Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Het onrecht gewroken.
ABOfiüEAflENTSPHIJS
f In Leiden en buiten Lelden
waar agenten gevestigd sijn
Per kwartaal f2.50
per week ....10.19
I (Franco per post per kwartaal f2.90
4de JAARGANG. - MAANDAG 10 DECEMBER 1923 - No. 1110
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
AbVEKTENTIE-PuiJd
Gewone advertentiën per regel 22K cent^
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariei
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta-
■i11# van ten hoogste 30 woorden, worden
jrpn'pofof p A *0
Bijzonder onderwijs.
Naar aanleiding van de te Amsterdam
gevoerde begTootingsdebatten schreef de
zer dagen de Maasbode:
Wat de pacificatie betreft, hebben wij
I vertrouwen in den persoon van dezen
wethouder, ook in het college, ook wel
i in de meerderheid van den Raad. Doch
j waar wij ons oor in deze dagen te
i luisteren legden bij het „profanum vul-
gus" van de partijen der linkerzijde,
ontdekten wij een steeds groeiende
kwaadaardige stemming jegens het bij
eonder onderwijs, dat liefst als zonde
bok voor de financieele ontreddering de
woestijn zou moeten worden ingezon
den.
Wat hier wordt geconstateerd is geen
specifiek Amsterdamsch verschijnsel.
Ook in Leiden valt soms deze kwaad
aardige stemming jegens het bijzonder
onderwijs waar te nemen.
Menschen die Van geen bezuiniging
Willen weten vooral niet wanneer het
onderwijszaken betreft, krijgen, als het
bijzonder onderwijs op rechtmatige en
noodzakelijke uitkeeringen aanspraak
maakt plotseling bezuinigingsbevliegin
gen en wijzen met een zekere voorliefde
op de groote sommen die het bijzonder
onderwijs verslindt.
Het liefst zou men zien dat dit onder
wijs weer als van ouds in een hoek werd
geplaatst en als minderwaardig behan
deld.
Waakzaamheid blijft op dit gebied
steeds geboden.
V Propagandalectuur.
Er is menigmaal geklaagd over gebrek
aan geschikte propaganda-lectuur.
Met ingenomenheid maken wij daarom
melding van het verschijnen van een
goedkoop© uitgave van de rede onlangs
door den heer Golijn gehouden en van
een brochure onder den titel „Weg met
.Colijn" door J. Hollander.
Van de rede des heeren Golijn hebben
we onlangs een breedvoerig overzicht ge
geven.
Nu een goedkoope uitgaaf verscheen
ïs er dunkt ons grond om te verwachten
dat onze Kiesvereenigingen dit heldere
cn klare betoog„onder de menschen" zul
len brengen.
Ditzelfde geldt ook van de brochure
hierboven genoemd.
De heer Hollander geeft daarin pakken
de opmerkingen over de hetze tegen Go
lijn en wat daarmee is verband staat.
Naar wij vernamen heeft het bestuur
van de Kieskringcentrale besloten een
aantal van deze brochures aan do kies
vereenigingen in dit ressort graties toe te
zenden.
Een prijzenswaardig besluit.
Daardoor is het aan Kiesvereenigingen.
en Propagandaclubs gemakkelijker ge
maakt deze lectuur op ruime schaal te
verspreiden.
Ons volk is op droeve wijze verleugend
Öen laatsten tijd.
Het is daarom' dringend noodzakelijk
dat een behoorlijke dosis tegengif wordt
toegediend.
V Zonderlinge methode.
De „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
iffeelt een en ander mede omtrent de wij-
to© waarop door den heer Beelaerts van
Blokland gepoogd weid een Kabinet sa
men te stellen.
Indien dit blad juist is ingelicht, dan
zal het niemand verwonderen, en zal ook
niemand het betreuren dat dit pogen geen
isucces had.
De heer Beelaerts, zoo verzekert dit or
gaan, had voor hij aan het werk ging
wel een soort program vastgesteld al was
daaraan uit redactioneel en technisch
oogpunt nog niet de laatste hand gelegd.
„Echter dient daarop deze kantteeke-
ning te worden gemaakt, dat de heer
Beelaerts van Blokland dit program zoo
geheimzinnig heeft verborgen gehouden,
dat zelfs een bekend Kamerlid, tot wien
hij zich in verband met de bezetting
van een zeer belangrijk departement
had gewend en met wien jhr. mr. Bee
laerts van Blokland moer dan één on
derhoud heeft gehad, van het bestaan
daarvan volkomen onkundig is geble
ven, ja zelfs ten stelligste van meenioig
was, dat, ondanks zijn aandrang, de
formateur het ontwerpen van zoo'n pro
gram niet urgent achtte.
