Dagblad voor Leiden en Omstreken. Het onrecht gewroken. NIEUWE LEIDSCHE COURAN ABQÜESEftïENTSPIÏIJS In Leiden en buiten Lelden waar agenten gevestigd zijn P0r kwartaal f2.00 pèr week f0.t> Franco per post per kwartaal ......f2.90 4de JAARGANG. - VREJDAG 16 NOVEMBER 1923 - No. 1090 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVEÜTEfêTiE-PHiJ9 Gewone advertentiën per regel 22lA cent, ?-Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief# lOBij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. Pit nummer bestaat uit twee bladen. V Volksmisleiding. De S. D. A. P. keert zich tegen do lands- defensie. Zij wil voor leger en vloot althans zoolang zij tot do oppositie behoort geen man en geen cent beschikba-ar stel len. Zij heeft naar het heet. andere middelen! om onrecht en geweld te kee'ren. Do beschaving heeft geweldige vorde ringen gemaakt, aan de ontwikkeling van de mecöchkeid wordt dag aan dag ge werkt en niet te vergeten is er de mod er? ne arbeidersbeweging die in getal en macht groeienid in staat is het wereldbe- lieer naar hare hand te zetten. Behooren tot het I. Y. Y. niet meer dan 20 millioen ledten, dio allen luisteren naar de bevelen uit het hoofdkwartier gegeven? Een enkele druk op den knop zoo heette het zou voldoende zijn om iode- ren oorlog in de kiem te smoren. Do aanvankelijke resultaten van dit ap- paraat wanen evenwel niet schitterend. De uithongering van Hongarije, voor en kele jaren beproefd om aan do z.g. „witte terreur" een einde te maken, liep op een mislukking uit. Men wist heel wat leed en ellende te veroorzaken, maar overigens werden geen practisclie resultaten bereikt. Later werd een poging gedaan om de Bussische Bolsjewisten te helpen Polen; onder den voet te loopen maar ook dit pogen faalde. Toen kwam de Roerbeze\ting, maar zelfs van de eerste pogingen om het Fransche geweld to keeren, moest worden afgezien. Do moderne arbeidersbeweging bleelc on machtig omdat men overal nog het voor beeld van Mr. Troelstra volgde en*de na tionale geschillen door de nationale ge dachte liet overheer3cben. Edo Fimmens de groote dictator die zich minstens de evenknie van een Napo leon waande en -die meende heel Europa naar zijne hand te kunnen zetten, moest tenslotte toegeven, dat de arbeidersklasse niet in staat was gebleken te doen wat velen gehoopt en de leiders met do groot ste stelligheid, verwacht hadden. Bonduit erkende hij, dat de internatio nale organisatie oen mond had opgezet, grooter dan de daad kon zijn. En na een paar jaar lang de heerscher gespeeld te hebben en niets dan ^-ooto woorden te hebben gebruikt heeft hij ont moedigd als hij was ontslag genmeen, om dat hij zich in wanhoop in de armen van het Communisme wilde werpen, een stre ven, dat bij de meer geschoolde politie kers en de meer nuchter aan gelegde natu ren geen weerklank vond. Er wass zoo spotte Henri Polak, bij men- schen als Fimmen, meer wind dan richting. En zoo voegde hij daaraan, toe: „de on wrikbare werkelijkheid heeft hare koude wateren uitgestort over de stroovuurtje3, die sommigen voor verterende vlammen hadden aangezien en de hemelbestormers zijn weer nuchtere werkers op het aarci- vlak geweden op een enkele na, die eijn roes niet kan kwijtraken en zich dus maar gaat encanailleoren met andere drin kebroers, kwaadaardiger dan hij, behept met een boozen dronk, doch die ook, als hij, grijpen naar de maan." Dat is heel nuchter opgemerkt. Maar .door dergelijke opmerkingen komt de door de S. D. A. P. gevoerde politiek in een nog droeriger licht te staan. Men ziet wel de onwrikbare werkelijk heid, en de nuchtere feiten, men is in zijn ziel overtuigd dab al dat gebazel over we reldvrede enz. in de tegenwoordige om standigheden niets