Aan hei einde der Weëk
De toestand is in Duitschland zeer cri-
tiek geworden.
Het gaat er nu op of er onder.
De Rijksregeering heeft gelijk bekend
machtiging gevraagd om als zij dit noo^
dig acht van de grondwettelijk vastgestel
de rechten af te wijken en zonder het
parlement te handelen, zoo noodig.
Er is een kleine kans dat dit ontwerp
zal worden aangenomen. De' Socialisten
zijn n.l. verdeeld.
De meerderheid is voor het ontwerp,
maar een minderheid is er tegen en deze
minderheid is juist groot genoeg om de
wet te doen vallen.
Wordt het ontwerp aangenomen, dan
komt er een soort dictatuur, maar die
toch nóg eenigszins staat onder de con
trole Van het parlement.
Wordt het echter verworpen dan wordt
onmiddellijk de Rijksdag ontbonden.
Een daartoe strekkend besluit is reeds
door president Ebert geteekend.
Em hoewel de Socialisten in gewone tij
den, als zij kans zien daaruit voordeel te
behalen, gaarne een beroep doen op het
volk en zweren hij den volkswil, in
dit geval houden zij het volk er maar lie
ver buiten.
Een beroep op den volksiwil mag goed
zijn in Nederland, in Duitschland moet
men daarvan in de gegeven omstandig
heden niets hebben. i
Men vreest toch, en niet zonder reden,
dat hij een te houden stemming d© So
cialisten het loodje zullen leggen.
Een deel van het volk zal naar men
vreest onder den indruk van de treu
rige toestanden de zijde van de Commu
nisten kiezen, maar een veel grooter deel
zal zich scharen onder de vanen van de
monarchisten, die zienderoogen aan in
vloed winnen, zoo zelfs, dat de leidende
Sociaal-democraten voor een monarchis
tische dictatuur bedlucht zijn.
En dan zoo redeneert de meerder
heid hebben wij liever een dictatuur
als tbans is voorgesteld en die althans
nog eenigermate staat onder de controle
van het parlement.
Hoe deze strijd zal afloopen valt nog
niet te voorspellen.
Maar dat het Duitsche rijk thans 'een
critiek stadium doormaakt is voor ieder
duidelijk.
In het binnenland dreigt onrust en ver
warring en de verhouding met het bui
tenland, met name met Frankrijk is er
ook nog niet veel op verbeterd.
Poincaró toont zich onhandelbaar. Hij
wil met de Duitsche regeering niet onder
handelen, maar alleen, als overwinnaar
ordonneeren.
Voorloopig staat hij sterk.
Maar als door zijn toedoen straks het
Duitsche rijk in elkaar stort, 'dan zal nog
moeten blijken of daarmee de belangen
van Frankrijk gediend zijn.
Ook in ons land zijn we deze week tot
een critiek stadium gekomen.
Het voorpostengevecht over de Vloot
wet heeft deze week een aanvang geno
men.
Dit voorpostengevecht is allicht niet be
slissend over den verderen gang van za
ken en over het leVen van het Kabinet,
maar toch zal het allicht eenig inlzicht
geven in de vraag of het Kabinet met dit
ontwerp op een meerderheid kan stefunen.
Blijkt dit het geval te zijn, dan zal het
ook met de bezuinigingsmaatregelen wel
In orde komen.
De Socialisten trachten hier anders
dan in Duitschland 'een beroep te doen
op den volkswil, nadat ze eerst door al
lerlei valsche voorspiegelingen een <*root
deel van "het volk willoos hebben ge
maakt.
Aan ijver het moet gezegd heeft
het hij hen niet ontbroken.
Geen middel is onbeproefd 'gelaten om
het volk te misleiden.
Door die valsche Voorstellingen, stond
men hij 'het verzamelen van h'andteeke-
njhgen sterk.