Misschien vindt de schijnbare tegen
strijdigheid nog het best hare verkla
ring hierin, dat een diplomaat als
formateur optrad, die zelfs dan veelal
strenge reserves in acht nam als het
tegendeel in de rede had gelegen en
het welslagen van zijn pogingen had
kunnen bevorderen,"
Er w a s dus wel een program.
Maar het werd zoo streng geheim ge
houden, dat iemand die aangezocht werd
een zeer belangrijk departement te bezet
ten, daarvan onkundig bleef en zelfs den
indruk kreeg dat de formateur zulk een
program niet urgent achtte.
Het schijnt onverklaarbaar.
Maar er is geen reden om aan de stel
lige mededeelingen van do N. R. Crt. te
twijfelen.
En in dat geval kunnen wo niet anders
dan ons volk met het mislukken van
's heeren Beelaerts' pogen gelukwen-
schen.
Niet aan diplomatieke geheimzinnig
heid, maar aan klaarheid hebben
wij in dezen tijd behoefte.
EEN ZESTAL SCHADEPOSTEN.
Onze Rotterdammer wijst er op,
dat ind-'en geen rechtscli parlementair
Kabinet tot stand komt, het landsbelang
groot nadeel dreigt.
„Zesderlei schadepost vraagt dq aan
dacht.
In de eerste plaats valt verlies le boe
ken met betrekking tot de verdediging
van Indië. Wat de tien misdeden was erg,
maar viel uit het kamp der linkerzijde
één toon te beluisteren, voor ons sympa
thieker dan die der dissidenten? Tever
geefs zoekt men naar eenig aanknoo-
pingspunt, dat de verwachting van
vruchtbare saamwerking met linksche
elementen op het stuk der landsverdedi
ging rechtvaardigt.
Vervolgens dreigt achteruitgang wat
betreft het streven naar eene sluitende
begrooting. Wie meent in trouwe, dat de
politiek der linkerzijde voor het doorzet
ten der bezuiniging gelijke of betere
waarborgen biedt dan het rechtsch be
wind?
Ten derde wordt aan het parlementaire
stelsel en onze huidige partijgroepeering
een gevoelige slag toegebracht, indien
eene meerderheid van zestig haar on
macht tot regeeren moet bekennen.
Ten vierde gaat teloor de sympathie van
onderscheidenen, die zonder bewust de
beginselen der christelijke partijen te
aanvaarden, toch aan haar steun schon
ken om de regeerkracht, welke zij ont
wikkelden.
Dan moet op het debet worden ge
boekt de moedeloosheid van die geestver
wanten, bij wie de politieke polsslag toch
al flauwelijk klopt en die zich door dit
onbevredigend verloop allengs geheel van
de politiek zullen afkeeren.
En eindelijk de belangrijkste schade
post is deze: ons christelijk beginsel in
welks zegenrijke werking wij gelooven,
zal daadwerkelijken invloed op den gang
van het maatschappelijk gebeuren inboe
ten. Een verlies sterker te betreuren, nu
rondom ons revolutionaire stormen het
maatschappelijk gebouw op zijn grond
slagen doen trillen.
Deze zes schadeposten dienen aan de
eene zijde der balans te worden gesteld,
daarnaast worden geboekt de oredietpos-
ten, die het niet saamwerken tot formatie
van een rechtsch kabinet met zich brengt
Eerst dan worde de eindrekening op
gemaakt.
Dan lijkt ons het resultaat niet onze
ker."
STADSNIEUWS.
Mare en Levendaal.
Naar aanleiding van heb besluit om de
Mare en het Levendaal niet te dempen
schrijft de heer Henri Polak in het Han
delsblad
De aandacht van velen was gedurende
dé weken, die aan dit besluit vooraf ge
gaan waren, samengetrokken op het lot
van de Mare. Weinig of geen acht weTd er
echter op geslagen, dat op denzelfden dag
ook beslist zou worden over het lot van
een, naar mijn wijze van zien, nog mooiere
gracht te Leiden, het Levendaal. Het voor
stel tot demping daarvan werd met een
meerderheid van slechts één stem verwor
pen. De dagbladen drukten heb bericht der
verwerping van het Mare-voorsbel met cur
sieve letter. Van het Levendaal echter
word in het geheel geen melding gemaakt.
