Tweede Blad
M
Zaterdag 27 October 1923
Volg Mij.
i MattH, 9j
Vinet zegt ergens dat aan sommigen
het noviciaat wordt gespaard. Jezus'
roepstem komt zonder tusshenmiddel tot
«hen, zooals het stuifmeel der bloemen
"doordringt tot het vruchtbeginsel.
Is Levi de tollenaar zoo iemand ge
weest? Hoe eenvoudig vertelt Levi zijn
bekeringsgeschiedenis!
„Èn Jezus zag een menseh in %~et tol-
jhuia zitten genaamd Mattheus (nieuwe
naam voor Levi), en zeide tot hem: Volg
jnii. En hij opstaande, volgde hem."
Wat zag Jezus? Een tollenaar. Iemand
'die in het onbeduidende Kanernaum een
plaats van heteèkenis bekleedde.
In dit stadje moesten de in- en door-
noerrechten worden betaald van alle
•koopwaren, die over den grooten weg
van Damascus naar Egypte werden
fyei'voerd.
Do tolbeambten waTen dus menschen
van gezag. Maar zij waren -ook gehaat.
■Het tolkantoor herinnerde het Joodsche
volk aan de Romeinsche overheersching.
Daarom werden de tollenaren, die deze
„Heidenen" dienden, bijna als landver
raders beschouwd. Zij werden in den
kerkelijken ban gedaan.
Zij waren als mekiatschen temidden
van hun volk.
Zulk een menseh zag Jezus!
Het wordt met opzet èn met blijdschap
zoo gezegd.
Jezus zag een menseh, een beelddrager
Gods, in een omgeving waar hij geestelijk
dood moest gaan. Hij vond hem ondanks
zijn onrechtmatig verkregen rijkdom,
bek1 agens'waard i g.
En nu zoekt Hij, die het Verlorene
znekt, dezen menseh te trekken uit de
duisternis van zijn geestdoodend mate
rialisme tot het wondere licht van Zijn
levendmakende tegenwoordigheid. Daar
om ziet. Jezus Levi aan!
In dat zien ligt een veroordee-
ling.
Maar n«'et enkel vernietigend is het oor
deel van den Heer.
De wereld oordeelt met vernietigend
gewold. In haar oordeel ligt vaak een
groote mate van onrecht. Zij veroordeelt
alleen afgaand op wat uiterlijk wordt
gezien.
Jezus oordeelt het hart. de drijfvee-
ren van het leven, do verborgen zucht
naar verlossing uit de omgeving waarin
men is geraakt.
Daarom behoudt Christus' oordeel. Het
breekt den ban waarin men door de 'har
de zelfzuchtige wereld omsloten is.
De Heere geeft een kans om een ander
menseh te wonden. Hij roept tot bekee
ring en stelt tot bekeering in staat.
Hoe velen ziet Jesus nog zoo vol red
dendo liefde aan!
Zijworden dikwerf door allerlei in
hun onmiddellijke omgeving belet tot
God te komen.
Zij draaien in een Vicieuzen cirkel
rond. Zij worden gebonden door familie
banden en belemmerd door zaken en ver
hinderd door levensverhoudingen. Ze
forden van God en menschen afgestoo-
n. Ze zijn in een zondige omgeving op
gesloten.
Niemand helot hen. De wereld ziet
verachtelijk op hen neer.
Maar Jezus ziet hen aan. En Zijn blik
redt!
Door Jezus' blik -jvordt voor Petrus de
ban gebroken, en wordt Levi uit zijn om
geving gerukt.
Bij dat eenvoudig zien behoort liet een
voudige woord: volg Mij. Meer niet.
Geen wetskennis is noodi'g, slechts zelf
kennis. Het komen tot God behoeft niet
een gevolg van de wet te zijn.
Bij velen gaat het komen tot 'Jezus aan
de kenn's van wet en Evangelie 'vooraf.
Als de ziel Zich tot God keert, leert
men bidden: Heer, leer mij uwen weg,
en krijgt de kennis der Heilige Schrift
heerlijke be teekenis.
Dit is bet wonder der reddende liefde
Gods, dat zij zondaars roept, tollenaren
en zondaren, zonder 'eenige voorberei-
ding.
De stokbewaarder van Eilippi, die'
*s avonds een zelfmoordenaar wil wor
den, «wordt den volgenden morgen geloo-
vig met geheel zijn huis.
