Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Het onrecht gewroken.
NIEUWE LEIDSCHE COURAN
ABQÜESEftïENTSPIÏIJS
In Leiden en buiten Lelden
waar agenten gevestigd zijn
P0r kwartaal f2.00
pèr week f0.t>
Franco per post per kwartaal ......f2.90
4de JAARGANG. - VREJDAG 16 NOVEMBER 1923 - No. 1090
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVEÜTEfêTiE-PHiJ9
Gewone advertentiën per regel 22lA cent,
?-Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief#
lOBij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Pit nummer bestaat uit twee
bladen.
V Volksmisleiding.
De S. D. A. P. keert zich tegen do lands-
defensie.
Zij wil voor leger en vloot althans
zoolang zij tot do oppositie behoort
geen man en geen cent beschikba-ar stel
len.
Zij heeft naar het heet. andere middelen!
om onrecht en geweld te kee'ren.
Do beschaving heeft geweldige vorde
ringen gemaakt, aan de ontwikkeling van
de mecöchkeid wordt dag aan dag ge
werkt en niet te vergeten is er de mod er?
ne arbeidersbeweging die in getal en
macht groeienid in staat is het wereldbe-
lieer naar hare hand te zetten.
Behooren tot het I. Y. Y. niet meer dan
20 millioen ledten, dio allen luisteren naar
de bevelen uit het hoofdkwartier gegeven?
Een enkele druk op den knop zoo
heette het zou voldoende zijn om iode-
ren oorlog in de kiem te smoren.
Do aanvankelijke resultaten van dit ap-
paraat wanen evenwel niet schitterend.
De uithongering van Hongarije, voor en
kele jaren beproefd om aan do z.g. „witte
terreur" een einde te maken, liep op een
mislukking uit. Men wist heel wat leed en
ellende te veroorzaken, maar overigens
werden geen practisclie resultaten bereikt.
Later werd een poging gedaan om de
Bussische Bolsjewisten te helpen Polen;
onder den voet te loopen maar ook dit
pogen faalde.
Toen kwam de Roerbeze\ting, maar zelfs
van de eerste pogingen om het Fransche
geweld to keeren, moest worden afgezien.
Do moderne arbeidersbeweging bleelc on
machtig omdat men overal nog het voor
beeld van Mr. Troelstra volgde en*de na
tionale geschillen door de nationale ge
dachte liet overheer3cben.
Edo Fimmens de groote dictator die
zich minstens de evenknie van een Napo
leon waande en -die meende heel Europa
naar zijne hand te kunnen zetten, moest
tenslotte toegeven, dat de arbeidersklasse
niet in staat was gebleken te doen wat
velen gehoopt en de leiders met do groot
ste stelligheid, verwacht hadden.
Bonduit erkende hij, dat de internatio
nale organisatie oen mond had opgezet,
grooter dan de daad kon zijn.
En na een paar jaar lang de heerscher
gespeeld te hebben en niets dan ^-ooto
woorden te hebben gebruikt heeft hij ont
moedigd als hij was ontslag genmeen, om
dat hij zich in wanhoop in de armen van
het Communisme wilde werpen, een stre
ven, dat bij de meer geschoolde politie
kers en de meer nuchter aan gelegde natu
ren geen weerklank vond.
Er wass zoo spotte Henri Polak, bij men-
schen als Fimmen, meer wind dan richting.
En zoo voegde hij daaraan, toe: „de on
wrikbare werkelijkheid heeft hare koude
wateren uitgestort over de stroovuurtje3,
die sommigen voor verterende vlammen
hadden aangezien en de hemelbestormers
zijn weer nuchtere werkers op het aarci-
vlak geweden op een enkele na, die
eijn roes niet kan kwijtraken en zich dus
maar gaat encanailleoren met andere drin
kebroers, kwaadaardiger dan hij, behept
met een boozen dronk, doch die ook, als
hij, grijpen naar de maan."
