Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE
ABONNEHENTSPRUS
V../ In Leiden en bulten Leiden
v/aar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
fcer weck f 0.19
Franco per post per kwartaal .TÏtV. f 2.90
4de JAARGANG. - MAAN3AG 8 OCTOBER 1923 - No. 1056
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PHIJS
^Gewone advertentiën per regel 22X cent.
'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief,
'Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta-
•ing van ten hoogste 30 woordon, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
V Artikel 40 Bezoldigingsbesluit.
Er is over dit we zouden bijna zeg-
'gen b e r u c h te artikel veel geschre
ven en gesproken den laatsten tijd.
Vast is wel komen te staan dat de Re-
Igeering die voornemens is dit artikel in
te trekken, juridisch sterk staat.
Door mannen van naam op dit gebied
is duidelijk aangetoond, dat dit artikel
niet meer beteekenis heeft dan een arti
kel in een wet, dat zou luiden: deze wet
kan niet veranderd worden.
Het is zooals de Rotterdammer
opmerkte: „We hebben hier efti „eeuwig
©diet" dat wel zichzelf tot „eeuwig edict"
verklaart, doch het daarom nog niet is,
omdat dergelijke edicten onbestaanbaar
zijn. Bij wet of Koninklijk besluit worden
regelingen voorgesteld, in verband met
de eischen van het heden, in verband
met de inzichten van het heden. Die re
gelingen werken totdat zij door andere
regelingen worden vervangen. In de toe-
komst zal de staat bestuurd moeten wor
den in verband met de eischen van de
toekomst, bij het licht dat. de regeerders
an de toekomst zullen hebben."
En verder: „Wij kennen geen wetten
Of losduiten of artikelen van wetten of be
slui ten* waarvoor wijziging onmogelijk
zou zijn.-En wanneer in een besluit wordt
bepaald dat dat besluit voor een grooter
of kleiner deel niet voor wijziging vatbaar
is, dan is zulk een clausule een aanma
tiging van den regelaar van vandaag,
die zich inbeeldt, dat hij gerechtigd is
aan zijn inzicht den toekomstigen rege
laar te binden."
Hiermede stemt overeen wat Jhr. Mr.
B. G. de Savornin Lohman schreef in het
„Weekblad van het Recht" en waarin hij
opmerkte dat een regeering die den bud
getwetgever voor de toekomst bindt, in
breuk maakt op de rechten van het toe
komstige parlement, ja zelfs, op die van
de Kroon door andereraadslieden voor
gelicht of eventueel door dezelfde in an-
- dere omstandigheden."
Juridisch staat de Regeering dus
ongetwijfeld sterk.
Maar déze zaak heeft ook een m o-
reele zijde.
Het bezoldigingsbesluit bevat nu een
maal de bepaling: „Voor de op 1 Juli
1922 in dienst zijnde ambtenaren blijven
op dat tijdstip door hen genoten wedden
gewaarborgd."
Hier ligt een duidelijke belofte en een
belofte die temeer klemt omdat niet da
delijk op de juridische onhi udbaa rheid
van deze bepaling de aandacht is geves
tigd.
En, zoo wordt betoogd, door deze belofte
$s de Regeering evenals alle andere op.-
volgenide Kabinetten moreel gebonden.
Nu kan hiertegen worden aangevoerd,
dat. op moreele gronden niet houdbaar is
de gedachte dat een bepaalde groep
ambtenaren bevoorrecht wordt, boven al
le andere collega's.
Moreel schijnt het niet in den haak dat
bij een salarisregeling die in verband
met de omstandigheden van het heden
redelijk en billijk moet worden geacht,
voor een zekere groep speciale eischen
Worden gesteld, samenhangend met om
standigheden uit het verleden.
En wanneer een geheel volk lijdt on
der de ge vól jen van den oorlog en de
oorlogsgevolgen, dan schijnt het op mo
reele gronden niet wel verdedigbaar dat
een bepaald deel der bevolking wordt
„veiliggesteld", terwijl dan het andere
deel zich nog oxtra mag inspannen om
die veiligstelling te verzekeren.
Ook op moreele gronden is wanneer
Verlaging der salarissen absoluut noodza
kelijk moet worden geackt intrekking
van artikel 40 dus zeer wel tie) verdedigen.
De groote waag is nu of die noodzake
lijkheid inderdaad bestaat.
Omtrent de vraag of het noodrig is het
budgetair evenwicht te herstellen kan
geen verschil van meening bestaan.
