Tweede Blad
Het onrecht gewroken.
Zaterdag 8 Dec. 1923
>t Gegeven woorden.
5 De woorden, die Gij Mij ge-
geven hebt, lieb Ik liun gegeven.
Joh. 17: 8b.
1 Het christendom is do religie van het
[Woord.
Jn den beginne was liet "Woord.
Ge kent de machtelooze pogingen, die
doctor Faust in Goethe's diepzinnig gedicht
aanwendt, om er iets anders voor in de
plaats to zetten, h.v. in den beginne xvas
•de daad. Maar hoe hij het ook wendt of
keert, altijd weer blijkt, dat de Heilige
'Schrift het beter weet.
Zeker, achter alle Woord Gods ligt als
'diepste grond Zijn raad, Zijne gedachten,
Zijn wil. Maar voor. ons, als schepselen,
hoeft dit alles eerst beteekenis als we
het Woord weten, want daarin openbaart
do Heëre zich. En omdat de rijke volheid
der goddelijke denkwereld zich volkomen
In den Zoon manifesteert, daarom mag
Deze heeten de Logos, het Woord. Toen
nu dat Woord vleesch werd, heeft het
onder ons gewoond.
Maar niet als een zwijgende is de
Christus door ons menscheiijk leven ge
gaan, maar a's een sprekende. Juist om
dat Hij h'et Eeuwige Woord was, heeft
Hij als profeet de woorden Gods verkon
digd, en ons den raad en wil van God
aangaande onze verlossing volkomen ge
openbaard. Niemand heeft ooit God ge
zien, de eeniggeboren Zoon, die in den
schoot des Vaders is, die heeft Hem ons
verklaard.
De verklaring nu is niet geschied door
■oen mystieke mededeel! tg van het leven
uit God, noch door Zijn verschijning als
asoodanig, maar door g e t.u i g e n i s,
door spreken van de woorden Gods.
Dat noemt onze tekst zoo schoon een.
geven van die woorden.
De woorden, die Gij mij gegeven liebt,
zoo verklaart de Heiland in Zijn laat
ste gebed tot den Vader: de woorden, die
Gij mij gegeven hebt, heb ik bim
■gegeven.
Tegenwoordig zijn er vele christenen,
<lie zeggen het beter te welen. Christus
is niet gekomen zoo beweren zij
om ons allerlei dingen te vertellen, waar-
beden in te prenten, gedachten bij te
brengen, woorden te zeggen. Zóo klein
moet ge van Zijn werk niet denkea.
Neen, Hij is gekomen om Z i c h z o 1 f
mee to deelen. Woorden en leerstelsels
waren er al genoeg. We moesten den
Zoon hebben. Hemzel'f, God in Hem.
Niet een leer of een stelsel van „waar-
beden" of wat dogmatische formules, die
men zou moeten aannemen om zalig te
kunnen worden.
Christus kwan geen nieuwe woorden
brengen bij de oude, die er al waren en
die toch nooit verlossen kondon. Integen
deel waar H:j zichzelf en Ziine liefde
kwam mededeelen, daar toonde Hij te
verstaan de onmacht van het woord
en de kracht van het woord en de
kracht van het leven.
En nu is zalig worden niet een onthou
den en van buiten leereu wat Hij al zoo
gezegd heeft, maar een blijven in Hem.
Openbaring is niet mededeeling van
leer. meer van leven, leven uit God.
In deze voorstelling ligt als waarheids-
kern, dat levenseenheid met Christus
door het geloof absoluut noodzakel'jk is:
We moeten'eerst Christus ingelijfd zijn
om Zijne weldaden (dus ook Zijn woor
den) te kunnen aannemen. Waar geen
akker is, kan ook geen zaad rijpen. En
geen mensch kan iets aannemen tenzij
het hem uit den hemel gegeven zij, ook
geen gegeven woorden. Gods.
De vraag is echter: is dit al het werk
Van Christus? Is die mededeeling van le
ven door den H. Geest héél de verlos
sing? Zegt Johannes de Dooper niet aan
gaande Hem: „deze getuigt hetgeen hij
gezien en g'hooid heeft". En geldt óok
voor den Zaligmaker niet de groote wet:
dien God gezonden heeft, die spreekt de
woorden Gods. Dit is dus wel degelijk
mededeeling van waarheid.
