Aan hel einde der Week
Men krijgt den indruk, schreef dezer
dagen een der toonaangevende bladen,
dat in Duiitsehland de directoire-stijl wel
de overgangsvorm zou kunnen worden
voor den empire-stiijl.
Nu, zoover is het nog niet in Duitsch
land.
Maar, wat niet is kan komen.
We hebben de laatste jaren meer din
gen zien gebeuren, die niet waarschijnlijk
schenen.
Wde had kunnen denken dat het mach
tige bouwwerk door von Bismarck daar-
gesteld zoo spoedig ineen zou storten en
dat de machtige Duitsche keizer, vaak
als een half-god vereerd in het kleine Ne
derland een toevlucht zou moeten zoeken?
Wie had kunnen denken dat Beieren
nog eens een republiek zou worden?
En wie had kunnen denken dat
jaren na de revolutie de Koning van
Beieren als een regeerend voTst zou
worden ontvangen en begroet?
En dit zal niet de laatste verandering
zijn,
Men is nu in Duitschland al zoover,
dat men weet wie niet kunnen regeëren.
De Socialisten kunnen het niet, de So-
sialisten in bond met de Katholieken kun
nen het niet en nu ligt onder den gewel
digen druk der omstandigh aden ook de
groote coalitie in puin.
Dit kon niet uitblijven.
In een tijd als deze is telkens weer
teruggang noodzakelijk.
Maar er zijn menschen en er zijn par-
fjen diio niet terug kunnen.
Wie den arbeiders geleerd heeft, dat de
acht-urigo werkdag het hoogste goed
is, waarvoor tenslotte alles moet wijken,
die kan niet terug en als hij toch terug
meet, dan kan hij die terugtocht alleen
meemaken als volgeling en niet als leider.
Zoo is het nu ook in Duitschland.
Het vorige Kabinet moest verdwijnen
omdat het de zedelijke kracht miste om
aan hot lijdelijk verzet een einde te ma
ken.
Dat was iyet met zijn verleden overeen
te brengen.
Die terugtred is nu volbracht.
Maar daarmee is men nog niet klaar.
D;-> P.egeering is overtuigd dat Duitsch
land zich alleen kan handhaven als de
ach (urendag wordt losgelaten.
Ook de Socialisten zien dat W'
Maar zij kunnen dien terugtocht niet
lc:den, en daarom moest het Kabinet wel
uiteenspatten.
Wat er nu gebeuren za1. welen we niet.
Misschien dat het Duitsche rijk in
stukken uiteenvalt. Misschien ook, dat
een krachtige hand het roer grijpt' en met
voorbijgang van het parlement en de par
tijen. met kracht orde op zaken stelt.
Een directorium dus. En als het een
maal zoover is, dan is de stap naar het
Keizerrijk niet zoo groot meer.
Na een von Bismarck, kan een Wil-
hehn snoedig volgen.
Wij doen echter het best den loop der
zaken maar rustig af te wachten.
De geschiedenis van den laat sten tijd
heeft ons toch cok dit geleerd, dat de
mensohebjke verwachtingen, op hoe goe
de grond ze dan ook mogen steunen al
heel weinig heteekenis hebben.
De Vlootwet en de bezuinigingsplannen
der Regcering, dat zijn de onderwerpen
die thans in ons land de aandacht vra
gen.
Een geweldige hetze is losgebroken.
Bij duizenden en duizenden worden de
nandteekeningen verzameld van men
schen die geen duizend mil li oen voor de
rtoot willen uitgeven en die niet willen
r.at al het geld dat bezuinigd wordt voor
le Marine zal worden besteed.
Aangezien er echter bij de Regeering
*een enkel plan in die richting bestaat,
_a.n zij heel die storm rustigjes langs zich
keen laten gaan.