Maar in de Kamer is daardoor tegelij
kertijd de positie van de S. D. A'. P. vér
zwakt omdat aan zulk een petitionne
ment geen waarde kan worden toegekend
en men moet beginnen met zich lbs te
maken van de propaganda die men zelf
gevoerd heeft. 1
Voor "het Kabinet cijn thans moeilij'ke
dagen aangebroken. Het valt niet gemak
kelijk in een tijd als deze het schip van
slaat in de 'goede richting te sturen.
Geve God aan de leiders van ons volk
wijsheid en kracht om met vaste hand in
de goede richting te sturen.
STATEM-GEMERflfiL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
INTERPELLATIE-TROELSTRA.
Voortgegaan wordt met de interpellatie-
Troelstra betreffende de oorzaak en de op
lossing der crisis, mede in verband met
den financ'eelen toestand van Nederland en
Ned.-Indië.
De beer Troelstra (S.-D.) meent, dat
de Regeering en hij gisteren langs elkaar
heen hebben gesproken en bij meent, dat
dit hierin zijn oorzaak heeft, dat de Minis
ters van te voren hun redevoeringen hebben
samengesteld. On zeer veel van hetgeen spr.
zeide, is do Regeering niet ingegaan.
Spreker bespreekt de millioencn-rede van
minister Colijn, die een zeker optimisme
ademt, anders dan de gewone millioenen-
redevoeringen van de laatste jaren. Gaarne
hoopt bij dat dit optimisme niet wordt be
schaamd. Of is deze minister alleen' opti
mist voor Indië en in het belang van - het
militairisme? De Regeering verwacht dat
1926 een sluitende begrooting te zien zal
geven. Zal het de Regeering gelukken de
Kamer alle nieuwe heffingen te laten slik
ken? De minister neemt nu maar aan dat
hij alles krijgt wat hij zal vragen en dat
alle bezuiniging zal slagen.
De heer Dresselhuys (V.-B.) zegt,dat
de Regeering een minister van financiën
moést 'hébb'en die met dé ;éene hand sterk
bezuinigde en met de andere royaal is voor
de Vlootwet. Zoo'n man met twee aange
zichten werd gevonden. In de millioenenre-
de was het de heer Colijn qui pleure en gis
teren was het Oolijn qui rit. De begrooting
is van elastiek en sluit zich zelf wel. De
Regeering beeft ons nimmer iets van al die
millioenen verteld, van die 127 millioen die
onnoodig zijn betaald. Spreker betreurt bet
dat deze debatten worden gevoerd buiten de
Staatsbegrooting om, waardoor bet publiek
een geheel verkeerden indruk krijgt.
Is het economisch en financieel mogelijk
dat het Parlement zich verbindt aan deze
Vlootwet? Men stelt het voor dat de Vloot
wet een bezuiniging is.
Spr. wil niet allen aanbouw stopzetten,
al was het alleen maar voor het, behoud
van perspectief voor het personeel. Voor
iets extra's is spr. zelfs niet ontoegankelijk,
maar hij wil niet het standpunt van de
Vlootwet innemen, omdat wij dat niet kun
nen betalen. Tenzij deze wet absoluut an
ders wordt, zal spr. en zijn fractie tegen die
wet stemmen.
De heer Marchant (V. D.) had het
beter gevonden de Vlootwet na de Begroo
ting te behandelen. Hij gevoelt geen lust
aan dit debat deel te nemen om niet twee
keer hetzelfde te moe'ten behandelen.
Spr. wenscht den Minister alleen te vra
gen, of hij bij zijn antwoord op de vragen
over bet advies van den G.-G. wil onder
scheiden de kwestie van de Vlootwet zelf
en de uitvoering daarvan in 1924.
De heer Hugenholtz (S.-D.) be
toogt nog eens dat alle becijferingen ge
goocheld is. Voortdurend zijn in de laat
ste jaren de posten voor Marine verhoogd
en dus is het gemakkelijk te beweren dat
wij zuinig uit zijn: De Marinebegrooting
wordt thans geblokkeerd.
Voor de eeuwigheid d. \y. z. tot de
intrekking van deze wet zitten wij daar
aan vast.