Nu zijn er echter verschillende midde
len die tot dit doel kunnen leiden.
De Regeering heeft er meerdere aange
wezen, met de opmerking dat al de opge
somde maatregelen noodig zijn.
Onder deze maatregelen vonden we
echter niet een herziening van het tarief
van invoerrechten, waardoor niet alleen
de schatkist maar ook onze industrie zou
kunnen worden gebaat.
En zoo zijn misschien nog meerdere
middelen om de inkomsten te vermeerde
ren of de uitgaven te verminderen, aan
te wijzen.
Een bezwaar daartegen is echter, dat
op die wijze geen direct resultaat
wórdt bereikt.
En dat is toch noodzakelijk.
Het. financieel evenwicht moet worden
hersteld, niét in de toekomst, maar zoo
spoedig mogelijk.
Daarom zoü misschien aanbeveling
verdienen de gedachte om vooralsnog
niet de salarissen te verlagen, maar te
beginnen met een crisisaftrek toe
te passen.
Hiervoor is temeer reden, nu de verte
genwoordigers van het Overheidsperso
neel de toezegging hebber gedaan-, dat
wanneer de Regeering zou kunnen beslui
ten overleg in den meest ruimen zin des
woords met de organisaties aan te gaan,
van die andere zijde eerlijk zou gepoogd
worden met de Regeering tot overeen
stemming te geraken.
Welnu, voor zulk overleg zou door toe
passing van een crisisaftrek- ruimte be
staan.
De moreele bezwaren tegen de voorge
stelde verlaging zouden goeddeels worden
ondervangen terwijl voor de ambtenaren
do Umns '-'•l den de pensioengrondslag ge-
j^m&ira'tï bleef. 11 It
STADSNIEUWS.
„Jeruël" verhuisd.
„Jeruël" heeft gisteravond in een, we
kunnen gerust zeggen feestelijk, samen
zijn haar mooie, nieuwe pand aan de
.Middelstegracht betrokken. De belang
stelling' was overweldigend groot.
Het zaaltje, dat bij gewoon gebruik
plaats biedt voor 225 personen bergde
gisteravond stellig een 300-tal, wie, dank
zij de aanwezigheid van talrijke doelma
tige vouwstoeltjes a'len een zitplaats kon
worden geboden.
Talrijke bloemstukken prijkten op het
podium, voor den katheder en op het
orgel.
Nadat allen gezeten waren, liet de lei
der, de heer v. d. Horst staande zin
gen Psalm 150: 3 en 4, waarna hij voor
ging in gebed.
Hierop volgde voorlezing van den
67-sben Psalm na beëindiging waarvan de
vergadering inviel met het zingen van
Psalm 89:8:, Gij.toch, Gij zijt hun roem,
de kracht van hunne kracht
Onder leiding van den heer A. J. Plu
had zich een kranig zangkoor gevormd,
dat vervolgens een loflied ten gehoore
bracht.
Deze zaal is vol, aldus de heer van der
Horst in zijn openingswoord, maar wij
zijn nog veel voller.
Het „God met ons" hebben spr. en al
len die hem en het bestuur bijstonden in
den laatsten tijd in bijzondere mate mo
gen ervaren.
Spr. wenscht zijn gehoor toe, dat allen
dit 'zullen ervaren.
Vervolgens dankt spr. eenigszins uit
voerig de verschillende vrienden,
die zichzelf gaven bij de totstand
koming van dit pand, zooals het nu is in
gericht.
Een oogenblik scheen het aanvankelijk,
alsof er van het geheele plan nog miets
zou komen, n.l. toen het bleek dat eerst
moest worden onderzocht of de samen
komsten niet storend zouden werken op
die in het naastgelegen gebouw der Ge
rei Gemeente. Bij die gelegenheid heeft
de heer Pera, die ook aanwezig is, alle
gewensebte inlichtingen verstrekt, waar
voor spr. hem hartelijk dankt.
Uitvoerig gat spr. na den moeilijken tijd
die Jeruël doormaakte, toen omtrent een
nieuw te betrekken gebouw nog niet de
minste zekerheid kon worden verkregen,
waarbij het meermalen scheen, alsof het
geheele werk uit elkaar zou worden ge
rukt, mede door de tegenwerking van ze
kere zijde ondervonden.
Na alles wat spr. -en de zijnen hebben
ondervonden raadt liij bij vernieuwing
ieder aan wat zij gedaan hebben: geef
Uw lot in handen van den Vader. Door
de spontane medewerking van allen die
bij de inrichting van het gebouw waren
betrokken werd dit schoone geheel ver
kregen, waarvan verschillende bezoekers
zeiden: alles leeft tegen je in.