Want al die menschen hebben gepro
feteerd tegen een plan dat niet bestaat,
rij verzoeken verwerping van een wets
ontwerp dat nooit door de Regeering is
voorgesteld en ook wel nooit zal wor
sen ingediend.
Op de Regeering zal heel deze bewe
ging die haar hoofdoorzaak vindt in bet
ieit dat de roodc leiders zoo nu en dan
'n stormpje noodig hebben, dan ook wei
nig indruk maken. Een andere vraag is
achter of de Volksvertegenwoordigers vast
jenoeg in de schoenen zullen staan om
iezen storm het hoofd te bieden.
De volksgunst is voor velen een hegeer-
ijk goed.
Van minder omvang maar niet minder
krachtig is de actie door de ambtenaren
op touw gezet tegen de voorgenomen be-
mi lj gingsplannen
Daar de meerderheid van ons volk en
een groot deel van de ambtenaren boven-
Ilen van de noodzakelijkheid van de be
zuinigingsmaatregelen overtuigd is, zal
ieze actie weinig effect sorleeren.
Wij zien nu Teeds hoe uit het volk zelf
rich tegen de ambtenaren-actie een tegen
actie on.twikkelt omdat men overtuigd is,
dat zc'fs ambtenaren nu eenmaal niet in
een uitzonderingspositie geplaatst kun-
•acn worden.
Misschien dat deze tegenactie er toe
teiden zal, dat de leiders van de organi
saties het gevaarlijke van hun pogen gaan
inzien.
Want gevaarlijk is het, omdat maar al
ïe gemakkelijk vaak de neiging ontstaat
ï>m met het hadwater ook het kind weg te
•verpen en straks ook billijke verlangens
op onwelwillende wijze worden bejegend.
Allen die leiding hebben to geven in
deze dagen hebben een moeilijke taak.
Worde die moeilijkheid beseft zoowel
door de leiders zelf als door hen dio heb
ben te volgen en die omdat zij do bezwa
ren niet kennen in hunne critiek van een
zekere oppervlakkigheid nr'et altijd zijn
vrij te pleiten.
DE KOSTEN VAN DE VLOOTWET.
Het zal wel zelden voorkomen dat zoo
opzettelijk gepoogd wordt de massa te
%isleiden en dat zoo brutaal onware
voorstellingen worden gegeven, als den
laatsten tijd, ten opzichto van de Vloot
wet geschied.
[Wij meenden daarom goed te doen hier
te laten volgen de uiteenzetting van de fi-
nancieele zijde van het Vlootwet-vraag
stuk, die de Nederlander geeft, op
dat ook onze lezers daarmee hun voor
deel kunnen doen.
Eerst een voorbeeld: Onderstelt, dat de
heer H. een huis bewoont, dat hem f 750
per jaar huur kost. Nu wordt hem de ge
legenheid geopend het huis te koopen
voor f 9C00. De oudie eigenaar zal hem het
volle bedrag leenen tegen 5 pet., bovendien
moet hij f 150 per jaar aflossen en moet
hij f 150 rekenen voor jaarlijksche grond
lasten en onderhoudskosten, tezamen
f 750. Wie is nu eerlijk: degeen die den
heer H. voortdurend in het oor schreeuwt
„het kost je toch f 9000" of hij", die het
plan hem aanbeveelt, ondier opme4king:
„het kost U niets meer, dan gij nu be
taalt, bovendien hebt gij zekerheid, dat
men U er niet kan uitzetten, en tenslotte
bezit U na tien jaar huis en erf, dat U
slechts f 7500 kost?"
Ongeveer zco staat het met do Vlootwet
en de Marine-uitgaven'. De som vau f 750
verbeeldt het bedrag, dat (met of zonder
Vlootwet) jaarlijks voor do Marine wordt
uitgegeven. De woonzekerheid is dé vast
heid in ons Marinewezen, die die bestaan
de stelselloosheid zal vervangen. Het huis
van f 7500 io de beveiliging van ons ko
loniaal bezat, dio door de verwezenlijking
der vlootplanne wordt verzekerd.