Wie kan keeren de macht des Heeren?
Hij roept en niets verhindert het ko
men. Hij ziet en door Zijn blik wordt de
müur, waarachter onze ziel gevangen
zit, doorbroken.
En toch tot welk oen strijd roept de
Heiland. Levi op.
Hij moet uitbreken uit zijn sfeer van
weelde en zelfzucht. Hij moet zijn rus
tig kantoor verlaten en het drukke, ge-«
vaarlijke, alle krachten opeischendo le
ven ingaan.
Hij moet Jezus' weg bewandelen. Hij
moet Ieeren willen Gods wil.
Hij moet gaan leven tot eer van zijn
Heiland en tot zegen van de menschen,
die' hem met verachting en haat hebben
omringd.
Dat Jezus' blik levend maakt is zulk
een gewichtig iets.
Als de Heiland nieuwsgierig maakte,
zouden zijn discipelen kunnen volstaan
met veel te lezen over Hem, met ja te
knikken op velerlei prediking en verstan
delijk zich te oriënteeren inzake de din
gen van het Koninkrijk Gods.
Als Jezus medelijdend maakte, zouden
Zijn jongeren philantropen kunnen zijn
en trouwe" volgers Van Hem moeten wor
den genoemd.
Maar de Heer vraagt niet het hoofd en
niet de hand. Hij vraagt 'het hart.
Dus maakt Hij levend, heel het leven
opeischendo voor Zijn dienst. Hij legt
beslag op al onze overwegingen en han
delingen. 1
Geen wonder dat er {Lijpe onvoldaan
heid in het hart dergencn, die Jezus in
oprechtheid volgen, woont.
Jezus Volgen! Hij is zoo onnoemelijk
groot. Zijn grootheid wordt door het
stoffelijk oog niet gezien, slechts gegre
pen door de hand des galoofs. Maar hoe
dikwijls grijpt een blinde mis!
Gelukkig dat de Heiland in Zijn: volg
mij, niet enkel een eisch ons oplegt, maar
ook genade, die, tot volgen genoeg is, ons
geeft. Hij die alles weet, kan daarenbo
ven ook alles vergeven.
Hij kent ons en onze omstandigheden.
Hij, die het hart doorgrondt, kent on®
willen. Hij, die ons leven doorziet, weet
hoe vaak onzo handen cn voeten gebon
den zijn.
Hij roept zondaars om ze te plaatsen
boven de dingen des «tofs eci hun geestes
krachten te heiligen tot Gods eer.
Het leven van Levi achter Jezus be
gint met blijdschap en nederigheid.
Ik heb dikwijls de menschen kunnen
wijzen op do woorden van Lukas 5:29.
..En Levi richtte Jezus een groofea maal
tijd aan in zijn huis." Bij Mattheus en
Markus valt de nadruk op den maaltijd,
Lukas die zoo dikwerf kleine, sprekende
trekken ons geeft, zegt: Levi maakte een
maaltijd.
Hij is Jezus dadelijk gevolgd.
De diepe indruk Van Jezus' verschij
ning moet direct worden benut. Wie Je
zus laat wachten, verbeuzelt bet „Mi"
waarin „wat worden zal" begrepen is;
hij verknoeit eten tijd, die hem de eeuwig
heid brengt.
Wie Jezus wachten Taat, ziet zich de
blijdschap van het volgen ontgaan.
Levi maakte Jezus een maaltijd!
Ik geloof niet dat ergens in den Bij
bel de gevolgen van het volgen van Je
zus zóo ge teekend zijn.
Wie verwacht nu een maaltijd als een
teeken van ware bekeering? Ware het
niet beter dat Levi in de eenzaamheid
zich terugtrok? Zoo denken velen, maar
zij worden beschaamd door den Heiland
zelf.
Later vertelt de HeeTe in de gelijkenis
van den Verloren Zoon. dat de Vader de
bekeerirg van Zijn zoon VTOolijk Viert.
ïk gun ieder het recht op zijn e:gen
manier kenbaar te maken, dat hij of zij
'Jezus gevonden beeft.
Maar laat ons toch niet me enen, dat
het leven met God' dan alleen echt is als
wij zuchtend en klagend door het leven
gaan.
Het leven niet den Heer maakt blij en
heeft behoefte do blijdschap te openbaren
en onderen er in te doen deelon.