Geen wonder, zegt spr., want ons werk
os van Christus en wat van Hem is, dat
leeft.
De ,zee>r kostbare stoffagc zal menig
een doen zeereen: waar halen jullie het
geld vandaan.
Het antwoord hierop vindt men in de
milddadige houding van de fa. K r a n t z,
lakenfabrikant, die gratis van haar supe
rieure fabrikaat ter beschikking stelde,
en bij wie spr. de meeste welwillendheid
ontmoette.
Verder noemt spr. de namen Brokaar
en Mulder, die vlug zorgden voor den aan
leg van gas; de heer Bnijneu die voor een
prikje een prachtig orgel leverde, de fa.
"Dreef, van welke de vouwstoeltjes af
komstig zijn
Als bij den bouw van den eersten tem
pel werden van alle zijden de benoodigd-.
heden bijeen gebracht. De br. v.-d. Berg
hebben gratis gezorgd voor al het stuka-'
doorswerk, terwijl br. Bogaards het ge
heel netjes is de verf zette.
Spr. dankt ook de br. van buiten de
stad voor hun medeleven, in 't bijzonder
den heer Brinkman, die hedenavond het
Vlaardingsche korps vertegenwoordigt en
Mevr. Garms uit Beverwijk sedet cemigë
weken weduwe, die spr. zijn geestelijke
moeder noemt. Ten slotte dankt spr. al
len die reeds gedurende den arbeid in de
Grcenesteeg deden blijken van hun ge
negenheid, w.o. in de eerste plaats de
omwonenden, van wie hij steeds veel
liefde mocht ondervinden. Spr. eindigt
met den wensch dat van de duizenden,
die ook hier ter plaatse nog in een vor-
men-godsdienst leven, nog velen in dit
gebouw ©en -eeuwigen zegen zullen deel
achtig worden.
Nadat het zangkoor zich nogmaals had
laten hooren, sprak ook br. Bogaards een
enkel woord, erop wijzende dat, wanneer
Jezus blijft het middelpunt van de lief
de- van allen die hier werkzaam zijn en
zullen zijn, Hij zeker den arbeid met
Zijn tegenwoordigheid zal zegenen.
Die liefde tot den Heiland, aldus spr.,
zal zich hebben te uiten ook in liefde je
gens de menschen. Spr. draagt in dit ver
band ook den leider, die in den laatsten
tijd in vele opzichten een „lijder" scheen,
in de liefde ehi het vertrouwen der ge
meenschap op, teneinde hem den zwaren
arbeid mogelijk te maken.
Om dit te bereiken zal het noodig zijn
dat de leden zich niet trachten op den
voorgrond te sohuiven, maar in een
dracht, den ander uitnemender achtende
dan zichzelf, het werk te verdeelen.
Nadat ook de heer Honders een enkel-
woord tot de vergadering had gericht,
zong Mevr. v. d. Horst het ontroerende
„Moet ik gaan met leege handen"
waarna de heer Pera, oud-wethouder der
gemeente, het woord verkreeg.
De vraag zou gesteld kunnen worden,
aldus spr., of er hier ter plaatse dan nog
meer gelegenheid moet komen om het
Evangelie te .verkondigen. In antwoord
hierop releveert spr.. den achteruitgang op
het gebied van den godsdienst in de laat
ste 60 jaren.
De liberaal noemt zulks een ziekte, die
wel van zelf zal overgaan. Wij Christe
nen echter, weten dat do wereldgeschie
denis haar eind© snel nadert, waarbij de
ontzettende macht van den vorst der
duisternis hoe langer hoe meer op de be
lijders van het Evangelie indringt.
Spr. gaat op een en andeT uitvoeriger
dn, om ten slotte to<t de conclusie te ko
men dat er nog wel tientallen van derge
lijke gelegenheden mogen verrijzen, om
zooveel mogelijk tegenstand te bieden aan
bet Rijk der duisternis.
Hierna spraken nog de lieer Brink
man uit Vlaardingen en Mevr. Garms uit
Beverwijk: de eerste haar aanleiding van
2 Kronieken 6, waar de inwijding des
tempels staat beschreven, en waarin ver
vat is het ontroerende gebed van Salomo,
Waarvan spr. de bijzondere schoonheid
na dier aanwees.
Mevr. Garms wekte vooral op om
trouw d:eel te nemen aan de conferentie
die eerstdaags in het gebouw zal worden
gehouden.
