Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COORAN
ABONNENIEiilTSPRIJtf
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn.
Per kwartaal t2.5B
Per week 10.11
'Franco per post per kwartaal 12.90
4de JAARGANG. - VRIJDAG 23 NOVEMBER 1923 - No. 1096
Bureac: hooigracht 35 Leiden - Te!. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-Ptiys
Gewone advertentiën per regel 22lA cent,
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief,
'Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling -- van ten hoogste CO ■woorden, whrde*
dagelijks aj ro
Pit nummer bestaat uit twee
bladen.
STADSNIEUWS.
ANTI-REVOLUTIONAIRE
K1ESVEREENIGING.
(Vervolg.),
Na de met langdurig applaus lieloonde
rede van den heer J. Schouten, wordt
gezongen bet „Zij zullen het met heb
ben", waarhij gecollecteerd wordt voor de
„steenarme" veTkiezingskas.
Daarna treedt naar voren Ds. A. H. Hil-
bers tot bet houden van een opwekkende
rede.
Rede Ds. Hilbers.
"Wie nagaat, zegt spreker, wat er in
Buiten- en Binnen1 and geschiedt, slaakt
de verzuchting: „Wat een verwarring!"
Nergens eensgezinheid en in ieder land
■partijen hii tientallen tegenover elkaar.
In somnv'ge landm komt daartegen dan
ook reactie en wij zien het paardenmid
del „Fascisme" gebruiken om de ver
stoorde eenheid te herstellen.
Ook ons land heeft de gevolgen van den
wereldkri.ig ondervonden.
De crisis met de vlootwet en do bezuini-
gjnes^oorsMlpii doen het weer zoo dui
delijk ■uitkomen, dat de belangenstrijd
naar voren treedt.
Wie het beden z;e.t in het licht der his
torie gaat daarmee niet accoord en ziet
in de worstel ling der eeuwen niet de
kamp voor bMaiwen, maar het voortdu
rend treffen tusschen
twee machiine beginselen.
Het is thans niet de tijd om onze begin
selen besp:egelend te beschouwen. Ook in
de chaos van ellende moet het beginsel
worden aan^egrenen en toegepast op elk
terrein des levens.
De revolutie wil niet God, maar den
mensch als bron van het gezag erkennen,
niet Zijn Woord aannemen als kenbron
der waarheid, maar de rede.
In dituitgangspunt, vindt zich alles
wat links genoemd wordt.
Daartegen snellen w;j o^s vierkant op,
'daarom zijn we Anti-Revolutionair.
Doch zii die onze banier ontplooiden
Groen van Prinsterer en Kuyper, leerden
- ons ook een positief beginsel te voeren.
We ziin niet contra maar anti!
Ons bev-'nsel, dat ieder mensch als
richtsnoer kan nemen en kan laten uit-
leven is pefc-mu'eerd in het: Ik geloof!
Dit geloof doet de ziel opbhkken ten ke
rnel, en God. den grooten Schepper aller
dingen aanb:dden als éénig absoluut sop-
verein!
Doch wii erkennen óók dat hij den
mensch bekleedt met gezag.
Het gezag is een der grondbegin
selen, waarop onze staatkunde rust, en
Wij zien bet gezag als goedheid onzes
'Gods, om den stroom der'zonde te stui
ten.
Doch dan ook volgen wij in de staat
kunde die beginselen, als lamp voor onzen
voet, en dat komt ook'uit in do alledaag
se he vraagstukken, óók bij defensie en
financiën. Er is gezegd: Zakenmenschen
moeten de zaken in orde brengen. Verge
ten werd daarb'i dat achter de zaken de
beginselen schuilen.
Ook hierin de tegenstelling tusschen
geloof en revolutie:
de antithese.
Alhoewel gezegd is: Nu de coalitie dood
iS, verdwijnt ook de antithese.
Wij zeggen: Al verdwijnt ook de coa
litie, de antithese is van de grondlegging
'der wereM tot het einde.
Om dit beginsel zijn we n;et populair!
