Tweede Blad;
Zaterdag 12 Januari 1924
GOD DE ALMACHTIGE.
Ik ben. God de Almachtige!
Wandel voor Mijn aangezicht,
en zijt oprecht!
Genesis 7lb.
'Het werk van God's scheppingsmacht
Is aanbiddelijk groot.
Dat ziet de inensch met zijn oogen,
maar zijn verstand kan er niet bij, dat de
dingen die niet waren, geroepen werden
en verschenen.
Nog ondoorgrondelijker is wat God in
Zijn Woord openbaart aangaande Zijn
genade
Indien do zichtbare dingen ons begrip
verre te boven gaan in hun oorspron'g en
bestand, hoe zal dan on!ze geest verstaan
het Wonder der bijzonder© genade?
IJ.et is onbegrijpelijk diep als het hart
<Ter zee, maar bergt voor wie zich daarop
begeeft en daaruit zijn onderhoud op
haalt, een grooten schat van allerlei ize-
gon, al's de uitgestrekte wateren.
Zij het ons in het dobberen op den
'deinenden tijd, nu wij weor overgingen
van het eindpunt van het oude tot het be
ginpunt van een nieuw jaar tot troost.
Ik ben God de Almachtige spreekt de
Heere.
De Almachtige.
Dat is hier n*«t een eigenschap, noch
Ziet op de vaste regeering Gods.
Maar het is de naam onzes Gods en
duidt Hem aan, als Die zulk een 'dver-
maclit bezit., dat niemand legen Hem be
stand is.
Voor het geloof is deze naam van zoo
rijke heteekenis, omdat er het onder
pand der verruiling van alle Jjel'often
Gods in ligt.
Ziet maar, in welk verband het hier
.voorkomt.
Reeds meer dan veertien jaar 'geleden
had! Abraham de toezegging ontvangen
dat hem een (zoon zou geboren wonden
en dat z;'jn zaad de aarde zou beërven.
Abraham en Sara waren naar men
schen berekening toen te oud, dan dat
Sara's moederschap nog verwacht mocht
worden.
Het hij de menschen onmogelijke is be
loofd, toen de geboorte van Izak werd
aangekondigd.
Daarom zocht de vader der geloovigen
de vervulling in een kind uit Hagar ge
boren.
God laat dat zoo, totdat Abraham ne-
gcn-en-negent'g jaar geworden is en ver
schijnt hem dan, nu met den naam niet
van Jehova, Ik. zal edjn die Ik zijn zal,
do getrouwe, de onveranderlijke doch
thans als God de Almachtige, voor
Wien niets te wonderlijk is, Die de
natuur dienstbaar maakt en buigen doet
onder Zijn genade.
Wat in zijn beloften onmogelijk is bij
het schepsel, staat in de macht^van den
Schepper.
Dat moest Abraham nog leeren dat de
gocdertierenheul Gods zich in alle op
zichten openharen lean, omdat de Ver
bondsgod de Almachtige is.
Die wil en kan.
Van Gods genade-willen scheen Abra
ham overtuigd.
Maar Zijn genade-kunnen moest liij
neg leeren.
Vandaar verschijnt God om te zeggen,
dat Hij de Almachtige is in het verbond
der genade.
Daarbij komt een ei-sch, die een be
straffing inhoudt.
Wandel voor nr'gn aangezicht en zijt
oprecht.
Zij gaan steeds samen, belofte en elsck
Gods.
Had Abraham zich niet begeven buiten
den weg des Heeren, toen liij op den
leeftijd zijner vrouw ziende, een zoon van
Hagar begeerde?
Dat was geen wamden geweest voor
liet Aangez:cht fcijns God, in Zijn te
genwoordigheid en onder Zijn oog.
Daarin was Abraham niet oprecht, let
terlijk, n:et onberispelijk geweest.
Daarin was hij te bestraffen geweest.
Zoo roept de Heere hem weer terug tot
zijn plaats.
Tot het onberispelijk wandelen voor
Zijn aangezicht en oprecht zijn!
En zie dan de genade!
Eenst de verklaring, Wie God zelf is.
Wat Abraham van God te wachten
heeft.
Hij kan 'net met den Verbondsgod wa
gen in zijn wachten en wandelen; want
God is de Almachtige.
