aan Lei
den) de Leidsche buizen mag verwijderen,
als Sassenheim zelf buizen moet leggen.
De heer v. Zon n e v e 1 cl gaat er niet
mee accoord. Leiden mag ons niet voor
schrijven hoe wij een gunst moeten verlee-
nen. - j
De Voorz. vindt het niet rationeel
Leiden onnooclig op kosten te brengen,
't Is een beetje „zich zelf voelerij."
De heer v. Zonneveld wil ten, aan
zien van de 'Tcylingerlaan de handen vrij
houden.
De heer Speelman verklaart zich
evenals de heer Bisschop voor de beschou
wing van B. en W. welker voorstel, na een
restrictie op voorstel van den heer W a r-
naar wordt aangenomen.
In de bepaling werd nu opgenomen, dat,
indien Sassenheim de buizen weg wil heb-
ben op eenvoudige wijze een besluit daar-
t too kan worden genomen n.l. door een bin-
j 'dende uitspraak van den betrokken mi-
is ter.
Punt 3: Toetreding als lid tot de ver-
j C'Cnigïng van huiseigenaren.
L .Conform het voorstel van B. en W.
wordt besloten tot toetreding, na een toe
lichting van den voorzitter en den heer v.
!L e k k e r k e r k e r.
De heer v. d. Geest wil de „gemeente
lijke huisjesmelkerij" niet uitbreiden.
Punt 4: Adhaesio op adres Werkendam
inzake kosten middelbare scholen voor
buitengemeenten.
Do V-o o r z. licht het adres toe en acht
in do wettelijke bepaling inderdaad, een
onbillijkheid gelegen, een meten met twee
maten, en stelt daarom voor adhaesie te
betuigen.
De heer v. Rijn acht ook, dat er groote
onbillijkheden zijn. Voor een Openbare
H. B. S. moet worden betaald, voor een
Christelijke niet.
Met algemeen© stemmen wordt besloten
a-clhaesie te vcrleenien.
Punt 5: Aankoop grond Kerklaan voor
f 800 voor verb reeding vanaf Fröbelscholen
Met voldoening werd door den Voorz.
geconstateerd, dat door vriendelijke be
middeling de zaak der werkverschaffing
zal worden gebaat.
De heer v. Rijn wil zijn stem wel ge
ven, maar noemt het bedrag abominabel
hoog.
Do heer Speelman zegt, dat 8 jaar
op dit stuk groncl is gewacht, cn hij is ver
heugd, dat eindelijk een beslissing kon wor
den genomen.
Conform het voorstel wordt besloten.
Besloten wordt een geldlcening aan te
gaan voor waterleiding ten hoogste groot
f 120.000.
Bij de breede discussie's dringt de heer
K r om er op aan, voor vele jaren een
gemiddelde waterprijs vast te stellen, om
dat anders de eerst aangeslotenen het
meest moeten betalen.
Wethouder War na ar zegt, dat men
dan de eerste jaren met groote verliezen
zou moeten werken. Er mag geen schuld
worden gevormd. Er is niets anders aan te
doen, dan zoo spoedig mogelijk door do
dure jaren heen te worstelen.
Daar thans toch de waterprijs nog niet
kan worden vastgesteld wordt na nog
cenige bespreking over den rentevoet be
sloten de leening aan te gaan.
Punt 7. Aanvrage bestuur Herv. school om
schoolgebouw in eigxidom te verkrijgen.
Besloten wordt 't schoolgebouw in eigen
dom aan het Herv. Sehoolgestuur over te
dragen.
De heer v. Zonneveld wil het huis
naast de school zoo spoedig mogelijk pu
bliek verkoopen.
De heer Speelman meent, dat men
dan moreel verplicht is den bewoner een
huis te verstrekken.
Do heer v. Zonneveld voelt voor die
opinio niets. Moreele belangen bestaan hier
niet.
B. en W. zullen deze zaak overwegen.
De heer Warn&a r zegt, dat het colle
ge reeds in. de richting als door den heer
v. Zonneveld aangegeven, besprekingen heeft
gevoerd.
Punt 8. Aanvrage bestuur Herv. School
crediet f 809.70 voor verdere inrichting 3e
lokaal. Goedgekeurd.
Punt 9, Uit'bieiding -electri§oke .straatver
lichting tot'Warm and erdam.
Een electrische geleiding zou kosten
f 1077.80.
