Dagblad voor Leiden en Omstreken. Het onrecht gewroken. NIEUWE LEIDS ODRANT ABOflifêESGiESSTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal ......f2.90 4üe JAARGANG. - DONDERDAG 15 NOVEMBER 1923 - No. 1089 BureauHooigracht 35 - Leiden ut. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTE&TiE-PtiüiS Gewone advertentiën per regel 22K ccnfr - Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta* ting - van ten hoogste 30 woorden, worde* dagelijks geplaatst ad 50 cent. V Wij en de crisis. Be rede door den. heer Golijn Dinsdag te Amsterdam gehouden is thans in druk verschenen. Enkele van de meest belangrijke en actueels gedeelten laten wij hier volgen. Aan het slot van zijne rede stelde de heer Golijn de vraag: wat is nu ons standpunt ten aanzien van de oplossing der crisis? Eu het antwoord luidde: .Voorop sta dan, dat wij het heengaan van dit Kabinet betreuren, ook om rede nen van zuiver A. R. politiek. We had den van dit Kabinet te wachten: Een nieuwe Zondagswet. Een regeling van het vraagstuk der lijk verbranding. Een wijziging van art. 123 van het ïnd. R. R. inzake de toelating der zende lingen. Een wetsontwerp tot geleidelijke af schaffing van de Staatsloterij. Afschaffing van den stemplicht. Voorziening met betrekking tot den vac- cine-dwang. Een wetsontwerp tot regeling van de rechtspositie der Kerken in den geest van het rapport der Staatscommissie-Anema Dat alles vervalt nu met het heengaan van dit Kabinet en daarmede valt ook de vervulling van menigen anti-revoluti onairen h arte wen sc h. In '\r tweede plaats spreek ik als mijn overtuiging uit, dat een voortzetting van de samenwerking in de toekomst mocht doen hopen op zegenrijken arbeid in het belang van land en volk, zooals die ook in het verleden verricht is geworden. Maar dit alles mag ons niet het oog doen sluiten voor de nuchtere feiten on het al1 es beheerschende politieke feit is, dat er sinds 26 October geen rechtsche meerderheid meer is. De zestig van 1922 zijn gedaald tot 49 in October 1923. Op dien 25sten October heeft de R. K. Kamerfractie op een be langrijk punt van staatsbeleid de ver-, vulling van onze roeping als zelfstandige staat aan het Kabinet den steun, ont houden waarop het op grond van dö onderteekening van het regeermgsprogram van 1922 rekenen mocht. Voorts is er gegronde reden om aan te nemen, dat het bezuinigingsprogram dor Regeering, uitwerking van een program punt van het Kabinetsprogram van 1922, evennrn on den onverdeelden steun der R. K. fractie zou hebben kunen rekenen. Uit de feiten, uit den toestand, zooals die nu eenmaal is, kan de Anti-revolutio naire Partij bezwaarlijk een andeTO con clusie trekken dan deze: zoolang de toe stand van 26 October niet g r o n d i g ge wijzigd is, Is herstel der saamwerking volstrekt uitgesloten. Aan h'jmen en krammen doen wij niet mee. Onder geen voorwaarde' zijn wij bereid mede te werken aan de vorming van een Kabmet, dat zeker is van felle aanval len van den vijand en niet zeker van den steun van zijn vrienden. Ik begrijp, dat dé linkerzijde dit gaarne zon zien. Ik begrijp, dat het voortgaan met een half opge'apt rechts Kabinet, dat over één maand of 2 a 3 maanden weer een politieke nederlaag lijden zou, door hen gewenscht wordt. Ik begrjp, dat men ons graag zott doen zien, wat na den val van het Kabinet- Kuy.per, het Kabinet-de Meester te zien heeft gegeven. Ik begrijp, dat men daar het liefst een Rechts KaMnet ziet, dat van de eene ne derlaag in de andere struikelt, maar gij èn ik wefeu tevens, dat men ook op dit terrein niet doen moet wat de tegenstan der ons wil laten doen. Elk Kahipet, dat den steun der Anti- Revolntionairo Parirj begeert, zal op zijn program twee punten moeten hebben, die voor ons als onafwijsbare eischen gelden. Het zal het