Aan het einde der Week Een week vol van spanning ligt achter ons. In het buitenland en niet minder in het binnenland. Belangrijke gebeurtenissen, die diep ingrijpende gevolgen kunnen hebben speelden zich af. Duitschland maakt een geweldige crisis door. ijj Het kraakt overal. In Saksen zijn het de Communisten die bun slag trachten te slaan en in Beieren dreigt het gevaar van de tegenoverge stelde zijde. i En daarbij komt nu nog de Separatis tische beweging in het Rijnland, door Onverantwoordelijke heethoofden geleid en door Frankrijk en België gesteund. Donkerder dan ooit schijnt de toe komst. En terwijl het zoo in Duitschland gaat om leven of dood, terwijl elk oogenblik als het ware de ineenstorting kan ko men, gaan de geallieerden delibereeren over de vraag of een internationale con ferentie kan worden gehouden over het vergoedings vraagstuk. Het klinkt als een bespotting, 't Schijnt of de leiders met blindheid zijn geslagen. Want het is zeer de vraag of er straks nog een Duitschland zal zijn in staat ook maar eenige vergoeding te betalen. Slechts wanneer de meeste spoed wordt betracht zal eene conferentie misschien nog nut kunnen afwerpen. En dan is liet nog zeer de vraag of redding van het diep geteisterde Duitsch-r land mogelijk zal zijn. Ook in ons land speelden zich belang- langrijke gebeurtenissen af. Het ontwerp-Vlootwet is verworpen en daarmee is aan het leven van dit Kabinet een einde gemaakt. En wat meer zegt, ook aan het ministe- rieele leven van Minister Colijn. Daarom was het trouwens bij de ver- eenigde linkerzijde te doen. De heele toeleg is geweest Colijn te treffen. Daarom sprak men =s altijd weer van de wet-Colijnt. Daarom werd schamper gesproken van de olie-vloot. Cf j Colijn, die zich ten doel 'zag gesteld ons land van den financieelen ondergang te redden moest vallen. Heel de linkerzijde werkte als van ouds weer samen. Wijnkoop en Troelstra en Dresselhuys ze trokken ééne lijn. Zij kenden slechts eén doel, aan dit rechtsche bewind een einde te maken. Zonder eenig bezwaar schaarden Dres selhuys en zijn vrinden zich achter Wijn koop en Troelstra. Achter de revolutie-helden die ontwar pening eischen om aan de revolutie be tere kansen te geven. Het behoud van onze Koloniën, onze economische welvaart ades wordt door de liberalen op het spel gezet, als het maar gaat tegen rechts. Dat was al erg. Maar erger nog was het zeker, 'dat een tiental Katholieken zij bet dan met geheele andere bedoelingen dit af braak-driespan steunden. Toen de stemming beslist was en het Kabinet afgemaakt, werd bij de linker zijde een daverend hoera! gehoord'. De revolutionairen juichten. 1 r En met reden. Maar dat gejuich moet mannen als Mr. van Schaik, moet vrouwen als Mevr. Bronsveld, wel heel' pijnlijk hebben ge troffen. 1 Het moet hen toch niet gemakkelijk zijn gevallen onder het daverend gejuich der linkerzijde het Kabinet den doodsteek te geven en voor de revolutionairen ruim baan te maken. Het is een belangrijke beslissing.die 'genomen is. Niemand kan zeggen wat de gevolgen zullen zijn. Maar dit is wel zeker, 'dat ook voor ons land een tijdperk van verwarring aan breekt. 1 En zulk een tijd Is voor de revolutie- zaaiers altijd een hij uitstek gunstige tijd. Het ziet er donker uit voor ons land. Moge God ons land genadig zijn. En schenke Hij inzonderheid aan BL M. de Koningin en allen die Haar van raad hehben te dienen wijsheid eb. ver stand, om den rechten weg te gaan, ons land ten zegen. STATEN-GEWERAAL I TWEEDE KAMER. .Vergadering van gisteren. De Vlootwet. De Voorzitter zegt, dat als van daag deze discussie niet ten einde loopt, bij ze Dinsdag zal voortzetten. Het afdee- ïïngsonderzoek van dien dag zal dan een week worden uitgesteld. De heer B om a n s (R.