Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE ABONNEHENTSPRUS V../ In Leiden en bulten Leiden v/aar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 fcer weck f 0.19 Franco per post per kwartaal .TÏtV. f 2.90 4de JAARGANG. - MAAN3AG 8 OCTOBER 1923 - No. 1056 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PHIJS ^Gewone advertentiën per regel 22X cent. 'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief, 'Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta- •ing van ten hoogste 30 woordon, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. V Artikel 40 Bezoldigingsbesluit. Er is over dit we zouden bijna zeg- 'gen b e r u c h te artikel veel geschre ven en gesproken den laatsten tijd. Vast is wel komen te staan dat de Re- Igeering die voornemens is dit artikel in te trekken, juridisch sterk staat. Door mannen van naam op dit gebied is duidelijk aangetoond, dat dit artikel niet meer beteekenis heeft dan een arti kel in een wet, dat zou luiden: deze wet kan niet veranderd worden. Het is zooals de Rotterdammer opmerkte: „We hebben hier efti „eeuwig ©diet" dat wel zichzelf tot „eeuwig edict" verklaart, doch het daarom nog niet is, omdat dergelijke edicten onbestaanbaar zijn. Bij wet of Koninklijk besluit worden regelingen voorgesteld, in verband met de eischen van het heden, in verband met de inzichten van het heden. Die re gelingen werken totdat zij door andere regelingen worden vervangen. In de toe- komst zal de staat bestuurd moeten wor den in verband met de eischen van de toekomst, bij het licht dat. de regeerders an de toekomst zullen hebben." En verder: „Wij kennen geen wetten Of losduiten of artikelen van wetten of be slui ten* waarvoor wijziging onmogelijk zou zijn.-En wanneer in een besluit wordt bepaald dat dat besluit voor een grooter of kleiner deel niet voor wijziging vatbaar is, dan is zulk een clausule een aanma tiging van den regelaar van vandaag, die zich inbeeldt, dat hij gerechtigd is aan zijn inzicht den toekomstigen rege laar te binden." Hiermede stemt overeen wat Jhr. Mr. B. G. de Savornin Lohman schreef in het „Weekblad van het Recht" en waarin hij opmerkte dat een regeering die den bud getwetgever voor de toekomst bindt, in breuk maakt op de rechten van het toe komstige parlement, ja zelfs, op die van de Kroon door andereraadslieden voor gelicht of eventueel door dezelfde in an- - dere omstandigheden." Juridisch staat de Regeering dus ongetwijfeld sterk. Maar déze zaak heeft ook een m o- reele zijde. Het bezoldigingsbesluit bevat nu een maal de bepaling: „Voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren blijven op dat tijdstip door hen genoten wedden gewaarborgd." Hier ligt een duidelijke belofte en een belofte die temeer klemt omdat niet da delijk op de juridische onhi udbaa rheid van deze bepaling de aandacht is geves tigd. En, zoo wordt betoogd, door deze belofte $s de Regeering evenals alle andere op.- volgenide Kabinetten moreel gebonden. Nu kan hiertegen worden aangevoerd, dat. op moreele gronden niet houdbaar is de gedachte dat een bepaalde groep ambtenaren bevoorrecht wordt, boven al le andere collega's. Moreel schijnt het niet in den haak dat bij een salarisregeling die in verband met de omstandigheden van het heden redelijk en billijk moet worden geacht, voor een zekere groep speciale eischen Worden gesteld, samenhangend met om standigheden uit het verleden. En wanneer een geheel volk lijdt on der de ge vól jen van den oorlog en de oorlogsgevolgen, dan schijnt het op mo reele gronden niet wel verdedigbaar dat een bepaald deel der bevolking wordt „veiliggesteld", terwijl dan het andere deel zich nog oxtra mag inspannen om die veiligstelling te verzekeren. Ook op moreele gronden is