De S. D. A, P. en do Gommunislen, dig,
om politieke redenen, do geheele Marine
willen afschaffen en de aanhanger van
de leer der weerloosheid, die elk militair
en maritiem verweer uit den booze acht,
moeten uiteraard tegen de Vlootwet stem
men, evenals zij steeds tegen de Marine-
begrooting stemmen. Van lien was het
een inconsequentie in 1914 te stemmen
vóór de mohilisatie-credieteneene in
consequentie, die op 21 December 1920
werd herhaald, toen de heer Hugeriholtz
verklaarde: ..Al speek ik volkomen voor
mij zelf en bind ik hierbij niemand aan
mijne woorden, wil ik toch zeggen dat,
als wij, ondanks alle pogingen om het te
verhinderen, weer zouden geraken in de
situatie van 1914, ik dan weer de zelfdo
houding zou aannemen van toen. Ik heb
niet do minste réden mij die houding te
schamen of te meenen, dat ik toen ver
keerd gehandeld heb."
De heer Hugcnholtz zou dus, in
geval van bedreiging onzer neutraliteit,
willen mohiliseeren alleen hij vergeet,
dat om te mohiliseeren, er .iets te mohili
seeren moet zijn, als gevaar dreigt.
Het is wèl wat heel inconsequent, in
zeggen: ..als gevaar dreigt, stem ik vóór
mobilisatie; maar zoo lang geen gevaar
dreigt doe ik wat ik kan, om door af
braak van leger en vloot, die mobilisatie
onmogelijk to maken."
'Aan die inconsequentie mag toch zeker
geen goed vaderlander zich schuldig ma
ken maar dan moet hij ook voor het
ontwerp-Vloot, wét stemmen.
En nu het bewijs, dat die Vlootwet van
Nederland geen bijzondere uitgaven vor
dert.
Het ontwerp-Vlootwet rust op de ge
dachte, dat, hui ten de bedragen, in dat
ontwerp genoemd, geen. halve cent
voor de Marine zal worden uit
gegeven. Alle afhouw van onderhan
den-zijnde vaartuigen, alle houw, waar
toe reeds besloten was en in de Vlootwet
besloten wordt alle overige bestaande
en nog te wachten uitgaven voor scheeps
bouw. materieel en personeel en voor
vlootbases worden opgenomen in de kos
ten. samengevat in het ontwerp-Vlootwet.
Wat zal dan iaarlijks van Indië en van
Nederland worden gevergd?
Van Indië, zal worden "gevergd:
Jaarl. uitgaaf voor vlootbouw 8 millioen
Totale bedrijfskosten, per jaar 19
Jaarl. uitgaaf voor vlootbases 5
Aandeel in den pensioenlast
Totaal per j'aar 36 millioen
Dit is ongetwijfeld voor Indië een aan
zienlijk bedrag een bedrag, dat boven
dien- na 1929 nog zal stijgen; maar Indië
wenscht deze zekerheid. De laatste uit
spraken van den Indischen Volksraad be
vestigden niet alleen den wensch, dat de
regeling, in de Vlootwet bedoeld, zou tot
stand komen, maar betreurden het, dat
de. uitvoering, door de politieke verhou
dingen in Nederland, vertraging oudera
vond.
