Aan het einde der Week j Van Duitschland valt nog altijd niets Joeds te melden. iWe zien hier in dezen lijd van voor- gitgang en beschaving een machtig cul tuurvolk in den afgrond verdwijnen. Terwijl huiten de vijanden staan en PoincaTÓ elk middel aangrijpt dat er toe dienen kan Duitschland nogal meer te verzwakken, .woedt in het binnenland de burgerkrijg en staaü. de partijen, inplaats van ernstig het landsbelang te dienen, als furies tegenover elkaar. De geschillen tusschen Saksen en Beie ren en de Bijksregeering zijn oorzaak geweest dat de Socialisten den rooden .wijn nogal meer hebben aangelengd. Heeft eerst president Ebert, van wien het dezer dagen heette dat hij als lid der Soc. Dem. partij geroyeerd zou worden, zijne medewerking verleend, opdat de re volutionaire regeering in Saksen kon wor den afgezet, ook de vooraanstaande Soci alisten in Saksen, werken in denzelf- den geest. Er is 'daar van demonstraties die hier pan de orde van den dag zijn, geen spra ke, maar mén doel alleen wat men kan, om een gematigde xegeering mogelijk té maken. En misschien is dat in de gegeven om standigheden nog maar het beate wat ge daan kan worden, vooral als het waar is, dat de revolutionaire beweging in Saksen door Moskou gevoerd wordt. Het is echter zeer de vraag of de „ge nossen", die toch anders opgevoed zijn, met dit gematigde optreden genoegen zul len nemen. Aanvankelijk scheen dit wel het geval te zijn, maar nu in Beieren de conser vatieven zich zeer sterk gaan roeren, is het zeer de vraag of als weerslag daarop oe Socialisten in Saksen niet een andere tactiek zullen gaan volgen. Mag men de laatste berichten geloo- ven, dan zou de „Beiersche reactie"- zich' gereed maken om naar Berlijn op te ruk ken. Naar het heet worden op groote schaal militaire maatregelen genomen, waarbij het aan wapenen en zelfs aan machine geweren, vliegtuigen en artillerie niet ont breekt. De bedoeling van deze beweging, waar van de deelnemers in Oostenrijkscbe kro nen en Fransche franken betaald lieeten ie worden, zou zijn, aan den republikein- schen regeeringsvorm een einde te ma ken. Mochten deze berichten juist zijn, dan spreekt hef. wel vanzelf, dat een formeele burgeroorlog ontbrandt, tenzij de groote meerderheid van de bevolking met dit streven instemt. Omtrent de verhouding van Duitsch land tot het buitenland valt weinig te vermelden. Uit alles blijkt, dat Poincarê bij de pogingen tot herstel, die overwogen wor den, zooveel mogeb'jk remmend op-; ireedt. En intusschen neemt de ellende, met came in de groote steden, steeds ernsti ger afmetingen aan. Alleen in Berlijn zijn, naar het heet, meer dan 300.000 menschen werkloos, terwijl de mogelijkheid om deze ongeluk- kigen te helpen finaal ontbreekt. De toekomst is donkerder dan ooit. En niemand weet, wat uit dit alles ten slotte nog geboren zal worden. "Wanneer wij let (en op wat zicE in Duitschland afspeelt, dan kan het niet anders of wij komen onder den indruk - van de groote voorrechten, die wij hier genieten. - En dan komen we tevens onder 'den in druk van het feit, dat die voorrechten nog zoo weinig gewaardeerd worden. Hoe anders te verklaren, dat een man als Edo Fimmen, die in de internationale arbeidersbeweging een groote rol speelt, regelrecht op een samengaan met Moskou aanstuurt? Alles wat de laatste Jaren gebeurd is, do zee van ellende, die over de volken is uitgestort, schijnt hem niets te hebben geleerd. Hij heeft slechts één doel: revo lutie. Hoe anders ook te verklaren het feit, dat een Kabinet, dat krachtige pogingen £n het werk wil stellen ons land van den linancieelen ondergang te redden, zonder ïaeer het verder regeeren onmogelijk .