Toch wint deze gracht het in schoonheid
en schilderachtigheid van de Mare. Zij
vormt de voortzetting van het prachtige
Rapenburg, al vormt zij ook een veel min
der aanzienlijke buurt, zij is veel langer
■dan de Mare en veel typischeT ook, zooals
zij daar bochtig loopt busschen haar oud
geboomte en oudere, vaak zeer pittoriske
geveltjes dragende wallen. Het is een bui
tengewoon fraaie gracht en als ik gesteld
ware voor de odieuso keuze: de Mare dem
pen of heb Levendaal, dan zou ik zonder
aarzelen do eerste ten doodo doemen.
Gelukkig behoeft zulk eene keuze niet
gedaan te worden, want de beide grachten
hebben niets mot elkander te maken. Er
ia slechts één punt van overeenkomst en
wel dit: ook het Leyonidaal was bestemd
geofferd te worden- op het altaar van den
verkeersfetisch Niet dat het verkeer op de
gracht zelve zoo druk is. Doch zij loopt
ongeveer parallel met het Hoogewoerd, d.i.
de straat, die, met de Breestraat, de ver
binding vormt tussclien de groote wegen
UtrechtLeiden en Leiden's-Gravenhage
Daar is heb verkeer inderdaad, voor een
betrekkelijk kleine stad, vrij druk. to noe
men en het Hoogewoerd is op enkele
plaatsen vrij smal,, zoodat er wel eens een
cogenblijke stagnatie plaats kan hebben.
De bedoeling is nu, het Levendaal te
dempen, ten einde aldus een parallelweg
te verkrijgen voor het verkeer in de rich
ting van. Utrecht, teTwijl Hoogewoerd
Breestraat zouden bestemd zijn voor het
verkeer in de richting naar het Noordeinde
Toegegeven moetworden: er is iets voor
te zeggen iets, doch niet zeer veel. Want
al heeft op het Hoogewoerd een enkele
maal een opstoppinkje plaats, daarom is
de toestand er no£ geenszins onhoudbaar.
Verkeerstagnatie komt in Londen, Parijs
en andere groote steden om den haverklap
voor; en toch wil men daar niet hals over
kop overgaan tot maatregelen, die mot
demping van mooie grachten analoog ge
noemd zouden kunnen worden. Men zou
dus ook in Leiden nog wel best even kun
nen wachten. Het ware te wenschen, dat
de demp- en breeklustigen onder de vroede
vaderen onzer Hollandsche stadjes eens
allen een poosje gingen kijjken naar de ver
keersproblemen in de wereldsteden. Wel
licht zouden zij dan tot de ontdekking ko
men, dat het in hunne respectieve gemeen
ten van vijf tot vijftigduizend inwoners nu
nog niet zoo is, dat er maar onverwijld
gesloopt en volgegooid moet worden
Wie te Ledden het verkeer op liet Hoo
gewoerd wel eens gadegeslagen heeft, moet
tot de ontdekking gekomen zijn, dat de
vexkeerstoringen er bijna zonder uitzon
dering veroorzaakt worden door de elec-
trischo tram.
Indien nu werkelijk te Leiden heit ver
keer op het Hoogewoerd ernstige moeilijk
heden oplevert, laat men ct dan oens zijn
gedachten over laten gaan, of niet het
verwijderen van do tram en het instellen
van een motor-omnibusdiensb de voorkeur
verdient boven het dempen van het Le
vendaal, hetwelk een ware ramp zou zijn,
niet alleen op zichzelf, doch ook met het
oog op oen nieuwe en nog heel wat erger
catastrofe, die er bijne onvermijdelijk op
zal moeten volgen: de demping van het
Rapenburg, een,, van de allerschoonste
gTachben van ons geheele land.
De afwijzende houding, door den Leid-
schen Raad ten opzichte van de dempings-
plannen onlangs aangenomen, was verheu
gend en bemoedigend. Te hopen is het,
dat het college, wanneer eventueel op
nieuw zulke projecten ter tafel komen, van
oen gelijke gezindheid blijk moge geven.
De Roadsmeerderheid daarin te sterben
misschien dat deze regelen er het hun
ne toe mogen bijdragen. Wellicht, dat de
verkeers-bovorderaars er door hebben lee-
ren inzien, dat zij op dit stuk wel war al
te voortvarend zijn; en misschien, dat ook
de leden van dien Raad, die voor dem
ping zich uitspraken- ten einde aldus de
werkverschaffing te bevorderen, ten slotte
tot het inzicht geraken, dat het niet te
verantwoorden is, aan het verschaffen van
werk aan een beperkt aantal arbeiders ge
durende zeeT beperkten tijd, de sclioonlieid
der stad op te offeren, voor altijd te doen
verdwijnen."