En dan de uitgaven in Nederland. Ne
derland zal, in totaal, voor zijn Marine,
volgens het ontwerp-Vlootwet, ingaande
1924, hebben te betalen het navolgende:
Jaarl. uitgaaf voor vlootbouw 8.6 millioen
Totale bedrijfskosten p. j. 29.7
Totaal per jaar 38.3 millioen
af, te vergoeden door Indië:
aandeel pensioenlasten 4
Blijft totaal per jaar 34.3 millioen
Hiernevens zij opgemerkt, dat op de
aangenomen en ontworpen Marinebegroo-
tingen voor 1922, 1923 en 1924 zijn toe
gestaan en aangevraagdde navolgende
sommen:
1922, begrootingsbedrag f58.388.826
al voor hydrographie en
loodswezen f 10.140.549
Blijft voor maritieme
uit
gaven
f 48.248.277
1923, begrootingsbedrag
f48.486.108
Af voor hydrographie
en
toodswezen
f 7.891.587
Blijft voor maritieme
uit
gaven
f40.594.521
1924, begrootingsbedrag
f 42.884.013
Af voor hydrographie
en
loodswezen
f 7.390.164
Blijft voor maritieme
uit-
gaven
f35.493.849
Uit deze cijfers, blijkt onomstootelijk,
tenzij men de Marine geheel wenscht af
ïe schaffen, 'dat aanneming tier Vlootwet
aan Nederland niets meer zal kosten dan
hetgeen uitgegeven zal worden zonder
[Vlootwet.
Wij komen hier tot de becijfering, dat
ihet Marinebudget zonder Vlootwet,
zelfs nog één millioen hooger jou
zijn, dan met aanneming der
[Vlootwet. De Vlootwet-Commissie,
kwam juist tot tegenovergestelde con
clusie en stelde de jaarlijksche uitgaaf,
met Vlootwet, ongeveer één nuillioen hoo
ger dan zonder Vlootwet, welk cijfer in
hoofdzaak gebaseerd was op hooger-ge-
raamde personeels-kosten.
Hier staat echter tegenover, dat de
Vlootwet-commissie nadrukkelijk ver
klaart geen rekening te hebben gehouden,
met de ingetreden daling der prijzen in
den scheepsbouw, thans reeds te schatten
op ongeveer 25 pet.
Hoe men het ook keert of'wendlt: aan
neming der Vlootwet zal van Nederland
geen hooger bedragen vergen, dan zon
der Vlootwet voor de Marine zouden wor
den uitgegeven.
Is het gelukt, door bezuiniging, in twee
jaren de Maririebegrooting terug te bren
gen van 48 millioen op 35 millioen
overeenkomstige bezuiniging zal worden
toegepast, als de Vlootwet wordt aange
nomen.
Blijft nu iemand roepen: „Ja, maar al
les tezamen kost het dan tocli 300 mil
lioen!" Dan zeggen wij: Ja, als Neder
land nog 100 jaar blijft bestaan en het
mag Indië behouden dan zullen do to
tale Marine-uitgaven in die eeuw nog wel
meer bedragen dan 300 millioen. Maar
per jaar rijzen do uitgaven voor Neder
land niet; wèl zullen zekerheid en veilig
heid enorm worden verhoogd, doordat
eindelijk het stelselloos houwen hij Ma
rine vervangen wordt door vastheid en
stelselmatig werken.
Letteren en Kunst
Alice Nahon.
Wij vernemen dat bij A. W. Siithoff's
Uitgeversmaatschappij le Leiden binnen
enkele weken zal verschijnen een Muziek
uitgave, bevattende ecnige gedichten van
Alice Nahon, waarvoor Aug. Verhaegen de
muziek heeft gecomponeerd.
Een strenge winter üp konist?
In „Hemel en Dampkring" geeft dr. Z.
Kamerling het vervolg van zijn beschou
wingen over ,5Jaren met abnormale weers
gesteldheden".
In zijn beide eerste artikelen betoogde
hij, dat er oen. verband moet bestaan:
eenerzijds tussehen bijzondere meteorolo
gische afwijkingen en den stand der pla
neten en de intensiteit der-zonnevlekken-
Volgens den heer Kamerling moet men
daarbij niet denken aan een causaal ver
band tussehen de stralingsintensiteit der
zon en deni almospherischen. toestand op
aarde, maar moet men. beide toestanden
als afhankelijk beschouwen van den kring
loop der planeten, do weersgesteldheid
bovendien van den ^tand der aarde (con-
junctoren en opposities met do planeten)
Dr. Kamerling neemt aan, ,,dat Jupiter
en Saturnus, en in mindere mate ook de
andere planeten,, een directen inviced op
den dampkring van do aarde uitoefenen,
door een luchtbeweging te voorschijn te
roepen, afwisselend in do richting van de
polen naar den aequator en omgekeerd.