anders is dan een grij pen naar de maan, en toch gaat men voort "de schare te misleiden en het voor te stel len alsof de partijen die - met de nuchtere werkelijkheid rekening houden, zich door militairistische overwegingen laten leiden. Wanneer mannen als Fimmen, die zelf misleid zijn ook anderen misleiden, dan is dat erg. Maar veel erger nog is het, als zij die oog hebben voor de onwrikbare werke lijkheid, toch met schoonklinkende leuzen als geen man en geen cent, de massa dur ven misleiden., teneinde op dio wijze poli tiek voordeel te behalen. ST&DSBSBEUWS. Hulpvereen. Geref. Zondingsb&nd. De alhier gevestigde afdeeling van de Hulpver. hield gisteravond in gebouw „Prediker" haar 12e jaarvergadering, onder leiding van den voorzitter, .de heer v. Biemen, die, nadat gezongen was Psalm 72:2 en 6, opende met gebed, om vervolgens de talrijke aanwezigen welkom te heeten en inzonderheid de zusterver- ceniging „Dorkas", die voor den aanvang der vergadering verkoop van door haar vervaardigde kleedingstukken had gehou den. De secretaris, de heer W. IC e e r e w e e r bracht zijn jaarverslag uit, waaruit bleek, dat in het afgeloopen jaar 7 gewone en evenveel bestuursvergaderingen werden gehouden, benevens 4 Zendings-samen- komsten in de Oosterkerk.Spr. memoreer de den arbeid van de jonge collectanten en haar naaikrans, die thans 24 leden en 40 donateurs te't. Er werd dit jaar weer een waardevolle partij goederen aan het Hoofdbestuur ter baud gesteld. Aan een 400-tal lezers hier ter plaatse wordt het maandblad „Alle den volcke" toege zonden; De Yereeniging telt thans 246 leden. Dank zij de gunstigen stand der financiën was ook het verslag van -den penning meester, den heer v. d. Berg, in opge- wekten toon gesteld. Na de Pauze hield D s. H «vr t w i g- sen 'n opwekkende rede als uitgangspunt waarvoor spr. koos Jes. 52: 7: „Hoe lief lijk zijn op de bergen de voeten des genen, die het goede boodschapt, die den vrede doet hooren Spr. ging in 't kort na, hoe Israël ge vankelijk was weggevoerd; hoe het volk •zuchtte in ballingschap en hoe welkom waren voor dat zuchtende volk de -woor den, die van vrijheid spraken en het goede boodschapten. Zoo ook voor allen die in de zonde liggen. Zoo ook de boden, die in het heidendom de vrijheid, de gerechtigheid van Chris tus boodschappen, want daar is een Hei land, die er alles voor over heeft, om deze gevangenen vrij te koopen. Heerlijk werk om als bode van vrede en blijdschap zulke mededeelingen te doen; het evangelie moet gepredikt worden on der alle volken, 't Is voor allen, die het bij zichzelf niet kunnen vinden. En nu gaan er zendelingen uit, die den Christus zullen brengen. Millioenen zijn er nog, die nog nooit van den Christus Gods gehoord hebben. Ook deze moeten hekend gemaakt worden met den Eenigen Naam die onder de hemel gegeven is tot zaligheid. Maar de arbeiders zijn weinige Daarbij: Zijn de Zendelingen altijd wel kom en met liefde begroet? Immers neen. Moeitevol en teleurstellend is dikwijls hun werk. God Iaat zijn boden niet aan hun lot over, al komt de gedachte wel eens bij hen op: „Wie heeft onze prediking ge loofd". Met Gods hulp evenwel zal clat werk geen ijdel werk zijn. God geve aan de zendelingen het uitne mende voorrecht om zich te verblijden in Christus; dat ze mogen zeggen: „de Heera werkt medé, er worden er toegedaan tot de gemeente die zalig worden. Nadat gezongen was Ps. 23:4 en 6 werd weer gepauzeerd. Intusschen werden sou- bemoedigende 's. 22:14, $et dankzegging veniers uitgereikt aan de kleine collectan ten. De Voorzitter dankte allen die medege werkt hadden tot het welslagen dezer i2e jaarvergadering, inzondeqteid Ds. Hart- wigsen voor zijn keurigj rede. Ten slotte.werd gezonj waarna