financieel evenwicht moe ten herstellen en de wijze, waarop dat zou moeten geschieden, heb ik zooeven in hoofdtrekken aangegeven en het zal op do bres moeten staan voor de vervulling van onze verplichtingen als zelfstandige Staat. En vraagt men mij nu tenslotte na deze niet al te onvoorzichtige beschouwing, wat er gebeuren zal, dan moet ik zeggen: ik weet het niet. Tot hedenavond toe was de eerste stap zelfs nog niet gedaan. Maar ik kan wel zeggen, wat ik niet geloof. En dan geloof ik niet, dat een Rechts oh Kabinet met Anti-Revolutio naire deelneming op dit oogenblik te verwezenlijken is." V Wij worden weer jong. De vraagt rijst, aldus vervolgdo de heer Golijn, wat zal dan onze positie zijn? „Deze vraag werd ook eergisteren ge daan in 'n vergadering, die ik de eer had voor te zitten en daar was een oud-mede strijder, die de 70 al bereikt had en weet ge, hoe die het uitdrukte? Toen ik hem hetzelfde zeide, wat ik zoo even.uitsprak, antwoordde hij: maar dan worden wij weer jong. Hij bedoelde daarmede, dan gaan wij weder terug naar den tijd, toen de Anti-Revolu tionaire Partij vrij voor haar idealen het politieke strijdperk binnen trad. Ik wil niet ontkennen, toen dat gezegd werd, dat er in mijn binnenste een snaar werd aangeroerd. Toch is'er verschil. Er is dit verschil, dat in die vroegere periode, toen de Anti- Revolutionaire Partij alleen den strijd 'móest strijden, dat wij toen voor uitslui tend höoge geestelijke idealen het politieke tournooiveld binnentraden en dat op dit oogenblik het centrum van de politieke belangstelling toch altijd blijft de moede- looze financdeel-economsiche toestand, waarin West-Europa, en ook ons land verkeeren. Toch zou ik een beroep op U willen doen, dat wij deze zaken niet van buiten alleen, maar ook van binnen zien. Want achter die materie&le dingen, zoo als wij ze doorleven, liggen ook belang rijke geestelijke waarden. De materieele ellende, die op het oogen blik heerscht, is belangrijk. Maar van meer gewicht is nog de ontbindende in vloed, die van die materieele ellende uit gaat op het geheele geestelijke en zede lijke leven. Niet het verlies van geld en goed is het belangrijkst, maar het verlies van die rijkdommen, die geld en goed in waarde overtreffen. Daarover na te denken is ook roeping van de An-ti-Revolutionaire Partij in dezen tijd. Wanneer wij deze dingen blijven stel len in het centrum, van de politieke be langstelling, dan moet onze ziel zich le vendig bewust Mijven, dat wij met deze dingen ook groote geestelijke belangen dienen." STAOSHEEUWS. Chr. Nat. Werkmansbond. De plaatselijke afdeeLing van genoem den Bond hield gisteravond onder leiding van Prof. H. M. v. Nes in de Oosterkerk haar 20ste jaarvergadering, als spr. waarin optrad Dr. Norel, met het onder werp: Inwendige zending, waarvoor de muzikale medewerking werd verkregen van de Chr. Zangver. „Hallelujah", eu de dames A. v. d. Reijden en Mej. -Zand- voort. In zijn inleiding van den spr. zette prof. v. Ne-s uiteen h>e men tot liet beleggen van een vergadering als deze was geko men. Eenige leden van het bestuur der af- deeling hadden n.l. tot spr. de vraag ge richt: Wat beteekent toch do inwendige zending, en de contribution,welke wij er voor betalen, waarop sprJjjin 't kort die vraag had beamtwoord, &r tevens aan herinnerende, hoe ook hierfter stede eeni ge jaren geleden een comité v. inwendige zending was opgericht, waarin predikan ten van onderscheidene kerkelijke richtin gen zitting hebben en dat ten doel heeft zooveel mogelijk alle levensterreinen te doordringen met den geest van Christus. Op advies van spr. heeft het bestuur zich toen gewend tot dr. Norel, wiens speciaal werk het is voor de inw. zending op te treden, die dOT ook in besloten kring voor de leden der afdeelmg een verhan