-K.) zegt, dat de Zedevoeringen der Regeering spr. niet heb ben overtuigd van het onjuiste van zijn zienswijze. Hij verdedigt zijn houding in deze tegenover den heer yan Vuuren. Al- Spr. weigert het risico van deze wet te aanvaarden. Hetl binnenlandscho gevaar elaat als bet ware op den drempel èn spr. .wil geen enkele uitgave doen of geen .verplichting voor de toekomst op zich 'nemen, wanneer niet de gelden daarvoor Aanwezig zijn. Toezeggingen Van 'de Regeering zijn 'gekomen: 6pr. accepteert zo dankbaar. Hij trijst op de splitsing van bet personeel, die zeer toejuicht. Spr. meent te handelen zuiver en hit- sluitend in 't lands belang. Gaarne wil hij meewerken aan allo pogingen om de 'economische welvaart te herstellen, maar ha aanneming van de Vlootwet zal do Rogeering in een isolement staan. Aange- tien oen voorstel tot uitstel geen kans zal hebben, zal bij gedwongen zijn tegen dezo wet te stemmen. Dg beer A 1 b a r d a (S.-D.) wijst op 't Aneta-bericht, ,dat er 18 leden van den Volksraad zijn, die vóór uitstel van be handeling van deze wet zijn. Hij heeft dit feit willen memoreeren voor hen, die in twijfel trekken of de Volksraad niet bezig is van meening te veranderen. De heer Schokking (C.-H.) be spreekt de geruchten over dreigementen van den Minister, gelijk die in Het Va derland en liet Handelsblad zijn medege deeld. Spr. leest het eerste bericht van Het Vaderland van Zaterdag j.l. voor en daarna de aanvulling van 22 October. Daarin werd niet teruggenomen hetgeen „nieuw" werd geacht in bet eerste. On danks alle tegenspraak houdt men het vol en spr. verklaart dat noch zijdelings noch rechtstreeks één woord, een brief of een wenk van de Ghristelijk-Historischen is uitgegaan. De heer Dresselhuys (V.-B.) Daar loopt het niet over. De heer Sclfokking C. H.).: Dat is nu het leugenachtige. Er staat in, dat de Christelijk-Historischen hebben meege deeld, dat zij op geen samenwerking meer prijs zouden stellen. .Do heer Dresselhuys (V.-B.)Dat heeft de Premier meegedeeld(Rumoer). De heer Schokking (C.-H.)In elk geval acht ik het noodig te verklaren wat ik verklaard heb. Wat de houding van het Kabinet zou zijn bij verwerping,' dat weet ieder. (Rumoer). De heer Schokking (C.-H.)Ik weet niet wat de Premier heeft gezegd. (Geroep Juist, dat is het). (Rumoer. GeroepZie de Maasbode van gisterenavond). De heer Schokking (C.-H.): Ik heb met de Maasbode niets te maken. (Groot gelach). De heer Van Schaick (R.-K.). zegt dat men getracht heeft een indruk te wek ken, dat er een diepgaand verschil van inzicht ten aanzien van de defensie be staat tusschen de deelen der rechterzijde. Dat is niet juist. Principieel gaat spreker mede met de heeren Schokking en Rut gers. Het verschil schuilt in de draagwijdte van dit ontwerp. Spreker komt op tegen de voorstelling, dat dit ontwerp geen zwaardere lasten voor Nederland met zich brengt. In de tweede zes jaar zullen zij de kosten heb ben voor de aanvulling van de vloot, zoo dat wij na twaalf jaar met een groote schuld zullen zitten van pl.m. 70 millioen, of wij hebben ze uit andere middelen be taald. Inde tweede plaats de gebondenheid door dit ontwerp. Spreker meent dat het hier geen commercieele tactiek is: wij binden ons voor zes jaar. Er zit een tegenstrijdig heid in: de Regeering wenscht gebonden heid om niet het gevaar te loopen van de zelfstandigheid van de Kamer, maar de Regeering vindt dit gebondenheid niet gewichtig. Spreker stelt in het militaire vraagstuk de vrijheid der Karnat boven alles. De Indische consequenties acht spreker minder moeilijk te voorkomen, omdat do verantwoordelijkheid gedeeltelijk gedeeld wordt door de Indische Regeering. Het wetsontwerp, in wezen en gevolgen is te bezwarend, het bindt technisch en financhel voor te langeti tijd, laat de Sta- ten-Generaal niet vrij in zijn beslissing en spreker heeft er derhalve overwegende be zwaren tegen en kan de consequenties er van niet aanvaarden. De heer Rutgers (A.