■Daarom zijn we niet in staat ale Troel-
slra de volksmassa -aohter ons te krijgen.
De oorzaak is de groote macht der zonde
Daar wil links niet van weten, maar
wij zien het, en daarom zeggen wij ook,
clat defensie van ons land noodig is om
'der zonde wiilo.
Zoolang deze aarde bestaat, zal er oot-
log zijn, en daarom heeft onze overheid
de plicht voor landsverdediging te zor-
Hren.
De zonde heefl de oordeelen God's ver
oorzaakt, ook de maatschappelijke ellende
Indien onze staatslieden dat de wereld
indragen, dan slaat dat niet in.
Dan kan men heter zeggen: een beetje
'inflatie is zoo erg niet, dan drukken we
er maar wat geld bij.
Men werkt liever met fraaie leuzen, en
vandaar ook de agitatie tegen de vlootwet
Alles wat links heette veranderde in
een vredesapostel, en de z.g. neutrale
pers stond vol met verbalen over het
vreeselijke van den oorlog.
Zelfs een blad als „De Telegraaf" tleed
er aan mee en stuurde aan op vrede door
recht a la Marchant.
Het zou beter zijn, zegt ,spr., als dit
iblad zijn vredesprceken richtte aan het
•adódis van zijn leveling Poincaró.
Neen, do Anti-Revolutionairen deden
niet mee aan het zingen van vredeslicdjes
Een oorlog nadert de aarde.
We hebben rekening te houden met de
werkelijkheid en we hebben te verstaan
onze rojjïing.
De overheid draagt het zwaard niet te
vergeefs.
f)ok als het betreft de landsverdediging
Hoe vaak zijn wij van die beginselen
afgeweken: Over de vlootwet hebben wij
ons benauwd gemaakt en er niet over
durven spreken, als of het een schande
was, dat de overheid middelen voor lands
verdediging gebruikte.
Onze werkelijkheidszin was zoek.
De Anti-Revolutionaire Partij .is niet
populair, en toch is het ook een ruime
partij.
Ieder die de positieve belijdenis vast
houdt vindt er plaats, van wat voor rang
of stand hij ook zij.
Wij zijn geen klassepartij.
De onderlinge verhouding in ons partij
leven vinden w;j afgebakend in het: De
hand kan tot de voet niet zeggen: ik lieib
u niet van noode.
In de rijen der klassenstrijders zien we
het chr. beginsel verkracht en de belan
gen geschaad.
In onzen tijd hebben we te erkennen,
dat de oordeelen God's over de wereld
komen.
Ieder krijgt zijn deel thuis: arbeider en
patroon, middenstander en ambtenaar.
Samen moeten wij de wereldverarming
dragen, en daarom ook: bezuiniging op
de vaste salarissen.
Voor den A. R. arbeider is onze tijd
verre van gemakkelijk.
Hij wordt gedrukt van boven en Van
ter zijde.
Het is in de. fabriekscentra zoo moei
lijk op te tornen teg^n den revolutie-
stroom.
Een ding weerhoudt hem moet hem
weerhouden: do erkenning dat li ij door de
ravolutiie zou verliezen de vrijheid oin
God te dienen naar christelijke belijdenis.
Spr. wil nog iets zeggen over de
critiek op onze partij.
Er zijn broeders, d'ie ernstig meenen,
dat de Anti-revolutionaire Partij niet
anti-revolutionair genoeg is, dat afgewe
ken wordt van de beginselen.
Het ergste is dan: de coalitie.
Hiertegenover z,-j opgemerkt: De coa
litie is samengesteld om het landsbelang
te d'enen, en bij de aanhangige crisis is
weer gebleken, dat de A. R. Partij niet
staat of valt met de coalitie, maar het
isolement aandurft.
Over de Staatkundig Gereformeerde
broeders wil spreker in alle liefde zijn ge
dachten laten gaan, en geen pijlen, tegen
hen afschieten.