De heer Gerritsen (V. B.) behan
delt de Indische financiën en wijst op het
oordeel der commissie,dat zeer scherp
was ten aanzien van de finan.cieele posi
tie van onze koloniën. Indië geeft geen
sluiteed budget en stapelt leening op lee
ning om de begrooting te sluiten. Met het
oog op dien toestand is onmiddellijke uit
voering van de Vlootwet onmogelijk. De
door Minister Colijn gegeven becijferingen
van 1924- en 1925 acht spr. niet juist. Men
heeft voor 1924 gerekend op het binnen
komen van achterstallige inkomsten
waarop voor 1925 zeker niet gerekend
mag worden.
De heer Van Ra ves t eij n (G. Fr.)
zal niet uitweiden over alle onderwerpen
die aan de orde zijn gebracht. De inter
pellatie acht hij een onjuiste en ontijdige
behandeling van zaken. De crisis had
moeten worden besproken dadelijk nadat
zij was ontstaan, maar de partij van mr.
Troelstra heeft spr. niet willen steunen
om dit te bereiken. De heer Colijn is
thans de chef der regeering en zijn op
treden is een stap naar de dictatuur van
het kapitaal wat men in het. buitenland
noemt, fascisme. We hebben hier onzen
Mussolini gekregen.
De heer Duys (S. D.): De olie is won-
'der-olie geworden.
De heer Van Ravesteyn (C. Fr.)
zegt dat wij" hier feitelijk een nieuw ko-
nigschapschap gekregen hebben. (Ge
lach). .We hebben hier gekregen Koning
Colijn. (Hilariteit).
(Geroep: Is dit erfelijk?)
De heer Van Havesteyn (G. Fr.)
Niet erfelijk, maar verderfelijk. (Gelach).
Spr. verwijt den heer Troelstra dat hij
niet heeft, meegeholpen om het_ referen
dum in te voeren waardoor een machtig
middel was verkregen tegen een wet als
de Vlootwet.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer Ruys de Beerenbrouok
zegt toe dat opgaven zullen worden ver-,
strekt over de bouwkosten van de Java
en Sumatra. Van de dictatuur die- er heet
te bestaan, heeft spr. niets ontdekt. De
verstandhouding is zeer goed en spr.
hoopt dat ze nog lang zóo blijve. (Ge
lach). Vervolgens herhaalt spr. dat het
conflict met minister de Geer alleen liep
over de uitvoering van de Vlootwet. De
G.-G. heeft zich indertijd verëenigd met
de invoering van de Vlootwet in Januari
1923 en dus a fortiori in Januari 1924.
Wat de heer Dresselhuys wil, is door
sjokken met de Marine en dat acht spr.
geen systeem. Er moet vastheid van lijn
zijn in de voorziening van onze Marine.
Vroeger zijn wel plannen gemaakt voor
25 jaar en de Vlootwet gaat slechts over
ze9 jaar. Spr. ontkent dat er gejaagd
wordt om de Vlootwet door te drijven. Ze
is reeds een jaar uitgesteld en dus is er
van doorjagen geen sprake.
Ten slotte beroept spr. zich op den heer
Struycken die vóór de Vlootwet was.
De ilinister van Financiën, de heer
G o 1 ij n, verzoekt nog slechts eenige op
merkingen te maken. Zijn gegevens over
Indië waren iets gunstiger dan die van
Nederlandmaar dat is oiok zóó. Aan spr.'s
cijfers heeft men niet getwijfeld maar
men heeft andere cijfers genoemd, die bij
een andere vloot passen. De Regeering
heeft precies opgegeven wat zij vraagt;
heeft zij meer noodig dan zal een nieuwe
wet noodig zijn.
De Vlootwet bindt slechts voor zes jaar
en daarna moet een nieuwe beslissing
vallen. Men stelt deze wet telkens ver
keerd vast; het is niet een meerdere uit
gave van 300 mililcen, want met vergeet
dat zonder Vlootwet ook geld zou worden
uitgegeven voor de vloot.
De heer Tro ls tra (S. D.) antwoordt
nog kort.
De interpellatie wordt gesloten.