Deze luchtverplaatsing wijzigt dan de
verdeeling van de gebieden Man - hoogen
en lagen druk. Wij moeten ons voorstellen
dat er zich telkens, naarmato de aarde in
haar kringloop Jupiter (resp. Satumus)
nadert, een luchtgolf vormt hoven da-t ge
deelte van liet aardoppervlak, waar Jupi
ter tijdens do aswenteling van de aarde
ongeveer loodrecht boven komt te staan.
Wanneer zich dergelijke luchtgolven
zouden vormen, is er geen twijfel aan, dat
zij, voor zoover de verdeeling in oceanen
en vastelanden niet stoort cirkelvormig de
aarde zouden moeten aanzwellen en ver
vloeien. Naar analogie van wat er om
trent ebbe en vloed bekend is, zou men
ook moeten aannemen, dat er zich in den
regel tweo kringvormige golven zouden
vormen, één aan iedero zijde van den eve
naar, op ongeveer gelijke Noord er- en Zui-
dei breedte".
Met behulp dezer 1 uchtgolftlieoric gelukt
het dan, verschillende bijzonderheden in
den otmosphcrischen toestand te verklaren
Voor den komenden winter verwacht de
heer Kamerling, „dat de dook Jupiter en
door Saturnus veroorzaakte luchtgolven
zich dicht bij de keerkringen vormen, en
hot aanzwellen' rail deze luchtgolven
later een aanvang noemt. De factor, die
in den voorafgaanden winter luchtver
plaatsing van den aequator naar dc polen,
dus hoogere temperatuur, medebracht,
treedt op den achtergrond; wij krijgen
overheers chenrl luchtbeweging van de
polen naar den aequator. N.O. wind in
West-Europa en tamelijk lage watertem
peratuur.
Uit de Duitsche republiek.
Met een verontwaardigd protest ver-,
haalt liet „Berliner Tageblatt" hoe op
het Köllnisches Gymnasium te Berlijn
eindexamen -werd afgenomen in staats
wetenschappen. De examinator heet Herr
Studienrat Tomaschky; den naam van
den .al te bereiclwill'igen examinandus
geeft het blad niet.
Ex.: Wat zijn de kleuren der Duitsche
Republiek?
Antw.: Zwart-rood-goud.
Ex.: Hoe noemt Heine deze kleuren?
Antw.: Apenkleuren.
Ex.: Van wanneer dagteekent de grond
wet der Duitsche Republiek?
Antw.: Van 9 Augustus 1919.
Ex.: Naar welk voorbeeld is deze
grondwet gemaakt?
Antw.: Het „Gonfcrat social" van Rous
seau.
Ex.: Hoe noemt Ranke het „Gontrat
social"?
Antw.: Belachtelijk.
Deze stichtelijke vertooning woonde de
vertegenwoordiger der republiek, Herr
Schulrat Micliaelis, hij. Hij maakte er
geen enkele opmerking over
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijklieid der Redactie)
Een herdenking, los van :dc historie.'
heeft toch weinig zin.
Maar juist daarom amice, heb ik me
ook zoo verwonderd, dat schier de ge
ilede bevolking aan de feestviering deel
nam,.
Hoe lean dat, zoo heb ik me zelf afge^
De nood in de Saksische pastoriën.
Met haiielijken dank geef ik weer mijn
verantwoording voor Saksen.