Wij leven toch waarlijk heel dicht bij
God als wij kunnen zeggen: loof den Heer
mijne ziel niet -mijn lipoen en ook
wat binnen in mij is Zijnen heiligen
naam.
Ook bij het gevoel van veel tekortko
mingen, overhearscht toch de blijdschap
dat wij voor Gods Tekening zijn, als wij
luisteren nnar Zijn stem.
We doen als Paulus, dio zoo ontroe
rend «preekt over het lijden dezes 'egen-
woordigen tijds en over 'zijn benauwden
geest, cn toch zoo heerlijk zijn loflied
zingt: wie zal mij scheiden Vhn de liefde
Gods in Christus geopenbaard?
i GEESTELIJK LIED.
Heer, ik heb mijn kruis genomen
U to volgen, waar Gij gaat;
'Arm, geminacht moet ik komen,
Maar Gij zijfc mijn toeverlaat.
'Alles wil ik voor U geven,
'Al wat gens mij rijkdom scheen'/
,U te aien en te beleven,
ik, Heer, en dkt alleen. 1
Moclit de wereld mij verlaten, i
Eenmaal ook waart Gij alleen.
Gij meet met Uw eigen maten
En ziet door de leugen heen.
Zoolang Gij mij lachend aanziet,
God van wijsheid, Goct van macht',
Tel ik 't aardsche lief en leed niet,
Maar ben rijk door wat Gij bracht.
Zijn de dagen en de nachten
Zwaar van ongeweten leed,
Immer keeren mijn gedachten
Tob U, die heb alles weet.
.Welke smart kan mij genaken
Als Uw liefde mij bestraalt?
Welke blijdschap kan ik smaken'
iDie niet, Heer, van U verhaalt?
Weet, mijn ziel, dat gij verlost zijfc,
Rijs tot boven angst en smart
Naar Hem, die ons aller komst beidfc
En Zijn immer noodend hart.
Zie wat Hij deed u te winnen
Zie de zorg, die u omgeeft,
Kind, moet gij u nog bezinnen?
Weet dat uw Verlosser leeft.
Ga dan van geluk naar zegen,
Bid en werk tob eer van God,
Zoek Zijn band op al uw wegen,
Houd Zijn Vaderlijk gebod.
Eenmaal zal de dood u beuren
Uit dit land van zorg en strijd,
Naar de wentelende deuren
Van Gods wijde oneindigheid.
„Pniël.^
KERK ER SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Hemelum: J. G. H.
Romijn te Parrega.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Grand Rapids (Ned.
Geref. Gem.; Michigan, Noord-Amerika),
D. J. van Brommen te Boskoop (die reeds
een beroep naar Driebergen aannam),
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Werkendam, X Over
duin te Gouda.
Ds. J. M. de Jong.
De toestand van ds. J. M. de 'Jong,
Geref. pred. te Duurswoude, dië voor een
jaar ongesteld werd en sindsdien zijn
ambtelijk werk niet kon doen, hoewel de
laatste tijd vooruitgaande, is thans plotse
ling zeer verergerd.
Ds. J. W. Tortsbesk.
Sinds eenigen tijd vertoeft Ds. X W.
Tonsbek, pred. der Ned. Herv. Gemeente
te Schiedam, voor herstel van gezondheid
in Zwitserland.
Ds. G. Ncordenhouf.
Ds. G. Noordenhout, predikant bij de
Ned. Herv. Gem. te Wier (Fr.) heeft aan
den Kerkeraad bericht gezonden, dat hij
als predikant bedankt, meldt het „Hbl.'k
Ds. M. A". Rouwenhorst. t
Te Leersum js overleden ds. M. A'. Rou
wenhorst, Ned. Herv. predikant aldaar.
De overledene bereikte den leeftijd, "van
66 jaar. Hij stond achtereenvolgens te
Waarden, Rozenburg en werd 4 Mei 1902
predikant te Leersum. In 1891 werd hij
benoemd tot predikant in N. O.-Indië,
waar hij de gemeenten Soemenep, Probo-
lingo en Madioen diende. In 1901 keerde
hij met verlof in Nederland terug cn in
1902 werd hij als N. O.-I. predikant eer
vol ontslagen en gepensionneerd.
Kerkelijke verkiezingen.