-R.) bespreekt ook de kwestie van Het Vaderland. Hij kan verklaren, dat zijnerzijds geen enkele verklaring is gedaan ten aanzien van de Coalitie na eventueele verwerping der Vlootwet. De heer Kuiper (R.-K.) handhaaft zijn bezwaren tegen deze wet, omdat deze niet zijn weerlegd. Hij zal dus tegen de wet moeten stemmen. De heer Ketelaar (V.-D.) bespreekt de berichten en in verband hiermede ci teert hij de Maasbode. Na de verklaring der heeren Schokking en Rutgers vraagt spr. den Minister of hij dergelijke ver klaringen heeft gezonden of doen zenden en zoo ja, op welken grond heeft de Minis ter verklaart of doen verklaren, dat een rechtsch Coalitie-Kabinet niet meer moge lijk zou zijn na verwerping van de Vloot wet. De Minister van Binnenland- sche Zaken, de heer Ruys herhaalt de wenschelijkheid, dat de Vlootwet spoe dig werd afgedaan. Spr. beklaagt er zich_ over, dat men zijn zinnen herhaaldelijk uit hun verband heeft gerukt. Spr. beantwoordt den heer Ketelaar. ïn aansluiting op hetgeen de heeren Schok- kink en Rutgers hebben gezegd, zegt spr. dat door hem geen enkele mededeeling van Christ.-Historische of Anti-revolutio naire Partij is ontvangen van den inhoud zooals in het Vaderland is genoemd. Daar van is uit den aard der zaak dus ook nooit aan andere mededeeling van gedaan Als lid der Katholieke Staatspartij heeft spr. er steeds een genoegen in ge vonden goede relaties te hebben met zijn partij. Die relaties zijn gebleven. Herhaalde lijk heeft hij mededeelingen gedaan en herhaaldelijk zijn hem uit het land door de pers vragen gesteld.. Aangezien hij dikwijls met één mededeeling kon vol staan, heeft hij een beroep gedaan op de Journalistenorganïsatto om medewerking te verleenen voor de distributie. Zulks is tot zijn genoegen geschied. Zoo heeft spr. naar aanleiding van het feit dat er onze kerheid bestond ten aanzien van de Vloot wet, ophelderingen gegeven. Gevraagd werd, wat gebeurt er als de Vlootwet valt; wat gebeurt er als het kabinet valt en wat komt er dan? Spr. heeft toen meegedeeld dat bij ver werping van het Vlootontwerp het gehee le Kabinet aftreedt. „Op grond van te mijner beschikking staande gegevens is do mogelijkheid van een Kabinet,gesteund door de drie rechtsche partijen, uitgesloten te achten,', aldus was daaraan toegevoegd Do mededeeling van de Chr.-Hist. en Anti-Revolutionaire Partij, gelijk die is genoemd in de linker kranten, is nooit ont vangen en dus nooit doorgezonden. De gegevens die ik had, waren andere gegevens. (Rumoer). De Minister van Financiën, de heer G 01 ij n, vreest, dat het niet meer mogelijk is iemand thans nog te overtui gen. Dus zal hij zich zeer beperken in zijn antwoorden. Nog even wil hij het fonds verdedigen. Men kan de financieel© regeling anders noemen, maar het komt toch op hetzelfde neer, omdat men hier eigenlijk om een woord strijdt. De heer Oud vergist zich hierin dat in 1922 veranderingen, zijn aan gebracht in gewone en buitengewone uit gaven. Ér is een verandering gebracht in den regel en die blijft gehandhaafd. Door den heer Troelslra is spr. een goo chelaar genoemd, maar als deze afgevaar digde zegt dat deze vloot een milliard zal kosten, dan vraagt spr. waar de goochel kunst het meest beoefend wordt. Nog al tijd zijn spr.'s cijfers niet weerlegd en spr. houdt vol dat dit ontwerp niet meer kost dan tot nu toe aan Marine is betaald De Minister van Buitenland- scho Zaken, de heer Van Ka r n