Ik ontving van den lieer J. B.
to Leiden f 5
Van Ds. Kouwenhovien, gevon
den in de coll. der Geref. Kerk
te L. f2.—fl.—fl.— 4._
Vorige opgave 475.20
f 484.20
D.V. zal Woensdagavond 10 Oct. a s.
in de Pieterskerk te Leiden Pfarrer
Spranger uit Dresden voor ons Comité
optreden. Laat nu niemand deze samen
komst verèuimen. Hij zal ons iets vertel
len uit de lijdensgeschiedenis zijner broe
ders- Ds. J. W. DE VRIES.
Rijnsburg, 5 Oct. '23.
LEiDSCHE PENKRASSEN
Amice.
Laden heeft weer feestgevierd. Als van
ouds is op luisterrijke wijze herdacht
hoe nu 349 jaar geleden het maanden
lange beleg werd opgeheven en beo na
een lang en hang 1 ijlden de zegepraal
werd verkregen.
De ontzet-feesten zijn hier geworden,
vo ksfeesten in den goeden zin des
woords, waaraan door heel de bevolking
van alle richtingen wordt deelgenomen.0
A's 's morgens onder de noodige fees
telijkheden haring en wittebrood worden
uitgedeeld, als 's middags de groote op
tocht wordt gehouden, al of niet vooraf
gegaan door openluchtspelen of als
's avonds een vele duizenden tellende me
nigte het vuurwerk gadeslaat, dan ken
nen we hier geen partijen, maar zijn we
voor één dag alleen Leidenaars, die
trots zijn op .het burgerschap van deze
vermaarde stad.
Ik oefen niet gaarne crOkek op een be
stuur of een commissie die een uiterst
moeilijke taak op bijna onverbeterlijke
wijze verricht. En dat mag zeker gezegd
worden van het bestuur der 3 Octoher-
vereeniging, dat er elk jaar weer op
nieuw in slaagt een programma samen te
stellen dat er wezen mag en dat, telkens
weer den indruk schijnt te maken alsof
hét dat van vorige j'aren overtreft. Het is
geen gemakkelijke taak die dit bestuur
lieeft en ik heb voor zijn arbeid ook niets
dan lof.
Als ik een aanmerking moest maken
dan zou het deze zijn, dat de Godsdienst
oefeningen in de verschillende Kerken
in het cfficieele programma geen offd-
eieele plaats hebben.
Dat lijkt me niet in den haak. Als er
cónc feestviering is, waarhij de kerkelij
ke plechtigheden niet mogen ontbreken,
dan - is het dunkt me wel do 3 October-
viering.
De geschiedenis, heeft Groen van
Prinsterer gezegd, is nuttig, dtewijl zij in
de ervaring der voorgeslachten een tref
fend onderricht geeft, maar vooral ook,
'omdat ze hij het licht hetwelk de Bijbel
voor Christenen verspreidt, Gods al
macht,., wijsheid, rechtvaardigheid cn ge
nade in de lotgevallen van een zondig
menselidom openbaart.
En de geschiedenis van Nederland, zoo
merkte hij verder op, is hoven die van de
meeste, zelfs Christelijke volken gewich
tig, omdat de Heeré in dit kleine en on
aanzienlijke land, aan de golven ontwoe
kerd, groote dingen heeft gedaan.
Dit geldt wel in zeer bijzondere mate
van Leiden.
Het lot van Leiden scheen in Septem
ber 1574 heslist. Binnen hare wallen
maakten de. honger on do pest duizende
slachloffeifs (op pl.m. 16000 inwoners
telde men gedurende het beleg meer dan
6000 do oden) en wie nog gespaard wer
den waren niiet veel meer dan mensche-
lijke wrakken. Verdere tegenstand scheen
nutteloos. En van huiten was a.l evenmin
hulp te verwachten. Wel deed Prins Wil
lem van Oranje wanhopige pogingen om
de uitgemergelde bevolking te hulp te ko
men, maar het scheen een ijdel pogen dat
voor de bevolking geen resultaat kon ge
ven.