Te Amsterdam zal de verkiezing
voor gemachtigden tot het Kiescollege der
Ned. Herv. Gem. op 4 December a.s
plaats hebben. Er zijn 120 vactures, waar
onder de 31 zetels, thans ingenomen door
de vrijzinnige en ethische voorstanders
van Evenredige Vertegenwoordiging, die
drie jaar geleden bij verrassing werden
gekozen en nu aan de beurt van aftreding
zijn.
Bij de candidaatstelling zijn drie lijs
ten ingeleverd: 1. Vrijzinnige Hervormden
en Evenr. Vertegenwoordiging; 2. Geza
menlijke Vriendenkringen (Gonfessioneo-
len); en 3. Het Evangelie (Ethischen).
Dit jaar nemen voor het eerst ook do
vrouwen aan de verkiezing deel. Hierdoor
steeg het aantal kiezers van ruim 20.000
op circa 55.000. 11-
Wachtende cn wakende. TjM-'
Naar aanleiding van het overlijden van
ds. Koopmans schrijft ds. Datema. in de
„Driebergsche Kerkbode":
Slechts eens had ik het genoegen, dien
vriendelijken man te liooren spreken. Het
was op Pinkstermaandag van 't jaar 1015
Met collega Oudkerk, onze Samuël, was
ik dien morgen bij prachtig zomerweer
van Rotterdam naar Goes gereisd, om
op de samenJcomst der Zuid-Bevelandschc
kerken in den boomgaard van den heer
Peman Kakebeeko een zendingswoord te
spreken.
Het slotwoord werd gesproken door ds.
J. J. Koopmans uit Grijpskerkc. Toenj
bleek, wat ik vroeger meermalen gehoord
had, dat Koopmans een pakkende manier
van dictie bezat. Hij sprak aangrijpend.
Eenvoudig, zonder zelfgevoel of zelfbe
hagen; niet alleen welmeenend maar Cok
welsprekend.
In zijn woord werd wel gewezen op de
teekenen der tijden, welke deden denken
aan de wederkomst des Heeren. 't Was, of
het einde der dagen dichter naar ons toe
kwam. Het werd stil in den boomgaard.
Zelfs de bladeren bewogen zich niet; en
ook de menschen niet. Koopmans sprak
eni do schare luisterde.
Wat hij sprak?
Onder meer het voügerjde
„Jaren geleden werd het plotseling zeer
donker, midden op den dag, in do Ame-
rikaansche stad "Washington. Onheilspel
lend donker. Het juist vergaderend par
lement kon niet meer spreken in de don
kerheid. Gedacht werd, dat hot einde der
wereld kwam en Gods gerichfcen werden
voltrokken. Het werd uitgesproken ook.
Tden vroeg een grijze puritein, die juist
heb woord voordo cm een kaars, ten
einde met de lectuur te kunnen voortgaan.
Indient, zeide Hij, de Heere werkelijk komt
zal Hij mij werkzaam en wakend vinden;
dan. wil ik voor Hem verschijnen met mijn
manuscript in de hand.
Aan deze woorden moest ik denken, toen
het doodsbericht mij bereikte.
Hij kwam Woensdagavond van Drimnie-
len, het kleine dorp bij hot bedriegelijk
Hollandsch Diep. Dio eentonig© weg zal
dien avond wol zeer sombor geweest zijn.
t Werd donker, duister, storm en regen!
Met oen lantaarn in do eene hand en
een parapluio in do andere, worstelt de
gezant des Heeren tegen stórm en regen,
in.
Toen kwam de Heere.
De Heere was in den storm; in de duis
ternis: in het onweer.
Met dat onweer is ds. Koopmans ten
hemel gevaren Zijn Meester heeft liem ge
vonden met den fakkel in de hand; wa
kend en werkzaam. En toen den volgen
den morgen, als het nog donker was, het
lichaam op den lagen weg werd gevonden,
was do ziel reeds, met die van den puri
tein uit Amerika, tot do geesten der vol
maakt rechtvaardigen gegaan.
Laat het ons ook maar nopen om wa
kend en werkzaam to zijn. En worde het
ons ook gegeven om zonder verschrikking
de toekomst van den Zcjon des menschen
togen te kunnen gaan.
Gereformeerde Zendingsbond.
Gisteren hield de Gereformeerde Zen-
dings bond te Utrecht zijn 46e algeinecne
vergadering, onder voorzitterschap van dr.
