Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCOE ABOHflSEBIENTSPRIJS In Leiden en buiten Leidon .'jSg waar agenten gevestigd ïljn Per kwartaal f2.50 ^er week f 0.19 (franco per post per kwartaal f 2.90 4üe JAARGANG. - DSNS9AG 30 OCTOBER 1923 No. 1075 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58836 ADVERTENTIE-PH5J3 ^Gewone advertentiën per regel 22Yt cesti Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief) fjBij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta^ "fPo van ten hoogste 30 .woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. i ^Jst nummer bestaat uit twee bladen. De crisis. Met de oplossing van 'de crisis zal liet [waarschijnlijk niet van een leien dakje gaan. Daarvoor is de zaak te gecompliceerd. Volgens parlementairen regel is het ongetwijfeld juist dat thans op Mr. Troel-; stra en wie met hem de oppositie vorm* 'den de taak rust een nieuw Kabinet te leveren. Maar tegelijkertijd kan ook wel als ze ker worden, aangenomen dat pogingen in deze richting zeer weinig kans van sla gen zullen hebben. Mr. Troelstra had volkomen gelijk* toen hij Zaterdag opmerkte dat het gemakke lijker is een regeering te verjagen, dan er een voor in de plaats te stellen. De eerste de beste kwajongen kan een kostbare spiegelruit vernielen. En in 't oog van zijne kameraden is 'hij dan mis- shien wel een heelo piet. "Wat anderen veel knapper dan hij, met veel moeite hebben tot stand gebraht. breekt hij met zijn kleine knuisten in enkele seccn- den af. Maar o wee, als hij nu ook de aange- lichte schade zou moeten herstellen. Zoo is het nu ook met de Sociaal-De mocraten. Er gaat in het roode kamp een gejuich op, alsof een groot heldenstuk is vol bracht. Maar in werkelijkheid heeft men niets anders gedaan dan afbreken. En a]s Mr. TroeTstra in de gelegenheid wordt gesteld te gaan bouwen, dan zal zijn onmacht-wel spoedig blijken. Toegegeven moet worden, dat hij zich zeer tegemoetkomend heeft betoond. De leuze „geen man en geen c§nt" is al bij voorbaat opgeborgen. Het heet nu, dat de ontwapening geleidelijk moet geschie den, waarschijnlijk op de manier van België en Zweden, waar aan het defensie- vraagstuk wel degelijk de noodi.ge aan dacht wordt geschonken. Maar ook al zijn de heeren bereid een flinke schep water in den xooden wijn te doen, dan is de zaak toch nog niet in örde. W^nt 't ging hij de Vlootwet niet al leen om het defensie-vraagstuk. De vrijzinnigen van allerlei slag, zijn natuurlijk niet achter Mr. Troelstra gaan staan omdat, ze leger en vloot willen liguideeren. Het is hier weer de oude geschiedenis. Op heizelfde oogenblik dat de anti these zoo het heet den doodsteek zou krijgen, was het de antithese die hunne houd:ng bepaalde en die maakte dat alle vrijzinnigen zender een enkele uitzonde ring zich tegenover het zittende Kabinet plaatsten en dat zelfs een van Karne- beek bij niemand steun vond. Nog voor hekend was- hoe het debat Zou verloopen en of door de Regeering misschien concessies zouden worden ge- daan, werd reeds het bericht gelanceerd, 'dat heel de linkerzijde als één man zou tegenstemmen.' Ingediende amendementen werden zelfs zonder meer ingetrokken. Het ging niet meer om de Vlootwet, maar om het Kabinet. Het was voor de linkerzijde een poli tieke kwestie geworden. Maar de motieven waren niet hij allen eender. Bij allen liet ongetwijfeld het anti- - Jericalisme zijn invloed gelden. Doch er waren ook neven-motieven, f Sommigen zagen het Kabinet gaarne vallen omdat het krachtig wilde bezuini- gen. Dat moest tot eiken prijs worden voor* komen. Maar daarnaast stonden anderen, zoo als in de Vrijdagavond te 's-Gravenhage 'gehouden vergadering van den Vrijheids bond bleek, die het Kabinet wilden laten kelderen, omdat het te vooruitstre vend was. Met voldoening