Tweede Blad M Zaterdag 27 October 1923 Volg Mij. i MattH, 9j Vinet zegt ergens dat aan sommigen het noviciaat wordt gespaard. Jezus' roepstem komt zonder tusshenmiddel tot «hen, zooals het stuifmeel der bloemen "doordringt tot het vruchtbeginsel. Is Levi de tollenaar zoo iemand ge weest? Hoe eenvoudig vertelt Levi zijn bekeringsgeschiedenis! „Èn Jezus zag een menseh in %~et tol- jhuia zitten genaamd Mattheus (nieuwe naam voor Levi), en zeide tot hem: Volg jnii. En hij opstaande, volgde hem." Wat zag Jezus? Een tollenaar. Iemand 'die in het onbeduidende Kanernaum een plaats van heteèkenis bekleedde. In dit stadje moesten de in- en door- noerrechten worden betaald van alle •koopwaren, die over den grooten weg van Damascus naar Egypte werden fyei'voerd. Do tolbeambten waTen dus menschen van gezag. Maar zij waren -ook gehaat. ■Het tolkantoor herinnerde het Joodsche volk aan de Romeinsche overheersching. Daarom werden de tollenaren, die deze „Heidenen" dienden, bijna als landver raders beschouwd. Zij werden in den kerkelijken ban gedaan. Zij waren als mekiatschen temidden van hun volk. Zulk een menseh zag Jezus! Het wordt met opzet èn met blijdschap zoo gezegd. Jezus zag een menseh, een beelddrager Gods, in een omgeving waar hij geestelijk dood moest gaan. Hij vond hem ondanks zijn onrechtmatig verkregen rijkdom, bek1 agens'waard i g. En nu zoekt Hij, die het Verlorene znekt, dezen menseh te trekken uit de duisternis van zijn geestdoodend mate rialisme tot het wondere licht van Zijn levendmakende tegenwoordigheid. Daar om ziet. Jezus Levi aan! In dat zien ligt een veroordee- ling. Maar n«'et enkel vernietigend is het oor deel van den Heer. De wereld oordeelt met vernietigend gewold. In haar oordeel ligt vaak een groote mate van onrecht. Zij veroordeelt alleen afgaand op wat uiterlijk wordt gezien. Jezus oordeelt het hart. de drijfvee- ren van het leven, do verborgen zucht naar verlossing uit de omgeving waarin men is geraakt. Daarom behoudt Christus' oordeel. Het breekt den ban waarin men door de 'har de zelfzuchtige wereld omsloten is. De Heere geeft een kans om een ander menseh te wonden. Hij roept tot bekee ring en stelt tot bekeering in staat. Hoe velen ziet Jesus nog zoo vol red dendo liefde aan! Zijworden dikwerf door allerlei in hun onmiddellijke omgeving belet tot God te komen. Zij draaien in een Vicieuzen cirkel rond. Zij worden gebonden door familie banden en belemmerd door zaken en ver hinderd door levensverhoudingen. Ze forden van God en menschen afgestoo- n. Ze zijn in een zondige omgeving op gesloten. Niemand helot hen. De wereld ziet verachtelijk op hen neer. Maar Jezus ziet hen aan. En Zijn blik redt! Door Jezus' blik -jvordt voor Petrus de ban gebroken, en wordt Levi uit zijn om geving gerukt. Bij dat eenvoudig zien behoort liet een voudige woord: volg Mij. Meer niet. Geen wetskennis is noodi'g, slechts zelf kennis. Het komen tot God behoeft niet een gevolg van de wet te zijn. Bij velen gaat het komen tot 'Jezus aan de kenn's van wet en Evangelie 'vooraf. Als de ziel Zich tot God keert, leert men bidden: Heer, leer mij uwen weg, en krijgt de kennis der Heilige Schrift heerlijke be teekenis. Dit is bet wonder der reddende liefde Gods, dat zij zondaars roept, tollenaren en zondaren, zonder 'eenige voorberei- ding. De stokbewaarder van Eilippi, die' *s avonds een zelfmoordenaar wil wor den, «wordt den volgenden morgen geloo- vig met geheel zijn huis. Wie kan keeren de macht des Heeren? Hij roept