Daaraan was voor ons mensc-lten dan
bok alles ee'eeen: te weten de woorden
Gods. Wij konden die niet uitdenken,
noch ontdekken. Wij kondon ze niet le
zen in de ervaring van ons hart, noch
ontcijferen uit de geheimen van ons reli
gieus bewustzijn. Een mensch kon ze niet
uitzeggen.
Neen, die woorden kunnen we alleen
als Godsgeschenk ontvangen.
Het zijn gegeven woorden.
Zelfs zóo, dat ze eerst door den Vader
aan den Middelaar Christus zijn gegeven
Dien rijken schat van eeuwige verlos
singsgedachten heeft do Vader aan den
Christus geschonken, opdat Deze ze als
Zijn eigen bezit mee zou nemen naar do
arme, zondige wereld. De zalighe:dswoor-
den Gods kon H,-j ontvangen, daar Hij
vleesch werd om ze te vervullen.
Die woorden spreken van der. heiligen
eisch des Heeren, van wet eu gerech
tigheid, van afval en schuld, maar ook
van de barmhartigheid en genade des Va
ders, van verlossing en zoen, van vrede
en zaligheid in Christus. Want dit is het
•eeuwige leven, dat zij U kennen den eeni-
gen en waarachtiger) God en Jezus
Christus, dien Gij* gezonden hebt.
Die woorden waren Christus' grootste
schat.
Wat heeft Hij* er mee gedaan? Ze wa
ren Hem gegeverf. Maar Hij heeft ze niét
voor zich alleen behouden. Hij heeft ze
gegeven aan de 'Zijnen. Dat betuigt Hij,
nu Hij' het kruis tegengaat, in Zijn ge
bed lot den Vader. En. die betuiging is
Zijn Middelaarsroern.
Niet alle tegelijk heeft Hij die woor
den Zijn jongeren gegeven. Dat zouden
ze niet hebben kunnen dragen. Langzaam
aan zijn die woorden Gods ingedragen in
hun bewustzijn. Maar Christus heeft er
toch niets van achtergehouden. Al die ge
geven woorden heeft Hij doorgegeven,
uitgegeven, meegegeven. Trouwens, dat
hebben op hun beurt de jongeren naar
Zijn voorbeeld óok gedaan. Daarom kun
nen ze zeggen: Hetgien van den beginne
was, hetgeen w:j gehoord hebben, het
geen wij gez*'en hebben met 'onze oogen,
hetgeen wij aanschouwd hebben en onze
handen gelast hebben van het woord des
levens, hetgeen wij daii gezien cn ge
hoord hebben, -dat verkondigen wij u, op
dat ook gij net ons gemeenschap zoudt
hebben, en deze onze gemeenschap ook
zij met den Vader en met Zijnen Zoon
Jeius Christus.
Juist die gegeven woorden zijn on
ze grootste schatten.
Welk een vastheid bieden zij als we
gsloovig bouwen op Gods beloften, en op
de waarheid van liet evangelie.
Nu weten wij, dat we geen kunst;g-
verdichto fabe'en zijn nagevokl. Wat de
H. Schrift ons zegt, zijn woorden, die van
Gód komen. Aan Christus eerst gegeven,
die ze ten volle doorzien en alle begrepen
heeft, die ze ook zuiver on rein heeft be
waard, en ze zóó gegeven heeft aan Zijne
gemeente. Onbezoedeld, gaaf en goed. I
Zalige gedachte: die woorden .komen
rechtstreeks van. den Vader. Niet één .is. er
gesehonden. Niet één is er verloren ge
raakt. Zij bevatten ook -alles, wat we ,tot
onze zah'gheid behoeven.
Wij dwalen dus niet als wij biddend de
Schriften openen.
Die gegeven woorden zijn de tresoren
•der gemeente.
Daarom: Wij óok mogen van verre den
Heiland nadanken: wij loven U, Vader
aller genade, dat Gij Uwe woorden door
Uwen Zoon ons hebt gegeven en wij het
xv e t e n mogen, dat het Uwe woorden
zijn. Gi; hebt ze ons geschonken, opdat
wij het eeuwige leven zouden hebben.
Mijn Heiland! blijf niet buiten staan,
Verschijn aan Uw beminden,
Maar dring mij toch om op te gaan,
Waar Gij U liefst laat vinden.
PIERSON.
DER HEILIGEN GEMEENSCHAP.
