Dagblad voor Leiden en Omstreken. Het onrecht gewroken. ABOfiüEAflENTSPHIJS f In Leiden en buiten Lelden waar agenten gevestigd sijn Per kwartaal f2.50 per week ....10.19 I (Franco per post per kwartaal f2.90 4de JAARGANG. - MAANDAG 10 DECEMBER 1923 - No. 1110 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 AbVEKTENTIE-PuiJd Gewone advertentiën per regel 22K cent^ Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariei Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta- ■i11# van ten hoogste 30 woorden, worden jrpn'pofof p A *0 Bijzonder onderwijs. Naar aanleiding van de te Amsterdam gevoerde begTootingsdebatten schreef de zer dagen de Maasbode: Wat de pacificatie betreft, hebben wij I vertrouwen in den persoon van dezen wethouder, ook in het college, ook wel i in de meerderheid van den Raad. Doch j waar wij ons oor in deze dagen te i luisteren legden bij het „profanum vul- gus" van de partijen der linkerzijde, ontdekten wij een steeds groeiende kwaadaardige stemming jegens het bij eonder onderwijs, dat liefst als zonde bok voor de financieele ontreddering de woestijn zou moeten worden ingezon den. Wat hier wordt geconstateerd is geen specifiek Amsterdamsch verschijnsel. Ook in Leiden valt soms deze kwaad aardige stemming jegens het bijzonder onderwijs waar te nemen. Menschen die Van geen bezuiniging Willen weten vooral niet wanneer het onderwijszaken betreft, krijgen, als het bijzonder onderwijs op rechtmatige en noodzakelijke uitkeeringen aanspraak maakt plotseling bezuinigingsbevliegin gen en wijzen met een zekere voorliefde op de groote sommen die het bijzonder onderwijs verslindt. Het liefst zou men zien dat dit onder wijs weer als van ouds in een hoek werd geplaatst en als minderwaardig behan deld. Waakzaamheid blijft op dit gebied steeds geboden. V Propagandalectuur. Er is menigmaal geklaagd over gebrek aan geschikte propaganda-lectuur. Met ingenomenheid maken wij daarom melding van het verschijnen van een goedkoop© uitgave van de rede onlangs door den heer Golijn gehouden en van een brochure onder den titel „Weg met .Colijn" door J. Hollander. Van de rede des heeren Golijn hebben we onlangs een breedvoerig overzicht ge geven. Nu een goedkoope uitgaaf verscheen ïs er dunkt ons grond om te verwachten dat onze Kiesvereenigingen dit heldere cn klare betoog„onder de menschen" zul len brengen. Ditzelfde geldt ook van de brochure hierboven genoemd. De heer Hollander geeft daarin pakken de opmerkingen over de hetze tegen Go lijn en wat daarmee is verband staat. Naar wij vernamen heeft het bestuur van de Kieskringcentrale besloten een aantal van deze brochures aan do kies vereenigingen in dit ressort graties toe te zenden. Een prijzenswaardig besluit. Daardoor is het aan Kiesvereenigingen. en Propagandaclubs gemakkelijker ge maakt deze lectuur op ruime schaal te verspreiden. Ons volk is op droeve wijze verleugend Öen laatsten tijd. Het is daarom' dringend noodzakelijk dat een behoorlijke dosis tegengif wordt toegediend. V Zonderlinge methode. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant" iffeelt een en ander mede omtrent de wij- to© waarop door den heer Beelaerts van Blokland gepoogd weid een Kabinet sa men te stellen. Indien dit blad juist is ingelicht, dan zal het niemand verwonderen, en zal ook niemand het betreuren dat dit pogen geen isucces had. De heer Beelaerts, zoo verzekert dit or gaan, had voor hij aan het werk ging wel een soort program vastgesteld al was daaraan uit redactioneel en technisch oogpunt nog niet de laatste hand gelegd. „Echter dient daarop deze kantteeke- ning te worden gemaakt, dat de heer Beelaerts van Blokland dit program zoo geheimzinnig heeft verborgen gehouden, dat zelfs een bekend