Zal ons hart Ireruit niet leeren in het
geloof te leven uit de beloften Gods?
Uit alle beloften.
Van zegen en hulp.
Van geestelijke bewarin'g en uitred
ding.
Van vergeving der zonden en zaligheid
in Christus.
Beloften, aan welker vervulling onze
zonde en zwakheid en ongeloof schijnen
in den weg te staan.
Doch die daarom hare vervulling niet
zullen missen, wijl de God des verbonds
de Almachtige is.
Die de zondaarsharten kan breken.
Die het weggedrevene kan zoeken.
Die het neergebogen© kan oprichten.
Die het treurende kan troosten.
Die in alle omstandigheden allen alles
schenken kan.
Omdat Hij de Almachtige is.
Zouden wij dan in het zoeken van Zijn
Aangezicht, in het wandelen op Zijne
wegen ons niet houden aan Zijn Woord?
Ook als de omstandigheden tegen zijn
en het wachten op God Vruchteloos
schijnt te wezen.
Ook als de wereld en ons eigen hart
ons belachen om het vasthouden van den
Onzienlijke. -
Vinde ook dit jaar ons als gemeente
i!n den gang des geloofs met bidden en
smeeken.
Dat wij bij Hem schuilen, Die onze
hulp en kracht is.
Dat wij -op Z:jn Woord betrouwen en
daardoor ons laten sturen, om niet maar
met een goede consciëntie, doch. voor
Gods aangezicht onberispelijk, oprecht te
wandelen.
Als kinderen des lichts.
Want de Heere onze Verbondsgod heeft
de macht om al Zjjne beloften te reaH-
seeren, af schijnt het onmogelijk bij de
menschen, al kan ons eigen hart het niet
aannemen.
Er schuilt een schat van beschamen-
den troost in dezen heerlijken naam,
waarmede God zich aan zijn volk open-
Paart.
Een troost en kracht om in het geloof
aen te grijpen en er door gesterkt te
worden, om in de oprechte vreeze Gods
een godzalig leven te le;den.
Zien. wij dan in het stoffelijke en gees
telijke van onze zwakheid af, om door
alle wederwaardigheden bij Dien God te
wonen, Die in onzen Heere Jezus Chris
tus niet alleen onze getrouwe Vader we
zen wil, doch daarbij tevens is en blijft,
de Almachtige.
Wat Zijne liefde wit bewerken,
Ontzegt Hem Zijn vermogen niet.
GOD IS MIJN HERDER.
Als een herder zijne schapen
In een g'roene landouwe weyd,
En om haar den dorst, te laven,
Na de vereclie beken leyd,
Zoo is ook de Heer miin Hoeder,
En omdat de Heer mij hoed,
Zal voer 't lijf noch spijs ontbreken,
Noch verkwikking voor 't
Doe ik als een dolend schar pjen^
Afgegaan van 't rechte pad,
Ongewisse gangen dede
En verkeerde wegen had
Bracht Hij als een trouwe Herder,
Bracht Hij mijne voeten weer,
Op des levens rechte straten,
Om Zijn Naams hoogwaarde eer.
Of ik schoon (gelijk een kudde
Die in doods peryckel staat,
En somwijlen langs den heyde
Tot een prooi der wolven gaat)
Wand'len moest op zulke wegen
Daar men eynd' noch uytkomst ziet,
En geen mensch in 'b nare donker
Zich tot leydsman aan en bied.
All' de dagen, die ik leve,
(En daarop vertrouw ik mij;
Blijft mij Godes rijke gunste
En .Zijn milde goedheid bij.
All' de dagen die ik leve
(Des ben ik in 't hert gewis)
Zal ik blijven in de woning
Daar de Heer mijn God in is.
D. R. KAMPHUYZEN.
K£KK EM SCHOOL
MED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Wolder en Dinxterveen
(toez.) A. J. Gerth v. Wijk, cm.-pred. te
Veenhuizen.
Aangenomen: Naar Gorinchem, Th.
J. Vrtmgdenhil te Leerdam.
Bedankt: Voor Eek en Wiel, E.
Raams te Hoek. Voor Zwammerdam, A.
Alten^i te Balk. Voor Zuid-Beijerland,
(toez.) J. Bus te Ouddorp.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: To Katendreckt, H. Pop-
ma, te Voorthuizen; en J. Ubels te Vars-
selveld.