J. D. de Lind van Wijngaarden, van Do
Bildt.
De vergadering werd geopend met het
zingen van Ps. 119: 3, waarna do voorzit
ter voorlas Ps. 87 en voorging in geböi.
In zijn openingswoord heette hij de aan
wezigen hartelijk welkom en sprak voorts
oenige woorden naar aanleiding van den
voorgelezen psalm.
Na vaststelling van do notulen der vo
rige vergadering werd overgegaan tot be
handeling der verschillende verslagen.
Uit liet jaarverslag van den secretaris
bleek, dat de Zendingsarbcid onder de To-
radja's gezegend, voortgaat. Ook in ons
land blijft do invloed van den Gerefor
meerden Zendingsbond zich geregeld uit
breiden.
Uit het verslag van het financieel be
heer van den Zendingsdag blijkt, dat cleze
oen flinke Irate voor do kas afwerpt.
Tot bestuursleden werden herkozen ds.
H. A. Heijer, ds. W. Bieshaar ©n M. J.
P. Vermooten.
Als lid van de Propaganda-commissie
werd herkoaen de. J. J. van Ingcn cn ge
kozen ds. G. A." Pott en ds. J. H. Gun
ning.
Herkozen werden als leden van do re
gelingscommissie voor het houden van
Zendingsdagen do heeren ds. J. H. F. Rem
mo, ds. B. Batelaan en M. J. Paap.
Als redacteur van het orgaan van den
Bond „Alle den Volcke" werd herkozen
ds. W. Bieshaar.
Nadat nog de propaganda in den ko
menden winter was besproken en do be
grooting voor 1924 was vastgesteld, werd
do vergadering gesloten.
De Chr. Gereformeerden en dg Politiek.
Donderdag werd in „Irene" te Utrecht,
een vergadering gehouden van Chr. Gere
formeerden uit heel ons land ter bespre
king van do staatkundige vraagstukken
van dezen tijd en de houding, door do
Chr. Gereformeerden als groep daartegen
aan te nemen.
De vergadering, die onder leiding stond
van Ds. H. Janssen, logerpredikant te
s-Gravenhage, was goed bezocht. De pers
werd echter niet toegelaten.
Van bevriende zijde werden evenwel
aan de Standaard de volgende mededee-
lingen toegezonden:
Hoewel de pers als zoodanig niet was
toegelaten, zal het niet in de bedoeling
van het voorloopig comité gelegen hebben,
dat in do pers niet een zeer kort verslag
zou verschijnen van het op die vergade
ring behandelde en van de genomen be
sluiten.
Na de opening der vergadering met ge
bed en voorlezing, ontving Ds. Hilbers,
van Enschedé, het woord voor het houden
van een inleiding.
Deze spreker ontwikkelde de reeds ge
publiceerde drietal stellingen.
Daarop vroegen en voerden verschillen
de personen het woord. Zoowel leden,
van de.A.-R. als van de Goref. Staatk. P.
en van de Chr. Hist, partij. Ook politiek
ongeorganiseerden. Doch uitsluitend Chris
ielijk-G oreformeerden.
Op dezo wijze kwam duidelijk aan het
licht, Welk© opvattingen er in den l>oezem
der Chr. Geref. Kerk* bestaan ten aanzien
van de vraag, tot welke politieke organi
satie do Chr. Geref. krachtens hunne he
li j'denis behocren.
De overgroote meerderheid der aanwe
zigen was van oordeel, in het kort saam-
gevat, dat „Ons Program" van de A.-R.
Partij dezo laa'ste stempelt tot de politie
ke organisatie, waartoe de Chr. Geref.
krachtens hunne belijdenis behooren, hoe
wel men zich met de practische toepassing
en uitwerking van die beginselen, zooals
die zich openbaart in de politieke gedrags
lijnen, gevolgd door voormannen van do
A.-R. Partij, niét in allen decle algemeen
kam vereenigen.
Een vaste comnissio is benoemd om
van de bezwaren der loden dor Chr. Ger.
Kerk tegen de practische politiek, voorge
staan door de leiders der A.-R. Partij,
kennis lo nemen en die bezwaren ter ken
nis te brengen van het Centraal-Comité,
ze met dit laatste te bespreken en na to
gaan in hoeverre aan die bezwaren is tel
gemoet gekomen.
Leden van dit comité zijn do heeren Ds.