en niets verhindert het ko men. Hij ziet en door Zijn blik wordt de müur, waarachter onze ziel gevangen zit, doorbroken. En toch tot welk oen strijd roept de Heiland. Levi op. Hij moet uitbreken uit zijn sfeer van weelde en zelfzucht. Hij moet zijn rus tig kantoor verlaten en het drukke, ge-« vaarlijke, alle krachten opeischendo le ven ingaan. Hij moet Jezus' weg bewandelen. Hij moet Ieeren willen Gods wil. Hij moet gaan leven tot eer van zijn Heiland en tot zegen van de menschen, die' hem met verachting en haat hebben omringd. Dat Jezus' blik levend maakt is zulk een gewichtig iets. Als de Heiland nieuwsgierig maakte, zouden zijn discipelen kunnen volstaan met veel te lezen over Hem, met ja te knikken op velerlei prediking en verstan delijk zich te oriënteeren inzake de din gen van het Koninkrijk Gods. Als Jezus medelijdend maakte, zouden Zijn jongeren philantropen kunnen zijn en trouwe" volgers Van Hem moeten wor den genoemd. Maar de Heer vraagt niet het hoofd en niet de hand. Hij vraagt 'het hart. Dus maakt Hij levend, heel het leven opeischendo voor Zijn dienst. Hij legt beslag op al onze overwegingen en han delingen. 1 Geen wonder dat er {Lijpe onvoldaan heid in het hart dergencn, die Jezus in oprechtheid volgen, woont. Jezus Volgen! Hij is zoo onnoemelijk groot. Zijn grootheid wordt door het stoffelijk oog niet gezien, slechts gegre pen door de hand des galoofs. Maar hoe dikwijls grijpt een blinde mis! Gelukkig dat de Heiland in Zijn: volg mij, niet enkel een eisch ons oplegt, maar ook genade, die, tot volgen genoeg is, ons geeft. Hij die alles weet, kan daarenbo ven ook alles vergeven. Hij kent ons en onze omstandigheden. Hij, die het hart doorgrondt, kent on® willen. Hij, die ons leven doorziet, weet hoe vaak onzo handen cn voeten gebon den zijn. Hij roept zondaars om ze te plaatsen boven de dingen des «tofs eci hun geestes krachten te heiligen tot Gods eer. Het leven van Levi achter Jezus be gint met blijdschap en nederigheid. Ik heb dikwijls de menschen kunnen wijzen op do woorden van Lukas 5:29. ..En Levi richtte Jezus een groofea maal tijd aan in zijn huis." Bij Mattheus en Markus valt de nadruk op den maaltijd, Lukas die zoo dikwerf kleine, sprekende trekken ons geeft, zegt: Levi maakte een maaltijd. Hij is Jezus dadelijk gevolgd. De diepe indruk Van Jezus' verschij ning moet direct worden benut. Wie Je zus laat wachten, verbeuzelt bet „Mi" waarin „wat worden zal" begrepen is; hij verknoeit eten tijd, die hem de eeuwig heid brengt. Wie Jezus wachten Taat, ziet zich de blijdschap van het volgen ontgaan. Levi maakte Jezus een maaltijd! Ik geloof niet dat ergens in den Bij bel de gevolgen van het volgen van Je zus zóo ge teekend zijn. Wie verwacht nu een maaltijd als een teeken van ware bekeering? Ware het niet beter dat Levi in de eenzaamheid zich terugtrok? Zoo denken velen, maar zij worden beschaamd door den Heiland zelf. Later vertelt de HeeTe in de gelijkenis van den Verloren Zoon. dat de Vader de bekeerirg van Zijn zoon VTOolijk Viert. ïk gun ieder het recht op zijn e:gen manier kenbaar te maken, dat hij of zij 'Jezus gevonden beeft. Maar laat ons toch niet me enen, dat het leven met God' dan alleen echt is als wij zuchtend en klagend door het leven gaan. Het leven niet den Heer maakt blij en heeft behoefte do blijdschap te openbaren en onderen er in te doen deelon. Wij leven toch waarlijk heel dicht bij God als wij kunnen zeggen: loof den Heer mijne ziel niet -mijn lipoen en ook wat