Waar twee of drie vergaderd zijn,
Om in Zijn naam le bidden,
Is Jezus zelf, hoe ver Hij schijn,
Voorzeker in hun midden.
Laat zwak geloof en mensch envrecs
De deuren angstig sluiten,
Hem, die in 't graf Zijn macht bewees,
Houdt slot nog grendel buiten.
Want harten, die rondom Zijn woord
Verecnigd op Hem hopen,
Zijn voor Zijn komst een wijde poort,
Hun liefde houdt die open.
Niet, waar de ziel, in 't bidden flauw.
Schaars met haar God gemeenzaam,
In 't zoeken traag, in 't ijv'ren lauw,
Verscholen blijft en eenzaam.
Daar komt Hij wel en klopt met klem,
Doch zal niet binnen treden.
Eer Hij in antwoord op Zijn stem
Genood wordt en gebeden.
KERK EW SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Bedankt. Voof Capelle a. <1. IJssel
(tcez.): G. Groot.jans Thzn., te De Meern.
GEREF. KERKEN.
Bedank fc. Voor Declemsvaart: J. Lug-
tigheid te Uithuizermeeden.
CHR. GFREF. KERK.
Beroepen. Te Alphen a. d. Rijn: K.
Groen le Zwijndrecht.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen. Tc Kalamazoo (Mich., N.-
Amerika): B. van Neerbos te Temeuzen.
Bedankt. Voor Boskoop (2do maal):
J. Fraanje te Barneveld.
OUD-GEREF. GEM.
Bedankt. Voot Enkhuiz-en-: D. Dries-
s-en, 'Ghr. Geref. pre<l. te 's-Gravenzancle.
REM. GEREF. GEM.
Aangenomen. Naar Lochcm: W.
NcOrdhoff, cand. te Leiden.
Moderne Hervormde Gemeenten.
De provincie Zuid-Holland, mel-d de
„Rott.'l, telt £01 Hervormde Gemeenten.
Daarvan zijn er 23 vrijzinnig. Op één na
bezitten deze alle een eigen predikant. De
oene <iie er geen heeft en krijgen kan, is
Anunerstol.
Inwendige Zending.
Van 1117 Juli 1924 zal te Doetiuchem
een conferentie voor Inwendige Zending
worden gehouden.
Zending.
Ds. B. J. C. Rijnders, benoemd in <lo va
cature ds. Lindenborn.-tob zendingsdirec-
tor bij de Nederlandselie Zendingsvereeni-
ging, heeft die benoeming aangenomen.
Peremptoir examen.
De classis Sneek heeft na peremptoir
examen toegelaten tot do bediening des
W-cords en der Sacramenten in de Geref.
kerken de heer S. E. Wesbonk, beroepen
predikant te Jutrijp—Hommerts.
Praep. examen.
Do heer IJ. K. Vellenga werd met goed
gevolg praepaTatoir geëxamineerd door de
classis Sneek d'er Geref. Kerken. Gaarne
zal hij des Zondags de Kerken dienen.
Over twee maanden hoopt hij zich beroep
baar te stellen. Zijn adres is Scliarnegou-
tum.
De zaak Ds. Goudappel.
Het gisteren door ons overgenomen be
richt omtrent deze zaak blijkt niet geheel
juist te zijn. 1
Deputaten dooi* de,[Génerale Synode be
noemd in de zaak van 'Ds. J. E. Goudap
pel, te weten Dr. H. Bouwman, Ds. W.
Breukelaar, Ds. W. H. Gispen, Dr. H. H.
Ruypcr en Ds. J. Wëssels, brengen ii.I.
officieel ter keimisse der Geref. Kerken:
„Ten eerste, dat zij volgens den last
door de Generale Synode hun opgedra
gen, de verschillende grieven te dezer
zake ingebracht, nauwkeurig hebben on
derzocht en over de al of niet gegrond
heid dezer grieven in een breed gemoti
veerd rapport hun oordeel hebben uilge
sproken, waarvan mededeeling is geschied
zoowel aan de beide Kerkeraden van
van Utrecht en do Bildt, die in deze zaak
gehandeld hadden, als aan Ds. Goudappel
en de bezwaarde gemeenteleden te
Utrecht en de Bildt, die in deze zaak
zal aan de verschillende Classes xvorden
toegezonden, opdat alle Kerken daarvan
kennis kunnen nemen.