Hun methode van bestrijding is alle
mogelijke oude citaten op te zoeken en
daarmede te vergelijken hoe thans wordt
gehandeld. Het verleden wordt met het
heden vergeleken. En nu de Staatkun
dig Gereformeerden noemen zich geestes
kinderen van den godzaligen Ds. Lede-
boer.
Maar zouden de oude Ledeboerianen,
die wars waren van elke politiek, zich
niet schamen, als zij konden zien hoe
hun geesteskinderen een dominee naar de
Tweede Kamer afvaardigen. (Instem
ming).
Spr. kan lest verklaren dat er veran
dering is tusschen verleden en heden.
De levenstoestanden w:jzigen zich en
daarmede ook de politieke omstandighe
den.
Een tweede ee woon te is als voorbeeld te
wijzen op Gidern. Dat beeld erkennen
ook wij om te zien, hoe onze God uit
kleine middelen groote dingen kan doen.
Wat men zegt, dat de A. R. door haar
machtspositie het Godsvertrouwen zijn
kwijtgeraakt, treft ons niet!
Dezelfde methode, welke wij gebruiken"
zien we ook bij de Staatk. Geref.
Ook zij zien liever dat duizenden hun
beginselen onderschrijven en hun candi-
daten steunen.
Heefl Ds. Kersten in de Tweede Kamer
zulke Gideonsdaden verricht? Of deed hij
net als wij: getuigen van de beginselen?
Heeft Ds. Kersten do boel kort en klein
ges'agen?
Neen; evenals wij beeft hij de eed van
trouw op den Grondwet afgelegd, waarbij
bij alle partijen, ook de Roomsche en
Communistische, erkend als wettig.
Gideonsdaden
waren in,Israël met zijn theocrat'schen
grondslag gewettigd, maar in Nederland
is liet verboden, de Roomsclïen als Baal's
dienaars (zoo worden zij toch genoemd)
uit te werpen.
Zelfs bij de vlootwet heeft men liet
Gideons voorbeeld aangehaald en gezegd,
dat Colijn maar iederen dag de Bijhei er
op na moest lezen.
Begrijpt men dan niet, dat men zoo de
b ij z o n d e r e daden God's tot a 1 g e-
m e e n e ^naakt?
Laat ons nuchter zijn.
De Staatkundig Gereformeerden mogen
van ons niet cischen, wat zijzeive niet
vol bron ren.
Men beroept zich nu wel altijd op Gi
deon, maar was David geen man met
geloofsvertrouwen?
Immers ja, maar tocii had hij 1.300.000
soldaten ender zijn hevcd.
Zooveel heeft. Col'jn er nooit onder zijn
beviel gehad (Instemming).
Ook doer do middelen kunnen wij God
dienen.
In -de practijk blijkt het geschreeuw te
gen de coalitie dan ook niet houdbaar.
Do Staatkundig Gereformeerde afge
vaardigde was zoo eerlijk toen hij zag
dat er beginselen op het" spel stonden, de
zijde der coalitie te kiezen.
Daarmede werd uitgesproken: Alles
wat de coalitie doet is nog zoo kwaad, niet
Dankbaar zijn we, dat Ds. Kersten niet
mee wilde doen aan een politieke zet om
het Kabinet te vermoorden, maar in
woord en geschrift de vlootwet heeft ver
dedigd.
Doch waartoe afzondering?
Ds. Kersten verdedigde het calvinis
tische beginsel en de heer Colijn niet
minder.
Het onderscheid, is niet groot. Staatk.
Geref. en wij Izijn broeders.
Maar wat er komen moet is
samenbinding.
Het gevaar van onzen tijd is de ver
snippering.
De ziel schreit als men ziet hoe broe
ders tegen broeders strijden, inplaats van
gezamenlijk op te trekken
Er moet eenheid komen, in het belang
van de doorwerking onzer beginselen.
Om daarvan te getuigen is spr. uit
Twente gekomen.
De vlootwet js gevallen met één stem.
We gelooven, dat het God's hand -was,
en dat Hij weer uitkomst zal brengen.