Nieuwe kerk.
In de vergadering van lidmaten der Ger.
Kerk te Nieuw-Amsterdam is besloten tot
den bouw van een nieuwe kerk voor G00
zitplaatsen.
Nieuwe predikantsplaais.
De kerkeraad der Nederduitsch Her
vormde Gemeente te Apeldoorn en Het Loo
heeft een commissie benoemd tot bevorde
ring van de vestiging van een vijfde prc-
dikantsplaats.
Beroepingswerk te Amsterdam.
De Nieuwe Kerkelijke Kies vereen. „Het
Evangelie" beveelt voor de verkiezing van
twee drietallen in de twee vacatures in de
Ned. Herv. Gem. te Amsterdam aan: I. Ds.
G. D. A. Oskam (Pred.-Evangelist), te
Winterswijk; Ds. M. van Empel, te Mid
delburg, cn Dr. J. C. Roose, te Groningen.
II. Dr. S. F. H. J. Barkelbach v. de Spren
kel, te Haarlem; Ds. B. ter Haar-Romeny,
te Ginniken, en Ds. T. J. JansenrSchoon-
lioven, te Oegstgeest.
Schenkingen aan kerken.
Mr. G. H. A. Grosheide vestigt er in „De
Stand." do aandacht op, dat volgens het
Burg. Wetboek voor liët aanvaarden niet
alleen van legaten, maar ook van schen
kingen door kerken in elk afzonderlijk
geval de Kon. goedkeuring moet worden
aangevraagd. Is schr. goed ingelicht, dan
wordt dit nogal eens verzuimd.
Aan een kerk in het Noorden van ons
land is dit duur te staan gekomen. In 1920
was aan die kerk een z.g. schenking ge
daan „van hand tot liand" (de tegenstel
ling is schenking bij notarieele acte),
groot f 4000. Van deze schenking is na heb
overlijden van de geefster door de erfgena
men vernietiging gevraagd en deze erfge
namen zijn door de Rechtbank to Leeu
warden in het gelijk gesteld.
Een belachelijk voorstel,
In het „Alg. Wbld. voor Vrijz.-Gods-
dienstigen" oppert Ds. J. Deetman een
plan, saam werking van Vrijzinnigen, Ethi-
schen en Gereformeerde Bondsmannen ter
wille van een Modus vivendi in de Ned.
Herv. Kerk, om aldus één lijn te trekken
tegenover d© Confessioneelen. 't Schijnt,
dat 't hem met dit zonderlinge plan, mee-
nens is, want hij schrijft verder:
„In theologie staan we wellicht vér
van elkander af maar we hebben allo
drie één doel: ,,de Modüs-Vivendi." Om
dab te bereiken, meet de macht van 't
confessionalisme worden gebroken. Nu stel
ilc voor, dat we elkander bij de kerkelijke
verkiezingen helpen! Laten we bij herstem
mingen (bij de eerste stemming komen we,
als 't ©enigszins kan, met eigen candidaten
natuurlijk uit) elkanders candidaten steu
nen! In Delft b.v. moeten dan de vrij
zinnigen met alle kracht do mannen van
den Geref. Bond helpen in Rijswijk
(Z.-H.) meet de Geref. Bond steun verlee-
nen aan de vrijzinnigen; in Amsterdam
helpen vrijzinnigen en Geref. Bond, de
othischen tegenover de confessioneelen.
Overal trekke men één lijn tegenover do
confessioneelen, overal stemme men op de
candidaten van de partij, die tegenover
de confessioneelen staat, om zoo te komen
tot 't gemeenschappelijk doel: „een Mo
dus Vivendi 1"
Profiteeren blijft een gevaarlijk werk.
Maar we durven toch wel voorspellen
dat van dit mooie plannetje niets zal ko
men en dat de Geref. Bond-mannen zich
voor samenwerking met de vrijzinnigen in
geen geval zullen loen'C.v.
't Is belachelijk!
Jaarboekje Geref, Kerken^
Bij Oosterbaanen Le Cointre
te Gees is verschenen het J aarbook
ten dienste van de Gere
formeerde Kerken in Ne
derland over 1924 onder redactie
de»r predikanten G. Doekes en J. O. Rull-
mann.
Een groot aantal kerken voldeden aan
het verzoek om statistische opgaven der
redactie.