Kamerlid, tot wien hij zich in verband met de bezetting van een zeer belangrijk departement had gewend en met wien jhr. mr. Bee laerts van Blokland moer dan één on derhoud heeft gehad, van het bestaan daarvan volkomen onkundig is geble ven, ja zelfs ten stelligste van meenioig was, dat, ondanks zijn aandrang, de formateur het ontwerpen van zoo'n pro gram niet urgent achtte. Misschien vindt de schijnbare tegen strijdigheid nog het best hare verkla ring hierin, dat een diplomaat als formateur optrad, die zelfs dan veelal strenge reserves in acht nam als het tegendeel in de rede had gelegen en het welslagen van zijn pogingen had kunnen bevorderen," Er w a s dus wel een program. Maar het werd zoo streng geheim ge houden, dat iemand die aangezocht werd een zeer belangrijk departement te bezet ten, daarvan onkundig bleef en zelfs den indruk kreeg dat de formateur zulk een program niet urgent achtte. Het schijnt onverklaarbaar. Maar er is geen reden om aan de stel lige mededeelingen van do N. R. Crt. te twijfelen. En in dat geval kunnen wo niet anders dan ons volk met het mislukken van 's heeren Beelaerts' pogen gelukwen- schen. Niet aan diplomatieke geheimzinnig heid, maar aan klaarheid hebben wij in dezen tijd behoefte. EEN ZESTAL SCHADEPOSTEN. Onze Rotterdammer wijst er op, dat ind-'en geen rechtscli parlementair Kabinet tot stand komt, het landsbelang groot nadeel dreigt. „Zesderlei schadepost vraagt dq aan dacht. In de eerste plaats valt verlies le boe ken met betrekking tot de verdediging van Indië. Wat de tien misdeden was erg, maar viel uit het kamp der linkerzijde één toon te beluisteren, voor ons sympa thieker dan die der dissidenten? Tever geefs zoekt men naar eenig aanknoo- pingspunt, dat de verwachting van vruchtbare saamwerking met linksche elementen op het stuk der landsverdedi ging rechtvaardigt. Vervolgens dreigt achteruitgang wat betreft het streven naar eene sluitende begrooting. Wie meent in trouwe, dat de politiek der linkerzijde voor het doorzet ten der bezuiniging gelijke of betere waarborgen biedt dan het rechtsch be wind? Ten derde wordt aan het parlementaire stelsel en onze huidige partijgroepeering een gevoelige slag toegebracht, indien eene meerderheid van zestig haar on macht tot regeeren moet bekennen. Ten vierde gaat teloor de sympathie van onderscheidenen, die zonder bewust de beginselen der christelijke partijen te aanvaarden, toch aan haar steun schon ken om de regeerkracht, welke zij ont wikkelden. Dan moet op het debet worden ge boekt de moedeloosheid van die geestver wanten, bij wie de politieke polsslag toch al flauwelijk klopt en die zich door dit onbevredigend verloop allengs geheel van de politiek zullen afkeeren. En eindelijk de belangrijkste schade post is deze: ons christelijk beginsel in welks zegenrijke werking wij gelooven, zal daadwerkelijken invloed op den gang van het maatschappelijk gebeuren inboe ten. Een verlies sterker te betreuren, nu rondom ons revolutionaire stormen het maatschappelijk gebouw op zijn grond slagen doen trillen. Deze zes schadeposten dienen aan de eene zijde der balans te worden gesteld, daarnaast worden geboekt de oredietpos- ten, die het niet saamwerken tot formatie van een rechtsch kabinet met zich brengt Eerst dan worde de eindrekening op gemaakt. Dan lijkt ons het resultaat niet onze ker." STADSNIEUWS. Mare en Levendaal. Naar aanleiding van heb besluit om de Mare en het Levendaal niet te dempen schrijft de heer Henri Polak in het Han delsblad De aandacht van velen was gedurende dé weken, die aan dit besluit vooraf ge gaan waren, samengetrokken op het lot van de Mare. Weinig of geen acht weTd er echter op geslagen, dat op denzelfden dag ook beslist zou worden over het lot van