Dat is heel nuchter opgemerkt.
Maar .door dergelijke opmerkingen komt
de door de S. D. A. P. gevoerde politiek
in een nog droeriger licht te staan.
Men ziet wel de onwrikbare werkelijk
heid, en de nuchtere feiten, men is in zijn
ziel overtuigd dab al dat gebazel over we
reldvrede enz. in de tegenwoordige om
standigheden niets anders is dan een grij
pen naar de maan, en toch gaat men voort
"de schare te misleiden en het voor te stel
len alsof de partijen die - met de nuchtere
werkelijkheid rekening houden, zich door
militairistische overwegingen laten leiden.
Wanneer mannen als Fimmen, die zelf
misleid zijn ook anderen misleiden, dan is
dat erg.
Maar veel erger nog is het, als zij
die oog hebben voor de onwrikbare werke
lijkheid, toch met schoonklinkende leuzen
als geen man en geen cent, de massa dur
ven misleiden., teneinde op dio wijze poli
tiek voordeel te behalen.
ST&DSBSBEUWS.
Hulpvereen. Geref. Zondingsb&nd.
De alhier gevestigde afdeeling van de
Hulpver. hield gisteravond in gebouw
„Prediker" haar 12e jaarvergadering,
onder leiding van den voorzitter, .de heer
v. Biemen, die, nadat gezongen was
Psalm 72:2 en 6, opende met gebed, om
vervolgens de talrijke aanwezigen welkom
te heeten en inzonderheid de zusterver-
ceniging „Dorkas", die voor den aanvang
der vergadering verkoop van door haar
vervaardigde kleedingstukken had gehou
den.
De secretaris, de heer W. IC e e r e w e e r
bracht zijn jaarverslag uit, waaruit bleek,
dat in het afgeloopen jaar 7 gewone en
evenveel bestuursvergaderingen werden
gehouden, benevens 4 Zendings-samen-
komsten in de Oosterkerk.Spr. memoreer
de den arbeid van de jonge collectanten
en haar naaikrans, die thans 24 leden
en 40 donateurs te't. Er werd dit jaar
weer een waardevolle partij goederen aan
het Hoofdbestuur ter baud gesteld. Aan
een 400-tal lezers hier ter plaatse wordt
het maandblad „Alle den volcke" toege
zonden;
De Yereeniging telt thans 246 leden.
Dank zij de gunstigen stand der financiën
was ook het verslag van -den penning
meester, den heer v. d. Berg, in opge-
wekten toon gesteld.
Na de Pauze hield D s. H «vr t w i g-
sen 'n opwekkende rede als uitgangspunt
waarvoor spr. koos Jes. 52: 7: „Hoe lief
lijk zijn op de bergen de voeten des genen,
die het goede boodschapt, die den vrede
doet hooren
Spr. ging in 't kort na, hoe Israël ge
vankelijk was weggevoerd; hoe het volk
•zuchtte in ballingschap en hoe welkom
waren voor dat zuchtende volk de -woor
den, die van vrijheid spraken en het
goede boodschapten.
Zoo ook voor allen die in de zonde
liggen.
Zoo ook de boden, die in het heidendom
de vrijheid, de gerechtigheid van Chris
tus boodschappen, want daar is een Hei
land, die er alles voor over heeft, om
deze gevangenen vrij te koopen.
Heerlijk werk om als bode van vrede en
blijdschap zulke mededeelingen te doen;
het evangelie moet gepredikt worden on
der alle volken, 't Is voor allen, die het
bij zichzelf niet kunnen vinden.
En nu gaan er zendelingen uit, die den
Christus zullen brengen. Millioenen zijn
er nog, die nog nooit van den Christus
Gods gehoord hebben. Ook deze moeten
hekend gemaakt worden met den Eenigen
Naam die onder de hemel gegeven is tot
zaligheid. Maar de arbeiders zijn weinige
Daarbij: Zijn de Zendelingen altijd wel
kom en met liefde begroet? Immers neen.