De crisis leert ons wat.
Teveel hebben wij wellicht gebouwd op
ons gevoel van sterkte, teveel geluisterd
naar de loftuitingen van den vijand.
Redenen te over cm ons schuldig te
kennen voor GocL
Toonen wij ons in den vervolge ook
Anti-Revolutionair niiet alleen op papier
maar ook inderdaad.
Laat ons, eindigt spr., voortgaan en ons
toonen standvastige Christenen en stoere
Calvinisten.
Anti-Revolutionairen, bewaart het pand
u^toebetrouwd. (Langdurig applaus).
De samenk mist wordt na deze schoone
rede geshrte'i met het zingen van: ,,Zijn
Naam mojt' eeuwig eer ontvangen".,
waarna Ds. HiïLers voorging in dankge
bed.
De Grachtenkwestie. Het plan v. d.
Steen-v. Ommeren. Lever.daa!- en Mare-
demping.
In verband met de a.s. behandeling van
heb riolecringsplan van den he-or Lr. v. <1.
Steen v. Ommeren en do voorsbellen van
B. en W. in den Gemeenteraad, werd op
uitnoeóiging van de Yrijz. Dem. Kiesvcr-
eeniging gisteravond in de bovenzaal van
jjAmicitia" een vergadering gehouden,
Avaarin van de maatregelen die een goede
waterverversching hier ter stede vraagt,
oen duidelijke uiteenzetting werd gegeven
door den heer B. F. Krantz, indu
strieel alhier, die zich, zboals bekend, voor
het belangrijke vraagstuk onzer Bbadswa-
terwegen zeer interesseert, en oa, door
eenigo artikelen van zijn hand, die onlangs
in de pers verschenen, blijk gaf, ter zake
kundig te zijn.
De vergadering stond onder leiding van
Mevr. v. Itallie-v. Embden, die in haa-r ope
ningswoord verklaarde dat deze vergade
ring uitsluitend ten doel had do opvattiu-
gien van den lieer Krantz. meer bekendheid
te geven, in het belang van een zoo goed
mogelijke oplossing, dus niet als gevolg
van een stelling nemen der Y. D. tegen de
plannen van B. en W.
Na den spreker dank te hebben gebracht
vopr zijn betoonde welwillendheid, ver
kreeg deze het woord, om vervolgens in
een wetenschappelijk en practiseh gedocu
menteerd betoog hot aanhangige plan cn
de daarmee in verband staando voorstellen
te toetsen aan de huidige gesteldheid van het
stadswater, en zijn ligging ten opzichte
van het waterschap Rijuland.
Rijnland zelf is laag gelegen; do omrin-
gendo waterschappen kunnen er dus
steeds water aan kwijt, wat Rijnland
noopt te letten op het gehalte van het om
ringende water. Vooral in den zomer is
de wijze van water inlaten een overwegen
de factor.
Achtereenvolgens geeft spr. een over
zicht van verschillende polder-, meer- en
rivierwateren en de waarde of schade
lijke invloed van dcrzelver gehalten, voor
land- en tuinbouw, industrie, en'z.
Het mooiste water is dat van de Lek,
tusschen Jaarsveld en Streefkerk, dab in
absoluut zuiveren toestand ons land bin
nenkomt, en, bij de te verwachten ontsten
tenis van de Duin-drinkwatervoorziening,
na één maal gefiltreerd te zijn, zoowel wat
quantiteib als qualileit betreft, voldoende
zal zijn om do drie Noordwestelijke pro
vinciën van drinkwater te voorzien. Do
verhooging van het zoutgehalte van het
stadswater waarover in sommige perioden
geklaagd wordt, meent spr. te moeten toe
schrijven aan het feit dat van de 4 gema
len der Haarlemmermeer, de Leeghwatcr,
de eenigo die met clectriciteit werkt, het
meest trekt, terwijl do Cruqius rust, en de
Leynde zijn capaciteit hoeft verminderd
nadat door de betrokkenen was geklaagd
over stijging van liet zoutgehalte.