een, naar mijn wijze van zien, nog mooiere gracht te Leiden, het Levendaal. Het voor stel tot demping daarvan werd met een meerderheid van slechts één stem verwor pen. De dagbladen drukten heb bericht der verwerping van het Mare-voorsbel met cur sieve letter. Van het Levendaal echter word in het geheel geen melding gemaakt. Toch wint deze gracht het in schoonheid en schilderachtigheid van de Mare. Zij vormt de voortzetting van het prachtige Rapenburg, al vormt zij ook een veel min der aanzienlijke buurt, zij is veel langer ■dan de Mare en veel typischeT ook, zooals zij daar bochtig loopt busschen haar oud geboomte en oudere, vaak zeer pittoriske geveltjes dragende wallen. Het is een bui tengewoon fraaie gracht en als ik gesteld ware voor de odieuso keuze: de Mare dem pen of heb Levendaal, dan zou ik zonder aarzelen do eerste ten doodo doemen. Gelukkig behoeft zulk eene keuze niet gedaan te worden, want de beide grachten hebben niets mot elkander te maken. Er ia slechts één punt van overeenkomst en wel dit: ook het Leyonidaal was bestemd geofferd te worden- op het altaar van den verkeersfetisch Niet dat het verkeer op de gracht zelve zoo druk is. Doch zij loopt ongeveer parallel met het Hoogewoerd, d.i. de straat, die, met de Breestraat, de ver binding vormt tussclien de groote wegen UtrechtLeiden en Leiden's-Gravenhage Daar is heb verkeer inderdaad, voor een betrekkelijk kleine stad, vrij druk. to noe men en het Hoogewoerd is op enkele plaatsen vrij smal,, zoodat er wel eens een cogenblijke stagnatie plaats kan hebben. De bedoeling is nu, het Levendaal te dempen, ten einde aldus een parallelweg te verkrijgen voor het verkeer in de rich ting van. Utrecht, teTwijl Hoogewoerd Breestraat zouden bestemd zijn voor het verkeer in de richting naar het Noordeinde Toegegeven moetworden: er is iets voor te zeggen iets, doch niet zeer veel. Want al heeft op het Hoogewoerd een enkele maal een opstoppinkje plaats, daarom is de toestand er no£ geenszins onhoudbaar. Verkeerstagnatie komt in Londen, Parijs en andere groote steden om den haverklap voor; en toch wil men daar niet hals over kop overgaan tot maatregelen, die mot demping van mooie grachten analoog ge noemd zouden kunnen worden. Men zou dus ook in Leiden nog wel best even kun nen wachten. Het ware te wenschen, dat de demp- en breeklustigen onder de vroede vaderen onzer Hollandsche stadjes eens allen een poosje gingen kijjken naar de ver keersproblemen in de wereldsteden. Wel licht zouden zij dan tot de ontdekking ko men, dat het in hunne respectieve gemeen ten van vijf tot vijftigduizend inwoners nu nog niet zoo is, dat er maar onverwijld gesloopt en volgegooid moet worden Wie te Ledden het verkeer op liet Hoo gewoerd wel eens gadegeslagen heeft, moet tot de ontdekking gekomen zijn, dat de vexkeerstoringen er bijna zonder uitzon dering veroorzaakt worden door de elec- trischo tram. Indien nu werkelijk te Leiden heit ver keer op het Hoogewoerd ernstige moeilijk heden oplevert, laat men ct dan oens zijn gedachten over laten gaan, of niet het verwijderen van do tram en het instellen van een motor-omnibusdiensb de voorkeur verdient boven het dempen van het Le vendaal, hetwelk een ware ramp zou zijn, niet alleen op zichzelf, doch ook met het oog op oen nieuwe en nog heel wat erger catastrofe, die er bijne onvermijdelijk op zal moeten volgen: de demping van het Rapenburg, een,, van de allerschoonste gTachben van ons geheele land. De afwijzende houding, door den Leid- schen Raad ten opzichte van de dempings- plannen onlangs aangenomen, was verheu gend en bemoedigend. Te hopen is het, dat het college, wanneer eventueel op nieuw zulke projecten ter tafel komen, van oen gelijke gezindheid blijk moge geven. De