Moeitevol en teleurstellend is dikwijls hun
werk.
God Iaat zijn boden niet aan hun lot
over, al komt de gedachte wel eens bij
hen op: „Wie heeft onze prediking ge
loofd". Met Gods hulp evenwel zal clat
werk geen ijdel werk zijn.
God geve aan de zendelingen het uitne
mende voorrecht om zich te verblijden in
Christus; dat ze mogen zeggen: „de Heera
werkt medé, er worden er toegedaan tot
de gemeente die zalig worden.
Nadat gezongen was Ps. 23:4 en 6 werd
weer gepauzeerd. Intusschen werden sou-
bemoedigende
's. 22:14,
$et dankzegging
veniers uitgereikt aan de kleine collectan
ten.
De Voorzitter dankte allen die medege
werkt hadden tot het welslagen dezer i2e
jaarvergadering, inzondeqteid Ds. Hart-
wigsen voor zijn keurigj
rede.
Ten slotte.werd gezonj
waarna Ds. Ilartwigsen
eindigde.
Onder de aanwezigen waren een viertal
adspiran t-zendelingen.
De Leidsche Winkelstand.
De heer M. H. W ij ling, die zich
reeds een flinke bekendheid mocht ver
werven in zijn dames- en heerenkleeder-
makerij in het Noordeinde, heeft dezer
dagen een m'euw en grooter pand betrok
ken in dezelfde straat, n.l. perceel No. 30.
Deze uitbreiding had de fa. noodig voor
een meer doelmatige uitstalling van haar
ruime en goed gesorteerde voorraad
stoffen, Zijde en Fluweel, Crêpe de Maro-
cain enz. goed gesorteerde voorraad,
nieuw geopende zaak een collectie is ge
ëtaleerd.
De hoofdzaak evenwel moet men bin
nen zoeken, waar de bezoeker het eerst
een doelmatige winkelruimte aantreft, die
zich, evenals de aangrenzende pas- en
kleedkamer voor een prettige bediening
hij uitstek leent.
Ook wat het laatste betreft kan do heer
Wijling dan cok zien op een belangrijke
vooruitgang, want een ruim vertrek met
stemmige aankleeding dat tevens is in
gericht voor de expositie van een groote
coilect'o stoffen mag voor een bedrijf als
dit onder do meeste gewenschte zaken
worden genoemd.
Ongetwijfeld heeft de zaak aan aantrek
kelijkheid veel gewonnen.
Do heer Mr. H. A. Nauta, alhier is
bestemd voor den Indisch en Dienst als
rechterlijk ambtenaar.
De 12-jarige H. W., kwam gisteren bij
het verlaten der school zoodanig te vallen,
dat hij ernstige verwondingen kreeg aan
oen. zijner knieën. Door den E. H. D. werd
hij naar zijn woning overgebracht.
Tegen v. d. B., die betrokken is bij
•do brandstoffenregeling als secretaris
eener commissie, is een aanklacht inge
diend wegens valsclilieid in geschrifte,
ton nadeele van de gemeente gepleegd.
Op verzoek van deAmsterdamsche
recherche is alhier aangehouden W. V.,
dio verdacht wordt" zich te hebben schul
dig gemaakt aan oplichting'.
Van een op de Haarlemmerstraat stil-
staanden wagen is gisteravond een lan
taarn ontvreemd.
Vermist wordt de 18-jarige IL T., die
gisteren met oen handkar e>en boodschap
moest doen voor zijn patroon. De handkar
werd in de nabijheid van het huis van z'n
patroon aangetroffen, 't geen het vermoe
den wekt, dat den jongen een ongeval is
overkomen.
Tegen Z. is proces-verbaal opgemaakt
wegens verduistering, daar hij een' paard,
dat hij" met een ander in eigendom had,
eigendunkelijk had verkocht%
BiSiMEBILAfêP
De Kabinetscrisis.