verklaarde de heer Drion, dat het nu met het nemen van 60ciale maatregelen wel gedaan zou zijn. Hier ging het dus tegen Minister Aal-f iberse. En daarom plaatsten ze zich achter roe! stra. Bij het Roomsche deel der oppositie ging het niet anders. Mr. van Schaik had bezwaren omdat z.i. door deze wet de macht van de Volks vertegenwoordiging zou worden beknot en daarom ging hij mee met Mr. Troel stra wiens ideaal belichaamd is in solda- tenraden en andere revolutionaire en on- jdemocratiscbe instellingen zooals men die dn het buitenland heeft gekend en die het [Parlement op nonactiviteit stelden, i; Daar was een Mevr. Bronsveld, 'die haar gevoel liet spreken en die geen ge- (weld wil en daarom plaatste zij zich naast Mej. Groeneweg die in 1918 ver klaarde, dat het er zoo noodig maar met Igeweld op los moest gaan en die voor ieen bloedbad niet scheen terug te dem pen. Door een vooraanstaand Katholiek" [werd dezer dagen de opmerking gemaakt, dat het de onderwijzers waren en de lïijgestelden. die den doorslasr gaven. De bedoeling was, te kennen te geven, zooals in het Hdbl. betoogd werd, dat sommigen zich lieten leiden door hun vrees voor de bezuinigingsmaatregelen die dit Kabinet voornemens was te ne men en dat de sociale maatregelen in het 'gedrang zouden komen. Maar naast deze democraten staan weer andere tegenstemmers, mannen als Braat en de Boer die de val van het Ka binet met vreugde begroeten omdat hun Ideaal is. dat de geheele sociale wetge ving finaal wordt stopgezet. Zoo staan we hier voor een politieken chaos, waaruit geen ontkomen mogelijk schijnt. Dat maakt het oplossen van deze crisis zoo uiterst moeilijk. Maar dat maakt tevens het karakter van dit votum zoo heel ernstig. Immers, het bestaan van deze tegen stellingen, was aan de oppositie niet on bekend. Dat mannen als Dresselhuys en Mar- chant en Troelstra, verblind als ze wa ren door partijhaat daarmee niet reken den is verklaarbaar. Maar dat mannen als Mr. van Schaik, die dit alles voor zich hebben gezien toch het Kabinet opofferden en toch, wel bewust tot zijn val meewerkten, wijst er op, dat op voortzetting van de samen werking der rechtsche partijen weinig prijs meer werd gesteld. Geplaatst voor de keuze een minder welgevallig ontwerp, waartegen echter geen principieel© bezwaren bestonden te accepteeren of het Kabinet den bons te geven en de samenwerking der rechtsche groepen onmogelijk te maken, kozen zij •het laatste. Welbewust, en na rijp beraad En zoo is een conflict ontstaan dat ver strekkende gevolgen kan hebben en waar over alleen zij, die met de belangen van land en volk niet rekenen, zich kunnen verheugen. V Walgelijk. De liberale b-aden zijn merkbaar met hunne houding verlegen. Eerst hebben ze dapper meegeholpen om het Kabinet ten vil to brengen, maar nu de beslissing gevallen is, schrikken ze toch voor de gevolgen terug. De N. R. G r t. die zich alleen door een enghartige partijpolitiek heeft laten leiden, bezweert nu do rechtsche partijen om het crisis vraagstuk toch niet in troe bel partijwater te sturen en de toch al zware taak van H. M. de Koningin niet nog meer te verzwaren. Eerst werd de leiding van Mr. Troel stra aanvaard en nu -heet het, dat men wel moet bedenken dat een Kabinet- Troelstra onze financiën niet op streek zal helpen. Eerst werd Minister Colijn op genie pige wijze aangevallen en lustig tegen hem gestookt en nu heet het, dat men toch vooral niet uit het oog moet verlie zen, dat een Kabinet dat krachtig weet te bezuinigen noodzakelijk is. Het is w a 1 g e 1 ij k in één woord. Als de N. R. G r t. ook maar een wei nig politiek eergevoel had, dan zou ze nu althans het zwijgen er toe doen en niet op zalvenden toon anderen aansporen de politiek er buiten te laten. V Waarom de Vlootwet viel. Wij hebben