binnen in mij is Zijnen heiligen naam. Ook bij het gevoel van veel tekortko mingen, overhearscht toch de blijdschap dat wij voor Gods Tekening zijn, als wij luisteren nnar Zijn stem. We doen als Paulus, dio zoo ontroe rend «preekt over het lijden dezes 'egen- woordigen tijds en over 'zijn benauwden geest, cn toch zoo heerlijk zijn loflied zingt: wie zal mij scheiden Vhn de liefde Gods in Christus geopenbaard? i GEESTELIJK LIED. Heer, ik heb mijn kruis genomen U to volgen, waar Gij gaat; 'Arm, geminacht moet ik komen, Maar Gij zijfc mijn toeverlaat. 'Alles wil ik voor U geven, 'Al wat gens mij rijkdom scheen'/ ,U te aien en te beleven, ik, Heer, en dkt alleen. 1 Moclit de wereld mij verlaten, i Eenmaal ook waart Gij alleen. Gij meet met Uw eigen maten En ziet door de leugen heen. Zoolang Gij mij lachend aanziet, God van wijsheid, Goct van macht', Tel ik 't aardsche lief en leed niet, Maar ben rijk door wat Gij bracht. Zijn de dagen en de nachten Zwaar van ongeweten leed, Immer keeren mijn gedachten Tob U, die heb alles weet. .Welke smart kan mij genaken Als Uw liefde mij bestraalt? Welke blijdschap kan ik smaken' iDie niet, Heer, van U verhaalt? Weet, mijn ziel, dat gij verlost zijfc, Rijs tot boven angst en smart Naar Hem, die ons aller komst beidfc En Zijn immer noodend hart. Zie wat Hij deed u te winnen Zie de zorg, die u omgeeft, Kind, moet gij u nog bezinnen? Weet dat uw Verlosser leeft. Ga dan van geluk naar zegen, Bid en werk tob eer van God, Zoek Zijn band op al uw wegen, Houd Zijn Vaderlijk gebod. Eenmaal zal de dood u beuren Uit dit land van zorg en strijd, Naar de wentelende deuren Van Gods wijde oneindigheid. „Pniël.^ KERK ER SCHOOL NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Hemelum: J. G. H. Romijn te Parrega. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Grand Rapids (Ned. Geref. Gem.; Michigan, Noord-Amerika), D. J. van Brommen te Boskoop (die reeds een beroep naar Driebergen aannam), GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Werkendam, X Over duin te Gouda. Ds. J. M. de Jong. De toestand van ds. J. M. de 'Jong, Geref. pred. te Duurswoude, dië voor een jaar ongesteld werd en sindsdien zijn ambtelijk werk niet kon doen, hoewel de laatste tijd vooruitgaande, is thans plotse ling zeer verergerd. Ds. J. W. Tortsbesk. Sinds eenigen tijd vertoeft Ds. X W. Tonsbek, pred. der Ned. Herv. Gemeente te Schiedam, voor herstel van gezondheid in Zwitserland. Ds. G. Ncordenhouf. Ds. G. Noordenhout, predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Wier (Fr.) heeft aan den Kerkeraad bericht gezonden, dat hij als predikant bedankt, meldt het „Hbl.'k Ds. M. A". Rouwenhorst. t Te Leersum js overleden ds. M. A'. Rou wenhorst, Ned. Herv. predikant aldaar. De overledene bereikte den leeftijd, "van 66 jaar. Hij stond achtereenvolgens te Waarden, Rozenburg en werd 4 Mei 1902 predikant te Leersum. In 1891 werd hij benoemd tot predikant in N. O.-Indië, waar hij de gemeenten Soemenep, Probo- lingo en Madioen diende. In 1901 keerde hij met verlof in Nederland terug cn in 1902 werd hij als N. O.-I. predikant eer vol ontslagen en gepensionneerd. Kerkelijke verkiezingen. Te Amsterdam zal de verkiezing voor gemachtigden tot het Kiescollege der Ned. Herv. Gem. op 4 December a.s plaats hebben. Er zijn 120 vactures, waar onder de 31 zetels, thans ingenomen door de vrijzinnige en ethische voorstanders van Evenredige Vertegenwoordiging, die drie jaar geleden bij verrassing werden gekozen en nu aan de beurt van aftreding zijn. Bij de candidaatstelling zijn drie lijs ten ingeleverd: 1. Vrijzinnige Hervormden en Evenr. Vertegenwoordiging; 2. Geza menlijke Vriendenkringen (Gonfessioneo- len); en 3. Het Evangelie (Ethischen). Dit jaar nemen voor het eerst ook do vrouwen aan de verkiezing deel. Hierdoor steeg het aantal kiezers van ruim 20.000 op circa 55.000. 