Ds. Ilartwigsen eindigde. Onder de aanwezigen waren een viertal adspiran t-zendelingen. De Leidsche Winkelstand. De heer M. H. W ij ling, die zich reeds een flinke bekendheid mocht ver werven in zijn dames- en heerenkleeder- makerij in het Noordeinde, heeft dezer dagen een m'euw en grooter pand betrok ken in dezelfde straat, n.l. perceel No. 30. Deze uitbreiding had de fa. noodig voor een meer doelmatige uitstalling van haar ruime en goed gesorteerde voorraad stoffen, Zijde en Fluweel, Crêpe de Maro- cain enz. goed gesorteerde voorraad, nieuw geopende zaak een collectie is ge ëtaleerd. De hoofdzaak evenwel moet men bin nen zoeken, waar de bezoeker het eerst een doelmatige winkelruimte aantreft, die zich, evenals de aangrenzende pas- en kleedkamer voor een prettige bediening hij uitstek leent. Ook wat het laatste betreft kan do heer Wijling dan cok zien op een belangrijke vooruitgang, want een ruim vertrek met stemmige aankleeding dat tevens is in gericht voor de expositie van een groote coilect'o stoffen mag voor een bedrijf als dit onder do meeste gewenschte zaken worden genoemd. Ongetwijfeld heeft de zaak aan aantrek kelijkheid veel gewonnen. Do heer Mr. H. A. Nauta, alhier is bestemd voor den Indisch en Dienst als rechterlijk ambtenaar. De 12-jarige H. W., kwam gisteren bij het verlaten der school zoodanig te vallen, dat hij ernstige verwondingen kreeg aan oen. zijner knieën. Door den E. H. D. werd hij naar zijn woning overgebracht. Tegen v. d. B., die betrokken is bij •do brandstoffenregeling als secretaris eener commissie, is een aanklacht inge diend wegens valsclilieid in geschrifte, ton nadeele van de gemeente gepleegd. Op verzoek van deAmsterdamsche recherche is alhier aangehouden W. V., dio verdacht wordt" zich te hebben schul dig gemaakt aan oplichting'. Van een op de Haarlemmerstraat stil- staanden wagen is gisteravond een lan taarn ontvreemd. Vermist wordt de 18-jarige IL T., die gisteren met oen handkar e>en boodschap moest doen voor zijn patroon. De handkar werd in de nabijheid van het huis van z'n patroon aangetroffen, 't geen het vermoe den wekt, dat den jongen een ongeval is overkomen. Tegen Z. is proces-verbaal opgemaakt wegens verduistering, daar hij een' paard, dat hij" met een ander in eigendom had, eigendunkelijk had verkocht% BiSiMEBILAfêP De Kabinetscrisis. De Koningin heeft aan Mr. Dr. D. A. P. N- Kooien, Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, opdracht gegeven tot samenstelling van een nieuw Kabinet. Mr. Kooien heeft de opdracht in over weging genomen. De heer Kooien werd geboren 21 Ja nuari 1871 en is dus 52 jaar oud. Na zijne promotie in 1894 tot doctor in de staatswetenschap en in do rechtswe tenschap vestigde hij zich als advocaat en procureur te Utreolit. Van 1$97 tot 1905 was hij schoolopziener en van 1900 tot 1911 lid van den Utrechtschen ge meenteraad. De heer Kooien wevd in Sept. 1905 ge kozen tot lid van de Tweede Kamer van welk collego liij in October 19^0 tot voor zitter gekozen werd. Uit het feit dat de heer Kooien enkele dagen geleden voor de tweede maal door H. M. de Koningin in audiëntio ontvan gen werd, zou kunnen worden afgeleid dat de heer Kooien kans ziet in de vor ming van een Kabinet tc slagen. Naar eenige bladen al hebben weten medo te deelen, zou dr. Kooien in geen geval zelf zitting willen nemen in een nieuw Kabinet. Mochten echter deze bejichtcn niet) juist zijn, jnr. Kooien wel minister wor den en als Kamerlid bedanken, dan is zijn opvolger de heer H. J. Borghols, waar mede de Katholieke candidatenlijst in den Kieskring Leiden is uitgeput (dezo luidde: I. Kooien; 2. Moerel; 3. BronsveldVi tringa; 4. Loerakker: 5. Borghols. Gemeenteraad van Zaandam. Aangenomen werd