Toch bleven enkele kerken nog in ge
breke en deze zijn welverdiend met
een kruisje gekenmerkt. De indeeling van
liet handige en voor meeleven-den onmis
bare jaarboekje is als vorige jaren. De
Geref. Kerken, de dienstdoende, emeriti-
predikanten en overleden predikanten, de
zending, de opleiding, de buitenlandsche
kerken, pers en vereenigingswezen alles
vindt zijn plaats.
Op eenige losse vellen vinden wij de
portretten der in het afgeloopen jaar over
leden predikanten en ccn photo van de
synode.
Bij het lezen van de levensbeschrijvingen
van do overleden predikanten trof het ons
dat Ds. J. Koppo "te Enumatil, die het le
vensbeeld toekende van wijlen Ds. de Vries
te Tzum, juist bij de verschijning van het
boekje en op even plotselinge wijze als
Ds. de Vrie3 uit zijn arbeid werd opgeroe
pen.
Evenals vorige jaren zal dit jaarboekje
ook nu zijn weg wel vinden.
Het Rijks-schooltoczicht.
Omtrent de geruchten betreffende de
beperking van het personeel bij het Rijks-
toezicht op de scholen, vernemen wij ter
bevoegder plaatse, dat reeds geruimen tijd
geleden, teen „Onderwijs" op zijn begroo
ting moest bezuinigen, ook overwogen,
werd het rijkssehooltoezicht te beperken.
Tijdens de crisis bleef deze zaak Tusten,
doch thans worden de bezuinigingsplan
nen weer ter hand genomen.
De Minister van Onderwijs had aan de
vier hcofd-inspecteurs bij het L. O. ver
zocht, in een rapport van advie3 te dienen
in hoeverre zij beperking mogelijk achten.
Dit rapport zal binnenkort bij den Minis
ter worden ingediend. Omtrent den in
houd hiervan en den omvang der beper-
Idng is echter nog niets bekend. Mocht na
indiening de Minister zich bereids accoord
daarmede verklaren, dan zal men onver
wijld tot de ten uitvoerlegging overgaan.
Hieromtrent is uit den aard der zaak
nog niets definitiefs mede te doelen.
Uit oude tijden?
Mian schrijft aan de Standaard:
Et is een plaats in Nederland;
Men noemt dat plaatsjestd.
De naam van dorp zou beter zijn,
Want heusch, het is eengat.
Na veel gezeur en met weinig instem
ming was aan het Bestuur van de School
met den Bijbel de wettelijke bijdrage ver
leend, benoodigd voor den bouw van een
tweede school in verband met de overbe
volking van de eer/e.
't Moet gezegd, do inrichting van deze
nieuweling streeft de bestaande openbare
lager onderwijsgebouwen vèr voorbij.
Bij dat openb. onderw. laboreert het
vooral aan een gymnastieklokaal.
Burg. en Weth. zochten ernstig naar een
oplossingen vonden die.
Zij verzochten, ter vermijding van. te
maken kosten, aan het Bestuur van de
School met den Bijbel, voor de. kinderen
van de Openb. Scholen gebruik te mogen
maken van hun mooi nieuw gymnastiek
lokaal.
Het Bestuur was zeer ter wille en meen
de zelfs, dat do gemeente eenig recht kon
doen gelden op medegebruik.
De S. D. A. P. vond het voorstel-B. en
Wv ontzettend; wist mede te ceelen, dat
er ouders-voorstanders van de Openb.
School waren, die het een „gruwel" von
den, dat hunne kinderen onderwijs gym
nastiekonderwijs nog wel zouden ont
vangen in can Christelijke School.
Een van hen begeerde te hebben ge
loofd, dat B. en W. voorstanders waren
van do Openb. School.
„En nog zijn", merkte de liberale Wet
houder op.
'b Ging niet door; 't werd aangehouden
in de hoop, dat er een minder ongeschikt
gebouw gevonden zou kunnen worden. An
ders maar bouwen, meende de S. D.
Stel voor merkte hafel'jk aan het
adres van de S. D. een der Vr.^Jondscho
Raadsleden op dat de kinderen licha
melijke oefeningen gingen houden in een
gebouw van Christelijke stee men opgetrok
ken!
Uit oude tijden?