e- b e e k, bespreekt het telegram over de conferentie te Genève. Wat daarin staat heeft niets te maken met deze wet; de con ferentie gaat over andere punten.Spr. ver dedigt de Commissie van Buitenlandsehe Zaken. Hoe die ook gereorganiseerd wordt, dat blijft vaststaan dat als er niets is, er ook niets te vertellen is. (Gelach). Vervolgens bestrijdt hij de theorie van den heer Marchant aangaande de split sing in kleine en groote. mogendheden. Wie maakt de scheiding? Het is een rela tieve splitsing. Spr. handhaaft zijn stand punt in zake de verplichtingen en wijst op de moeilijke positie van Nederland aan den zoom der landen. De beraadslaging wordt gesloten. Art. 1. De_ heer Dresselhuys (V.B. trekt zijn amendement in, evenals dat op arti kel 14. Artt. 115 worden goedgekeurd. Het wetsontwerp v/ordt verworpen met 50 tegen 49 stemmen. Vóór stemden de Anti-Revolutionairen, de Ghristelijk-Historischen en de Roomsch Katholieken, behalve de R.-K. leden Mi- chielsen, Loerakker, mevrouw Bronsveld Vitringa, Bomans, Van Schaik, Bulten, Suring, Kuiper, Engels en, Van Rijzewijk. Tegen stemde de linkerzijde, benevens vorengenoemde R.-K. leden. De Christ.-Hist. heer Gerretson was wegens ziekte afwezig. Bij het hekend worden van. den uitslag luid applaus en gejuich hij de linkerzijde. De Voorzitter sluit onmiddellijk de ver gadering. UIT EE ORgGEYING HILLEGOM. -Woensdagavond kwam "de afdeeling "Patrimonium in haar eerste gewone wintervergadering bijeen. De vergadering was tamelijkgoed bezocht. Na het zingen van Ps. 131 vs. 4 opende de voorz. met gebed en las daarna Psalm 4 naar aanleiding waarvan hij een kort openingswoord sprak, waarin hij wees op de staatkuncLigo beroeringen in Israël tijdens het dichten ervan, daarmee ver gelijkende de tijden die we thans bele ven. „Wie zal ons het goede doen zien." Ook thans wordt deze vraag gesteld. Het antwoord is verschillend. Eenerzijds ver wacht men het van de zoogenaamde vrij heid die feitelijk tirannie beteekent, an derzijds ziet men op naar de roode vaan. Spr. wijst op het Kruis van Golgo tha a.ls antwoord. Alleen als Christus de rotssteen onzes Heil-s is, ook voor dit le ven kan het wel met ons gaan. Christus onze rotssteen beteekent ook het aanvaarden van Gods Woord. Daar om het bestudeeren van Gods Woord, het opdiepen van de 'beginselen neergelegd in dat Woord, ook voor het sociale leven. Tot di'en arbeid wekt spr. de afdeeling in dezen winter op. Hierna wordt de toestand der afdee ling besproken. Algemeen wordt opge wekt tot hernieuwde actie. Twee nieuwe leden worden voorgesteld; Vervolgens worden de winterwerkzaam- heden besproken. Uit de vergadering wordt het verzoek gedaan gedeeltelijk den' tijd aan speciaal Bijbelsche onder-* werpen en voor het overige aan sociale onderwerpen te "besteden. In bespreking komen twee voorstellen: lc voor de pauze Bijbelsch en na de pauze sociaal onder werp. 2e. De cene avond Bijbelsch en de andere avond sociaal onderwerp. Na breed© bespreking wordt het laatste aan genomen. Besloten wordt dat alle leden zoo veel mogelijk een inleiding zullen houden. Verscheidene gaven zich op. Hierna wer den nog mededeelingen gedaan oVer de Woningstichting. De inleiding van den voorz. over „Volksmisleiding" weTd we gens het late uur üitgesteld. Vriend Let- tink ging 'voor in dan goh cd. Hierna slui ting. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk. Voorm. 10 uur en nam. 4.30 uur Ds. J. C. V. van Bemmel. Woensdag 's avonds 8 uur: Ds. J. C. V. van Bem mel (Hervorraingsrede). Geref. Kerk: voorm. 10 uur Ds. 'J. van Herksen (Vocxber. H. A.); na. 5 uur Ds. J. van Herkse*. (Gat. Zond. 17). Woens dag 7 Nov. 's avonds half acht Dankuur v. h. gewas. Chr. Geref. Kerk: voorm. 