H. Janssen, Ds. C. v. d. Zaal, van Deven
ter, Ds. A. H. Hilbers. Van Os, lid van den
gemeenteraad van Wageningen, C. Vegt,
van Barendrecht, A. Prins to Nieuwen-
dam, lid van den gemeenteraad van Am
sterdam, en B. Nederlof, van Rotterdam.
Naar we meenen te weten behoort do
heer Van Os tot de Staatk. Geref. Partij
en de heer Vegt tot de Chr. Hist. Unie.
Do vergadering was goed bezocht. Do
stemming was opgewekt. Het onderling
vertrouwen ontbrak niet en werd nog ver
sterkt door'de geanimeerde gedaclitenwL
seling, waarin do eenheid, gegrond op do
Heilige Schrift, heerlijk aan het licht
kwam.
Volledigheidshalve moet vooral nog wor
den vermeld de volmondige erkenning, dat
als met bezwaren tegen do practische po
litiek geen rekening was gehouden, dit
veelal tot oorzaak had liet diep te betreu
ren feit, dat de Chr. Geref. onvoldoende
belangstelling bchfcen gvtcuod in de werk
zaamheden der A.-R. Kiesverenigingen
en in hare vergaderingen, tengevolge waar
van do bedoeldo bezwaren niet voldoer.Jo
kenbaar zijn gemankt. aHbans op onvol
doende wij zo zijn verdedigd.
FEUII.LËTOM
Van 's levens diepten.
30)
Hot was een groote vierkante ruimte op
de eersto verdieping, half voor biblio
theek, half voor laboratorium ingericht.
'Als kind liad zij deze leamer altijd met
zekeren angst beschouwd en ook nu be
ving haar weer datzelfde gevoel, toen zij
binnen kwam. Niemand anders dan de
dokter kwam hier binnen en slechts bij
groolo uitzondering werd op deze ge
woonte inbreuk gemaakt. Hier had Clara
met haar voogd gesproken over haar be
geerte om een Christen te willen worden
.en hier was 't ook geweest, dat hun laat
ste gesprek haar tot 't besluit had aange
zet om van huis te vluchten.
'Hij zag dadelijk, dat zij met een zeke
ren angst rondkeek, maar hij nam haar
vriendelijk bij de hand en gaf haar ieen
Ütoel.
«Wees niet hang, kind; het ds niet om
Je te beknorren, dat ik jo dezen keer hier
2teb geroepen."
Zij keek hem aan en zag op zijn ge
jacht een uitdrukking, die zij. or nog nooit
j® voren <op gezien had. De stugge, harde
;:^ek was verzacht en hij zag haar aan
leederheid en eerbied. Hot was als
waren plotseling do rpllcn verwisseld,
als was zij de meesteres geworden en hij
de ondergeschikte. Clara begreep niets
van deze verandering.
„Je weet zeker niet, waarom ik je hier
heb geroepen, Clara? Wel, om deze een
voudige reden. Ik wou in zekere zin boe
te doen voor een zondig verleden. Ik be
hoef je niet te vertellen, welke invloeden
mij zóo veranderd hebben voor een
deel ben jij zelf het geweest of beter
gezegd God door u. Ik geloof niet, dat jij
ooit door zoo'n vagevuur van berouw en
zelfverwijt ben gegaan als ik deze laatste
nachten. Ik wil je daarvan geen tafereel
ophangen. Het eenige, wat ik je vragen
wil, is, of je mij wilt Helpen om mijn
Hij hield even op. Clara's hart was te
vol om iets te zeggen. Zij kon niet anders
doen dan stil zitten luisteren met beide
ooren wijd open en een groote dankbaar
heid voor God en den Verlosser in haar
hart. Eindelijk toch was haar gebed ver
hoord en op wat een wonderbare ma
nier! Alles wat zij hoorde, verwonderde
haar, maar over wat' ze nog niet wist, zou
zij zich nog meer verwonderen.
„Om jo niet te doen schrikken, zooals
een vreeselijk monster zou doen, Clara,
wil ik jo nog ven den tekst aanhalen,
waarover dominee Chester verleden Zon
dag heeft gepreekt: „Indien wij zeggen,
dat wij geene zonde hebben, zoo verlei
den wij onszei ven en de waarheid is in
ons niet Indien wij onze zonden belijden,
Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij
ons de zonden vergeve en ons reinig© van
alle ongerechtigheid. Ik wil mijn zonden
belijden met een nederig en berouwvol
hart mag ik er dat bijvoegen? Die ar
me, ongelukkige man beneden George
Wybert dien jij zoo zorgvuldig en
trouw hebt opgepast, is mijn zoon!"