Ten tweede, dat evenzeer volgens op
dracht der Synode door hen is nagegaan,
in lioevene bij de behandeling dezer zaak
rechtskrenking heeft plaats gevonden,
en in aangewezen op welke manier deze
rechtskrenking, voorzoover dit mogelijk
was, behoorde weggenomen le worden
Ten derde, dat zoowel degenen, tegen
wie deze grieven waren ingebracht, per
sonen en kerkelijke colleges, als degenen,
die ze hadden ingebracht, zich met dit
oordeel van Deputaten hebben geconfor
meerd en den weg tot rechtsherstel en
wederzijdsclie verzoening, door hen aan
gewezen, hebben gevolgd, waardoor do
onderlinge vrede is hersteld geworden.
Ten vierde, dat het diensvolgens niel
noodig is, dat de Generale Synode op
nieuw zal samen komen om haar oordeel
ox'er deze zaak uit (e spreken, daar deze
tuchtzaak, die tot een droeve verdeeld
heid aanleiding had gegeven, door den
arbeid der Deputaten en Gods goedheid
tot een gelukkig einde is gebracht.
Theologische School te Kampen.
Prof. Dr. H. Bouwman heeft gisteren het
rectoraat overgedragen aas zijn opvolger,
Prof. Dr. A. G. Honig, en hield daarbij
o?n rede over: „Het Neo Protestantisme.
Kweekscholen.
Tot <le voorstellen ter bezuiniging op het
lager onderwijs welke aan het oordeel
van den nieuwen minister van Onderwijs
zullen, worden voorgelegd, behoort dat tot
heb niet meer verleer.ien van beurzen ter
opleiding voor onderwijzer. Dit geldt zoo
wel de Rijks- als de particuliere kweek
scholen.
Cijfers geven.
Vele jaren geleden is het op een middel
bare school eens gebeurd, dat een leerling
bedriegelijk het taalwerk van een klas
genoot inleverde. Die klasgenoot had er
een 8 xroor gekregen. De bedriegende
leerling veegde die 8 weg en lex'erde lipt
werk in, nadat hij om het schrift zijn
eigen omslag had genaaid, alsof het z;jn
^eigen werk xvas. De leeraar merkte niets,
maar gaf er het was een slechte leer
ling, die hét nu inleverde een 4 x-oor.
Ais twee hetzelfde doen, is het nog niet
altijd hetzelfde naar het schijnt.
Werkelijk goed waardeeren van school
werk schijnt ook als er geen subjectieve
factoren in aanmerking kunnen komen,
moeilijk. Dat dit voor opstellen geldt, heb
ben wo geruimen tijd geleden laten zien.
Maar ook voor wiskunde schijnt het
moeilijk-, een algemeenen maatstaf te vin
den,
Een artikel „Paedagogische duimstok
ken" in „Het Onderwijs", neemt uit „D.
Starch Educational Measurements (New
York The Macmillan Company, 1918)
over:
„Starch en Ellioth lieten een facsimile
maken van een oplossing van een xraa-g-
stuk. opgegeven op een examen in vlakke
meetkunde. Aan xrerschillende leeraren in
de ^wiskunde werd een exemplaar van
•deze reproductie gezonden met het ver
zoek de oplossing te xv'llen xvaardeeren
(in punten van 1—100). Van de 116 inge
komen antxvoorden gaven 2 het cijfer 92,
20 waardeerden het werk op 80 en weer
20 op minder dan 60 en één zelfs op min
der dan 30. We moeten natuurlijk aan
nemen, dat de inzenders een ernstige
waardeering hadden gegeven en er zich
niet met een Jantje van Leiden hadden
afgemaakt.
Waaruit wo de conclusie moeten trek
ken, zegt de schrijver in „Het Onder-
xvijs", dat onze cijfers.... niet te ver
trouwen zijn en dat het met ons oordeel
niet geheel en al iq^den haak is.
BINNENLAND
Mr. Kooien ten Pa'eize.
De Koningin heeft gisteren ten paleize
tor conferent-'e ontvangen den voorzitter
der Tweede Kamer, mr. D. A. P. N. Koo
ien.
Posterijen en Telegrafie.
Blijkens een ingediend wetsontwerp tot
wijziging van do WaterstaatsbegTooting
voor 1922 is het verlies op de exploitatie
van het Staatsbedrijf der Poster!jen, Te
legrafie en Telefonie voor het dienstjaar
1922 te stellen op rond f7.300.000.