gisteren uit het liberale Handelsblad een beschouwing over genomen waaruit bleek, dat ook een ze ker deel der linkerzijde het aftreden van den heer Colijn voor ons land zeer te be treuren acht. Thans schrijft dezelfde „hooggeplaatste autoriteit" aan dit blad over den geest, waarmee voormanen van R. K. vakver- eenigingen het bericht van den val van het kabinet hebben ontvangen: „Toen Vrijdagnamiddag een hunner, ieen bekend man in do Haagsche ge meentepolitiek, het bericht ontving, kon 'hij zijn blijdschap erover moeilijk on derdrukken. „Goddank, nu zijn w ij tenminste van al die bezuinigingsmaat regelen af. Laat een ander die nu maar eens opknappen, dan staan wij er ten- minste vrijer en gemakkelijker tegen over." Deze uiting wijst er op, welke een ge voel van opluchting de gang van zaken in die kringen heeft gewekt. Merkwaardig is, dat ook de amhtena-" ren zich opgelucht toonen. „Nu komt er van bezuiniging op de salarissen niets", zoo hooren we telkens zeggeu. Er zijn zelfs kantoren, waar de ambtenaren elkaar eens lekker getracteerd heb ben op „den goeden afloop"... Het is heel interessant wat dit blad schrijft. Alleen maar jammer dat de liberale pers met dergelijke beschouwingen thans.komt aandragen, nadat z9 eerst met volle kracht meewerkte om Colijn ten val te brengen. Dat een zeker deel der ambtenaren dife van meet af de bezuinigingspogingen heb ben tegengewerkt elkaar eens lekker tracteeren i>? te verstaan. Maar wie elkaar niet zullen tracteereu, dat zijn de belastingbetalers en zij die nog iets verder zien, dan hun eigen kleine belangen -kringetje. STADSNIEUWS. Chr. Vrouwenbond. In gebouw 5,Phébe" trad voor bovenge- noemden. bond op de heer G. J. Stal, cud- Gouverneur van Suriname, om do talrijke schare bfelangbellenden mededeelingen te cloenl omtrent de melaatschheid. De presidente van de Afdeeling, mevr. SchoklcingMetelerkamp, opende de bij eenkomst met het doen zingen van Ps. 25 2 en 3, het lezen von een gedeelte van Mattheus 25 en voorgaan in gebed, en gaf na een korte inleiding het woord aan den spreker. Deze, zich aansluitende aan het voor gelezen schriftgedeelte, zeide, dat de Le- prozenlijder wel tot de minsten der broe deren kan worden gerekend. Do melaat- schenverpleging is daarom een groot werk der liefde, waarmee voldoening noch eer valt to behalen. Van de verpleegsters eischt het abso lute opoffering om hen die van de wereld zijn afgesloten to verzorgen tot het onher roepelijke einde. Spr. behandelde vervolgens de ziektever schijnselen bij lepra-, zooals dio zich van oude tijden af heeft voorgedaan. Karakteristiek is de dof-witte huidkleur, terwijl het groote besmettingsgevaar be kend mag worden verondersteld. Dit laatste is de voornaamste oorzaak van do meedoo gen leze behandeling der pa tiënten in vroeger eeuwen. Doch ook de wijze waarop men, met name onder het volle Israël, de melaatsch heid beschouwde, n.l. als ©en straf van God, dëed hen, die aan ,,do plage" leden, worden tot uitgeworpenen van de maat schappij. In do Mozaïsche wetgeving vindt men dit karakter dan ook terug, hoewel daar nog gerekend wordt op de mogelijkheid van genezing. Van verpleging of zelfs de minste verzachting van hot lot der diep betreurenswaardige schepselen, was even wel geen sprake tot Jezus kwam. Zijn hart werd met erbarming bewogen en) op hun smeekbede genas hij ze. Het is, zeide spr., niet onbogrijpeijk, dat or tot do lcoms van den Heiland van verpleging der Leprozen geen sprake was. Het besmettingsgevaar bracht de angst niet de melaa-tschen in aanraking to 1-coA men en de angst voor het gevaar laat den menisch wel eens vreemde dingen deen. Is de melaatschheid dan zoo afzichtelijk en gevaarlijk? Hoe de ziekto in haar uiter lijke vormen is, waagde spr. niet to be schrijven, doch hij citeerde