deling zou houden óver de bo teekenis van liet werk der inw. zending, naar aanlei ding waarvan de leden vragen zouden kunnen stellen. In afwijking van de eerste plannen ech ter werd dr. Norel uitgenoodigd op deze jaarvergadering te spreken. Nadat Mej. Zandvoort, die zich ook na de opening reeds had laten hooren, eeni ge mooie solo's had -gegeven, kwam dr. Norel aan het woord. Het verheugt spr.., te zijn uitgenoodigd door den Werkmansbond, temeer omdat eveneens in „Patrimonium", de groote organisatie wier werk met dat van den Werkmansbond parallel loopt, voor de in wendige zending belangstelling is ont slaan. Inwendige Zending en het Chr. Sociale leven staan dan ook in het nauwste ver band met elkaar. Zoo dikwijls stuit men bij het indragen van het Evangelie in de maatschappij, op sociale vragen. Vervolgens geeft spr. een uiteenzetting van de inwendige zending in haar ver houding tot de kerk, waarhij hij herinnert nan het beleende woord van Wichener: ,De kerk moet zeggen: beide, het Geloof en de Liefde, be-hooren mij! om daarmede aan te wijzen, hoe naast 't geloof in het belij den, de liefde het meest uitkomt in het verzachten van lichamelijken nood. In een schoone rede laat spr. zien, hoe dikwerf de zorgvuldigheden van het le ven, de ff jdelijke moeilijkheden en nooden voor duizenden oorzaak zijn, dat zij, hoewel de noodzakelijkheid van het ge loof heseffende, nimmer den waren weg vinden waarlangs, zij- tot rust zouden kunnen komen. Daarnaast worden er in de hedendaagscke maatschappij hoe lan ger hoe meer aangetroffen, voor wie de Bijbel een gesloten boek is. Voor hen geld liet woord van Augustinus: Zij weten wel waarheen het moet, maar niet langs wel ken weg. Achtereenvolgens teekent spr. verschil lende maatschappelijke nooden, die de inw. zending tracht, te lenigen, door haar zorg voor zieken en cngelukkigen, gevan genen, gevallenen en de verwaarloosde jeugd. Aan de hand van verschillende figu ren uit de geschiedenis van dezen arbeid laat spr. enkele schoone resultaten zien, die bat bestrijden van den tij-delijken nood dikwerf tot uitkomst had. „Waar geen doorgang meer mogelijk werd geacht, daar baande de Liefde het pad". Om alle beschikbare kracht nuttig aan to wenden evenwel, is centralisatie noo- dig. Het mag geen liefhebberij worden. Of de inw, zending noodig is, hooTt spr. vragen. Hij antwoordt toestemmend, om dat de inw. zending velen bereikt, die met de kerk of in een ververwijderd, of geheel niet in het verhand staan. Wie het. werk moet dragen? De Ge meente. Zij geniet van den geestelijken overvloed in Christus, dat genot brengt naar het woord van Wichener ook plich ten mede. De inwendige zending, die ar beidt met woord (Evangelisatie) en daad (liefdewerken) is een der meest natuur lijke levensuitingen der Kerk. Spr. hermende ten slotte aan de woor den van Plato: „Waar overvloed en ge brek elkander raken, ontslaat de vreug de", terwijl Boutens zegt: Nog ligt door Schelfzee en Jordaan, FEUILLETON S) „Maar ze zal dien niet krijgen, want .mijn daden worden alle slecht uitgelegd." Haar stem had weer denzelfden scherpen toon. „Maar dat komt er niet op aan; ik ^al het geld van mijn man houden en - ~roor zoover het in mijn macht is, zijn wil naar de letter volbrengen. En nu nog één ding. Ik wou gaarne dé namen en adres sen van al zijn naaste familieleden heb ben, want den zwerm van verre neven en nichten tel ik niet mee." „Dat is gauw gedaan," antwoordde de heer Sharpnell. ..Ten eerste hebben wij do fanrlie Harrison Todd, dan Max Kendle, den zoon van zijn halven broer en ten laatste zijn neef, Jakob Todd 'met zijn familie. „Waarom noemt u Jakob Todd 't laatst terwijl hij vroeger zijn e'enige erfge naam was?" „Om de groote fout, die hij begaan heeft. U weet toch, dat zijn oom hem die nooit heeft vergeven?" „U meent die groote geldsom, die mijn nian hem te bewaren had gegeven en die WJ zich toen heeft toegeëigcrou?" ,/Ja." '-*?