Opmerkelijk is dan ook, dat het Ivager-
moer zouter is dan het Braassemermoer, en
bij een N. O. wind liet zoutgehalte dade
lijk stijgt.
Pat spuien niet afdoende helpt 'tegen
verzouting bleek bij genomen proeven, die
uitwezen dat na 2 dagen spuien het aan
vankelijk afnemende zoutgehalte weer
steeg. Dit feit liceft spr. er toe gebracht tc
constateeren dat do walcrinlating te Gou
da hoofdfactor is in onze waterverver
sching, evenals het feit, dat tijdens do
verschrikkelijke liittc die er iu Juli heersch
te, het stadswater heel mooi- was, ofschoon
er to Katwijk niet werd gespuid. Het. mooie
water was te danken aan het inlaten te
Gouda.
Helaas kan Rijnland van dit verver-
schingsmiddel geen onbeperkt gebruik ma
ken, door den zwakken toestand van de
beide Gouwedijken, die een grooten wa
terdruk niet zouden kunnen weerstaan.
Verbetering van dezen waterweg, waar
voor reeds langen tijd de plannen gereed
zijn, acht spr. dan ook van buitengemeen
groote bel eekenis voor don toevoer van
goed water.
Tot do verversching van het stadswater
komende, merkt spr. in de eerste plaats
op, dat, in tegenstelling met de heerschen-
dc meening, dit water meer wordt ver
ontreinigd door voedselafval, in rouwen of
gekookten staat-, dan door faccalieën daar
eerstgenoemde oen verkeerde werking der
bacterieën in de hand werken.
Do richtingin welke de verversching
van het stadswater hier ter stede plaats
heeft, is Zuid-Oost-Noord-West.
Do groote vraag is hier altijd; hoe heb
water van het zuiden naar h'et noorden te
krijgen, daar de stad in de Noordelijke
richting de twee beste uitlaten bezit: het
Galgewater en de Haarlemmertrekvaart.
Wanneer spr. een vergelijking maakt
tusschen do huidige doorgangswijdte bij
de bruggen en die wclko op oudo kaarten
is geïllustreerd, valt het hem op dat bij de
in de laatste eeuw plaats gehad hebbende
horstelingen, de bruggenhoofden zijn uitge
zet en dienstvolgens de vaartbroedte ver
nauwd.
Spr. noemt eenigo voorbeelden van den
ongunstigen. invloed welke dergelijke be
lemmeringen hebben op den trek van liet
water, o.a. de Heerengracht, die door de
ondoelmatige ligging van het Haveneomplex
nieb kan reageeren op den trek van tie
Haarl.vaart, terwijl Oudo Singel en Lan-
gegraeht dit wel doen. Wat de laatste
grachten betreft-, helpt ook do S. E. F.
mee aan de watercireulatio. Een groot aan
tal slooten, door de oudo Leidenaars ge
maakt om den watert rek naar het Noorden
te bevorderen; is in don loop van den tijd
gedempt, wat mede zijn gevolgen heeft- ge
had.
De ligging van het Levendaal noemt
spr. beidenke-lijk, gezien do omstandigheid
dat dit water, juist waar liet breed moest
zijn, ljet smalst is, en omgekeerd. Vooral
de inlaat is veel te smal. Daarbij hebben
de meeste betrokkenen (dit geldt ook voor
andere stadsgedeelten) oon fabelachtige
voorstelling van heb zolfreinigingsvejmo-
gen van het water, waarvan spr. onder hi
lariteit der hoorders eenige krasse staaltjes
weergeeft.
Spr. wenscht de gemeente geluk met een
man als den heer v. d. Steen v, Ommeren,
die ©en buitengewoon goedo kijk op de
zaak heeft, en op heb gebied van stadsrio-
leering met elect-r. bemaling te Den Haag
'zijn sporen heeft verdiend.