10 uur: Be vestiging v. candidaat Zwieft door Doe. v. d. Heyden; nam. 6 uur Ds. Zwiep, in trede. =3 Burgerl. Stand. Geboren: M. B. Huisman—Boshove, d.: A. E. HeemskerkPrins, d.; H. Alders1 Haamke, dij M. Brouwer—Schrama, z.; H. E. KlinkenbergBroerse, z.; M. E. v. d. PuttonKokkelk oren. z.; S. "Wiede- meyerGuldemond, d.; P. W. van Léerop -■v. d. Zande, z. Getrouwd: J. Weyers en E. M. van Berkel; L. Schoonderbeek en A. Schniede- wind. BODEGRAVEN. Het paard van den vracht rijder R. dat gespannen was voor een vierwielige steenkolenwagen schrikte bij het station en ging er zonder bestuurder van door, sloeg ih volle ren met de wa gen tegen een ijzeren paal, waardoor het heest kwam te staan, doch de wagen was vernield en onbruikbaar geworden. A. v. B., alhier is gestraft voor de Rechtbank in den Haag, wegens ontuchtig© handelingen met een minder jarig kind, met 1V* jaar gevangenisstraf. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk. Zondag .v.m. half tien ds. Leen- mans; n.m. 6 uur den heer Mulder. Geref. Kerk: v.m. half tien en n.m. 6 uur ds. Dam. Een berijder van een m 0- torrijwiel komende van Scheepjesbrug, glipte door te sterk remmen en sloeg te-' gen den grond, waardoor hij eenige ont vellingen in het gelaat opliep en zijn arm en been bezeerde. Het motorrijwiel werd licht beschadigd. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk. Zondag v.m. half tien ds. Ruis van Duchteren van Leiderdorp n.m. half zeven ds. de Lange van Woerden. Geref. Kerk onbekend. Burgerlijke Stand. Onder-- trouw d: H. Hoogendoorn 23 j. en H. H. Zijedrlaan 19 j. Ge t r 0 u w d: Gerrit van de Werken 40 j. en Maria Wilschut 22 j. LESDSCHE PENKRASSEN Amice. Bij alles wat to't ontmoediging stemt in de"zen tijd, zijn er toch ook nog wel bemoedigende verschijnselen. Ik denk "hierbij in 't bijzonder aan de plannen die in Leiden schijnen te bestaan om den arbeid onder het opkomend ge slacht krachtig aan te pakken en de Ver schillende jeugdorganisaties te versterken Totdat doel is onlangs een Geref. Jeugidcenlrale-opgericht, waarvan alls ik het wel heb verwacht wondt, dat hij het werk dat gemeenschappelijk kan worden verricht izal uitvoeren waarvan het .ge- Volk kan zijn dat niet alleen gemakkelij ker en meer doeltreffend wordt gewerkt, maar dat ook de onderlinge band blijft bewaard en Versterkt wordt. Dat schijnt me een heel goede ge dachte. Alleen was ik aanvankelijk bevreesd, dat 't misschien met deze Jeugdraad zou gaan, als (met Vele Staatscommissies. Er komen zoo ge weet, telkens 'weer Van die' plinten aan'de orde, waarmee men eigen lijk geen weg' weet. En dan gebeurt het vaak, dat een Staatscommissie wórdt be- noemd om zoo'n lastig punt "in studie te nemen, met als gevolg dat dan meestal voor langen tijd zoo'n zaak Van de baan is. Zulke commissies doen dan dienst als kapstokken, Waaraan lastige zaken die men liever op zij schuift, worden opge hangen. En nu heb ik een oogenblik de vrees gehad, da.t het ime't dien Jeugdraad ook zoo zou gaan en dat het eerste gevolg zou zijn een st'opzetten 'van alle uitbouwactic omdat ter mrtoch zulk een raad is, waar- aan dit werk gevoegelijk kan worden overgelaten. 