Zuster Clara kon liaar oogen nauwe
lijks gelooven. Uit den ernstigen toon van
zijn stem was zij er op voorbereid iets
bijzonders te hooren; maar dezo mede-
deeling had haar toch verrast. Zijn zoon!
Hoe was het mogelijk?
Bij stukjes en beetjes verleid© hij haar
alles, van zijn jeugd en zijn echtelijk le
ven, van zijn. schandelijk gedrag tegen
over zijn vrouw en kind en zijn leven
daarna, tot hij haar oucfcrs ontmoette.
Hij wachtte even en keek haar met innig
medelijden aan, als wilde hij haar liever
do rest van zijn onthullingen sparen.
Eindelijk vervolgde hij langzaam:
„Maar hoe slecht mijn leven ook is ge
weest, do gevolgen zijn nog veel erger.
Ze zijn oen nieuw bewijs van de woorden
-de zonden van den vader zullen bezocht
worden aan d© kinderen. Mijn arme, ver
laten jongen de ongelukkige beneden
volgde precies de voetstappen van zijn
yadcr, toen hij denzelfden leeftijd bereikt
had. Hij trouwde cn ging weg van zijn
vrouw en kind."
Een kreet ontsnapte Clara's lippen. De
pijl, dien hij aarzelend afgeschoten had,
had haar tot in dei ziel getroffen. Hij had
dit gevreesd en zag nu met snerpende
pijn, dat zijn vrees bewaarheid was. Do
ranken van de liefde hadden zich om den
gevallen hoorn gehecht, om den patiënt,
dien zij had verzorgd. Zouden zij zonder
schade er van afgenomen kunnen worden?
Maar hij kende niet den moed van de
ze teedere plant de kracht, die ze ge
kregen had in den grond van Christen
liefde, waarin ze opgeschoten wa3.
Even verborg zuster Clara haar gezicht
in haar handen. Toen zij weer opkeek,
straalde er een nieuw licht in haar
oogen.
„Kom," zeide zij, en stak hem haar
hand toe, die hij eerbiedig in de zijne
nam: „we hebben nu een dubbelen plicht
te vervullen. Wij moeten hem teruggeven
aan zijn vrouw en kind."
„Met Gods hulp zullen wij dat doen,"
zeide dokter Ullathorn.
Dienzelfden avond opereerde hij Frits
voor den tweeden keer. Drie weken, lang
zweefde de patiënt tusschen leven en
dood, dag en nacht opgepast door den
dokter en <io trouwe pleegzuster.
Ten laaUto word hij voor genezen ver
klaard. In ?t begin echter konden zij bei
den het nog niet gclooven; wjint hoewel
bij nu hun vragen duidelijk cn verstandig
beantwoordde, volhardde hij ia zijn be
wering, dat hij niet Georgo Wybert, maar
Frits Dclamore was.
„Enfin, dat zal gauw opgoholderd wor*
den," zeide do dokter, „want ru kunnen
wij den tweeden stap wagen wij kun
nen hom teruggeven aan zijn vrouw en
zijn kind. Ik heb haar geschreven en
morgen kunnen zij hic-r xiifi."
Zuster Clara dankte hem: maar toon zij
dien nacht naast Frits' bed waakte, boog
zij het hoofd op de deken en bloei langen
tijd verzonken in een stil gebed.
nooFDsruK xvn. i
Dokter Ullathorn had Barbara Wybert
geschreven om met haar kind bij heni t©
komen voor een dringende zaak, maar
haar niet precies verteld waarvoor. Zij
.kende den dokter niet en liad daarom
niet veel lust naar hem toe te gaan, maar
door na te vragen hoorde zij dat hij een.
beroemd dokter was en zij gisto dat da
„dringendo zaak" haar mau bolrof, zoo-i
dat zij schreef, dat zij bij hem zou ko
men. Den volgenden middag na 't gesprek
in het vorige hoofdstuk zou zij aanko
men; on op raad van don dokter bereidde
zuster Clara Frits voor op oen pntmoo-
ting met zijn gewaande vrouw. i
(Wordt vervolgd.). J