een amendement- Bolhoeve (C.P.) cm dc wethouders-pen sioenen in overeenstemming le brengen met de rijksregeling te dezer zake voor ambtenaren, waardoor dan na minstens 7 dienstjaren, eerst op 65-jarigen leeftijd pensioen zal worden uitgekeerd, met eon minimum van 30 pet. Doer dil votum zijn dus pracl'sch de wethouderspensioenen afgeschaft. Het eigenlijke voorstel-Fermie, be- oogonde uitgesteld pensioen, werd even eens met 10 tegen 9 stemmen aangeno men. Daarna werd begonnen met de begroo- tmgsdebatten. De débacte van „De Amsterdammer". Het comité-Van Leeuwen, destijds ge vormd om de belangen der obligatiehou ders van de N.V. tot exploitatie van het christelijk dagblad „De Amsterdammer" te beschermen, had gisterenavond de obli gatiehouders opgeroepen tot een vergade ring, welke gehouden werd in het ge bouw der Geh. Onhouders Vcreeniging „Excelsior". Na breede bespreking werd de volgende motie aangenomen, ter verdediging waar van de heer K. v. Leeuwen zeide, dat de bedoeling daarvan is nog eenmaal een poging te wagen om de civiele procedure overbodig te maken. „De vergadering enz. vol vertrouwen in den goeden afloop eener procedure tegen de oud-commissa rissen van dat blad, gehoord de gegeven toelichting, hernieuwt haar besluit zco noodig langs gerechtelijken weg en met alle middelen volledig sehadeherstel te zoeken, betreurt het oprecht, dat tot op lieden geen weg tot minnelijke schikking kon worden gevonden, waardoor veel spot en smaad ware voorkomen, sproekt haar levendige hoop uit, dat zulk een weg zelfs nu nog moge gevonden worden, doet daartoe een laatst beroep: le. op oud- en vroegere oud-commissa rissen, 2e. op allo protestant christelijke- beslu- Ten en organisaties, kerkelijke als poli tieke, opdat deze de hun ten dienste staande middelen aanwenden als pressie op do voor dc ramp verantwoordelijke personen, besluit deze motie ter kemv's te brengen van bovengenoemde commissarissen en Aan het Zoeklicht Leiden, 16 November 1923 In Hiet Volk vond ik gisteren het volgende berichtje: Door de' politie te "VVijkeroog is een liedjeszanger aangehouden die beleedi- gingen uitte aan het van minister Colijn. Wij behoeven Colijn niet in hew scherming te nemen, maar 't was inder daad schunnig, vooral voor het publiek, dat het moest aanliooren. Als Het Volk -dit zegt behoeft men. niet te twijfelen of ?t is wel heel schunnig geweest. Maar ik zou toch willen vragen: wie is hier de meest schuldige? Als het Soc Dem. orgaan Minister Go-; •lijn - op do meest schandelijke wijze be stookt, zóó zelfs dat Troelstra zich- daar voor in de Kamer bleek te schamen, en als Duys van mannen als Colijn spreekt als van bandieten, is het dan te ver wonderen, dat anderen, minder beschaafd en minder ontwikkeld, zich nog wat schunniger uitlaten. Wat de man deed zal inderdaad schun nig zijn geweest. Maar ik weet niet hoe te kwaiificeeren de houding van een orgaan, dat eerst de hartstochten opwekt en prikkelt, en zich dan als het vuurtje gaat branden, met een vies gezicht ierug trekt. Dat vind ikmaar laat ieder zelf maar invullen. OBSERVATOR. de Hoofdbesturen der verschillende Prot. Christ, politieke partijen en door publi-1 catie in de pers haar onder de aandacht van Prqt. Christ. Nederland te brengen. Het incident met den Kon. trein. Naar aanleiding van het gebeurde met den trein, waarin zich het koninkl'jk rij tuig bevond, verneemt de Tele gr. nog nader, dat zich ""een inspecteur van po'i- tie naar Amersfoort heeft begeven cm do zaak verder te onderzoeken en den trein te bezichtigen, waarvan het koersbord zou -zijn losgeraakt. Bij dit onderzoek 'is ge bleken, dat van opzet geen sprake is en dat. het bord blijkbaar r.ict goed bevesl:gd, •onder liet rijden is losgeraakt