In verband daarmede moet het bij hot
desbetreffende begrootingsartikel toege
staan bedrag tot dekking van het verlies
verhoogd worden met f3.430.862.
De Scheveningsche treilvisscherij.
Do Reedersveroeniging „Schevcningen"
heeft een vergadering gehouden, waarin
de volgende motie is aangenomen:
De Reedersvereeniging enz., gelezen
het schrijven van B. en W. van 's-Gra-
•venhage d.d. 27 Nov. 1923, houdende
mededeeling, dat de gemeente in samen
werking met het Rijk bereid is de Scheve-
ïiingscho treilvisscherij met zeilloggers
in het aanstaande seizoen wederom in
aanmerking te brengen voor een tegemoe-
koming, doch thans slechts tot een be
drag -van ten hoogste f 1250 per schip,
mits vóór 15 Januari 1924 ten minste 50
slchepen zullen zijn uitgevaren;
betreurende, dat de Overheid, hoewel
bekend zijndo met het verlies op de ex
ploitatie, hetwelk in de laatste jaren mot
do treilvisscherij is geleden, gemeend
heeft to moeten afwijken van het advies
der Commissie van beoordeeling, die een
bedrag van f 1500 heeft voorgesteld, en
blijkbaar geen voldoende rekening hou
dende met het algemeen belang, hetwelk'
gelegen is in een uitoefening der trcilvis-
scherij op uitgebreide schaal;
overwegende, dat de laatste reizen x'an
de haringvisscherij zeer zijn tegengeval
len door slechte vangst cn groot nctten-i
verlies:
besluit met algemeene stemmen der i
aanwezige leden van voormelde Reeders-»
vereeniging de treilvisscherij in het aan-
staande seizoen niet uit te oefenen en I
van dit besluit mededeeling te doen aan j
B. en W. te 's-Gravonhage.
Het Kamerlid W. Juten.
Do toestand van het Tweede Kamerlid
W. J. F. Juten, burgemeester van Wouw,
is, na«T het „Dbl. v. N. Br." meldt, veel
verbeterd. De toestand der oogen is reeds
zoo goed als normaal. De nieraandoening
is echter niet x'an lichten aard, zoodat al
leen voldcende rust en dieet, den heer Ju
ten, die dus zeker zijn werkzaamheden
x'oorloopig niet zal hervatten, zullen kun
nen doen herstellen.
I
Henri Ter Hall.
Hefc Kamerlid de heer Henri Ter Hall
mag do eersto twee maanden nog geen
bezoek ontvangen en geen vergaderingen
bijwonen.
De wijziging van het Reisbesluit.
Volgens dó „Rott." is thans het ont
werpbesluit inzake de wijziging van heb
Reisbesluit 1916 ter bekrachtiging aan de
Koningin aangeboden. De splitsing van de
derde en vierde klasse in A en B is ver-
vallen; de verblijfsvergoedingen, zijn ver
laagd. cn de toepassing van verschillende
bepalingen, waarvoor vroeger de medewer
king van de Koningin werd vereischt, zal
voortaan bij beschikking van den betrok
ken ministw kunnen geschieden.
De RijvieSbelasting.
Vanwege het. departement van Finan
ciën wordt momenteel een onderzoek inge
steld, of bij. invoering der rijwielbelasting
de handelsondernemingen bereid zouden
zijn, om tegen vergoeding do behulpzame
hand te bieden bij de afgifte van de 'e
verstrekken metaalplaatjes, welke na de
voldoening der belasting aan de rijwielen
moeten bevestigd worden. Deze médewer
king van fabrikanten c.d. wordt gevraagd
wijl do drukto aan do ontvangkantoren
der belasting toch reces overgroot is.
De ambtelijke weg.
Uit Arnhem wordt de volgende verma
kelijke geschiedenis meegedeeld:
Het hoofd van oen school hier ter stede
had xroor zijn leerlingen een aantal nieuwe
banken, gekregen. Het waren mooie, dege
lijke banken, waarover liet schoolmeester
lijk hoofd z'n tevredenheid te kennen, gaf.
Tocli ontbrak iets aan die banken, n.l. dc
xroor dergelijlco meubelstukken zoo nood
zakelijke inktpotten.