De lieer Speelman vraagt of gas niet
goedkooper is.
De Voorz. geeft een begrooting van gas
verlichting waaruit blijkt, dat dit f £00.
zou kosten. Met het oog op eventueele uit
breiding zou electriciteit beter zijn.
De heer War naar is verbaasd, dat de
zaak al zoo geëlectiseerd is, maar hij wil
de zuinigheid betrachten.
De Voorz. zegt, dat de kabelprijs zeer
goedkoop is en de electriciteitsprijs niet zal
worden verhoogd.
Wethouder Warnaar vraagt Wf de be
drijfskosten van electriciteit ook "niet hoo-
ger zijn.
De Voorz. zegt, dat slechts 100 lampen
hij de straatverlichting zijn vernieuwd over
1923.
De heer V e r k 1 e ij constateert dat licht
dringend noodig is en nu de kabel zal wor
den aangelegd is dat het uitgangspunt ge
weest om nu het ijzer heet is het te smeden.
Op den langen duur acht spreker electrici
teit s verlichting goedkooper en hij pleit dan
ook voor electriciteit.
De heer Speelman is niet overtuigd,
dat electriciteit goedkooper is.
De Voorz. pleit voor electriciteit, even
als de heeren v. d. G e e s t, V e r k 1 e ij en
Bissschop.
De heer -Speelman wil nader prae-
advies van B. en W.
De Voorz. zegt, dat daar geen tijd voor
is. Er is nu alleen een voorstel van B. en
niet van de W,
De heer War naar wil het voorstel van
den B. wel ondersteunen omdat het beter is.
De heer Krom wil wel voor het voorstel
stemmen, mits men' later ook gas krijgt.
Het voorstel wordt aangenamenl met
den stem van den heer Krom tegen.
Punt 10: Balans eni exploitatierekening
1922 van w oliin gbouwvereen'. Vooruit
gang."
Goedgekeurd.
Ten slotte wordt nog een comptabili-
teitsbesluit genomen, na het. gebruikelijke
protest van den heer v. Zonneveld,
gesteund door den heer Speelman. Er
moet eens een eind aan komen.
Na ellenlange, discussie zegt de Voorz.
al liet mogelijke toe om te trachten bene
óen de ramingsposten! te blijven, hoewel
ook moest worden opgemerkt, dat de vrij
liooge aanvullingsbedragen herleid konden
worden tot werklooaemstètm.
Na» rondvraagt wc velt tenslotte de verga
dering gesloten.
DE WATERVERONTREINIGING.
Dr. Lovink besluit in Onze Zoetwaler-
visscherij rijn nota over dit onderwerp
met aan te dringen op de bepalingen, het
zij in de wettelijke voorschriften in het
algeinen, hetzij in elke vergunning tot op
richting van waterverontreinigende in
richtingen in het bijzonder, waarbij de
eigenaar der inrichting tot vergoeding van
door het afvalwater aangerichte, schade
wordt verplicht, ongeacht de vraag, of de
verplichting tot reiniging van het afval
water voor het in het openbaar water
wordt geloosd, al dan niet is nagekomen.
Vergoeding van de toegebrachte schade
dient echter eerst in de tweede plaats te
komen. Voorop sta in elk geval het nemen
van maatregelen tot het voorkomen van
schade. Is dit niet het geval, dan is het te
voorzien, dat in vele gevallen aan het ver
goeden van schade de voorkeur zal wor
den gegeven boven het nemen van maatre
gelen tegen de verontreiniging, omdat de
vergoeding vaak minder zal kosten en het
voortbestaan der visscherij als bedrijf er
niet door wordt verzekerd.
Uit het voorgaande volgt onmiddellijk
dat, waar afvoer van afvalstoffen in het
openbare water plaats vindt, de eisch ge
steld moet worden, dat het afvalwater, dat
de schadelijke stoffen bevat, vooraf zoo
danig worde gereinigd, dat het bij de loo-
zing voldoende geklaard zij, d.i. ontdaan
van de daarin zwevende vaste stoffen en
dat het geen voor den vischstand recht
streeks schadelijke èn geen voor rotting
vatbare s'offen bevat.
Worden deze eischen nagekomen, dan
zou men ten aanzien van de reiniging geen
andere voorwaarden behoeven op te leg
gen en zou men het aan de fabriek kunnen
overlaten te beualen op welke wijze die
reiniging zal plaats vinden.