Roadsmeerderheid daarin te sterben misschien dat deze regelen er het hun ne toe mogen bijdragen. Wellicht, dat de verkeers-bovorderaars er door hebben lee- ren inzien, dat zij op dit stuk wel war al te voortvarend zijn; en misschien, dat ook de leden van dien Raad, die voor dem ping zich uitspraken- ten einde aldus de werkverschaffing te bevorderen, ten slotte tot het inzicht geraken, dat het niet te verantwoorden is, aan het verschaffen van werk aan een beperkt aantal arbeiders ge durende zeeT beperkten tijd, de sclioonlieid der stad op te offeren, voor altijd te doen verdwijnen." Leidsche buurvrouwen. Een corr. van het „Hbld." heft twee Leidsche buurvrouwen voor den rechter gezien, en vertelt daarvan in zijn blad het volgende Twee Leidsche buurvrouwen hadden een veeto. Zoo'n veete, waarvan de oorsprong niet meer is na te gaan, omdat een histo rische ontleding noodig zou zijn van het „toen zee ik" en „toen zee zij, waarop ik zee". Een rechter, die de zaak duidelijk wil houden, pleegt dan ook niet naaT de oorzaken te zeekeni, doch zich alleen bij do feiten te houden. Dit feit was „do slag met een bierglas, althans hard voorwerp." Bekl. bekende haar buurvrouw met een glas geslagen te hebben. „Want die vrouw is een eerste klas oplichtstcr geweest, want toen ze De rechter trachtte de sluizen to sluiten. Het gelukte gedeeltelijk, het venijn moest er toch uit. Het verhaal was als gewoon lijk onbegrijpelijk, want er waren andere buren in betrokken, die weer tegen ande- r engezegd hadden, dattot de aankla- ster zelf bij bekl. was gekomen. Een ener giek twistgesprek was gevolgd, tot zooals bekl. vertelde: „toen neem ik dat glas en toen geef ik ze'n opduvel." Dat had u niet moeten doen. Ja, maar 14 dagen tevoren had ze me strot willen toehouden. De getroffene was het met die lezing van het geval volkomen oneens. Zij be weerde niets gezegd te hebben, behalve dan, toen ze dien klap beet had. Toen zei- de ze: „Dat is knap van je." Tevoren had ze „niks, hcelemaal niks" gezegd. Vond u dat dan zoo knap? Zeker, Edelachtbare, ik vond dat heel knap, me zoo te slaan, 't had mo m'n oog wel kunnen kosten." Voor het Apothekers-assistentenexa men, Zaterdag alhier gehouden, waren 4 candidaten opgerocpenw Geslaagd ziin de dames A. O. Spruijt geb. te Opat ei-land, en J. Brussaart, geb. te Rotterdam. Alhier is gearresteerd de 39-jarige W. K., wegens het plegen van niet nader te noemen handelingen met meisjes. Zondagavond kwart over elf, bemerk te de heer K., terwijl hij met zijn auto op het Rapenburg stond, dat het water in liet reservoir van de auto kookte. Hij draaide de dop va«n het waterreservoir los waar bij echter het kokende water metkracht naar buiten en over de handen van den heer K. stroomde. In de apotheek van de fa. du Croix werd hij verbonden* 1 Door het ontstaan van een lek is Za terdagavond een motorboot van den expe diteur S., in de Haven gezonken. De lading kon tijdig in veiligheid wor den gebracht. De gezonken boot levert geen gevaar op toot het scheepvaartverkeer. Met het lich ten werd var-mag een aanvare gemnakt» BINMEf3LA.nL Bestendinging van het Kabi;.e.-Ruys? Op een te Roermond gehouden ver _r.vie ring van den R. K. Kiezersbond in L n- burg heeft het Tweede-Kamerlid, ir. Af. C. E. Bongaerts in een rede over den politieken toestand o.m. mede edeeld, dat, nu Vrijdag mr. Kooien en Zaterdagmor gen mgr. Noüens weer bij de Kon'ng.n zijn geweest, het wel icht mogelijk is, dat de Koningin zal vragen of het Kabinet-Ruy.s weer op zijn ont slag terug wil komen. Misschien, zeide spreker, blijft er nog een andere mogelijkheid over, doch daar kon hij z: h in de vergadering nog niet over uT .