slochts Numeri 12 waar Aaron een roerende smeekbede op zendt voor do genezing van Mirjam's mc- latschheid: „Laat mij toch niet zijn als een doode, van wiens vleesch de helft wel verteerd is." Men kan volstaan met te zeggen, dat de melaatschheid ©en der dieptepunten der uiterste ellende is. En nu Jezus' bevol deze ongelukkigen te helpen ia in de wereld uitgedragen. Er is «verbetering gekomen, maar niet direct en-niet afdoende. In de Middeleeuwen wanen het de Ka tholieke orden (en meer speciaal die van St. Lazarus), die de zorg voor de melaat- schen, wier aantal door overbrenging uit het oosten zich ook in Euroipa schrikba rend uitbreidde, ter hand namen. Niet minder dan 19.000 lepra-huizen telde men in die dagen, maar toch de behan deling liet nog veel to wenschen! over. Do leprczm werden opgeborgen; meer niet; zij bleven dragen het stempel der af schuw en moesten zich houden aan strenge vcorchriften. Teekenend is wel, dat ieder, die een me laatsche, welke niet met den klep(per) liep, op straat tegenkwam, heb recht had. deze onmiddellijk to dood-en. Eenmaal in een leprozenhuis opgesloten, waren do melaatsch-en levend dood, en dezo opsluiting ging dan ook gepaard met droevige begrafenis-ceremoniën. Ook Nederland heeft zijn leprozenhuizen gehad do cersto werd gesticht in 1147. Suriname, waar spr. door eigen aanschou wing riet de vreeselijko ziekte kennis maakto, kreeg in 1790 zijn cersto leprozen* huis. Voor dien was do behandeling, of beter do mishandeling vreeselijk. Melaatsche slaven waren het aas voor klcino baasjes, die hen voor ©en zacht prijsje konden opkcopen en er het werk uit halen wat er nog uit te halen viol. Het Gouvernementsgesticht „Voorzorg" aan do Saramaeca voldeed niet, doordien de slaven wegliepen, en na enkele wisse lingen werd ingericht het gesticht Cliat- tillon. Van R. K. zijde heeft men op lofwaar dige wijze getracht verzachting van heb lot der melaatschen to verkrijgen. Do Gerardus Maj el la-Stichting, welke Hums 123 patiënten telt, draagt niet het karakter van een „bergplaats". Van Prc-testantschc zijde is men er na erkele vergeefsche pogingen in geslaagd een eigen gesticht voor de Protestantscho leprozen te verkrijgen. Op 19 Juli 1S99 werd „Bethesda" aan de Suriname geopend. De eerste verpleegster was Lina Perfner, de eerste patiënt Louis Ka-mpf een lamme en blinde, dio tot grooteu zegen voor anderen is geworden. Nadien heeft het nooit aan verpleegsters en patiënten ontbroken en dit laatste is wel een wonder, daar niemand z'n vrijheid meer bemint dan de melaatsche. Aan de hand van een ree les keurig© lichtbeelden, zette do heer Staal het zegenrijke werk van Bethesda uiteen om met oen herinnering aa-n de eereschuld van Ne derland aan Suriname, dit werk der barm hartigheid in de liefde en gedachtenis der aanwezigen aan te bevelen. Mevr. Schokking sprak een dankwoord, waarna de bijeenkomst met het zingen van den Avondzang en dankgebed werd gesloten. MJï** Chr. Besturenbond. r - Op initiatief van den Chr. Besturen bond werd gisteravond in „Prediker" een vergadering gehouden, ter bespreking van het onderwerp„Het D u i t s c h e b e- dr ij fsra denstelsel en zijn bc- teekenis voor de Nederland se he industrie", dat werd ingeleid door den heer G. A. Post. In zijn inleiding wees spr. op het ken merkende van de in de laatste jaren ge dane pogingen om in het bedrijfsleven tot een oplossing te komen, n.l. dat men zich steeds toespitst op bepaa'do stelsels. Wat betreft het deelnemen van de Chr. organisaties aan de oplossing dezer vraagstukken, moet het gezegd, dat de eerepalm toekomt aan de Robmschen, die zich hiervoor meer hebben ingespannen dan wij. Wat het opbouwen dezer stelsels over 't algemeen betreft, laat het zich ander zijds ook weer verklaren dat zij die er geen beginsel