Het behoeft geen betoog, dat bij het op
leggen van voorwaarden aan de fabrie
ken, als bijvoren bedoeld, er nauwkeurig
op moet worden toegezien, dat 't afval
water, dat wordt afgevoerd, aan de ge
stelde eischen voldoet. Ongetwijfeld zal
het daarbij van veel belang zijn, indien
de medewerking van de belanghebbende
visschers verkregen wordt in dien zin dat
dezen onmiddellijk bij de bevoegde auto
riteit een klacht indienen, zoodra door het
optreden van vischsterfte of anderszins het
vermoeden onstaat, dat onvoldoende gerei
nigd afvalwater geloosd wordt. Ongetwij
feld kunnen ook do visscherijorganisa'ies
in dezen krachtig medewerken aan de
handhaving der te stellen voorschriften.
Om van die zijde op medewerking to
kunnen rekenen, zal het noodig zijn, dat
bij de visschers en de visscherijorganisa-
ties de overluigng bestaat, dat door de be
voegde autoriteit met krachten rekening
wordt gehouden en dat door deze inder
daad ingegrepen wordt, wanneer zulks
noodig blijkt.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat hij do
tegen waterverontreiniging te nemen maat
regelen het beginsel voorop moet staan,
elke uitbreiding der schadelijke vervuiling,
waar deze dreigt door de oprichting van
nieuwe industrieën in een. -streek, waar het
water tot dusver nog zuiver was, te voor
komen en dat verder, waar mogelijk, de
bestaande verontreinigingen, moeten wor
den beperkt .en geleidelijk teruggedrongen,
waardoor de kans geopend wordt, dat het
water, hetwelk thans voor de zoetwater-
visscherij verloren is, aan liet bedrijf
wordt, teruggegeyen. r
Hierbij zal. in de eersto plaats de aan
dacht moeten worden geschonken aan die
verontreinigingen, vaak van groote uitge
breidheid en sterk verwoestend voof den
vischstand, welke het gevolg zijn van de
loozing van het afvalwater van een fabriek
Doch ook de groote centra van vervui
ling mogen niet uit het oog worden verlo
ren.
Het einddoel moet blijven al het zoete
water van ons land aan de visscherij terug
lo geven.
OM UWS ZELFS WIL.
Ik beru de Weg, dc Waarheid en het Leven,
En zonder Mij komt niemand tot den
Vader,
Geloefd in Mij, en Ik breng Hem u nader,
Die in Mij lichaamlijk heeft gegeven.
Hij is de Levensbron, de Levensvader,
en door Mij vloeit Zijn onverderflijk leven,
dat Ik in milden overvloed mag geven
aan wie door Mij wil komen tot den Vader.
De Vader is in Mij, Ik hen in Hem,
en wat Ik spreek is van Mij zelve n niet,
noch werk of wonder dat door Mij ge
schiedt.
Voorwaar, voorwaar, wilt gij in Mij ge-
1 roven,
dezelfde Godskracht vloeit u toe van boven
en daarom, cm uw zelfs wil, hoert Mijn
stem!
Apologetische Samenkomst.
Ditmaal niet van Roomsche, doch van
Protestantsche zijde.
In de Pieterskerk wordt a.s. Woensdag
16 Januari een apologetische samen
komst gehouden, waarhij de bekende
Rotterdamsch© predikant Ds. Wagenaar,
als spreker hoopt op te treden.
Ds. Wagenaar koos tot onderwerp:
„Priester en Domino".
Er zal voor dézen apologetischen avond
van protestantsche rijde ongetwijfeld,
veel belangstelling zijn, zoodat een op
wekking """tot bijwoning daarvan haast
overbodig mag worden geacht.
Men zie de in dit nummer voorkomen
de aadvértentie.
De uitvinder van de lucifer.
De lucifer werd uitgevonden door een
staatsgevangene, Kammerer, die tot zes
maanden vestingstraf was veroordeeld De
vestingcommandant stond hem too in zijn
cel een klein chemisch laboratorium in te
richten. Kammerer had reeds vroeger het
plan mol» zich omgedragen om de ouder-
wetseho zwavelstokken door iets beters te
vervangen1.
Na vele mislukte proeven, begon Kam
merer proeven te nemen met phosphor en
ontdekte inderdaad, tegen het einde zijner
gevangenschap, de juiste verhouding, zoo
dat een aan den wand zijner cel afgestre
ken bontje ontbrandde.