\n. De bewering, dat al'© wegen naar Co'ijn zouden leiden, is volgens den heer Bon gaerts onjuist. Men is zeer dankbaar, dat Colijn het heeft aangedurfd, de minister portefeuille in moeilijke omstandigheden te aanvaarden, doch dat neemt niet weg, dat de Katholieke partij geen vernedering wl ondergaan. Indien mr. Kooien échec zou geleden hebben omdat hij Katholiek is en men absoluut een niet-Katholiek kabinetsformateur wenscht, dan gaat de Katholieke partij hiertegen in. Ten slotte wees de lieer Bongaerts er op, naar aanleiding van de nadere be schouwingen in de protóstantsche Waden over de drie eischen (b.v. in de a.r. „Rot terdammer" van Vrijdag j.l.), dat deze eischen niet zoo zeer als zoodan-'g, doch meer als punten bedoeM zijn, waarop do samenwerking mogelijk is, en dat de eischen niet scherp bedoeld, doch misver staan z;jn. De heer Bongaerts hoopte, dat dit zoo is, want dan zou de Katholi -ke partij met de andere rechtsche partijen weer samen kunnen gaan en wordt do coalitie niet verbroken. Onze Pers. De Anti-revoh Rotterdammer zal met ingang van 1 Januari in grooter for maat verschijnen, terwijl de inhoud aan merkelijk zal worden uitgebreid. Een verblijdend verschijnsel. Loonraad Spoerwe^iersor.ee In de Zaterdag in een der hoofdaumini-i stratiegebouwen van de Nederlands:ho Spoorwegen te Utrecht gehouden '-ergan dering van den Loonraad voor het Spoor wegpersoneel zijn de voorstellon der di rectie om de salarissen en loonen van het personeel met ingang van 1 Januari a.s. met 10 procent te verminderen, ver worpen De gehuwde ambtenares. Naar men aan de „Msb." mededeelt, zul len allo gehuwde ambtenaressen met in gang van 1 Maart aa. op wachtgeld wor den gesteld, tentzij zij kunnen aantooncui kostwinster te zijn. De cereto drie maanden krijgen zij nog vol salaris, de volgende 3 maanden 75 en) daarna GO van de jaarwedde, alles met aftrek van 81 voor pensioen. FEUILLETON 25) En terwijl ik naar hem luisterde, kwam or een vreeselijke schrik in mij op en ik bad een gevoel, alsof ik geworgd werd. Vader schrok er van, toen hij het zag. ..Wat is er, mijn kind?" vroeg hij. Toen barstte ik klagend uit: V „Ik ben bezig in mijn hart afscheid te 2 nemen van Max, vader een afscheid voor eeuwig want nooit kan ik zijn vrouw worden, nooit, nooit! al bent n on schuldig, toch kleeft de vlek aan onzen naam en zal er aan blijven kleven, zoo- t- lang ik leef!" I En ik geef hem den ïxrief, dien ik nog jjv"&ltijd in mijn hand hield en ging zitten treuren over mijn ongeluk, want als een 'doodsklok klonken mij aldoor de noodlot* tige, wreede woorden in de ooren: mDö kinderen van Max Kandie mogen fêtnooit iemand tot grootvader hebben, die V' misschien een schurk is." T-i. Die woorden troffen ook mijn vader. ^t)lijkbaar zeer diep, want hij wierp den Ajpbrief op den grond en riep uit, terwijl '^"bij naar boven keek: K;. «Je hebt gelijk, kind, je kunt dezen niet trouwen, noch iemand anders: de schande mag niet op een nieuw ge slacht overgedragen worden." Toen zag hij mij gebroken, ellendig, vernietigd door mijn smart. „Is het zoo erg?" riep hij verwonderd uit. „Geeft mijn kleine Mies, die nog zoo koït geleden een kind was, zooveel om dezen man, dien je pas hebt leeren ken nen?" En in mijn verlatenheid riep ik uit: „Vader, u bent mijn getuige, nooit zal ik hem weer zien, want door mij zal de schande niet op hem komen. Maar toch is mijn hart gebroken gebroken 1" Eenige oogenblikken bleef vader naar mij kijken en nooit zal ik de uitdrukking van medelijdende, hopelooze smart op zijn lief gezicht vergeten!" Toen strekte hij zijn armen uit naar den hemel. „God!" riep hij hartstochtelijk uit, „is het niet genoeg, dat ik dit twintig jaren gedragen en geleden heb? Moet zij nu ook nog lijden? Hoort Gij mij niet? Moet ik TT altijd te vergeefs