op na houden, zich uitslui tend werpen op een wettelijke rege ling van het bedrijfsleven. Spr. geeft dan achtereenvolgens een opsomming van eenige stelsels die door de verschillende richtingen worden voor gestaan. Zoo willen de modernen b.v. al leen weten van Socialisatie; de Room- schen zoeken de oplossing in de richting van bedrijfsorganisatie, en wij, zegt spr., willen, „medezeggenschap" in de bedrij ven. In tegenstelling met deze stelsels, voor de toepassing waarvan noch de arbeiders zelve, noch de maatschappij in 't alge meen bleek rijp te zijn, heeft het bedrijfs- radenstelsel zooals dit in Duitschland wordt gevolgd reeds eenig practisch re sultaat opgeleverd. Dit stelsel is daar te lande bij de grond wet geregeld en duidelijk omschreven, zooals uit eenige, door spr. geciteerde artikelen blijkt. Uitvoerig gaat spr. na de omstandig heden waaronder de bedrijfsradenwet tot stand kwam, en waaruit eenige vreemd- aandoende bepalingen moeten worden verklaard. Aan de hand van een artikel over het Duitsche stelsel van Dr. Th. v. d. Waer- den toont spr. het verschil aan tusschen den bedrijfsraad zooals hij in de prac- tijk werkt, en den vermeenden onderne mingsraad, zooals hij in dit „Volk"-arti- kel verkeerdelijk genoemd wordt. Deze laatste benaming zou bij den HoUandschen arbeider den indruk kun nen vestigen, als hadden de arbeiders die onder dit Duitsche stelsel vallen, ook medezeggenschap over de bestemming van het bedrijfskapitaal. En dat is toch in strijd met de werkelijkheid. In den Duit- schen bedrijfsraad, waarin de onderne mer^) en een kern van de uit hun midden benoemde arbeiders van elk be drijf (niet alleen van elk vak) zitting hebben, hebben ondernemers en arbei ders een gelijk aantal stemmen. Do ver kiezing van de leden voor den bedrijfs raad heeft volgens de wet plaats naar het beginsel van evenredige vertegen woordiging, 't geen spr. echter een pas kwil noemt, daar de moderne organisa ties meer dan een raillioen, en de Chris telijke, dat zijn daar de R. K. bonden slechts 200.000 leden tellen. Het bedrijfsradenstelsel in Duitschland is zich zelf ontgaan; het is daar op aan drang van de socialisten ingevoerd, met de bedoeling om het. eenmaal om te zetten in socialisatie. Evenwel valt er veel uit te leeren, temeer nu de in ons land voorge stane stelsels niet houdbaar zijn geble ken. Gevaarlijk is het om do bedrijfsorgani satie in kerkelijke banen te willen drin gen, zooals spr. aanwijst met een beroep op hetgeen Dr. Kuyper reeds waarschu wend zei in „Pro Rege" met het oog op het gevaar voor versteening van het ker kelijk leven. Spr. behandelt vervolgens het plan voor bedrijfsorganisatie van den Roomschen prof Aengenent. Ook hierin lag wel een sclvoone gedachte, maar het paste zich niet aan bij den zedelijken ondergrond van liet meerendeel dergenen die bij het bedrijfsleven betrokken zijn. Prof. A. had gerekend op een Christelijke» bodem in het volksleven, dio bij nadero beschou wing in de practijk bleek niet aanwezig te zijn. Zooals echter het stelsel in Duitschland geregeld is, n.l. uitsluitend wettelijk, kle- Vcn er ook groote bezwaren aan, wat o.a. Aan het Zoeklicht Leiden 30 October 1936. Troelstra, in zijn vreugderoes, heeft ge* sproken. Colijn is weg, en nu is hij de roode dictator, graag bereid diens plaats in te nemen. Er is echter een kleine kleinigheid die hem weerhoudt. Hij heeft geen meerderheid. i Althans niet in de Kamer. En toch, een rechtsch ministerie mag er niet meer komen. De coalitie is vermoord en de S. D. A. P. zal er voor waken, dat zij nooit meer herleeft. Troelstra, die niet gewoon is zich te vergissen, heeft het in hoogst eigen per-; soon gezegd. En om dat doel te bereiken, wil hij nu een beroep zien gedaan op het volk. De Kamer moet worden ontbonden en dan moet het gaan vóór of tegen Trcelstra. Ik weet niet of het zoover komt. Maar me dunkt, onze Kiesvereenigin* gen deen heel verstandig als zij onmid- dellijk aan het werk gaan. Eu dan zóó aan 't werk dat de roode leider weer evenals in 191S onder do dekens terecht komt. OBSERVATOR. blijkt uit do telkenmale herhaalde b?na- ling, waarin een beroep op eendrachtige samenwerk::ng gedaan wordt, „ook bij schokkende, gebeurtenissen".