Nadat liij in vrijheid gesteld was, begon
hij met de fabricatie der lucifers. Ongeluk
kigerwijze echter, kon de analyse zijner
menging niet voor concurrentie bewaard
blijven.
In 1835 werden de nieuwe houtjes voor
gevaarlijk gehouden, zoodat het gebruik
in enkele staten verboden werd. Toen deze
echter in Engeland gefabriceerd en naar
Duitschland geimporteerd werden, trok men
het verbod weer in.
Voor den uitvinder was het echter te
laat, om de voordeden er van te genieten
hij stierf in 1857.
GEDOOPT, MAAR NIET GEHEEL.
In Ierland, zoo verhaalt ons O. Funcke,
was het in vroeger eeuwen de gewoonte,
dat de weerbare mannen, als zij zich
lieten doopen, den rechterarm strak boven
het water uitstrekten, omdat deze niet zou
mede gedoopt worden.
Wat bedeelden zij daarmede? Zij wilden
den arm voor zich houden, opdat zij na
hun doop met dezen nog konden doen, wat
zij wilden. Met dien arm, waarmede zij het
zwaard hielden, wilden zij nog verder een
leven blijven leiden, zooals vroeger, in al
het andere wilden zij zicli wel schikken.
Laten wij om die menschen niet lachen,
mar integendeel vragen, of ook wij niet
een stuk van ons leven, van onze persoon
lijkheid, voor ons zelf zoeken te behouden,
in plaats van Jezus, Hem alleen en Hem
geheel toe te hehooren.
Beste jongens en meisjes.
Ik kreeg een groot aantal briefjes, waar
bij er ook van verschillende nieuwe neefjes
en nichtjes waren.
Tot mijn spijt was ik echter door ver
schillende omstandigheden niet in dc ge
legenheid de briefjes te beantwoorden,
maar moet ik dc correspondentie een week
je uitstellen.
Er is een spreekwoord dat zegt: geen-
ongeluk zoo grcot of er is een geluk bij.
Nu weet ik niet of dit spreekwoord juist is.
Als het echter juist is cn we beschouwen
het als can ongeluk dat ik de briefjes niet
kan beantwoorden, dan is daarbij dit ge
luk, dat we nu een flink stuk van het ver
haal te lezen krijgen.
En dat is ook nog zoo kwaad niet, is 't
wel?
Dus jongelui, tot de volgende week
hoop ik.
Allemaal hartelijk gegroet van
Ocm FELIX.
DE VERLOREN PORTEFEUILLE.
Juffrouw Ha-rmsen was er in, geslaagd
van "een grcot magazijn naaiwerk aan
liuis te krijgen. Van den vroegen morgen
tot den laten- avoncl snorde do machine.
Maar ach, het werk werd zoo slecht be
taald en mist het loon dat Betjo verdiende
en dat zij trouw bij haar ouders bracht,
v/as het slechts voldoer.de om in de aller
noodzakelijkste behoeften te voorzien en
hen niet van honger te deen omkomen.
Thans zit Harmsen aan het venster en
staart met somber oog naar buiten». Zijn
vrouw is als gewoonlijk aan het. naaien
en pinkt van tijd tot tijd oen traan weg.
Anton en Selma zitten in een hoek van het
vertrek en praten zachtjes met elkander.
Aan aller gelaat is de doorgestane ellende
te zien. Van hun blozend en gezond voor
komen is niets meer overgebleven. En de
arme kinderen, zij weten het wel, ook de
vrcolijkheid, die zij zco noodig hebben is
weg uit hunne woning.
Moeder Harmsen werpt een haastigen
blik op de klok. Dan raast ce machine
weer. Zij rept zich om dit r.tuk goed af tc
krijgen, want het is hoog tijd voor het
eenvoudige avondeten en dan moeten An
ton en Selma naar bed. Straks komt Betje
thuis, en dan willen zij tenminste onge
stoord een uur van hun oudste kind ge
nieten.