en door' de zucht van den passeerenden tre'n zou zijn opgenomen. Naar men ons zeide, zijn de drie stukken, waarin het bord ver-w splinterde, gevonden. Aan een aanslag, zoo verzekerde men ons, mag niet worden gedacht. De justitie zal dan ook niet verder ge-< mengd worden in het gebeurde. Do stuk kon van het vernietigde hord zullen aan de Spoorweg Mij. teruggegeven worden. Do koersborden, waarvan^ in deze be-; richten gewaagd wordt, zijn do witbo-i schilderde metalen borden, die op zij van de wagens Levest'gd zijn en die den naam van het eindstation aangeven. Dezo worw den aan drie haken opgehangen. We helv. ben de opinie van eenige machinisten, hoofd- en treinconducteurs dienaangaan.- de gevraagd. Allen verklaarden, het bui-; tengewoon verwonderlijk te vinden, dat zoo'n bord door de luclitzuiging, veroor-" zaakt door een tegenkomenden trein, los-; raakt en in drie stukken bleekt, waar-; door ruiten verbrijzeld worden, te meer daar het bord een zekere buigzaamho'd bezit. De bevestiging is van dien aard, dat zelfs bij een harden schok de borden nog op lnm plaats bl:jven. Hei ongeluk ie St. Sauvsur. Bij Kon. besluit is de zilveren eere penning voor menschUevead hulpbetoon, wegens de door, hen met levensgevaar be- toondo hulpvaardigheid bij do opsporing van dc slachtoffers van het ongeval, over komen aan het reisgezelschap hetwelk anet oen autobus in Augustus j.l. bij I.uz- St. Sauveur in het ravijn van de rivier do Gayo is gestort, toegekend aan: L H. J. FEUILLETON! 9) Zij zou, geloof ik, niet opgehouden zijn cm haar armelijk gekleed, bestoven nicht- je to groeten, als het van haar afgehan- gen had; maar Leo zag mij en hij riep dadelijk aan den koetsier, dat hij bij mij stil moest houden en toen kon ze wel niet anders dan doen, alsof ze mij opeens herkende. Leo, die arme jongen, vond het blijk- haar prettig, dat hij mij zag en stak mij dadelijk de liand toe. „Wel, Mies!" riep hij met zijn hooge stem, „wat heb ik je in geen tijd gezien! Waarom kom je toch zoo zelden bij ons? Jij bent altijd zoo gezellig en je vroolijkt iemand nog eens op en ik heb weer een kwaden tijd gehad!" „Stil tochc, Leo!" zei Ida ongeduldig, „je zit altijd over je zelf te zeuren. Laat ik Mies het groote nieuws eens vertellen. Zeg, weet je, wat er gebeurd is?" en ze boog zich vertrouwelijk naar mij toe, „daar is wat vreemds gebeurd. Die oude tante Kendlo die eene, die al het geld heeft gekregen heeft een brief geschre ven, waarin ze de heele familie te logee- ren vraagt typ haar villa Rozenhof; Papa en mama vinden het heerlijk, want zij zien daarin een bewijs, dat tante hen tot erfgenamen zal benoemen." „En gaan jelui?" „Gaan? Wel, natuurlijk! Wij zouden onze oude tante voor geen geld ter wereld kunnen teleurstellen, hoewel wij anders zoo'n afgelegen stil plekje niet zouden uitgekozen 'hebben om er heen te gaan in dezen tijd. Villa Rozenhof is een rijko bezitting om te hebben, aan zee, met prachtige rotsen aan den eenen kant en uitgestrekte moerassen en bossclven aan de andere zijde, dan nog visscherij en jacht. Mama zegt," ging zo op luchtigen toon voort, ódat wij als het van ons is, er schitterende partijen zullen geven en zoo wat leven zullen brengen op dio stille plaats." Verkoop de huid maar niet. voordat je den heer geschoten hebt," spolte Leo die zijn zuster altijd graag in het vaarwater •zat. „Wij hebben het buitengoed nog niet." „O, wat dat aangaat, papa twijfelt er nu niet meer aan, of hij zal het erven! Hij zegt, dat wij ook de geschikstc familie zijn, om het aan te vermaken. Maar, enfin, over een paar dagen zijn wij alle maal gevlogen. Benijd je ons niet, Mies?" Daarop leunde ze weer achterover met een kwijnenden glimlach, "dien ze van haai* moeder had