11- Wachtende cn wakende. TjM-' Naar aanleiding van het overlijden van ds. Koopmans schrijft ds. Datema. in de „Driebergsche Kerkbode": Slechts eens had ik het genoegen, dien vriendelijken man te liooren spreken. Het was op Pinkstermaandag van 't jaar 1015 Met collega Oudkerk, onze Samuël, was ik dien morgen bij prachtig zomerweer van Rotterdam naar Goes gereisd, om op de samenJcomst der Zuid-Bevelandschc kerken in den boomgaard van den heer Peman Kakebeeko een zendingswoord te spreken. Het slotwoord werd gesproken door ds. J. J. Koopmans uit Grijpskerkc. Toenj bleek, wat ik vroeger meermalen gehoord had, dat Koopmans een pakkende manier van dictie bezat. Hij sprak aangrijpend. Eenvoudig, zonder zelfgevoel of zelfbe hagen; niet alleen welmeenend maar Cok welsprekend. In zijn woord werd wel gewezen op de teekenen der tijden, welke deden denken aan de wederkomst des Heeren. 't Was, of het einde der dagen dichter naar ons toe kwam. Het werd stil in den boomgaard. Zelfs de bladeren bewogen zich niet; en ook de menschen niet. Koopmans sprak eni do schare luisterde. Wat hij sprak? Onder meer het voügerjde „Jaren geleden werd het plotseling zeer donker, midden op den dag, in do Ame- rikaansche stad "Washington. Onheilspel lend donker. Het juist vergaderend par lement kon niet meer spreken in de don kerheid. Gedacht werd, dat hot einde der wereld kwam en Gods gerichfcen werden voltrokken. Het werd uitgesproken ook. Tden vroeg een grijze puritein, die juist heb woord voordo cm een kaars, ten einde met de lectuur te kunnen voortgaan. Indient, zeide Hij, de Heere werkelijk komt zal Hij mij werkzaam en wakend vinden; dan. wil ik voor Hem verschijnen met mijn manuscript in de hand. Aan deze woorden moest ik denken, toen het doodsbericht mij bereikte. Hij kwam Woensdagavond van Drimnie- len, het kleine dorp bij hot bedriegelijk Hollandsch Diep. Dio eentonig© weg zal dien avond wol zeer sombor geweest zijn. t Werd donker, duister, storm en regen! Met oen lantaarn in do eene hand en een parapluio in do andere, worstelt de gezant des Heeren tegen stórm en regen, in. Toen kwam de Heere. De Heere was in den storm; in de duis ternis: in het onweer. Met dat onweer is ds. Koopmans ten hemel gevaren Zijn Meester heeft liem ge vonden met den fakkel in de hand; wa kend en werkzaam. En toen den volgen den morgen, als het nog donker was, het lichaam op den lagen weg werd gevonden, was do ziel reeds, met die van den puri tein uit Amerika, tot do geesten der vol maakt rechtvaardigen gegaan. Laat het ons ook maar nopen om wa kend en werkzaam to zijn. En worde het ons ook gegeven om zonder verschrikking de toekomst van den Zcjon des menschen togen te kunnen gaan. Gereformeerde Zendingsbond. Gisteren hield de Gereformeerde Zen- dings bond te Utrecht zijn 46e algeinecne vergadering, onder voorzitterschap van dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, van Do Bildt. De vergadering werd geopend met het zingen van Ps. 119: 3, waarna do voorzit ter voorlas Ps. 87 en voorging in geböi. In zijn openingswoord heette hij de aan wezigen hartelijk welkom en sprak voorts