wanneer Verlaging der salarissen absoluut noodza kelijk moet worden geackt intrekking van artikel 40 dus zeer wel tie) verdedigen. De groote waag is nu of die noodzake lijkheid inderdaad bestaat. Omtrent de vraag of het noodrig is het budgetair evenwicht te herstellen kan geen verschil van meening bestaan. Nu zijn er echter verschillende midde len die tot dit doel kunnen leiden. De Regeering heeft er meerdere aange wezen, met de opmerking dat al de opge somde maatregelen noodig zijn. Onder deze maatregelen vonden we echter niet een herziening van het tarief van invoerrechten, waardoor niet alleen de schatkist maar ook onze industrie zou kunnen worden gebaat. En zoo zijn misschien nog meerdere middelen om de inkomsten te vermeerde ren of de uitgaven te verminderen, aan te wijzen. Een bezwaar daartegen is echter, dat op die wijze geen direct resultaat wórdt bereikt. En dat is toch noodzakelijk. Het. financieel evenwicht moet worden hersteld, niét in de toekomst, maar zoo spoedig mogelijk. Daarom zoü misschien aanbeveling verdienen de gedachte om vooralsnog niet de salarissen te verlagen, maar te beginnen met een crisisaftrek toe te passen. Hiervoor is temeer reden, nu de verte genwoordigers van het Overheidsperso neel de toezegging hebber gedaan-, dat wanneer de Regeering zou kunnen beslui ten overleg in den meest ruimen zin des woords met de organisaties aan te gaan, van die andere zijde eerlijk zou gepoogd worden met de Regeering tot overeen stemming te geraken. Welnu, voor zulk overleg zou door toe passing van een crisisaftrek- ruimte be staan. De moreele bezwaren tegen de voorge stelde verlaging zouden goeddeels worden ondervangen terwijl voor de ambtenaren do Umns '-'•l den de pensioengrondslag ge- j^m&ira'tï bleef. 11 It STADSNIEUWS. „Jeruël" verhuisd. „Jeruël" heeft gisteravond in een, we kunnen gerust zeggen feestelijk, samen zijn haar mooie, nieuwe pand aan de .Middelstegracht betrokken. De belang stelling' was overweldigend groot. Het zaaltje, dat bij gewoon gebruik plaats biedt voor 225 personen bergde gisteravond stellig een 300-tal, wie, dank zij de aanwezigheid van talrijke doelma tige vouwstoeltjes a'len een zitplaats kon worden geboden. Talrijke bloemstukken prijkten op het podium, voor den katheder en op het orgel. Nadat allen gezeten waren, liet de lei der, de heer v. d. Horst staande zin gen Psalm 150: 3 en 4, waarna hij voor ging in gebed. Hierop volgde voorlezing van den 67-sben Psalm na beëindiging waarvan de vergadering inviel met het zingen van Psalm 89:8:, Gij.toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht Onder leiding van den heer A. J. Plu had zich een kranig zangkoor gevormd, dat vervolgens een loflied ten gehoore bracht. Deze zaal is vol, aldus de heer van der Horst in zijn openingswoord, maar wij zijn nog veel voller. Het „God met ons" hebben spr. en al len die hem en het bestuur bijstonden in den laatsten tijd in bijzondere mate mo gen ervaren. Spr. wenscht zijn gehoor toe, dat allen dit 'zullen ervaren. Vervolgens dankt spr. eenigszins uit voerig de verschillende vrienden, die zichzelf gaven bij de totstand koming van dit pand, zooals het nu is in gericht. Een oogenblik scheen het aanvankelijk, alsof er van het geheele plan nog miets zou komen, n.l. toen het bleek dat eerst moest worden onderzocht of de samen komsten niet storend zouden werken op die in het naastgelegen gebouw der Ge rei Gemeente. Bij die gelegenheid heeft de heer Pera, die ook aanwezig is, alle gewensebte inlichtingen verstrekt, waar voor spr. hem hartelijk dankt. Uitvoerig gat spr. na den moeilijken tijd die Jeruël doormaakte, toen omtrent een nieuw te betrekken gebouw nog niet de minste zekerheid kon worden verkregen, waarbij het meermalen