1 Deze gedacht© is echter niet juist ge bleken1. i In verschillende bladen las ik tóch, dat de Geref. MoisjesVereeniging „V. O. K." deze week een openbare prop'agandaver- gadering zou houden, een vergadering waarvan ik hoop, dat ze aan het doet zal hehben beantwoord. Er is ook op dit gebied wel een en afr- der veranderd de laatste jaren. Er is een tijd geweest dat de oheisjesvereenigin- gen in hoofdzaak naaikransjes waren, waar. allerlei goederen voor minderhedeel"' den werden (vervaardigd en w'aar men elkaar tevens op een gezelld'ge en ook 'wel nuttige wij'ze bezig hield. Nu zal ik de laatste zijn otm van dit werk iets kwaads te zéggen. Deze ver- eenigingen hehben uitnemend werk Ver richt, niet alleen Voor hen, voor wio ze werkzaam waren, maar ook wel voor de leden zelf. En 't zou me niet verwonderen of menige huismoeder denkt nog met ge noegen terug aan de gezellige aVondjes in zulk een kring geste ten. Maar de tijden zijn Veranderd. Men heeft 'zeer terecht ingezien, dat ook onze meisjes niet gehouden kunnen Worden buiten dén strijd van on'ze dagen en dat er voor het leven in kerk en staat en maatschappij ook zoo ih:eel veel afhangt van de wijze waarop de toekomstige vrouwen en moeders worden 'gevormd. En zoo hebben we nu naast de jon- gelingvereenigingen, ook gekregen de mrisjesvereenigingen op Geref. 'Grond slag, die zich niet alleen ten doel stellen •te bewaren, maar ook en vooral "te bouwen, en een „welbewust, princi pieel, gereformeerd vrouwenleven in ge zin', kerk, maa-tscliappij en staat" te ont wikkelen. Het is nu rui!m Vijf jaar geleden, dat een Bond van dergelijke vereenigingen 'wend opgericht, een -Bond waarbij nu reeds 359 vereenigingen met in 'totaal bij na 9000 leden zijn aangesloten. Ook de meisjes geVoeflien behoefte óm, Zooals de initi'alen V. O. K. .aanduiden, „voor onzen Koning" te strijden en mee te helpen een dam op te werpen tegen de Verdervende machten die ook 't meisjes-* leven bedreigen. 1 Ik Weet niet amice1, hoeveel léden V. O. K. thans tolt, maar ik hoop van haTte ■dat do te houden (als 'ge dit leest gehou den) propaganda-vergadering 'dit resul taat zal hebben, dat het aantal leden ver meerdert en dat de belangstelling Van de ouders grooter wordt. Niet .alleen de meisjes zijn in actie Ook de Jongelingsvereeni'ging „Obadja" doet krachtige pogingen haar ledetal te vermeerderen en bij do ouderen meer 1>q langstelling en meeleven te wekken. Ik ben. niet in bijzonderheden met dj gemaakte plannen op de hoogte, maai wel heb ik vernomen, dat zoowel door he verspreiden van propaganda-lecluur ali door persoonlijk bezoek getracht zal wor den het beoogde doel te bereiken. Ik .vestig op dezen arbeid in 't bijzon, der de aandacht van de ouders. Wit het kind heeft, zegt het spreekwoord', heeft do .toekomst, maar men kan het ooi omkeeren en zeggen wie de ouders heeft, krijgt ook de kjnderen wel. Natuurlijk bedoel .ik daar ndet mee, dal als de ouders meelevende menschen zijn en (voor dezen arbeid warme belangstel ling koesteren, dan vanzelf ook de kinder ren in hetzelfde spoor volgen. Dat gaat niet altijd op. Maar regel is toch geloof ik fwel, dal als de ouders voor de Jongelingsvereeni-i gingen niets anders hebben darr critiek en als bij hen alle waardeering en be langstelling ontbreekt, van de jongens uit zulk een gezdn meestal niet veel te verwachten is. En daarom is het Van veel belang dat in de eerste plaats de ouders gewonnen worden. Nu weet ik wel, amice, dat allerlei schijnbaar 'gewichtige bedenkingen kurJ ne worden aangevoerd. Onlangs las ik b.v. in een blaadje, dai de jongelingen zichzelf over het paard tillen. Gewichtige onderwerpen waar een zeergeleerde of misschien zelfs een hoog-i geleerde zich niet dan met zekeren schroom over uitlaat, worden op de J. vj Zonder eenige moeite beslist. Men meent daar alles te weten en wordt op dié man nier onuitstaanbaar eigenwijs. In dien geest werd geschreven en ini dien geest 'heb ik ook meermalen 'booren redeneeren, en ik wil niet zeggen dat in deze redeneering niet een grond van] waarheid kan liggen. Maar men moet ook weer niet over drijven. En Vooral niet vergeten, dat een jongeling nu eenmaal niet is een bedaag-* de ouderling die aires kalm !weogt en wikt of 't misschien ook wel