De Koningin heeft aan Mr. Dr. D. A.
P. N- Kooien, Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, opdracht
gegeven tot samenstelling van een nieuw
Kabinet.
Mr. Kooien heeft de opdracht in over
weging genomen.
De heer Kooien werd geboren 21 Ja
nuari 1871 en is dus 52 jaar oud.
Na zijne promotie in 1894 tot doctor in
de staatswetenschap en in do rechtswe
tenschap vestigde hij zich als advocaat
en procureur te Utreolit. Van 1$97 tot
1905 was hij schoolopziener en van 1900
tot 1911 lid van den Utrechtschen ge
meenteraad.
De heer Kooien wevd in Sept. 1905 ge
kozen tot lid van de Tweede Kamer van
welk collego liij in October 19^0 tot voor
zitter gekozen werd.
Uit het feit dat de heer Kooien enkele
dagen geleden voor de tweede maal door
H. M. de Koningin in audiëntio ontvan
gen werd, zou kunnen worden afgeleid
dat de heer Kooien kans ziet in de vor
ming van een Kabinet tc slagen.
Naar eenige bladen al hebben weten
medo te deelen, zou dr. Kooien in geen
geval zelf zitting willen nemen in een
nieuw Kabinet.
Mochten echter deze bejichtcn niet)
juist zijn, jnr. Kooien wel minister wor
den en als Kamerlid bedanken, dan is zijn
opvolger de heer H. J. Borghols, waar
mede de Katholieke candidatenlijst in den
Kieskring Leiden is uitgeput (dezo luidde:
I. Kooien; 2. Moerel; 3. BronsveldVi
tringa; 4. Loerakker: 5. Borghols.
Gemeenteraad van Zaandam.
Aangenomen werd een amendement-
Bolhoeve (C.P.) cm dc wethouders-pen
sioenen in overeenstemming le brengen
met de rijksregeling te dezer zake voor
ambtenaren, waardoor dan na minstens
7 dienstjaren, eerst op 65-jarigen leeftijd
pensioen zal worden uitgekeerd, met eon
minimum van 30 pet. Doer dil votum zijn
dus pracl'sch de wethouderspensioenen
afgeschaft.
Het eigenlijke voorstel-Fermie, be-
oogonde uitgesteld pensioen, werd even
eens met 10 tegen 9 stemmen aangeno
men.
Daarna werd begonnen met de begroo-
tmgsdebatten.
De débacte van „De Amsterdammer".
Het comité-Van Leeuwen, destijds ge
vormd om de belangen der obligatiehou
ders van de N.V. tot exploitatie van het
christelijk dagblad „De Amsterdammer"
te beschermen, had gisterenavond de obli
gatiehouders opgeroepen tot een vergade
ring, welke gehouden werd in het ge
bouw der Geh. Onhouders Vcreeniging
„Excelsior".
Na breede bespreking werd de volgende
motie aangenomen, ter verdediging waar
van de heer K. v. Leeuwen zeide, dat de
bedoeling daarvan is nog eenmaal een
poging te wagen om de civiele procedure
overbodig te maken.
„De vergadering enz.
vol vertrouwen in den goeden afloop
eener procedure tegen de oud-commissa
rissen van dat blad, gehoord de gegeven
toelichting,
hernieuwt haar besluit zco noodig langs
gerechtelijken weg en met alle middelen
volledig sehadeherstel te zoeken,
betreurt het oprecht, dat tot op lieden
geen weg tot minnelijke schikking kon
worden gevonden, waardoor veel spot en
smaad ware voorkomen,
sproekt haar levendige hoop uit, dat
zulk een weg zelfs nu nog moge gevonden
worden,
doet daartoe een laatst beroep:
le. op oud- en vroegere oud-commissa
rissen,
2e. op allo protestant christelijke- beslu-
Ten en organisaties, kerkelijke als poli
tieke, opdat deze de hun ten dienste
staande middelen aanwenden als pressie
op do voor dc ramp verantwoordelijke
personen,
besluit deze motie ter kemv's te brengen
van bovengenoemde commissarissen en
Aan het Zoeklicht
Leiden, 16 November 1923
In Hiet Volk vond ik gisteren het
volgende berichtje:
Door de' politie te "VVijkeroog is een
liedjeszanger aangehouden die beleedi-
gingen uitte aan het van minister
Colijn. Wij behoeven Colijn niet in hew
scherming te nemen, maar 't was inder
daad schunnig, vooral voor het publiek,
dat het moest aanliooren.