Weineen! Veertien dagen oud. De „stad"
heet Tiel.
Handschrift gevonden.
Engeisohe opgravingen op een plaats
aan de Nijl tussohen Assudl' en Karnak
en wel te Qua-el-Kebir hebben, naar
Svenka Dagbladet vernoemt, een belang
rijke vondst gegeven. Een oud Christen
graf werd geopend en in een lcemen
kruikje vond men een in. linnen verpakte
papyrus met Koptisch schrift. Het ia
gebleken het Evangelie va l Johar.nes te
zijn, oorspronkelijk uit 50 blaadjes be
staand, waarvan 43 vrij goed bewaard
TE HOUDEN VERGADERINGEN Etö*
.Het komt heel vaak voor, dat Vergade
ringen, Samenkomsten, Uitvoeringen, Loc
zingen, en dgl. van verschillende VcreeniV
gingen op denzelfden datum samen val-'
len. Ten einde te voorkomen dat het eeivy
het ander verdringt of onvruchtbaar i
maakt, -is het gewenscht, dat men bij hefc!
vaststellen van den datum eencr vergado--
ring rekening houdt met reeds vastgesteld!
de data voor andere vergaderingen. Tenj
einde dit mogelijk te maken verzoeken*
wij elko Vereeniging of Organisatie, dial
een openbare Vergadering belegt of Uit
voering wil geven, zoodra een datum
voor eene vergadering ia
vastgesteld (dus zoo mogelijk maan
den te voren) dien datum op te geven meh
bijvoeging desgewenscht van Spreker, oa
derwerp, enz., natuurlijk zeer kort. Wij zul
len die gegevens dan eiken Zaterdag publi
ceeren en bij*'t vaststellen van andere ver
gaderingen gelieve men dan van do ge
publiceerde lijst nota te nemen.
14 Januari 's avonds 8 uur: Verga
dering der A.-R. propagandaclub ,,Dr. A,
Kuyper" in het Nutsgebouw.
16 Januari 's avonds 8 uur Ds. v. d.
Zaal, van Deventer, onderwerp: Vrouwen,
kiesrecht in de Chr. Geref Kerk, Bree-
straat.
16 Januari, 's avonds 8 uur uitvoering
.,Con Amore" Chr. Zangvcreen. voor Ge
mengd Ivoor in de Stadsgehoorzaal.
17 Januari, 's avonds 8 uur in cc Oos-
terkerk, vergadering van de Hulpverccn.
v. d. Geref. Zend. Bond. Spr. Ds. B. J. Lcm«
merink, Delft.
23 Januari, 'n avonds half acht open
bare jaarvergadering van de Jengel!"1 -*n-
vereeniging op Geref. Grondslag ..Tim
theus", in de groot© zaal van „Prediker"
25 Januari 's avonds 8 uur Winter
lezing Ds. Salomons van Amersfoort, on
derwerp: „Pessimisme en Optimisme".
31 Januari, 's avonds 8 uur ledenverg
van do Hulpvereen. van den Geref. Zend
Bond. Spr. zend.-kweekeling D. J. van Dijk
6 Februari, 's avonds 8 uur Openbare
samenkomst Stadsevangelisatie v. d. Geref.
Kerk. Spr. de heer N. Baas.
13 M a a r t, 's avonds 8 uur Dr. F. vas
Gheel Gildemeester ran Den Haag, onder
werp: „Het Probleem van Job", in ds
Hooigrachtkcïk.
26 Maart, 's avonds 8 uur Ds. de
Bruyno van Veenendaal, in c'e Chr. Geref,
Kerk, Breestraai.
25 April, 's avonds 8 uur in Wijkge-
bouw-Levemlaal, leden vergader mg. Oud-lo
den-Vereen. „Dient den Heer".
zijn, die met veel moeite te Lonlen door
Fl'nders Petrie zijn uitgezocht en beh-n-
dedd. 35 regels staan op e' ie zijde, 1 t
formaat Tan het pakje was 30 bij .14 cM.
Men zal nu dezen Kopt'sclrpn t hst
kunnen vergelijken met de ouds'.o be
staande teksten van da Griekscne bijbel
handschriften, zooals den Codex Vatican
nus uit do 14de eeuw, den Codex Sina'ti-
cus in de keizerlijke bibliotheek te Pe
tersburg van iets vroegeren datum, dea
Codex Alexandrinus uit het British Mw
seiun, d o mar men aanneemt uit da
eerste helft der v'erde eeuw dateert.