niet dcet. In elk geval heb ik toch altijd nog lie-| ver slagvaardige jongelui, die elkaar met) de kantteekening en met leiddraden (en studieboeken om de oor en slaan, dan jon gens die alleen maar verstand hebben van sigarettenmerken of die alleen in vuur komen als het gaat over ©port én spel. Toegegeven zegt menigeen, de J. V. kan inderdaad nuttig wierk doen voor hen die tot do minder ontwikkelden behooren, maar dat geldt toch niet voor hen, die zich onder de intellectueelcn mogen rangschikken. Zij althans hebben aan de ,J. V. geen behoefte. Ik weet niet amice, of dat wel hcele- maal juist is. Meermalen heb ik predikant ,ton enz. ontmoet, die verklaarden nog al tijd met veel genoegen aan de J. V. te-s rug te denken en die zich niet schaam den te erkennen dat ze daar veel geleerd hadden. Aangenomen echter, dat dergelijke jongelui aan de J. V. geen behoefte heb ben. M'aar zou het dan niet mogelijk zijn, dat de J. V. behoefte-heeft aan hun steun en medewerking? De een heeft meer talenten ontvangen of is in een anderen levenskring gebo ren dan de ander. Gelukkig hij, die veel talenten onüving. Eu gelukkig hij, die do wensch van zijn hart kan volgen en naar hartelust studeeren. i Maar ongelukkig degene» die vergeet .dat hij zijne talenten ontving om daar-» mee te woekeren en die Verzuimt van wat hij onverdiend ontving ook anderen }te laten mee genieten; die vergeet dat wij onze gaven en krachten .hebben aan te Wenden ten nutte.*Van anderen. Een ander bezwaar dat menigmaal gé- 'hoord wordt is, dat d'e jongelui zoo heel 'anders zijn dan vroeger. Om dat bezwaar te weerleggen amice, (wil ik hier aanhalen wat onlangs door leen onzer vooraanstaande mannen ge-* IschreVen werd en Wiens opmerkingen Jzeker Waard zijn, daaraan aandacht to techenken*. 1 „Wanneer t een jonger geslacht zich Werpen 'gaat in den strijd, dan kan liet taiisschien wel gebeuren dat sommige «ouderen daarbij liet hoofd schudden Want de ervaring leert keer op keer de jongeren zijn ook in de Kerk tos Heeren, ook in den strijd om hot Ko ninkrijk Grids t— niet alti'jd de letlerlijke kopie Van de ouderen. En dat is maar Igoed ook. Want als het maar steeds do istrijd blijft Van het licht tegen de duis- ternis, Van (Christus tegen Belial dan ps het wenschelijk dat in de manier van istrijdvoeren verandering en voortgang fcom'e. Sommige oudéren kunnen dat niet al- ;ti-jd éven goed hebben en zijn bevreesd, als het niet alles p.reies gaat 'zooals zij jiiet hebben gedaan, Hat het dan niet 'goed gaat. Laten wij tch niet zoo bcj 'vreesd tzijn. j Wie zou nu iVi dezen tijd van snelj |vuurgeschut en Vliegmachines nog wil-* len oorlog voeren met de voetbogen en 'haakbussen uit 'vorige eeuwen? En zou dat nu op geestelijk gebied niet evenzoo zijn. Neemt de erfvijand niet gestadig an dere gedaanten aan eh 'verzint hij niet voortdurend ni(euwo .hinderlagen? Er. (moet voortgang, er moet ontwikkeling pijn ook in ónzen geestelijke -strijd. En daarom, laten wij ons do vreugde lover het geloofsidealisme en het strijd-- «vuur tonZer jongeren niet laten vergallen doordat het niet alles prcies zoo gaat als itoen wij den strijd begonnen. En mits het in wezen dezelfde strijd blijft laat ons met blijdschap begroeten de feekenen van geestelijk le-* ven die wij/ onder de jongeren 'zien, l-aj t'en Wi'j er dén Heere 'voor Wariken dat Hij een jeugdig geslacht geeft dat lust '.heeft in Zijne dienst en Istrijd voert voor Zijn zaak." Mo dunkt amice, ik héb hieraan mets ftoe te voegen. Ik had nog meerdere bemoedigende verschijnselen op het oog, waarVan ik, iets 'had willen zeggen, maar dan zou mi]£ brief te lang Worden en daarom zet ik hier een punt. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6