De vergadering wordt verdaagd tot
Dinsdag één uur.
Dan is aan de orde de Vlootwet.
GEIÏËBIGO ÉHIEUWS
Noodlottig ongeluk.
Do vorige week reed de 27-jarige gehuwde
landbouwer J. J. van Verscveld van Vee-
nendaal naar zijne woonplaats Ingen. On-
der'weg wérd bij van den bok van zijn wa
gen geslingerd, doordat zijn paard schichtig
werd. Hij kwam met het hoofd op een steen
terecht, waardoor een niet groote wonde
ontstond, welke geen ernstig aanzien had.
Hij stapte jveder op zijn wagentje en reed
döor naar Ingen. Na eenige dagen open
baarde zich echter eene hersenziekte, waar
aan hij Woensdag is overleden. Hij laat een
gezin achter. 1 i
Vreeselijk!
Voor de Bossche kinderrechtbank zal zich
binnnkort een knaapje hebben te verant
woorden wegens mishandeling met doode-
lijken afloop.
In den avond van den lOden Mei waren
Frans v. E. en diens vader, beiden te Uden,
goed uit- geweest en laveerden onder den
invloed van drank naar den woonwagen van
L'. van Boxtel, bijgenaamd den Kromme, te
Uden. Met veel geschreeuw werd van Box
tel naar buiten gelokt, terwijl Frans z'n best
deed den woonwagen om te wippen. Inmid
dels werd zijn vader door de moeder v^in
Van Boxtel met een knuppel bewerkt. Toen
Van Boxtel buiten stond, werd hij door v.
E. met een mes gesneden en gestoken. Het
jonge broertje van Frans hielp mee en sloeg
v. Boxtel met een knuppel op het hoofd,
tengevolge waarvan v. Boxtel overleed.
'Als getuigen-deskundigen werden gehoord
dr. J. Peters uit Uden eh dr. B. Mettrop uit
Den. Bosch.
Tegen Frans v. E., die zich alleen té ver
antwoorden had wegens mishandeling, werd
vijf maanden gevangenisstraf geëischt.
Het knaapje, dat den doode'lijken slag toe
bracht, zal voor de kinderrechtbank moeten
verschijnen.
Doodgevallen.
In de N. V. Machinefabriek Hoogelande,
voorbeen Sohellevis en Co. te Utrecht, heeft
zich een tragisch ongeluk afgespeeld. De 20-
jarige L. W- te Delft, aldaar woonachtig,
was bezig aan de voorzijde van de fabriek
een electrische booglamp op te hangen. Zon
der noodzaak of instructie begaf hij zich op
bet dak en viel van een hoogte van 5 Meter
naar bededen, waar hij in de smederij te
recht kwam. l3e ontboden geneesheer con
stateerde den dood.
Weer een doodelijk mijnongeluk.
De 30-jarige mijnwerker J. P. Essers uit
Herzogenrath werd gisterennacht in de on-
dergrondsche werken van de dominiale
steenkolenmijn te Kerkrade door neerval
lende steenen zoodanig' getroffen, dat hij
onmiddellijk ter plaatse overleed. De onge
lukkige laat een weduwe met twee kleine
kinderen achter.
Stoomtreiler gestrand.
Gisterenmiddag sloeg de stoomtreiler Ba
rend I, op sleep naar IJmuidén, van de tros
sen. De boot werd door den zuidwesten
storm vlek voor Wijk aan Zee op het strand
geslagen. Door de zware branding kon de
reddingsboot het gestrande schip niet be
reiken.
Gisterenavond acht uur kon men nog geen
verbinding met het schip krijgen. Er bevin
den zich nog drie led én van de bemanning
op liet schip. ,lj
Kees Boeke en zijn vrouw gearresteerd.
Donderdagavond" heeft de politie te
Utrecht Kees Böeke en zijn vrouw op het
Visscherplein gearresteerd, omdat zij een
betooging hielden tegen 'de Vlootwet. Hij
sprak en zij zong en geen van beiden had
daarvoor van den burgemeester vergunning
gekregen. Trouwens deze ook niet gevraagd.