oenige woorden naar aanleiding van den voorgelezen psalm. Na vaststelling van do notulen der vo rige vergadering werd overgegaan tot be handeling der verschillende verslagen. Uit liet jaarverslag van den secretaris bleek, dat de Zendingsarbcid onder de To- radja's gezegend, voortgaat. Ook in ons land blijft do invloed van den Gerefor meerden Zendingsbond zich geregeld uit breiden. Uit het verslag van het financieel be heer van den Zendingsdag blijkt, dat cleze oen flinke Irate voor do kas afwerpt. Tot bestuursleden werden herkozen ds. H. A. Heijer, ds. W. Bieshaar ©n M. J. P. Vermooten. Als lid van de Propaganda-commissie werd herkoaen de. J. J. van Ingcn cn ge kozen ds. G. A." Pott en ds. J. H. Gun ning. Herkozen werden als leden van do re gelingscommissie voor het houden van Zendingsdagen do heeren ds. J. H. F. Rem mo, ds. B. Batelaan en M. J. Paap. Als redacteur van het orgaan van den Bond „Alle den Volcke" werd herkozen ds. W. Bieshaar. Nadat nog de propaganda in den ko menden winter was besproken en do be grooting voor 1924 was vastgesteld, werd do vergadering gesloten. De Chr. Gereformeerden en dg Politiek. Donderdag werd in „Irene" te Utrecht, een vergadering gehouden van Chr. Gere formeerden uit heel ons land ter bespre king van do staatkundige vraagstukken van dezen tijd en de houding, door do Chr. Gereformeerden als groep daartegen aan te nemen. De vergadering, die onder leiding stond van Ds. H. Janssen, logerpredikant te s-Gravenhage, was goed bezocht. De pers werd echter niet toegelaten. Van bevriende zijde werden evenwel aan de Standaard de volgende mededee- lingen toegezonden: Hoewel de pers als zoodanig niet was toegelaten, zal het niet in de bedoeling van het voorloopig comité gelegen hebben, dat in do pers niet een zeer kort verslag zou verschijnen van het op die vergade ring behandelde en van de genomen be sluiten. Na de opening der vergadering met ge bed en voorlezing, ontving Ds. Hilbers, van Enschedé, het woord voor het houden van een inleiding. Deze spreker ontwikkelde de reeds ge publiceerde drietal stellingen. Daarop vroegen en voerden verschillen de personen het woord. Zoowel leden, van de.A.-R. als van de Goref. Staatk. P. en van de Chr. Hist, partij. Ook politiek ongeorganiseerden. Doch uitsluitend Chris ielijk-G oreformeerden. Op dezo wijze kwam duidelijk aan het licht, Welk© opvattingen er in den l>oezem der Chr. Geref. Kerk* bestaan ten aanzien van de vraag, tot welke politieke organi satie do Chr. Geref. krachtens hunne he li j'denis behocren. De overgroote meerderheid der aanwe zigen was van oordeel, in het kort saam- gevat, dat „Ons Program" van de A.-R. Partij dezo laa'ste stempelt tot de politie ke organisatie, waartoe de Chr. Geref. krachtens hunne belijdenis behooren, hoe wel men zich met de practische toepassing en uitwerking van die beginselen, zooals die zich openbaart in de politieke gedrags lijnen, gevolgd door voormannen van do A.-R. Partij, niét in allen decle algemeen kam vereenigen. Een vaste comnissio is benoemd om van de bezwaren der loden dor Chr. Ger. Kerk tegen de practische politiek, voorge staan door de leiders der A.