scheen, alsof het geheele werk uit elkaar zou worden ge rukt, mede door de tegenwerking van ze kere zijde ondervonden. Na alles wat spr. -en de zijnen hebben ondervonden raadt liij bij vernieuwing ieder aan wat zij gedaan hebben: geef Uw lot in handen van den Vader. Door de spontane medewerking van allen die bij de inrichting van het gebouw waren betrokken werd dit schoone geheel ver kregen, waarvan verschillende bezoekers zeiden: alles leeft tegen je in. Geen wonder, zegt spr., want ons werk os van Christus en wat van Hem is, dat leeft. De ,zee>r kostbare stoffagc zal menig een doen zeereen: waar halen jullie het geld vandaan. Het antwoord hierop vindt men in de milddadige houding van de fa. K r a n t z, lakenfabrikant, die gratis van haar supe rieure fabrikaat ter beschikking stelde, en bij wie spr. de meeste welwillendheid ontmoette. Verder noemt spr. de namen Brokaar en Mulder, die vlug zorgden voor den aan leg van gas; de heer Bnijneu die voor een prikje een prachtig orgel leverde, de fa. "Dreef, van welke de vouwstoeltjes af komstig zijn Als bij den bouw van den eersten tem pel werden van alle zijden de benoodigd-. heden bijeen gebracht. De br. v.-d. Berg hebben gratis gezorgd voor al het stuka-' doorswerk, terwijl br. Bogaards het ge heel netjes is de verf zette. Spr. dankt ook de br. van buiten de stad voor hun medeleven, in 't bijzonder den heer Brinkman, die hedenavond het Vlaardingsche korps vertegenwoordigt en Mevr. Garms uit Beverwijk sedet cemigë weken weduwe, die spr. zijn geestelijke moeder noemt. Ten slotte dankt spr. al len die reeds gedurende den arbeid in de Grcenesteeg deden blijken van hun ge negenheid, w.o. in de eerste plaats de omwonenden, van wie hij steeds veel liefde mocht ondervinden. Spr. eindigt met den wensch dat van de duizenden, die ook hier ter plaatse nog in een vor- men-godsdienst leven, nog velen in dit gebouw ©en -eeuwigen zegen zullen deel achtig worden. Nadat het zangkoor zich nogmaals had laten hooren, sprak ook br. Bogaards een enkel woord, erop wijzende dat, wanneer Jezus blijft het middelpunt van de lief de- van allen die hier werkzaam zijn en zullen zijn, Hij zeker den arbeid met Zijn tegenwoordigheid zal zegenen. Die liefde tot den Heiland, aldus spr., zal zich hebben te uiten ook in liefde je gens de menschen. Spr. draagt in dit ver band ook den leider, die in den laatsten tijd in vele opzichten een „lijder" scheen, in de liefde ehi het vertrouwen der ge meenschap op, teneinde hem den zwaren arbeid mogelijk te maken. Om dit te bereiken zal het noodig zijn dat de leden zich niet trachten op den voorgrond te sohuiven, maar in een dracht, den ander uitnemender achtende dan zichzelf, het werk te verdeelen. Nadat ook de heer Honders een enkel- woord tot de vergadering had gericht, zong Mevr. v. d. Horst het ontroerende „Moet ik gaan met leege handen" waarna de heer Pera, oud-wethouder der gemeente, het woord verkreeg. De vraag zou gesteld kunnen worden, aldus spr., of er hier ter plaatse dan nog meer gelegenheid moet komen om het Evangelie te .verkondigen. In antwoord hierop releveert spr.. den achteruitgang op het gebied van den godsdienst in de laat ste 60 jaren. De liberaal noemt zulks een ziekte, die wel van zelf zal overgaan. Wij Christe nen echter, weten dat do wereldgeschie denis haar eind© snel nadert, waarbij de ontzettende macht van den vorst der duisternis hoe langer hoe meer op de be lijders van het Evangelie indringt. Spr. gaat op een en andeT uitvoeriger dn, om ten slotte to<t de conclusie te ko men dat er nog wel tientallen van derge lijke gelegenheden mogen verrijzen, om zooveel mogelijk tegenstand te bieden aan bet Rijk der duisternis. Hierna spraken nog de lieer Brink man uit Vlaardingen en