Bij vergelijkend onderzoek s men tol
de slotsom gekomen, dat do gevondetf
tekst van ongeveer het jaar 400 dateer^
De hoogst belangrijke vondst zal spoed^
worden gepubliceer
Het talent der blindheid.
Dr. William Moon, de uitvinder
blindenschrift, zelf volslagen blind,
eens: „God gaf mij het talent der
heid en ik heb getracht ermee te
ren."
Teen hij blind was geworden, gevoel#
hij zich verplicht zich aan de ve-betering
van den toestand zijner lotgencoten to moe
ten wijden. Meer dan 10.000 blinden hebben
door middel van zijl? methode lezen go
leerd.
Een arme blinde man liet hem schrijven:
„Als ik u in den hemel ontmeet, zal ik u
tot Jezus leiden en Hem zeggen dat ik door
uw boek den weg tot Hem vond."
Een andere blinde, die door Dr. Moon's
methode spoedig lezen loerde, zei eens:
„Gij spreekt van Dr. Moon's alphabet?
Neen, het is Gods alphabet, want Hij ai-
leen kon het den dokter in het hart ge
ven."
Zoo heeft Moon talrijke brieven ontvan
gen van eenvoudigen en vcleerden, van rij
ken en armen, die allen, als om strijd, de
liefde cn toewijding prezen, waarmee Dr.
Moon voor zijn arme lotgenooten gewerkt
heeft. Aan hem is het dan ook, door Go. s
genade, voor een groot deel te danken, dat
menige arme blinde, geestelijk „ziende"
werd.
FEUILLETON
ONDER DE TROPENZON.
door R. R. 1
(Nadruk verboden).
6)
Zoo snel mogelijk had hij zijn plan
uitgevoerd cn ook bij de koloniale reserve
get eekientl.
Den eersten t:jd was hem de dienst niet
■medei'cvallen. In zedelijk en godsdien
stig opzicht waren de kolonialen dn den re-
'gel niet de blbem der Nederlandsche jon
gelingschap. Als belijder en onthouder
had Herman in deii beginne een harde
proef te doorstaan. Hij was 't mikpunt
/van aller spot. Het ging hem echter als
met alle ware belijders; juist 't vuur der
beproeving staalde hem te meer. Met
Goddelijk stift was de belijdenis van den
Christus in zijn ziel geschreven. In deze
omgeving kwam d:'c schrift des te duide
lijker voor den dag. Wat hij in 't ouder
buis had gezien, groef een diepe klove
tusschen hem en eiken alkoh of-honden
den drank. Zijn geheelonthouding kwam
(vooral hier aan zijn Christelijke belijde
nis ten goede.
Langzamerhand kenterde de opinie
tchter geheel ten zijnen gunste. Zijn in^
structeur was een dienstdoener. Met de
ïioodige lmoopen kon hij den soldaten de
nog bestofte hoekjes van hun geweren
voorhouden met de stereotiepe uitdruk
king: „Hier wonen ook menschen!" Her
man voorkwam zijn vloeken. Al zijn su
perieuren bewonderden zijn vlugheid van
lichaam en geest, zijn groote belangstel
ling in den ganschen dienst, zijn algemee-
ne ontwikkeling.
Zijn kameraden hielden spoedig van
hein. Hij had iets profetisch in zijn ka
rakter. Diep verdorven naturen schuwde
hij niet, maar zocht die veeleer, niet om
zich aan deze gelijk te maken, doch om
ze op te heffen.
Alzoo wandelde hij nu ook met Jan van
Gezooijen, tot wien hij zich als Leide-
aiaar 't meest aangetrokken gevoelde.
„Kom kerel, ga vanmorgen eens mee
naar de kerk!" zegt Herman.
„Ik moet van die snert niets hebben!
Ik heb er genoeg van gelust. Ha Ha! Wat
zou die oude Raabe kijken, als hij mij,
den koloniaal hier eens in de kerk zag!
Maar ga jij je gang!"
„Adieu dan!" zegt Herman, en maakt
rechtsomkeert.