Nu staat ze op, het werk is klaar. Ze
vouwt het op, zet dc machine weg cn
heeft dan in weinige cogenblikken het
eenvoudige maal op tafel staan. Hoc arm
ze echter ook zijn, toch ziet. men aan som
mige dingen nog, dat de familie eenanaal
betere dagen heeft gekend. Zoo heeft ze
over de armelijke ruwe tatel een helcler
wit tafellaken gespreid, en daarop het
maal geplaatst, 't Bestaat uit niets an
ders dan droog brood en thee. Kom An
ton en Selma, zegt moeder nu, we gaan
eten en dan naar bed. Ook Hammen schikt
zwijgend aan do tafel. Dan vouwen allen
de handen, en vader vraagt Gods zegen
over den eenvoudigen maaltijd, en of God
hen toch uit deze bangen, bangen nood
wil helpen.
Bijna zwijgend wordt de maaltijd ge
nuttigd. Ieder is in zijn gedachten ver
diept. Vader denkt er aan, wanneer, hij
toch weer werk zal kunnen krijgen en bo
ven allee a-erlangt hij vurig dat do ver
denking waaronder hij gebukt gaat, van
hem zal worden afgenomen. Moeder be
rekent, lioev.eel geld zij zal ontArangeni, als
zij morgen liet afgemaakte naaigoed naar
de zaak zal brengen. Alleen Anton en Sel
ma fluisteren wat met elkander. Moeder,
AToagfc Selma plotseling, mogen wij niet
opblijven tot Betje thuiskomt? Even aar
zelt juffrouw Harmsen: Nu toe dan maar,
zegt zij, maar als zij er is dan ook vlug
naar bed hoor! De maaltijd is afgeloopen
en spoedig wordt door moeder en Selma
samen dan alles opgeruimd.
Dan zet moeder een lekker kopje koffie,
een tractati© die zij altijd bewaart lot
haar oudste thuis komt. Even later treed
Botje liet huisje binnen, 't Is of er met
baar een heel andere stemming' het ka
mertje is binnengekomen.
Dag vader, moeder, zegt ze en lachend
duwt zo Anton wat op zij, om Selma die
naar haar toekomt een kus te kunnen
geven.
Wat leuk, zegt ze dan, dat Anton on
Selma nog op zijn, 'k heb net wat lekkers
meegebracht, en terwijl zet ze een grout
pak op tafel.
Kom, zegt moeder, doe eerst je mantel
en hoed maar af en dan gaan Ave uitpak
ken.
Even later zitten allen om de tafel, do
kinderen met groote nieuwsgierige oogen»
toekijkend, wat er toch wel uit dat pak
zal komen. Moeder heeft, het pak los ge
maakt, en stalt a-oor de verbaasde ocgen
der kinderen allerlei heerlijkheden uit.
Ja, zegt Betje, gisteren was mevrouw,
jaiig. Toen was er een groot feest bij ons,
en A-andaag zei mevrouw dat ik alles wat
overgebleven was, mee mocht nemen naar
huis.
Dat was me een smulpartij! Ieder deed
zich te goed aan de ongewone lekkernijen
en Betje zelf keek met stralende oogen
toe.
Moeder wilde haar mee laten eten, maar
lachend weigerde ze, zeggende dat ze gis
teren van alles overvloedig had gekregen.
Na een poosje zei moeder: Ziezoo nu is
het genoeg geweest. Dit bewaren we voor
morgen, dan is er morgen ook nog wat,
en nu kinderen als de wind naar bed.
Even wilde Selma gaan pruilen, maar
Betje zei, kom ik zal je er onder stoppen,
net als vroegér toen ik bij je sliep, en toen
was alles weer goed.
Teen de kinderen naar bed waren ge
gaan, zat Betje bij haar ouders. Met be
langstelling vroeg ze naar alles. Of vader
nog geen uitzicht had op Averk, hoe heo
met nioeders naaien ging en alles wat dc
kinderen en de huishouding betrof. Dit
meisje, zelf nog bijna een kind, leefde ge
heel en al mee in de zorgen harer ouders.
Dapper zette zij zich over de teleurstelling
van niet te kunnen leeren heen, en deed
alles Ava-t zij kon om hem op te vroolijken.
Vader was ook nooit zoo somber als an
ders, wanneer Betje er bij was. Hij ver
teld© dat hij cnlangs Karei van Stein cp
straat was tegengekomen. Diep had het
hem gegriefd, dat mijnheer Karei, met wie
bij het toch altijd zoo goed had kunnen
vinden, in plaats van hem te groeten, zijn
hoofd had afgewend. Zeker gelooft hij ook
in mijn schuld, besloot Harmsen zuchtend
zijn verhaal.