Mevr. Garms uit Beverwijk: de eerste haar aanleiding van 2 Kronieken 6, waar de inwijding des tempels staat beschreven, en waarin ver vat is het ontroerende gebed van Salomo, Waarvan spr. de bijzondere schoonheid na dier aanwees. Mevr. Garms wekte vooral op om trouw d:eel te nemen aan de conferentie die eerstdaags in het gebouw zal worden gehouden. Het was intusschen erg laat geworden; er was ook zooveel te zeggen, er was zoo veel reden om te zingen. Besloten werd met het staande z'ngon van Psalm 72:11: „Zijn. Nmn moeit eeuwig" eer ontvan gen Vi-tdat ïn-ceder" Garms in dank gebed. was voorgegaan. Na hot vertrek van lien die om des tijds wills noodzakelijk moesten afscheid nemen" v;orden neg enkele mooie solo's ton gein-ore gebracht. Jeruëlhad een avond beleefd die ze ker als een hoogtepunt in haar arbeid in gedachtenis zal blijven. Buiten gekomen zagen we nog oven om naar den ingang, waarboven de prachtige (transparant met het in stralende letters geschreven woord „Jezus zoekt U". Een Hildebrand-avond. Woensdag 24 October zal er oen Hilde brand-avond gegeven worden ten bate van de Zendingsschool. De dames en hee- raiii die in 't voorjaar oen voorstelling van „De Familie Stastok" gaven, zullen hiervan oen herhaling geven, terwijl te vens zal worden opgevoerd: „Gerrit Wit- se" en „Het Diakenhuismannetje vertelt z'n historie." 's Middags is er oen kindervocirslolling, waarin o.a. „De geleende Koekenpan" en een „lintenspel" zullen worden ten beste gegeven. Reide voorstellingen zullen plaats vinden in de Stadsgehoorzaal. To Frijce cn E. Biljardt. Dinsdag 9 October geven deze twee artisten in den Foyer van de Stads-Ge- h oor zaal een lieder- en pianoavond. To Pryc© heeft ceniige jaren geleden mot groot succes medegezongen in de Opera-Veneeniging onder Henk. van den Rerg. In de Walküre vertolkte zij die Fricka partij, in de Falstaff van Verdi, die van Quickly. De kritieken hebben toen haar prachtig altgeluid, haar uitnemendo zang en mooie zeggingskracht zeer, ge roemd. Haar programma voor a.s. Dinsdag behalve eenige Oud-Italiaanscho aria's, ook moderne liederen is zoer interres- sant. Biljardt heeft als pianist in Indië een zeer goeden naam en werkte daar her haaldelijk samen met den gewezen diri gent van die S'tafmuziek to Bavaria, Ger- matz, thans dirigent van de Haarlem-- sche Orkest-veréeniging. Hij vertoeft thans tijdelijk in Europa, en heeft we der in Berlijn gestudeerd; verleden jaar trad hij in Haarlem met Gerharz op, en met zooveel suoces, dat hij dit jaar we derom is uitgenóodigd zich daar te laten hooren. Post-cheque en Girodienst. Rekeninghouders bij den post- cheque- en girodienst, di© in ernstige moeilijkheden zijn of komen ten gevolge vande beslising dat voorloopig niet kan worden beschikt over het tegoed huuner rekening kunnen ten postkantore tus- schem 8 uur v.m. en 7.30 n.m. formulie ren krijgen om een zoodanig gedeelte van liun saldo op te vragen als ter vermijding van die moeilijkheden noodzakelijk is. Ten bijkantbre Heerengracht zijn dia formulieren niet verkrijgbaar. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen! in de week van 30 Sept.—6 Oc tober 164 volwassenen eii 10 kinderen; te samen 174 personen. Zaterdagmorgen omstreeks 12 uuri is in do machinekamer - van een der vrachtbooten der fa. Buscke, een inolor- lamp in brand gevlogen, waarschijnlijk doordat de pit was opgebrand. De vlammen werden direct door den schipper en zijn zoen gedoofd. Schade van beteekenis werd niet aangericht. 