Slechts één uitweg bleef voor de arme
Leiden aars nog open, de weg naar ho
ven. En God heeft gehoord en verhoord,
het geroep van die in benauwdheid tot
Hem vluchtten. Toen alle hoop op red
ding vervlogen scheen, schonk Hij uit
komst.
„God zond zooals de geschiedschrij
ver opmerkt zijn posten en boden, name
lijk de winden, even met den springvloed
eerst stormende uit den N. W. daarmede.
Hij het water wonderbaarlijk weder in
het land hragt en daarna Z. W. dewelke
het. naar Leiden dreef."
Maar nog voor het water don vijanden
had bereikt, achtten zij het geraden den
aftocht te blazen. Waarom? Wij welen
het niet maar vast staat: „a-s Sanherib
van Jeruzalem, zijn de Spanjaarden bij
nacht van Leiden gevlucht."
Hier was Gods vinger op te merken.^
Een van de eerste daden van de bevrij
de bevolking was dan ook, om zich te he
geven naar de iPeterskerk, om daar meit
hart en mond den Heer to geven lof en
eer. En toen de Prins in do Kerk te Delft
de blijde tijding van Leiden's ontzet ont
ving, liet hij „den brief openlijk van den
predikant lezen en den Heer met vroolij-
ke en vieriger herten danken."
Het is dus geheel in de lijn, wanneer
de kerkelijke herdenking in het officieele
programma wordJt opgenomen, en ik ver-
triouw dat 't bestuur ran de 3 October-
vereeniging dit toch ook weü met mij eens
zal zijn.
In Het Volk heb ik gelezen dat reeds
een 12000 ingezetenen het adres tegen de
Vlootwet hebben geteekend en bovendien
schijnt er nog een nieuwe beweging in
de maak te zijn om hier tegen het viool
plan een actie te voeren.
Om de menschen tot teokenen te bewe
gen stolt men het voor, alsof deze. wet de
m tgaven zal vermeerderen, dat zij van
ons land nieuwe financieel© offers zal
vragen.
Ziij die dit zeggen weten wel lx1 ter,
maar zij hebben dat praatje ;au eenmaal
noodig om hand tee keningen te krijgen.
Als ik een actie begon om onzen burge
meester uit Leiden weg te werken, dan
zou ik hard kans loopen een pak slaag
te krijgen, en niet zoo zuinig ook. Maar
a's ik nu de menschen ging wijs maken,
dat hij van plan was héél de gemeente
lijke inkomstenbelasting aai den Rijn te
smijten en de werkloozen te laten ver
hongeren. en ik werd daarbij door een
aantial „bewuste" volgelinge; 1 stevig ge
holpen, wie weet hoeveel handteehenln-
gen hij elkaar gebracht werden.
Dal de menschen die lijsten teekenen is
dus zoo'n wonder niet,omdat ze nu een
maal verleugend zijn en misleid 00 een.
allerschandelijkste manier.
Maar al is dat waar, dan ds daarmee
toch nog niet verklaard, -hoe diezelfde
menschen de Ontzetfeesten zoo geestdrif
tig mee kunnen vieren.
Immers heel de vlootwet-actie is eigen
lijk niet andera dan een protest te.gen wat
mannen als van der Werf, van dér Does
en wat het overgroote deel der bevolking
van Leiden gedaan hebben.
Zij ófferden niet maar een heel klein
deel van hun inkomen, maar zij gaven,
alles, hun geld, hun goed, het liefste wat
zij hadden, hun bloed en hun leven.
Helden waren het. Mannen en vrou
wen van stavast.
Zeker, er waren in die dagen ook wel
van die anti-vlootwet mannen. Vooral ie.
de regentenkringen.
Maar het volk, het mag toen minder
„bewust" geweest zijn dan in onze dagen,
het was toch geen futlooze en pitloozo
massa, die men alles kon wijsmaken wat
men wilde en die altijd maar goedmoedig
gingen prijzen wat de volksleiders gelief
den te wijzen.