■fcrflrd gemaakt? En dat niet allen door revolutionaire poepen, maar ook, en met evenveel ijver, 4oor^ de kopstukken der vrijzinnige partijen en de mannen die in de R. K. arbeidersbeweging de leiding hebben? Wij leven nu in afwachting van de din gen" die komen zullen. Er is in de afgeloopen week reed3 iets veranderd. De fanfares in het Socialis tische kamp zijn verstomd. De jubel over den afbraak heeft 'n ein de genomen nu men denkt aan de ver antwoordelijkheid die men op zich heeft geladen. Opziohzelf ook alweer een reden tot verwondering. Men stelde het immers voor alsof vele honderde millioenen zouden worden weg gegooid en alsof tengevolge daarvan de bezuinigingsmaatregelen noodig wa ren. Die millioenen worden nu bespaard, zoodat er dus op financieel gebied, geen vuiltje aan de lucht is. Niets gemakkelijker dus, dan onder zulke omstandigheden het bewind over te nemen. En toch schrikt men er van terug. Omdat dan nog beter en duidelijker 'dan nu, zou blijken de schrikkelijke mis leiding. waaraan men zich heeft schuldig gemaakt. Weerloosheid en Neutraliteit. „Zij, die nu voor weerloosheid ijveren, zoo lezen wij in dc Nederlander, mogen wel eens bedenken, lioe op het ein de dor 18e eeuw, bet vroeger zoo mach tige Venetië, door weerloosheid voor goed zijne zelfstandigheid verloor. Meer dan 13 eeuwen had de staat bestaan. Over de Adriatisclie zee en een groot deel van het Balkan-Schiereiland had bij geheerscht. Overal was de naam van Venetië geëerd en gevreest geweest, maar toen in 19e eeuw naderde was er degeneratie inge treden. De oude fierheid was door karakterloos heid vervangen. Do eenmaal zoo machtige aristocratie was slap en verwijfd gewor den en toen nu in Italië de strijd tusschen Oostenrijk en Frankrijk ontbrandde, be sloot het bestuur van Venetië niet alleen neutraal te blijven, maar zelfs, geheel weerloos, alles aan te zien. Het meende daardoor het beste bewijs te leveren, dat het de neutraliteit oprecht meende, maar noch Oostenrijk, noch Frankrijk vatten het aldus op. Zij vertrouwden geen neutraliteit, die zich niet met de wapenen wilde handha ven en deden, om beurten, met Venetië, wat zij verkozen. Ten slotte kozen de Ve- netianen, in wanhoop, de zijde van Oos tenrijk, dat hun nog het minste kwaad gedaan had. Zij meenden ook dat Oosten rijk de sterkste was. Zij moesten dus hunne neutraliteit op geven, omdat zij die niet, met klem en kracht, hadden willen verdedigen, en ten slotte bleek het, dat zij op het verkeerde paard hadden gewed. i Bonaparte bleef overwinnaar. Bij Leo- ben wist hij Oostenrijk den vrede af te dwingen. Hij kreeg toen de handen vrij om zich tegen Venetië te keeren. DeFran- schen werden meester in de stad, die ge heel door hen werd ontwapend en uitge plunderd en ten slotte werd het grondge bied van Venetië tusschen Frakrijk en Oostenrijk verdeeld". Men ziet hieruit, zegt het blad, dat een neutraliteit, die niet met kracht wordt gehandhaafd, ophoudt eene neutraliteit te zijn. Geen Staat kan volstaan met aan zijn grenzen bordjes te zetten, waarop staat:, „neutraal terrein, geen toegang" of „geen vrije wandeling". Achter die borden moet oen gewapende macht staan, of de neu traliteit is niet ernstig gemeend." WAAROM TROELSTRA? De Standaard geeft een nadere toe lichting bij baar advies, dat de heer Troelstra als kabinetsformateur behoor: op te treden en schrijft: „Waarom Troelstra? Dat begrijpen sommigen niet. J De man van 1918? De man, dio toen, in revolutionnair sentiment, op misdadige wijze de hand naar het gezag uitstak? Moet die