'Zaterdagmiddag was Mej. G. v. M. die B. bezig de glasruiten van haar wo ning in de Vestcstraat te wasschen, toen zij. op een trap staande, daarop uitgleed Zij kwam met den arm terecht in een dier ruiten, waardoor dit lichaamsdeel vrij ernstig werd gewond. Een dokter van den Eerste-Hu'pd'enst verleende Geneeskundig© hulp, waarna zij ter verdere behandeling naar het Acad. Ziekenhuis werd overgebracht. Zaterdagmiddag werden een tweetal personen opgebracht, G. N. en P. de la P., die in kemnelijken staat van dronken schap verkeerende, een met paard be spannen wagen bestuurden en daardpor de veiligheid van het verkeer in gevaar brachten, terwijl zij bovendien het paard mishandelden. Ook hadden, zij op de Hlauwpoo^tbrug een wielrijder aangere den, waarbij dit voertuig ernstig werd beschadigd, hoewel de berijder er goed afkwam. Wegens al dp ze overt klingen worden proccs-verbaal opgemaakt. Een motorrijder, die op de duozit ting van zijn voertuig een dame met zjioh- voerde, wilde zich gisteravond omstreeks 1 nur bij het benz'ne-:vservclr op de Steenstraat van nieuwen voorraad voor zien. Doordat de gebezigde slang niet aan sloot op het reservoir, vloeide de benzine over den motor ©n op den grond, en kwam o.m. in aanraking met de Carbid lamp, waardoor een en ander vlam vatte. De berijder bracht het motorrijwiel buiten de plaats des gevaars, waarbij zijn gelaat een weinig werd geschroeid. Overigens bekwam hij, noch de dame eenig letsel. Gok de moto-r bleek niet te zijn beschadigd. De heer A. de la M. uit Den Haag is Zaterdagmorgen in de •vroegte met zijn auto door de afslultboomen van den spoorwegovergang aan den Haagweg ge reden. Wet stond er een roede lantaarn, maar haar aanwezigheid meende de besl uurder te moeten wijten aan een of ander karwei dat, naar hij dacht aan den straatweg werd verricht De afsflui-lboomen werden vemVd, en. van de auto wend al1 een een voorrir t ver brijzeld. De bestuurder zelf bekwam geen letsel. GEMEENTEBEGROGTING LEIDEN V. Op de kosten van bruggen en overzetveeren dsbi jna f5000.be zuinigd, waarvan ruim f 1000.op kos tten van personeel, als gevolg van het FEUILLETON Van 's levens diepten. 18) Daar hoorde zij 'voetstappen huiten, zij legde haar bijbel op zij en -stond haastig öp. Ka spar was teruggekomen. „Heb je het antwoord, Kaspar? vroeg zij, zoodra de gids de kamer binnen kwam. Hij schudde treurig van neen. ip „Neen zuster, hier is uw brief terug." f „Waarom heb je hem teruggebracht?" „Dokter Ullathorn is twee dagen gele den vertrokken naar Engelan'd." l Zuster Clara sloeg in wanhoop jsaar banden in elkaar. Van haar voorgenomen ■opoffering zou dus niets komen. Dokter lUllatliorn had -hun laatste gesprek voor besliste weigering gehouden. „En heeft hij geen boodschap achterge laten?" „Neen, niets. Men dacht, dat hij plotse ling naar Engeland was geroepen voor ,een zieke. Wat jammer, zuster!" „Ja, Kaspar; 't spijt me heel erg; maar ©r is^ niets aan te verhelpen. Maar kijk ©ons, je hebt -dien brief hier gelaten, daar straks." Meteen gaf zij hem den brief, geadres seerd aan >.Pieter Ledru". L «Ach ja, hoe dom van mij. Ik wist al niet, waar ik hem gelaten had. Ik moet hem doorzenden .aan dieh anderen mijn heer, baron Frits Delamere." „Hé, als liij Delamere heet, waarom noemt hij zich !dan hier ^Pieler Ledru?" „Ja, adellijke heeren reizen vaak incog nito, dat heeft deze ook wellicht gedaan." En met deze verklaring verliet Kaspar de kamer, terwijl zuster Clara zich weer wijdde aan haar slapenden patiënt. „De discipelen dan gingen wederom naar huis," las Clara half hardop. „En Maria stond buiten -bij het graf, weenende. Als zij dan weende, bukte zij in bet graf, en zag twee Engelen in witte kleederen zitten, éénen aan het hoofd en éénen aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had." Opeens klonk er een geweïdige donder slag. Vurige bliksemstralen verlichtten de toppen der bergen en kronkelden als slan gen langs de wanden naar beneden in de kloven, waar zij verdwenen. Onbeschrij