De politie verzocht ze eerst hun betoogin
gen te staken, doch toen zij daaraan niet
voldeden, werden zij per auto naar het bu
reau gebracht, zonder dat zij zich daartegen
verzetten. Eenige andere personen, die
trachtten deze meeting tegen de Vlootwet
voort te zetten, werden mede ingerekend.
Allen zijn later losgelaten, na naam en
adres te hebben opgegeven, alleen het echt
paar Boeke werd vastgehouden, omdat het
elke inlichting weigerde. Vrijdag zou het
deswege voor den kantonrechter gebracht
worden.
Een oneerlijke architect.
Een architect, die dezen zomer gelden van
Eindhovènsche jeannemers aannam, om
daarvoor bouwmaterialen te leveren, week
naar Duitschland uit, zonder aan de op
drachten te voldoen. Hij is, thans tijdens
een kort verblijf te Vaals aangehouden en
naar 's Bosch overgebracht.
IRIGEZOftDEBi
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
De Wijkverpleging van den Protestanten
bond.
Nu de tijd daar is, dat onze Bazaar 'zal
gehouden worden, willen wij er van te
voren nog eens iets naders over zeggen,
in de hoop vele harten en zoo vele bezoe
kers te winnen. Wij zijn in de eerste
plaats dankbaar voor de groote bereid
willigheid en goedgeefschhedd, die wij
van alle kanten hebben ondervonden.
Talloos zijn de inzendingen en bijdragen
op elk gebied. Ieder kan te kust en te
keur gaan in de vele kraampjes.
Daarbij is fcorg gedragen de prijzen
zeer .gematigd te stellen.' Mooie voorwer
pen zijn er voor do verloting. De zaal is
feestelijk aangedaan met groen en bloe
men en er is een gezellige theeschenke-
rij met de vermaarde hulp van eenige
jonge dilettant-musici. Kinderen kunnen
hun hart ophalen aan allerlei grappen en
verrassingen, die ik nu nog niet verklap
pen wil. Slechts dit eene: Jan Klaassen
.heeft zijn bezoek aangekondigd, voor
Woensdagmiddag en Woensdagavond is
er nog een extratje voor hen die het goe
de van het Wijkgebouw ondervinden.
Waar wij eerst vol verwachting waren
wat de milddadigheid der menschen ons
zou brengen, zoo zijn wij nu in spanning
of al die en nog heel Veel anderen zich
al deze kostelijke zaken tot buit zullen
komen maken. Maar bij zoo'n hoopvol'
begin is het vertrouwen in het shcces ge
rechtvaardigd. Moge de opbrengst in
staat zijn de instrumenten, het verple-
gjngsmateriaal, de linnenkast weer naar
behooren in orde te brengen! Immers, dit
is het doel van den Bazaar: het mogelijk
to malcen, dat de Wijkverpleging haar
werk goed en liefst beter nog door beter
en ruimer materiaal kan blijven voort
zetten.
„Sluit dus noch hart, noch hand, 1 j
„Al die er binne treedt: |]jf j
„Met woeker zet ge uit
„Wat ge aldus besteedt." U-J|p Jpf'
Comité voor Jeugdhulp. - 1 m
De Leidsche afdeeling van den' Nederl.
Vrouwemboaid tot verhoóging van het ze
delijk bewustzijn heeft een werk opgevat,
dat reeds te lang ongedaan is gebleven,
n.1. bet helpen van meisjes, die daaraan
behoefte hebben1. Om dit werk geregeld te
kunnen doen, zijn uit den Bond eenige
ledeni aangewezens om! als Comité
voor Jeugd hulp op te treden. Het
comité stelt zich voor, in de eerste plaats
hulp te verleenien, aan ben, die betzij
door eigen schuld, betzij door omstandig
heden buiten him toedoen1, met de politie
in aanraking gekomen zijn, al worden! ook
andorens zoo noodig, voortgeholpen. Waar
dat noódig blijkt, hoopt het comité de
meisjes een tijdelijk onderkomen te ver
schaffen in daarvoor geschikte gezinnen! en
hen dan verder voort te helpen1. Aan
vreemdelingen ivordt de hulp niet gewei
gerd; toch is het werk in de eerste plaats
bedoeld voor meisjes uit onze stad. Men
beschouwe dus het comité niet als een
gratis verhuurkantoor voor Duitsche meis
jes
Dat niet alleen maatschappelijke hulp
en zedelijke verbetering beoogd wordt,
iqfiar dat bovenal getracht zal worden de
meisjes den' wegte wijzen! tot Christus,
spreekt wel van 'zelf bij een comité, uit
gaande van bovengenoemden Bond.