man nu de raadsman der Kroon worden? Moet die zelfs worden uitgenoo- digd een Kabinet te formeeren? Inderdaad, wij kunnen bet niet anders zien dan dat dit alles zou dienen te ge schieden. Die oplossing 'is de eerste, die o.i. be prcefd moet worden. Wordt er anders gehandeld, dan vree- zen we, dat onze constitutioneel-parle- mentairo instellingen een klap zullen krijgen, die ze lang zullen navoelen. Troelstra beeft, met Dresselhuys en Marchant' als schildknapen, den aanval op het regeerkasteel geleid. Door de on trouw van enkele bewakers is die aanval gelukt. Nu kan men toch niet doen alsof er niets bijzonders geschied ware! Nu dieni toch het eerste verzoek uit te gaan aan Mr. T roelstra om, met hulp en steun van Dresselhuys en Marchant, een nieuw Kabinet saam to stellen. Wil men, een Kabinet, dat als hoofd punt op zijn program heeft: herstel v a'nl het financieel even wicht! Of Mr. Troelstra in de samenstelling van zulk een Kabinet slagen zal, is ee:i tweede vraag. Die echter de eerste: of hij er een behoort saam te' stellen, niet te niet doet. Elke oplossing, die in eerste instantie zich richt op wat op zijn allerbest tweede of derde instantie zijn kan, is po litiek te gevaarlijk om het er, in de ge geven omstandigheden, op te kunnen wagen. Daarom blijft Mr. Troelstra, naar ons inzicht, het eerst aan het bod. Niet om een socialistisch Kabinet te formeeren; dat ligt in het Kamervotum niet opgesloten. Maar om een parle mentair Kabinet saam te stellen uit de groepen, die bet Kabinet-Ruys teil val brachten. Eerst als dit niet lukken mocht, kun nen andere oplossingen beproefd worden. GELENGD félEims Een waierkeering doorgestoken. Uit Gorcum wordt aan de Tel. gemeld: Door kwaadwilligen is gisternacht een kade, welke de steenfabriek der firma Heuff en Go. te Vuren beschermt tégen het hooge bloedwater, doorgestoken. Behalve dat het geheele fabrieksterrein onder water liep, waardoor alle werk zaamheden zijn geëindigd, moesten tal van schuren ontruimd worden, terwijl verscheidöne tuinen en boomgaarden in plas en dras herschapen zijn. De dader is men nog niet op het spoor. 1 Een rechercheur mishandeld. 1 Donderdag is een rijks-rechercheur, die to Groningen woonachtig is, te Assen cm stig mishandeld. Hij bevond zich voor za ken in een café, waar hij herkend werd. De bezoekers hadden een veete tegen hem omdat hij in een belangrijke moordzaak het onderzoek had geleid. Nadat hij zoo verstandig was geweest, het café te ver laten, werd hij in do hoofdlaan van het Asser-bosch door een aantal personen achtervolgd en aangevallen. Hij trachtte zich to verdedigen met zijn revolver, die echter ketste. De revolver werd hem af handig gemaakt, waarna bem een ernsti ge woudo aan het cog werd toegebracht. De gemeentepolitie te Assen is de daders op het spoor en zij heeft reeds eenige per sonen aangehouden, alsook den revolver in beslag genomen. „Tel." Misbruik van vertrouv/en. De politie te Zeist heeft gearresteerd en naar Utrecht overgebracht de winkelchef, werkzaam in het magazijn in huishouden lijke en luxe artikelen van den heer v. d. Bosch aan de Slotlaan. Nog onlangs her dacht den winkelchef zijn 25-jarig jubin leum in dienst van den heer v. d. B., waarbij hem een belangrijk bedrag in geld werd geschonken door zijn patroon, die bet volste Tertrouwen stelde in zijn chef. Gebleken is, dat hij dat groote ver trouwen ten onrechte genootj daar hij al jaren achtereen zich geld van de zaak toeeigende. H. genoot behalve een be hoorlijk salaris en vrij wonen in een landhuisje, nog eenige emolumenten. In den loop der jaren moeten duizenden gul