Leidsche buurvrouwen.
Een corr. van het „Hbld." heft twee
Leidsche buurvrouwen voor den rechter
gezien, en vertelt daarvan in zijn blad het
volgende
Twee Leidsche buurvrouwen hadden een
veeto. Zoo'n veete, waarvan de oorsprong
niet meer is na te gaan, omdat een histo
rische ontleding noodig zou zijn van het
„toen zee ik" en „toen zee zij, waarop ik
zee". Een rechter, die de zaak duidelijk
wil houden, pleegt dan ook niet naaT de
oorzaken te zeekeni, doch zich alleen bij
do feiten te houden. Dit feit was „do slag
met een bierglas, althans hard voorwerp."
Bekl. bekende haar buurvrouw met een
glas geslagen te hebben. „Want die vrouw
is een eerste klas oplichtstcr geweest,
want toen ze
De rechter trachtte de sluizen to sluiten.
Het gelukte gedeeltelijk, het venijn moest
er toch uit. Het verhaal was als gewoon
lijk onbegrijpelijk, want er waren andere
buren in betrokken, die weer tegen ande-
r engezegd hadden, dattot de aankla-
ster zelf bij bekl. was gekomen. Een ener
giek twistgesprek was gevolgd, tot
zooals bekl. vertelde: „toen neem ik dat
glas en toen geef ik ze'n opduvel."
Dat had u niet moeten doen.
Ja, maar 14 dagen tevoren had ze me
strot willen toehouden.
De getroffene was het met die lezing
van het geval volkomen oneens. Zij be
weerde niets gezegd te hebben, behalve
dan, toen ze dien klap beet had. Toen zei-
de ze: „Dat is knap van je." Tevoren had
ze „niks, hcelemaal niks" gezegd.
Vond u dat dan zoo knap?
Zeker, Edelachtbare, ik vond dat
heel knap, me zoo te slaan, 't had mo m'n
oog wel kunnen kosten."
Voor het Apothekers-assistentenexa
men, Zaterdag alhier gehouden, waren 4
candidaten opgerocpenw Geslaagd ziin de
dames A. O. Spruijt geb. te Opat ei-land,
en J. Brussaart, geb. te Rotterdam.
Alhier is gearresteerd de 39-jarige
W. K., wegens het plegen van niet nader
te noemen handelingen met meisjes.
Zondagavond kwart over elf, bemerk
te de heer K., terwijl hij met zijn auto op
het Rapenburg stond, dat het water in liet
reservoir van de auto kookte. Hij draaide
de dop va«n het waterreservoir los waar
bij echter het kokende water metkracht
naar buiten en over de handen van den
heer K. stroomde.
In de apotheek van de fa. du Croix
werd hij verbonden*
1 Door het ontstaan van een lek is Za
terdagavond een motorboot van den expe
diteur S., in de Haven gezonken.
De lading kon tijdig in veiligheid wor
den gebracht.
De gezonken boot levert geen gevaar op
toot het scheepvaartverkeer. Met het lich
ten werd var-mag een aanvare gemnakt»
BINMEf3LA.nL
Bestendinging van het Kabi;.e.-Ruys?
Op een te Roermond gehouden ver _r.vie
ring van den R. K. Kiezersbond in L n-
burg heeft het Tweede-Kamerlid, ir. Af.
C. E. Bongaerts in een rede over den
politieken toestand o.m. mede edeeld, dat,
nu Vrijdag mr. Kooien en Zaterdagmor
gen mgr. Noüens weer bij de Kon'ng.n
zijn geweest, het wel icht mogelijk is, dat
de Koningin zal vragen of het
Kabinet-Ruy.s weer op zijn ont
slag terug wil komen. Misschien,
zeide spreker, blijft er nog een andere
mogelijkheid over, doch daar kon hij z: h
in de vergadering nog niet over uT .\n.
De bewering, dat al'© wegen naar Co'ijn
zouden leiden, is volgens den heer Bon
gaerts onjuist. Men is zeer dankbaar, dat
Colijn het heeft aangedurfd, de minister
portefeuille in moeilijke omstandigheden
te aanvaarden, doch dat neemt niet weg,
dat de Katholieke partij geen vernedering
wl ondergaan. Indien mr. Kooien échec
zou geleden hebben omdat hij Katholiek
is en men absoluut een niet-Katholiek
kabinetsformateur wenscht, dan gaat de
Katholieke partij hiertegen in.