Of het gewemscht en mogelijk zal zijn,
een eigen Tehuis in te richten voor hen,
die de hulp van het comité inroepen zal
later wel blijken; voorloopig bepaalt het
comitézich tot het plaatsen in geschikte
gezinnen. Voor opgaaf van adressen van
gezinnen, die meisjes tegen billijke ver
goeding tijdelijk willen huisvesten, houdt
liet comité zich aanbevolen1. Ooik geldelij
ke liulp is noodig, daar de middelen van
meergemelden Bond niet toereikend zijn,
om te voorzien in de kosten van even-
tueelö buisvesting van meisjes. Zal liet
werk goeden voortgang hebben,, en tot de
gewenschte resultaten leiden, dan is krach
tige steun noodig; en met het oog op
den aard en de noodzakelijkheid van het
werk durft het comité dien steun met vrij
moedigheid vragen, opdat dok op deze
wijze het zwakke gesterkt, het kranke ge
heeld, het afgedwaalde teruggebracht, het
verloren© gezocht, kan worden.
Het comité bestaat uit onderstaande
dames, die allen gaarne giften voor dit
doel ontvangen en bereid zijn bot> het ge
ven yan nadere inlichtingen.
Mej. H. EIGEMAN, Pres.
Zctetérw. Singel 87.
Mevrouw v. NES! Vreewij kstr.
Mevrouw SCHOKKING,
P. K. Koorsteeg.
Mevrpuw IJDO, PenSningm.,
Hoogl. Kerkgracht 4a.
^Mevrouw VROS, H. Kerkgr. 20
r Mej. HOFMAN, de Wetstr. 22.
Mevrouw DE STOPPELAAR,
Rijnsburgerweg 87.
Mej. v. ELDIJK, Heerengr. 2.
'..Mevr. BOESCHOTEN, Secr.,
Cobetstraat 12.
LEIDSCHE PENKKASSEN
Amice.
Toen; ik Woensdagavond in de Pieters
kerk kwam waar ik Ds. Spranger uit Dres
den over den nood in de Saksische pasto-
riën lioopto te hooren, had ik aanvankelijk
spijt dat ik gegaan was.
't Was buitengewoon régenachtig dien
avond en ik arriveerde dan aok tamelijk
nat en koud in het groote kerkgebouw, dat
in het halfdonker een! ver van aangenamen
indruk maakte. De lichten) brandden nog
laag, het orgel speelde nog niet en slechts
een zeer klein getal zitplaatsen was bezet.
Ik voelde me teleurgesteld en begon reeds
'aan een! verloren avond te dénken,.
Toch was ik later blij dat ik tot de wei
nigen behoorde, die zich een gang naar de
Pieterskerk haddien! getroost, en toen, ik
daar zat en luisterde naar de schoone taal
waarmede ds. Spranger den bangen nood
in de Saksische pastoriën schetste, toen
dacht ik, wat jammer dat de kerk nu niet
tot in alle hoeken! gevuld is.
Op zulk een avond toch, amice, ziet men
de dingen zoo geheel anders, dan men ze
gewoonlijk ziet. Mén komt onwillekeurig
onder dien indruk van de werkelijkheid.