,Geen nood", oordeelde hot hoofd: „even
een. briefje aan het edelachtbare college,
dat met de dagelijksche leiding der ge
meente is belast, cn.... de zaak is ge
zond". -
Maar B. en W. waren osn andere mea
ning toegedaan. „We zullen eerst iemand
sturen om die inktpotten tc begrooten",
redeneerden zij, vermoedelijk uit zuinig-
heidsox'erwegingen. Aldus geschiedde.
Het bewuste hoofd kreeg bezoek van
oen opzichter. Of deze opzichter nu in z n
laak om deze inktpotjes, ter waarde van
pl.m. f 50 te begrooben is te kort geschoten,
is het betrokken hoofd onbekend gebleven.
Een feit evenwel is het, dat na den eer
sten. opzichter een tweede kwam en ver
volgens een. inspecteur en daarna een
sohoolopziener. Met dat al kreeg heb
hoofd geen inktpotjes. Intusschen wa3 oen
jaar verstreken cn had het schoolhoofd
andeimaal heil en trocst gezocht bii vel
letjes papier, pen cn veël inkt. Menig
schrijven werd aan de vroede vaderr^ ver
zonden, evenwel zonder resultaat. Dezer
dagen echter werd het hoofd van school
No. 17 alhier, die, met z'n leerl'ngen do
dupo werd van deze smbtelijkc sleur, aan
genaam verrast door de ontvangst van z'n
lang verbeido inktpot:es.
Plaatselijke Keuze.
Naar wij vernemen, is dc groote natio
nale meeting ten gunste van het wetsont
werp Rutgers c.s. inzake dc Plaatsel jko
Keuze, thans bepaald op Zaterdag 16 Fe
bruari a.s. te Den Haag, nam. 3 uur.
Als sprekers zullen optreden: Mej. L. S.
van Hania van Wcidum, lid van den Ge
meenteraad aldaar; Ds. G. Horreiis uo
Haas, Ned. Herv. pred. te Zwollo en Dr.
A. A. Cfinstiehl, -uit Amerika, terwijl naar
eten R. K. spreker nog wordt gezocht.
FSUILLETOM
24)
En toen keek hij zoo dapper en onver
schrokken en in zijn oogen scheen zulk
een licht en kracht en zelfvertrouwen, dat
ik Irotscher op hem xvas dan ooit. Dat
i zei ik hem toen en dat ik oneindig liever
j -had, dat mijn held in het strijdperk van
het leven ging om te x-echten en to win
nen, dan dat hij een nutteloos wezen, een
•salonheld zou xvorden. En ik vertelde
J ihem, met hoeveel trots en xTeugde ik op
hem zou wachten en zou kijken naar zijn,
strijd met al de reuzen, die in zijn weg
zouden komen.
O, mijn schat, xvat was j'e toen gelukkig
en jo liet mij daar achter xrol hoop en
yer trouwenl"
Maar toen is zij gekomen, mevrouw
Rarrison Todd, om mij in mijn zalig ge
peins te verstoren.
„Denk je, dat het goed is," zeide zij
hoos en haTd, „om een jongen man, die je
bijna heelemaal vreemd is, toe te staan,
om je minnaar te xvorden? IJdel kind!
j °?.lke.n 't maar niet!" ging zij voort, ter-
.yij zij mijn blozend gelaat zag, „ik heb
jo laatst wel gezien, toen je samen
fc 'i
Toen bedwong ik' mijn zenuwachtigheid
en zag haar onbevreesd aan.
„Ik heb niets te ontkennen," zei ik, „ex
is niets in het gedrag van mijn aanstaan
den man, xvaarover ik mij behoef te scha
men."
„Je aanstaande man!" riep ze uit.
„Heeft de arme, verblinde jongen zijn
woord dan toch aan jou gegeven, niette-
„Niettegenstaande xvat?" vroeg ik ver-
xvonderd, „wat bedoelt u?"
„Wat? Dat zou jo zeker niet welen",
zeide zij op hatelijken toon, „dat hij, als
hij met jou trouwt, alles moet opgeven
het groote fortuin van zijn oom, zijn
vooruitzichten in zijn loopbaan en zijn
eeryollo plaats in de maatshappij! Ja,
nog meer," siste zij tusshen haar tanden,
„ook den eerlijken naam van de kinderen,
die hij zal krijgen!"
Het was, alsof alles om mij heen
draaide.
„Wat," stamelde ik, „wat bedoelt u
eigenlijk?"