Het leek er niet op. Ze gebruikten hun
versland. Ze keken uit hun oogen. En
als de regentenkliek de vloot verwaar
loosde en het leger lieten verloopen, om
dat het veel voordee'liger was geen leger
en vloot to hebben, en omdat we toch de
zwakste partij waren, dan liep dat volk
te hoop en dan werd het een' roepen om
Oranje, net zoolang lot de anti-vloot-
mannnen met de hazen'harten het hazen
pad kozen.
Ze hadden ook hun gebreken, onze
voorouders. Maar toch, als ze het uitrie
pen, dat ze, steunende op den Bijbel, do
vrijheid verdedigden, dan was dat geen
praritje, maar dan was dat waarheid.
E11 ze hebben dé vrijheid verdedigd.
Niet in eigen kracht, maar in de kracht
van hun God.
En nu kan ik veel begrijpen, amice.
Ik kan me indenken, dat 'er menschen
zijn, die de landsverdediging willen ver-
waarlcozen, omdat ze kinderlijke cpliniis-
ten zijn, die zichzelf wijs maken, dat er
toch nooit meer oorlog komt, of omdat zo
echte platte materialisten zijn, die zeg
gen: 't kan me nicit -schelen wat er ge
beurt en hoe 't gaat, als ik het maar goed
heb.
Ik kan me ook indenken dat er men-
dien zijn, dié geen leger en vloot willen
omdat de chaos hun ideaal is, de revo
lutie, die alles vernielt en alles verplet*
itert, die een volk zedelijk en geestelijk
misschien eon halve eeuw achteruit-
brengt en die tenslotte noodzakelijk
leid tot het opkomen van dictators dio
met straffe hand Tcgeeren en orde en
regel scheppen.
Dat alles kan ik me indenken.
Maar ik kan onmogelijk 'begrijpen dat
diezelfde menschen de 3 October-fecsten
kunnen vieren.
Dat ze, op hetzelfde oogenbik, dat zo
mannen als van der Werf en al de stoere
Leidenaars uit de 17e eeuw botweg en
ruwweg in hun gezicht slaan, .tegelijker
tijd feestvieren cm de' daden van d o
groote mannen, van dat edel voorgeslacht
te herdenken.
Dat is mij een raadsel. En liet wijst er
op dat, óf de feestviering, óf het gedraaf
om handtcekendngen in don grond dor
zaak niets anders is, dan een zinledig©
vertooning.
Neen, zegt ge misschien amice, dai
wij! Maar pas op, zegt het niet te hard.
Want heusch, zoo mooi is liet hij ons
ook niet gesteld. Ge weet toch cok wel,
dat er zoo weinigen zijn dóe bereid z jn
de wacht te betrekken hij het beginsel,
het rapier te grijpen en te staan op de
wallen.
Of is het anders geworden, missen .en?
Naar ik .van een bestuurslid vernam zal
onze Kiesverecndging dezer dagen verga
deren. Zal dan blijken amice, dat er wat
veranderd is? Dat we willen staan voor
onze zaak en als kloeke helden er voor
strijden? Dat we bereid zijn alle klc 1 no
persoonlijke gevoeligheden op zij to zet
ten en alleen voor cl'e groote zaak van
Gods Koninkrijk ons aan te gorden?
Ik hoop hot mijn waarde, maar gerust
hen ik er niiet op.
Wat schreef echter Prins Willem (oen
hij benauwd werd van alle kanten? Even
wel wij willen den moed niet verliezen,
maar hopen, dat, als wij van alle nien-
schen verlaten zijn de Hcere God Zijno
rechterhand! over ons uitstrekken zal.
Mogen dat ook ondervinden zij, dce in
deze moeilijke en donkere dagen leiding
en" stuur hebben te geven.
VERITAS.