Het was intusschen erg laat geworden;
er was ook zooveel te zeggen, er was zoo
veel reden om te zingen. Besloten werd
met het staande z'ngon van Psalm 72:11:
„Zijn. Nmn moeit eeuwig" eer ontvan
gen Vi-tdat ïn-ceder" Garms in dank
gebed. was voorgegaan.
Na hot vertrek van lien die om des
tijds wills noodzakelijk moesten afscheid
nemen" v;orden neg enkele mooie solo's
ton gein-ore gebracht.
Jeruëlhad een avond beleefd die ze
ker als een hoogtepunt in haar arbeid in
gedachtenis zal blijven.
Buiten gekomen zagen we nog oven om
naar den ingang, waarboven de prachtige
(transparant met het in stralende letters
geschreven woord „Jezus zoekt U".
Een Hildebrand-avond.
Woensdag 24 October zal er oen Hilde
brand-avond gegeven worden ten bate
van de Zendingsschool. De dames en hee-
raiii die in 't voorjaar oen voorstelling
van „De Familie Stastok" gaven, zullen
hiervan oen herhaling geven, terwijl te
vens zal worden opgevoerd: „Gerrit Wit-
se" en „Het Diakenhuismannetje vertelt
z'n historie."
's Middags is er oen kindervocirslolling,
waarin o.a. „De geleende Koekenpan" en
een „lintenspel" zullen worden ten beste
gegeven.
Reide voorstellingen zullen plaats vinden
in de Stadsgehoorzaal.
To Frijce cn E. Biljardt.
Dinsdag 9 October geven deze twee
artisten in den Foyer van de Stads-Ge-
h oor zaal een lieder- en pianoavond.
To Pryc© heeft ceniige jaren geleden
mot groot succes medegezongen in de
Opera-Veneeniging onder Henk. van den
Rerg. In de Walküre vertolkte zij die
Fricka partij, in de Falstaff van Verdi,
die van Quickly. De kritieken hebben toen
haar prachtig altgeluid, haar uitnemendo
zang en mooie zeggingskracht zeer, ge
roemd.
Haar programma voor a.s. Dinsdag
behalve eenige Oud-Italiaanscho aria's,
ook moderne liederen is zoer interres-
sant.
Biljardt heeft als pianist in Indië een
zeer goeden naam en werkte daar her
haaldelijk samen met den gewezen diri
gent van die S'tafmuziek to Bavaria, Ger-
matz, thans dirigent van de Haarlem--
sche Orkest-veréeniging. Hij vertoeft
thans tijdelijk in Europa, en heeft we
der in Berlijn gestudeerd; verleden jaar
trad hij in Haarlem met Gerharz op, en
met zooveel suoces, dat hij dit jaar we
derom is uitgenóodigd zich daar te laten
hooren.
Post-cheque en Girodienst.
Rekeninghouders bij den post-
cheque- en girodienst, di© in ernstige
moeilijkheden zijn of komen ten gevolge
vande beslising dat voorloopig niet kan
worden beschikt over het tegoed huuner
rekening kunnen ten postkantore tus-
schem 8 uur v.m. en 7.30 n.m. formulie
ren krijgen om een zoodanig gedeelte van
liun saldo op te vragen als ter vermijding
van die moeilijkheden noodzakelijk is.
Ten bijkantbre Heerengracht zijn dia
formulieren niet verkrijgbaar.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen! in de week van 30 Sept.—6 Oc
tober 164 volwassenen eii 10 kinderen; te
samen 174 personen.
Zaterdagmorgen omstreeks 12 uuri
is in do machinekamer - van een der
vrachtbooten der fa. Buscke, een inolor-
lamp in brand gevlogen, waarschijnlijk
doordat de pit was opgebrand.
De vlammen werden direct door den
schipper en zijn zoen gedoofd. Schade
van beteekenis werd niet aangericht.
'Zaterdagmiddag was Mej. G. v. M.
die B. bezig de glasruiten van haar wo
ning in de Vestcstraat te wasschen, toen
zij. op een trap staande, daarop uitgleed
Zij kwam met den arm terecht in een
dier ruiten, waardoor dit lichaamsdeel
vrij ernstig werd gewond.
Een dokter van den Eerste-Hu'pd'enst
verleende Geneeskundig© hulp, waarna zij
ter verdere behandeling naar het Acad.
Ziekenhuis werd overgebracht.