Als Het Volk -dit zegt behoeft men.
niet te twijfelen of ?t is wel heel schunnig
geweest.
Maar ik zou toch willen vragen: wie is
hier de meest schuldige?
Als het Soc Dem. orgaan Minister Go-;
•lijn - op do meest schandelijke wijze be
stookt, zóó zelfs dat Troelstra zich- daar
voor in de Kamer bleek te schamen, en
als Duys van mannen als Colijn spreekt
als van bandieten, is het dan te ver
wonderen, dat anderen, minder beschaafd
en minder ontwikkeld, zich nog wat
schunniger uitlaten.
Wat de man deed zal inderdaad schun
nig zijn geweest.
Maar ik weet niet hoe te kwaiificeeren
de houding van een orgaan, dat eerst de
hartstochten opwekt en prikkelt, en zich
dan als het vuurtje gaat branden, met een
vies gezicht ierug trekt.
Dat vind ikmaar laat ieder zelf
maar invullen.
OBSERVATOR.
de Hoofdbesturen der verschillende Prot.
Christ, politieke partijen en door publi-1
catie in de pers haar onder de aandacht
van Prqt. Christ. Nederland te brengen.
Het incident met den Kon. trein.
Naar aanleiding van het gebeurde met
den trein, waarin zich het koninkl'jk rij
tuig bevond, verneemt de Tele gr. nog
nader, dat zich ""een inspecteur van po'i-
tie naar Amersfoort heeft begeven cm do
zaak verder te onderzoeken en den trein
te bezichtigen, waarvan het koersbord zou
-zijn losgeraakt. Bij dit onderzoek 'is ge
bleken, dat van opzet geen sprake is en
dat. het bord blijkbaar r.ict goed bevesl:gd,
•onder liet rijden is losgeraakt en door' de
zucht van den passeerenden tre'n zou
zijn opgenomen. Naar men ons zeide, zijn
de drie stukken, waarin het bord ver-w
splinterde, gevonden.
Aan een aanslag, zoo verzekerde men
ons, mag niet worden gedacht.
De justitie zal dan ook niet verder ge-<
mengd worden in het gebeurde. Do stuk
kon van het vernietigde hord zullen aan
de Spoorweg Mij. teruggegeven worden.
Do koersborden, waarvan^ in deze be-;
richten gewaagd wordt, zijn do witbo-i
schilderde metalen borden, die op zij van
de wagens Levest'gd zijn en die den naam
van het eindstation aangeven. Dezo worw
den aan drie haken opgehangen. We helv.
ben de opinie van eenige machinisten,
hoofd- en treinconducteurs dienaangaan.-
de gevraagd. Allen verklaarden, het bui-;
tengewoon verwonderlijk te vinden, dat
zoo'n bord door de luclitzuiging, veroor-"
zaakt door een tegenkomenden trein, los-;
raakt en in drie stukken bleekt, waar-;
door ruiten verbrijzeld worden, te meer
daar het bord een zekere buigzaamho'd
bezit. De bevestiging is van dien aard, dat
zelfs bij een harden schok de borden nog
op lnm plaats bl:jven.
Hei ongeluk ie St. Sauvsur.