dens aan de zaak zijn onthouden. Waar de héér v. d. B. meende met ontslag te kunnen volstaan en geen aangifte deed, oordeelde de politie ambtshalve ingrijpen noodzakelijk. Tragisch. Gisterenmorgen heeft men op de spoor lijn van de Z. H. E. S. M. bij Voorburg het lijk gevonden van een 17-jarigen Duitschen jongen, die bij de familie K. in huis was. Verduistering. Men meldt uit Heerlen aan de Msb.:" Door den winkelier K. F. L., in Heerlen, is bij de politie aangifte gedaan van ver duistering door zijn reiziger, den Amster dammer J. de V., die geinde bedragen ten eigen bate heeft aangewend en zich boven dien een rijwiel cn een handkoffer met monsters toeeigende. Het verduisterde be drag is f 2-10.de V. is voortvluchtig. Bij nader onderzoek bleek nog dat de V. bet rijwiel bij een rijwielhandelaar te Heer len voor den prijs vanf 3.van den hand heeft Vrouwenmoor den. Eenigen tijd geleden is er in het Soniën- bosch bij Brussel een moord op een jonge vrouw gepleegd. In verband met deze mis daad schrijft heb „Handelsblad van Ant werpen": „Het onderzoek, ingesteld naar aanlei ding van den vrouwenmoord in het Soniën- bosch, geeft aanleiding tot een. droevige waarneming. De magistraten staan verstomd over het groot aantal brieven van ouders wier doch ters het vaderlijk huis verlieten, zonder nog van zien te laten hooren. Er zijn er niet minder dan vijf-en-zeven tig Men merke daarenboven wel aan dat dit alleen de meisjes geldt, welke gelijkenis hebben met het rondgestuurd signalement, der vermoorde, dat is die bruinharig zijn. Hoevelen zijn er nu nog die er niet aan gelijken! Ook mag men verwonderd staan over het groot getal ouders die het niet eens aan de politie laten weten, wanneer hun kind het huis ontvlucht. Droeve tijd!" INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie), De nood in de Saksische Pastorieën. Het Comité tot steun in den nood der Saksische predikantsgezinnen (voorzitter do heer A. W. F. Idenburg, secretaris Prof. Slotemaker de Bruine) ontving, d.d. 25 October 1923 van ds. Spranger te Dresden een schrijven, waaruit wij het volgende mededeelen: „De toestanden worden hopeloos en spitsen zich lioe langer hoe meer in Sak sen op anarchie toe. Machinegeweren zijn in onzo stad binnen gebracht. Vreemd krijgsvolk heeft Dresden bezet. De burger oorlog schijnt aan te vangen. Misschien zal er nog éénmaal getracht worden een breuk to voorkomen, maar hoe lang kan dat nog baten? De wond zal opnieuw worden opengereten. Wij zijn een terneer geslagen volk. "God alleen is machtig in den alleruitersten nood een ootmoedigen in- nerlijkcn geest te bewaren. In de pastorieën is nu de crisis zóó ge worden, dat er zelfs geen brood meer kan gekocht worden. Dus komt nu de hongers nood over ons. Wij moeten alle diepten des lijdens doorworstelen. Ook in de kindertehuizen is het water tot aan do lippen gekomen. Alleen voor brood behoeven we per week 1600 milliard mark. Allo moed en hoop dreigen to ontzinken. Wo zijn daadwer kelijk door den nood omsingeld. En wij verwonderen ons er over, dat wo soms nog blijdschap kunnen toonen. Wij strijden tegen do vertwijfeling van ons hart en trachten onszelven telkens weer, om den wille onzer kinderen, tot moed en tot vreugde op te Wekken. Zóó willen we ons gezin het bewijs schenken, dat de Heere licht geeft in den donkersten nacht. i Uw toegenegene, w.g. A. SPRANGER en echtgenoote. 