Toen haalde ze een brief uit haar zak
en hield dien xroor mijn oogen: de lettors
schenen xvel geschreven te zijn met bloed;
het was alsof zo mijn hersens -brand
den.
Hij ïnidde:
„Geachte mevrouw,
Ik dank U zeer voor uw mededeeling
en haast mij U te verzekeren, dat ik ern
stige stappen gedaan heb, om den on
dergang van mijn dwazen neef te voor
komen. Een huwelijk met een dochter van
Jakob Todd is onmogelijk, niet alleen om
haar nederige plaats in de maatshappij,
maar vooral om de schande, die zij op zijn
kinderen zou overbrengen. De kinderen
van Max Kendle mogen nooit iemand tot
grootvader hebben, die misschien een
schurk is.
Hoogachtend,
J. Kendle."
Ik keek haar ontdaan aan.
„Ik begrijp het niet," mompelde ik,
„zeg mij dan xvat dat alles beteckent."
„Hebben zij je dat dan nooit x'erteld?"
vroeg zo op ongelooYigen toon. „Ik dacht,
•rlat je hel wel wist en dat je je van den
domme xvilde houden. Ga maar naar je
vader en vraag het hem zelf. Dan kan hij
het je vertollen, als hij wil."
Toen holde ik weg, overal heen, als een
"gejaagd xvild dier, al roepende: „Vader,
vadert"
Ik begreep, dat ik alleen maar in zijn
•oogen zon hoeven te kijken - voor mij
altijd zuivera bron non vm waarheid
om te weten, dat deze xvreede beschuldi
ging togen hem valscli was.
Eindelijk vond ik hem, alleen staande
tusschen de rotsen vlak bij zee.
Ik vond hem, afgaande op zijn stem
(hij heeft een mooie, zware bas), want
hij stond daar een va nzijn geliefkocV;
psalmen to zingen:
„De God des lieils wil mij ten herder
wezen."
Er blonk een helder licht in zijn oogen;
hij was geheel in zijn gedachten verzon
ken on liet do woorden rondom weerklin
ken.
Een oogenblik stond ik verlegen, toen
wierp ik mij in zijn armen.
„Vader, vader! beste vader!" riep ik
uit, „o zeg mij, dat het leugens zijn. Zeg,
dat ze geen recht hebben te beweren, dat
uxv naam bevlekt is!"
Toen brak ik in mijn oxrerspaunen, op
gewonden toestand in tranen uit; maar
toch bleef ik hem aankijken, want ik
wist, dat daarin mijn vonnis geschreven
was, het vonnis, dat voor mij leven of
dood zou zijn.
Ik zag liem verbleeken en met ecu van
schrik vertrokken gezicht hoorde ik hem
mompelen, terxvijl hij over zijn gehcolo
lichaam sidderde;
„Is de slag eindelijk gekomen? God,
help mij nu, om hem te dragen!"
Ik gaf een schreeuw en stond harden-
xvringend bij hem.
„Vader, vadert het is toch niet waar,
wat ze zeggen dat u een schurkcn-
<1 aad hebt gedaan? Vader, spreek!
want als ik u niet kan vertrouwen dan
bestaat er geen eer meer, geen waarhe'd.
geen godsdienst! Dan wil ik er niet meer
in gelooven!"
En moge God het mij vergeven, in Uit
ééno xvilde oogenblik dacht ik, d?.t ik
meende, wat ik zei.
Toen trok hij mij naar zich toe en sloot
mij in zijn armen - in m-jn verwarring
had ik mij losgerukt en hij vroeg mi;,
om hem flink in zijn oogen to zien.
„Wijn dochter," zeide hij. en er was
iets in zijn lief gezicht en in z jn droevi
ge oogen, dat mij beschaamd maakte,
dat mijn lippen zidk een vraag hadden
durven uitsprc-ken; „God weei, dat ik vo'-*
komen onschuldig ben aan wat ze m j tpn
lasto gelegd hebben. Twijfel daar nooit
aan. mijn kind, maar ik kan mijn on
schuld niet bewijzen."
En toon vertelde hij mij do daad. waar
van zo hem x'erdachten cn d:e al die ja-«
ren voor ons kinderen verborgen was ge
houden; en ik begreep toen onze armoc .o
en de reden van ons teruggetrokken le-»
ven.
(Wordfe vervolgd.).