aanroepen? Heb ik U m'et vertrouwd en geduldig gewacht, tot Gij zoudt handelen? Maar dit dit die smart van mijn onschuldig kind dit is te zwaar om te dragen! O, neem deze ramp van mij weg, want mijn voeten glijden weg, mijn geloof is bijna verdwe nen!" Ik sidderde bij die woorden. En ik had hem daartoe gebracht! Mijn onschuldige vader, wiens liefhebbend vertrouwen in Zijn Vader een steunpilaar van mijn be staan was gewoeeti Ik met mijn zwakken weerstand, mijn ongeduldige rusteloos heid tegenover mijn eerste wezenlijke smart, ik had hem gebracht tot dezen opstand en dit ongeloof! Ik sprong op met een luiden kreet tot God en riep om vergiffenis en om hulp in den grooten nood. En ik liep naar mijn vader toe, die met een droevig, vragend gezicht naar den hemel stond te kijken. „Lieve vader," zei ik zacht. „Hij Hoort u en denkt aan u, en het is Zijn liefde, die deze smart heeft gezonden. Op den tijd, die Hem goed dunkt, zal Hij ons troost geven en ons redden, maar Hij wil, dat wij He meeTen en vertrouwen. Laten wij dat doen vader, laten wij dat doen, en de engelen zullen van ons ge tuigen, dat wij vertrouwen. „Bent u het lied vergeten, 'dat n zoo even hebt gezongen, vader? Blijft het niet even waar, al schijnen de wolken wat dïkkeT te zijn?" En mijn stem werd: vaster en mijn Hart krachtiger, toen ik begon te zingen: „De God des heils wil mij ten herder wezen: 'k Heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te i vreezen. Hij zal mij zacht, in Hoffelijke weiden, Aan d'oevers van zeer stille watren leiden Hij sterkt mijn ziel, richt, om Zijn naam, mijn treden In 't effen spoor van zijn geregtigbeden. „Ik vrees niet, neen; schoon ik door duistre dalen In 'doodsgevaar, bekommerd om moest dwalen,- Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden; Uw stok en staf zal mij altoos behoeden; Gij troost mijn ziel, «n richt, in mededongen, De tafel aan, voor mijner haatren oogen." Die heerlijke woorden van hoop en ver trouwen drongen hem in het hart cn misten hun werking niet. De harde uit drukking verdween van zijn gezicht en de oude eerbied en kinderlijk ge'oof lrwam daarvoor terug. De tranon rAden over zijn wangen, toen hij mij in zijn armen nam en God dankte voor do gena de hem betoond, omdat Hij hem zulke woorden had toegezonden in do ure van nood en hem mot Zijn goddolijko m,r it behoed had voor Godonteerend ongeloof Toen sloop ik weg, om te volbrengen, wat ik nog te dom had n.l. eoni briefje te schrijven aan Max, jvaarin ik 't enga gement afbrak en hem verzocht, mij de pijn van een nadere verklaring te be sparen. Ik vroeg hem, als een gunst, dal wij geen afeche'd van elkaar zouden n& men, maar dat hij morgen zou weggaat zonder meer pogingen om mij nog te zien. En misschien is hij bedroefd, misschien beleedigd of teleurgesteld in mij; in allen gevalle zal hij mij koud en wuft vinden; maar hij heeft aan mijn verzoek vo'daan en alleen van achter de heg heb ik nog een laats ben bl:k ges1 agen op het gez:cht van. mijn minnaar, toen hij met een bleek gezicht voorbijging naar het station om met den trein naar Londen te gaan. FDOFDSTUK XII. Waarschijnlijk zou de droefheid van onze kleine heldin wat verzacht zijn. als zij geweten had. dat een brief van tante Jeanne haar diep gewonden minna" r in. Londen wachtte, waarin zij mi 1Y«1 g inlichtte over de ware reder m M 's vreemd en onverklaarbaar c. -m-» over hem. Want hot goedlinrli mh had spoedig gezien aan de blec;.'* gezicht i ten en do Toodo oogen au de twee jon r gelui, dat hel pad van buu liefde a3!o.-b'/» halve glad was en had zich wet haar ge-» wonc handigheid spoedig op de h'^gte gesteld van alles wat gebeurd was. (Wordt vervofrgd.) f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1