Naar spr. verder uiteenzet, ligt het ia de
bedoeling van den heer v. O., aan do ver
betering van het Levendaal tegemoet te
'komen door aldaar to installeeren een
„Station Zuid", dat zou kunnen worden
aangesloten op de groote persbuis, die in
Noordelijke richting, voorloopig tob 500 M.
in het Oegst-geesterkanaal, maar zoo mo-
•gelijk tot in de Noordzee zal worden ge-
legd.
Algoheelo overkluizing van het Leven-
daal acht spr, noodlottig, daar hij in dat
geval het Rapenburg binnen eenige jaren
„verloren" vreest te zijn. De twee wagen,
waarvoor het gemeentebestuur zich voors
hands ziet geplaatst, zijn: welke stadsge
deelten dienen het eerst bij de groote pers
leiding te worden aangesloten, en: wat is
betaalbaar. In tegenstelling met de velen,
wier oog uitsluitend is gericht op den deso-
1 abelen toestand van hot centrum, is spr.
van meening dat do nieuwe, noordelijk ge
legen arbeiderswijken; in do oerste plaats
voor aansluiting in aanmerking komen,
daar in geval van uitstel liet gevaar groot
is, dat do betrokken bewoners weor in de
zelfde mate aan een mistoestand gewoon
raken als dit in hot centrum het geval is.
Het kwaad dient in don aanvang gestuit,
cn ingrijpen is beslist noodzakelijk, daar
de bestaande slooten niet meer bij machte
zijn, het vuile water te verwerken.
Do bemaling door middel van eleclrici-
teit kan, wat do kosten betreft, geen be
zwaar zijn, daar dezo bevorderlijk kan
zijn aan de zoo zeer ge-wemschte, gelijk
matige belasting der S. E. F., waardoor de
kosten tot een minimum worden beperkt.
Daarbij is do gemeente tegenover baar
eigen bedrijven^ blijkens liet rapport van
den heer v. O., zeer toeschietelijk (gelach).
Aangaande het rapport merkt spr. ten
slotte op, dat daar in wel wat te veel aan
dacht is geschonken aan het aandeel dat
do industrie op de waterverontreiniging
zou hebben. Dit is niet zoo org als 't- wordt
voorgesteld. De hoofdfactor in de vervui
ling is de afval van -etensresten, groenten,
boombladeren enz., 't- welk duidelijk wordt
getypeerd door het- feit dat do vervuiling
juist in do maand October het ergst is.
Wat de Marodemping betreft, stelt spr.
óp do voorgrond,-dat bij alles moet wor
den rekening gehouden met de verhoudin
gen van do stad, die een der best en
mooist aangelegde is.
Aan het Zoeklicht
Leiden, 23 November 1923.
Het ,-Kuyperhuis" is een weinig in op<
spraak.
En niet geheel ten onrechte als ik hel-
wel liob.
Er is door ons volk met geestdrift ge-<
offerd, om het noodige geld bijeen te
brengen.
Maar zoo vraagt men, waar blijven nir
de vruchten, speciaal ten opzichte van de
propaganda?
Gedurende de Vlootwetstorm hebben wij
van die zijde niets gehoord.
Er is één propagandablaadje versche-
nen, maar uit het Kuyperb«iis kwam het
niet.
De rede van den heer Colijn verschijnt
nu eindelijk in ©en goedkoopere uitgave.
Maar uit het Kuyperhuis komt zij niet.
Het is een particuliere onderneming.
En onze kleinere kiesvereenigingen
kunnen daarvan niet profiteeren.
Ik weet wel dat ons Kuyperliuis wel
goede diensten bewijst.
Maar wat velen verwachtten, hebben
we daardoor toch nog niet gekregen.
Aan de schriftelijke bearbeiding vac
ons vo^ werd nog weinig aandacht ge
schonken.
En dat is jammer omdat met name
van de zijde der S. D. A. P. ons volk
overstroomd wordt met misleidende
geschriften die niet nalaten indmk te ma-,
ken. OBSERVATOR.
Zoo ligt b.v. De Burcht juist op dc dia
gonalen, wat ook do water-circulatie ten
goc-dc komt-.