'F? -»V Dit fragment uit een brief, die ook uiterst droeve persoonlijke medodeelingen bevat, behoeft geen commentaar. Zij wordt in zijn weisprekenden eenvoud slechts onder de aandacht gebrald, om op te wekken tot hernieuwde en verhoogde of fervaardigheid. Het adres van den pen ningmeester van Comité-Saksen is: Jhr. L. Huydecoper van Nigtevechl; goederen zende men aan het Gereformeerd Wees huis, Oude Gracht te Utrecht, onder bij voeging: „Voor Saksen". Voor deze omgeving worden bijdragen gaarne in ontvangst genomen door Ds. Locher en Ds. Thomas te Leiden on Ds. de Vries te Rijnsburg. LEIOSCHE PEWKRASSSH Amice. Dat was een schokkend bericht de vo rige week, toen de tijding kwam dat de Vlootwet verworpen was en dat het Kabi net dat aan dit ontwerp zijn lot had ver bonden, daardoor tot aftreden was ge noopt. Het was lieel verklaarbaar, dat velen in onze kringen en niet alleen bij ons, maar bij allen wie de volkswelvaart ter harte gaat, een oogenblik terneergeslagen waren. De verdediging van onze bezittingen en de handhaving van onze neutraliteit is toch een zaak van zeer groote beleekenis. Een uitspraak van de volksvertegenwoor diging, dat zij het allernoodzakelijkste van de landsverdediging niet wen pc h te toe te staan, moet op het buitenland wel een diepen indruk maken. Ik kan mij dan ook zeer goed begrijpen dat Jhr. de^Sa- vornin Lobman, onder den indruk van bet oogenblik, sprak van een der aller- misselijkste daden, ooit door ons parle ment verricht, en wij kunnen ons verze kerd houden, dat in bet buitenland van deze uitspraak terdege nota zal zijn ge nomen. En 'dat is dan nog maar eene zijde van de zaak. Tegelijk toch met de Vlootwet, werden ook de bezuinigings maatregelen weggebezemd. Ik kan veel begrijpen, amice, maar hoe bet mogelijk is geweest dat daaraan werd meegewerkt door mannen, als Dressel huys en van Gijn, die toch ook wel iels van den financieelen toestand en de ge varen die hier dreigen, afweten, dat is mij een raadsel. Evenals het voor mij een raadsel is, dat een aantal R. Katho lieke leden, die toch cok wel hebben ge weten wat hier op het spel stond, liever l»et Kabinet zagen vallen, dan aan dc tot standkoming van de Vlootwet mee te wer ken. Het meest pijnlijk was dit politiek van dalisme zeker wel voor een man als den heer Colijn. Hij is in het Kabinet getreden, op een oogenblik dat de fiuancieele toestand don kerder was dan ooit. Een tekort op den gewonen dienst van meer dan 100 mil- lioen, en dat na. een jaar van bezuiniging, is zeker geen kleinigheid en het zou dan ook verklaarbaar zijn geweest indien de heer Colijn zich aan de oplossing van dit vraagstuk niet had gevraagd. Maar hij lette niet op eigen belangen, maar bij rekende bet zich ten plicht, in een critieken tijd als deze, bet land te dienen. Met blijdschap werd in breede kringen dit optreden begroet. Wie weet, wat er in de wereld zoo'n beetje te koop is, die weet ook, hoe diep treurig de toestand is in landen als Daiischland, waar de men schen millioenen verdienen en waar ze toch van honger en gebrek dreigen om te. komen en waar een heel volk schier op het punt staat onder te gaan. En wanneer nu hier de tering niet naar de nering wordt gezet, en onze staats huishouding met tekorten blijft werken, dan gaan we hier, zij 't dan misschien in minder f^iel tempo, denzelfden kant nit. Dan krijgen we bier ook een, tijd dat de ambtenaren, inplaats 'van minder te verdienen. hun salaris misschien zien verdubbeld, terwijl ze er toch veel slech ter aan toe zijn, omdat ze voor dat geld zoo weinig kunnen koopen. Dat gevaar heeft de lieer Colijn ge zien. Reeds lang voor de verkiezingen, heeft hij zijn waarschuwende stem laten hooren. En nu de zaken dreigden mis te gaan en zijn hulp werd ingeroepen, hield hij zich niet afzijdig, maar nam hij de ondankbare en schier hopelooze taak van bezuir' "ings-minisler op zijne schouders. En dat zijn arbeid niet zonder beteeke- nis bleef werd aan alle kanten gevoeld. Een „hooggeplaatsto autoriteit" ver klaarde aan het Handelsblad, dat in do paar weken dat de heer Colijn aan het bewind was, reeds meer voor do be zuiniging was bereikt, dan in jaren tevo ren, - 1 ''3'' i 1V'4!