Ten slotte wees de lieer Bongaerts er
op, naar aanleiding van de nadere be
schouwingen in de protóstantsche Waden
over de drie eischen (b.v. in de a.r. „Rot
terdammer" van Vrijdag j.l.), dat deze
eischen niet zoo zeer als zoodan-'g, doch
meer als punten bedoeM zijn, waarop do
samenwerking mogelijk is, en dat de
eischen niet scherp bedoeld, doch misver
staan z;jn. De heer Bongaerts hoopte,
dat dit zoo is, want dan zou de Katholi -ke
partij met de andere rechtsche partijen
weer samen kunnen gaan en wordt do
coalitie niet verbroken.
Onze Pers.
De Anti-revoh Rotterdammer zal
met ingang van 1 Januari in grooter for
maat verschijnen, terwijl de inhoud aan
merkelijk zal worden uitgebreid.
Een verblijdend verschijnsel.
Loonraad Spoerwe^iersor.ee
In de Zaterdag in een der hoofdaumini-i
stratiegebouwen van de Nederlands:ho
Spoorwegen te Utrecht gehouden '-ergan
dering van den Loonraad voor het Spoor
wegpersoneel zijn de voorstellon der di
rectie om de salarissen en loonen van
het personeel met ingang van 1 Januari
a.s. met 10 procent te verminderen, ver
worpen
De gehuwde ambtenares.
Naar men aan de „Msb." mededeelt, zul
len allo gehuwde ambtenaressen met in
gang van 1 Maart aa. op wachtgeld wor
den gesteld, tentzij zij kunnen aantooncui
kostwinster te zijn.
De cereto drie maanden krijgen zij nog
vol salaris, de volgende 3 maanden 75
en) daarna GO van de jaarwedde, alles
met aftrek van 81 voor pensioen.
FEUILLETON
25)
En terwijl ik naar hem luisterde, kwam
or een vreeselijke schrik in mij op en ik
bad een gevoel, alsof ik geworgd werd.
Vader schrok er van, toen hij het zag.
..Wat is er, mijn kind?" vroeg hij.
Toen barstte ik klagend uit:
V „Ik ben bezig in mijn hart afscheid te
2 nemen van Max, vader een afscheid
voor eeuwig want nooit kan ik zijn
vrouw worden, nooit, nooit! al bent n on
schuldig, toch kleeft de vlek aan onzen
naam en zal er aan blijven kleven, zoo-
t- lang ik leef!"
I En ik geef hem den ïxrief, dien ik nog
jjv"<ijd in mijn hand hield en ging zitten
treuren over mijn ongeluk, want als een
'doodsklok klonken mij aldoor de noodlot*
tige, wreede woorden in de ooren:
mDö kinderen van Max Kandie mogen
fêtnooit iemand tot grootvader hebben, die
V' misschien een schurk is."
T-i. Die woorden troffen ook mijn vader.
^t)lijkbaar zeer diep, want hij wierp den
Ajpbrief op den grond en riep uit, terwijl
'^"bij naar boven keek:
K;. «Je hebt gelijk, kind, je kunt dezen
niet trouwen, noch iemand anders:
de schande mag niet op een nieuw ge
slacht overgedragen worden."
Toen zag hij mij gebroken, ellendig,
vernietigd door mijn smart.
„Is het zoo erg?" riep hij verwonderd
uit. „Geeft mijn kleine Mies, die nog zoo
koït geleden een kind was, zooveel om
dezen man, dien je pas hebt leeren ken
nen?"
En in mijn verlatenheid riep ik uit:
„Vader, u bent mijn getuige, nooit zal
ik hem weer zien, want door mij zal de
schande niet op hem komen. Maar toch
is mijn hart gebroken gebroken 1"
Eenige oogenblikken bleef vader naar
mij kijken en nooit zal ik de uitdrukking
van medelijdende, hopelooze smart op
zijn lief gezicht vergeten!"
Toen strekte hij zijn armen uit naar
den hemel.