Zaterdagmiddag werden een tweetal
personen opgebracht, G. N. en P. de la
P., die in kemnelijken staat van dronken
schap verkeerende, een met paard be
spannen wagen bestuurden en daardpor
de veiligheid van het verkeer in gevaar
brachten, terwijl zij bovendien het paard
mishandelden. Ook hadden, zij op de
Hlauwpoo^tbrug een wielrijder aangere
den, waarbij dit voertuig ernstig werd
beschadigd, hoewel de berijder er goed
afkwam. Wegens al dp ze overt klingen
worden proccs-verbaal opgemaakt.
Een motorrijder, die op de duozit
ting van zijn voertuig een dame met zjioh-
voerde, wilde zich gisteravond omstreeks
1 nur bij het benz'ne-:vservclr op de
Steenstraat van nieuwen voorraad voor
zien.
Doordat de gebezigde slang niet aan
sloot op het reservoir, vloeide de benzine
over den motor ©n op den grond, en
kwam o.m. in aanraking met de Carbid
lamp, waardoor een en ander vlam vatte.
De berijder bracht het motorrijwiel
buiten de plaats des gevaars, waarbij
zijn gelaat een weinig werd geschroeid.
Overigens bekwam hij, noch de dame
eenig letsel. Gok de moto-r bleek niet te
zijn beschadigd.
De heer A. de la M. uit Den Haag
is Zaterdagmorgen in de •vroegte met zijn
auto door de afslultboomen van den
spoorwegovergang aan den Haagweg ge
reden.
Wet stond er een roede lantaarn, maar
haar aanwezigheid meende de besl uurder
te moeten wijten aan een of ander karwei
dat, naar hij dacht aan den straatweg
werd verricht
De afsflui-lboomen werden vemVd, en.
van de auto wend al1 een een voorrir t ver
brijzeld. De bestuurder zelf bekwam geen
letsel.
GEMEENTEBEGROGTING LEIDEN
V.
Op de kosten van bruggen en
overzetveeren dsbi jna f5000.be
zuinigd, waarvan ruim f 1000.op kos
tten van personeel, als gevolg van het
FEUILLETON
Van 's levens diepten.
18)
Daar hoorde zij 'voetstappen huiten, zij
legde haar bijbel op zij en -stond haastig
öp. Ka spar was teruggekomen.
„Heb je het antwoord, Kaspar? vroeg
zij, zoodra de gids de kamer binnen
kwam. Hij schudde treurig van neen.
ip „Neen zuster, hier is uw brief terug."
f „Waarom heb je hem teruggebracht?"
„Dokter Ullathorn is twee dagen gele
den vertrokken naar Engelan'd." l
Zuster Clara sloeg in wanhoop jsaar
banden in elkaar. Van haar voorgenomen
■opoffering zou dus niets komen. Dokter
lUllatliorn had -hun laatste gesprek voor
besliste weigering gehouden.
„En heeft hij geen boodschap achterge
laten?"
„Neen, niets. Men dacht, dat hij plotse
ling naar Engeland was geroepen voor
,een zieke. Wat jammer, zuster!"
„Ja, Kaspar; 't spijt me heel erg; maar
©r is^ niets aan te verhelpen. Maar kijk
©ons, je hebt -dien brief hier gelaten, daar
straks."
Meteen gaf zij hem den brief, geadres
seerd aan >.Pieter Ledru".
L «Ach ja, hoe dom van mij. Ik wist al
niet, waar ik hem gelaten had. Ik moet
hem doorzenden .aan dieh anderen mijn
heer, baron Frits Delamere."
„Hé, als liij Delamere heet, waarom
noemt hij zich !dan hier ^Pieler Ledru?"
„Ja, adellijke heeren reizen vaak incog
nito, dat heeft deze ook wellicht gedaan."
En met deze verklaring verliet Kaspar
de kamer, terwijl zuster Clara zich weer
wijdde aan haar slapenden patiënt.
„De discipelen dan gingen wederom
naar huis," las Clara half hardop.
„En Maria stond buiten -bij het graf,
weenende. Als zij dan weende, bukte zij
in bet graf, en zag twee Engelen in witte
kleederen zitten, éénen aan het hoofd en
éénen aan de voeten, waar het lichaam
van Jezus gelegen had."
Opeens klonk er een geweïdige donder
slag. Vurige bliksemstralen verlichtten de
toppen der bergen en kronkelden als slan
gen langs de wanden naar beneden in de
kloven, waar zij verdwenen. Onbeschrij
felijk grootsch en ontzagwekkend!