*! Men gevoelde de hand van den meester. En nu werd plotseling, terwijl hij nog bezig was zijne plannen voor to bereiden en voor hij gced en wel aan het werk kon gaan, dit minislerieele leven afgesneden, onder het hoongelach van do tegenstan ders, die liever alles kapot zien gaan, dan de landsbelangen te dienen. Dat moet wel een pijnlijk oogenblik zijn geweest dunkt me, voor onzen leider. En toch, amice, zou ik honderdmaal liever in zijne schoenen staan, dan in dio van den heer Troelstra, die zich de laatste dagen Weer als triumfator liet huldigen en die door de overwinnings roes zoo deerlijk bevangen werd. Wat heeft die man toch goed be schouwd weer een erbarmelijk figuur ge maakt. 1 In mijn gedachten heb ik hem zien staan, Zaterdagavond, op hét balcon van zijn woning, toen hij van zijn politieken tegenstander sprak als van „de kracht patser die het binnen een maand had af gelegd." Hoe ridderlijk niet waar, en hoe fijn gevoeld! Maar nog erger maakte bij het Maan dagavond toen hij op hoogen toon be weerde, dat het hem nu toch eindelijk gelukt was de antithese dood to maken. Ik dacht toen onwillekeurig aan een ■andere beroemdheid als antithese-killer, do heer Roodhuyzen, van wien ik in 1911 eenzelfde bewering hoorde. Eindelijk, ein delijk was nu de antithese dood. Niet schijndood, maar morsdood. De vrijzin-. •nigon onder zijn gehoor waren in extase V. en applaudiseerden dat hot een lieve lust la was- Eii Maa-r toen het applaus bedaard wr.s en;t j de spreker een slokje water had gedron- [g ken; toen riep hij zijn gehoor te wapen fr tegen de antithese. ocl< bb Met Troelstra gaat het niet anders. Het* dooden van de antithese beschouwde hi!v als de kroon op zijn levenswerk. Maar nauw zijn de toejuichingen verstomd ol hij is in H e t V o 1 k al weer aan het L vechten tegen de antithese. i Opmerkelijk vond ik'het amice, dat doT roode leider zulke eigenaardige woorden gebruikte. Zaterdag riep hij de opt4 wapenaar zijn gehoor toe het g c- weer bij den voet*te houden en Maan-*, dag sprak hij de republikein die in;v 1918 met zooveel genoegen de kronen1 over de straat zag rollen van de I kroon op zijn werk. De Haagschc hoorders riepen hem on-* ln middellijk tot do orde en brulden in koor, neen, niet het geweer. Maar de Am sterdammers namen naar 't scheen, aan d-e kroon geen aanstoot. 't Was natuurlijk toevallig, dat Troel- slra deze ïvoorden gebruikte,' maar toch' teekenen ze precies zijn optreden. Want ondanks alle gebazel is en blijft Tróelslra toch de man van het geweld. En zijn; T heerschzucht ia n:et minder groot, dan T van gekroonde hoofdeu. I Dat is wel gebleken in 1918 toen hij fij zich dictator waande, en teen hij met p zooveel ophef sprak van zijn vriend Ebert, b den ongekroonden Duitschen president en jc< van de groote meerderheid van het volk' b dat gereed stond om hem, Trcclstra, als h heerscher te huldigen. F De ontnuchtering is toen al heel gauw en heel wreed tevens gekomen, maar 'do j droomen zijn toch gebleven. Vóóraan had de S. D. A. P. gestaan bij het ten val fr brengen van h<ét Kabinet en bij do oplos-* j sing van de crisis, zou ze ook vooraan ti welen te staan. Colijn, de bouwer af, en Troel- j/i s t r a de breker in zijn plaats. Zoo zou u het gaan. li Maar