^ Een louter wettelijk stelsel -houdt geen rekening met het feit der zonde; een stel-» sel dat enkel op we-derzijdsch vertrouwen rust beantwoordt niet aan de rauwe wer kelijkheid. Uit beide valt evenwel te lee ren. In elk geval, zoo concludeert spr., is het gewenseht, dat in stede van do hui dige vakorganisaties een sfc!s°l wo-de verkregen waardoor meer voor ieder be-: drijf speciaal deskundigen kunnen rco- despreken hij het overleg tusschen onder* nemer en arbeider, omdat e-k bedrijf op zich zelf staat, en een al le genera1© rege ling nooit allen details kan omvat::!. In het bijzonder legde spr. er den na druk op, dat de Neöerlandsche Aibeids* gcschillenwot. de arbeiders in even gunstige positie stelt als de Duitsche col leges, die in het bcdrijfsradens'.e'sel be trokken zijn. De groote fout is echter dat men er hier geen gebruik van maakt. Het zal daarom zaak zijn dat do arbeiders zicli meer oriënteeren omtrent de behoef ten van het bedrijf waarin zii werken, en ten dienste staande wettelijke middelen om de wederzijdsche belangen van onder nemer en ondergeschikte naar evenredig heid te dienen. Van de gelegenheid om vragen te stel len, werd oen zeer druk gebruik gemaakt, wat een aangename bespreking tot gevolg had. Jammer, dat het gehcor niet wat groo* ter was. Demping van de Mare. Met betrekking tot de Maredcmping laat ook prof. dr. Huizinga in do „N. R. Ct." ©en waarschuwend woord hooren „Het gevaar schoen gewekenopeens blijkt hot dreigender dan ooit. Het dein- pingsplan komt in behandeling. Stads schoen bedreigd met schending? Quaestia van smaak, moenen B. en W. Het klinkt misschien verwaand, maar ik zou willen opmerken: neen, een quaestio van inzicht. Dertig jaar geleden begreep ge-en ge meentebestuur nog staadsschoon als stads belang. Nu weet ieder gemeentebestuur, dat men niet onnoodig aan een mooi ge veltje mag raken (wat niet vorhindert-, dat het toch herhaaldelijk gebeurt). Maar nog niet doorgedrongen is het be grip, wat do structuur oenor stad als zoodanig voor de schoonheid bc- teekent. \V5e dezo onnoodig schendt-, be gaat iets veel onherstelbaarders dan wie een gevel afbreekt. Ik voorspel het u: het wordt afschuwe lijk, dezo onbeholpen en ondoelteffend« verkeersverbctering. Ik voorspel ook, dab men over twintig jaar algemeen hot- col lege, die het ried, en den raad, die licb' misschien zal aannemen, zal smaden als kortzichtigen. Wellicht za-1 men een kras ser woord gebruiken. Ik zou het ook doen^ als de beleefdheid het mij niet verbood. t =i-= Gistermiddag omstreeks half zea ontstond een begin van brand in de Doe* lenkazerne, doordat een houten kist die te dicht bij den schoorsteen stond, begon' te branden. Het vuur kon in den aanvang worden gestuit. »t t= Mej. L. P. werd gistermiddag op t haar wandeling langs de Haven aange* reden door een wielrijder. Zij kwam te vallen, en bekwam ceni beduidende wond aan een der voeten. Hedenmorgen te kwart voor elf, ié een begin van briuid ontstaan in de woon*^ kamer van een perceel in de Maarsmans*^ steeg, bewoond door de fam: Me ij sen. Het ongeval was te wijten aan een pe troleumkachel die te dicht bij bet be hangsel was geplaatst, waardoor het laat ate vlam vatte. Met behulp van emmers water hebbö) do bewoners zelf het brandje gebluschi Pek de brandweer was ter plaatse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1