De doodsch© stilte, die er geweest was
voor 'de uitbarsting, was over. Duizenden
hamers schenen tegelijk op het aanbeeld
van de Natuur te slaan, dan weer was
het als 't gekletter van een heel regiment
paardenhoeven over een holle brug.
Clara draaide het licht naar beneden
en keek door het raam naar den storm
daar buiten. Telkens als 't gerommel even
ophield, hoorde zij 'f donderen van neer
stortende .lawines en 't gefluit van den
wind die door de rotsen spleten gierde.
Nu trok die storm van de hergen naar
de vallei, waar hij teugelloos woedde. De
lose sneeuw gleed langs de hellingen neer
als een onmetelijk wit laken voor een
vergeten graf. Het lichten werd hoe langer
hoe erger en nu knalde er een ontzetten
de slag, die 't heele huisje deed trillen.
„Dat is de stem van God, nietwaar?"
fluisterde haar een stem in het oor.
Zuster Clara had een wonderlijk flink
zenuwgestel, maar toen zij opeens in dit
oogenblik een stem deze vraag hoorde
doen en een hand op haar schouder voel
de leggen, was 't haar toch tè machtig.
Een nieuwe lichtstraal zette de kamer
voor een ondeelbaar oogenblik in gloed
en zij zag, 'dat Frits van do bank was op
gestaan en dat zijn donkere, verschrikte
oogen in de hare staarden.
„Ja, George," zeide zij, nu, blij over dit
'bewijs van terugkeerend verstand. „Dat is
do stem van God. Voel je je nu weer wat
beter?"
„Ik geloof van wel, zuster ik weet
't nog niet heel zeker. Alles schijnt me
nog zoo vaag, zoo draaierig."
Hij bracht zijn hand aan 't voorhoofd,
als wilde hij iets wegstrijken, toen vroeg
hij: „Waarom noemt u mij George? Ik
heet niet George!"
Al haar hoop was weeT weg. Het was
ook wel akelig, .-op 't zelfde oogenblik,
dat hij iets verstandigs zei, wist hij zijn
eigen naam niet meer.
„Ma,r hoe denk je dan, dat je heet?"
„Ja, hoe hoe toch?" riep hij en dee'd
alle moeite zijn waren naam te vinden
in dien chaos in zijn hoofd. „Hoe ook
weer?"
Hij wachtte even en begon opeens zacht
to lachen.
„Dat is waar ook Frits Frits De
lamere, natuurlijk!"
Zuster Clara's verwachting Verdween al
meer. Hij wist niet alleen zijn eigen naam
niet, maar hij meende ^ich heel iemand
anders te zijn de jonge baron, die met
hem samen den Weisshorn had heklom
men, toen hij gevallen was!
„Ik geloof, dat ik 'heel, heel lang gesla
pen heb, zusteT, toen die stem mij einde
lijk wakker riep. Wat is er allemaal ge
beurd, voor ik ging slapen? Laat ik eens
denken wat ook w7eer?" -
Hij streek met sijn hand over zijn om
wonden hcofd en probeerde te vergeefs 't
verleden terug te roepen; teleurgesteld
gaf hij liet dfr.
„Ilc weet 't tniet, Clara, ik weet 't niet
meer! Alles is nevelachtig. O, breng mij
naar huis naar huis."
Hij Tiep dat zóo klagend, zóo verlan
gend, dat zuster Clara niet wist, wat to
beginnen.
„Je bent thuis," zeide zij sussend.
„Neen, noen, dat is niet waar!" zeide
hij en keek onderzoekend de kaincr rond.
„Waar is je huis dan?"
„Waar? O ik weet 't niet. Ik kan
't «-me niet herinneren. Maar zuster, jij
weet 't wel. Jij moet alles weten!"
Hij smeekte en vroeg zóo lang, tot zus
ter G'ara hem ten laatste beloofdo hom
naar huis te brengen, als hij wat sterker
en beter was.
'HOOFDSTUK XÏ
Een paar dagen lang gingen de zaken
voor George Wybert Óen indringer, dio -
de plaats van den jongen baron had inge
nomen heel voorspoedig. Het was hem
gelukt haar, 'die het best van allen hem
kon kennen, de moeder, te bedriegen. Ze-1
ker, soms, als zij hem wat nauwkeuriger
opnam, vond zij haar zoon wel erg ver
anderd, maar met zijn brutaliteit en do
handigheid, waarmee hij gebruik maakte
van Frits' daghoekje, wist hij al haar on*
zekerheid in slaap te wiegcu,
(Wch'dt vervolgd;» ij