Harmsen kon liet niet vermoeden dat
het Karel's onrustig geweten was, dat hem
maar altijd door beschuldigde, dat hem
zijn hcofd deed afwenden teen hij dsn
vrcegeren. tuinman zijns vaders zag. Onder
allerlei gepraat vloog de avond om cn
weldra avüs het voor Betje weer tijd om
heen to gaan. Harmsen stond op om haar
weg te brengen. Hartelijk kuste zij moe-,
der teen zij heenging en zei: tot Zondag.
Weldra hadden zij het huis bereikt waar
mevrouw' a*an Bevereu woorrie. Met ecu
handdruk nam Betje afscheid van haar
Vader, die zich met een zucht omkeerde
cm weer naar zijn armoedige woning te
gaan.
1 Dien nacht kon Betje maar niet slapen,
Steeds wendde zij zicli om en om. In
schrille kleuren stond haar het armoedige
huisje harer ouden voor oogeii en teven
geefsch spande zij haar hersens in cm een
middel te bedenken, Avaardoor zij hen Icon
helpen. Eindelijk viel zij in een onrustige
slaap. Zij droomde dat zij allen weer ge
lukkig bij elkander waren, in het tuinmans
huisje op villa Elzenhove" en dat zij zelf
examen meest doen voor onderwijzeres.
Teen haar wekkertje afliep dat haar naar
beneden riep, schrok zij wakker en merkte
met ceu diepen zucht dat zij slechts ge
droomd had.
In den loop van dien morgen wr.s Betje
aan het stof-afnemen in Mevrouw's zit
kamer. De kinderen speelden samen in den
tuin en Mevrouw zat met haar naaiwerk
voor het venster.
Do handen» die eerst, zoo ijverig bezig
waren, rusten nu echter in den schoot.
Peinzend sloeg Mevrouw van Beveren haar
dienstmeisje gade,
Betje!, zeide ze plotseling, kem eens hier
zitten, ik wil eens met. je praten.
Verwonderd nam Betje op dc stoel tegen,
over Mevrouw plaats en. zag haar vragend
aan.
Betje, sprak Mevrouw, 'k heb den laat-
sten lijd gemerkt dat je iets hindert. ')c
Had er «1 wel eerder naar gevraagd, maar,
dacht ik, misschien kemt het ook zonder
mij wel in orde. Al meer cn al meer ver
dwijnt echter je vroolijkheid en nu wou ik
graag weten wat er aan scheelt, of kun je
het mij niet zeggen?
Betje was in tranen uitgebarsten. Sl.l
liet Mevrouw baar uitwecr.en, teen zei ze:
kom Betje, vertel het mij maar, misschien
kan ik je helpen.
Stotterend begon Betje, nog telker.s on
derbroken door snikken, te vertellen, dat
Vader en .Meeder, Anton en Selma zoo
bitter armoede leden. Zij vertelde van va
ders langdurige werkloosheid en hun groo
te achteruitgang daardoor. Toen sprak ze
van vaders vroegere werkkring en hcc ge
lukkig ze allen waren op het landgoed van
mijnheer van Stein, tot op den noodlott:-
gen dag dat mijnheer zijn portefeuille met
reel geld had verloren, en hij gemeend had
dat licar vader zich het geld had t" r -
eigend. Daarop deckle ze haar vertrek u i»
het tuinmanshuisje mee, on hcC "Van dien.
dag af hun eller.de Avas begonnen, want
dat vader door zijn gemis van een goed
getuigschrift nergens werk had kv.nuen
krijgen. En heuseh mevrouw, vader lioelt
het niet gedaan, want dan zouden, we het
immers niet zoo arm kunnen hebben, s
vader zoo veel geld van mijnheer ve.u
Stein had genomen? besloot ze haar ver
haal. Van haar eigen'teleurstelling over
haar veranderde vooruitzichten zweeg
Aandachtig had mevrouw van Bev. i ;t
geluisterd. Kom Betjo, droog je trae
zeido zij toen. Je vaders onschuld zal zek-.
eenmaal aan het licht komen. Vanmiddag
zal ik een; bezoek bij je ouders bro:s
en zien wat ik voor hen doen kan.
Betjo dankte mevrouw hartelijk a en-
haar goede woorden en eenigszins getro' t
ging zo weer aan het werk.
(Wordt vervolgd.)