overgenomen, wuifde mij beschermend tce en beval den koetsier om verder te rijden en ik, helaas, bleef staan met een hart, overkropt van toorn en ontevredenheid. O, waarom verdeelt God de dingen zoo oneerlijk? vroeg ik. Waarom liet Hij allo goede dingen in dit leven ten deel val len aan die trotsche, aanmatigende, god- delooze menschen, terwijl mijn vader en moeder, die God dienende Christenen zijn, een leven zoo vol zorg en kommer hebben? En terwijl ik dacht aan do lange jaren, waarin ze geduldig gestreden hadden le gen de voortdurende armoede en dat er naar menschelijke berekening geen enkele hoop bestond, dat er verlichting of hulp zou komen, werd mijn hart droef te moede en ik zei: „Bekommert God zich nog wel om ons?" Ik bleef niet wachten op Bernard, ik was te rusteloos en te ongelukkig; Ik ging dadelijk naar huis, om moeder het nieuws te vertellen, dat ik jufst gehoord had en waarover ik zoo boos was. „O, moeder, moeder," riep ikuit en er kwam een stroom van tranen, „is het toch niet -wreed, dat zij die overal heen kunnen gaan, waar ze maar willen, nu zulk een uitnood!ging krijgen; ja, dat hun die als het ware opgedrongeu wordt, ter wijl wij, die het zoo noodig hebben om er eens uit to komen, maar er geen geld voor hebben, voorbijgegaan worden? Waarom vraagt tante Ken&le hen wel, maar ons niet? Vader was toch vroeger zijn erfgenaam en zie hem nu eens hij is niet meer dan een slaaf onder den voet van dien wreeden man! O, moeder, be kommert God zich wel om ons? Waarom moeten dan de vromen lijden en de god- deloozen voorspoed en welvaart genie ten?" Moeder was erg bleek geworden over mijn wilde uitbarsting en mijn driftige woorden. Eerst zei ze niets, maar bedekte haar gezicht met de handen; en ik voelde pijn in mijn hart, want ik begreep, dat zij tot God bad voor mij. Toen nam zo mij in haar armen en legde mijn brandend, betraand gezicht aan haar horst, alsof ik nog een klein kind was. „Lieve Mies," zei ze, ..Satan heeft je •zwaar beproefd en hij heeft getracht je je geloof te ontnemen in dien God, dien ik weet, dat je lief lieht. Bij mij heeft hij het ook geprobeerd! Maar hij zal niet overwinnen, lieveling, want machtiger is Hij, die vóór ons is, dan hij, dio tegen ons is. Ik heb mijn strijd gestreden en gewonnen met Gods hulp en dat moet jij ook doc-n. ,,Weet je nog wel, dat ik voor een paar dagen zoo ongerust was over onze kleine Nel? Ik was bang, dat zo ziek zou wor den, maar toen ben ik naar mijn kamer gegaan en heb mijn Bijbel opengeslagen, terwijl ik God had, dat Hij nuj een kruimpje troost zou geven in m-jn diepe smart; en Hij gaf mij niet och kruimpje, maar een rijkelijk maal. I "„Mij .bijbel viel open bu den drie en l zeventigsten psalm en het leek wel, of God dien voor mij had geschreven, want ik vond daarin mijn eigen twijfe.or.d, zondig hart terug. Zullen \vij hem nu eens samen lezen, mijn kind? „Maar mij aangaande, mijne voetyn waren bijna uitgeweken; mijne treden waren bijkans uitgeschoten. Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der godr o- loozen vrede... Ziet, dezen zijn godde loos; noglans hebben zij rust m de we reld, zij vermenigvuldigen het vermogen. Immers heb ik te vergeefs nvjn hart ge zuiverd, en mijne handen in onscnu.u go- wesschen. Dewijl ik den ganschon dag geplaagd ben, en mijn straffing is er aho morgens... Noglans heb ik gedacht cm dit te mogen verstaan, maar liet v.as moeite in mijn oegen; toida; isin ucw-.j heiligdommen inging en qp luin ei> i. merkte. Immers zet G i hen op glacJow plaatsen: Gij doei hen vallen in verwoes tingen. Ho? worden zij als in een ©ogen blik tct verwoesting, nemen een einde, worden tc niet van verschrikkingen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1