Bij Kon. besluit is de zilveren eere
penning voor menschUevead hulpbetoon,
wegens de door, hen met levensgevaar be-
toondo hulpvaardigheid bij do opsporing
van dc slachtoffers van het ongeval, over
komen aan het reisgezelschap hetwelk
anet oen autobus in Augustus j.l. bij I.uz-
St. Sauveur in het ravijn van de rivier do
Gayo is gestort, toegekend aan: L H. J.
FEUILLETON!
9)
Zij zou, geloof ik, niet opgehouden zijn
cm haar armelijk gekleed, bestoven nicht-
je to groeten, als het van haar afgehan-
gen had; maar Leo zag mij en hij riep
dadelijk aan den koetsier, dat hij bij mij
stil moest houden en toen kon ze wel niet
anders dan doen, alsof ze mij opeens
herkende.
Leo, die arme jongen, vond het blijk-
haar prettig, dat hij mij zag en stak mij
dadelijk de liand toe.
„Wel, Mies!" riep hij met zijn hooge
stem, „wat heb ik je in geen tijd gezien!
Waarom kom je toch zoo zelden bij ons?
Jij bent altijd zoo gezellig en je vroolijkt
iemand nog eens op en ik heb weer een
kwaden tijd gehad!"
„Stil tochc, Leo!" zei Ida ongeduldig, „je
zit altijd over je zelf te zeuren. Laat ik
Mies het groote nieuws eens vertellen.
Zeg, weet je, wat er gebeurd is?" en ze
boog zich vertrouwelijk naar mij toe,
„daar is wat vreemds gebeurd. Die oude
tante Kendlo die eene, die al het geld
heeft gekregen heeft een brief geschre
ven, waarin ze de heele familie te logee-
ren vraagt typ haar villa Rozenhof; Papa
en mama vinden het heerlijk, want zij
zien daarin een bewijs, dat tante hen tot
erfgenamen zal benoemen."
„En gaan jelui?"
„Gaan? Wel, natuurlijk! Wij zouden
onze oude tante voor geen geld ter wereld
kunnen teleurstellen, hoewel wij anders
zoo'n afgelegen stil plekje niet zouden
uitgekozen 'hebben om er heen te gaan in
dezen tijd. Villa Rozenhof is een rijko
bezitting om te hebben, aan zee, met
prachtige rotsen aan den eenen kant en
uitgestrekte moerassen en bossclven aan
de andere zijde, dan nog visscherij en
jacht. Mama zegt," ging zo op luchtigen
toon voort, ódat wij als het van ons is, er
schitterende partijen zullen geven en zoo
wat leven zullen brengen op dio stille
plaats."
Verkoop de huid maar niet. voordat je
den heer geschoten hebt," spolte Leo die
zijn zuster altijd graag in het vaarwater
•zat. „Wij hebben het buitengoed nog
niet."
„O, wat dat aangaat, papa twijfelt er
nu niet meer aan, of hij zal het erven! Hij
zegt, dat wij ook de geschikstc familie
zijn, om het aan te vermaken. Maar,
enfin, over een paar dagen zijn wij alle
maal gevlogen. Benijd je ons niet, Mies?"
Daarop leunde ze weer achterover met
een kwijnenden glimlach, "dien ze van
haai* moeder had overgenomen, wuifde
mij beschermend tce en beval den koetsier
om verder te rijden en ik, helaas, bleef
staan met een hart, overkropt van toorn
en ontevredenheid.
O, waarom verdeelt God de dingen zoo
oneerlijk? vroeg ik. Waarom liet Hij allo
goede dingen in dit leven ten deel val
len aan die trotsche, aanmatigende, god-
delooze menschen, terwijl mijn vader en
moeder, die God dienende Christenen
zijn, een leven zoo vol zorg en kommer
hebben?