Wij spreken vaak en met overtuiging
over het revolutiegevaar en toch zegt het
ons vaak zoo weinig, omdat we het niet in
werkelijkheid voor ons zien. Wij klagen
over de siechte tijden, over de hooge be
lastingen, over werkeloosheid en wat niet
al, en wat weten toch eigenlijk van die
slechte tijden nog weinig af;
Wij weten dat we in alle opzichten rijk
bevoorrecht zijn, dat we vele en groote
zegeningen dag aan dag ontvangen, maar
we waardeeren die zegeningen! zoö weinig
omdat we ze zien als heel gewone zaken
waarop we meenen recht te hebben.
Maar dat .wordt anders, als mem een
man als Ds. Spranger over de toestanden
in Saksen boort spreken.
Men kent in Saksen nog de Staatskerk.
Do kerk is daar van den; Staat die de pre
dikanten sa'arieert en de kerken onder
houdt afhankelijk.
En de bittere gevolgen daarvan heeft
men in den revolutietijd ondervonden-.
'Toen de revolutie uitbrak en de socialisten
met de communisten do macht in hadden
kregen was bun eerste werk de predikants
tra ctcmenten in te beuden en zelfs werd
ernstig beraadslaagd over de vraag of
men do kerkgebouwen, niet meer econop-
misch zou kunnen gebruiken, door ze in
schouwburgen! en!z. te veranderen.
Zoo bleek ook bier alweer, dat van
revolutionaire zijde wel met allerlei mooie
leuzen wordt gewerkt, maar dat de strijd
toch allereerst en allermeest gaat tegen
den Christus en tegen! "nèb Christen-
dom. Men wapent de menschen tegen heb'
Kapitalisme, maar in workelijkheid gaat
de strijd tegen de Kerk en tegen de belij
denis van den Christus.
Bange dagen braken er aan voor de be
lijders.
Maar ook hier bleek hoe dc drukking
der melk -boter voortbrengt. Wij Chris- I
teneii^ staan vaak zoo heel ver van elkaar.'r
Er zijn allerlei geschillen, die ons ver- 4
deeld houden. jf
En nu denk> ik er niet aan, amice, oin
die verschillen te willen wegdoezelen Heele'
maal niet. Maar we mogen er toch geen!
vrede mee hebben dat de belijders,
plaats van naast elkaar to staan en hunne'
aangezichten te richten naar Jeruzalem,
elkaar den rug' toekeerenj en trachten de
tegen stellingen toe te spitsen.- i;
In Saksen bleek, hoe de nood de men-
schen dichter bij elkaar bracht. De gees-
telijke band ging meer trekken. Men voel-
dezich kinderen van één gezin. In den
grooten strijd die gestreden moest worden,
verdwenen allerlei meer. of minder kleine
geschillen naar den achtergrond. ;i
Schrikkelijk is er geleden, niet het'
minst in de Saksische pastoriën. ,'t Is geen
kleinigheid als men hoort dat in ja-ren!
geen vleesch op tafel is geweest en dat
boter een weelde-artikel is geworden, dat'
men slechts bij hooge uitzondering ziet.
Wij kunnen het ons niet indenken wat
het zeggen wil de kinderen van honger en
gebrek te zien wegsterven, in dagen van
ziekte geen medische hulp te kunnen be
kostigen, geen kleeren te hebben om zich'
te dekken tegen de koai en zelfs de mid
delen te missen om zijn dierbare dooden
te begraven.
Wanneer men van zulk een nood hoort
spreken hoe klein en onbèteekenend wor
den dan tal 'van kwesties van kerkelijkeni
en staatkundigen en socialen aard waar
over wij gewoon zijn ons druk ti maken.
Hlet is een zwaar kruis waaronder die
broeders en zusters in Saksen gebukt
gaan.
Maar toch zijn ze niet der vertwijfe
ling ten prooi gevallen, omdat zij leven,
in het bewustzijn dat God wel zware las-
ten oplegt, maar dat Hij ook kracht wil
schenken cm dien last te dragen.
Met geestdrift verhaalde Ds. Spranger,
hoe de predikanten gesterkt werden om
hun arbeid te verrichten en den strijd te
gen de vijanden van Gods Kerk vol te
houden. En metniet minder blijdschap
werd gewezen op de krachtige hulp ook
vanuit ons land geboden.