teen kwam weer de oiitnuchle-* L ring. Dresselhuys en van Gijn trokk.v de L rokspanden bij elkaar. Zeker, ze hadden wel meegedaan aan het heibeltje, maar faj men moest toch alsjeblieft niet denken, l dat ze nu met Troelstra in zee wilden gaan. Van Katholieke zij-de kwaaien scortgo- F lijke verklaringen en zelfs de heer Mar- E chant keek onmiddellijk een anderen kant J, uit. k En toen de rechtsche bladen verklaar- o den dat Troelstra als de voorman bii den aanval nu ook de leiding moes! blijven I behouden, toen klaagde het Volk dat men dit allien maar deed. om de onmacht r van de S. D. A. P. te beter te doen uit- i d komen. En terwijl van alle kanten soijt be* luigd wordt dat de heer Cob'jn is heen*F gegaan en dc vraag wordt gesteld of te- rugjeeer niet mogelijk is, moet zeUf» jJ Troelstïa, al erkennen, dat de F». D. A P. 1 niet. bij machte is, de gebroken vult ie her- I' stellen. li Afbreken, wanorde stichten, dat is hun beroep. Maar van bouwen hebben ze geen verstand. Kot is jammer amice, d;tt dit in onze kringen niet beter wordt ingezien, cn dat er nog altijd 'menschen zijn d:e zich door den schijn laten bedriegen. Want daar- door maken zij het mogelijk, niet dat I ons land onder socialistische dictatuur komt, zoover zijn we nog niet, maar wel 1 dat de revohitiona-'re groepen-zoo nu en dan gelegenheid krijgen hun afbraak- zucht bot te vieren r.n ons volk zedelijk' en geestelijk te vergiftigen. Ik weet niet amice, hoe de er'sis zal j worden opgelost. De zaak is mij. als bui- tenstaander nog niet duidelijk. Maar dit is wel duidelijk, dat de heer Colijn, nog 1 staat in zijn volle kracht en dat de uit komst nu reeds heeft geleerd, dat wat hij, betoogde juist was. h Mocht men de tegenstanders van de j Vlootwet gelooven, dan zou verwerping van dit ontwerp, beteekenen de besparing van vele millioenen. Maar nu ze hun' doel hebben bereikt, nu moeten ze erken- nen, dat het dreigende tekort met geen' j cent verminderd .is, «n dat het bezuini- gingsvraagstuk nog in zijn vollen omvang l voor ons ligt. Door een onzer bladen is de opmerking J gemaakt, dat in deze dagen onze partij. als één man achter haar le;der stond en dat we, hoewel teruggedrongen, volkomen j paraat met en achter hem in 't veld' j Tot op zekere hoogte is dat waar amice, maar heolemaal toch niet. I Wat deed onze partij is deze fclbewo- I gen dagen toen alles in de weer was om j ons volk te verleugeneu. Er is voorzoover I mij bekend is. één strooibiljet verspreid en dat ging blijkens liet onderschrift nog buiten de partij om. Wat deden onze Kiesvereenig-ngen? Waren onze propagancT'aclubs in actie? Wat deden wij zelf? Moeten -niet velen met schaamte erkennen, dat ze zich ent hun gezin wel door do ons vijandige pers j lieten verleugenen, terwijl ze vergaten I zich door wat onze pers bood tot weer te sterken? l De drukking der melk brengt, boter. voort.cn zoo is 't ook hier mogelijk, dat; deze tegenslag. e?i tegenstand onze krach- I ten staalt. Ik hoop althans, dat ons volk nu eens goed wakker zal worden en za|( inzien waar 't heengaat als wij ons lauw. I toonen en onverschillig. Ik weet wel, 't werken is niet alles. I Maar God bedient zich nu eenmaal van do middelen cn bindt Zich vaak aan d« middelen. Als wij Gods zegen zullen ver* wachten over onszelt en over ons volk, dan is allereerst noodig, dat wij allo lauwheid afschudden cn dat we ons met, alio ons ten dienste staande middelen wapenen, ook voor den staatkundigen strijd. Ik hoop amice, dat we daarvan ook m deze omgeving de vruchten zullen zien. VERITAo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6