En terwijl ik dacht aan do lange jaren,
waarin ze geduldig gestreden hadden le
gen de voortdurende armoede en dat er
naar menschelijke berekening geen enkele
hoop bestond, dat er verlichting of hulp
zou komen, werd mijn hart droef te
moede en ik zei:
„Bekommert God zich nog wel om ons?"
Ik bleef niet wachten op Bernard, ik
was te rusteloos en te ongelukkig; Ik ging
dadelijk naar huis, om moeder het nieuws
te vertellen, dat ik jufst gehoord had en
waarover ik zoo boos was.
„O, moeder, moeder," riep ikuit en
er kwam een stroom van tranen, „is het
toch niet -wreed, dat zij die overal heen
kunnen gaan, waar ze maar willen, nu
zulk een uitnood!ging krijgen; ja, dat hun
die als het ware opgedrongeu wordt, ter
wijl wij, die het zoo noodig hebben om
er eens uit to komen, maar er geen geld
voor hebben, voorbijgegaan worden?
Waarom vraagt tante Ken&le hen wel,
maar ons niet? Vader was toch vroeger
zijn erfgenaam en zie hem nu eens hij
is niet meer dan een slaaf onder den voet
van dien wreeden man! O, moeder, be
kommert God zich wel om ons? Waarom
moeten dan de vromen lijden en de god-
deloozen voorspoed en welvaart genie
ten?"
Moeder was erg bleek geworden over
mijn wilde uitbarsting en mijn driftige
woorden. Eerst zei ze niets, maar bedekte
haar gezicht met de handen; en ik voelde
pijn in mijn hart, want ik begreep, dat
zij tot God bad voor mij. Toen nam zo mij
in haar armen en legde mijn brandend,
betraand gezicht aan haar horst, alsof ik
nog een klein kind was.
„Lieve Mies," zei ze, ..Satan heeft je
•zwaar beproefd en hij heeft getracht je
je geloof te ontnemen in dien God, dien
ik weet, dat je lief lieht. Bij mij heeft hij
het ook geprobeerd! Maar hij zal niet
overwinnen, lieveling, want machtiger is
Hij, die vóór ons is, dan hij, dio tegen
ons is. Ik heb mijn strijd gestreden en
gewonnen met Gods hulp en dat moet jij
ook doc-n.
,,Weet je nog wel, dat ik voor een paar
dagen zoo ongerust was over onze kleine
Nel? Ik was bang, dat zo ziek zou wor
den, maar toen ben ik naar mijn kamer
gegaan en heb mijn Bijbel opengeslagen,
terwijl ik God had, dat Hij nuj een
kruimpje troost zou geven in m-jn diepe
smart; en Hij gaf mij niet och kruimpje,
maar een rijkelijk maal.
I "„Mij .bijbel viel open bu den drie en
l zeventigsten psalm en het leek wel, of
God dien voor mij had geschreven, want
ik vond daarin mijn eigen twijfe.or.d,
zondig hart terug. Zullen \vij hem nu
eens samen lezen, mijn kind?
„Maar mij aangaande, mijne voetyn
waren bijna uitgeweken; mijne treden
waren bijkans uitgeschoten. Want ik was
nijdig op de dwazen, ziende der godr o-
loozen vrede... Ziet, dezen zijn godde
loos; noglans hebben zij rust m de we
reld, zij vermenigvuldigen het vermogen.
Immers heb ik te vergeefs nvjn hart ge
zuiverd, en mijne handen in onscnu.u go-
wesschen. Dewijl ik den ganschon dag
geplaagd ben, en mijn straffing is er aho
morgens... Noglans heb ik gedacht cm
dit te mogen verstaan, maar liet v.as
moeite in mijn oegen; toida; isin ucw-.j
heiligdommen inging en qp luin ei> i.
merkte. Immers zet G i hen op glacJow
plaatsen: Gij doei hen vallen in verwoes
tingen. Ho? worden zij als in een ©ogen
blik tct verwoesting, nemen een einde,
worden tc niet van verschrikkingen.
(Wordt vervolgd.)