Herman trof 't dien morgen. De predi
kant sprak over den Romeinschcn hoofd
man Cornelius, en maakte er de gemeen
te vooral op attent, dat de Christelijke
militairen, die in den Bijbel worden ge
noemd, zöoals de hoofdman van Kaper-
naüm, de hoofdman onder het kruis, een
Cornelius, op zoo treffende wijze uit
muntten door groote beslistheid van hun
geloof. Dat stak Herman nóg eens een
riem onder zijn soldaten-hart.
Uit de kerk ging hij in den regel naar
't Militair Tehuis, waar hij reeds den
naam drr.eg van den „koloniaal der toe
komst". ïn den regel bracht hij hier ook
den Zondagavond door, cn werd er spoe
dig de ziel van de Christelijke Jongelings-
vereeniging.
Zoo vlogen de weken voorbij.
In den zomer kwam voor hem een bui
tengewone verrassing.
Do heer en mevrouw Van Heekeren
kwamen de zomermaanden logecren op
Berg-en-Dal. Rika en Dora kwamen me
de. 't Militair Tehuis zag hem nu min
der. Hij kuierde nog al eens naar Berg-
en-Dal. De beide meisjes mochten ook
een enkelen keer naar Nijmegen.
Op een schoonen zomermiddag staan
ze .samen op de Belvédère. Met geestdrift
wijst Herman den beiden meisjes al de
dorpen uit den omtrek. Het was een lust
den jongen man te zien. Het matte wit
had plaats gemaakt voor een gezonden
blos. Zijn xaooie Romeinsche kop kwam
daardoor te beter uit. Zijn. oogen. lagen
nu irinder d'ep, zijn. open gelaat kwam
nu nog meer voor den dag. Ook misston
den de beginselen van een snor den jeug
digen krijgsman allerminst Werkelijk,
deze koloniaal had iets gedistingeerds.
Hij was een sierraad van zijn troep. Hij
hdcf haar omhoog
Rika bewonderde natuurlijk haar bree
der.
Dora deed meer dan dat, al was 't
kolonialenpakje haar bestendig een doorn
in :t oog.
Rika moest nog eenige boodschappen
doen voor mevrouw.
Herman en Dora wandelden nog wat in
het Valkenhof onder het lommerrijk ge
boomte.
„Herman! Heb ik mijn woord gehou
den, en ben ik een moedertje voor Rika
geweest?" lispelt Dora.
„Dora, aan niemand danken Rika en ik
meer ëan aan jou. Als in een huis zon
der dak staan we in 't midden der we
reld, sinds moeder en vader zijn wegge
nomen. Niets verkwikt in zulke oms'an-
i digheden meer dan de liefde van vreem
den, die zich als familie van je toonen."
Dora voelde zich weer beklemd.
Had Herman dan geen oog voor de we
reld van liefde, die bloeide in haar ziel!'
Zonniger, schooner dan de paradijzen
van Indic! Waarom ging hij weg? Waar
om verklaarde hij zich niet? Heel zijn
doen sprak toch van de warmste tocge*
négenheid.
H'er was 't Dora, die den blik rnisle
in het echte mannen-karakter,
jelui allebei. Wit je me iets beloven, Her-«
„Och, ik ben een jong moedertje voor
man? Ik heb je ook iets be'oofd, en zal
't volbrengen. Zul je ook in In die de goe-<
de belijdenis getrouw blijven?"
Op-deze vraag van Dora blijft Herman
staan en ziet haar aan met geestdrift-
vonkend oog.
„Dora, we staan hier alleen. Laat ik jo
iets mogen zeggen. Op de jongelingsvern
eeniging heb ik eens een opstel gemaakt
over Da Costa. Niets trot me toen meer
dan de eenvoud zijner bekeering, dio ligt
uitgedrukt in Da Costa's treffende woor«
den: ,.lk zag Hem. ik gaf mij." Daar heb
je ook mijn bekeering. Nooit, nooit kurv
ik den Heere loslaten. Hij heeft nv.j vast.
Zijn hand zal mij overal geleiden. In
September vertiek ik naar Indië. Over
vijf jaar hoop ik terug te zijn. Spaart
God ons beiden 't leven, dan hoop ik wecr
als een Christen voor jo to staan
Bepakt en beladen komt Rika aango-t
held.
,,'t Is tijd voor do tram!" roept ze al in»
do verte. I
(Wordt vervolgd), f