•- Mevrouw Kendle zweeg eenige oogen- blikken. „Weet ge," zeide zij, „ik heb reden om te gelooven, dat mijn man over die zaak erg getobd heeft vóór zijn dood. Hij had gewetenswroeging, cf hij niet te snel ge oordeeld had en zijn neef misschien on rechtvaardig had laten lijden. Het was waar, dat Jakob het geld 't laatst in zijn bewaring had en dat het verdwenen was. Maar hij had toch het gevoel, dat hij al leen aan een waarsclrjnlijkheidsbewijs niet zooveel had mogen hechten tegenover de vroegere onkreukbare eerlijkheid van zijn neef. In den grond van zijn hart had hij veel van hem gehouden en die ge negenheid is in zijn laatste levensjaren weer toegenomen. En daarom neb ik be sloten om te trachten hem persoonlijk te leeren kennen en ook de beide andere tak ken van de familie, die- u noemde en daarom ben ik van plan ze allen te vra gen op villa Rozenhof." „Om te logeeren, bedoelt u?" „Ik zal hen vragen, om daar te zijn, als ik er kom," zeide de oude dame, „en" er kwam even een ondeugende glans in haar heldere oogrn „tante Kendle weet wel een middel om hun karakters te be- studeeren, voordat zij zichzelf aan hen bekend maakt. Eerst zal ik mij aan hen vertoonen als een arm, ongelukkig lid Van mijn familie; tegenover haar zullen het pad, gebaand en droog; nog kunnen Liefde's kind'ren gaan, waar Israël's leger toog. Het zangkoor, dat door een wijziging in het programma zijn repertoire ineens moest afwerken, gaf nu onder de 1 goede leiding van Mej. Tilly Leening enkele mooie nummers ten gehoore, waarna prof. v. Ne3 een.korte toespraak hield, in aansluiting op de rede van Dr. Norel. Spr. bepaalde zijn gehcor dn 't hijzon der bij den geestelijken overvloed die de Christen bezit, en die hij heeft om er ook anderen in ie laten deelen. Na zoowel den spreker ais de zangers en solo-zangeres te hebben dank gebracht, sloot spr. de vergadering na het laten zin gen van Gezang 237:4 met gebed. De belangstelling was zeer matig. De H. O. Bazaar. Het bezoek op den H. O. Bezaar was zeer bevredigend gisteravond, terwijl er een zeer opgewekte stemming heerschte. Aan de 200ste bezoekster werd een bon uitgereikt van de fa. Bergers, Doezastraat voor een rollade van 2% pond. Aan een dochtertje, dat haar vergezelde werd door de fa. de Haan, Nieuwe Rijn, een fleschjo eau de cologne aangeboden. _m De 250e bezoeker ontving een bon voor een salonfoto van de fa. Slechtenhorst, Nieuwe Rijn, terwijl de hem vergezellende dame een prachtig luxe potlood ontving. Aan de 300ste bezoeker werd een kistje sigaren aangeboden door de fa. Devil alhier en aan de 400sie bezoekster een schilderij beschikbaar gesteld door de fa. Korenhof, Nieuwe Rijn. Hedenavond volgt de sluiting, waarbij alle niet verkochte artikelen woTden ver loot. Ons wordt nog verzocht te melden, dat gisteren met door „Bobette" maar door „Ut-re-mi" muzikale medewerking werd verleend. Christelijk Militair Tehuis De groote zaal van het tehuis was ter gelegenheid van de te houden gezelliga avond gisteren met vele, ook nieuwe gas ten gevuld. Ook liet bestuur was tegenwoordig. Door onvoorziene omstandigheden was liet programma anders ingericht, dan oor spronkelijk in de bedoeling lag, maar toen men te lialf elf de stroozak weer ging op zoeken, was het meerendeel van onze jon gens toch voldaan. Vader Joosten opende de bijeenkomst met het lezen van Ps. 150 en gebed, waarna aanstonds bet programma werd afgewik keld. Wij zullen niet in bijzonderheden treden, doch vermelden slechts, dat een „burger- gezelschap" het leeuwendeel had met zang en voordracht en een humoristische samen spraak die „inslaeg". Hoofdzaak was, dat de gezellige