„God!" riep hij hartstochtelijk uit, „is
het niet genoeg, dat ik dit twintig jaren
gedragen en geleden heb? Moet zij nu ook
nog lijden? Hoort Gij mij niet? Moet ik
TT altijd te vergeefs aanroepen? Heb ik U
m'et vertrouwd en geduldig gewacht, tot
Gij zoudt handelen? Maar dit dit
die smart van mijn onschuldig kind
dit is te zwaar om te dragen! O, neem
deze ramp van mij weg, want mijn voeten
glijden weg, mijn geloof is bijna verdwe
nen!"
Ik sidderde bij die woorden. En ik had
hem daartoe gebracht! Mijn onschuldige
vader, wiens liefhebbend vertrouwen in
Zijn Vader een steunpilaar van mijn be
staan was gewoeeti Ik met mijn zwakken
weerstand, mijn ongeduldige rusteloos
heid tegenover mijn eerste wezenlijke
smart, ik had hem gebracht tot dezen
opstand en dit ongeloof!
Ik sprong op met een luiden kreet tot
God en riep om vergiffenis en om hulp
in den grooten nood.
En ik liep naar mijn vader toe, die
met een droevig, vragend gezicht naar
den hemel stond te kijken.
„Lieve vader," zei ik zacht. „Hij Hoort
u en denkt aan u, en het is Zijn liefde,
die deze smart heeft gezonden. Op den
tijd, die Hem goed dunkt, zal Hij ons
troost geven en ons redden, maar Hij
wil, dat wij He meeTen en vertrouwen.
Laten wij dat doen vader, laten wij dat
doen, en de engelen zullen van ons ge
tuigen, dat wij vertrouwen.
„Bent u het lied vergeten, 'dat n zoo
even hebt gezongen, vader? Blijft het niet
even waar, al schijnen de wolken wat
dïkkeT te zijn?"
En mijn stem werd: vaster en mijn Hart
krachtiger, toen ik begon te zingen:
„De God des heils wil mij ten herder
wezen:
'k Heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te
i vreezen.
Hij zal mij zacht, in Hoffelijke weiden,
Aan d'oevers van zeer stille watren leiden
Hij sterkt mijn ziel, richt, om Zijn naam,
mijn treden
In 't effen spoor van zijn geregtigbeden.
„Ik vrees niet, neen; schoon ik door
duistre dalen
In 'doodsgevaar, bekommerd om moest
dwalen,-
Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden;
Uw stok en staf zal mij altoos behoeden;
Gij troost mijn ziel, «n richt, in
mededongen,
De tafel aan, voor mijner haatren oogen."
Die heerlijke woorden van hoop en ver
trouwen drongen hem in het hart cn
misten hun werking niet. De harde uit
drukking verdween van zijn gezicht en
de oude eerbied en kinderlijk ge'oof
lrwam daarvoor terug. De tranon rAden
over zijn wangen, toen hij mij in zijn
armen nam en God dankte voor do gena
de hem betoond, omdat Hij hem zulke
woorden had toegezonden in do ure van
nood en hem mot Zijn goddolijko m,r it
behoed had voor Godonteerend ongeloof
Toen sloop ik weg, om te volbrengen,
wat ik nog te dom had n.l. eoni briefje
te schrijven aan Max, jvaarin ik 't enga
gement afbrak en hem verzocht, mij de
pijn van een nadere verklaring te be
sparen. Ik vroeg hem, als een gunst, dal
wij geen afeche'd van elkaar zouden n&
men, maar dat hij morgen zou weggaat
zonder meer pogingen om mij nog te
zien.
En misschien is hij bedroefd, misschien
beleedigd of teleurgesteld in mij; in allen
gevalle zal hij mij koud en wuft vinden;
maar hij heeft aan mijn verzoek vo'daan
en alleen van achter de heg heb ik nog
een laats ben bl:k ges1 agen op het gez:cht
van. mijn minnaar, toen hij met een bleek
gezicht voorbijging naar het station om
met den trein naar Londen te gaan.
FDOFDSTUK XII.
Waarschijnlijk zou de droefheid van
onze kleine heldin wat verzacht zijn. als
zij geweten had. dat een brief van tante
Jeanne haar diep gewonden minna" r in.
Londen wachtte, waarin zij mi 1Y«1 g
inlichtte over de ware reder m M 's
vreemd en onverklaarbaar c. -m-»
over hem. Want hot goedlinrli mh
had spoedig gezien aan de blec;.'* gezicht i
ten en do Toodo oogen au de twee jon r
gelui, dat hel pad van buu liefde a3!o.-b'/»
halve glad was en had zich wet haar ge-»
wonc handigheid spoedig op de h'^gte
gesteld van alles wat gebeurd was.
(Wordt vervofrgd.) f