-R. Partij, kennis lo nemen en die bezwaren ter ken nis te brengen van het Centraal-Comité, ze met dit laatste te bespreken en na to gaan in hoeverre aan die bezwaren is tel gemoet gekomen. Leden van dit comité zijn do heeren Ds. H. Janssen, Ds. C. v. d. Zaal, van Deven ter, Ds. A. H. Hilbers. Van Os, lid van den gemeenteraad van Wageningen, C. Vegt, van Barendrecht, A. Prins to Nieuwen- dam, lid van den gemeenteraad van Am sterdam, en B. Nederlof, van Rotterdam. Naar we meenen te weten behoort do heer Van Os tot de Staatk. Geref. Partij en de heer Vegt tot de Chr. Hist. Unie. Do vergadering was goed bezocht. Do stemming was opgewekt. Het onderling vertrouwen ontbrak niet en werd nog ver sterkt door'de geanimeerde gedaclitenwL seling, waarin do eenheid, gegrond op do Heilige Schrift, heerlijk aan het licht kwam. Volledigheidshalve moet vooral nog wor den vermeld de volmondige erkenning, dat als met bezwaren tegen do practische po litiek geen rekening was gehouden, dit veelal tot oorzaak had liet diep te betreu ren feit, dat de Chr. Geref. onvoldoende belangstelling bchfcen gvtcuod in de werk zaamheden der A.-R. Kiesverenigingen en in hare vergaderingen, tengevolge waar van do bedoeldo bezwaren niet voldoer.Jo kenbaar zijn gemankt. aHbans op onvol doende wij zo zijn verdedigd. FEUII.LËTOM Van 's levens diepten. 30) Hot was een groote vierkante ruimte op de eersto verdieping, half voor biblio theek, half voor laboratorium ingericht. 'Als kind liad zij deze leamer altijd met zekeren angst beschouwd en ook nu be ving haar weer datzelfde gevoel, toen zij binnen kwam. Niemand anders dan de dokter kwam hier binnen en slechts bij groolo uitzondering werd op deze ge woonte inbreuk gemaakt. Hier had Clara met haar voogd gesproken over haar be geerte om een Christen te willen worden .en hier was 't ook geweest, dat hun laat ste gesprek haar tot 't besluit had aange zet om van huis te vluchten. 'Hij zag dadelijk, dat zij met een zeke ren angst rondkeek, maar hij nam haar vriendelijk bij de hand en gaf haar ieen Ütoel. «Wees niet hang, kind; het ds niet om Je te beknorren, dat ik jo dezen keer hier 2teb geroepen." Zij keek hem aan en zag op zijn ge jacht een uitdrukking, die zij. or nog nooit j® voren <op gezien had. De stugge, harde ;:^ek was verzacht en hij zag haar aan leederheid en eerbied. Hot was als waren plotseling do rpllcn verwisseld, als was zij de meesteres geworden en hij de ondergeschikte. Clara begreep niets van deze verandering. „Je weet zeker niet, waarom ik je hier heb geroepen, Clara? Wel, om deze een voudige reden. Ik wou in zekere zin boe te doen voor een zondig verleden. Ik be hoef je niet te vertellen, welke invloeden mij zóo veranderd hebben voor een deel ben jij zelf het geweest of beter gezegd God door u. Ik geloof niet, dat jij ooit door zoo'n vagevuur van berouw en zelfverwijt ben gegaan als ik deze laatste nachten. Ik wil je daarvan geen tafereel ophangen. Het eenige, wat ik je vragen wil, is, of je mij wilt Helpen om mijn Hij hield even op. Clara's hart was te vol om iets te zeggen. Zij kon niet anders doen dan stil zitten luisteren met beide ooren wijd open en een groote dankbaar heid voor God en den Verlosser in haar hart. Eindelijk toch was haar gebed ver hoord en op wat een wonderbare ma nier! Alles wat zij hoorde, verwonderde haar, maar over wat' ze nog niet wist, zou zij zich nog meer verwonderen. „Om jo niet te doen schrikken, zooals een vreeselijk monster zou doen, Clara, wil ik jo nog ven den tekst aanhalen, waarover dominee Chester verleden Zon dag heeft gepreekt: „Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben, zoo verlei den wij onszei ven en de waarheid is in ons niet Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinig© van alle ongerechtigheid. Ik wil mijn zonden belijden met een nederig