stemming niet ontbrak. Hét einde van het eigenlijke programma was het met geestdrift zingen burgers en militairen van het aloude Wilhelmus. Door een der burgers werd een opwek king gesproken om nauwer contact met de tehuisbezoekers te krijgen, ook door mid del van de Jongelingsvereeniging. *Tot slot sprak de voorzitter van het be stuur, de lieer A. Mulder, ©enige hartelijke woorden en dankte vader Joosten allen voor hun medewerking en tegenwoordig heid. Zeer zeker zal deze avond er toe heb ben bijgedragen, dat de band, die onze militairen aan het tehuis bindt, is ver sterkt, terwijl aan do 'andere zijde de aan wezige niet-militairen levendige interesse voor liet tehuis hebben gekregen. Wij hoorden ,dat binnenkort weer ©en avond als deze zal worden gehouden, waar bij aaneen afgerond en nog meer ver zorgd programma zal worden samenge steld. Moge het „Tot weerziens", door vader Joosten uitgesproken, geen holle klank zijn geweest. Aan het Zoeklicht Leiden, 15 November 192c We zijn er nog niet op vooruit gegaan. Het vorig jaar sprak de heer Ivleere- kooper van ons Anti-Pt'evolutionairen als van schatkistpiraten. oftewel roovers. Dat was echter in de hitto van den vor- kiozingstrijd en dan zijn er wel eens meer menschen die het hoofd kwijt raken. Maar nu sprak hier de vorige week de HoogEdelGestrenge heer Jan Duys, amb tenaar op wachtgeld, gepensionneerd wet houder van Zaandam en lid van de Tweede Kamer. En dit heerschap had do vriendelijk heid van de rechterzijde te spreken als van een stelletje ban dieeten, d.w.z. vagebonden, roovers. Bandieten, dat zijn de Anti-Revolutio nairen en Chr. Historischen. Bandieten, zoo scheldt een Duys, mannen als Colijn, en Schokking, Iden- burg, de Visser enz. En zoo scheldt nu niet een man van de straat, maar een man van ontwikkeling en beschaving, d;e bovendien nog de ver heffende invloed van het Socialisme heeft ondergaan. Nu ken ik den heer Duys langer dan vandaag. Schelden is nu eenmaal zijn fort Maar wat me verwonderde, het is dat iemand als Mr. van'Eek dergelijke schan delijk uitdrukkingen zonder protest liet passeeren. Het schijnt dan tocli waar te zijn. dat het socialisme zelfs op nobele karakters een verderfelijken invloed uitoefent. OBSERVATOR. Dr. S. G. ds Vriös. Bij Kon. Besl. is op zijn verzoek eer vol ontslagen met dank dr. S. G. de Vries, bibliothecaris en beheerder van het Prentenkabinet aan de Rijks Univer siteit alhier. Politieke actie. Er blijkt voor de te houden verga-, dering van do A. R. K1'esvereenigin 7, waarin de heeren Mr. Briët. Schouten en Ds. Hilbers als sprekers zullen optreden, veel belangstelling te zijn. Het laat zich aanzien dat de berchik- baro kaarten, spoedig 'uitverkocht zu'den zijn. Naar wij vernemen zal in de maand Januari in de Kerk Heeregraclit een openbare vergadering worden gehouden ten babe van de Geref. Drankbestrijding. Als sprekers hopen dan op te treden Ds.' Beck van Pijnacker en do lieer W. C. F. Scheps, Bondspropagandist. Een Haagseh kwartet zal muzikale medewerking, verleenen. Gistermiddag te 3 uur had op de Oude Rijn een. eigenaardig ongeval plaats. De 14-jarige den H., achtervolgde per rijwiel zijn jonger broertje, om clezo tot huisgaan te dwingen. Enkele andere knapen verhinderd-m hem in deze prozaïsche bezigheid en zekere Z. gaf een klap met een stok op het hoofd van den H. Deze gaf zijn belager uit afweer een, duw, waardoor deze in de Oude Rijn-gracht terecht kwam. Z. kreeg in het water oen flauwte,en ware het niet, dat de heer v. B. H. den knaap on middellijk had gegrepen, dan was do dren. kelijk waarschijnlijk verdronken. Door do spoedige hulp werd do jongen bewusteloos opgehaald en door den E. H, D. naar het Academisch Ziekenhuis ver voerd. -Aan den heer J. Warnaar, aannemer allr'er is door B. en W. opgedragen het verbeteren van den Hoogcn Rijndijk met daarmee in verhand staande werken voor de som vanf8909.Door de heeren Geertsma en van der Waals is aan den- zelfden aannemer opgedragen het bouwen van twee burger-woonhuizen voor f 10.000.