Groote voorraden levensmiddelen en
kleedingstukken werden gezonden en ook
werd een belangrijk bedrag aan giften
ontvangen. Ds. Jansen van 's-Gravenliage
deelde aan het slot mede, dat alleen door
leden van de Chr. Geref. Kerken een.
betrekkelijk kieirië groep reeds f 3000.—
voor dit doel Avas geofferd. En ook de an
dere groepen lieten zich niet onbetuigd.
Toch speet het mij, amice, dat niet'
meerderen in de Pieterskerk aanwezig
waren. In de eerste plaats om den spre
ker die wel een heel slechten indruk moet
hebben gekregen van liet meeleven van
de Leidsche bevolking.
Het is waar, het! weer was ver van aan
lokkelijk. Maar verreweg de grootste helft
van de aanwezigen bestond uit vróuwen.
En als de vrouwen den regen trotseeren,
dan behoeven de mannen zich daardoor
toch ook niet terug te laten houden.
't Speet me ook om de collecte, die na
wel betrekkelijk klein zal zijn geweest.
Ik vestig daarop nog even de aandacht
omdat er nog wel gelegenheid .is, goed te,
maken wat verzuimd werd. De predikan
ten) Ds. Locher en Ds. Thomas te Leiden'
en Ds. de Vries te Rijnsburg zullen gaar
ne giften in ontvangst nemen en voor
doorzending zorg dragen.
De samenkomst in do groote Pieterskerk
in de vermaarde stad Leiden, moet voor
Ds. Spranger wel een teleurstelling zijn!
geweest. Als nu echter uit de nog te ont-
vangen giften blijkt dat het door hem
gesprokene nog nawerkt, dan kan ook "de
ze teleurstelling nog wel in blijdschap
verkeeren.
En nu aan 't slot nog iets ovèr dingen
van mëer plaatselijken aard.
Het-is als we het rumoer door»de S. D.
A. P. over de Vlootwet gemaakt uitzön-
dereni, nog betrekkelijk stil in den politie-
ken hof. Er begint echter weer eenig le
ven te komen. Naar ik vernam zal de vol
gende week de A. R. Kiesvereeniging een!
vergadering hóuden waar de bezuinigings
plannen van Minister Colijn en het ont
werp-Vlootwet aan de orde zullen worden
gesteld. Belangrijke onderwerpen., die naar
het mij voorkomt reden geven een drukke
opkomst te verwachten.
Patrimonium geeft ook weer teekenen
van leveni. Reeds werd deze week eén voor
baar dden goed bezochte vergadering ge
houden, terwijl het in het voornemen,
schijnt" te liggen in den a.s. winter gere
geld te vergaderen om op die wijze de
belangstelling voor -de sociale vraagstukken
levendig te houden.
De jeugd is naar "ge zult gelezen hebben
ook reeds in actie gekomen. Er i3 oen!
Geref. Jeugdcentra!© opgericht waarvan
venvacht wórdt, dat zij het Geref. jeugd-
leven met kracht zal bevorderen.
Op dit gebied is er hier ook nog werk
te over. Er zijn wel verschillende organi-
satiën maar in verhouding tot de bevob 'J
king !s het ledental toch gering, terwijl
over een opgewekt meeleven niet te roe
men valt. "f-
Er zal dus vcyor wie meeleven, over ge
brek aan werk in den komenden winter
niet zijn te klagen. Jammer slechts dab
bet getal meelevenden altijd betrekkelijk
gering is, en dat vooral zij van wie v®r"^
wacht kan worden dat ze in staat zijn!
leiding te gevens vaak zoo weinig vanl i
hunne belang selling doen blijken;.
Moge dat in den komenden, winter an
ders worden. Worde het besef levendig
onder ons, dat liet besto vóór deni arbeid! I
in Gods Koninkrijk niet te goed is, maarl
dat allen, grooten en kleinen, hooger eni
lager geplaatsten-, hier een roeping Reb^J
ben te vervullen'.
VERITAS.