en berouwvol hart mag ik er dat bijvoegen? Die ar me, ongelukkige man beneden George Wybert dien jij zoo zorgvuldig en trouw hebt opgepast, is mijn zoon!" Zuster Clara kon liaar oogen nauwe lijks gelooven. Uit den ernstigen toon van zijn stem was zij er op voorbereid iets bijzonders te hooren; maar dezo mede- deeling had haar toch verrast. Zijn zoon! Hoe was het mogelijk? Bij stukjes en beetjes verleid© hij haar alles, van zijn jeugd en zijn echtelijk le ven, van zijn. schandelijk gedrag tegen over zijn vrouw en kind en zijn leven daarna, tot hij haar oucfcrs ontmoette. Hij wachtte even en keek haar met innig medelijden aan, als wilde hij haar liever do rest van zijn onthullingen sparen. Eindelijk vervolgde hij langzaam: „Maar hoe slecht mijn leven ook is ge weest, do gevolgen zijn nog veel erger. Ze zijn oen nieuw bewijs van de woorden -de zonden van den vader zullen bezocht worden aan d© kinderen. Mijn arme, ver laten jongen de ongelukkige beneden volgde precies de voetstappen van zijn yadcr, toen hij denzelfden leeftijd bereikt had. Hij trouwde cn ging weg van zijn vrouw en kind." Een kreet ontsnapte Clara's lippen. De pijl, dien hij aarzelend afgeschoten had, had haar tot in dei ziel getroffen. Hij had dit gevreesd en zag nu met snerpende pijn, dat zijn vrees bewaarheid was. Do ranken van de liefde hadden zich om den gevallen hoorn gehecht, om den patiënt, dien zij had verzorgd. Zouden zij zonder schade er van afgenomen kunnen worden? Maar hij kende niet den moed van de ze teedere plant de kracht, die ze ge kregen had in den grond van Christen liefde, waarin ze opgeschoten wa3. Even verborg zuster Clara haar gezicht in haar handen. Toen zij weer opkeek, straalde er een nieuw licht in haar oogen. „Kom," zeide zij, en stak hem haar hand toe, die hij eerbiedig in de zijne nam: „we hebben nu een dubbelen plicht te vervullen. Wij moeten hem teruggeven aan zijn vrouw en kind." „Met Gods hulp zullen wij dat doen," zeide dokter Ullathorn. Dienzelfden avond opereerde hij Frits voor den tweeden keer. Drie weken, lang zweefde de patiënt tusschen leven en dood, dag en nacht opgepast door den dokter en <io trouwe pleegzuster. Ten laaUto word hij voor genezen ver klaard. In ?t begin echter konden zij bei den het nog niet gclooven; wjint hoewel bij nu hun vragen duidelijk cn verstandig beantwoordde, volhardde hij ia zijn be wering, dat hij niet Georgo Wybert, maar Frits Dclamore was. „Enfin, dat zal gauw opgoholderd wor* den," zeide do dokter, „want ru kunnen wij den tweeden stap wagen wij kun nen hom teruggeven aan zijn vrouw en zijn kind. Ik heb haar geschreven en morgen kunnen zij hic-r xiifi." Zuster Clara dankte hem: maar toon zij dien nacht naast Frits' bed waakte, boog zij het hoofd op de deken en bloei langen tijd verzonken in een stil gebed. nooFDsruK xvn. i Dokter Ullathorn had Barbara Wybert geschreven om met haar kind bij heni t© komen voor een dringende zaak, maar haar niet precies verteld waarvoor. Zij .kende den dokter niet en liad daarom niet veel lust naar hem toe te gaan, maar door na te vragen hoorde zij dat hij een. beroemd dokter was en zij gisto dat da „dringendo zaak" haar mau bolrof, zoo-i dat zij schreef, dat zij bij hem zou ko men. Den volgenden middag na 't gesprek in het vorige hoofdstuk zou zij aanko men; on op raad van don dokter bereidde zuster Clara Frits voor op oen pntmoo- ting met zijn gewaande vrouw. i (Wordt vervolgd.). J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5