— zij zich wel op hun gewone manier voor doen. Zoo hoop ik hun ware karakters te doorzien en in staat to zijn te beoordee- len, wie het geschikst is om den rijkdom van mijn man te krijgen dat wil zeg gen, wie. om de woorden van mijn man te gebruiken, met de grootste waarschijn lijkheid een ware, getrouwe dienstknecht Gods zal zijn." Er was een oogenblik stilte in do ka mer. „Uw plan zal, vrees ik, niet gemakke lijk zijn." „Dat hoeft niet. U moet niet vergeten, dat zij mij geen van allen ooit gezien hebben en dat ce mij ook niet kennen op Rozenhof, noch in dio streek; dat maakt het gemakkelijker. In allen gevallo wil ik het wagen. Om te beginnen wil ik aan alle drie een brief schrijven, zonder te a-eriellen, dat ik weer in het land ben, waarin ik hen verzoek mij de. eer aan te doen om op villa Rozenhof te komen en daar te blijven, iotdat ik van mijn reis ben teruggekeerd. Ik zal er bijvoegen, dat ze zullen ontvangen worden door een arm familielid van mij en dat ik hoop, dat zij haar vriendelijk zullen behande len." „Ha, ha!" lachte de zaakwaarnemer, „ik begin nu uw bedoeling te begrijpen, maar mag ik één wijziging aanraden? Laat de familie van Jakob Todd in het kleine villatje logeeren, dat aan do andere zijde van het park ligt. Ik ken de gespan nen verhouding, die tusschen die beide families bestaat, sinds de schande den armen Jakob getroffen heeft en op die manier zullen ze zich l>eiden vrijer gevoe len." „Dat is heel goed; zoo zal ik het doen. Kent u den jongen Max Kendle ook?" „Het is een knappe jonge man, een ad vocaat, die naam begint te maken. Hij wordt als erfgenaam genoemd van een ouden, rijken oom, die heel nukkig en lastig is en hem op 't oogenblik erg kort lioudt." „Nu, nu, spoedig zal ik ze allen kennen. Daar is die rare kellner, om te zeggen, dat het eten klaar is. Ik kleed mij nooit voor het middageten, u behoeft dus geen verontschuldiging te maken over uw daagsche kleeren." v HOOFDSTUK IV. Er is wat gebeurd iets zoo vreemds en zoo heerlijks, dat wij haast niet kun- nen gelooven, dat het waar is. "Wij zullen naar buiten gaan! Ja, 't is werkelijk waar, do hee'.e familie op Tcis iets, wat nog nooit gebeurd is, allemaal te zamen. Eoe heerlijk, wat oen geluk! En het zal ook dicht bij zee zijn. zoodat nu al mijn vage gedachten en drooracn van rollende golven en uitgestrekte stran-» den, van rotsen en zeewier, verwezenl jkt zullen worden. En toch, in mijn vreugde en in de drukte van do voorbereiding,, heb ik een gevoel binnen in mijn hart, dat ik al dat geluk niet verdien on dat God mij veel meer liefde toont dan mijn on-* trouw hart den laatsten tijd wel verdien-» de, wanneer ik ontevreden was en morde. Dio stemming bereikte gisterenmiddag haar toppunt en werd veroorzaakt door nieuws, dat mijn nichtje Ida mij verte'de. Ik was Bernard een eind tegemoet gcloo- pen, die om vijf uur van het kanloor gaat; ik was lTeel warm en voeldo mij onbeha gelijk door de stóf want het is oen ver-» moeiende tocht op oen brandenden •luli-- dag. Ik ging een oogeublik op oen bank zitten om wat te rusten on to bekomen. Toen kwam Ida juist voorbijrijden iri baar prachtige victoria met haar broer dien ongelukkigen, kreupelen bedoel ik 1— de eenige van de familie voor w'.en ik nog iets voel." Ik geloof, dat ik op dat oogenblik een gevoel van afgunst had, toen ik haar zoo gemakkelijk achterover zag zitten, in een keurige zomerjapon en met een broeden stroolioed met een prachtige veer op het hoofd. (Wcrdt vcrvolgd.)w

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1