Bij de dempingsplannen moet er reke
ning ru$p worden gehouden, dat de Mare
in elk geval bevorderlijk is aan den trek
naar het Noorden.
•Wordt liet bovengedeelte van dc Mare
godempt en dus van dien afvoer afgesloten-,
dan komt al heb vuil, dat in liet niet ge
dempte gedeelte aanwezig is, in het oen-
trum der stad terug, wat den toestand
aanmerkelijk zal verslechteren, daar do
trek van het Galgewater niet voldoende is
voor een krachtigen afvoer.
Do Mare-demping pasti geheel niet iu het
ideale plan van den heer v. Ommeren.
Dempt men do Mare, dan zal daarvan bob
eerste gevolg zijn, dat- oen groot stads
gedeelte, dat voorloopig niet in het riolee-
ringsplan behoefde, te worden opgenomen,
daar wel voor in aanmerking komt. -Intus-
schen kan de uitvoering van het plan nog
wel 4 of 5 jaren moeten wachten, geduren
de weiben tijd de Mare toch aan vervuiling
zou blootstaan, terwijl ten slotte kan
worden aangevoerd, dat in liet laatste go-
val het gedempte gedeelte opnieuw ^oü
moeten worden opgebroken voor de instal
latie van de nieuwe rioleering, die volgens
oen ander systeem plaats heeft, wat waar
schijnlijk do kosten van -1 op 21 ton zon
brengen.
Spr. eindigde ten slotte met de verkla
ring dab het plan-van Ommeren en heb
voorstel tot demping van do Maro beslist
afzonderlijk moeten worc'jen behandeld,
daar in het laatste een contradictie ligt
opgesloten.
Na een korte pauzo werd gelegenheid ge
geven tot gedachtenwisseling, waarvan
werd gebruik gemaakt door de hoeren A.
Alt-, B. Planjer, M. Splinter, de Go©:-eren,
G. Schots en Mevr. Alings.
In antwoord op den heer Planjer decide
spr. mede, dab den heer van O. geen advies
is gevraagd over do verkeerskwestie, en
deze het dan ook niet hoeft gemaakt.
Het plan spreekt evenwel duidelijk ge
noeg. De heer do Goederen bepleitte een.
verbinding van het- Levendaal door middel
van ©en drietal riolen in Kraaiersl-raafc»
Rijnstraat ©n St. Jorisstecg, met den Nieu
wen Rijn, die hij als stroomend water be
schouwt. Ook hier echter geldt hot. be
zwaar, dab die st-rooming niet sterk genoeg
zou zijn. Do lieer Schots dankt o onder
hartelijken bijval der talrijke hoorders^
den leundigen sprekor voor hek gesprokeno
en voor al hetgeen hij, zoowel als zijn
vader, do heer O. H. Kraaibz, vooral iu dib
opzicht in hot belang der gemeente heeft
gedaan.
Spr. betreurt het in dit verband, dat dtf
gemeente indertijd het aanbod van den
heor C. H. Krantz, ml om ah proef voor
eigen rekening een sluis to plaatsen, dis
bij gebleken geschiktheid door dc gemeen
te kon worden overgenomen, niet word
aanvaard.
Do president©, Mevr. van Itallie, ïut-te
zich op dezelfde wijze, en dankto speciaal
den spreker voor zijn helder betoog, dab
den heer Krantz toekent ah iemand, die
in deze zaken bijzonder goed thuis is.
Hot gesprokene kon good worden ge
volgd, dank zij de toelichting door middel
van eenigo geographischo kaarten, terwijl
tevens aan do aanwezigen e»en statistiek,
betreffende de waterinlating en loozing was
uitgoroikt.
Hei Leidsche Ziekenhuis.
Het Handelsblad verneemt, dat
de Minister van Financiën, de heer Co
lijn, aan den chef der afdeeling Rijksge-i
bouwen van zijn departement. J. C. E.
baron van Lynden, opdracht heeft gege-i
ven om hem binnen dertig dagen van ad<