felijk grootsch en ontzagwekkend! De doodsch© stilte, die er geweest was voor 'de uitbarsting, was over. Duizenden hamers schenen tegelijk op het aanbeeld van de Natuur te slaan, dan weer was het als 't gekletter van een heel regiment paardenhoeven over een holle brug. Clara draaide het licht naar beneden en keek door het raam naar den storm daar buiten. Telkens als 't gerommel even ophield, hoorde zij 'f donderen van neer stortende .lawines en 't gefluit van den wind die door de rotsen spleten gierde. Nu trok die storm van de hergen naar de vallei, waar hij teugelloos woedde. De lose sneeuw gleed langs de hellingen neer als een onmetelijk wit laken voor een vergeten graf. Het lichten werd hoe langer hoe erger en nu knalde er een ontzetten de slag, die 't heele huisje deed trillen. „Dat is de stem van God, nietwaar?" fluisterde haar een stem in het oor. Zuster Clara had een wonderlijk flink zenuwgestel, maar toen zij opeens in dit oogenblik een stem deze vraag hoorde doen en een hand op haar schouder voel de leggen, was 't haar toch tè machtig. Een nieuwe lichtstraal zette de kamer voor een ondeelbaar oogenblik in gloed en zij zag, 'dat Frits van do bank was op gestaan en dat zijn donkere, verschrikte oogen in de hare staarden. „Ja, George," zeide zij, nu, blij over dit 'bewijs van terugkeerend verstand. „Dat is do stem van God. Voel je je nu weer wat beter?" „Ik geloof van wel, zuster ik weet 't nog niet heel zeker. Alles schijnt me nog zoo vaag, zoo draaierig." Hij bracht zijn hand aan 't voorhoofd, als wilde hij iets wegstrijken, toen vroeg hij: „Waarom noemt u mij George? Ik heet niet George!" Al haar hoop was weeT weg. Het was ook wel akelig, .-op 't zelfde oogenblik, dat hij iets verstandigs zei, wist hij zijn eigen naam niet meer. „Ma,r hoe denk je dan, dat je heet?" „Ja, hoe hoe toch?" riep hij en dee'd alle moeite zijn waren naam te vinden in dien chaos in zijn hoofd. „Hoe ook weer?" Hij wachtte even en begon opeens zacht to lachen. „Dat is waar ook Frits Frits De lamere, natuurlijk!" Zuster Clara's verwachting Verdween al meer. Hij wist niet alleen zijn eigen naam niet, maar hij meende ^ich heel iemand anders te zijn de jonge baron, die met hem samen den Weisshorn had heklom men, toen hij gevallen was! „Ik geloof, dat ik 'heel, heel lang gesla pen heb, zusteT, toen die stem mij einde lijk wakker riep. Wat is er allemaal ge beurd, voor ik ging slapen? Laat ik eens denken wat ook w7eer?" - Hij streek met sijn hand over zijn om wonden hcofd en probeerde te vergeefs 't verleden terug te roepen; teleurgesteld gaf hij liet dfr. „Ilc weet 't tniet, Clara, ik weet 't niet meer! Alles is nevelachtig. O, breng mij naar huis naar huis." Hij Tiep dat zóo klagend, zóo verlan gend, dat zuster Clara niet wist, wat to beginnen. „Je bent thuis," zeide zij sussend. „Neen, noen, dat is niet waar!" zeide hij en keek onderzoekend de kaincr rond. „Waar is je huis dan?" „Waar? O ik weet 't niet. Ik kan 't «-me niet herinneren. Maar zuster, jij weet 't wel. Jij moet alles weten!" Hij smeekte en vroeg zóo lang, tot zus ter G'ara hem ten laatste beloofdo hom naar huis te brengen, als hij wat sterker en beter was. 'HOOFDSTUK XÏ Een paar dagen lang gingen de zaken voor George Wybert Óen indringer, dio - de plaats van den jongen baron had inge nomen heel voorspoedig. Het was hem gelukt haar, 'die het best van allen hem kon kennen, de moeder, te bedriegen. Ze-1 ker, soms, als zij hem wat nauwkeuriger opnam, vond zij haar zoon wel erg ver anderd, maar met zijn brutaliteit en do handigheid, waarmee hij gebruik maakte van Frits' daghoekje, wist hij al haar on* zekerheid in slaap te wiegcu, (Wch'dt vervolgd;» ij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1